Landschappelijk inrichtingsplan erf Winterswijksweg 16c in Eibergen

Transcriptie

1 ++ MW/GN 049/jh ++ Landschappelijk inrichtingsplan erf Winterswijksweg 16c in Eibergen Naam : R.G.J. de Jong Adres : Huenderstraat 54 Woonplaats : 7151 DD Eibergen Mai : rgjdejong@gmail.com Telefoon : Behoort bij besluit van burgemeester en wethouders van Berkelland datum: zaaknr: AB-nr: 14 nov AB Gemaakt door Stichting Uitvoering Projecten VAN Berkel en Slinge t Brendeke 10, 7152 BT Eibergen Telefoon : (mobiel: ) Mail : info@vanberkelenslinge.nl Contactpersoon : Ing W.J. Klein Gunnewiek Versie : Concept, juni 2016 VAN Berkel en Slinge

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Achtergrondinformatie plangebied TOPOGRAFISCHE LIGGING BODEMGESTELDHEID WATERHUISHOUDING 4 2.5NATUURBEHEERPLAN GELDERLAND 6 3 Inrichtingsplan 7 A LINDELAAN 7 B LEILINDES 7 C BEUKENHAGEN 7 D RODE BEUKEN 8 E SINGEL 8 F SOLITAIRE EIK 8 G BEUKENHAGEN 9 H HOOGSTAMBOOMGAARD 9 I MEIDOORNHAAG 9 J HOUTWAL 10 Bijlage 1 Luchtfoto Bijlage 2 Overzicht inrichting terrein met nieuwe woning 11 Bijlage 3 Schetsplan landschappelijke inrichting 12 Bijlage 4 Begroting 14 Bijlage 5 Achtergronden bij de elementen 15 Struiken/bosplantsoen 15 Perceelsranden, bermen en overhoekjes 17 VAN Berkel en Slinge

3 1 Inleiding Het perceel van de familie de Jong ligt aan de Winterwijkseweg 16c in Eibergen. Zij willen op deze locatie een nieuwe woning bouwen in het kader van functieverandering (functies zoeken plaatsen, plaatsen zoeken functies). In dit plan wordt de landschappelijk inpassing bekeken. Een en ander is uitgewerkt waarbij is gekeken naar de omstandigheden en de ligging van het perceel. Aan de hand daarvan is dit plan uitgewerkt. In het plan worden zowel het perceel van de familie de Jong (ca 4800 m 2 groot) als het perceel van dhr Jansen (ca 4300 m 2 groot) bekeken en wordt het geheel gezamenlijk ingericht. Dit om een natuurlijke uitstraling als eenheid naar buiten toe te geven. 2 Achtergrondinformatie plangebied 2.1 TOPOGRAFISCHE LIGGING Het perceel ligt ten zuid oosten van Eibergen, zoals te zien op de onderstaande kaart. Het totale perceel met bebouwing heeft een oppervlakte van ongeveer 0,912 ha. Dit perceel wordt ingericht. VAN Berkel en Slinge

4 2.2 BODEMGESTELDHEID De bodem onder het in te richten perceel is een humuspodzolgrond. (Hn21) met grondwatertrap VI. In de ondergrond zit grind en keileem 2.3 WATERHUISHOUDING De bijbehorende grondwatertrap op het perceel is VI. Dit betekent dat de hoogste grondwater stand tussen de 40 en 80 cm zit en de laagste grondwaterstand verder VAN Berkel en Slinge

5 wegzakt dan 120cm is. Aanleg van natte elementen zoals een poel zijn niet aan te raden. Grondwatertrap (Gwt) Gemiddeld hoogste grondwaterstand in cm beneden maaiveld (GHG) Gemiddeld laagste grondwaterstand in cm beneden maaiveld (GLG) I II III IV V VI VII <20 <40 <40 >40 < >80 < >120 >120 > GEBIEDSHISTORIE Op de historische kaart van rond 1900 is te zien het perceel nog niet ontgonnen was. Het ligt dus in een jong ontginningslandschap. Het lag toen in een gebied met natte heidevelden en een rechthoekige ontginningsstructuur. Er zijn enkele bouwlandjes die begrensd zijn met hakhoutwallen. Aan de achterkant van het perceel liep een landweer. VAN Berkel en Slinge

