Inspectierapport Kindcentrum de Borg (BSO) Dusselheugte GN Assen Registratienummer

Transcriptie

1 Inspectierapport Kindcentrum de Borg (BSO) Dusselheugte GN Assen Registratienummer Toezichthouder: GGD Drenthe In opdracht van gemeente: Assen Datum inspectie: Type onderzoek : Nader onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport:

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 8 Gegevens toezicht van 8

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 5 van de Wet kinderopvang. Het betreft een onaangekondigd nader onderzoek. Naar aanleiding van tekortkomingen tijdens het jaarlijkse onderzoek ( ) en de daaruit volgende opdracht van de gemeente (aanwijzingsbesluit ) heeft de toezichthouder kinderopvang een nader onderzoek uitgevoerd. In dit nader onderzoek zijn de voorwaarden waaraan tijdens het jaarlijkse onderzoek niet werd voldaan opnieuw beoordeeld. Het nader onderzoek bestaat uit een bezoek aan de locatie op 19 januari Tijdens het bezoek zijn documenten ingezien. Beschouwing Op 11 september 2018 heeft er een jaarlijks onderzoek plaats gevonden bij buitenschoolse opvang (BSO) kindcentrum de Borg in Assen. Tijdens dit onderzoek is de volgende overtreding geconstateerd: overtreding binnen het domein Pedagogisch klimaat. De beroepskrachten zijn niet op de hoogte van de inhoud van het pedagogisch beleidsplan; overtreding binnen het domein Personeel en groepen. Mentorschap is niet geregeld op locatie; overtredingen binnen het domein Veiligheid en Gezondheid: er wordt onvoldoende conform het veiligheids- en gezondheidsbeleid gehandeld. Het beleidsdocument is niet inzichtelijk en de beroepskrachten zijn onvoldoende betrokken bij de vorming en implementatie van het document. Uit dit nader onderzoek is gebleken dat de overtredingen uit het jaarlijks onderzoek zijn hersteld. De locatie voldoet ten tijde van het onderzoek aan de geïnspecteerde eisen uit de Wet Kinderopvang (Wko) en aanverwante regelgeving. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 8

4 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Inleiding In dit onderdeel van het onderzoek worden de bevindingen over het domein Pedagogisch klimaat' opnieuw belicht. Per aspect worden eerst de overtredingen uit het vorige onderzoek beschreven. Aan de hand van nieuwe gegevens volgt er een (her)beoordeling, op basis van de huidige wet- en regelgeving. Pedagogisch beleid In het inspectierapport d.d is onder andere het volgende opgenomen: Ten aanzien van het pedagogisch beleid is tijdens het onderzoek een tekortkoming geconstateerd. Uit gesprekken met de beroepskrachten blijkt dat van hen wordt verwacht dat ze de op de hoogte zijn van de pedagogische plannen. Uit die gesprekken blijkt echter ook dat zij niet goed bekend zijn met de inhoud van het pedagogisch beleid en werkplan. Het pedagogisch beleid en werkplan wordt daarnaast volgens hen niet met regelmaat in het team besproken. Uit de notulen blijkt ook dat de pedagogische plannen niet aan de orde komen tijdens het teamoverleg. Hieruit maakt de toezichthouder op dat de houder er onvoldoende zorg voor draagt dat in de BSO volgens het pedagogisch beleidsplan en werkplan wordt gehandeld. Nader onderzoek De aanwezige beroepskracht vertelt dat het pedagogisch beleidsplan tijdens de meest recente vergadering is besproken. Dit blijkt ook uit de notulen van de vergadering van 11 februari 2019, welke de toezichthouder op locatie heeft ingezien. De beroepskracht vertelt dat het beleidsplan gezamenlijk is besproken en dat het beleidsplan daarnaast op feitelijke onjuistheden is gecontroleerd. Een aantal punten, zoals de opbouw van de basisgroepen, zijn aangepast naar aanleiding van deze controle. Conclusie: Er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarde. Gebruikte bronnen: Interview (aanwezige beroepskracht) Notulen teamoverleg ( ) 4 van 8

