NT00377_419. Nadere Toegang op inv. nr 419. uit het archief van de. Nederlandse Hervormde Gemeente. Amerongen, (377) D.

Transcriptie

1 NT00377_419 Nadere Toegang op inv. nr 419 uit het archief van de Nederlandse Hervormde Gemeente Amerongen, (377) D. van Wageningen Juli 2015

2 Inleiding Van de Nederlandse Hervormde Kerk te Amerongen zijn de rekeningen bewaard gebleven vanaf Het eerste deel, over de jaren , is in dit document volledig getranscribeerd. 2

3 Transcriptie 1] Rekeninge Cornelis Janss van Ameronghen ende Johan Peterss van Ommeren kerckmeijsters Inder tijdt tot Ameronghen ende dat vander kercken goederen Daer aff zij als kerckmeijsters tbevijndt ende dadministratie vandijen gehadt hebben. Ende dat beginnende ende Ingaende Paesschen anno Acht ende Tseventich Eerst vande Jaerpachten vander kercken hofsteden Leggende tot Ameronghen daer die pachten aff verschenen waren Martini Inden wijnter anno Soeven ende Tseventich ende Petri ad Cathedram anno Acht ende Tseventich Claes ghijsbertss gheeft Jairlicx xij stuyver Ghijsbert Buijs gheeft Jairlicx xxxij stuyver Henrick Willemss gheeft Jairlicx ten erffpacht ende verschijnt paesschen een gulden j gulden Adriaen Hermanss gheeft Jairlicx te pacht xviij stuyver Pauwels den snijder gheeft Jairlicx xxij stuyver Jaetgen Steven Dircxs weduwe gheeft Jairlicx xij stuyver Cornelis ghijsbertss ketel gheeft Jairlicx xij stuyver Hans van Inghen gheeft Jairlicx xij stuyver Cornelis gerritss gheeft Jairlicx j gulden Theeus den comen seijt desen pacht verdient te hebben van dat hij van het dorpswegen vuijt heeft vuijt beveel des gerichts dus hyer Nijet - Rutgertgen Inne die Nederstraet gheeft Jairlicx Ick en weet nijet hoe veel - Somma - vij gulden 2] Anderen Ontfanck van Landtpachten en waren verschenen Martini Inne den wijnter anno Soeve Acht ende Tsoventich ende Petri ad Cathedram anno Acht ende Tsoventich Henrick Coenraetss gheeft voer tlandt tot Nederenge gelegen Inne die weijde daer Volckgen omtrent het dardendeel aff gebruijckt voer die twee delen Jairlicx xviij gulden Volckgen gheeft voer omtrent tdardendeel vant 3

4 Landt dat zij mit Henrick Coenraets zoen gebruijckt Jairlicx Henrick Coenraets zoen gheeft voer die twee margen Landts gelegen opten hoeven die zalige Evert Janss In huijren te hebben plach ende Jacob quijndt die ander twee margen daer aff In huijeren heeft Jairlicx voer vij gulden x stuyver xij gulden x stuyver Jacob Henricx zoen quijndt gheeft voer die ander twee margen Lants gelegen opten hoeven gemeen mit Henrick Coenraets zoen Jairlicx xij gulden x stuyver Adriaen Joistens zoen gheeft voer een perceel englandts gelegen opte bree Jairlicx iij gulden x stuyver Feijsken zalige Jacob Cornelis zoon weduwe gheeft voer een perceel englandts gelegen Inne die wolffcamer Jairlicx twee gulden ende Is schuldich die pachten Martini Lxxvj, Lxxvij ende Petri Lxxviij verschenen die somme van iiij gulden Jan Peterss van Ommeren gheeft voer een perceel Landts gelegen opten Inden Engh Inne die wolffcamer Jairlicx j gulden xiiij stuyver Gerrit Jan gerrits zoen gheeft van een perceel englandts gelegen Inne die wolffcamer Jairlicx j gulden Adriaen Stevenss gheeft voer een perceel englants Jairlicx Gerrit Janss Inne den elssen gheeft voer zijn hofstadt mit het Landt daer aen behoirende Jairlicx xij stuyver x gulden 3] Gherrit Hermanss gheeft Jairlicx van een perceel Landts gelegen boven den Molenwech opstreckende naden hull mit noch eenen halven margen englandts daer aen gelegen die Aelbert Janss van Ameronghen die kerck gegeven heeft Jairlicx vier gulden ende Is schuldich die pachten Martini Lxxvj, Lxxvij ende Petri Lxxviij verschenen die somme van viij gulden Thonis Meijnssoen gheeft van een perceel Landts gelegen tusschen Ameronghen ende Elst gelegen bijden alden steenhoven daer den steen eertijdts vuijt gebacken Is Jairlicx acht gulden dus hier viij gulden Dirck bruijeren gheeft van een perceel englandts 4

5 gelegen bijden alden steenhoven ende Is schuldich die pachten Martini Lxxvj, Lxxvij ende Petri Lxxviij verschenen Jairlicx vijff gulden facit x gulden Mathijs van Voirt Is gheeft tot die vroemisse te Laten doen gaende vuijt gessels veen ende Jan quijndten hofstadt tot Nederenge Jairlicx vijff gulden, thijen stuijvers ende Is schuldich die pachten Martini Lxxij Lxxiij, Lxxiiij, Lxxv, Lxxvj, Lxxvij ende Petri Lxxviij verschenen die somme van xxxiij gulden Marije Huijgen gheeft van eenen vuijtganck die de kerck Jairlicx heeft vuijt eenen acker Landts heeft gelegen opten collandt daer Huijch Jacops zoen zaliger te woenen plach eenen gulden ende Is schuldich den vuijtganck van Martini Lxxj, Lxxij, Lxxiij, Lxxiiij Lxxv, Lxxvj, Lxxvij ende Petri Lxxviij verschenen de somma van vij gulden Gosen ghijsbertss gheeft van zeker gemortificeert goet gaende vuijt eenen acker Landts eertijdts toebehorende Marichgen za. Willem Janss weduwe daer voer die kerck gehalden Is alle weke te laten doen een misse ende verschijnt Sacraments dach Jairlicx vj gulden Somme j C xliij gulden vj stuyver 4] Anderen Ontfanck vander kercken torff gegraven Inne den Jaere ende somer anno Acht ende Tsoventich Vercoft Gerrit Hermanss Twaloff dachwercken torffs, dan hij heeft van dese Twaloff dach wercken ander halff dachwerck inne gehalden en die hij seide op Jan quijnten veen gegraven te hebben dus hier elftalff dachwerck ider dachwerck sess gulden facit Lxiij gulden Noch vercoft Johan van Wageningen vier dachwercken torffs Ider dachwerck sess gulden facit Noch vercoft Jan quijndt sess dachwercken torffs Ider dachwerck sestenhalven gulden facit xxiiij gulden xxxiij gulden Anderen Ontfanck vanden kercken Thijendt gevallen Inne den Jaere ende somer anno Acht ende Tseventich Den kercken thijendt Is gecoft bij Henrick Corneliss coster voer xxiij gulden x stuyver 5

