RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Juliana van Stolbergschool

Transcriptie

1 RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Juliana van Stolbergschool Plaats : Rotterdam BRIN nummer : 14KP C1 Onderzoeksnummer : Datum onderzoek : 12 april 2016 Datum vaststelling : 6 juni 2016

2 Pagina 2 van 17

3 INHOUDSOPGAVE 1 SAMENVATTING VAN DE BELANGRIJKSTE OORDELEN TOELICHTING OP DE OORDELEN REACTIE VAN HET BESTUUR OPZET VAN HET ONDERZOEK BIJLAGE 1 STANDAARDEN EN PORTRETTEN BIJLAGE 2 ACHTERGRONDINFORMATIE Pagina 3 van 17

4 Pagina 4 van 17

5 1 SAMENVATTING VAN DE BELANGRIJKSTE OORDELEN De Juliana van Stolbergschool heeft haar kwaliteit op orde en de inspectie handhaaft het basisarrangement. Algemeen beeld De Juliana van Stolbergschool heeft twee gebouwen. Tijdens dit kwaliteitsonderzoek is het gebouw aan de Bieslandstraat bezocht (midden- en bovenbouw) en zijn bevindingen van het eerdere vve-onderzoek in de onderbouw meegenomen. De school is in wederopbouw. Een nieuwe directeur is sinds dit schooljaar bezig om te behouden wat goed is en te verbeteren wat nodig is. Ouderbetrokkenheid en de verantwoordelijkheid bij leerlingen voor het eigen leerproces zijn belangrijke onderdelen in de visie van de school. Alle voorwaarden om te komen tot een cyclus van kwaliteitszorg zijn nu geschapen, maar echte concrete resultaten heeft dit nog niet opgeleverd. Zo zijn er nog geen eigen ambities opgesteld en heeft er nog geen concrete evaluatie plaatsgevonden van het onderwijsleerproces. De cognitieve resultaten zijn voldoende, maar wel kwetsbaar. De zorgstructuur heeft een impuls gekregen door de nieuwe analyseformulieren, die gelijk dienst doen als groepsplan. Verdere ontwikkeling ziet de inspectie in het verbeteren van de analyse. Het didactisch handelen van de leerkrachten is in het algemeen voldoende. Afgelopen jaar heeft de school sterk geïnvesteerd in het waarborgen van de veiligheid. Het veiligheidsbeleid is duidelijk zichtbaar en aanwezig. In mei 2016 vindt er een veiligheidsmonitor plaats onder personeel en leerlingen. De school komt van een familiaire cultuur en heeft nu in de basis een professioneel klimaat. Op 8 maart 2016 is er ook een onderzoek geweest naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie in de groepen van peuterzeelzaal Villa Lilla en de groepen 1/2 van de Juliana van Stolbergschool. De inspectie monitort de kwaliteit van de voor-en vroegschoolse educatie in 37 grote gemeenten (G37). Er is een apart rapport opgesteld voor de voor- en vroegschoolse educatie. Pagina 5 van 17

6 2 TOELICHTING OP DE OORDELEN 2.1 Kwaliteitsoordelen op de onderzochte standaarden Hieronder staan de kwaliteitsoordelen op de standaarden per kwaliteitsgebied. De score geeft aan in welke mate de betreffende standaard is gerealiseerd. Daaronder staat steeds de toelichting. Bijlage 1 geeft de portretten weer die bij de standaarden horen. Legenda: 1. zeer zwak 2. zwak 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen Onderwijsresultaten Resultaten Onderwijsresultaten De eindresultaten op de Juliana van Stolbergschool zijn voldoende. In 2014 lagen de eindopbrengsten ver onder de ondergrens, die de inspectie hanteert voor scholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie. In 2015 lagen de eindopbrengsten wel boven deze grens, maar de huidige resultaten van groep acht zijn wederom kwetsbaar. Deze eindresultaten hebben betrekking op de kernvakken Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. De school kan niet laten zien dat de leerlingen ook vaardigheden in meer brede zin hebben ontwikkeld met uitzondering van de sociaal emotionele ontwikkeling. Maar hier ontbreekt echter nog wel de eigen schooldoelen. Ook heeft de school een plusklas, maar welke ambities er worden nagestreefd is nergens zichtbaar. Onderwijsproces Zicht op ontwikkeling 2.3 Didactisch handelen Pagina 6 van 17

