Aan: Woordvoerders Emancipatie, Veiligheid, Volksgezondheid, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en fractievoorzitters

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Aan: Woordvoerders Emancipatie, Veiligheid, Volksgezondheid, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en fractievoorzitters"

Transcriptie

1 Betreft: Analyse Rijksbegroting 2019 Aan: Woordvoerders Emancipatie, Veiligheid, Volksgezondheid, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en fractievoorzitters Amsterdam, 1 oktober 2018 Geachte heer/mevrouw, Voor u ligt een analyse van Atria, kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis, van de Rijksbegroting 2019 op 21 thema s die van belang zijn voor emancipatie van vrouwen. Hierin analyseert Atria in hoeverre de voorgenomen investeringen van het kabinet de realisering van een gelijke positie van mannen en vrouwen bevorderen of juist verhinderen. Daarnaast heeft Atria onderzocht of en hoe de plannen en doelstellingen van de Emancipatienota tot hun recht komen in de Rijksbegroting. Atria beoordeelt de Rijksbegroting op onderdelen positief: het opzetten van het interdepartementaal beleidsonderzoek deeltijdwerk, de verhoging van kinderopvangtoeslag, het besluit te investeren in erfgoed en in voorlichting ten aanzien van zwangerschapsdiscriminatie, bevorderen een gelijke positie van mannen en vrouwen. Daarnaast verdient een aantal onderwerpen meer aandacht in beleid zoals de noodzaak van een gender-sensitieve en intersectionele aanpak van huiselijk geweld, cybergeweld en intimidatie op de werkvloer. Met betrekking tot de verdeling arbeid en zorg, zou in de Rijksbegroting meer aandacht mogen zijn voor de rol van mannen en werkgevers in het daadwerkelijk mogelijk maken van een eerlijkere taakverdeling tussen mannen en vrouwen. Nu is met name de vrouw aan zet. De bevindingen en aanbevelingen worden hieronder kort samengevat. De volledige analyse wordt gepresenteerd in de bij deze brief behorende analyse. 1

2 Veiligheid Analyse: Atria signaleert dat de aanpak en preventie van gender gerelateerd geweld onvoldoende is geïntegreerd in het samenhangend veiligheidsbeleid. Daarnaast zijn onderwerpen zoals cybergeweld en intimidatie op de werkvloer niet in de Rijksbegroting opgenomen. Aanbevelingen: Effectief beleid ten aanzien van huiselijk geweld vraagt om een gendersensitieve benadering, omdat in het merendeel van de gevallen van huiselijk geweld de verdachte man is en het slachtoffer vrouw. Dit is bovendien een verplichting voortvloeiend uit het Verdrag van Istanbul. Een gender-sensitieve aanpak houdt rekening met de sociaalculturele rollen die aan mannen en vrouwen gekoppeld zijn, de legitimeringen waarmee geweld tegen vrouwen is omgeven en in het bijzonder met de verschillen in macht die daaruit voortvloeien. Effectief beleid vraagt ook om een intersectionele aanpak, waarin aandacht wordt besteed aan hoe maatschappelijke, sociale, economische en juridische factoren op elkaar inwerken in hun effect op de positie van vrouwen en op het risico op partnergeweld. Dit is niet alleen nodig bij huiselijk geweld, maar ook bij een aanpak van intergenerationele overdracht, kindermishandeling en meer in het algemeen bij beleid ter preventie van gender gerelateerd geweld. Een aantal onderwerpen zijn in de Rijksbegroting niet opgepakt, zoals cybergeweld en intimidatie op de werkvloer, terwijl dit grote maatschappelijke problemen zijn met vele negatieve (financiële) gevolgen. Atria bepleit een integrale aanpak van alle vormen van online (seksuele) discriminatie in een breder cyberveiligheidsbeleid met inbegrip van een genderperspectief. Combineren van arbeid en zorg Analyse: In de Rijksbegroting is er terechte aandacht voor het bestrijden van zwangerschapsdiscriminatie. Daarnaast wordt er geïnvesteerd in de kinderopvangtoeslag en er komt een interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) naar deeltijdwerk. Tegelijkertijd richt de regering zich met name op het stimuleren van vrouwen om meer uren te gaan werken, maar niet op het voor mannen mogelijk maken om in deeltijd te gaan werken en meer te zorgen. Tevens is er geen aandacht voor de rol van werkgevers hierin. Ook voor het doorbreken van beroepssegregatie laat de regering weinig concrete ideeën zien, terwijl vrouwen in sectoren werken waar deeltijd de norm is en die bovendien minder betalen. Aanbevelingen: Een meer gender-sensitieve en intersectionele benadering van de diverse aspecten van het vraagstuk van verdeling arbeid en zorg is nodig. Er dient een onderzoek te worden gedaan naar het doorbreken van beroepssegregatie. Het is tevens van belang dat de overheid randvoorwaarden creëert die het combineren van arbeid en zorg mogelijk te maken, zoals goede regelingen ten aanzien van flexibele werktijden en verlofduur rondom geboorte van een kind en mantelzorg. 2