6 Anderen Ontfanck vanden kercken Thijns verschenen Martini Inne den wynter anno Acht ende Tsoventich Ontfangen van Feijsken zaliger Jacob Corneliss weduwe vanden Thijns die vuijt haer huijsinge Jairlicx gaet j stuyver Noch ontfangen van Roeloff die With vanden thijns die vuijt haer zijn huijsinge jairlicx gaet eenen halven stuyver 1/2 stuyver Totalis den gehelen Ontfanck van dit Jaere beloopt In als ter somme toe van ij C xciij gulden xviij stuyver 5] Vuijtgeven vander kercken goideren gevallen den Jaere Acht ende Tsoventich Inne den eersten gegeven Ael Henrick van toirn vande Thijn dachwercken torffs aen Dubbelde dijcken te werpen Ider dachwerck vijff stuijvers facit ij gulden x stuijvers Noch gegeven Henrick Corneliss coster om wasch ende tortijsen tegens theylich cruijs te copen eene Hollantschen Daelder facit xxxiiij stuijvers Gegeven die speluijden heijlich Cruijs dach voirdie processie speelden Betaelt voer het bier dat die goede luijden droncken die het heylich cruijs om droegen Gegeven die zweerdanssers heylich cruys dach tot Steven Willemss eenen Hollantschen Daelder Betaelt voer twee tobben calcks xij stuijvers viij xxxiiij stuyver vj stuyver Item voer derdalff hondert steen daermen die kerck doeren ende andere gaten In sinte peters kerck mede toemetselden xvj stuyver Betaelt Ghijsbert Crauwel van het metselen van derdenhalven dach sdaechs op zijn selffs cost negen stuijvers ende den upperknecht sdaechs Sess stuijvers facit j gulden xviij stuijvers Betaelt Sacraments dach die speluijden die voir die processie speelden x stuijvers (Blijckt bij quitantie) Betaelt Jan van Wageningen van dat die alde schuts Sacrements dach tot zijnen huijse verdroncken als blijckt bij quitantie van date den iiijen Augusti 6

7 anno Lxxviij de somme van vj gulden Betaelt den speelman die vandie schuts speelden den Jongen hoer x stuijvers Betaelt Jan pensier van Olije die anno Lxxvij tot zijnen huijse gehaelt Is de somme van xxxvj stuijvers Gecort Gerrit Hermanss aenden torff die hij vande kerckmeijsters gecoft heeft van het toeloen van xlj dachwercken torffs die hij op het kercke veen ten halven gegraven heeft op een Ider dachwerck ses stuijvers facit xij gulden vj stuijvers Noch soe heeft Gerrit Hermanss gecort vanden wijncoep ende tbier tghene hij die grevers gegeven hadde volgens taccoirt hij mitte voirgaende kerkmeijsters gemaickt hadde the weeten voirden wincoep drie Carolus gulden ende tbier vande grevers twe gulden facit tsamen v gulden Jan quijndt heeft die kerckmeijsters gecort vanden wiincoep vandie sess dachwercken torffs die hij vande kerckmeijsters gecoft heeft xxiiij stuijvers 6] Item Natawisch van Suijlen heeft gecort en Inne gehalden voirden wijncoep vanden torff die zijt vande kerckmeijster gecoft heeft xv stuijvers Betaelt Anthonis van Bemmel van dat decxel opdie vondt te maicken ende voirdie borrije daer men onser Liever vrouwen beeldt mede omme draecht xviij stuijvers Den xxiiijen September gegeven den coster om wasch te copen ij gulden vj stuijvers (marge: Blijckt quitantie) Betaelt Jan van Noirtwijck van een Jaer Renthen verschenen Catharme anno Lxxvij alst blijckt bij quitantie van date den xxviij Septembris anno Lxxviij De somme van 7 vij gulden (marge: Blijckt bij quitantie van Jan volckensz van date xxiiij augusti 1573) Betaelt Jan Volckenss volgens taccoirdt Jan van Suijlen voirgaende kerckmeijster mit hem gemaickt heeft vandie Hondert Carolus gulden die Volcken Gerritss ons kerck op Renthen gedaen hadde die somme van Vijff ende Tsoventich Carolus gulden waer mede Jan Volckenss ende alle dandere erffgenamen van zalige Volcken gerrits soen ten vollen betaelt solde zijn vande voirseide Hondert Carolus gulden als blijckt bijde Attestatie

8 van Willem Janss van Bemmel van date den dus hier Lxxv gulden (marge: Blijckt bij quitantie) Betaelt Cornelis Claess tot Wijck van wegen die bruijntgens van verschenen Renthen als blijckt bij quitantie van date den xxvjen Septembris anno Lxxviij die somme van Twyntich Carolus gulden dus hier xx gulden (marge: Blijckt utsupra) Betaelt Ghijsbert van Rekelichuijsen bode der stadt Wijck van gerechtelijcke oncosten gevallen bij tijde vande voirgaende kerckmeijsters als blijckt bij quitantie van date den xxviij Septembris anno Lxxviij de somme van xxix stuijvers xij penningen Den xxvj en December gegeven den coster om wasch tortijsen ende anders te copen tegens korsmisse de somme van iij gulden viij stuijvers Betaelt Jan pensier van oije die tot zijnen huijse Int gehele Jaer anno Lxxviij gehaelt Is de somme van iij gulden xv stuijvers Gegeven den coster Inne die weeck voer palmen om tegens paesschen wasch ende anders te copen de somme van iij gulden Gegeven om den heijligen olije opten goeden vrijdach tuijtrecht te halen Somma j C Lvj gulden vier stuijvers xij penningen 7] Anderen Ontfanck vander kercken goideren tot Ameronghen beginnende Paesschen anno negen ende Tsoventich Eerst vande Jaerpachten vander kercken hoffstede Leggende tot Ameronghen daer die pachten aff verschenen zijn Martini Inne den wynter anno Acht ende Tsoventich ende Petri ad Cathedram anno negen ende Tsoventich Claes ghijsbertss gheeft Jairlicx xij stuijver Ghijsbert Buijs gheeft Jairlicx xxxij stuijver Henrick Willmss gheeft Jairlicx ten erffpacht ende verschijnt Paesschen j gulden Adriaen Hermanss gheeft Jairlicx xviij stuijver Pouwels den snijder gheeft Jairlicx xxij stuijvers Jaetgen Steven Dircx zoen weduwe gheeft Jairlicx xij stuijvers Cornelis ghijsbertss ketel gheeft Jairlicx xij stuijvers 8

9 Hans van Inghen gheeft Jairlicx xij stuijvers Cornelis gerritss gheeft Jairlicx j gulden Rutgertgen Inne die Nederstraet gheeft Jairlicx - Somma viij gulden Anderen Ontfanck van Landtpachten vander kercken goideren verschenen Martini Inne den wynter anno Acht ende Tsoventich ende Petri ad Cathedram anno negen ende Tsoventich Henrick Coenraets zoen gheeft voer tlandt gelegen Inne die weijen tot Nederenge daer Volckgen tdardendeel aff gebruijckt ende hij gheeft voer zijn twee delen Jairlicx Volckgen gheeft voer tlandt gelegen Inne die weijen tghene zij mit Henrick Coenraetss gebruijckt Jairlicx Henrick Coenraets soen gheeft voerdie twee margen Landts gelegen opten hoeven die Evert Janss zaliger In huijeren te hebben plach Jairlicx xviij gulden vij gulden x stuijvers xij gulden x stuijvers Jacob Henricx soen quijndt gheeft voerdie ander twee margen Lants gelegen opten hoeven gemeen mit Henrick Coenraetss Jairlicx xij gulden x stuijvers Adriaen Joistens soen gheeft voirder kercken englandt gelegen opte bree Jairlicx iij gulden x stuijvers 8] Feijsken zalige Jacob Corneliss weduwe gheeft voer een perceel Lants gelegen Inden Engh Inne die Wolffcamer Jairlicx ij gulden Jan Peterss van Ommeren gheeft voer een perceel Lants gelegen Inne den Engh Inne die wolffcamer Jairlicx Gerrit Jan gerrits zoen gheeft van een perceel Landts gelegen Inne die wolffcamer Jairlicx Adriaen Stevenss gheeft van een perceel englandts Jairlicx Gerrit Janss Inne den Elssen gheeft van zijn hofstadt mit het Landt daer aen behoirende Jairlicx j gulden xiiij stuijvers j gulden xij stuijvers x gulden Gerrit Hermanss gheeft Jairlicx van een perceel Landts gelegen boven den Molenwech opstreckende 9

