OVERZICHT VAN DE WIJZIGINGEN

Transcriptie

1 OVERZICHT VAN DE WIJZIGINGEN Bestaande tekst Gewijzigde tekst FB Besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 1995 betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren Art. 1 Art. 1bis De personeelsleden, vermeld in artikel 1, worden tevens gemachtigd, in naam en voor rekening van de openbare instellingen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap, tot het invorderen van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen onder de voorwaarden, vermeld in artikel 2, tweede lid, van het decreet van 22 februari 1995 tot Art. 1bis De personeelsleden, vermeld in artikel 1, worden tevens gemachtigd, in naam en voor rekening van de openbare instellingen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap, tot het invorderen van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen onder de voorwaarden, vermeld in artikel 2, tweede lid, van het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de invordering van niet-fiscale regeling van de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en de schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren, en onder de instellingen die eronder ressorteren, en onder de voorwaarden, vermeld in artikel 28, 1, eerste lid, van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli voorwaarden, vermeld in artikel III.21, 1, eerste lid, van het bestuursdecreet van 7 december FB Besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 1995 betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor het Vlaamse Gewest en de instellingen die eronder ressorteren Art. 2 Art. 2 De personeelsleden, vermeld in artikel 1, worden tevens gemachtigd om, in naam en voor rekening van de openbare instellingen die afhangen van het Vlaamse Gewest, de onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen in te vorderen onder de voorwaarden, vermeld in artikel 2, tweede lid, van het decreet van 22 februari 1995 tot Art. 2 De personeelsleden, vermeld in artikel 1, worden tevens gemachtigd om, in naam en voor rekening van de openbare instellingen die afhangen van het Vlaamse Gewest, de onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen in te vorderen onder de voorwaarden, vermeld in artikel 2, tweede lid, van het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de regeling van de invordering van niet-fiscale invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor het schuldvorderingen voor het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gewest en de instellingen die eronder ressorteren, instellingen die eronder ressorteren, en onder de en onder de voorwaarden, vermeld in artikel III.21, 1, voorwaarden, vermeld in artikel 28, 1, eerste lid, van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli eerste lid, van het bestuursdecreet van 7 december De machtiging tot invordering, vermeld in het eerste lid, geldt De machtiging tot invordering, vermeld in het eerste lid, ook voor de administratieve geldboeten die door de geldt ook voor de administratieve geldboeten die door de instellingen, vermeld in het eerste lid, worden opgelegd en

2 instellingen, vermeld in het eerste lid, worden opgelegd en voor de toebehoren. voor de toebehoren. OMG Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne Art. 3 Art , 2, 2 de lid 2. De exploitant bezorgt de bijkomende gegevens, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, binnen een termijn van vijftig dagen vanaf de dag na de datum van verzending van de vraag. Art , 2, 2 de lid 2. De exploitant bezorgt de bijkomende gegevens, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, binnen een termijn van vijftig dagen vanaf de dag na de datum van verzending van de vraag. Bij het overmaken van de gegevens, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, kan de exploitant de gegevens aangeven die vertrouwelijk moeten worden behandeld. Deze bepaling doet geen afbreuk aan de regeling inzake passieve openbaarheid, vermeld in hoofdstuk II van het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. Bij het overmaken van de gegevens, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, kan de exploitant de gegevens aangeven die vertrouwelijk moeten worden behandeld. Deze bepaling doet geen afbreuk aan de regeling voor de toegang tot bestuursdocumenten, vermeld in titel II, hoofdstuk 3 van het bestuursdecreet van 7 december Als de exploitant nalaat om de gevraagde gegevens binnen Als de exploitant nalaat om de gevraagde gegevens binnen de termijn, vermeld in het eerste lid, te bezorgen, kan de de termijn, vermeld in het eerste lid, te bezorgen, kan de instantie die belast is met het uitvoeren van een evaluatie, instantie die belast is met het uitvoeren van een evaluatie, vermeld in artikel , de evaluatie toch laten doorgaan. vermeld in artikel , de evaluatie toch laten doorgaan. EWI Besluit van de Vlaamse Regering van 30 april 2004 houdende de oprichting van een programma voor de bevordering van kennistransfer door instellingen van hoger onderwijs Art. 4 Art. 14, 2 de lid Het beslissingscomité bij het Hermesfonds zal bij de nadere invulling van zijn opdracht ook rekening houden met de algemene en specifieke beleidslijnen van de Vlaamse Regering, zoals die blijken uit de afspraken tussen het Agentschap Innoveren en Ondernemen en de Vlaamse minister, bevoegd voor het beleidsdomein economie, wetenschap en innovatie, conform de modaliteiten die opgenomen zijn in het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, of concrete verzoeken van de Vlaamse Regering aan het beslissingscomité bij het Hermesfonds om initiatieven te ontwikkelen voor een specifiek actieprogramma van de Vlaamse Regering. Art. 14, 2 de lid Het beslissingscomité bij het Hermesfonds zal bij de nadere invulling van zijn opdracht ook rekening houden met de algemene en specifieke beleidslijnen van de Vlaamse Regering, zoals die blijken uit de afspraken tussen het Agentschap Innoveren en Ondernemen en de Vlaamse minister, bevoegd voor het beleidsdomein economie, wetenschap en innovatie, ( opgeheven) of concrete verzoeken van de Vlaamse Regering aan het beslissingscomité bij het Hermesfonds om initiatieven te ontwikkelen voor een specifiek actieprogramma van de Vlaamse Regering. WVG Besluit van de Vlaamse Regering van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Zorg en Gezondheid"