7 Onderwijsproces De inspectie en de adjunct-directeur/intern begeleider hebben samen lesbezoeken afgelegd. Hierbij hebben zij gekeken naar de kwaliteit van het lesgeven en de wijze waarop de leraren de gegevens over de ontwikkeling van de leerlingen gebruiken bij de afstemming (didactisch handelen en zicht op ontwikkeling). De school brengt met behulp van toetsen en observaties de ontwikkeling van de leerlingen voldoende in beeld. Wanneer leerlingen niet genoeg lijken te profiteren van het onderwijs, gaat de school na waar de ontwikkeling stagneert en wat mogelijke verklaringen hiervoor zijn. Op basis van deze informatie worden groepsplannen opgesteld. De leerkrachten gebruiken deze plannen om gedifferentieerd in drie niveaugroepen les te geven. De analyse kan diepgaander uitgevoerd worden. De huidige conclusies betreffen vaak aanpassingen in het aanbod of zijn pedagogisch gericht. Echte aanpassingen op het gebied van de eigen leerkrachtvaardigheden ontbreken nog. Het kan dus gebeuren dat de intensieve groep de grootste groep is en dat er nog steeds op basisniveau les wordt gegeven. Het is wel goed om te merken dat per groep in leertijd geanticipeerd wordt op teleurstellende resultaten. Daarnaast kunnen de analyseformulieren van de methodegebonden toetsen als voorbeeld voor anderen gelden. In de bezochte groepen geeft de leraar een duidelijke uitleg en werken de leerlingen taakgericht. Er zijn verschillen tussen de leraren geconstateerd in de kwaliteit van hun didactisch handelen. Opvallend is wel dat brede schoolafspraken rondom zelfstandig werken niet overal zichtbaar zijn. Dit vraagt herijking. Ook blijkt tijdens de bezoeken dat het hebben van controle op het gedrag van de leerling door de leerkracht een belangrijke component is. Of dit daadwerkelijk past bij de visie van de school is nog maar de vraag en is onderwerp van gesprek tussen directie, externen, ouders en de leerkrachten. Schoolklimaat en veiligheid Veiligheid Schoolklimaat en veiligheid De leraren besteden in de lessen gericht aandacht aan de sociale vaardigheden en er zijn duidelijke schoolregels, waar leerlingen zich aan houden en leraren op toezien. Pagina 7 van 17

8 De school heeft een veiligheidsbeleid, een protocol pesten, een methodisch aanbod en een leerlingenraad. De school werkt preventief om pestgedrag te voorkomen en reageert adequaat volgens leerlingen en ouders als er toch een incident plaatsvindt. Nu alles in de basis geregeld is, zal de directie in mei en juni de veiligheidmonitor en de tevredenheidspeilingen onder ouders, leerlingen en leerkrachten uitvoeren. Volgens de leerlingen is het plein een grote bron van ergernis en een mogelijke bron van onaangenaam gedrag. Kwaliteitszorg en ambitie Evaluatie en verbetering 4.2 Kwaliteitscultuur 4.3 Verantwoording en dialoog Kwaliteitszorg en ambitie De school evalueert en verbetert haar onderwijs nog onvoldoende systematisch. Zij is gestart met het maken van (trend-)analyses van de resultaten op schoolen groepsniveau. Door het ontstane vacuüm (vertrek directeur, interim en komst nieuwe directeur) hebben er geen tevredenheidsonderzoeken onder ouders, leraren en leerlingen plaats gevonden. Dit probleem wordt binnenkort opgelost en de resultaten zullen gebruikt worden om een nieuw schoolplan te schrijven. De school kan de streefdoelen scherper formuleren op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie en de evaluaties. Ook is het vertalen van deze doelen in concrete plannen van aanpak een verbeterpunt. Het is een uitdaging voor de school om schoolspecifieke kwaliteitscriteria op te stellen voor onderdelen van het onderwijsleerproces, zoals het aanbod en het didactisch handelen. Hiermee kan de school beter bepalen wanneer zij tevreden is over de kwaliteit van het onderwijs. Onder leiding van de nieuwe directeur zijn er diverse ontwikkelingen gaande die leiden tot een beter, samenhangend systeem van evaluatie en verbetering. De kwaliteitscultuur op de school is voldoende. Teambreed is er de bereidheid om het onderwijs gezamenlijk te verbeteren en te werken aan verdere professionalisering. De school informeert de ouders voldoende via onder andere de schoolgids, nieuwsbrieven en de website. De actieve dialoog met de ouders over de schoolontwikkeling versterkt de school door inzet van externen, die ook in het kader van ouderbetrokkenheid ouders actief betrekt bij de ontwikkeling van de school en haar kwaliteit. Het is ook een onderwerp waarop de school in de toekomst wil excelleren. Pagina 8 van 17