10 naden hul mit noch eenen halven margen englandts daer aen gelegen die Aelbert Janss van Ameronghen die kerck gegeven heeft Jairlicx iiij gulden Thonis Meijnssoen gheeft van een perceel Landts daer den steen vuijtgebacken Is Jairlicx Dirck bruijeren gheeft van een perceel englandts daer den alden steenhoven te staen plach Jairlicx Mathijs van voirdt gheeft die vroemisse te Laten doen gaende vuijt gessels veen ende Jan quijnten hostadt tot Nederenge Jairlicx viij igulden v gulden v gulden x stuijvers Marije Huijghen gheeft van eenen vuijtganck die de kerck Jairlicx heeft vuijt een acker Landts gelegen opten collandt daer Huijch Jacops soen zaliger te wonen plach eenen gulden Jairlicx dus hier j gulden Gosen ghijsbertss gheeft van zeker gemortificeert goet gaende vuijt eenen acker Landts eertijdts toebehoirende Marichgen zaliger Willem Janss weduwe daer voer die kerck gehalden Is alle weke te Laten doen een misse ende verschijnt Sacraments dach Jairlicx vj gulden Summa xc viij gulden xvj stuijvers 9] Anderen Ontfanck vander kerckentorff gegreven Inne den Jaere ende somer anno negen ende Tsoventich Gecoft bij Adriaen Stevenss bij openbaren opslach twijntich dachwercken torffs Ider dachwerck vijff gulden vijfthijen stuijvers dan hem Is belooft dat hij een Ider dachwerck vijff stuijvers min hebben zall als hij hem gemyndt heeft overmits dat hij hem gegraven hadde dus hier Summa j C x gulden j C x gulden Anderen Ontfanck vander kercken Thijendt gevallen Inne den Jaere negen ende Tsoventich Gecort bij Adriaen Stevenss den kercken Thijendt bij openbairen opslach voer vier ende veertich gulden dan hem Is belooft overmits sommige querelen die van sommige Luijden Int opslaen vander kercken thijendt vielen dat hij hem voer Veertich gulden hebben solde dus hier xl gulden Summa xl gulden 10

11 Anderen Ontfanck vander kercken Thijnts verschenen Martini Inne den Wynter anno Lxxix Ontfangen van Feijsken zaliger Jacob Corneliss weduwe vanden Thijns vuijt haer huijsinge gaende j stuijver Noch ontfangen van Roeloff de With vanden Thijns Jairlicx vuijt zijn huijsinge gaende eenen halven stuver 1/2 stuver Summa ij stuijvers totalis den gehelen Ontfanck van dit Jaer beloopt In als ij C Lvj gulden xviij stuijvers 10] Vuijtgheeff vander kercken Inne den Jaere anno negen ende Tsoventich Gegeven den coster om tegens heijlich cruijs wasch ende anders te copen eenen Hollantschen daelder xxxiiij stuijvers Betaelt die speluijden op heijlich cruijs dach die voirde processie speelden xij stuijvers Betaelt Anthonis van Bemmel vandie doeren ende weijnsters aent schoel te maicken van zijn selffs plancken xxij stuvers Betaelt den metselaer ende den decker dat zij het schoel gemetselt ende gedeckt hebben Betaelt die speluijden dat zij op Sacraments dach voirdie processie speelden iij gulden iiij stuvers xij stuvers Betaelt Adriaen Stevenss van Veertich dachwercken torffs die hij ten halven gegraven heeft van een Ider dachwerck vier stuijvers facit 11 viij gulden (marge: blijckt bij quitantie) Betaelt Henrick thoniss Leijdecker als blijckt bij quitantie van date den xxvijen Julij anno Lxxix de somme van xxxvj gulden ende x stuvers van oncosten dus hier de somme van xxxvj gulden x stuvers (marge: blijckt utsupra) Betaelt Gerrit Vasterijck glaesmaicker als blijckt bij quitantie van date den vijffden julij anno Lxxix de omme van xxj gulden x stuvers (marge: Blijckt als boven) Betaelt Cornelis Claess tot Wijck van wegen

12 die bruijntgens van verschenen Renthen als blijckt bij quitantie van date den xxixen December anno Lxxxix de somme van xxx gulden viij stuvers (marge: blijckt bij quitantie) Betaelt Jan van Noirtwijck tuijtrecht van Renthen als blijckt bij quitantie van date den xiiijen Martij anno Lxxix soeven gulden ende eenen gulden van oncosten dus hier viij gulden (marge: blijckt utsupra) Noch betaelt aen Jan van Noirtwijck tuijtrecht alst blijckt bij quitantie van date den xxvijen december anno Lxxix de somme van vij gulden Gegeven den coster om tegens kormisse wasch ende anders te copen iij gulden Betaelt Jan pensier voirden olije die Int gehele Jaer anno Lxxix tot zijnen huijse gehaelt Is iiij gulden vj stuvers Gegeven den coster Inne die weeck voer palmen om tegens Paesschen wasch toirtsen tortijsen paeschhaers vieroock ende ander te copen iiij gulden x stuvers Betaelt Tamersfoort voer een doesken mit het misbroot iij stuvers Gegeven opten goeden vrijdach om den heijligen olije Tuijtrecht te halen j gulden (marge: Blijck bij quitantie) Betaelt Oth Janss Tuijtrecht van Renthen als blijckt bij quitantie van date den xxiiijen octobris anno Lxxix de somme van viij gulden iiij stuvers Soe hondert ende dertich gulden 11] Anderen Ontfanck vander kercken goideren beginnende Paesschen anno Tachtentich Eerst vande Jaerpachten vander kercken hoffsteden Leggende tot Ameronghen daer drie pachten aff verschenen zijn Mertini Inne den wynter anno negen ende Tsoventich Claes ghijsbertss gheeft Jairlicx Ghijsbert Buijs gheeft Jairlicx Henrick Willemss gheeft Jairlicx ten erffpacht ende verschijnt paesschen eenen gulden Adriaen Hermanss gheeft Jairlicx te pacht xij stuvers xxxij stuvers j gulden xviij stuvers 12