3 Art. 5 Art. 6 Onverminderd de behandeling van klachten met betrekking tot de eigen werking en dienstverlening zoals bepaald in het decreet van 1 juni 2001 houdende toekenning van een klachtrecht ten aanzien van bestuursinstellingen moet het agentschap klachten, geuit ten aanzien van de door hem erkende voorzieningen, opnemen en behandelen. Art. 6 Art. 7, 3 de lid en 5 de lid, 2 3 de lid Het agentschap stelt de door hem verworven kennis en expertise ter beschikking van de beleidsondersteuning als bedoeld in artikel 4, 1, van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli de lid Het agentschap registreert en verwerkt alle gegevens die noodzakelijk zijn om: 1 de taken, bedoeld in artikel 3 uit te voeren; 2 de beleidsgerichte input als bedoeld in artikel 4, 3, van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 te leveren; 3 de opdrachten te verwezenlijken die hem overeenkomstig de regelgeving inzake de openbare statistiek zijn toevertrouwd. Art. 6 Onverminderd de behandeling van klachten met betrekking tot de eigen werking en dienstverlening, vermeld in titel II, hoofdstuk 5, van het bestuursdecreet van 7 december 2018 moet het agentschap klachten, geuit ten aanzien van de door hem erkende voorzieningen, opnemen en behandelen. Art. 7, 3 de lid en 5 de lid, 2 3 de lid Het agentschap stelt de door hem verworven kennis en expertise ter beschikking van de beleidsondersteuning, vermeld in artikel III.2, derde lid, van het bestuursdecreet van 7 december de lid Het agentschap registreert en verwerkt alle gegevens die noodzakelijk zijn om: 1 de taken, bedoeld in artikel 3 uit te voeren; 2 de beleidsgerichte input, vermeld in artikel III.2, derde lid, van het bestuursdecreet van 7 december 2018 te leveren; 3 de opdrachten te verwezenlijken die hem overeenkomstig de regelgeving inzake de openbare statistiek zijn toevertrouwd. Art. 7 Art. 16 Onverminderd artikel 5/1, 33 en 34 van het Kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 met betrekking tot Art. 16 Onverminderd artikel III.61, III.62, III.114 en III.115 van het bestuursdecreet van 7 december 2018 met betrekking tot informatieverstrekking, rapportering, interne controle en informatieverstrekking, rapportering, organisatiebeheersing interne audit, is de minister verantwoordelijk voor de opvolging van en het toezicht op het agentschap. en interne audit, is de minister verantwoordelijk voor de opvolging van en het toezicht op het agentschap. OMG Besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed Art. 8 Art. 3, 2, f) 2 wat de beleidsuitvoering betreft : Art. 3, 2, f) 2 wat de beleidsuitvoering betreft :

4 a) het onderzoeks- en beheersinstrumentarium over onroerend erfgoed toe te passen en die toepassing te begeleiden, met inbegrip van het uitvoeren van terreinwerk en het bewaren en het conserveren van onderdelen van het onroerend erfgoed; b) het onroerend erfgoed te inventariseren en prospectie uit te voeren; c) de dossiers over de voorlopige en definitieve bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten, archeologische sites, cultuurhistorische landschappen en varend erfgoed inhoudelijk en administratief voor te bereiden en te volgen, op basis van de eigen beheersgegevens en op basis van de inventarisgegevens; d) adviezen, vergunningen, toelatingen en machtigingen over onroerend erfgoed te verstrekken; e) beleidsgericht wetenschappelijk onderzoek ter ondersteuning van de uitvoering van het beleid uit te voeren; f) gereglementeerde subsidies, toelagen, premies of tegemoetkomingen te verstrekken, alsook nietgereglementeerde subsidies die nominatief zijn opgenomen in de beheersovereenkomst, vermeld in artikel 7, de voortgangscontrole uit te oefenen op de voorwaarden of verbintenissen die daarbij van toepassing zijn, alsook de terugbetaling te organiseren van de subsidies, de toelagen, de premies of de tegemoetkomingen als de begunstigde de voorwaarden of de verbintenissen niet naleeft; g) kennisbeheer, informatieverstrekking en sensibilisering te verzorgen over de taken, vermeld in punt a) tot en met f). Art. 9 Art. 4 De concretisering van de wijze waarop Onroerend Erfgoed zijn taken moet vervullen, met strategische en operationele doelstellingen, wordt geregeld in de in artikel 7 bedoelde beheersovereenkomst. a) het onderzoeks- en beheersinstrumentarium over onroerend erfgoed toe te passen en die toepassing te begeleiden, met inbegrip van het uitvoeren van terreinwerk en het bewaren en het conserveren van onderdelen van het onroerend erfgoed; b) het onroerend erfgoed te inventariseren en prospectie uit te voeren; c) de dossiers over de voorlopige en definitieve bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten, archeologische sites, cultuurhistorische landschappen en varend erfgoed inhoudelijk en administratief voor te bereiden en te volgen, op basis van de eigen beheersgegevens en op basis van de inventarisgegevens; d) adviezen, vergunningen, toelatingen en machtigingen over onroerend erfgoed te verstrekken; e) beleidsgericht wetenschappelijk onderzoek ter ondersteuning van de uitvoering van het beleid uit te voeren; f) gereglementeerde subsidies, toelagen, premies of tegemoetkomingen te verstrekken, alsook nietgereglementeerde subsidies die nominatief zijn opgenomen in het ondernemingsplan, vermeld in artikel 7, de voortgangscontrole uit te oefenen op de voorwaarden of verbintenissen die daarbij van toepassing zijn, alsook de terugbetaling te organiseren van de subsidies, de toelagen, de premies of de tegemoetkomingen als de begunstigde de voorwaarden of de verbintenissen niet naleeft; g) kennisbeheer, informatieverstrekking en sensibilisering te verzorgen over de taken, vermeld in punt a) tot en met f). Art. 4 De concretisering van de wijze waarop Onroerend Erfgoed zijn taken moet vervullen, met strategische en operationele doelstellingen, wordt geregeld in het ondernemingsplan, vermeld in artikel 7.

