Contact te Purmerend

Transcriptie

1 Contact te Purmerend Vaststellen van de bodemkwaliteit; Bijlage 8 bij aanvraag omgevingsvergunning en bestemmingsplan Milieuhygiënisch bodemonderzoek Gemeente Purmerend/Stadsverwarming Purmerend juli 2011

2 Contact te Purmerend Vaststellen van de bodemkwaliteit; Bijlage 8 bij aanvraag omgevingsvergunning en bestemmingsplan Milieuhygiënisch bodemonderzoek dossier : BA registratienummer : MD-AF versie : 2 classificatie : Openbaar Gemeente Purmerend/Stadsverwarming Purmerend juli 2011 DHV B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DHV B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van DHV B.V. is gercertificeerd volgens ISO 9001.

3 DHV B.V. INHOUD BLAD 1 INLEINDING Aanleiding en doel Opzet onderzoek 2 2 VOORONDERZOEK Inleiding Voormalig en huidig bodemgebruik Bekende en gewenste bodemkwaliteit Locatie inspectie Conclusie vooronderzoek 5 3 UITGEVOERDE WERKZAAMHEDEN Onderzoeksstrategie Kwaliteit 6 4 RESULTATEN VERKENNEND ONDERZOEK Veldonderzoek Laboratoriumonderzoek Interpretatie Conclusie Advies 9 COLOFON 10 BIJLAGEN 1 Regionale ligging 2 Situering meetpunten 3 Resultaten vooronderzoek 4 Resultaten veldonderzoek 5 Wbb getoetste analyseresultaten grond 6 Wbb getoetste analyseresultaten grondwater 7 Bbk (ontvangende bodem) getoetste analyseresultaten 8 Bbk (toepassen grond) getoetste analyseresultaten 9 Analysecertificaten Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend 4 juli 2011, versie 2 MD-AF Openbaar

4 DHV B.V. 1 INLEINDING 1.1 Aanleiding en doel De gemeente Purmerend is eigenaar van een perceel aan het Contact te Purmerend, gelegen op het industrieterrein Baanstee Oost. De gemeente heeft het perceel in gebruik gegeven aan een commerciële partij als opslagterrein voor diverse materialen. De gemeente heeft DHV gevraagd om de huidige bodemkwaliteit vast te leggen. Doel van het bodemonderzoek is het bepalen van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem. 1.2 Opzet onderzoek Voor het vaststellen van de milieuhygiënische bodemkwaliteit is een onderzoek uitgevoerd op basis van de NEN Onderdeel van de NEN 5740 is het uitvoeren van een vooronderzoek op basis van de NEN Op basis van de uitkomsten van het vooronderzoek is de onderzoeksstrategie opgesteld. De onderzoeksstrategie is uitgevoerd en de resultaten zijn getoetst aan de vigerende wet- en regelgeving. Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend 4 juli 2011, versie 2 MD-AF Openbaar

5 DHV B.V. 2 VOORONDERZOEK 2.1 Inleiding Er is een vooronderzoek uitgevoerd op basis van de richtlijn NEN 5725 Landbodem Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend, oriënterend en nader onderzoek. Het doel van het vooronderzoek is het opsporen van mogelijk in het verleden opgetreden bodembelasting. Voor dit onderzoek zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd: Er is informatie ingewonnen bij de provincie Noord-Holland (bodemloket.nl). Er is informatie ingewonnen bij de gemeente Purmerend. Er zijn enkele oude (topografische) kaarten en de toekomstige plannen bestudeerd. 2.2 Voormalig en huidig bodemgebruik Voormalig gebruik Het industrieterrein is blijkens oude topografische kaarten na 1994 aangelegd op een voormalig agrarische locatie. In het verleden is de locatie ondermeer gebruikt als grondbank. Huidig gebruik Op dit moment wordt de locatie gebruik voor de opslag van diverse materialen. Zo liggen er op de locatie damwanden opgeslagen en metalen buizen. Afbeelding 2.1 Ligging onderzoekslocatie (kaartje: Google maps) 2.3 Bekende en gewenste bodemkwaliteit Diffuse bodemkwaliteit De gemeente Purmerend beschikt over een actueel bodembeheersplan met bijbehorende bodemkwaliteitskaart. (Bodembeheerplan gemeente Purmerend, Oranjewoud, augustus 2009, projectnummer ). Op de kaart staat de onderzoekslocatie aangegeven als uitgesloten gebied. Dit Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend 4 juli 2011, versie 2 MD-AF Openbaar

6 DHV B.V. betekent dat er voor dit gebied niet voldoende gegevens beschikbaar zijn om een statistisch betrouwbare uitspraak te doen over de te verwachten bodemkwaliteit ter plaatse. Lokale bodemkwaliteit Bij de gemeente Purmerend zijn twee bodemonderzoeken bekend voor de locatie: 7382, depots te Purmerend (Grondslag, februari 2005) Verkennend bodemonderzoek Contact te Purmerend (Landview, september 2006, rapportnummer ) In het depotonderzoek is een partij zand (bovengrond tot maximaal 0,2 m-mv) op de hoek Netwerk/Contact in-situ indicatief onderzocht. Op de locatie zijn gedurende een korte tijd klinkers getrommeld. Het onderzoek dient tevens voor het vastleggen van de eindsituatie. Uit het onderzoek blijkt dat de grond niet verontreinigd is en indicatief schoon is (vrij toepasbaar). De boorkaart is opgenomen in bijlage 3. Uit het verkennend onderzoek (2006) blijkt het volgende: De locatie (inclusief onderzoeksgebied) is in maart 2005 onderzocht. In de bovengrond (klei) is indertijd een lichte verontreiniging met minerale olie aangetroffen. Het grondwater was licht verontreinigd met arseen en chroom en plaatselijk met zink. Het onderzoeksgebied was in gebruik voor de opslag van materieel en materialen door een aannemer. Het niet onderzochte deel van de locatie is in gebruik bij een loonbedrijf. De bovengrond bestaat uit zand (tot ca 0,4 m-mv) en de ondergrond bestaat uit klei (vanaf ca 0,4 m-mv). De boven- en ondergrond zijn niet verontreinigd. Het grondwater is licht verontreinigd met arseen en zink. Op de locatie (maar niet in het onderzoeksgebied zelf) zijn een hoop puin (10 m 3 ), een hoop grond (20 m 3 ) en gefreesd asfalt aanwezig. In de hoop puin is asbestverdacht materiaal aangetroffen, maar dit is niet gecontroleerd in het laboratorium. Deze hopen zijn indicatief onderzocht, er wordt gesproken van een hoop zwak puinhoudende kleigrond en grond uit een partij klinkers en tegels. Beide partijen zijn niet verontreinigd. De locatie van de gronddepots zijn aangegeven op de boorkaart opgenomen in bijlage 3. Gewenste bodemkwaliteit en toepassingsmogelijkheden De gemeente Purmerend beschikt over een bodemfunctiekaart (Bijlage 4 van het bodembeheerplan gemeente Purmerend, Oranjewoud, 2009). Hierop staat waaraan eventueel toe te passen grond ten minste moet voldoen en daarmee wat de minimaal gewenste milieuhygiënische bodemkwaliteit is voor het gebied. Uit deze kaart blijkt dat de locatie ligt in een gebied met bodemfunctie Industrie. De kwaliteit van eventueel toe te passen grond dient echter ook te voldoen aan de kwaliteit van de ontvangende bodem, de zogenaamde bodemkwaliteitsklasse. De onderzoekslocatie valt onder het uitgesloten gebied van het bodembeheersplan. Voor het toepassen van grond dat afkomstig is van binnen de gemeente Purmerend geldt zogenaamd gebiedspecifiek beleid. Dit beleid is in tabel 2.1 en tabel 2.2 in het kort samengevat. Voor alle voorwaarden wordt verwezen naar het het bodemkwaliteitsplan van de gemeente Purmerend. Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend 4 juli 2011, versie 2 MD-AF Openbaar