3 Vertegenwoordiging in top, wetenschap en bedrijfsleven Analyse: Het behalen van het streefcijfer van 30% vrouwen in de Raden van Commissarissen en Raden van Bestuur in 2020, verloopt traag en dreigt zelfs achteruit te gaan. Specifieke aandacht gericht op het vergroten van het aandeel vrouwen in de top van het bedrijfsleven en wetenschap zien we echter niet terug in de begrotingen van de regering. Aanbevelingen: Atria pleit er voor om als het streefcijfer van 30% in 2020 ten aanzien van de vertegenwoordiging van vrouwen in de top van het bedrijfsleven niet wordt gehaald, een afdwingbaar quotum in te stellen. Daarnaast onderstreept Atria dat er blijvend aandacht wordt besteedt aan het aandeel vrouwen onder hoogleraren. Genderstereotypering Analyse: Het doorbreken van genderstereotypering in onderwijs en op de arbeidsmarkt is nauwelijks opgenomen in de Rijksbegroting, terwijl het belang hiervan wel is onderkend in de emancipatienota 1. Door genderstereotype keuzes in opleidings- en beroepstrajecten gaat talent verloren en vanuit economisch en maatschappelijk perspectief gezien is dit onwenselijk. Aanbevelingen: Dit belangrijke thema dient aan de hand van een veelzijdig beleid een bredere plek te krijgen dan alleen in de alliantie Werk.en.de.Toekomst 2, en het Techniekpact 3. Een samenwerking tussen ministeries, werkgevers, scholen, onderwijsverenigingen en het maatschappelijk middenveld is nodig om genderstereotypering in het onderwijs en op de arbeidsmarkt tegen te gaan. Erfgoed Analyse: Atria juicht het besluit toe om te investeren in erfgoed, waaronder digitalisering en verduurzaming, zodat het erfgoed beter toegankelijk wordt en blijft voor toekomstige generaties. Het erkennen van de rol van erfgoed, zoals archieven, en de hernieuwde aandacht voor geschiedenis is positief. Aanbevelingen: Het besef dat gender- en LHBTI-gelijkheid geen vanzelfsprekendheden zijn maar verworvenheden uit het verleden is van groot belang. Essentieel onderdeel is de erkenning van het koloniale verleden van Nederland en de sporen die dat nalaat in erfgoed, 1 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap; Emancipatienota , pag Het strategisch partnerschap Werk.en.de Toekomst wil de gelijke positie van vrouwen, mannen en LHBTI s op de arbeidsmarkt bevorderen, door genderstereotype beeldvorming in het onderwijs en op de arbeidsmarkt te doorbreken en het combineren van werken, leren en zorgen mogelijk te maken. Werk.en.de Toekomst is een samenwerking van Atria, Emancipator, de Nederlandse Vrouwen Raad (NVR) en VHTO, Landelijk Expertisebureau meisjes/vrouwen en bèta/techniek en wordt gesteund door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. 3 Het Techniekpact heeft als doel het zorgen voor voldoende gekwalificeerde technici en het aantrekkelijker maken van leren en werken in de techniek. 3

4 evenals de noodzaak van aandacht voor de vaak onderbelichte bijdragen van vrouwen in de geschiedenis. Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Indien u aanvullende vragen heeft, kunt u contact opnemen met Esther de Jong (E.dejong@atria.nl), hoofd beleidsadvisering bij Atria. Met vriendelijke groeten, Renée Römkens Directeur-bestuurder Atria Bijzonder hoogleraar Gender Based Violence Universiteit van Amsterdam 4