5 Overeenkomstig artikel 9, 1, 1, van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, regelt de beheersovereenkomst de concretisering van de kwalitatieve en kwantitatieve wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen, met strategische en operationele doelstelingen, beschreven aan de hand van meetbare criteria. Art. 10 Art. 7 De minister stuurt Onroerend Erfgoed aan, inzonderheid via de beheersovereenkomst. Art. 11 Art. 8 Overeenkomstig artikel 6, 3, van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 is het hoofd van Onroerend Erfgoed belast met de algemene leiding, de werking en de vertegenwoordiging van Onroerend Erfgoed, onverminderd de mogelijkheid tot delegatie en subdelegatie van die bevoegdheid. Art. 12 Art. 9/1, 7 Met toepassing van artikel 18 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de interne verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid worden aan het hoofd van Onroerend Erfgoed de volgende aanvullende en specifieke delegaties verleend : 7 het verlenen van alle in de beheersovereenkomst nominatief opgenomen gereglementeerde en nietgereglementeerde subsidies binnen het budget dat daarvoor ter beschikking is gesteld; Art. 13 Art. 10 Onverminderd de artikelen 9, 33 en 34 van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 met betrekking tot informatieverstrekking, rapportering, interne controle en interne audit, is de minister verantwoordelijk voor de opvolging van en het toezicht op Onroerend Erfgoed. Het ondernemingsplan regelt de concretisering van de kwalitatieve en kwantitatieve wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen, met strategische en operationele doelstelingen, beschreven aan de hand van meetbare criteria. Art. 7 De minister stuurt Onroerend Erfgoed aan, inzonderheid via het ondernemingsplan. Art. 8 Het hoofd van Onroerend Erfgoed is belast met de algemene leiding, de werking en de vertegenwoordiging van Onroerend Erfgoed, onverminderd de mogelijkheid tot delegatie en subdelegatie van die bevoegdheid. Art. 9/1, 7 Met toepassing van artikel 18 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de interne verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid worden aan het hoofd van Onroerend Erfgoed de volgende aanvullende en specifieke delegaties verleend : 7 het verlenen van alle in het ondernemingsplan nominatief opgenomen gereglementeerde en niet-gereglementeerde subsidies binnen het budget dat daarvoor ter beschikking is gesteld; Art. 10 Onverminderd artikel III.61, III.62, III.114 en III.115 van het bestuursdecreet van 7 december 2018, met betrekking tot informatieverstrekking, rapportering, organisatiebeheersing en interne audit, is de minister verantwoordelijk voor de opvolging van en het toezicht op Onroerend Erfgoed. FB Besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 tot oprichting van het agentschap Vlaamse Belastingdienst

6 Art. 14 Art. 4 Overeenkomstig artikel 9, 1, 1 van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, regelt de in artikel 7 bedoelde beheersovereenkomst de concretisering van de kwalitatieve en kwantitatieve wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen, met strategische en operationele doelstellingen, beschreven aan de hand van meetbare criteria. Art. 15 Art. 7 De minister stuurt het agentschap aan, inzonderheid via de beheersovereenkomst. Art. 16 Art. 11 Onverminderd de artikelen 9, 33 en 34 van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 met betrekking tot informatieverstrekking, rapportering, interne controle en interne audit, is de minister verantwoordelijk voor de opvolging van en het toezicht op het agentschap. Art. 4 Overeenkomstig artikel III.61 van het bestuursdecreet van 7 december 2018, regelt het ondernemingsplan, vermeld in artikel 7 van dit besluit, de concretisering van de kwalitatieve en kwantitatieve wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen, met strategische en operationele doelstellingen, beschreven aan de hand van meetbare criteria Art. 7 De minister stuurt het agentschap aan, inzonderheid via het ondernemingsplan. Art. 11 Onverminderd artikel III.61, III.62, III.63, 1, III.114 en III.115 van het bestuursdecreet van 7 december 2018, met betrekking tot informatieverstrekking, rapportering, organisatiebeheersing en interne audit, is de minister verantwoordelijk voor de opvolging van en het toezicht op het agentschap. KB/FB Besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "agentschap Facilitair Bedrijf" Art. 17 Art. 4, 2 de en 6 de lid 2 de lid Het agentschap heeft tot taak op te treden als gemeenschappelijke aankoopcentrale voor het plaatsen van overheidsopdrachten en raamovereenkomsten met betrekking tot werken, leveringen of diensten die bestemd zijn voor de departementen en de intern verzelfstandigde agentschappen. De gemeenschappelijke aankoopcentrale kan die raamovereenkomsten ook plaatsen voor andere instanties als vermeld in artikel 4, 1, van het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur, en voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie, die op eigen verantwoordelijkheid kunnen afnemen. 6 de lid Het agentschap ondersteunt de entiteiten van de Vlaamse overheid en van de lokale en provinciale besturen Art. 4, 2 de lid Het agentschap heeft tot taak op te treden als gemeenschappelijke aankoopcentrale voor het plaatsen van overheidsopdrachten en raamovereenkomsten met betrekking tot werken, leveringen of diensten die bestemd zijn voor de departementen en de intern verzelfstandigde agentschappen. De gemeenschappelijke aankoopcentrale kan die raamovereenkomsten ook plaatsen voor andere instanties van de Vlaamse of de lokale overheid, vermeld in artikel I.3, 1, of artikel I.3, 5, van het bestuursdecreet van 7 december 2018, en voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie, die op eigen verantwoordelijkheid kunnen afnemen. 6 de lid