13 Pauwels den snijder gheeft Jairlicx Jaetgen Steven Dircx zoen weduwe gheeft Jairlicx Cornelis ghijsbertss ketel gheeft Jairlicx Hans van Inghen gheeft Jairlicx Cornelis gerritss gheeft Jairlicx Rutgertgen Inne die Nederstraet gheeft Jairlicx dan daer en Is In In vier ofte vijff Jaeren nijet aff ontfangen Dus hier Summa viij gulden xxij stuvers xij stuvers xij stuvers xij stuvers j gulden Nijet Anderen Ontfanck van Landtpachten vander kercken goideren verschenen Martini Inne den wijnter anno negen ende Tsoventich ende Petri ad Cathedram anno Tachtentich Henrick Coenraetss gheeft voer tlandt gelegen Inne die weijen tot Nederenge daer Volckgen omtrent het dardendeel aff gebruijckt, ende hij gheeft voer zijn twee delen Jairlicx xviij gulden Volckgen gheeft tlandt gelegen Inne die weijen tghene zij mit Henrick Coenraetss gebruijckt Jairlicx Henrick Coenraetss gheeft voer die twee margen Lants gelegen opten hoeven die Evert Janss In huijeren te hebben plach Jairlicx vij gulden x stuvers xij gulden x stuvers Jacob henricx soen quijndt gheeft voer die ander twee margen Lants gelegen opten hoeven gemeen mit Henrick Coenraets soen Jairlicx xij gulden x stuvers 12] Adriaen Joistens soen gheeft voer kercken englandt gelegen opte bree Jairlicx iij gulden x stuvers Feijsken zalige Jacob Corneliss weduwe gheeft voer een perceel englandts gelegen Inne de wolffcamer Jairlicx Jan Peterss van Ommeren gheeft voer een perceel Lants gelegen Inden engh Inne die wolffcamer Jairlicx Gerrit Jan gerritss gheeft van een perceel Lants gelegen Inne die wolffcamer Jairlicx Adriaen Stevenss gheeft voer een perceel englants Gerrit Janss Inne den elssen gheeft voer zijn hofstadt mit het Landt daer aen behoirende Jairlicx ij gulden j gulden iiij stuvers j gulden xij stuvers x gulden Gerrit Hermanss gheeft Jairlicx voer een perceel 13

14 englandts gelegen boven den Molenwech opstreckende naden hull mit noch eenen margen englants daer aen gelegen die Aelbert Janss van Ameronghen die kerck gegeven heeft Jairlicx Thonis Meuissoen gheeft voer een perceel Landts daer den alden steenhoven vuijtgebacken Is Jairlicx Dirck bruijeren gheeft voer een perceel englandts gelegen bijden alden steen hoven Jairlicx mathijs van Voirdt gheeft tot die vroemissen te Laten doen vuijt Gessels veen ende Jan quijnten hofstadt tot Nederenghe Jairlicx iiij gulden viij gulden v gulden v gulden x stuvers Marije Huijgen gheeft van een vuijtganck die de kerck Jairlicx vuijt eenen acker Landts heeft gelegen opten Collandt daer huijch Jacops zoen zaliger te wonen plach eenen gulden Dus hier j gulden Gosen ghijsbertss gheeft van zeker gemorttificeert goet gaende vuijt eenen acker Landts eertijdts toebehoirende Marichgen zalige Willem Janss weduwe daer voer die kerck gehalden Is alle weke te Laten doen een misse ende verschijnt altoes Jairlicx op Sacraments dach Jairlicx Sess gulden vj gulden Summa xcviij gulden xvj stuvers 13] Anderen Ontfanck vanden kercken torff gegraven Inne den Jaere ende somer anno xv C Tachtentich Gecoft bij Adriaen Stevenss twyntich dachwercken torffs Ider dachwerck Acht gulden vier stuijvers, dan haer Is belooft dat zij nijet meer als Acht gulden en zullen geven dus hier j C Lx gulden Summa j C Lx gulden Anderen Ontfanck vanden kercken Thijendt gevallen Inne den Jaere Tachtentich Gecoft bij Henrick fredericx zoen den kercken Thijendt mit oncosten mit all voer tsestich gulden, dan overmits tgrote verlos hij daer aen gehadt heeft, hefft betaelt Twee ende vijftich gulden vrijs gelts ende dan noch vier gulden van oncosten ende hogen dus hier Lij gulden Summa Lij gulden Anderen Ontfanck vanden kercken Thijns verschenen Martini Inne den wijnter anno Tachtentich 14

15 Onfangen van Feijsken zalige Jacob Corneliss weduwe vanden Thijns vuijt haer huijsinge gaende eenen stuver Ontfangen van Roeloff de With vanden thijns vuijt zijn huijsinge gaende eenen halven stuijver Summa ij stuvers j stuver 1/2 stuver Anderen Ontfanck Gehaelt vuijt het kercken block Summa iiij gulden iiij gulden Anderen Ontfanck Gecoft bij Cornelis Dircx zoen van Ameronghen eenen eijcken boom gewaschen tot nederenge daer Gerrit Janss Inne den elssen woent voer iij gulden x stuvers Summa iij gulden x stuvers Die Landtpachten die verschenen zijn Martini Lxxx die bedragende zijn xcviij gulden xvj stuvers daer en wordt hier bij dese kerckmeijster gheen ontfanck aff gemaickt, dan zall daer aff Ontfanck gemaickt worden bijde andere kerckmeijster The weten Cornelis van Suijlen ende Ghijsbert van Sijll dus hier Nijet Totalis den gehelen Ontfanck van dit Jaere beloopt iij C xxvj gulden viij stuvers Somme beloopt den ontfanck van dese voornoemde drie Jaeren viij C Lxxvij gulden ij stuvers viij penningen 14] Vuijtgheeff vander kercken goideren gedaen Inne den Jaere Tachtentich Gegeven Henrick Corneliss coster om tegens het heijlich cruijs wasch te copen ij gulden Betaelt voer het sloth vandie gerffcamer j gulden xij stuvers Gegeven Gerrit Janss omme het proces tegens Willemtgen van Someren te vervolgen eenen daelder van xxx stuvers Betaelt den metselaer van Inghen van theijlich graft ende tgat Inne den toirn toe te metselen daer men thoich altaer ende andere kercke goideren Inne berchden mit opperen mit all te samen j gulden xiiij stuvers (marge: Blijckt bij die vande gerechten) Betaelt Adriaen Stevenss van veertich dachwercken torffs die hij ten halven gegraven heeft van zijn toeloen 15

16 van een Ider dachwerck vier stuijvers facit viij gulden Betaelt ende overgetelt bij Adriaen Stevenss van In minderinge van tghene hij die kerckmeijsters schuldich was vander kercken torff op sunte Odulphus dach anno '80 aen Ghijsbrecht van Sijll ende Cornelis van Suijlen doer ordonnantie des gerichts om Sebastiaen die Wijs daer mede te betalen als blijckt bij quitantie van j C gulden Gegeven Gevert Aelbertss secretarius om Peter van Oistrum goltsmit te geven vant ghene hij die kerckmeijster geleendt hadde vant aent ghene haer ontbranck aendie afflossinge van Oth Janss tuijtrecht ij gulden vij stuijvers Betaelt Henrick Willemss van dat hij Willemtgen van Someren halen solde Noch eens gegeven Jan Vasterijck vande willemtgen van Someren te halen iij stuijvers ij stuijvers Gerekent mit Jan Peterss van Ommeren van tgheen hem quam vanden steen calck die hij betaelt heeft daer men theijlich graft ende tgat Inne den toirn mede toemetselde ende voirts vant halen vanden Calck steen ende sant tghene men gevesticht heeft soe aen sinte peters kerck als aen dander kerck ende oick mede den gulden die hij den onderpriester van Eck anno Lxxix gegeven heeft ende dan noch Sess stuijvers die hij den scrijver die eerste reijse doemen het kerckesulver tuijtrecht bracht gaff ende dan noch x ofte xij stuijvers die hij om wijn te halen gegeven heeft, Alsoe dat hij In als te samen verschoten ende verdient heeft iiij gulden ij stuijvers Betaelt voer dri vier voeder torffs die den pastoer van Wijck gehadt heeft tvoeder xvj stuijvers facit Betaelt Aelbert Click vander pastoer van Wijcks wegen van huijshuijer twee gulden dus hier Betaelt den scrijver tuijtrecht die het bescreeff hoe veel tleste sulver vandie kerck beliep tghene wij Peter van Oistrum Leverden daer Dirck van Suijlen tgelt aff ontfinck Betaelt voer wijn die tot drie Diversche reijsen toe tot Rhenen gehaelt Is mit bodtloen mit all tsamen 15] Betaelt Henrick Coenraetss voer Acht pondt wasch ende een vierdeel tpond Acht stuijvers ende een blanck facit iij gulden iiij stuijvers ij gulden vj stuijvers xxiij stuijvers iij gulden x stuijvers 16