7 DHV B.V. Tabel 2.1 Toepassingsmogelijkheden van aan te voeren grond op de onderzoekslocatie. Toepassen van grond op onderzoekslocatie afkomstig van: Zone West - Bkk kan dienen als bewijsmiddel toe te passen grond; - Kwaliteit ontvangende bodem hoeft niet te worden vastgesteld; - Toepassingseis is AW2000. Zone Oost - Bkk kan dienen als bewijsmiddel toe te passen grond; - Kwaliteit ontvangende bodem hoeft niet te worden vastgesteld; - Toepassingseis is AW2000. Uitgesloten gebied - Bkk kan niet dienen als bewijsmiddel toe te passen grond; - Kwaliteit ontvangende bodem dient te worden vastgesteld. Locatie buiten gemeente - Bkk kan niet dienen als bewijsmiddel toe te passen grond; - Kwaliteit ontvangende bodem dient te worden vastgesteld. Tabel 2.2 Toepassingsmogelijkheden van grond op de onderzoekslocatie naar elders. Toepassen van grond afkomstig van onderzoekslocatie op: Zone West - Bkk kan niet dienen als bewijsmiddel toe te passen grond; - Bkk kan dienen als kwaliteit van ontvangende bodem. Zone Oost - Bkk kan niet dienen als bewijsmiddel toe te passen grond; - Bkk kan dienen als kwaliteit van ontvangende bodem. Uitgesloten gebied - Bkk kan niet dienen als bewijsmiddel toe te passen grond; - Kwaliteit ontvangende bodem dient te worden vastgesteld. Locatie buiten gemeente - Afhankelijk van het beleid aldaar. 2.4 Locatie-inspectie Voorafgaand aan de veldwerkzaamheden is een locatie-inspectie uitgevoerd. Hieruit blijkt dat de onderzoekslocatie moeilijk begaanbaar is. In het zuidelijk deel is het door de grote hoeveelheid aan opgeslagen materialen praktisch onmogelijk om boringen (asbestgaten) te plaatsen. Naast een grote hoeveelheid metalen materialen zoals damwanden en pijpleidingen liggen er op de locatie ook enkele bulten grond en hopen (bak)stenen. Het maaiveld is deels verhard met puin en stelconplaten. Andere delen zijn begroeid met grassen en kruiden. Op het belendende perceel staat een bovengrondse opslagtank en is het maaiveld verhard met gefreesd asfalt. 2.5 Conclusie vooronderzoek Uit het vooronderzoek blijkt het volgende: De locatie is sinds 1994 in gebruik als industrieterrein. Hiervoor had het gebied een agrarische functie. De locatie is in gebruik geweest als grondbank. Op dit moment worden er diverse materialen zoals damwanden en pijpleidingen opgeslagen. De locatie is deels verhard met onder meer puin en stelconplaten. Ook zijn er enkele depot(jes) aanwezig met grond, bakstenen en asfalt. Uit eerder uitgevoerde onderzoeken blijkt dat de bodem niet tot licht verontreinigd is. Het grondwater is plaatselijk licht verontreinigd met metalen. In een van de depots op de locatie is in het verleden asbestverdacht materiaal aangetroffen. Op basis van het bovenstaande is de locatie heterogeen verdacht en dient rekening te worden gehouden met het voorkomen van asbestverdachte materialen. Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend 4 juli 2011, versie 2 MD-AF Openbaar

8 DHV B.V. 3 UITGEVOERDE WERKZAAMHEDEN 3.1 Onderzoeksstrategie Voor het bepalen van de bodemkwaliteit is een bodemonderzoek uitgevoerd op basis van de NEN 5740 met de strategie heterogeen verdacht. Ten opzichte van de NEN 5740 zijn de volgende afwijkingen te melden: Het plaatsen van boringen in het zuidelijk deel bleek onmogelijk vanwege de daar opgeslagen materialen. Hierdoor zijn er minder boringen geplaatst en zijn de geplaatste boringen niet gelijk verdeeld over de gehele locatie. Op het onderzoeksterrein konden een beperkt aantal boringen worden gezet vanwege veel opgeslagen materialen. Om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de diepere bodemkwaliteit zijn een aantal boringen op het belendende perceel geplaatst. Op het belendende perceel is een bovengrondse tank aanwezig (met onbekende inhoud). Om eventuele invloed op het grondwater te verifiëren is bij deze tank een peilbuis geplaatst. Omdat een onderzoek conform de NEN 5707 niet mogelijk is, is het de opgeboorde grond gecontroleerd op de aanwezigheid van asbestverdachte materialen. Het grondwater onder de locatie bleek in het verleden licht verontreinigd met arseen. Het stoffenpakket is hiermee uitgebreid. Op de locatie is een puinverharding aanwezig. In puinverhardingen zijn asbestgaten gegraven. Het bemonsterde puin is onderzocht op het standaardpakket. Hoewel er formeel geen sprake is van grond, biedt dit wel inzicht in de samenstelling van de puinverharding en daarmee over eventuele effecten van de puinverharding op de ondergrond. Op de locatie is een gronddepot aanwezig. Het gronddepot is representatief bemonsterd en een in het veld samengesteld monster is geanalyseerd op het standaardpakket. Omdat dit onderzoek niet is uitgevoerd conform AP04 kunnen de resultaten niet zonder meer worden gebruikt voor het toepassen van de grond. Op de locatie is een hoop gefreesd asfalt aanwezig. Deze is bemonsterd en onderzocht op de aanwezigheid van PAK door HPLC analyse. De grond en het grondwater zijn getoetst aan achtergrond- en interventiewaarden uit de Circulaire en de Regeling bodembescherming Het asfalt is getoetst aan de samenstellingswaarde uit de Regeling. Het toetsingskader is opgenomen in bijlage 5. Tabel 3.1 Onderstaande tabel is het veld- en laboratoriumonderzoek schematisch weergegeven. Verkennend onderzoek Aanvullend onderzoek: 3.2 Kwaliteit Veldonderzoek 2 x boring tot 3,0 m-mv + peilbuis 5 x boring tot 6,0 m-mv 4 x boring tot 0,5 m-mv 6 x boring tot 1,0 m-mv Voldoende grepen in gronddepot Emmer asfaltbrokken Laboratoriumonderzoek 8 x standaardpakket 2 x standaardpakket grondwater + As 2 x standaardpakket grond 1 x HPLC De locatie-inspectie en het veldwerk voor het verkennend onderzoek zijn op 18 en 28 maart 2011 uitgevoerd door de heer J. ten Klooster van Poelsema Veldwerk Bureau V.O.F. De veldwerkzaamheden voor het aanvullend onderzoek zijn uitgevoerd door R. Snel en D. Edvi van WM Grondboorbedrijf. Alle Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend 4 juli 2011, versie 2 MD-AF Openbaar