7 overeenkomstig artikel 10 van het Archiefdecreet van 9 juli 2010, zowel bij het archiefbeheer als de archiefzorg. Art. 18 Art. 5 Overeenkomstig artikel 5/1, 2, van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, regelt het ondernemingsplan de concretisering van de kwalitatieve en kwantitatieve wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen, met strategische en operationele doelstellingen, beschreven aan de hand van meetbare criteria. Art. 19 Art. 9 Overeenkomstig artikel 6, 3, van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 is het hoofd van het agentschap belast met de algemene leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het agentschap onverminderd de mogelijkheid tot delegatie en subdelegatie van die bevoegdheid. Art. 20 Art. 12 Onverminderd de artikelen 33 en 34 van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 met betrekking tot informatieverstrekking, rapportering, interne controle en interne audit, is de minister verantwoordelijk voor de opvolging van en het toezicht op het agentschap. Het agentschap ondersteunt de instanties van de Vlaamse overheid en van de lokale overheden conform artikel III.86 van het bestuursdecreet van 7 december Art. 5 Overeenkomstig artikel III.61 van het bestuursdecreet van 7 december 2018, regelt het ondernemingsplan de concretisering van de kwalitatieve en kwantitatieve wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen, met strategische en operationele doelstellingen, beschreven aan de hand van meetbare criteria. Art. 9 Het hoofd van het agentschap is belast met de algemene leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het agentschap onverminderd de mogelijkheid tot delegatie en subdelegatie van die bevoegdheid. Art. 12 Onverminderd artikel III.114 en III.115 van het bestuursdecreet van 7 december 2018, met betrekking tot informatieverstrekking, rapportering, organisatiebeheersing en interne audit, is de minister verantwoordelijk voor de opvolging van en het toezicht op het agentschap. KB/AGO Besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Agentschap Overheidspersoneel" Art. 21 Art. 1, 1 Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1 het Algemeen Delegatiebesluit: het besluit van de Vlaamse regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid; Art. 22 Art. 5 Overeenkomstig artikel 9, 1, 1, van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, regelt het ondernemingsplan de concretisering van de kwalitatieve en Art. 1, 1 Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1 het Algemeen Delegatiebesluit : het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen en van de intern verzelfstandigde agentschappen; Art. 5 Overeenkomstig artikel III.61 van het bestuursdecreet van 7 december 2018, regelt het ondernemingsplan de concretisering van de kwalitatieve en kwantitatieve wijze

8 kwantitatieve wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen, met strategische en operationele doelstellingen, beschreven aan de hand van meetbare criteria. Art. 23 Art. 9 Overeenkomstig artikel 6, 3, van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 is het hoofd van het agentschap belast met de algemene leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het agentschap, onverminderd de mogelijkheid tot delegatie en subdelegatie van die bevoegdheid. Art. 24 Art. 12 Onverminderd de artikelen 9, 33 en 34 van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 met betrekking tot informatieverstrekking, rapportering, interne controle en interne audit, is de minister verantwoordelijk voor de opvolging van en het toezicht op het agentschap. waarop het agentschap zijn taken moet vervullen, met strategische en operationele doelstellingen, beschreven aan de hand van meetbare criteria. Art. 9 Het hoofd van het agentschap is belast met de algemene leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het agentschap, onverminderd de mogelijkheid tot delegatie en subdelegatie van die bevoegdheid. Art. 12 Onverminderd artikel III.61, III.62, III.114 en III.115 van het bestuursdecreet van 7 december 2018, met betrekking tot informatieverstrekking, rapportering, organisatiebeheersing en interne audit, is de minister verantwoordelijk voor de opvolging van en het toezicht op het agentschap. KB/AGO Besluit van de Vlaamse Regering van 24 december 2004 houdende maatregelen ter bevordering en ondersteuning van het gelijkekansen- en diversiteitsbeleid in de Vlaamse administratie Art.25 Art. 4 2, 2 de lid De vrijwillige registratie, vermeld in het eerste lid, wordt aangepast of afgeschaft zodra er bij de authentieke gegevensbronnen, vermeld in artikel 4, 1 en 2, van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer, gegevens beschikbaar zijn die door de Vlaamse dienstenintegrator kunnen worden geanonimiseerd om ze ter beschikking te stellen aan de dienst Diversiteitsbeleid, conform artikel 4, 14, van het decreet van 13 juli 2012 houdende de oprichting en organisatie van een Vlaamse dienstenintegrator. 3, 1 ste lid De anonieme monitoring van personeelsleden, stagiairs en sollicitanten van buitenlandse herkomst door de dienst Diversiteitsbeleid gebeurt aan de hand van het raadplegen van authentieke gegevensbronnen, vermeld in artikel 4, 1 Art. 4 2, 2 de lid De vrijwillige registratie, vermeld in het eerste lid, wordt aangepast of afgeschaft zodra er bij de authentieke gegevensbronnen als vermeld in artikel III.66 van het bestuursdecreet van 7 december 2018, gegevens beschikbaar zijn die door de Vlaamse dienstenintegrator kunnen worden geanonimiseerd om ze ter beschikking te stellen aan de dienst Diversiteitsbeleid, conform artikel 4, 14, van het decreet van 13 juli 2012 houdende de oprichting en organisatie van een Vlaamse dienstenintegrator. 3, 1 ste lid De anonieme monitoring van personeelsleden, stagiairs en sollicitanten van buitenlandse herkomst door de dienst Diversiteitsbeleid gebeurt aan de hand van het raadplegen van authentieke gegevensbronnen, vermeld in artikel III.66 van het bestuursdecreet van 7 december 2018, via de