6 2.5NATUURBEHEERPLAN GELDERLAND In het natuurbeheerplan 2016 valt het perceel van de familie de Jong onder het leefgebied droge dooradering. Dit betekent dat er vooral mogelijkheden liggen bij landschappelijke elementen die het natte heideontginningslandschap versterken en bovendien een gunstige invloed hebben op de ecologie. Onderstaande mogelijkheden zullen worden benut: -houtsingel en houtwal -erfbeplanting (boomgaard met haag) -schraal grasland VAN Berkel en Slinge

7 3 Inrichtingsplan Voor het perceel is een inrichtingsvoorstel gemaakt. Hierbij is rekening gehouden met de gebiedskenmerken, a-biotische en biotische factoren. Ook wordt streekeigen beplanting zo toegepast dat de bestaande woning en de nieuwe te bouwen woningen integreren in de omgeving en als eenheid in het gebied terugkomen. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de historische aspecten van het gebied. Zoals op de historische kaart is te zien was dit gebied een open heidegebied met enkele verspreid liggende singels en houtwallen. Ook liep er een landweer ten westen van het perceel. In bijlage 1 is een luchtfoto van het perceel in 2015 weergegeven. In bijlage 2 is het kadastrale perceel van het terrein weergegeven, met daarin aangegeven waar de bebouwing zal komen. In bijlage 3 is in de inrichtingsschets aangeven waar de onderstaande inrichting plaatsvindt. A LINDELAAN Langs de zuidkant van de nieuw aan te leggen oprit worden op een afstand van 65 meter 10 Lindebomen (Tilia Cordata) geplant op een plantafstand van 6 meter. Hierdoor blijven de zichtlijnen vanuit de woningen aan de zuidkant open, maar wordt het perceel toch via de laanstructuur ingepast in de omgeving. B LEILINDES Langs de zuidkant van de bestaande woning en de nieuwe woning worden 10 leilindes (Tilia Cordata) geplant op een plantafstand van 4 meter. De leilindes hadden in de ouder erfstructueren oorspronkelijk als functie schaduwwerking op de woning te creëren. Door zowel de oude woning als de nieuwe woningen met deze beplanting te ondersteunen krijgt het plan meer eenheid en hebben de leilindes ook een functie. C BEUKENHAGEN Langs de noordkant van de nieuw aan te leggen oprit verharding tussen de woningen wordt een beukenhaag aangelegd. De totale lengte bedraagt 125 meter, langs de oprit en 30 meter langs de groentetuin/kas/ Totaal dan een heg met de groene beuk (Fagus Sylvatica) van 155 meter. In totaal zijn er dan 620 stuks nodig. VAN Berkel en Slinge

8 D RODE BEUKEN Bij de inrit zullen ter markering 2 rode beuken geplaatst worden. E SINGEL Langs de noord-oostkant van het perceel wordt de bestaande singel aangepast. Aan de noord-ooostkant in de huidige tuin bij de bestaande bungalow worden bestaande coniferen, seringen en lariksen gerooid en wordt de singel ingeplant met soorten die aansluiten op de bestaande singel. Zo ontstaat aan de noord-oostkant ook een natuurlijke singel. Hiervoor is een inplant nodig van ca 450 m 2. De bestaande singel aan de noordkant bestaat uit inlandse eik, hazelaar, wilg, berk, lariks, vlier en fijnspar. De fijnspar en vlieropslag zullen verwijdert worden. Ook zal het gedeelte dat er dwars op staat, met een oppervlakte van ca 210 vierkante meter, worden verwijderd. Dit betreft vooral populier met vlierbes als ondergroei. Hiervoor wordt aansluitend aan de bestaande singel 260 m 2 ingeplant. De totale singel wordt na herinrichting vergroot van 2000 m 2 naar 2500 m 2. In onderstaande tabel is aangegeven wat er aan aanvullend plantmateriaal nodig is (ca 250 stuks). De aanplant is gebaseerd op de potentiële natuurlijke vegetatie die normaal gesproken op deze podzolgronden te vinden is. aantal Wilde Liguster Ligustrum vulgare 25 Vuilboom Rhamnus frangula 25 Lijsterbes Sorbus aucuparia 25 Sleedoorn Prunus spinosa 25 Hazelaar Corylus avalana 25 Eik Quercus Robur 50 Gelderse roos Viburnum 25 Groene beuk Fagus Sylvatica 50 Totaal: 250 exemplaren Deze singel is aantrekkelijk voor vogels en amfibieën en insecten die beschutting zoeken. Verdere inhoudelijke informatie over bosplantsoen is terug te vinden in de bijlage 4. Deze singel kan op den duur als hakhoutsingel beheerd worden. F SOLITAIRE EIK Tussen de 2 woningen zal een solitaire zomereik (Quercus Robur) aangeplant worden. Deze solitair dient als onderbreking van de zichtlijn tussen de 2 woningen en als markant punt op het erf. Eventueel kan er wat onderbeplanting met Rododendron plaatsvinden. VAN Berkel en Slinge