5 1. VEILIGHEID: VORMEN VAN GENDER GERELATEERD GEWELD a. Huiselijk geweld In juni 2018 presenteerden de ministers Hugo de Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Sander Dekker van Rechtsbescherming een vernieuwde aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling, getiteld Geweld hoort negens thuis. Binnen dit programma worden de komende jaren substantiële middelen beschikbaar gesteld voor de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling door gemeenten. Met de maart-circulaire gemeentefonds zijn middelen toegevoegd vanuit de algemene uitkering naar de decentralisatieuitkering vrouwenopvang voor de intensivering van de taken van Veilig Thuis naar aanleiding van de aanscherping van de meldcode en de radarfunctie Veilig Thuis. Het grootste aandeel van de financiering van het programma is afkomstig van het Ministerie van VWS, met 11,9 miljoen in 2018 oplopend tot 38,6 miljoen structureel vanaf Tevens zijn in het Regeerakkoord middelen vrijgemaakt voor de meldcode wat betreft signalering van huiselijk geweld en kindermishandeling door wijkteams en de jeugdgezondheidszorg en voor de inzet van forensische medische expertise. (Beleidsnota Geweld hoort nergens thuis, p. 50). Het Ministerie van JenV draagt in 2019 en de daarop volgende jaren telkens 2,3 mln. bij aan het programma Geweld hoort nergens thuis. (begroting JenV p. 69) Atria is verheugd dat in de nota Geweld hoort nergens thuis de omvang en ernst van huiselijk geweld wordt erkend en hieraan de noodzaak voor extra middelen wordt gekoppeld. We hadden echter graag gezien dat gender gerelateerd geweld als dossier meer geïntegreerd zou worden in het samenhangend veiligheidsbeleid. Er dient een visie te worden ontwikkeld op de structurele aard en omvang van geweld binnenshuis. Huiselijk geweld is een van de omvangrijkste vormen van geweld in de Nederlandse samenleving die in het bijzonder vrouwen treft. Uit onderzoek van de Fundamental Rights Agency (FRA) van de Europese Unie blijkt dat bijna de helft (45%) van de Nederlandse vrouwen, die in het onderzoek zijn geïnterviewd, (sinds hun 15de jaar) ooit een vorm van fysiek of seksueel geweld ervaren heeft (FRA 2014). In tegenstelling tot veel omringende landen wordt in Nederland gewerkt met de containerbegrippen huiselijk geweld of geweld in afhankelijkheidsrelaties als verzamelterm voor verschillende vormen van geweld die plaatsvinden binnen de privésfeer. Voor de ontwikkeling van effectief beleid is het essentieel om te expliciteren over welke vorm van geweld het gaat, 5

6 wat de ernst en de aard van het geweld is en welke ongelijkheden en machtsverschillen er in de relatie tussen slachtoffer en dader kunnen spelen. De omvang, aard en de ernst van de problematiek vraagt om expliciet gendersensitief beleid voor de preventie van geweld, bescherming van slachtoffers, voldoende hulpverlening voor én de aanpak van plegers van geweld tegen vrouwen. Atria dringt er bij de regering op aan om, zoals internationaal erkend en vastgelegd in internationale verdragen, expliciet en geïntegreerd beleid te ontwikkelen gericht op de aanpak van geweld tegen vrouwen. Preventie van geweld dient beleidsmatig meer. De vraag die om antwoord roept is welke rol het onderwijs hierin kan vervullen en of preventie van seksueel geweld en geweld binnenshuis een van de kernpunten in het curriculum kan worden. Het aanbieden van kennis, ook op jonge leeftijd, is essentieel voor de versterking van de weerbaarheid en daarmee slachtofferschap en plegerschap op latere leeftijd te voorkomen. b. Gendersensitiviteit en intersectionaliteit m.b.t. gender gerelateerd geweld In de begrotingen van de ministeries van OCW, VWS en JenV worden gendersensitiviteit en intersectionaliteit niet genoemd als essentiële componenten van het beleid inzake huiselijk of gender gerelateerd geweld. In de beleidsnota Geweld hoort nergens thuis is terecht veel aandacht voor specifieke risicogroepen. Voor een aantal doelgroepen met specifieke problemen is om verschillende redenen extra aandacht nodig. Soms is er specifieke expertise nodig 6