17 Swoensdaechs voer korsdach anno 80 geaccordeert mit Jacob quijndt In presentie vanden Scholt Cornelis Dircx zoen van Ameronghen ende hebben hem eenen halven pacht quijt gescholden onder conditijen, dat hij voert aen altijdts vrij gelt geven zall ende heeft twee gulden Int gelach gegeven, daer aff hij ons xv stuijvers gecort heeft, Dus hier In vuijtgeven te brengen desen halven pacht wesende Sess gulden vijff stuijvers ende xv stuijvers vanden wijncoep overmits Die kerckmeijsters zijn pachten voll In ontfanck te brengen Dus hier vij gulden Ten selven dage ende ten selven mael gegeven Harman Corssen timmerman In presentie vanden Schoudt ende Jacob quijndt vant verhangen vandie Clocken Acht gulden ende noch twee gulden dat hij aendie middelste clock buijten aff verdient heeft facit tsamen x gulden Den xxjen November anno Lxxx betaelt Thonis den smit van Iserwerck als blijck bij quitantie van date den de som iij gulden v stuijvers j oirten Donredaechs voer korsdach anno Lxxx betaelt Thonis den smit voer het Iserwerck tghene hij aent verhangen vande clocken gelevert heeft als blijckt bij quitantie van date den Betaelt Claer voirden olije diemen aent verhangen vandie clocken besichden de somme van Betaelt voer een halff pondt ruesels iiij gulden vj stuijvers j blanck j stuijver j blanck Betaelt Thonis van Bemmel vant verhangen vande clocken boven die drie gulden vanden clockreep die hij vande kerckmeijster coste noch vij gulden x stuijvers (marge: Blijckt bij quitantie) Betaelt henrick Thoniss Leijdecker als blijckt bij quitantie van date den xiijen Decembris anno Lxxxv de somme van (marge: Blijckt bij quitantie) Betaelt Cornelis Claess tot Wijck van wegen die bruijntgens van Renthen als blijckt bij quitantie van date den de somme van Betaelt Jan van Noirtwijck een Jaer Renthen verschenen Catharine anno Tachtentich de somme van xj gulden ix stuijvers xxix gulden vij gulden (marge: Blijckt bij quitantie) Betaelt Henrick Corneliss coster als blijckt bij quitantie van date den xxiiijen Augusti anno Lxxx de 17

18 somme van (Blijckt bij quitantie) Betaelt Willemtgen van Someren van Renthen als blijckt bij quitantie van date den xxjen augusti 1581 Lx gulden Lxix gulden Gerrit Janss Inne den elssen heeft gecort vanden hondertsten penninck eenen gulden ende vande blancken vier stuijvers facit xxiiij stuijvers Gegeven den coster een Ducaetgen van Liiij stuijvers om wasch ende anders te copen Betaelt Jan pensier voirden olije die Int Jaer geheel Jaer Lxxx gehaelt Is ij gulden xiiij stuijvers iiij gulden xv stuijvers 16] (marge: Blijckt bij quitantie) betaelt Heer Adriaen Henricx soen pastoer tot Ameronghen van zijn Jaerloon Memorijen ende hochtijden van drie Jaeren als blijckt bij quitantie van date den xxiiijen Maij anno xvc Lxxxij de somme van xxvij gilden vj stuijvers (marge: Utsupra affirmatie vande Secretaris) Betaelt Gevert Aelbertss van wijn die tot zijnen huijse Inne die drie Jaeren tot zijnen huijse gehaelt Is ende voirts voer tghene tot zijnen huijse Inne die drie Jaeren verteert Is soe bijde glasmaickers kerckmeijsters ende anderen die De kerckmeijsters aldaer gehadt hebben ende oick mede van alde schulden, die de voirgaende kerckmeijsters hem schuldich waren gebleven, ende oick mede vander kercken schilt gelt ende Dubbelt schiltgelt ende vanden hondersten penninck ende oick mede vijff gulden van Esterijcken belopende te samen In als ter somme van als blijckt bij quitantie van date den xiiij L Somma iiij C xgulden Restanten dus hier xxxviij L xvij stuijvers iiij penningen Mathijs van Voirdt Is schuldich vande vroemisse te Laten doen vande Jaeren Martini 72, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79 ende petri Lxxx Jairlicx vijff gulden thijen stuijvers facit xliiij gulden Marie huijgen Is schuldich van eenen vuijtganck die vuijt haer Lant opten collant gaet, de Jaeren Martini 71, 72, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79 ende petri Lxxx Jairlicx eenen gulden facit ix gulden Adriaen Stevenss Is schuldich de pachten Martini 77,78,79 ende petri Lxxx verschenen Jairlicx xij stuijvers facit xxxvj stuijvers 18

19 Noch soe Is Adriaen Stevenss schuldich vanden kercken torff een reste van xiiij gulden Dirck bruijeren Is schuldich vande pachten Martini 76,77 78,79 ende petri Lxxx verschenen de somme van xv gulden v stuijvers Ghosen ghijsberts soen Is schuldich vanden vuijtganck gaende vuijt eenen acker Lants eertijdts toebehoirt hebbende Marichgen zaliger Willem Janss weduwe, verschenen Sacramanti anno 78 ende 79 Jairlicx Sess gulden facit xij gulden Gerrit Jan gerrits soen Is schuldich vande pachten Martini Lxxviij, Lxxix ende Petri Lxxx verschenen Jairlicx eenen gulden facit ij gulden Thonis Meijnssoen Is schuldich vanden pacht Martini Lxxix verschenen vij gulden Gerrit Hermanss Is schuldich vande pachte Martini Lxxvij, Lxxviij, Lxxix ende petri Lxxx verschenen Jairlicx vier gulden facit xij gulden Feijsken zalige Jacob Corneliss weduwe Is schuldich die pachten Martini 76,77,78,79 ende petri 80 verschenen Jairlicx twee gulden facit viij gulden Adriaen Joistens Is schuldich den pacht Martini 79 verschenen iij gulden x stuijvers Henrick Coenraerts zoen Is schuldich van pachten daer den pacht Martini Lxxix ende petri Lxxx mede Inne gerekent Is xxxix gulden Volckgen Is schuldich van pachten daer den pacht Martini Lxxix ende petri Lxxx mede Inne gerekent Is die somme van stuijvers viiij gulden viij 17] Coenraet Stevenss Is schuldich van pachten daer den pacht Martini Lxxix mede Inne gerekent Is xxiiij stuijvers deses xxiiij stuijvers zijn bij Ghijsbert van Sijll als kerckmeijster sdaechs nae pynxteren anno Lxxxj ontfangen, dan overmits dese kerckmeijsters dese xxiiij stuijvers mede In haren ontfanck brengen als ontfangen te hebben ende bij haer nijet ontfangen en Is moeten daerinne dese hier In restanten brengen dus hier xxiiij stuijver Ghijsbert Buijs Is schuldich van pachten daer die pachten Martini Lxxix mede Inne gerekent zijn de somme van iiij gulden xiiij stuijvers Henrick Willemss Is schuldich vanden erffpacht verschenen paesschen anno Lxxix j gulden Adriaen Hermanss Is schuldich vanden pacht Martini Lxxix verschenen xviij stuijvers Pauwels den snijder Is schuldich van pachten daer die pachten Martini Lxxix mede Inne gerekent zijn de somme van iij gulden vj stuijvers 19