9 G BEUKENHAGEN Aan de oostzijde van de nieuwe woning tussen de tuin en de weg naar huis en aan de westzijde van de nieuwe woning tussen de tuin en de boomgaard worden enkele beukenhagen aangelegd. De totale lengte bedraagt 65 meter heg met de groene beuk (Fagus Sylvatica). In totaal zijn er dan 260 stuks nodig. H HOOGSTAMBOOMGAARD Aan de westzijde van de nieuwe woning tussen de tuin en de Koningsweg wordt een hoogstamboomgaard van 1000 m 2 aangelegd. Deze boomgaard wordt samengesteld uit een assortiment van oud Hollandse rassen. De fruitbomen worden verspreid geplant met een onderlinge afstand van mimimaal 8 meter. Er is ruimte voor 17 bomen in de gaard. Daarnaast word deze boomgaard aan de oostzijde voorzien van een beukenhaag en aan de westzijde met een meidoornhaag. Dit om het karakteristieke gebruik in het verleden (o.a. als afkalfweide zichtbaar vanuit de woning) te benadrukken. Het gras onder de boomgaard wordt beheerd als schraal grasland (zie ook nadere toelichting hierover in bijlage 5) I MEIDOORNHAAG Het westelijke gedeelte van boomgaard zal begrensd worden met een meidoornhaag, zoals reeds omschreven. De totale lengte van de meidoornhaag is 52 meter, er zijn dan 210 stuks aan planten nodig. VAN Berkel en Slinge

10 J HOUTWAL Het westelijke gedeelte van het perceel wordt aan de zuidkant versterkt met een houtwal van 90 x 5 meter = ruim 450 m 2. Door gedeeltelijke afschraping van de bouwvoor van het aanliggende boomgaard en aanleg van 2 greppels aan weerszijden van de wal, wordt een wallichaam van ca 30 cm hoog gecreëerd. Er is dus ca 135 m3 grond nodig voor deze houtwal. Hierop wordt ingeplant met de soorten zoals genoemd in onderdeel E. In onderstaande tabel is aangegeven wat er aan plantmateriaal nodig is. Er worden 7 rijen met een plantverband van 1,7 m (in de rijen) x 1,2 m (tussen de rijen). Er zijn dan ca 325 stuks bosplantsoen nodig. De aanplant is gebaseerd op de potentiële natuurlijke vegetatie die normaal gesproken op deze podzolgronden te vinden is. aantal Wilde Liguster Ligustrum vulgare 25 Vuilboom Rhamnus frangula 25 Lijsterbes Sorbus aucuparia 25 Sleedoorn Prunus spinosa 25 Hazelaar Corylus avalana 25 Eik Quercus Robur 75 boomvormer Geldere roos Viburnum opulus 50 Groene beuk Fagus sylvatica 75 boomvormer Totaal: 325 Deze singel is aantrekkelijk voor vogels en amfibieën en insecten die beschutting zoeken. Verdere inhoudelijke informatie over bosplantsoen is terug te vinden in de bijlage 3. Deze houtwal moet op den duur als hakhoutwal beheerd worden.. In bijlage 4 is de begroting voor de inrichting te vinde n. VAN Berkel en Slinge