7 over de doelgroep of om de problemen eerder en beter in beeld te brengen. Het gaat om groepen die extra kwetsbaar zijn en niet altijd direct te herkennen zijn, zoals slachtoffers en plegers met een lichte verstandelijke beperking. Door gerichte aanpak bij risicogroepen verwachten wij dat de impact van de maatregelen toenemen. Vrouwen worden hierbij echter niet expliciet genoemd. Dit is opvallend omdat uit politieregistratie van de afgelopen jaren blijkt dat bij driekwart van de incidenten van huiselijk geweld het slachtoffer een vrouw was en 90% van de verdachten van huiselijk geweld een man. Wel opgenomen in het rijtje risicogroepen zijn o.a. slachtoffers van seksueel geweld en slachtoffers van loverboys, eveneens groepen die overwegend uit vrouwen bestaan. Huiselijk geweld treft vrouwen disproportioneel vaak en wordt daarom ook in internationaal rechtelijk verband, o.a. in de jurisprudentie van het Europese Hof voor rechte van de Mens, en het Verdrag van Istanboel, gezien als een vorm van gender gerelateerd geweld, oftewel geweld dat zich richt tegen een persoon wegens het geslacht, genderidentiteit of genderexpressie. Een gender sensitieve aanpak - waarbij men rekening houdt met de sociaal-culturele rollen die aan mannen en vrouwen gekoppeld zijn, de legitimering 7

8 en bagatellisering van geweld en met name met de verschillen die daaruit voortvloeien in macht en in de mate waarin vrouwen en mannen slachtoffer worden van geweld - is onontbeerlijk om beleid omtrent huiselijk geweld effectief te laten zijn. Atria heeft in samenwerking met de Blijf Groep en Motivaction een onderzoek gedaan, genaamd Welk geweld telt?. De uitkomsten leveren inzicht in hoe Nederlanders aankijken tegen geweld tussen (ex- )partners. Daaruit blijkt dat o.a. dat legitimering van partnergeweld onder bepaalde omstandigheden nog steeds veel voorkomt (30%), dat mannen vaker geweld legitimeren dan vrouwen en dat legitimering van seksuele dwang onder jongeren onder de 35 relatief veel voorkomt. Een gender sensitieve aanpak is volgens het Verdrag van Istanboel inzake geweld tegen vrouwen verplicht. Voor concrete suggesties voor het integreren van een genderperspectief, verwijst Atria naar de follow-up van de in 2015 door Regioplan uitgevoerde genderscan van beleid omtrent huiselijk geweld. Daarnaast pleit Atria voor een intersectionele aanpak, met aandacht voor hoe maatschappelijke, sociale, economische en juridische factoren op 8

9 elkaar inwerken en bijdragen aan een meer of minder afhankelijke positie van vrouwen en daarmee het risico op partnergeweld kunnen vergroten. Aandacht voor sociaal en politiek gemarginaliseerde groepen binnen de risicogroep van vrouwen is dan gewaarborgd, zoals o.a., LBTI-vrouwen, oudere vrouwen, vrouwen met een geestelijke of lichamelijke beperking en vrouwen met een migratieachtergrond. Met betrekking tot de laatste groep heeft Nederland volgens het Verdrag van Istanboel bij partnergeweld de verplichting een van de echtgenoot afhankelijke verblijfstitel op verzoek van het slachtoffer om te zetten in een onafhankelijke, eigen verblijfsvergunning. c. Intergenerationele overdacht van geweld In de begroting van het Ministerie van VWS is veel aandacht voor kindermishandeling. In totaal stelt het Ministerie van VWS 18,8 miljoen beschikbaar voor de aanpak van kindermishandeling. Daarnaast draagt het Ministerie van VWS 11,9 miljoen bij aan het programma Geweld hoort nergens tuis, dat deels tevens is bestemd voor de aanpak van kindermishandeling. Van een samenhangende geïntegreerde aanpak is vooralsnog geen sprake. Onduidelijk blijft hoe in besteding van welk deel van de genoemde middelen dit wordt gekoppeld aan maatregelen ter bestrijding van huiselijk geweld en gender gerelateerd geweld. De minister geeft in de nota Geweld hoort nergens thuis aan belang te hechten aan aandacht voor specifieke risicogroepen, zoals kinderen. In dit kader raadt Atria aan hierbij niet alleen te kijken naar de directe gevolgen kindermishandeling maar dit te koppelen aan een gezinsanalyse en naar het effect van partnergeweld binnen een gezin met kinderen, en het risico op intergenerationele overdracht. In Nederland zijn jaarlijks naar schatting kinderen het slachtoffer van mishandeling, verwaarlozing, misbruik of getuige van geweld tussen ouders, dat in het merendeel der gevallen 9