9 2.2 Oordelen over naleving Er is een tekortkoming geconstateerd in de naleving van wettelijke voorschriften die zijn gecontroleerd. In de schoolgids is verkeerde informatie over de ouderbijdrage opgenomen. Er dient in de schoolgids te worden vermeld dat de ouderbijdrage een vrijwillige bijdrage is, waaraan geen voorwaarden als een schoolreisje aan gekoppeld kan worden (WPO artikel 13 lid 1 onder e). De inspectie heeft de tekortkoming met u besproken en u bent het eens met de vastgestelde tekortkoming. De inspectie biedt u de gelegenheid alle ouders schriftelijk te informeren over de verkeerde informatie over de ouderbijdrage en aan te geven wat het schoolbeleid is op dit punt. Binnen vier weken na ontvangst van het conceptrapport ontvangt de inspectie hiervan een afschrift. Daarnaast geven wij u de opdracht ervoor zorg te dragen dat de volgende versie van de schoolgids aan de wet- en regelgeving voldoet. Pagina 9 van 17

10 3 REACTIE VAN HET BESTUUR Dit rapport beschrijft de oordelen van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs op Juliana van Stolbergschool. We hebben de school en het bestuur gevraagd om de ontwikkelrichting aan te geven op basis van de eigen kwaliteitsoordelen en die van de inspectie. Hieronder geeft het bestuur zijn reactie: De Juliana van Stolberg is in de afgelopen jaren sterk verbeterd. De nieuwe directie van de school heeft een start gemaakt met de professionalisering van de school. Door de relatief nieuwe directie zijn de ontwikkelpunten in beeld gebracht die we de komende vier jaar uitvoeren. De inspecteur zegt: De school staat aan de basis van nieuw bouwen om in de toekomst excellent te worden. De analyse die de inspectie van de Juliana van Stolberg is gemaakt, is voor de directie van de school zeer herkenbaar. Er moet weliswaar verder ontwikkeld worden maar de directie heeft hier goed zicht op. We zijn trots op het compliment van de inspecteur over de analyse die de leerkrachten maken van de methode-gebonden toetsen. De Juliana van Stolberg richt zich het komende jaar op de kwaliteitszorg waarbij met name de processen op orde moeten worden gebracht; de pdca cyclus is daarin leidend. Er is veel nagedacht over wat de school moet ontwikkelen. De komende jaren worden de plannen uitgevoerd, geëvalueerd en bijgesteld. Op schoolniveau wordt het vierjaren beleid vastgesteld, gekoppeld aan gemeentelijke ontwikkelingen en stichtingsontwikkelingen. Inhoudelijk richt de aandacht zich op de verdere ontwikkeling van de professionele leergemeenschap en de complexe leerkrachtvaardigheden. Dit wordt ondersteund door LeerKRACHT, waar de school in het nieuwe schooljaar mee start. De zorg voor onze leerlingen is onze eerste prioriteit en daarom gaan we ons ook ontwikkelen op het gebied van plus-leerlingen aan de bovenkant maar blijft er ook veel aandacht voor de leerlingen die zich minder snel ontwikkelen. De school gaat schooldoelen en groepsdoelen stellen naast de leerling-doelen. De leerlingenzorg zal nog beter kijken naar de resultaten van de leerlingen op de Cito-toetsen en op basis van deze analyse het aanbod nog beter afstemmen op Pagina 10 van 17

11 de onderwijsbehoefte van de leerlingen. Zo komen we tot een beredeneerd aanbod. Veiligheid is een andere belangrijke factor in de zorg voor goed onderwijs. De school zet diverse instrumenten in om pesten en onveiligheid tegen de gaan. Hiervoor is veel waardering vanuit de ouders. Het komende schooljaar zal de sociale-veiligheidsvragenlijst worden afgenomen. De resultaten worden gebruikt voor het plannen en uitvoeren van verbetertrajecten. Ook de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie is nagenoeg op alle aspecten op orde en soms ruim op orde. De Juliana van Stolberg zal voor de gehele school zorgdragen voor een sluitend kwaliteitssysteem zodat wij ons blijven ontwikkelen en daardoor de leerlingen blijven stimuleren het beste uit zichzelf te halen. Pagina 11 van 17