11 Bijlage 1 Luchtfoto 2015 Bestaande schuur Jansen Te slopen gebouwen Bestaande woning Jansen VAN Berkel en Slinge

12 Bijlage 2 Overzicht inrichting terrein met nieuwe woning Nieuwe schuur de Jong Bestaande schuur Jansen Nieuwe woning de Jong Bestaande woning Jansen VAN Berkel en Slinge

13 Bijlage 3 Schetsplan landschappelijke inrichting Bestaande Kas en schuur E. Singel opknappen en uitbreiden Nieuwe schuur groentehuin G. Beukenhaag Tuin 2 bij de nieuwe woning Nieuwe woning B. Leilindes G. Beukenhaag F.Solitaire eik Tuin 1 op plek van gesloopte schuren Bestaande woning B. Leilindes C. Beukenhaag Winterswijkseweg D. Rode beuken Koningsweg I Meidoornhaag H. Hoogstamboomgaard A Lindelaan J. Houtwal N W S E Schaal 1:750 VAN Berkel en Slinge Meters

14 Bijlage 4 Begroting Plantvak Omschrijving Eenheid Aantal Prijs/eenheid Prijs totaal BTW A Tilia cordata, 10/12 st 10 28,00 280,00 6% Boompaal + boomband st 10 6,00 60,00 21% Planten laanbomen st 10 20,50 205,00 21% B Leilinde, 10/12 st 10 45,00 450,00 6% Boompaal + boomband st 10 6,00 60,00 21% Planten laanbomen st 10 20,50 205,00 21% C Fagus sylvatica, 60/100 st 620 0,90 558,00 6% 125 en 30 meter Planten haag, 4st/meter st 620 0,87 539,40 21% D Fagus sylvatica "Atropurpurea", 10/12 st 2 37,50 75,00 6% Boompaal + boomband st 2 6,00 12,00 21% Planten laanbomen st 2 20,50 41,00 21% E Bosplantsoen, divers st 250 0,65 162,50 6% Liguster, vuilboom, lijsterbes, sleedoorn, hazelaar, zomereik, groene beuk, gelderse roos Planten bosplantsoen st 250 0,53 132,50 21% Manuur uur 16 28,00 448,00 21% Motorzaag uur 10 8,75 87,50 21% F Quercus robur, 16/18, draadkluit st 1 135,00 135,00 6% Boompaal + boomband st 1 6,00 6,00 21% Planten laanbomen st 1 50,00 50,00 21% G Fagus sylvatica, 60/100 st 260 0,90 234,00 6% 30 en 35 = 65 meter Planten haag, 4st/meter st 260 0,87 226,20 21% H Hoogstamfruit, 8/10 st 17 25,00 425,00 6% Boompaal + boomband st 17 6,00 102,00 21% Planten laanbomen st 17 20,50 348,50 21% I Crataegus mongyna, 60/100 st 210 0,55 115,50 6% 52 meter Planten haag, 4st/meter st 210 0,87 182,70 21% J Bosplantsoen, divers st 200 0,65 130,00 6% Liguster, vuilboom, lijsterbes, sleedoorn, hazelaar, zomereik, groene beuk, gelderse roos Planten bosplantsoen st 200 0,53 106,00 21% Grondwerk m³ 135 6,00 810,00 21% Totaal excl. BTW 6.186,80 6% BTW 153,90 21% BTW 760,58 Totaal incl. BTW 7.101,28 VAN Berkel en Slinge