10 tegen de moeder is gericht. Partnergeweld binnen een gezin vergroot het risico op kindermishandeling. Atria onderstreept dat opgroeien in een gezin met een geweldgeschiedenis invloed heeft op hoe kinderen in de volwassenheid relaties aangaan. Tegelijkertijd is het essentieel vanwege de verschillende uitwerking van geweld in gezinnen op meisjes en jongens - ook hiervoor oog te hebben en een genderperspectief te hanteren. Meisjes die opgroeien in een gewelddadig gezin, hebben een verhoogde kans om als volwassene slachtoffer te worden, jongens om dader te worden van partnergeweld. Uit het onderzoek van Atria, Blijf Groep en Motivaction Welk geweld telt? blijkt ook dat jongeren toleranter staan ten opzichte van partnergeweld, vooral seksueel geweld. Zo vindt 1 op de 20 Nederlanders onder de 25 jaar verkrachting van een vrouwelijke partner acceptabel. Atria benadrukt de noodzaak van een integrale, systeemgerichte aanpak, met aandacht voor manvrouw-verhoudingen in de context van de intergenerationele overdracht. Daarnaast is het bij de aanpak van huiselijk geweld van belang dat de focus ook in de praktijk duaal is - ouders èn kinderen - en niet eenzijdig gericht op de kinderen in het gezin. 10

11 d. Preventie en sociale norm m.b.t. gendergerelateerd geweld jongeren Het programma Geweld hoort nergens thuis richt zich met name op de fase waarin geweld reeds plaatsvindt. Met het stoppen en duurzaam oplossen van huiselijk geweld en kindermishandeling beoogt herhaling van huiselijk geweld en kindermishandeling te voorkomen (beleidsnota Geweld hoort nergens thuis, p. 12). Specifiek op primaire preventie gerichte programma s om te voorkomen dat geweld begint - komen in de begrotingen van de Ministeries van VWS. JenV en OCW niet naar voren. Het tegengaan van kindermishandeling en intergenerationele overdracht is een onontbeerlijk onderdeel van de preventie van huiselijk geweld. In de beleidsnota ligt de nadruk echter op vroege signalering in plaats van preventie van huiselijk geweld. Atria onderstreept het belang van een effectief primair preventiebeleid. Uit verkennend onderzoek naar veelbelovende preventiepraktijken gericht op het doorbreken van de intergenerationele overdracht van geweld in gezinnen in Nederland en Europa, blijkt dat projecten gericht op een bewustzijns- en attitudeverandering bij jongeren ten aanzien van beeldvorming over jongens/mannelijkheid en meisjes/vrouwelijkheid, en meer specifiek de (on-)aanvaardbaarheid van geweld, positieve effecten laten zien. Het feit dat jongeren relatief tolerant staan tegenover vormen van partnergeweld roept de vraag op of er een risico is op toename van partnergeweld in de toekomst. Hulp in gezinnen en interventies gericht op jongeren zijn urgent om te voorkomen dat partnergeweld zich voortzet in volgende generaties. De alliantie Act4Respect van Atria en Rutgers bouwt hierop voort door veelbelovende interventies uit te breiden en de gendernormen en attitudes van jongeren die gerelateerd zijn aan GGG, zoals de legitimering daarvan aan de kaak te stellen in een sociale 11