9 DHV B.V. veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd onder certificaat BRL 2000 en de VKB protocollen 2001, 2002 en Het laboratoriumonderzoek is uitgevoerd door Analytico. Analytico is geaccrediteerd door de Raad van Accreditatie (RvA) voor het uitvoeren van milieuanalyses (NEN-EN-ISO/IEC 17025). Alle analyses vallen onder de genoemde accreditatie en de AS3000 regeling. Het kwaliteitssysteem van DHV BV is gecertificeerd conform de ISO Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend 4 juli 2011, versie 2 MD-AF Openbaar

10 DHV B.V. 4 RESULTATEN VERKENNEND ONDERZOEK 4.1 Veldonderzoek Uit het veldonderzoek is het volgende gebleken: Op de locatie zijn veel materialen opgeslagen zoals damwanden en pijpleidingen. Een deel van de locatie is verhard met een puin. De dikte van de puinverharding is circa 0,4 meter. In het puin zijn geen asbestverdachte materialen aangetroffen. Onder het puin is zand en plaatselijk klei aangetroffen. Op de locatie is één groot gronddepot aanwezig. Daarnaast zijn er enkele kleinere hopen aanwezig met bakstenen. Op de locatie is een oudere hoop gefreesd asfalt (asfaltbrokken) aanwezig die deels is begroeid. Daarnaast zijn tijdens het tweede veldonderzoek (in juni) op de puinverharding ook diverse partijen koud asfalt aangetroffen. Omdat hier duidelijk sprake is van de huidige (actieve) bedrijfsvoering en niet van een vergeten partij is dit asfalt niet onderzocht. Op een groot aantal meetpunten bestaat de bovengrond uit cunetzand met een dikte van circa 0,5 meter. Onder het cunetzand is een kleilaag aanwezig van circa 2 meter dikte. Onder de kleilaag is zand aanwezig tot zeker 6 m-mv. Er zijn geen asbestverdachte materialen aangetroffen in de opgeboorde grond (zand en klei). Ook op het maaiveld en in het onderzochte depot zijn geen asbestverdachte materialen aangetroffen. De boorprofielen en overige veldwerkgegevens zijn opgenomen in bijlage Laboratoriumonderzoek Uit de toetsing van de laboratoriumresultaten is het volgende gebleken: Mengmonster MM03 (bovengrond, zand) is licht verontreinigd met PAK. Alle andere mengmonsters zijn niet verontreinigd (zand en klei). Het grondwater is plaatselijk sterk verontreinigd met arseen. De puinverharding (MM01) bevat met name barium en in mindere mate minerale olie en PAK. Het gronddepot (MM02) is licht verontreinigd met kobalt en kwik. Het gehalte PAK in de hoop met gefreesd asfalt (AS01) is lager dan 15 mg/kg ds. De toetsingstabellen zijn opgenomen in bijlage 6. De analysecertificaten zijn opgenomen in bijlage Interpretatie Op basis van het onderzoek blijkt het volgende: De gehele onderzoekslocatie is opgehoogd met circa een halve meter cunetzand. Zover dit kon worden nagegaan is het cunetzand schoon tot licht verontreinigd met PAK. Op de locatie liggen diverse materialen opgeslagen zoals metalen damwanden en pijpleidingen. Ook is op verschillende plekken op het cunetzand een verharding aangebracht met puin of stelconplaaten. De milieuhygiënische kwaliteit van de bovengrond is hierdoor niet volledig in beeld. Het puin is van recente datum en is daarom naar verwachting onder certificaat aangebracht. Uit het laboratoriumonderzoek blijkt dat het puin barium en in beperkte mate minerale olie en PAK Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend 4 juli 2011, versie 2 MD-AF Openbaar

11 DHV B.V. bevat. Het gehalte minerale olie is 210 mg/kg ds en het gehalte PAK is 7,6 mg/kg ds. De gehalten minerale olie en PAK voldoen hiermee ruim aan de samenstellingswaarde voor organische parameters (respectievelijk 500 en 50 mg/kg ds). Voor barium is geen samenstellingswaarde opgenomen. Hoewel niet valt uit te sluiten dat barium in zekere mate uitloogt verwachten wij niet dat het puin aanwezige gehaltes tot verontreiniging van de bodem heeft geleid. Plaatselijk is in de bodem en in het grondwater weliswaar verhoogde waarden aan barium aangetroffen, maar deze zijn op basis van hun ligging niet te relateren aan het puin en komen waarschijnlijk van nature verhoogd voor. Zekerheid is alleen te krijgen door de grond onder de puinverharding te onderzoeken. Op de locatie is een gronddepot en enkele hopen met (bak)stenen aanwezig. Het gronddepot is licht verontreinigd met kobalt en kwik. Op de locatie ligt een begroeide hoop gefreesd asfalt (brokken) en enkele hopen koud asfalt (korrels). Het koudasfalt maakt nog onderdeel uit van de actieve bedrijfsvoering en is daarom niet onderzocht. Het gefreesd asfalt (brokken) is niet verontreinigd met PAK. Aangezien het aanwezige cunetzand niet tot plaatselijk licht verontreinigd is en in het gronddepot, en het gefreesd asfalt geen verontreinigingen zijn aangetroffen is de grond hieronder waarschijnlijk ook niet verontreinigd geraakt. Het gehalte PAK in het gefreesde asfalt voldoet aan de samenstellingswaarde voor PAK (75 mg/kg ds). In het grondwater is alleen plaatselijk een sterke verontreiniging met arseen aangetroffen. De aanwezige bovengrondse tank heeft dus het grondwater niet verontreinigd. De arseenverontreiniging is van natuurlijke oorsprong. 4.4 Conclusie Uit het onderzoek is het volgende gebleken: De kwaliteit van de bovengrond is niet volledig in beeld. De niet verharde bovengrond is niet tot licht verontreinigd. De ondergrond is niet verontreinigd. Het gronddepot en het gefreesde asfalt zijn onderzocht en zijn niet tot licht verontreinigd. De grond kan hierdoor dus ook niet verontreinigd zijn geraakt. Wij verwachten niet dat de gehaltes van verontreinigende stoffen in het puin van dien aard zijn, dat dit verontreinigingen in de bodem heeft achtergelaten. Het grondwater is sterk verontreinigd met arseen en licht verontreinigd met barium, dit is naar verwachting van natuurlijke oorsprong. Op basis van de onderzoeksgegevens is er geen aanleiding om te vermoeden dat de grond op de locatie verontreinigd is geraakt. De grond is echter niet volledig onderzocht en het valt dus niet uit te sluiten dat de grond verontreinigd is geraakt in de niet onderzochte gebieden. 4.5 Advies Wij adviseren om het terrein voor de overdracht aan de gemeente te laten opruimen met name de aanwezige opgeslagen materialen. Wij adviseren hierna een onderzoek naar de kwaliteit van de van de bovengrond uit te laten voeren (op de nog niet onderzochte delen). Mogelijk kan dit onderzoek worden uitgevoerd als of gecombineerd met een eindsituatieonderzoek in het kader van de Wet milieubeheer (Wm). Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend 4 juli 2011, versie 2 MD-AF Openbaar