12 4 OPZET VAN HET ONDERZOEK Volgens de wet moeten alle scholen eens in de vier jaar door de inspectie worden bezocht. Vanaf januari 2015 krijgen alle scholen die daarvoor in aanmerking komen, een onderzoek met het nieuwe conceptwaarderingskader. Zo ook de Juliana van Stolbergschool. Op 12 april 2016 hebben de volgende onderzoeksactiviteiten plaatsgevonden: een documentenanalyse; gesprekken met verschillende groepen belanghebbenden: directie, intern begeleiders, leraren, ouders en leerlingen; observaties van de onderwijspraktijk in de volgende groepen; 5a, 5b, 6 en 8. Deze observaties zijn samen met een observant van de school uitgevoerd. Aan het eind van de onderzoeksdag is een feedbackgesprek gevoerd met het bestuur, de schoolleiding, de intern begeleiders en de leraren van de school. In dit gesprek zijn de bevindingen en oordelen van de inspectie besproken en heeft de school aangegeven wat zij gaat doen met deze bevindingen. Aan het eind van de voor en vroegschoolse onderzoeksdag op 8 maart 2016 heeft de inspectie ook een feedbackgesprek gevoerd met het bestuur, de houder van de peuterspeelzaal, de schoolleiding, de leiding van de voorschool, de intern begeleiders en enkele leraren en pedagogisch medewerkers. In dit gesprek zijn de bevindingen en oordelen van de inspectie besproken en hebben de school en de voorschool aangegeven wat zij gaan doen met deze bevindingen. Voor meer informatie over het nieuwe toezicht en de opzet van de vernieuwde kwaliteitsonderzoeken, zie bijlage 2 en de website van de inspectie Pagina 12 van 17

13 BIJLAGE 1 STANDAARDEN EN PORTRETTEN Onderstaand staan de portretten van alle standaarden uit het conceptwaarderingskader. Bij kwaliteitsonderzoeken gedifferentieerd toezicht wordt een bij de school passende selectie van deze standaarden beoordeeld. KWALITEITSGEBIED 1: ONDERWIJSRESULTATEN STANDAARD 1.1: COGNITIEVE EINDRESULTATEN De leerlingen behalen cognitieve eindresultaten die gezien kenmerken en beginniveau van de leerlingen ten minste in overeenstemming zijn met de gestelde norm. De leerlingen behalen eindresultaten die ten minste in overeenstemming zijn met de gestelde (minimum)norm. De doelen voor cognitieve leerresultaten die de school stelt, passen bij de kenmerken van haar leerlingen en de maatschappelijke verwachtingen. De school laat zien dat de doelen gerealiseerd worden. Daarbij beperkt de school zich niet tot Nederlandse taal en rekenen. STANDAARD 2.2: ZICHT OP ONTWIKKELING De leraren volgen en analyseren de ontwikkeling van alle leerlingen met als doel het onderwijs voor hen vorm te geven. De leraren verzamelen voortdurend systematische informatie over de ontwikkeling van hun leerlingen. Zij gaan regelmatig na in welke mate de leerlingen profiteren van het geboden onderwijs en hoe de ontwikkeling van leerlingen verloopt ten opzichte van henzelf en van leeftijdgenoten. Wanneer leerlingen niet genoeg lijken te profiteren gaat de school na waar de ontwikkeling stagneert en wat mogelijke verklaringen hiervoor zijn. De leraren gebruiken al deze informatie vervolgens om het onderwijs af te stemmen op de onderwijsbehoeften van zowel groepen leerlingen als individuele leerlingen. Ze gebruiken daarbij een cyclische aanpak. STANDAARD 2.3: DIDACTISCH HANDELEN Het didactisch handelen van de leraren stelt de leerlingen in staat tot leren en ontwikkeling. De leraren plannen en structureren hun handelen met behulp van de informatie die zij over de leerlingen hebben en stimuleren een brede ontwikkeling. Het Pagina 13 van 17