9 en 2, van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer, via de tussenkomst van de Vlaamse dienstenintegrator conform artikel 4, 14, van het decreet van 13 juli 2012 houdende de oprichting en organisatie van een Vlaamse dienstenintegrator. tussenkomst van de Vlaamse dienstenintegrator conform artikel 4, 14, van het decreet van 13 juli 2012 houdende de oprichting en organisatie van een Vlaamse dienstenintegrator. EWI Besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 2005 betreffende de projectmatige financiering van toegepast collectief onderzoek voor de land- en tuinbouwsector Art.26 Art. 14, 2 de lid Het beslissingscomité bij het Hermesfonds zal bij de nadere invulling van zijn opdracht ook rekening houden met de Art. 14, 2 de lid Het beslissingscomité bij het Hermesfonds zal bij de nadere invulling van zijn opdracht ook rekening houden met de algemene en specifieke beleidslijnen van de Vlaamse algemene en specifieke beleidslijnen van de Vlaamse Regering, zoals die blijken uit afspraken tussen het Regering, zoals die blijken uit afspraken tussen het Agentschap Innoveren en Ondernemen en de Vlaamse Agentschap Innoveren en Ondernemen en de Vlaamse minister, bevoegd voor het beleidsdomein economie, minister, bevoegd voor het beleidsdomein economie, wetenschap en innovatie, conform de modaliteiten die zijn wetenschap en innovatie, ( opgeheven) of concrete opgenomen in het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 verzoeken van de Vlaamse Regering aan het juli 2003, of concrete verzoeken van de Vlaamse Regering beslissingscomité bij het Hermesfonds om initiatieven te aan het beslissingscomité bij het Hermesfonds om ontwikkelen voor een specifiek actieprogramma van de initiatieven te ontwikkelen voor een specifiek Vlaamse Regering. actieprogramma van de Vlaamse Regering. KB/AGO Besluit van de Vlaamse Regering van 20 mei 2005 houdende toewijzing van de personeelsleden van de diensten, instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap en/of van het Vlaamse Gewest, aan de departementen en de verzelfstandigde agentschappen Art. 27 Alle artikelen ( opgeheven) KB/AGO Besluit van de Vlaamse Regering van 17 juni 2005 betreffende de aanduiding en uitoefening van de management- en projectleiderfuncties en van de functie van algemeen directeur bij de diensten van de Vlaamse overheid dit besluit is enkel nog van toepassing op De Lijn Art.28 Art. 5, 1, 1 ste lid 1. De functie van algemeen directeur, bedoeld in de artikelen 6, 10 en 22 van het Kaderdecreet bestuurlijk beleid en in de departementen zoals bedoeld in artikel 3 van het kaderdecreet Bestuurlijk beleid, is een functie die zich organiek en functioneel situeert tussen het N-niveau en het Art. 5, 1, 1 ste lid 1. De functie van algemeen directeur, vermeld in artikel III.6, eerste lid, en III.9, 1, van het bestuursdecreet van 7 december 2018 en in artikel 1quater, 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, en in de

10 N-niveau -1. departementen, is een functie die zich organiek en functioneel situeert tussen het N-niveau en het N-niveau -1. Art.29 Art Wanneer in toepassing van de artikelen 8, 10, 4, en 14 van het Kaderdecreet bestuurlijk beleid nog geen beheersovereenkomst is gesloten stelt het hoofd van het (opheffen) agentschap aan de opdrachtgever een beheersovereenkomst voor binnen 6 maanden na zijn aanstelling en voor een periode die eindigt uiterlijk negen maanden na de beëdiging van een nieuwe Vlaamse Regering na de algehele vernieuwing van het Vlaams Parlement. 2. Wanneer een hoofd van een agentschap wordt aangesteld en er reeds een beheersovereenkomst werd gesloten, aanvaardt het hoofd van het agentschap bij zijn aanstelling deze beheersovereenkomst voor de lopende periode, tenzij hijzelf of de opdrachtgever vraagt een nieuwe overeenkomst op te stellen. Art. 19 In uitvoering van artikel 39, 2, 3 en 4, van het Kaderdecreet bestuurlijk beleid en met inachtneming van artikel 41 van datzelfde decreet, gebeurt, naar aanleiding van de eerste bezetting, de herplaatsing van de in 2 en 3 van datzelfde artikel vermelde leidinggevenden, door de indienstnemende overheid na bemiddeling van Jobpunt Vlaanderen of zijn rechtsopvolger. (opheffen) Indien voor de toepassing van het eerste lid beroep gedaan wordt op een externe instantie, legt de Vlaamse minister, bevoegd voor Personeel en Organisatie de instantie die voorgedragen wordt door Jobpunt Vlaanderen ter bekrachtiging voor aan de Vlaamse Regering. Jobpunt Vlaanderen of zijn rechtsopvolger, legt bij wijze van voorstel aan de in dienstnemende overheid per functie een beperkte lijst van geschikte kandidaten voor met het oog op de toewijzing van de voormelde leidinggevenden aan een

11 management- of projectleiderfunctie van N-niveau [of aan een functie van algemeen directeurdit voorstel wordt geformuleerd op basis van alle relevante informatie in functie van de functiebeschrijving en het competentieprofiel. Art. 20 In uitvoering van hetgeen is bepaald in artikel 40, 1, van het Kaderdecreet bestuurlijk beleid biedt de Vlaamse Regering, na overleg met het betrokken personeelslid, aan het vast benoemde personeelslid van rang A4, A3 of A2L of het personeelslid dat in zulke rang benoemd is geweest en dat niet toegewezen wordt aan een management- of projectleiderfunctie van N-niveau of aan een functie van algemeen directeur, een gelijkwaardige en passende functie aan. (opheffen) Van het vorige lid kan worden afgeweken wanneer de betrokkene uitdrukkelijk verzoekt om in een lagere functie te worden geplaatst. In voorkomend geval kan voormelde herplaatsing niet lager zijn dan in een functie van het N- niveau -1. De betrokkenen vermeld in de vorige leden behouden in ieder geval de salarisschaal verbonden aan respectievelijk de rang A4, A3 of A2L. Zij behouden hun graad ten persoonlijke titel. Art. 21 (opheffen) Na toepassing van de maatregelen vermeld in de artikelen 19 en 20 en onverminderd de toepassing van artikel 41 van het Kaderdecreet bestuurlijk beleid, verklaart de in dienstnemende overheid de resterende management- en projectleiderfuncties van het N-niveau of de resterende functies van algemeen directeur vacant. OV Besluit van de Vlaamse Regering van 2 september 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Agentschap voor Onderwijsdiensten Art.30 Art. 4 Art. 4 Overeenkomstig artikel 9, 1, 1, van het kaderdecreet Overeenkomstig artikel III.61 van het bestuursdecreet van 7