12 DHV B.V. COLOFON Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend MD-AF Opdrachtgever : Gemeente Purmerend/Stadsverwarming Purmerend Project : Contact te Purmerend Dossier : BA Omvang rapport : 10 pagina's Auteur : Bram Vermaat Bijdrage : Interne controle : Robert van Bruchem Projectleider : Bram Vermaat Projectmanager : Peter van Meurs Datum : 4 juli 2011 Naam/Paraaf : Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend 4 juli 2011, versie 2 MD-AF Openbaar

13 DHV B.V. Laan 1914 nr EX Amersfoort Postbus BC Amersfoort T (033) F (033) E info@dhv.com

14 DHV B.V. BIJLAGE 1 Regionale ligging Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend bijlage 1 MD-AF

15 BIJLAGE 2 Situering meetpunten Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend bijlage 2 MD-AF

16 BIJLAGE 3 Resultaten vooronderzoek Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend bijlage 3 MD-AF

17 Foto 1: Foto 2: Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend bijlage 3 MD-AF

18 Foto 3: Foto 4: Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend bijlage 3 MD-AF

19 Foto 5: Foto 6 is komen te vervallen? Foto 7: Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend bijlage 3 MD-AF

20 Foto 8: Foto 9: Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend bijlage 3 MD-AF

21 Foto 10: Foto 11: Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend bijlage 3 MD-AF

22 Foto 12: Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend bijlage 3 MD-AF

23 BIJLAGE 4 Resultaten veldonderzoek Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend bijlage 4 MD-AF

24 BIJLAGE 5 Toetsingskader Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend bijlage 5 MD-AF

25 Wet Bodembescherming De analyseresultaten van de grond zijn getoetst aan de achtergrond- en interventiewaarden. De interventiewaarden zijn opgenomen in de Circulaire bodemsanering 2009 (Staatscourant 8 april 2009, nr. 67). Voor de achtergrondwaarden wordt in de circulaire verwezen naar de Regeling Bodemkwaliteit (Staatscourant 20 december 2007, nr. 247). De analyseresultaten van het grondwater zijn getoetst aan de streef- en interventiewaarden. De streef- en interventiewaarden zijn opgenomen in de Circulaire bodemsanering 2009 (Staatscourant 8 april 2009, nr. 67). De achtergrondwaarde (AW) geeft het niveau aan van de gemiddelde achtergrondwaarde in Nederland. De streefwaarde (S) geeft het niveau aan waarbij sprake is van een duurzame bodemkwaliteit. De interventiewaarden (I) zijn de verontreinigingsniveaus waarboven sprake is van ernstige of dreigende ernstige vermindering van de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor mens, plant of dier. Als criterium voor nader onderzoek, wordt (AW+I)/2 of (S+I)/2 gehanteerd. Deze waarde is de tussenwaarde (T). Het niveau van de achtergrond- en interventiewaarden is voor bepaalde stoffen afhankelijk van de grondsoort en wordt berekend op basis van het lutum en/of organische stofgehalte van de bodem. In de Wet bodembescherming worden overschrijdingen van de toetsingswaarden als volgt geïnterpreteerd: Kleiner of gelijk aan de achtergrondwaarde of streefwaarde Niet verontreinigd Groter dan de achtergrond- of streefwaarde en kleiner dan de tussenwaarde Licht verontreinigd Groter dan de tussenwaarde en kleiner dan de interventiewaarde Matig verontreinigd Groter dan de interventiewaarde Sterk verontreinigd Er is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging, wanneer het gemiddelde gemeten gehalte van minimaal 25 m 3 bodemvolume voor ten minste één stof groter is dan de interventiewaarde, ofwel wanneer de gemiddelde gemeten concentratie van minimaal 100 m 3 poriën verzadigd bodemvolume voor ten minste één stof groter is dan de interventiewaarde. Bij een geval van ernstige bodemverontreiniging dient te worden vastgesteld of er sprake is van spoedeisendheid. Hierbij wordt gekeken naar de risico s voor de mens, voor het ecosysteem en voor verspreiding. Laboratoria moeten minimaal voldoen aan de rapportagegrens in AS3000 vanaf 1 juli De achtergrondwaarden en maximale waarden kunnen echter lager zijn dan de vereiste rapportagegrens in AS3000. Dit betekent dat deze waarden strenger zijn dan het niveau waarop betrouwbaar kan worden gemeten. Indien dit het geval is, zijn de volgende toetsingsregels van toepassing: Bij een resultaat < vereiste rapportagegrens AS3000 (op het analysecertificaat) mag de beoordelaar ervan uit gaan dat de kwaliteit van de grond of bodem voldoet aan de van toepassing zijnde waarden. De achtergrondwaarden kunnen lager zijn dan de vereiste rapportagegrens in AS3000. In bijlage B van de Regeling bodemkwaliteit wordt aangegeven dat bij het beoordelen van het meetresultaat ervan uitgegaan mag worden dat de kwaliteit van de grond voldoet aan de achtergrondwaarde indien een dergelijk geval optreedt. Indien het laboratorium een waarde < een verhoogde rapportagegrens aangeeft, dan geldt de met 0,7 factor gecorrigeerde parameter. Deze parameter wordt getoetst aan de van toepassing zijnde waarden. Een dergelijke verhoogde rapportagegrens kan optreden door een matrixstoring bij de analyse. Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend bijlage 5 MD-AF