15 Bijlage 5 Achtergronden bij de elementen Struiken/bosplantsoen Opbouw bosplantsoen Algemeen Dit zijn soorten die of in een rij of per oppervlakte beplant worden. De maat van het geleverde materiaal is cm hoog. Struiken planten we 1,25 x 1,25 meter uiteen. Bosplantsoen 1,50 x 1,50 meter. I n de meeste gevallen krijgt u een gevarieerd assortiment. Er zitten dan wat boomvormers in en wat struikvormers. Met name de manier waarop de menging wordt uitgevoerd kan bepalend zijn voor een goed of minder goed resultaat. Boomvormers: Berk, es, els, eik, beuk, esdoorn zijn soorten die -al of niet met struiken- in een beplanting met struiken kunnen voorkomen. De boomvormers dient men als ze gemengd worden geplant met struiken in het midden van een beplanting (niet aan de rand dus) aan te leggen. Struik vormers: Gelderse roos, sleedoorn, kardinaalsmuts, hondsroos en eglantier zijn soorten die aan de rand van een beplanting het beste resultaat leveren. De krent, vuilboom, hulst, lijsterbes, kornoelje en hazelaar zijn de soorten die beter schaduw verdragen kunnen. Het is dan wel raadzaam om deze soorten in groepjes (wanneer mogelijk, 3-5 stuks) aan te planten. Aanplant De beplanting kan in verschillende verbanden aangeplant worden, in rijen, in driehoeksverband, in een wildverband enz. Voor alle verbanden geldt dat er i n zwarte grond geplant dient te worden. Van tevoren ploegen, spitten of frezen is van groot belang. Daarnaast dient de grond onkruid vrij te zijn en na aanplant ook de eerste jaren onkruidvrij te blijven (gebruik geen gif aangezien de jonge aanplant hier s terk van te lijden heeft). Het planten zelf kan vrij vlug uitgevoerd worden. Let op dat u niet te diep plant. De diepte is o.a. afhankelijk van de omvang van het wortelstelsel. Steek een gat, (houdt de grond op de schop), plaats het plantje zo dat alleen d e wortels in het gat zitten. Gooi de grond weer in het gat, terwijl u het plantje vasthoud. De grond iets aanduwen. Beheer De beplanting begint klein, na 2 tot 3 jaar echter zal de beplanting gesloten raken (d.w.z de takken van de beplanting elkaar raken) er moet worden gesnoeid Een beplanting van alleen struikvormers kunt u onderhouden om jaarlijks takken die problemen geven af te knippen. Ook is het mogelijk om dunningen uit te voeren, door VAN Berkel en Slinge

16 struiken af te zetten. Zo kunnen de struiken zich ontwikkelen t ot een mooie dichte, met kleurige bessen en bloemen, groene beplantingsvorm. Doet u daarna niks meer dan schieten bepaalde soorten door en wordt de beplanting hol van onderen. Er moet een verjonging plaatsvinden. Verjonging, als de struiken mooi in sluitin g zijn, kan plaatsvinden door bijvoorbeeld jaarlijks 1/4 deel af te zetten (niet te laag cm). Na 4 jaar is de gehele beplanting dan verjongd. Dit afzetten kan het beste, evenals de dunningen in het najaar plaatsvinden. Voor een beplanting met alleen boomvormers, wat op termijn dus bos dient te worden geldt dat de plantafstand groter is namelijk 1.50 x 1.50 meter en dat het daardoor de eerste jaren niet nodig is om te snoeien e.d Wanneer de beplanting in sluiting komt, d.w.z dat de kruinen van de bomen elkaar raken dan is het zaak om de zogeheten "blijvers" te kiezen. Met andere woorden welke bomen mogen groot en oud worden. Deze bomen moeten de ruimte krijgen om zich in goed te kunnen ontwikkelen, de bomen die rechtstreeks de blijvers hinderen kunnen verwijderd worden. Deze dunning moet verstandig uitgevoerd worden, haal niet teveel weg. Dit proces kan op de langere termijn nog eens uitgevoerd worden zodat de bomen die uiteindelijk moeten overblijven wederom meer ruimte krijgen. Wilt u een beplanting krijgen van bomen met daaronder een struikenetage dan dient u de struiken/boompjes die u wilt behouden vrij te stellen door, wanneer de beplanting gesloten raakt, de omliggende beplanting af te zetten op cm boven de grond. Laat de beplanting weer in sluiting komen en herhaal dan deze ingreep. Op deze manier krijgt u een mooie dichte beplanting met opgaande soorten. Dit snoeien kan het beste in het najaar plaats vinden. Voor alle drie de beplantingsvormen geldt dat water geven en onkruidbestrijding in de eerste jaren van groot belang is. Ook is het belangrijk dat het vee of het wild niet bij de jonge beplanting kan komen. Voorbeeld plantschema Een beplanting van ongeveer 90 meter lang en 3 rijen breed. Plantafstand 1.25 x 1.25 meter, Dus per rij ongeveer 72 plantjes. Assortiment: 50 x Ruwe berk 01, 50 x Zomereik x Lijsterbes x Vuilboom x Krent x Gelderse roos x Hazelaar 07 De boomvormers zijn de Berk, Zomereik en de Lijsterbes. De overige soorten zijn meer struikvormers. De boomvormers worden meer in de middelste rij geplant. De struikvormers meer in de buitenste rijen. (zie andere kant formulier) VAN Berkel en Slinge