14 team handelt op basis van een samenhangend en consistent pedagogischdidactisch concept. De leraren zorgen voor effectieve instructies: aansprekend, doelmatig en interactief. Ze geven blijk van hoge verwachtingen en reageren positief op de inbreng van leerlingen waardoor deze zich ondersteund en uitgedaagd voelen. Bij de instructies en opdrachten gebruiken de leraren passende vakdidactische principes en werkvormen. Ook zorgen zij ervoor dat het niveau van hun lessen past bij het beoogde eindniveau. Zij stemmen de instructies en opdrachten af op de behoeften van groepen en individuele leerlingen, zodat alle leerlingen actief, gemotiveerd en betrokken zijn en de voor hen beschikbare tijd effectief besteden. Tijdens de (leer)activiteiten gaan de leraren na of de leerlingen de leerstof en de opdrachten begrijpen. Daarbij geven de leraren de leerlingen directe en individuele feedback op hun werken en leren. KWALITEITSGEBIED 3: SCHOOLKLIMAAT EN VEILIGHEID. STANDAARD 3.2: VEILIGHEID Schoolleiding en leraren waarborgen een veilige, respectvolle en betrokken omgeving voor leerlingen en leraren. Schoolleiding en leraren waarborgen de veiligheid van de school en zijn omgeving voor alle leerlingen en het personeel. Leerlingen, leraren, schoolleiding en overig personeel gaan respectvol en betrokken met elkaar om. De leraren leren leerlingen sociale vaardigheden aan en tonen voorbeeldgedrag. Schoolleiding en leraren voorkomen pesten, agressie en geweld in elke vorm en treden zo nodig snel en adequaat op. De school heeft daarvoor een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen, registreren, afhandelen en evalueren van incidenten. Het beleid voorziet ook in een regelmatige meting van de veiligheidsbeleving van de leerlingen, en het personeel. De school heeft een vertrouwenspersoon. Alle betrokkenen kennen dit beleid. KWALITEITSGEBIED 4: KWALITEITSZORG EN AMBITIE STANDAARD 4.1: EVALUATIE EN VERBETERING De school heeft vanuit haar maatschappelijke opdracht ambities en doelen geformuleerd, evalueert regelmatig de realisatie en verbetert op basis daarvan systematisch haar onderwijs. De school weet, rekening houdend met haar maatschappelijke opdracht en kenmerken van de leerlingenpopulatie, waarin zij zich wil onderscheiden, c.q. profileren, en heeft daaruit toetsbare doelen afgeleid voor de korte en Pagina 14 van 17

15 middellange termijn. De kwaliteitszorg heeft in elk geval betrekking op de resultaten, het onderwijsproces waaronder het aanbod, het schoolklimaat en de veiligheid. De schoolleiding en de leraren beoordelen systematisch maatregelen en instrumenten om te waarborgen dat het personeel zijn bekwaamheid heeft en onderhoudt. De school betrekt onafhankelijke deskundigen en belanghebbenden bij deze beoordeling en analyseert de relatie van de resultaten met de financiële voorzieningen en wettelijke vereisten. De evaluaties leiden tot toegankelijke managementinformatie. Waar nodig voert de school planmatig verbeteringen door die voldoende ambitieus zijn en aansluiten bij de evaluaties. STANDAARD 4.2: KWALITEITSCULTUUR De school kent een professionele kwaliteitscultuur en functioneert transparant en integer. Het beleid van de school om haar visie op de onderwijskwaliteit en ambities te realiseren is breed gedragen. Er is een grote bereidheid om gezamenlijk het onderwijs te verbeteren. Het bestuur en de schoolleiding vertonen onderwijskundig leiderschap en kwaliteitsbewustzijn. Er wordt gehandeld vanuit een duidelijke verantwoordelijkheidsverdeling. De schoolleiding en de leraren werken gezamenlijk aan een voortdurende verbetering van hun professionaliteit. Leraren en andere betrokkenen bij de school werken resultaatgericht, zijn aanspreekbaar op gemaakte afspraken en zijn zich bewust van de effecten van hun handelen op de onderwijskwaliteit en op de ontwikkeling van de leerlingen. De school werkt vanuit een transparante en integere cultuur waarin sprake is van zichtbaar zorgvuldig handelen. STANDAARD 4.3: VERANTWOORDING EN DIALOOG De school legt toegankelijk en betrouwbaar verantwoording af over ambities, doelen en resultaten en voert daarover actief een dialoog met haar omgeving. De school betrekt interne en externe belanghebbenden bij de ontwikkeling van haar beleid, bespreekt regelmatig haar ambities en welke resultaten ze behaalt. Ze vraagt van deze belanghebbenden een actieve bijdrage in het realiseren van haar ambities en doelen en spreekt hen daarop aan. Daarnaast staat de school open voor wensen en voorstellen van interne en externe belanghebbenden en verwerkt deze. De school verantwoordt zich over de resultaten op een voor de belanghebbenden toegankelijke en heldere wijze. Pagina 15 van 17