12 bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, regelt de beheersovereenkomst de concretisering van de kwalitatieve en kwantitatieve wijze waarop het agentschap zijn taken vervult, met strategische en operationele doelstellingen, beschreven aan de hand van meetbare criteria. Art.31 Art. 11 Onverminderd de artikelen 9, 33 en 34 van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 met betrekking tot informatieverstrekking, rapportering, interne controle en interne audit, is de minister verantwoordelijk voor de opvolging van en het toezicht op het agentschap. december 2018, regelt het ondernemingsplan de concretisering van de kwalitatieve en kwantitatieve wijze waarop het agentschap zijn taken vervult, met strategische en operationele doelstellingen, beschreven aan de hand van meetbare criteria. Art. 11 Onverminderd artikel III.61, III.62, III.114 en III.115 van het bestuursdecreet van 7 december 2018, met betrekking tot informatieverstrekking, rapportering, organisatiebeheersing en interne audit, is de minister verantwoordelijk voor de opvolging van en het toezicht op het agentschap. MOW Besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap Wegen en Verkeer Art.32 Art. 5 Overeenkomstig artikel 9, 1, 1, van het kaderdecreet Art. 5 Overeenkomstig artikel III.61 van het bestuursdecreet van 7 Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003 regelt de december 2018 regelt het ondernemingsplan de beheersovereenkomst de concretisering van de kwalitatieve en kwantitatieve wijze waarop het agentschap zijn taken concretisering van de kwalitatieve en kwantitatieve wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen met moet vervullen met strategische en operationele strategische en operationele doelstellingen die beschreven doelstellingen die beschreven worden aan de hand van worden aan de hand van meetbare criteria. meetbare criteria. Art.33 Art. 9 Overeenkomstig artikel 6, 3, van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003 is het hoofd van het agentschap belast met de algemene leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het agentschap, onverminderd de mogelijkheid tot delegatie en subdelegatie van die bevoegdheid. Art.34 Art. 11 Met behoud van de toepassing van artikel 9, 33 en 34 van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003 met betrekking tot informatieverstrekking, rapportering, interne controle en interne audit is de minister verantwoordelijk voor de voortgangscontrole en het toezicht op het agentschap. Art. 9 Het hoofd van het agentschap is belast met de algemene leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het agentschap, onverminderd de mogelijkheid tot delegatie en subdelegatie van die bevoegdheid. Art. 11 Met behoud van de toepassing van artikel III.61, III.62, III.114 en III.115 van het bestuursdecreet van 7 december 2018, met betrekking tot informatieverstrekking, rapportering, organisatiebeheersing en interne audit is de minister verantwoordelijk voor de voortgangscontrole en het toezicht op het agentschap.

13 MOW Besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust Art.35 Art.5 Overeenkomstig artikel 9, 1, 1, van het kaderdecreet Art.5 Overeenkomstig artikel III.61 van het bestuursdecreet van7 Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003, regelt de december 2018, regelt het ondernemingsplan de beheersovereenkomst de concretisering van de kwalitatieve en kwantitatieve wijze waarop het agentschap zijn taken concretisering van de kwalitatieve en kwantitatieve wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen, met moet vervullen, met strategische en operationele strategische en operationele doelstellingen, beschreven aan doelstellingen, beschreven aan de hand van meetbare de hand van meetbare criteria. criteria. Art.36 Art. 9 Overeenkomstig artikel 6, 3, van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003 is het hoofd van het agentschap belast met de algemene leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het agentschap, onverminderd de mogelijkheid tot delegatie en subdelegatie van die bevoegdheid. Art.37 Art. 12 Onverminderd artikelen 9, 33 en 34 van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003 met betrekking tot informatieverstrekking, rapportering, interne controle en interne audit, is de minister verantwoordelijk voor de voortgangscontrole van en het toezicht op het agentschap. Art. 9 Het hoofd van het agentschap is belast met de algemene leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het agentschap, onverminderd de mogelijkheid tot delegatie en subdelegatie van die bevoegdheid. Art. 12 Onverminderd artikel III.61, III.62, III.114 en III.115 van het bestuursdecreet van 7 december 2018 met betrekking tot informatieverstrekking, rapportering, organisatiebeheersing en interne audit, is de minister verantwoordelijk voor de voortgangscontrole van en het toezicht op het agentschap. EWI Besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005 aangaande het Agentschap Innoveren en Ondernemen Art.38 Art. 1, 1 In dit besluit wordt verstaan onder: 1 het kaderdecreet: het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003; 2 de minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het Art. 1, 1 In dit besluit wordt verstaan onder: 1 2 de minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het economisch beleid. economisch beleid. Art.39 Art. 7 Art. 7 De minister stuurt het agentschap aan conform de... (opgeheven) modaliteiten, vermeld in artikel 8 van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli OMG Besluit van de Vlaamse Regering van 28 oktober 2005 betreffende de verspreiding van milieu-informatie