12 GENDERGERELATEERD GEWELD BUITEN DE HUISELIJKE SFEER normcampagne. Het is echter tevens van belang dat betrokken professionals zich bewust zijn van de man-/vrouw rolpatronen die een rol kunnen spelen bij het ontstaan van huiselijk geweld. Professionele kennis van gender sensitieve preventiepraktijken, met aandacht voor het bestrijden van genderstereotypen die ten grondslag liggen aan rigide rollen voor mannen en vrouwen, is essentieel voor het bereiken van een meer effectieve aanpak van huiselijk en partnergeweld. e. Straatintimidatie Gender gerelateerd geweld komt binnenshuis voor, maar ook veel daarbuiten. Veel vrouwen geven aan dat zij worden lastiggevallen op In de openbare ruimte. Met het project Veilige steden, dat in de Emancipatienota van 29 maart j.l. door minister Van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap werd aangekondigd, wordt de lokale aanpak voor veiligheid van vrouwen ondersteund en seksuele intimidatie op straat aangepakt. Het project, dat loopt van 2018 tot 2022, richt zich op samenwerking met gemeenten om problemen als straatintimidatie en seksuele intimidatie en seksueel geweld in het uitgaansleven aan te pakken. Deze aanpak zal waar mogelijk verbonden worden met de lokale aanpak voor veiligheid van lhbti-personen, en met de aanpak voor seksuele Seksuele intimidatie van vrouwen is een vorm van discriminatie jegens vrouwen en, gezien de invloed op de vrijheid en veiligheid van vrouwen, een schending van fundamentele mensenrechten. Het wordt als zodanig erkend in verschillende bindende internationale regelgeving, zoals de EU Richtlijn 2002/73/EG het Verdrag van Istanboel van de Raad van Europa en het CEDAW-verdrag (Convention of the Elimination of all Forms of Discrimination against Women) van de Verenigde Naties. Atria juicht de ondersteuning van de lokale aanpak van straatintimidatie middels het project Veilige Steden toe en spreekt de hoop uit dat de Minister 12

13 weerbaarheid van meisjes en jongens (Emancipatienota 2018, p. 8). Uit de begroting van het Ministerie van OCW wordt echter niet duidelijk hoeveel middelen voor het project zijn gereserveerd. f. Cybergeweld In de begroting van het Ministerie van Justitie en Veiligheid is aandacht voor cybersecurity, maar hiermee doelt men exclusief op de aanpak van georganiseerde cybercriminaliteit. Cyberintimidatie en -geweld is een van de snel toenemend vormen van geweld die van grote invloed is op de veiligheid van burgers. Het vormt nog geen onderdeel van het beleid inzake cybersecurity. Het neemt vooral onder jongeren toe en treft meisjes en vrouwen vaker dan jongens en mannen deze aanzet een concreet en effectief vervolg geeft en hiervoor ruime middelen beschikbaar stelt. In het bijzonder bepleit Atria dat de Minister erop zal toezien, conform de verplichtingen die op de Rijksoverheid rusten krachtens het Verdrag van Istanboel. In het ontwerp en de uitvoering van het lokale beleid dient aandacht te zijn voor de genderaspecten van seksuele intimidatie. Seksuele straatintimidatie is bij uitstek een vorm van geweld die vooral vrouwen en meisjes treft en waaraan ongelijke genderverhoudingen, genderstereotypering en een dubbele seksuele moraal ten grondslag liggen. Een nog onderbelichte vorm van geweld tegen vrouwen en meisjes is Cybergeweld. Vooral vrouwen van onder de 25 jaar worden hier slachtoffer van. Uit een onderzoek van het Fundamental Rights Agency van de Europese Unie (FRA) in 2014 is bekend dat 33% van de Nederlandse jonge vrouwen (18-27 jaar) een vorm van cyberintimidatie heeft meegemaakt, in de EU is dat 20%. Voorbeelden van cyberintimidatie zijn: het zonder toestemming doorsturen van seksueel getinte foto s, het sturen van seksueel expliciete, bedreigende of intimiderende berichten, en applicaties voor mobiele telefoons waarmee de (gps-)locatie van het slachtoffer kan worden gevolgd. 13

14 Gekeken naar Nederlandse vrouwen van alle leeftijden, is één op de zes (17%) ooit slachtoffer geweest van deze vorm van geweld tegen vrouwen. Online (seksuele) intimidatie kan leiden tot slaapproblemen, eetstoornissen en middelenmisbruik. Ernstige en herhaalde intimidatie kan zelfmoord tot gevolg hebben De Databank Effectieve Sociale Interventies van Movisie en de Databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut bevatten een aantal interventies die als doel hebben online seksuele intimidatie aan te pakken en te voorkomen middels het bewerkstelligen van bewustwording en attitudeverandering m.b.t. de acceptatie van cybergeweld. De alliantie Act4Respect van Atria en Rutgers bouwt hierop voort door veelbelovende interventies verder te ontwikkelen.. Het is cruciaal dat professionals, zowel in het onderwijs als in de zorg en bij de politie, online (seksuele) intimidatie leren voorkomen en (vroegtijdig) signaleren om het op een effectieve manier aan te kunnen pakken. Deskundigheidsbevordering is een verplichting voor Nederland krachtens de Conventie van Istanbul. Professionals beschikken over onvoldoende kennis over dit onderwerp. Scholing is groot belang. 14