5 Personeel en groepen Inleiding In dit onderdeel van het onderzoek worden de bevindingen over het domein Personeel en groepen' opnieuw belicht. Per aspect worden eerst de overtredingen uit het vorige onderzoek beschreven. Aan de hand van nieuwe gegevens volgt er een (her)beoordeling, op basis van de huidige wet- en regelgeving. Stabiliteit van de opvang voor kinderen In het inspectierapport d.d is onder andere het volgende opgenomen: Er is een tekortkoming geconstateerd ten aanzien van het mentorschap. Tijdens het onderzoek blijkt dat het mentorschap op locatie niet is geregeld. Er is voor kinderen en ouders geen vast aanspreekpunt bij vragen over de ontwikkeling en het welbevinden en de ontwikkeling van de kinderen wordt op het moment van het onderzoek niet periodiek met ouders besproken. Uit gesprekken met de beroepskrachten blijkt ook dat er in de periode voorafgaand aan het onderzoek veel wisselingen zijn geweest in de beroepskrachten. Uit de gesprekken blijkt dat het mentorschap in verband met de vele wisselingen in het personeel niet is geregeld. Het team lijkt op het moment van de inspectie vastere vormen aan te nemen dan daarvoor is geweest. Nader onderzoek Tijdens het nader onderzoek vertelt de aanwezige beroepskracht dat de mentorkinderen inmiddels zijn onderverdeeld, tussen haarzelf en een collega. Dit blijkt eveneens uit de jaarplanning die is ingezien op locatie. De beroepskracht vertelt dat zij bij ziekte van haar collega de ontwikkelingen en het welbevinden van de overige kinderen ook zou kunnen bespreken met de ouders. De ouders zijn middels een brief geïnformeerd over het mentorschap op locatie. Conclusie: Er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarde. Gebruikte bronnen: Interview (aanwezige beroepskracht) jaarplanning 5 van 8

6 Veiligheid en gezondheid Inleiding In dit onderdeel van het onderzoek worden de bevindingen over het domein Veiligheid en gezondheid opnieuw belicht. Per aspect worden eerst de overtredingen uit het vorige onderzoek beschreven. Aan de hand van nieuwe gegevens volgt er een (her)beoordeling, op basis van de huidige wet- en regelgeving. Veiligheids- en gezondheidsbeleid In het inspectierapport d.d is onder andere het volgende opgenomen: Er zijn ten aanzien van de getoetste voorwaarden op het onderdeel Veiligheids- en gezondheidsbeleid een aantal tekortkomingen geconstateerd. Uit het bezoek aan de locatie en gesprekken met de beroepskrachten blijkt dat: - De beroepskrachten niet op de hoogte zijn van een beleid Veiligheid en Gezondheid; - Het beleid is niet inzichtelijk; - Het onvoldoende aantoonbaar is dat het een actueel beleid betreft waarbij aandacht is voor een continu proces van vormen, implementeren, evalueren en actualiseren van het beleid, aangezien de beroepskrachten onbekend zijn met het beleid Veiligheid en Gezondheid. Dit blijkt ook uit de notulen van het werkoverleg. Daarin is niet terug te zien dat het is besproken, terwijl het volgens het Beleid Veiligheid en Gezondheid een vast agendapunt zou moeten zijn. Nieuwe medewerkers ontvangen geen uitgebreide introductie in het veiligheids- en gezondheidsbeleid, terwijl dat wel beschreven staat in het Beleidsplan Veiligheid en Gezondheid. De toezichthouder constateert dat de praktijk afwijkt van wat er in het beleid beschreven staat. Nader onderzoek De beroepskracht vertelt dat het Veiligheids- en gezondheidsbeleid tijdens de laatste twee vergaderingen is besproken. Dit blijkt eveneens uit de notulen van 7 januari 2019 en 11 februari De notulen zijn op locatie ingezien. Tijdens de vergaderingen bespreken de beroepskrachten de risico's. Het beleidsdocument wordt, wanneer er nieuwe risico's zijn geconstateerd, geactualiseerd. In de notulen van 11 februari 2019 staat dat de afspraken worden vastgelegd in de notulen. Iedere PM'er ontvangt de notulen binnen een week. De PM'ers leggen de gemaakte afspraken op locatie vast in een actieplan, welke samen met het veiligheids- en gezondheidsbeleid inzichtelijk is voor ouders, stagiairs en nieuwe beroepskrachten. De toezichthouder constateert dat de beroepskrachten voldoende worden betrokken bij de vorming en implementatie van het Veiligheids- en gezondheidsbeleid en dat zij voldoende op de hoogte zijn van de inhoud van het document. Het actuele beleidsdocument is inzichtelijk op locatie. Conclusie: Er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarden omtrent Veiligheid en gezondheid. Gebruikte bronnen: Interview (aanwezige beroepskracht) Beleid veiligheid- en gezondheid Notulen teamoverleg ( ) 6 van 8