26 Indien alle individuele waarden als onderdeel van de berekende somwaarde het resultaat < vereiste rapportagegrens AS3000 hebben, mag de beoordelaar ervan uit gaan dat de kwaliteit van de grond of bodem voldoet aan de van toepassing zijnde normen uit de Regeling bodemkwaliteit (achtergrondwaarde). Besluit bodemkwaliteit (ontvangende bodem) Het toetsen van de ontvangende bodem staat beschreven in het toetsingskader toepassing op of in de bodem in artikel 4.10 van de Regeling Bodemkwaliteit. De analyseresultaten van de ontvangende bodem zijn getoetst aan de Achtergrondwaarden (AW), Maximale Waarden bodemkwaliteitsklasse Wonen (W) en de Maximale Waarden bodemkwaliteitsklasse Industrie (I). Deze waarden zijn opgenomen in Bijlage B van de Regeling bodemkwaliteit (Staatscourant 20 december 2007, nr. 247). Per 7 april 2009 is de Wijziging Regeling Bodemkwaliteit van kracht (Staatscourant 7 april 2009, nr. 67). De Maximale Waarden voor de kwaliteitsklassen Wonen en Industrie gelden als bovengrens van de kwaliteit die nodig is om de bodem ook op de lange termijn geschikt te houden voor de betreffende functie. Grond waarvan de kwaliteit de Maximale Waarde voor de kwaliteitsklasse Industrie overschrijdt, mag niet worden toegepast in het generieke kader. Onderstaand schema geeft de normstelling voor het toepassen van grond op of in de bodem in het generieke kader weer. Altijd toepasbaar Klasse wonen Klasse industrie Niet toepasbaar Achtergrondwaarden Maximale waarden Maximale waarden Klasse wonen Klasse Industrie Om een partij grond te mogen toepassen moet de partij worden getoetst aan: - de bodemkwaliteitsklasse van de ontvangende bodem - de bodemfunctieklasse van de ontvangende bodem Bij deze dubbele toets geldt dat de kwaliteitsklasse van de toe te passen partij grond moet voldoen aan de strengste norm. Dit betekent dat een partij grond in of op de landbodem kan worden toegepast wanneer de kwaliteitsklasse van de toe te passen grond gelijk is aan of schoner dan de kwaliteitsklasse én de bodemfunctieklasse van de ontvangende landbodem. Om te voorkomen dat onbelaste bodems ten onrechte worden gekarakteriseerd als bodem die niet voldoet aan de Achtergrondwaarden en Maximale Waarden voor de kwaliteitsklasse Wonen, wordt bij de toetsing van gehalten aan de achtergrondwaarden een bijzondere toetsingsregel toegepast. Deze toetsingsregel geeft een maximaal aantal stoffen dat verhoogd aanwezig mogen zijn ten opzichte van de Achtergrondwaarden, in relatie tot het aantal gemeten stoffen in de grond. De toetsingsregel is beschreven in artikel 4.10 van de Regeling bodemkwaliteit. Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend bijlage 5 MD-AF

27 Besluit bodemkwaliteit (vrijkomende grond) DHV B.V. voert geen partijkeuringen uit voor vrijkomende grond. Wel kunnen wij de grond toetsen binnen het toetsingskader van het Besluit bodemkwaliteit. Hierbij voldoen wij niet aan de protocollen voor monsterneming- en analyse van de monsters binnen partijkeuringen. Het resultaat van de toetsing is indicatief en geeft een indicatie van de hergebruikmogelijkheden van de grond. Het toetsen van de ontvangende bodem staat beschreven in het toetsingskader toepassing op of in de bodem in artikel 4.10 van de Regeling bodemkwaliteit. De analyseresultaten van de te toe te passen grond zijn getoetst aan de Achtergrondwaarden, Maximale Waarde voor de kwaliteitsklasse Wonen en de Maximale Waarde voor de kwaliteitsklasse Industrie. Deze waarden zijn opgenomen in Bijlage B van de Regeling bodemkwaliteit (Staatscourant 20 december 2007, nr. 247). Per 7 april 2009 is de Wijziging Regeling Bodemkwaliteit van kracht (Staatscourant 7 april 2009, nr. 67). Onderstaand schema geeft de normstelling voor het toepassen van grond en baggerspecie op of in de bodem in het generieke kader weer. Altijd toepasbaar Klasse wonen Klasse industrie Niet toepasbaar Achtergrondwaarden Maximale waarden Maximale waarden Klasse wonen Klasse Industrie Indicatie hergebruikmogelijkheden: Aan het hergebruik van de grond zijn regels verbonden. Om de grond te mogen toepassen moet volgens het generiek beleid de grond dubbel worden getoetst: enerzijds aan de bodemkwaliteitsklasse van de ontvangende bodem en anderzijds aan de vigerende bodemfunctiekaart. Hierbij geldt dat aan beide toetsingen dient te worden voldaan en dat de grond een betere of dezelfde kwaliteit heeft als de onvangende bodem of de functie zoals weergegeven op de functiekaart. Zie ook paragraaf 2.3 voor gebiedsspecifiek beleid van de gemeente Purmerend. Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend bijlage 5 MD-AF

28 BIJLAGE 6 Wbb getoetste analyseresultaten grond Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend bijlage 6 MD-AF

29 Table 1: Aangetroffen gehalten in grond met beoordeling conform de Wbb Analysemonster MM01 MM02 MM03 Eenheid Boring B06,B08,B10,B11,B12 B08 B04,B05,B07 Traject van m-mv 0,00 0,00 0,00 Traject tot m-mv 0,70 0,20 0,50 Datum Bodemtype Zand, matig grof, zwak siltig Klei, sterk siltig, matig humeus Zand, matig grof, zwak siltig Zintuiglijke waarnemingen geen olie-water reactie geen olie-water reactie resten klei, geen oliewater reactie Droge stof % m/m 87,8 71,5 87,3 Gloeirest % m/m 99, Humus % op ds Lutum % op ds Cadmium [Cd] mg/kg ds < 0.17 <AW 0.23 <AW < 0.17 <AW Koper [Cu] mg/kg ds < 5 <AW 13 <AW < 5 <AW Kwik [Hg] mg/kg ds < 0.05 <AW <AW < 0.05 <AW Lood [Pb] mg/kg ds < 13 <AW 26 <AW < 13 <AW Nikkel [Ni] mg/kg ds 5.4 <AW 34 <AW 12 <AW Zink [Zn] mg/kg ds < 17 <AW 68 <AW 33 <AW Barium [Ba] mg/kg ds < Molybdeen [Mo] mg/kg ds < 1.5 <AW < 1.5 <AW < 1.5 <AW Kobalt [Co] mg/kg ds < 4.3 <T 13 <AW < 4.3 <AW Naftaleen mg/kg ds < < < Fenanthreen mg/kg ds < Anthraceen mg/kg ds < < Fluorantheen mg/kg ds < Benzo(a)anthraceen mg/kg ds < Chryseen mg/kg ds < Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds < < Benzo(a)pyreen mg/kg ds < Benzo(g,h,i)peryleen mg/kg ds < Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen mg/kg ds < Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 facto mg/kg ds 0.35 <AW 0.81 <AW 6 >AW PCB 28 mg/kg ds < < < PCB 52 mg/kg ds < < < PCB 101 mg/kg ds < < < PCB 118 mg/kg ds < < < PCB 138 mg/kg ds < < < PCB 153 mg/kg ds < < < PCB 180 mg/kg ds < < < PCB (7) (som, 0.7 factor) mg/kg ds <T <AW <T Minerale olie C10 - C12 mg/kg ds < < Minerale olie C12 - C16 mg/kg ds < < Minerale olie C16 - C21 mg/kg ds < < Minerale olie C21 - C30 mg/kg ds < < Minerale olie C30 - C35 mg/kg ds < < Minerale olie C35 - C40 mg/kg ds < < < Minerale olie C10 - C40 mg/kg ds < 38 <AW < 38 <AW < 38 <AW Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend bijlage 6 MD-AF