14 Art.40 Art. 3 De Vlaamse administratie maakt op elektronische wijze bekend waar overeenkomstig het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur de informatie betreffende de vergunningen die belangrijke gevolgen hebben voor het milieu, de milieubeleidsovereenkomsten, de milieueffectrapportages, de veiligheidsrapportages en andere risico-beoordelingen kan worden opgevraagd of gevonden. Art.41 Art. 8 De Vlaamse administratie, behorend tot het beleidsdomein Omgeving, stelt jaarlijks een verslag op over de wijze waarop dit besluit is toegepast, met inbegrip van de beschikbaarheid van milieu-informatie op elektronische wijze en via elektronische gegevensbanken. Dat verslag vormt een geïntegreerd deel van het verslag, vermeld in artikel 33, 1, van het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. Art. 3 De Vlaamse administratie maakt op elektronische wijze bekend waar overeenkomstig titel II, hoofdstuk 3, van het bestuursdecreet van 7 december 2018 de informatie betreffende de vergunningen die belangrijke gevolgen hebben voor het milieu, de milieubeleidsovereenkomsten, de milieueffectrapportages, de veiligheidsrapportages en andere risico-beoordelingen kan worden opgevraagd of gevonden. [ (opgeheven)] KB/ABB Besluit van de Vlaamse Regering van 28 oktober 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Agentschap Binnenlands Bestuur" Art.42 Art. 2 Binnen het Vlaamse ministerie Kanselarij en Bestuur wordt Art. 2 Binnen het Vlaamse ministerie Kanselarij en Bestuur wordt een intern verzelfstandigd agentschap zonder een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid opgericht, onder de benaming rechtspersoonlijkheid opgericht, onder de benaming "Agentschap Binnenlands Bestuur". "Agentschap Binnenlands Bestuur". Het agentschap wordt opgericht voor de beleidsondersteuning en de uitvoering van het beleid inzake de binnenlandse aangelegenheden, met inbegrip van de coördinatie van het beleid met betrekking tot Brussel- Hoofdstad en met betrekking tot de Vlaamse Rand rond Brussel, van het stedenbeleid, van het integratie- en inburgeringsbeleid en voor de beleidsondersteuning, vermeld in artikel 4 van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli Het agentschap behoort tot het beleidsdomein Kanselarij en Het agentschap wordt opgericht voor de beleidsondersteuning en de uitvoering van het beleid inzake de binnenlandse aangelegenheden, met inbegrip van de coördinatie van het beleid met betrekking tot Brussel-Hoofdstad en met betrekking tot de Vlaamse Rand rond Brussel, van het stedenbeleid, van het integratie- en inburgeringsbeleid en voor de beleidsondersteuning, conform artikel III.2 van het bestuursdecreet van 7 december Het agentschap behoort tot het beleidsdomein Kanselarij en Bestuur.

15 Bestuur. Art.43 Art. 5 Overeenkomstig artikel 9, 1, 1 van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, regelt het ondernemingsplan de concretisering van de kwalitatieve en kwantitatieve wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen, met strategische en operationele doelstellingen, beschreven aan de hand van meetbare criteria. Art.44 Art. 13 Onverminderd de artikelen 9, 33 en 34 van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 met betrekking tot informatieverstrekking, rapportering, interne controle en interne audit, is de minister verantwoordelijk voor de opvolging van en het toezicht op het agentschap. Art. 5 Naast de inhoud, vermeld in artikel III.61 van het bestuursdecreet van 7 december 2018 regelt het ondernemingsplan ook de concretisering van de kwalitatieve en kwantitatieve wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen, met strategische en operationele doelstellingen, beschreven aan de hand van meetbare criteria. Art. 13 Onverminderd artikel III.61, III.62, III.114 en III.115 van het bestuursdecreet van 7 december 2018 met betrekking tot de planning van en de rapportering over de algemene werking, de organisatiebeheersing en de interne audit, is de minister verantwoordelijk voor de opvolging van en het toezicht op het agentschap. KB/AIV Besluit van de Vlaamse Regering van 2 december 2005 houdende de aangifte voor de vestiging en de invordering van de GRBheffingen Art.45 Art. 4, 3 de lid Bij de bepaling van het aantal verbruiksmeters en de trajectlengte volgt de netbeheerder de technische procedures die goedgekeurd zijn door het stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid, vermeld in artikel 3 van het decreet van 23 december 2016 houdende de oprichting van het stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid, en die raadpleegbaar zijn op de website van de Vlaamse overheid. Art. 4, 3 de lid Bij de bepaling van het aantal verbruiksmeters en de trajectlengte volgt de netbeheerder de technische procedures die goedgekeurd zijn door het stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid, vermeld in artikel III.74 van het bestuursdecreet van 7 december 2018, en die raadpleegbaar zijn op de website van de Vlaamse overheid. LV Besluit van de Vlaamse Regering van 9 december 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek Art.46 Art. 4 De concretisering van de wijze waarop het ILVO zijn taken Art. 4 De concretisering van de wijze waarop het ILVO zijn taken moet vervullen met strategische en operationele moet vervullen met strategische en operationele doelstellingen, wordt overeenkomstig artikel 9, 1, 1, van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 geregeld in de beheersovereenkomst, vermeld in artikel 7. doelstellingen, wordt overeenkomstig artikel III.61 van het bestuursdecreet van 7 december 2018 geregeld in het ondernemingsplan, vermeld in artikel 7 van dit besluit. Art.47 Art. 7 Art. 7

16 De minister stuurt het ILVO aan, inzonderheid via de beheersovereenkomst. De beheersovereenkomst wordt, overeenkomstig artikel 8, eerste lid, van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, na onderhandeling, gesloten tussen de Vlaamse Regering, vertegenwoordigd door de minister, en het hoofd van het ILVO. De beheersovereenkomst, alsook elke verlenging, wijziging, schorsing of ontbinding ervan, wordt vooraf ter goedkeuring aan de Vlaamse Regering voorgelegd, op voorstel van de minister. Art.48 Art. 8 Overeenkomstig artikel 6, 3, van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 is het hoofd van het ILVO belast met de algemene leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het agentschap, onverminderd de mogelijkheid tot delegatie en subdelegatie van die bevoegdheid. Een algemeen directeur zal het hoofd van het ILVO bijstaan. Art.49 Art. 14 Het ILVO staat in voor de interne controle van zijn bedrijfsprocessen en activiteiten overeenkomstig artikel 33, eerste lid, van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli Art.50 Art. 15 De entiteit Audit Vlaanderen evalueert de interne controlesystemen van het ILVO en kan zo nodig forensische audits instellen overeenkomstig artikel 34 van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli Art.51 Art. 17 De informatieverstrekking en de rapportering door het ILVO omvatten overeenkomstig artikel 9, 1, 4 en 5, van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 en De minister stuurt het ILVO aan, inzonderheid via het ondernemingsplan. Het ondernemingsplan wordt, overeenkomstig artikel III.61 van het bestuursdecreet van 7 december 2018 vastgesteld door de Vlaamse Regering op voorstel van het hoofd van het ILVO. Art. 8 Het hoofd van het ILVO is belast met de algemene leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het agentschap, onverminderd de mogelijkheid tot delegatie en subdelegatie van die bevoegdheid. Een algemeen directeur zal het hoofd van het ILVO bijstaan. Art. 14 Het ILVO staat in voor de organisatiebeheersing overeenkomstig artikel III.114 van het bestuursdecreet van 7 december Art. 15 De entiteit Audit Vlaanderen evalueert de interne controlesystemen van het ILVO en kan zo nodig forensische audits instellen overeenkomstig artikel III.115 van het bestuursdecreet van 7 december Art. 17 De informatieverstrekking en de rapportering door het ILVO omvatten overeenkomstig artikel III.61 en III.62 van het bestuursdecreet van 7 december 2018 en overeenkomstig

