Een korte terugblik (1 Kor 12)

Transcriptie

1

2 Een korte terugblik (1 Kor 12) De openbaringsgaven (wijsheid en kennis en onderscheid van geesten) De krachtgaven (geloof, wonderen en genezingen) De proclamatiegaven (profetie, tongentaal en vertolking van tongen)

3 Een korte terugblik (1 Kor 13) Had ik de liefde niet, het zou mij niet baten (1 Kor. 13:3) De kleding van de hogepriester: de granaatappels en de belletjes

4 Najagen en streven naar Jaag de liefde na en streef naar de gaven van de Geest, vooral naar die van de profetie. (14:1) Iemand die profeteert is nuttiger dan iemand die in klanktaal spreekt, tenzij hij uitlegt wat hij zegt, zodat de gemeente er baat bij heeft. (14:5b)

5 Tongen- of klanktaal Iemand die in klanktaal spreekt, spreekt niet tot mensen maar alleen tot God. Niemand kan hem verstaan, want door toedoen van de Geest spreekt hij onbegrijpelijke taal. (14:2) Iemand die in klanktaal spreekt, is daar alleen zelf bij gebaat. (14:4a)

6 Tongen- of klanktaal Glossa tong of taal (glossalie) Mensen- of engelentalen Expressie van liefde en aanbidding Tot persoonlijke geloofsopbouw

7 Tongen- of klanktaal De vervulling met de heilige Geest en zij begonnen met andere tongen te spreken (Hand. 2:4 NBG) ook de heidenen het geschenk van de heilige Geest ontvingen, want ze hoorden hen in klanktaal spreken... (Hand )

8 Tongen- of klanktaal Ik moet bidden met mijn geest, maar ook met mijn verstand; ik moet zingen met mijn geest, maar ook met mijn verstand. (14:14-15)

9 Tongen- of klanktaal Ik zou willen dat u allen in klanktaal kon spreken (14:5a) Ik dank God dat ik meer dan u allen de gave heb in klanktaal te spreken (14:18) Kan iedereen in klanktaal spreken en kan iedereen die uitleggen? (12:30b)

10 Vertolking van tongen Iemand die profeteert is nuttiger dan iemand die in klanktaal spreekt, tenzij hij uitlegt wat hij zegt, zodat de gemeente er baat bij heeft. (14:5b) Niet een vertaling, maar een vertolking!

11 Vertolking van tongen Daarom moet iemand die in klanktaal spreekt bidden om de gave die te kunnen uitleggen. (14:13) Is er niemand die dat kan, dan moeten ze zwijgen en alleen voor zichzelf tot God spreken. (14:28)

12 De gave van de profetie Maar iemand die profeteert spreekt tot mensen, en wat hij zegt is opbouwend, troostend en bemoedigend. (14:3) Iemand die profeteert doet dat ten bate van de gemeente. (14:4b) Ik wil nog liever dat u profeteert. Iemand die profeteert is nuttiger dan (14:5b)

13 De gave van de profetie Dan zullen jullie zonen en dochters profeteren, jongeren zullen visioenen zien en oude mensen droomgezichten. Ja, over al mijn dienaren en dienaressen zal ik in die tijd mijn geest uitgieten, zodat ze zullen profeteren. (Hand. 2:17-18)

14 De gave van de profetie Mijn kind, ik vertrouw je deze opdracht toe op grond van de profetische woorden die destijds over jou zijn uitgesproken. (1 Tim. 1:18) Veronachtzaam de genade(gaven) die je geschonken zijn niet; je dankt haar aan de profetische woorden die de raad van oudsten over jou, onder handoplegging, heeft uitgesproken. (1 Tim. 4:14)

15 De gave van de profetie Pro = voor of namens; Femi = spreken Het verkondigen van Gods wil en het onthullen van zaken die voor de natuurlijke zintuigen niet direct waarneembaar zijn Profetie, naar de mate van ons geloof (Rom. 12:7a SV)

16 De toetsing van een profetie Laat van hen die profeteren er telkens twee of drie spreken; daarna moeten de anderen het beoordelen. (14:29) Ons profeteren is beperkt/onvolkomen (13:9b) Doof de Geest niet uit, veracht de profetieën niet die hij u ingeeft (1 Thess. 5:19-20)

17 De toetsing van een profetie In overeenstemming met het Woord Opbouwend, troosten en bemoedigend Vanuit een rein en zuiver hart Onderscheid van geesten Voorkennis, eigen gedachten en emoties

18 De samenkomsten Broeders en zusters, wat betekent dit voor uw samenkomsten? Wanneer u samenkomt draagt iedereen wel iets bij: een lied, een onderwijzing, een openbaring, een uiting in klanktaal of de uitleg daarvan. Laat alles tot opbouw van de gemeente zijn. (14:26)

19 De samenkomsten Er mogen twee, hoogstens drie van u in klanktaal spreken en bovendien met iemand die de uitleg geeft. Is er niemand die dit kan, dan moeten ze zwijgen en alleen voor zichzelf tot God spreken. (14:27-28)

20 De samenkomsten Laat van hen die profeteren er telkens twee of drie spreken; daarna moeten de anderen het beoordelen. Wanneer aan iemand die nog op zijn plaats zit iets geopenbaard wordt, moet degene die op dat moment spreekt, verder zwijgen. (14:29-30)

21 De samenkomsten U kunt ieder op uw beurt profeteren, zodat ieder van u kan worden onderwezen en bemoedigd. En wie profeteert heeft macht over zijn geest, want God is niet een God van wanorde maar van vrede. Zo is het in alle gemeenten van de heiligen. (14:31-33)

22 De samenkomsten Kortom, broeders en zusters, streef ernaar te profeteren en verhinder niet dat er in klanktaal gesproken wordt. Alles moet op gepaste wijze en in goede orde gebeuren. (14:39-40)