30 Table 2: Aangetroffen gehalten in grond met beoordeling conform de Wbb Analysemonster MM04 MM05 MM06 Eenheid Boring B02,B03,B04,B05,B07 B02,B03,B04,B05,B06, B02,B03,B04,B05,B07 B07 Traject van m-mv 0,70 1,50 2,30 Traject tot m-mv 1,45 2,50 3,30 Datum Bodemtype Klei, uiterst siltig Klei, uiterst siltig Zand, matig fijn, matig siltig, zwak kleiïg Zintuiglijke waarnemingen zwak roesthoudend, geen olie-water reactie sporen roest, geen oliewater reactie zwak schelphoudend, geen olie-water reactie Droge stof % m/m 59,4 51,1 75,6 Gloeirest % m/m 94,6 94,6 99,4 Humus % op ds Lutum % op ds Cadmium [Cd] mg/kg ds < 0.17 <AW < 0.17 <AW < 0.17 <AW Koper [Cu] mg/kg ds 11 <AW 8.7 <AW < 5 <AW Kwik [Hg] mg/kg ds < 0.05 <AW < 0.05 <AW < 0.05 <AW Lood [Pb] mg/kg ds 20 <AW 14 <AW < 13 <AW Nikkel [Ni] mg/kg ds 33 <AW 20 <AW 7.2 <AW Zink [Zn] mg/kg ds 65 <AW 47 <AW < 17 <AW Barium [Ba] mg/kg ds < 15 Molybdeen [Mo] mg/kg ds < 1.5 <AW < 1.5 <AW < 1.5 <AW Kobalt [Co] mg/kg ds 9.4 <AW 6.9 <AW < 4.3 <AW Naftaleen mg/kg ds < < < Fenanthreen mg/kg ds < < < Anthraceen mg/kg ds < < < Fluorantheen mg/kg ds < < < Benzo(a)anthraceen mg/kg ds < < < Chryseen mg/kg ds < < < Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds < < < Benzo(a)pyreen mg/kg ds < < < Benzo(g,h,i)peryleen mg/kg ds < < < Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen mg/kg ds < < < Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 facto mg/kg ds 0.35 <AW 0.35 <AW 0.35 <AW PCB 28 mg/kg ds < < < PCB 52 mg/kg ds < < < PCB 101 mg/kg ds < < < PCB 118 mg/kg ds < < < PCB 138 mg/kg ds < < < PCB 153 mg/kg ds < < < PCB 180 mg/kg ds < < < PCB (7) (som, 0.7 factor) mg/kg ds <AW <AW <T Minerale olie C10 - C12 mg/kg ds Minerale olie C12 - C16 mg/kg ds Minerale olie C16 - C21 mg/kg ds < < Minerale olie C21 - C30 mg/kg ds < < < Minerale olie C30 - C35 mg/kg ds < < < Minerale olie C35 - C40 mg/kg ds < < < Minerale olie C10 - C40 mg/kg ds < 38 <AW 49 <AW < 38 <AW Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend bijlage 6 MD-AF

31 Table 3: Aangetroffen gehalten in grond met beoordeling conform de Wbb Analysemonster MM07 MM08 Eenheid Boring B02,B03,B04,B05,B07 B02,B03,B04,B05,B07 Traject van m-mv 3,40 4,40 Traject tot m-mv 4,50 6,00 Datum Bodemtype Zand, matig fijn, matig siltig, zwak kleiïg Zand, matig fijn, matig siltig, zwak kleiïg Zintuiglijke waarnemingen zwak schelphoudend, geen olie-water reactie zwak schelphoudend, geen olie-water reactie Droge stof % m/m 75,2 73,7 Gloeirest % m/m 99,2 99,1 Humus % op ds Lutum % op ds Cadmium [Cd] mg/kg ds < 0.17 <AW < 0.17 <AW Koper [Cu] mg/kg ds < 5 <AW < 5 <AW Kwik [Hg] mg/kg ds < 0.05 <AW < 0.05 <AW Lood [Pb] mg/kg ds < 13 <AW < 13 <AW Nikkel [Ni] mg/kg ds 5.9 <AW 5.9 <AW Zink [Zn] mg/kg ds < 17 <AW < 17 <AW Barium [Ba] mg/kg ds < 15 < 15 Molybdeen [Mo] mg/kg ds < 1.5 <AW < 1.5 <AW Kobalt [Co] mg/kg ds < 4.3 <AW < 4.3 <AW Naftaleen mg/kg ds < < Fenanthreen mg/kg ds < < Anthraceen mg/kg ds < < Fluorantheen mg/kg ds < < Benzo(a)anthraceen mg/kg ds < < Chryseen mg/kg ds < < Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds < < Benzo(a)pyreen mg/kg ds < < Benzo(g,h,i)peryleen mg/kg ds < < Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen mg/kg ds < < Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 facto mg/kg ds 0.35 <AW 0.35 <AW PCB 28 mg/kg ds < < PCB 52 mg/kg ds < < PCB 101 mg/kg ds < < PCB 118 mg/kg ds < < PCB 138 mg/kg ds < < PCB 153 mg/kg ds < < PCB 180 mg/kg ds < < PCB (7) (som, 0.7 factor) mg/kg ds <T <T Minerale olie C10 - C12 mg/kg ds Minerale olie C12 - C16 mg/kg ds < Minerale olie C16 - C21 mg/kg ds < < Minerale olie C21 - C30 mg/kg ds < < Minerale olie C30 - C35 mg/kg ds < < Minerale olie C35 - C40 mg/kg ds < < Minerale olie C10 - C40 mg/kg ds < 38 <AW < 38 <AW Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend bijlage 6 MD-AF