15 g. Intimidatie op de werkvloer In de begrotingen van Ministerie van OCW, VWS en JenV staan geen verwijzingen naar beleid omtrent de aanpak van (seksuele) intimidatie op de werkvloer. In een brief van 18 juni j.l. zet de staatssecretaris van SZW de resultaten van het onderzoek Vertrouwenspersonen in arbeidsorganisaties uiteen. De begroting van het ministerie van SZW verwijst naar de motie Özutok/Van Dijk waarin gepleit wordt voor meer aandacht voor seksuele intimidatie op de werkvloer, in aanvulling op het jaarplan van de Inspectie SZW. De staatssecretaris heeft aangegeven hierop na Prinsjesdag, in het derde kwartaal van 2018, terug te komen. Gezien de omvang van het probleem, de maatschappelijke onrust en discussie n.a.v. #MeToo die nadrukkelijk gaan over seksuele intimidatie is het ontbreken van beleid op dit thema opmerkelijk. Volgens recent onderzoek van de FNV heeft bijna de helft van de werknemers te maken gehad met een vorm van seksuele intimidatie. Meestal gaat het om seksueel getinte grapjes, maar in een aantal gevallen ook om ernstigere vormen van intimidatie en/of geweld.. De meest voorkomende vorm van seksuele intimidatie op het werk is seksueel getinte grapjes: de helft heeft dit meegemaakt tijdens het werk (49%). Op de tweede plaats en derde plaats staan seksistische opmerkingen (38%) en seksueel getinte opmerkingen over het lichaam of uiterlijk (18%). 12% is ongewenst aangeraakt. Verkrachting of aanranding komt het minst vaak voor (2% in totaal). Voor een derde van alle slachtoffers had de intimidatie gevolgen, zoals bijvoorbeeld psychische klachten en vermindering van de kwaliteit van het werk. Atria bepleit dat de overheid hier wetenschappelijk onderzoek laat doen om omvang en aard vast te stellen en op basis daarvan effectief preventiebeleid te ontwikkelen, in afstemming met werkgeversorganisaties en vakbonden. 15

16 2. COMBINEREN ARBEID & ZORG a. Arbeidsparticipatie De regering stelt dat het aantal gewerkte uren per week bij vrouwen en moeders met jonge kinderen is toegenomen (SZW-begroting, p. 102). Ook stelt de regering dat niet iedereen meeprofiteert van het herstel. Hierbij valt te denken aan mensen met een beperking, ouderen, mensen met schulden en mensen met een migratieachtergrond (SZWbegroting p. 9). Het kabinet investeert in inburgering en onderwijs en pakt discriminatie op de arbeidsmarkt aan. Ook wordt via Verdere integratie op de arbeidsmarkt (VIA) gewerkt aan verbetering van de arbeidsmarktpositie van Nederlanders met een migratieachtergrond (ibid., p. 17). Een belangrijke ontwikkeling is dat de regering voornemens is een interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) te laten uitvoeren naar deeltijdwerk. Dit onderzoek moet beleidsopties aanreiken rond verschillende visies op deeltijdwerk. Deze wens vloeit voort uit het feit dat Nederland koploper is in deeltijdarbeid. Dit geldt voor zowel mannen als vrouwen, maar met name jonge vrouwen werken erg veel in deeltijd in vergelijking tot andere landen. Ook is het verschil in gewerkte uren tussen jonge mannen en vrouwen in Nederland beduidend groter dan in omringende landen (29 tegenover 37 uur versus 35 tegenover 39 uur in de rest van Europa). Waar in andere Europese landen de helft van de participerende Atria bepleit niet alleen een differentiatie naar geslacht, maar een intersectionele benadering, waarbij ook gekeken wordt naar andere sociaalmaatschappelijke kenmerken zoals etniciteit, leeftijd, seksuele oriëntatie en sociaal economische status. Op deze manier kan meer inzicht worden verkregen in de arbeidsmarktparticipatie en economische zelfstandigheid van specifieke groepen, die onvoldoende mee profiteren van de economische groei in Nederland. Atria beveelt verder aan om op basis hiervan, beleid toegesneden op de diverse groepen, te ontwikkelen met daarin specifieke aandacht voor belemmerende factoren. Atria is verheugd met het IBO deeltijdwerken en verwacht dat dit een belangrijk document wordt voor beleid ter versterking van de economische weerbaarheid van vrouwen in Nederland. Atria is verrast door de stelling: Nederlandse vrouwen blijken over het algemeen erg tevreden met hun deeltijdbaan (miljoenennota: P. 137). Hierbij wordt geen onderzoek geciteerd. Deze conclusie staat haaks op onderzoek waaruit blijkt dat vrouwen juist meer uren zouden willen werken mits een betere 16