16 BIJLAGE 2 ACHTERGRONDINFORMATIE Onderwijsinspectie vernieuwt het toezicht De Inspectie van het Onderwijs vernieuwt de komende jaren het onderwijstoezicht: meer maatwerk, meer ruimte voor voldoende presterende scholen, en sterker gericht op verdere ontwikkeling van de kwaliteit van het onderwijs. Scholen, besturen en leraren hebben - en nemen - zelf de verantwoordelijkheid om op hun eigen wijze het onderwijs te bieden dat het beste uit leerlingen en studenten haalt. Met het vernieuwde toezicht wil de inspectie nog sterker die eigen verantwoordelijkheid stimuleren. Basiskwaliteit is in orde, geheel moet beter - De afgelopen decennia hebben we veel energie gestoken in het opsporen van minder presterende scholen en opleidingen en het samen met hen ervoor zorgen dat ze weer verbeterden. Dit heeft zijn vruchten afgeworpen: het aantal scholen dat zwak of zeer zwak is, is flink afgenomen. De basiskwaliteit is dus steeds vaker in orde. Maar tegelijk zien we dat het Nederlandse onderwijs over het geheel beter kan en moet. Met vernieuwd toezicht wil de onderwijsinspectie daar aan bijdragen. Proces: samen de vernieuwing ontwikkelen - Op weg naar vernieuwd toezicht gaan we niet alleen op pad. Het is een open proces van gezamenlijk ontwerpen met scholen en besturen, bestuurlijke partners, OCW, de politiek. Instellingen eigen verantwoordelijkheid, de inspectie stimuleert - Besturen, schoolleiders en niet in de laatste plaats de leraren dragen - en nemen - verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs. En voor de eigen manier waarop zij het onderwijs invullen om het beste uit leerlingen en studenten te halen. De inspectie stimuleert de instellingen in het nemen van die eigen verantwoordelijkheid en we sluiten daar in ons toezicht bij aan. Verdere kwaliteitsverbetering - De kern van het nieuwe toezicht is dat we ook scholen en besturen boven de ondergrens gaan stimuleren tot verdere kwaliteitsverbetering voor hun leerlingen en studenten. We ondersteunen daarvoor de scholen en hun besturen in hun ambities en verbetervermogen. Scholen kunnen daarom straks het oordeel voldoende of goed' krijgen. De inspectie houdt overigens onverminderd aandacht voor risico s. Totaalbeeld - We geven een oordeel op basis van het totaalbeeld, een oordeel dat rekening houdt met het specifieke karakter van elke school en dat ondersteund wordt met toetsbare gegevens. Pagina 16 van 17

17 Aansluiten bij kwaliteitszorg besturen en scholen - Besturen en schoolleiders nemen steeds meer verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van hun scholen en opleidingen. Met alle besturen gaat de Inspectie van het Onderwijs regelmatig de kwaliteit van de scholen en de kwaliteitszorg van het bestuur bespreken, mede aan de hand van de informatie van de school of het bestuur zelf. We zoeken de dialoog met deze besturen, schoolleiders en leraren over wat hen beweegt, hoe ze er voor staan en waar ontwikkelingskansen liggen. Leraar centraal - Cruciaal in het toezicht is de aandacht voor de centrale positie van de leraar en de professionalisering. Met het toezicht willen we schoolleiders en besturen stimuleren om de leraar optimaal in staat te stellen zich te ontwikkelen. Leraren zijn met elkaar immers doorslaggevend voor de kwaliteit van het onderwijs en voor de verdere verbetering daarvan. Leraren moeten zich (weer) eigenaar voelen van het onderwijs dat in hun school geboden wordt en de inspectie wil dit graag stimuleren. Pagina 17 van 17