32 Table 4: Aangetroffen gehalten in grond met beoordeling conform de Wbb Analysemonster MM01-1 MM02-1 Eenheid Boring MM01 MM02 Traject van m-mv 0,00 0,00 Traject tot m-mv 0,40 4,00 Datum Bodemtype Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus Zintuiglijke volledig puin brokken klei waarnemingen Droge stof % m/m 89,6 89,4 Gloeirest % m/m 94,5 97,7 Humus % op ds Lutum % op ds Cadmium [Cd] mg/kg ds < 0.17 <AW < 0.17 <AW Koper [Cu] mg/kg ds 11 <AW 7.1 <AW Kwik [Hg] mg/kg ds < 0.05 <AW 0.16 >AW Lood [Pb] mg/kg ds < 13 <AW < 13 <AW Nikkel [Ni] mg/kg ds 9.7 <AW 12 <AW Zink [Zn] mg/kg ds 45 <AW 30 <AW Barium [Ba] mg/kg ds Molybdeen [Mo] mg/kg ds < 1.5 <AW < 1.5 <AW Kobalt [Co] mg/kg ds < 4.3 <AW 9.6 >AW Naftaleen mg/kg ds < < Fenanthreen mg/kg ds < Anthraceen mg/kg ds < Fluorantheen mg/kg ds Benzo(a)anthraceen mg/kg ds < Chryseen mg/kg ds < Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds < Benzo(a)pyreen mg/kg ds < Benzo(g,h,i)peryleen mg/kg ds < Indeno-(1,2,3- mg/kg ds < c,d)pyreen Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 facto mg/kg ds 7.6 >AW 0.37 <AW PCB 28 mg/kg ds < < PCB 52 mg/kg ds < < PCB 101 mg/kg ds < < PCB 118 mg/kg ds < < PCB 138 mg/kg ds < < PCB 153 mg/kg ds < < PCB 180 mg/kg ds < < PCB (7) (som, 0.7 factor) mg/kg ds <AW <T Minerale olie C10 - C12 mg/kg ds Minerale olie C12 - C16 mg/kg ds < < Minerale olie C16 - C21 mg/kg ds < < Minerale olie C21 - C30 mg/kg ds < Minerale olie C30 - C35 mg/kg ds < Minerale olie C35 - C40 mg/kg ds < Minerale olie C10 - C40 mg/kg ds 210 >AW < 38 <AW Toelichting toetsingssymbolen: Geen toetsnorm aanwezig - Waarde kleiner dan de detectielimiet S Streefwaarde T Tussenwaarde I Interventiewaarde TW Triggerwaarde Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend bijlage 6 MD-AF

33 BIJLAGE 7 Wbb getoetste analyseresultaten grondwater Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend bijlage 7 MD-AF

34 Table 1: Aangetroffen concentraties in grondwater met toetsing conform de Wbb Peilbuis B01 B06 Eenheid Datum Filterstelling van m-mv 1,90 1,90 Filterstelling tot m-mv 2,90 2,90 Gws m-mv 1,11 1,15 ph 6,9 7,3 Ec µs/cm Arseen [As] µg/l 530 >I < 10 - Cadmium [Cd] µg/l < < Chroom [Cr] µg/l < 1 - < 1 - Koper [Cu] µg/l < 15 - < 15 - Kwik [Hg] µg/l < < Lood [Pb] µg/l < 15 - < 15 - Nikkel [Ni] µg/l < 15 - < 15 - Zink [Zn] µg/l < 60 - < 60 - Barium [Ba] µg/l 120 >S 240 >S Molybdeen [Mo] µg/l < < Kobalt [Co] µg/l < 5 - < 5 - Benzeen µg/l < < Tolueen µg/l < < Ethylbenzeen µg/l < < Xylenen (som, 0.7 factor) µg/l Naftaleen (BTEXN) µg/l < < Styreen (Vinylbenzeen) µg/l < < Dichloormethaan µg/l < < Trichloormethaan (Chloroform) µg/l < < Tetrachloormethaan (Tetra) µg/l < < Trichlooretheen (Tri) µg/l < < Dichloorpropanen (0,7 som, µg/l ,1+1,2+ Tetrachlooretheen (Per) µg/l < < 0.1-1,1-Dichloorethaan µg/l < < 0.6-1,2-Dichloorethaan µg/l < < 0.6-1,1,1-Trichloorethaan µg/l < < 0.1-1,1,2-Trichloorethaan µg/l < < 0.1-1,1-Dichlooretheen µg/l < < Dichloorethenen (som, 0.7 µg/l facto Vinylchloride µg/l < < Monochloorbenzeen µg/l < < Tribroommethaan (bromoform) µg/l < 2 - < 2 - Minerale olie C10 - C40 µg/l < < Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend bijlage 7 MD-AF

35 BIJLAGE 8 Bbk (ontvangende bodem) getoetste analyseresultaten Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend bijlage 8 MD-AF

36 Tabel 4: Samenstellingwaarden en toetsing voor grond conform Besluit Bodemkwaliteit Toetsmonster: Toplaag Humus 1, Lutum 11, Datum van toetsen Datum van normen Vergelijking ontvangende bodem Bodemklasse monster achtergrondwaarde Samenstelling monster MM01, MM02, MM03 Toets Meetw AW WO IND METALEN Cadmium [Cd] <=A 0,16 0,40 0,80 2,9 Koper [Cu] <=A 6, Kwik [Hg] <=A 0,041 0,12 0,67 3,9 Lood [Pb] <=A Nikkel [Ni] <=A Zink [Zn] <=A Barium [Ba] <=A Molybdeen [Mo] D<=AW <1,5 1, Kobalt [Co] <=A 6,3 8, PAK Naftaleen <0,05 Fenanthreen ,56 Anthraceen ,093 Fluorantheen ,58 Benzo(a)anthraceen ,24 Chryseen ,25 Benzo(k)fluorantheen ,13 Benzo(a)pyreen ,24 Benzo(g,h,i)peryleen ,1 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen ,13 Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 facto <=W 2,4 1,5 6,8 40 GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN PCB <0,001 PCB <0,001 PCB <0,001 PCB <0,001 PCB <0,001 PCB <0,001 PCB <0,001 PCB (7) (som, 0.7 factor) D<=IND 0,0049 0,0040 0,0040 0,10 OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C Minerale olie C12 - C ,3 Minerale olie C16 - C ,6 Minerale olie C21 - C ,6 Minerale olie C30 - C ,9 Minerale olie C35 - C <6 Minerale olie C10 - C40 D<=AW < OVERIG Droge stof (% m/m) Gloeirest (% (m/m) ds) Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend bijlage 8 MD-AF