20 Jaetgen Is schuldich van pachten daer die pachten Martini Lxx Lxxix mede Inne gerekent zijn die somme van xxiiij stuijvers Cornelis ghijsbertss alias ketel Is schuldich vanden pacht Martini Lxxix verschenen de somme van xj stuijvers Hans van Inghen Is schuldich van pachten daer die pachten Martini Lxxix verschenen mede Inne gerekent zijn xxxvj stuijvers Cornelis Dircx soen van Ameronghen Is schuldich vanden eijcken boom die hij anno Lxxx van die kerckmeijsters gecoft heeft iij gulden x stuijers Somma j C xciiij gulden ij stuvers Somma beloopen deses voor vuijtgeven den vuijtgeven vanden verschenen drie Jaeren mitte restanten alhier In vuijtgeven gestelt die somma viij C xcij gulden vj stuvers xiiij penningen Aldus gereeckent opten vijen marty xv C Lxxxvj stilo veteri ter presentie vande gerechten ende wordt bevonden bij slot van Reeckeningen, dat Cornelis Janss van Amerongen alhier vande kerck toe coempt die somme sestie achtien gulden drie stuijvers veertien penningen In kennisse Gevert Aelbertssen ] Blanco 19] Inkomen van den kercke goederen gelegen onder Amerongen beginnende petrij 1602 tot petrij 1607 toe ende den kercke pacht ofte inkomen is verschenen petrij 1601 va waer van bij Jacob Willemss prattenburch rekeninge van sal worden kercken reeckeninge van t jaer 1600, 1601, 1602, 1603, 1604, 1605, 1606 ende ten deelen ] elster ordenantyus ontfank van graft stenen van gijsbert de vullers weduwe van haer mans graft iiij gulden vande steen backer iiij gulden van sijn vader ende moeders graft iiij gulden noch van den raeijmakers wijfs graft ij gulden ij stuvers 20

21 hier tegen komt mijn xvj gulden die mijn te hooch aen gerekent sijn van tyen Jaer pachten van Jan peterss zaliger want het mijn op vij Jaer is gerekent en sij maer v Jaer gebruijck en heeft 21] ontfanck vande hofsteden (marge: blijckt bij kercken register ende de verhuyringe) Mechtelt Sijmens heft in huer een hostat in huer gelegen een gelegen inde neerstraet naer Santvoort daer ostwaert Adryaen heij naest gelegen leijt ende suijtwaerts de heer van lockhorst ende noerdtwaerts de heer straet west waert deken hosteden en geft Jaerlickx xij stuvers gijsbert buijs een hostat maer is bekent bij Roelof de wit voer xvj gulden bij ketel verhocht viij gulden sal aen vangen xv ergo niet (marge: bijde registre ende verhuijringe) Robert Janss heft in huer een hostat gelegen inde neerstraet daer den nijeman gewoint heft geeft Jaerlickx ij gulden huijbert Janss heft in huer een hostat gelegen aent kerckhof dat bij lubbert goissenss het huijs op staende gekoft is en geeft Jaerlickx ij gulden 22] Adryaen hermanss ende nu splynter vastrick heft in huer een hostat en geeft Jaerlickx xviij stuvers Adrijaen heij heft in huer tvee hosteden ende geeft Jaerlickx j gulden v stuvers nu tonis Adrijaenss quijnt hendrick van kesteren een xij stuvers ende het ander te vragen hierop heft kesteren betaelt j gulden xvj stuvers nu doen Jan peterss van heerckwijck Jaetgen steven Dierckss weduwe in huer een hostat gele en geeft Jaerlicx xij stuvers (nu Jan Corneliss tol) Cornelis Janss weduwe een hostat in huer en geeft Jaerlkcx xij stuvers 21

22 hans van ingen nu steven guertss heft in huer een hostat geeft Jaerlckx ij gulden 23] meus Dierckss bruyckt een hostat en geeft Jaerlickx j gulden iiij stuvers Jan Guertss geeft Jae Jaerlickx voer een hostat wesende trenpaert van meus Dierckss en geeft Jaerlickx te huer gestelt op i gulden iiij stuvers nu thonis teus zoen Sommarn den incomen vande hoffsteden iaerlicx xi gulden iij stuvers faset inde sueve Jaren Ende inde seven iaren Lxxviij gulden i stuver Lxxxvj gulden ix stuvers Lxxviij gulden i stuver hier nae lantpachten (marge: blijckt bijde verhuijringe) Gerrit Janss geft Jaerlickx xviij gulden maer daer buert lambert alerss Jaerlickx tien gulden van ergo niet meer bij mijn ontfangen als Jaerlickx viij gulden 24] Cornelis Aertss nu Jan guertss geeft te huer van tlant inde weij Jaerlickx xv gulden volken koenen of nu Guert Adryaenss geeft Jaerlickx viij gulden v gulden Lambert Dierckss nu Cornelis gerrit Dierckss te leersem geeft van vij mergen gelegen opten hoeven xx gulden Jaerlickx 25] Wolfert Aeryaenss geeft Jaerlckx van een perceel lants gelen gelegen opten eng geeft Jaerlickx xij gulden x stuvers viij gulden en was schuldich van baltussen Jarn ij gulden vij stuvers Seijt daer op betaelt te hebben aen met vaerk en neel van harn iij gulden ergo xiij stuvers over opmijn Jaren dit boven met sijn huysvrau af gerekent dat sij mijn schuldich blijft van haer pachten vij Jaer Jaerlickx viij gulden rest mijn hier is mijn af getogen xiij stuvers die zij aen 22