7 Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het kindercentrum beschikt over een pedagogisch beleidsplan. De houder van een kindercentrum draagt er zorg voor dat in de buitenschoolse opvang conform het pedagogisch beleidsplan wordt gehandeld. (art 1.49 lid 1 en 2, 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang) Personeel en groepen Stabiliteit van de opvang voor kinderen Aan ieder kind wordt een mentor toegewezen. De mentor is een beroepskracht van het kind en bespreekt, indien wenselijk, de ontwikkeling van het kind periodiek met de ouders. Tevens is de mentor voor de ouders en het kind aanspreekpunt bij vragen over de ontwikkeling en het welbevinden van het kind. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 18 lid 5 Besluit kwaliteit kinderopvang) Veiligheid en gezondheid Veiligheids- en gezondheidsbeleid De houder van een kindercentrum heeft voor elk kindercentrum een beleid dat ertoe leidt dat de veiligheid en gezondheid van de op te vangen kinderen zoveel mogelijk is gewaarborgd. De houder draagt er zorg voor dat er in de buitenschoolse opvang conform het veiligheids- en gezondheidsbeleid wordt gehandeld. (art 1.49 lid 1 en art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 13 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang) Het veiligheids- en gezondheidsbeleid omvat een concrete beschrijving van de wijze waarop de houder van een kindercentrum er zorg voor draagt dat het veiligheids- en gezondheidsbeleid samen met de beroepskrachten een continu proces is van het vormen van beleid, implementeren, evalueren en actualiseren. (art 1.49 lid 1 en art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 13 lid 3 onder a Besluit kwaliteit kinderopvang) Het veiligheids- en gezondheidsbeleid omvat een concrete beschrijving van de wijze waarop de houder van een kindercentrum er zorg voor draagt dat het actuele veiligheids- en gezondheidsbeleid en de evaluaties daarvan inzichtelijk zijn voor de beroepskrachten, beroepskrachten in opleiding, stagiairs, vrijwilligers en ouders. (art 1.49 lid 1 en art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 13 lid 3 onder e Besluit kwaliteit kinderopvang) 7 van 8

8 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kindcentrum de Borg Website : Vestigingsnummer KvK : Aantal kindplaatsen : 60 Gegevens houder Naam houder : Stichting CKC Drenthe Kinderopvang Adres houder : Postbus 167 Postcode en plaats : 9400AD Assen KvK nummer : Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Drenthe Adres : Postbus 144 Postcode en plaats : 9400AC ASSEN Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : M. Dennert Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Assen Adres : Postbus Postcode en plaats : 9400RA ASSEN Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Niet van toepassing Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : van 8