37 Tabel 5: Samenstellingwaarden en toetsing voor grond conform Besluit Bodemkwaliteit Toetsmonster: Toekomstige toplaag Humus 0,65 Lutum 2,9 Datum van toetsen Datum van normen Vergelijking ontvangende bodem Bodemklasse monster achtergrondwaarde Samenstelling monster MM07, MM08 Toets Meetw AW WO IND METALEN Cadmium [Cd] D<=AW <0,17 0,35 0,71 2,5 Koper [Cu] D<=AW < Kwik [Hg] D<=AW <0,05 0,11 0,59 3,4 Lood [Pb] D<=AW < Nikkel [Ni] <=A 5, Zink [Zn] D<=AW < Barium [Ba] D<=AW < Molybdeen [Mo] D<=AW <1,5 1, Kobalt [Co] D<=AW <4,3 4, PAK Naftaleen <0,05 Fenanthreen <0,05 Anthraceen <0,05 Fluorantheen <0,05 Benzo(a)anthraceen <0,05 Chryseen <0,05 Benzo(k)fluorantheen <0,05 Benzo(a)pyreen <0,05 Benzo(g,h,i)peryleen <0,05 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen <0,05 Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 facto D<=AW 0,35 1,5 6,8 40 GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN PCB <0,001 PCB <0,001 PCB <0,001 PCB <0,001 PCB <0,001 PCB <0,001 PCB <0,001 PCB (7) (som, 0.7 factor) D<=IND 0,0049 0,0040 0,0040 0,10 OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C ,3 Minerale olie C12 - C ,9 Minerale olie C16 - C <6 Minerale olie C21 - C <12 Minerale olie C30 - C <6 Minerale olie C35 - C <6 Minerale olie C10 - C40 D<=AW < OVERIG Droge stof (% m/m) Gloeirest (% (m/m) ds) Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend bijlage 8 MD-AF

38 BIJLAGE 9 Bbk (toepassen grond) getoetste analyseresultaten Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend bijlage 9 MD-AF

39 Tabel 6: Samenstellingwaarden en toetsing voor grond conform Besluit Bodemkwaliteit Toetsmonster: MM01 Humus 0,6 Lutum 1,3 Datum van toetsen Datum van normen Vergelijking toe te passen grond Bodemklasse monster achtergrondwaarde Toets Meetw AW WO IND METALEN Cadmium [Cd] D<=AW <0,17 0,35 0,70 2,5 Koper [Cu] D<=AW <5, Kwik [Hg] D<=AW <0,05 0,10 0,58 3,3 Lood [Pb] D<=AW < Nikkel [Ni] <=A 5, Zink [Zn] D<=AW < Barium [Ba] D<=AW < Molybdeen [Mo] D<=AW <1,5 1, Kobalt [Co] D<=WO <4,3 4,3 10,0 54 PAK Naftaleen <0,05 Fenanthreen <0,05 Anthraceen <0,05 Fluorantheen <0,05 Benzo(a)anthraceen <0,05 Chryseen <0,05 Benzo(k)fluorantheen <0,05 Benzo(a)pyreen <0,05 Benzo(g,h,i)peryleen <0,05 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen <0,05 Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 facto D<=AW 0,35 1,5 6,8 40 GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN PCB <0,001 PCB <0,001 PCB <0,001 PCB <0,001 PCB <0,001 PCB <0,001 PCB <0,001 PCB (7) (som, 0.7 factor) D<=IND 0,0049 0,0040 0,0040 0,10 OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C <3,0 Minerale olie C12 - C <5,0 Minerale olie C16 - C <6,0 Minerale olie C21 - C <12 Minerale olie C30 - C <6,0 Minerale olie C35 - C <6,0 Minerale olie C10 - C40 D<=AW < OVERIG Droge stof (% m/m) ,8 Gloeirest (% (m/m) ds) ,3 cryogeen gemalen (-) GM Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend bijlage 9 MD-AF

40 Tabel 7: Samenstellingwaarden en toetsing voor grond conform Besluit Bodemkwaliteit Toetsmonster: MM02 Humus 2,9 Lutum 29,7 Datum van toetsen Datum van normen Vergelijking toe te passen grond Bodemklasse monster achtergrondwaarde Toets Meetw AW WO IND METALEN Cadmium [Cd] <=A 0,23 0,51 1,0 3,7 Koper [Cu] <=A Kwik [Hg] <=A 0,052 0,15 0,84 4,9 Lood [Pb] <=A Nikkel [Ni] <=A Zink [Zn] <=A Barium [Ba] <=A Molybdeen [Mo] D<=AW <1,5 1, Kobalt [Co] <=A PAK Naftaleen <0,05 Fenanthreen ,15 Anthraceen <0,05 Fluorantheen ,22 Benzo(a)anthraceen ,063 Chryseen ,062 Benzo(k)fluorantheen <0,05 Benzo(a)pyreen ,085 Benzo(g,h,i)peryleen ,051 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen ,07 Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 facto <=A 0,81 1,5 6,8 40 GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN PCB <0,001 PCB <0,001 PCB <0,001 PCB <0,001 PCB <0,001 PCB <0,001 PCB <0,001 PCB (7) (som, 0.7 factor) D<=AW 0,0049 0,0058 0,0058 0,14 OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C <3,0 Minerale olie C12 - C <5,0 Minerale olie C16 - C ,4 Minerale olie C21 - C Minerale olie C30 - C ,2 Minerale olie C35 - C <6,0 Minerale olie C10 - C40 D<=AW < OVERIG Droge stof (% m/m) ,5 Gloeirest (% (m/m) ds) cryogeen gemalen (-) GM Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend bijlage 9 MD-AF

41 Tabel 8: Samenstellingwaarden en toetsing voor grond conform Besluit Bodemkwaliteit Toetsmonster: MM03 Humus 1,7 Lutum 3,4 Datum van toetsen Datum van normen Vergelijking toe te passen grond Bodemklasse monster wonen Toets Meetw AW WO IND METALEN Cadmium [Cd] D<=AW <0,17 0,36 0,71 2,6 Koper [Cu] D<=AW <5, Kwik [Hg] D<=AW <0,05 0,11 0,59 3,4 Lood [Pb] D<=AW < Nikkel [Ni] <=A Zink [Zn] <=A Barium [Ba] <=A Molybdeen [Mo] D<=AW <1,5 1, Kobalt [Co] D<=AW <4,3 4, PAK Naftaleen <0,05 Fenanthreen ,5 Anthraceen ,21 Fluorantheen ,5 Benzo(a)anthraceen ,62 Chryseen ,64 Benzo(k)fluorantheen ,33 Benzo(a)pyreen ,59 Benzo(g,h,i)peryleen ,22 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen ,27 Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 facto <=W 6,0 1,5 6,8 40 GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN PCB <0,001 PCB <0,001 PCB <0,001 PCB <0,001 PCB <0,001 PCB <0,001 PCB <0,001 PCB (7) (som, 0.7 factor) D<=IND 0,0049 0,0040 0,0040 0,10 OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C ,8 Minerale olie C12 - C ,8 Minerale olie C16 - C <6,0 Minerale olie C21 - C <12 Minerale olie C30 - C <6,0 Minerale olie C35 - C <6,0 Minerale olie C10 - C40 D<=AW < OVERIG Droge stof (% m/m) ,3 Gloeirest (% (m/m) ds) cryogeen gemalen (-) GM Gemeente Purmerend/Contact te Purmerend bijlage 9 MD-AF