23 met vaerk ende neel van haern gegeven had en ij gulden vij stuvers van baltusse tijt Dat baltus mijn in restanten gegeven had ende noch gijsbert Aelbertss geeft Jaerlickx iij gulden x stuvers soe heft hij lest in gehuert bij mijn ontfangen Jacob quijnt in gehuert Jaerlickx i gulden x stuvers dit samen die sueve voldaen Jan peterss in gehuert vj Jaer Jaerlickx om viij gulden waervan het eerste Jaer sal omgekomen wesen petry 1601 maer seijt een Jaer te voren vuijt gescheyden te wesen overmidts haer man aende pest storf ergo vijf Jaer fasit 40-0 en een Jaer van baltus oik 8 gulden fasit hier op ontfangen 18 gulden en seijt noch iiij gulden betaelt te hebben aen Willemken vaeck en neel van harn zalyger en noch een gulden iiij stuvers van schiltgelt ende schellingelt vande Jaer doen het lant leech laich rest noch hier ontfangen opten xiijen october 1607 xij gulden rest nu de rest ontfangen ] Adryaen stevenss weduwe geeft van een ackerek englants xij stuvers Tonis meijster een stuck englants gelegen tussen Amerongen en Renen Jaerlickx om ix gulden moet noch nicgel is verkoft Dierik Brueren bruijck een stuck englants bij den olden steen nouen Jaerlickx om v gulden nicgel is verkoft marij huijgen nu Claes sweerss van een acker lants gelegen opten Collant die marij huijgen plach te hebben of daer van gekoft Jaerlickx j gulden Sommaren de Lantpachten Lxx gulden xij stuvers Lxx gulden xij stuvers somma inde sueve Jaren iiij hondert vier ende tnegentich vier stuijvers ] exter ordenarijus ontfanck 23

24 Matijs van voerts veen nu henrick Janss met hem geackordeert dat en sal geven Lxxx gulden vermogens daete daer van sijnde niets dat ick hem oik quijt schelt van sin after stedige pachten van gasthuijs bogaert (marge: blijckt bijde voorwaerden) de kercken tient anno 1601 ende 1602 is gegeven den scholmeister ergo daer van geven ontfanck maer vant tjaer 1603 gekoft bij gerrit willemss greef tot elst voer de somme van (marge: blijckt bijde voorwaerden) het Jaer 1604 heft gepacht den voerschreven tient willem hendrickss inde Wildeman voer het Jaer 1605 heft gepacht den voorsschreven tient tunis den timmerman voer het Jaer 1606 heft gekoft den selfden tient voorschreven Cornelis hendrickss koster voer den somme van het tjaer 1607 is koper gewest Emmelrijck Janss ende dat voer de somme van xxxv gulden bedraecht exter ordenarijus ontfanck de somma van somma sommarium den gehelen ontfanck inde voerschreven sueve Jaren bedraecht ] hier geteijkent ende vuijt geven ende verschot bij mijn verschoten inden eersten opten meert 1601 hendrick toniss leijdecker betaelt noch sijn vrau gegeven faset te sien opte naolgende quitantien gesien de quitantie noch verschoten voer een leir aende klepel vande klock bij affirmatie noch een schamel Jongen een blanck gegeven die de predant hier leverde noch aen Jan lauwerenss pander verschoten vermogens daete hij mijn daer van leverden ende dat van verdient solarijus van wegen Guert van Weda prockeruer vanden hove de somme van

25 (blijckt bij quitantie) noch verschoten aen Willem schotsman metselaer ende hem oik iij bollen biers inde kerck gebrocht vj stuijvers ende hem voerts die ijen dach de kost gegeven en hier over maeltijt viij stuijvers van dat hij op paesavont de kerck wat gelijck mackten ende daer bij brocht ick hem oik een voeijer sants gebrocht daer van iiij stuijvers faset te samen (bij affurantie) noch opten vijen meij 1607 hier vergadert mijn heer van Amerongen de schout mette kerckmeijsters de sijketarijus om te spreken met malkanderen hou men soude handelen mette saeck van peter de vries ende dat bij mijn verteert noch aen een erm soldaet iss gegeven die hier gestuert was vande schout den xen Junij 1602 meister Jurijen den verwercker (uurwerker) hier bij mijn verteert x stuijvers doen hij het rat vuijt het verweerck die noch hier weer gekomen opten 15en Junij '02 ende doen het rat mee tot sijnent genomen om daer te vervijlen doen aen hem bestaeijt te maken waer van hij hebben sal viiij gulden ende doen ontbeten en een vaen gedroncken samen doen viij stuijvers voer kost en bier noch het rat weer gebrocht opten xviiij Junij 1602 ende doen die ijen dach ende sanderij daechs het verweerck weer ganchastich gemaeckt ende daer inde twee daech bij mijn verteert aen kost en bier een gulden v stuijvers faset ] te kennen opten navolgende quitantie noch dese voer geschreven viiij gulden vant rat te maken hem nu ock betaelt opten xxvijen Junij 1602 ende dan gonck hij weer om het uerweerck te vijseteren of alle dunck te degen gonck ende doen weer vj stuijvers faset (bij affurmatie) noch heft de leijdecker hier bij mijn met huijbert van Zijl ende Crijn mateeuss hier samen een bier verdroncken de vaen iiij stuijvers ende is geschiet opten xxven Julij 1602 doen wij mette leijdecker ackordeerden van sijn buijte werck faset dit was van buijte werck dat hij aende kerck gedaen had ende ick dee daer doen ock kalck en steen toe dat hem leijdecker gevraecht in presensij huijbert van Zijl Crijn mateeuss wat ick daer voer behoerden te hebben een gulden x stuijvers 25

26 faset hier noch den selfden dach verschoten aen een man die om gonck voer een gevangen een gulden x stuijvers ende dit doer beveel van mijn heer van amerongen al waer hij mijn de hant van de blijcken ende hem ock ontbijten gegeven met een kan biers daer voer iiij stuijvers seijde ock dat mijn heer hem bevolen had te doen faset noch heft Crijn mateeuss huijbert van Zijl hier geweest mette leijdecker ende Tonis den Timmerman opten eerste Augustij 1602 ende doen elck iij bier verdroncken xij stuijvers ende hadden geseijt dat ick dat opte kerck schrijven soude want sij om kercke saken hier vergadert waren geweest Noch heb ik de leijdecker met sijn gereeschap doen halen opten xxiiijen Julij om de kerck dicht te maken ende doen hem weer om tot Wijck laten breg brengen daer voer elcke reijs xvj stuijvers faset noch heft hij doen bij mijn verteert of verdroncken int komen ende int vertrecken -ix stuijvers ] adryaen willems roelofss noch heb ick willem gijsbertss tot ginckel een gulden ii 1/2 stuijver om godts wil gegeven blijck bij quijtansij faset noch aen willem bree rooijen een gulden ii 1/2 stuijver om godts wil gegeven blijckt bij quijtansij faset noch heb ick opten xxxen meij met Crijn mateeuss om gaen manen de luijden die de keerck schuldich waren ende doen met ons beij en tot Jan peterss vj bier verdroncken vj stuijvers faset noch heb ick Jan verschueren gehuert dat hij met een briefken gonck aen lauwerens van Everdingen om mette kosten op te hauden ende aent hoff verschoten dat men de kosten mee mocht soeken overmidts daer sijn quade betaling 26