17 Enzovoort. ( Dus menging van soorten per groepje van 3-5 stuks). Probeer te voorkomen dat de struikjes tijdens het planten uitdrogen, dit kan al in 5-10 minuten gebeuren. Met name met een beetje gure wind gaat dit extra snel. Perceelsranden, bermen en overhoekjes Perceelsranden en bermen zijn lijnvormige elementen in het landschap. Deze natuurelementen zijn vanuit ecologisch oogpunt bekeken van groot belang, omdat er minder mest- en bestrijdingsmiddelen opkomen en daardoor schraler zijn. Dit geldt ook voor overhoekjes, zodat planten van ruigten meer kans krijgen. Ruigtekruidenvegetaties zijn begroeiingen van hoog ops chietende overjarige kruiden, waarin grasachtige soorten een ondergeschikte rol spelen. Hoogopschietende kruiden vereisen een beperkte mate van voedselrijkdom. Ruigtekruidenvegetaties vormen vaak een kleurig element in het landschap en bieden aan veel inse cten en planten een leefgebied. Het versterkt het dekkingsnetwerk. Het grasland onder de boomgaard kan op deze manier beheerd worden. Eén keer per jaar maaien en afvoeren van het maaisel resulteert dan binnen een paar jaar in een steeds gevarieerdere plantensamenstelling. Met het afvoeren van het maaisel voert u tevens nutriënten af, zodat het schraler wordt. Is dit niet het geval dan moet er vaker gemaaid worden om zoveel mogelijk voedingsstoffen af te voeren. Indien de gewenste vegetatie bereikt is schak elt u over op de onderstaande methode. 1. Begin maart maaien Om overwinterende insecten en het afzetten van zaad een kans te bieden is het belangrijk dat u pas begin maart maait. Een aan te bevelen methode voor het maaien van ruigtestroken, die om het jaar gemaaid moeten worden, is om gefaseerd de kruiden vegetatie af te zetten. Hierdoor ontstaat variatie in structuur dat belangrijk is voor flora en fauna. Tevens ontstaat door het extensieve maaien een grotere biodiversiteit. 2. Maaisel afvoeren Door het maaisel af te voeren verschraalt u het terrein. Hierdoor krijgen kruidachtigen meer kans, en nemen soorten van voedselrijke bodem als distels en brandnetels af. Brandnetels zijn echter van groot belang voor verschillende soorten vlinders zoals; Atalanta, Kleine vos en Dagpauwoog. Bestrijdt daarom niet alle brandnetels, laat ze staan als u er geen last van heeft. VAN Berkel en Slinge

18 3. Maaisel verwerken Het afgevoerde maaisel kunt u onderwerken op bouwland. Hierdoor hoeft u geen groenbemester in te zaaien en verhoogt u toch het organische stofgehalte in de bodem. Een andere mogelijk is om het maaisel te verwerken tot een broeihoop. Deze kan dienst doen als voedselbron voor met name insecten. Tevens realiseert u op deze manier een ei-afzettingsplek voor verschillende reptielen, met name de ringslang. Dit laatste is alleen van belang indien er in de buurt van het bedrijf reptielen aanwezig zijn. VAN Berkel en Slinge