17 overeenkomstig artikel 25, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid ten minste: 1 een jaarlijks ondernemingsplan en een operationeel plan op middellange en lange termijn; 2 een periodiek rapport betreffende het gebruik van de verleende delegaties; 3 een jaarlijks rapport, alsook een eindrapport, betreffende de uitvoering van de beheersovereenkomst, op basis van beleids- en beheersrelevante indicatoren en kengetallen. artikel 26, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen en van de intern verzelfstandigde agentschappen ten minste: 1 een jaarlijks ondernemingsplan en een operationeel plan op middellange en lange termijn; 2 een periodiek rapport betreffende het gebruik van de verleende delegaties; 3 een jaarlijks rapport, alsook een eindrapport, betreffende de uitvoering van het ondernemingsplan, op basis van beleids- en beheersrelevante indicatoren en kengetallen. KB/AGO Besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 houdende de toewijzing van de personeelsleden van de diensten, instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap en/of het Vlaamse Gewest aan de strategische adviesraden Art. 52 Alle artikelen ( opgeheven) OMG Besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Wonen-Vlaanderen Art.63 Art. 5 De concretisering van de wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen, met strategische en operationele doelstellingen, wordt geregeld in de beheersovereenkomst, vermeld in artikel 7. Art. 5 De concretisering van de wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen, met strategische en operationele doelstellingen, wordt geregeld in het ondernemingsplan, vermeld in artikel 7. Overeenkomstig artikel 9, 11, 1, van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003, regelt de beheersovereenkomst de concretisering van de kwalitatieve en kwantitatieve wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen, met strategische en operationele doelstellingen, beschreven aan de hand van meetbare criteria. Art.54 Art. 7. Het agentschap ressorteert onder het hiërarchische gezag van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Huisvesting. Overeenkomstig artikel III.61 van het bestuursdecreet van 7 december 2018, regelt het ondernemingsplan de concretisering van de kwalitatieve en kwantitatieve wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen, met strategische en operationele doelstellingen, beschreven aan de hand van meetbare criteria. Art. 7. Het agentschap ressorteert onder het hiërarchische gezag van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Huisvesting. Hij stuurt het agentschap aan, inzonderheid via beheersovereenkomst. de Hij stuurt het agentschap aan, inzonderheid via het ondernemingsplan.

18 Het hoofd van het agentschap is belast met de algemene leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het agentschap, onverminderd de mogelijkheid tot delegatie en subdelegatie van die bevoegdheid. Art. 55 Art. 8, 1 ste lid, 3 Met toepassing van artikel 18 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse Overheid, worden aan het hoofd van het agentschap de volgende aanvullende en specifieke delegaties verleend: 3 alle in de beheersovereenkomst nominatief opgenomen gereglementeerde subsidies, toelagen, premies en tegemoetkomingen te verlenen binnen het daartoe ter beschikking gestelde budget. Art.56 Art. 9, eerste lid Met behoud van de toepassing van artikel 9, 33 en 34 van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003 met betrekking tot informatieverstrekking, rapportering, interne controle en interne audit, is de Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, verantwoordelijk voor de voortgangscontrole van en het toezicht op het agentschap. Hij kan op ieder ogenblik aan het hoofd van het agentschap informatie, rapportering en verantwoording vragen over bepaalde aangelegenheden, zowel op geaggregeerd niveau als op het niveau van individuele onderwerpen en dossiers. Het hoofd van het agentschap is belast met de algemene leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het agentschap, onverminderd de mogelijkheid tot delegatie en subdelegatie van die bevoegdheid. Art. 8, 1 ste lid, 3 Met toepassing van artikel 18 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse Overheid, worden aan het hoofd van het agentschap de volgende aanvullende en specifieke delegaties verleend: 3 alle in het ondernemingsplan nominatief opgenomen gereglementeerde subsidies, toelagen, premies en tegemoetkomingen te verlenen binnen het daartoe ter beschikking gestelde budget. Art. 9, eerste lid Met behoud van de toepassing van artikel III.61, III.62, III.114 en III.115 van het bestuursdecreet van 7 december 2018 met betrekking tot informatieverstrekking, rapportering, organisatiebeheersing en interne audit, is de Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, verantwoordelijk voor de voortgangscontrole van en het toezicht op het agentschap. Hij kan op ieder ogenblik aan het hoofd van het agentschap informatie, rapportering en verantwoording vragen over bepaalde aangelegenheden, zowel op geaggregeerd niveau als op het niveau van individuele onderwerpen en dossiers. OMG Besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek Art.57 Art. 6 De minister stuurt het INBO, inzonderheid via de beheersovereenkomst. Art. 6 De minister stuurt het INBO, inzonderheid via het ondernemingsplan. Overeenkomstig artikel 9, 1, 1, van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003, regelt de Overeenkomstig artikel III.61 van het bestuursdecreet van 7 december 2018 regelt het ondernemingsplan de