27 gevallen waren aengaende vande kerckentient daer van gegeven Jan verschueren faset noch den xen mertij 1603 hendrick toniss leijdecker ij bier verdroncken dat hij hier quam manen om sijn Jaerloon dat was hem verschenen mertijnij 1601 x gulden ende noch van een gadt dicht te maken aende kerck beneden aent leijdack dat buijte weerck was en een tob kalckx en noch een stuck loots besijden aen het toerntgen gemackt daer van vij gulden viij stuijvers dit bij baltussen tijt gedaen die banc dit buijten weerck noch aen hendrick janss leijdecker de somme van xxv gulden x stuijvers betaelt faset te samen met het voergaende dat hier boven staet aen hem leijdecker betaelt blijck bij quijtansij tesamen op de quitansij noch aen hem leijdecker voerschreven betaelt opten xxven augustij 1604 xj gulden x stuijvers waer mee hij ten vollen betaelt van auts baltus Jacobss tijt dat hem daer noch aen resten ende voorts van buijtewerck faset (bij affermatie) ende heb ick doen met hem leijdecker gerekent opten dat hij weer verdient had aende kerck soe van loot vorsten als kalck dat buijte weerck was gevallen int Jaer 1604 soe dat hem quam de somme van ij gulden xviij stuijvers maer niet betaelt noch hem weer gehaelt opten viijen meij 1605 met sijn gereeschap ende weerom gebrocht daer van ij gulden ende mede hij verteerden met beij sijn sonen den eersten dach doen hij quam ende doen hij weer vertrock het twelck die twee daech het gebruijck is dat hij dan vrij van kosten hier is verteert inde twee daech j gulden iiij stuijvers faset (bij quitantie) noch betaelt aen hem leijdecker de somme van xxiij gulden x stuijvers ende dat van twee Jaer Jaer lons dan daer iij gulden x stuijvers dat buijteweerck was blijckt bij quijtansij het leste Jaer verschenen mertijnij 1606 faset (ffermatie) 27

28 noch hem doen weerom laten brengen ende eerst gehaelt met sijn gereesschap daer daervan ij gulden ende den eersten dach doen hij quam ende den dach doen hij quam verteert aen kost van bier de somme van een gulden iiij stuijvers faset ] (debet quitansij) noch den xjen meij 1603 aen gerrit Sem betaelt iiij gulden ende iiij stuijvers van sijn biergelt ende iij stuijvers voer sijn assestent ende dat vanden vijen penninck van den kercken tient vant Jaer 1601 blijckt bij quijtansij faset maar is vermist (debet quitansij) noch den selfden dach aen hem Sem betaelt van kerckeschiltgelden de somme van (bij affirmatie) noch opten iijen Juli 1603 Crijn mateeuss kerckmeijster Claes Toniss, wolfert Adriaenss schepenen elck ij bier verdroncken vj stuijvers nae dat men de kerck tient verpacht had faset (bij affirmatie) noch betaelt aen willem van meteren pander de somme van xiiij gulden xvj stuijvers ende dat van een acte die hij had van huijch ruijsen tot wijck als hier blijkende sal van laken dat gekoft was bij den drosten vrau ende willemken vaeck ende dat voer marij plucken hier van quijtansij faset (bij affirmatie) noch heb ick huijgen weer gehaelt opten xxvijen Juli 1603 om de kerck dicht te maken daer voer een gulden ende hij verteerden dieijen dach ende den dach doen hij weer vertrock inde twe daech aen kost en bier noch aen Cornelis wauterss betaelt van negel of iserweerck dat hij aende put opten hof gedaen had noch aen Evert mom smidt ock xij stuijvers al aende selfde put facet (bij quitansij) noch den xxvjen november 1603 een ansinnasij ontfangen van de gerechten alhier om onsen schoelmeijster hier te laten halen metter lambert te betalen iij gulden x stuijvers of in te laten die hij hier bij mijn verteert had inde int vorderen van sijnen dienst om aen genoemen te worden faset bij affirmatie noch heb ick peter metten buijck een voeijer torfs gebrocht sijn ermoet van de kerke wegen

29 noch den selven peter een voeijer gebrocht noch aen die sijketarijus betaelt iij gulden xvij stuijvers die bij hem verteert wordt doen boltus sijn rekening de ] (bij affirmatie) noch peter voerschreven een voeijer gebrocht ij gulden x stuijvers dit van dese drie voeijer is geschiet doen hij kranck lach ande pest faset noch tot Jan adrijaen stevenss een voeijer gebrocht doen hij aende pest kranck lach noch de iiij Jaer sangers op nij Jaers dach anno 1604 gegeven overmidts sij voer de kerck gesongen hadden dit gedaen in presensij Crijn mateeuss mede kerckmeijster faset (bij quitansij) noch aende koster betaelt vj gulden die Aberham Janss predekant aen wijn had gehaelt tot sijn hoochtijen bij blijckt bij quijtansij maer is vermist faset (transist) noch den xxxen Januarij 1604 x stuijvers verschoten aen een erm man blijckt bij ordenansij vande gerechten alhier faset (debet quitansij) noch aen den schoelmeijster Jan Josten iij gulden tot sijn wage vracht verschoten van vtrecht tot hier te komen met sijn gereschap ende dat doer beveel vande gerechten alhier noch heft den selfen hier bij mijn verteert int verschoten van sijnen schoelduijt een gulden xv stuijvers drie daech aen kost en bier en slapen faset (bij affirmatie) noch is hier gekomen meister Juerijen opten xxviijen aprielis 1604 om de klock te helpen verhangen ende doen iij vanen verdroncken en vj stuijvers voer kost en slapen noch sanderen daechs hij met de smidt ende beijde timmerluijden ende Crijn mateeuss kerckmeister ock mee bij haer opten toren gegaen met ock Cornelis versteech haer daer ock wat mee toe holp om de klock te verhangen doen te samen dieijen dach xij vaen gedroncken met 29

30 haer allen ende met haer vieren elck x stuijvers inden gehelen dach voer die kost noch sanderen daechs de selfer weer dieijen dach viij vanen biers gedroncken een gulden xij stuijvers ende ock weer met haer vieren beijde timmerluijden mette smidt ende meister Juerijen dieijen dach weer ij gulden voir de kost noch meister Juerijen den derden dach ende hier ontbeten iij stuijvers en een vaen gedroncken iiij stuijvers te samen ] (bij quitansij) noch daer nae den vjen meij 1604 meister Juerijen en beijde timmerluijden af gerekent wat sij aende klock verdient hadden ende voerts haer plancken en eijke schalen die sij daertoe deden ende ock twee daech haer tvee vijsels daer toe gebruijcke opten torn dat seijden sij ock elcke vijsel een dach huer te Nesten dan wij hebben met haer geackordeert op xviij stuijvers voer de vijsels en haer ock elck ij dachhueren xij stuijvers daechs faset komt haer met haer vijsels en plancken die sij daer toe gedaen hadden te samen blijckt bij quijtansij noch den lesten meij 1604 met Evert mom smidt afgerekent van de klock te helpen verhangen ende voerts van haustels en baulus daer toe gemackt soe dat hij daer aen verdient had de somme van xiiij gulden x stuijvers xij penningen blijckt bij quijtansij faset noch aen onsen schoelmeister Jan Josten betaelt xij gulden x stuijvers ende dat van v maenden hem bij de gerechten toe geleijt tot sijnen schoeldienst blijckt bij quijtansij faset noch den 25en Junij 1604 aen gerrit Sem betaelt xiij gulden een stuijver xij penningen ende dat van schiltgelt een schillingelt blijckt bij quijtansij faset (bij affirmatie) noch heb ick Jan Josten onsen schoelmeister den lesten Januarij 1604 een voeijer torfs en Jan aelbertss huijs gebrocht doer beveel vande gerechten alhier voer ij gulden x stuijvers faset (bij quitansij) noch opten xxiiijen augustij 1604 Jan gerritss onsen dootgraver een voeijer torfs gebrocht of laten brengen met aert Janss iij gulden x stuijvers faset (blijckt bij quitansij) noch aen onsen schoelmeister Jan Josten vij gulden x stuijvers ende dat van 30