17 vrouwen een voltijdbaan heeft, geldt dit voor Nederlandse vrouwen voor slechts 25%. Er wordt door de regering gesteld dat Nederlandse vrouwen tevreden zijn met deeltijdwerk. Aan de andere kant wordt de vraag opgeworpen of hierdoor geen menselijk kapitaal onbenut blijft. Als gevolg hiervan zijn vrouwen minder economisch zelfstandig en maken ze ook minder vaak carrière (Miljoenennota, p ). afstemming tussen privé en werk mogelijk is, met name grotere flexibiliteit (SCP/CBS, Emancipatiemonitor 2016, 2016). Ook in het SCPrapport Werken aan de start geeft 50% van de jonge vrouwen aan juist meer uren te willen werken. Atria onderschrijft de observatie dat deeltijdarbeid een probleem kan zijn voor de economische zelfstandigheid en financiële onafhankelijkheid van vrouwen. Atria bepleit dan ook dat het kabinet hierin ook een integrale emancipatievisie presenteert hoe Nederland in het komende decennium het anderhalf verdienersmodel achter zich kan laten en in de buurt kan komen van een eerlijke verdeling tussen vrouwen en mannen van werk- en zorgtaken. Hierin dient aandacht te zijn voor een aantal structurele maatregelen om tot een herverdeling van beschikbare arbeidsplaatsen te komen en in het verlengde daarvan ook meer vrouwen aan het werk te krijgen. In het SER rapport Een Werkende Combinatie wordt vermeld dat werken, zorg en leren steeds vaker gecombineerd worden door werkenden en dat het kostwinnaarsmodel, waarin mannen werkten en vrouwen zorgden al lang niet meer bestaat (p.14). Om in de toekomst deze combinatie van taken eerlijk te verdelen en mogelijk te maken moeten de rand voorwaardelijke 17

18 voorzieningen voor vrouwen én mannen goed zijn (kinderopvang, flexibele werktijden). Ook moeten mannen meer zorgtaken van vrouwen over willen en kunnen nemen en moet de regering werk maken van het doorbreken van de cultuur rondom het anderhalf verdienersmodel. Dit laatste kan mede bereikt worden door deeltijdwerken de norm te doen zijn om structureel herverdeling van beschikbare arbeid te realiseren en beide partners volgens het 75%-model te laten werken. b. Economische zelfstandigheid Voor de economische zelfstandigheid en financiële onafhankelijkheid van vrouwen hanteert de regering vanaf 2019 twee beleidsrelevante kengetallen. Voor de economische zelfstandigheid van vrouwen wordt uitgegaan van een inkomen van minimaal 70% van het minimumloon. In 2016 gold dit voor 59,1% van de vrouwen. De financiële onafhankelijkheid wordt gesteld op minimaal 100% van het minimumloon. Hiervoor gold in 2016 dat dit door 48,4% van de vrouwen werd verdiend (OCW-begroting, p. 114). De regering heeft vooralsnog geen streefcijfers geformuleerd voor beide kengetallen, terwijl tegelijkertijd het ministerie van OCW het tot haar prioriteit heeft gemaakt de economische en financiële zelfstandigheid van vrouwen te vergroten (OCWbegroting, p. 20). Uit de beleidswijzigingen blijkt dat de arbeidsmarkt een centraal themapunt is waar zich stevige knelpunten voordoen, meer in het bijzonder op het gebied Atria onderschrijft het beleidsmatige belang dat er vanaf 2019 de indicatoren economische zelfstandigheid van vrouwen en financiële onafhankelijkheid van vrouwen worden opgenomen. Atria pleit voor opname van streefcijfers, om de ambitie van de regering te tonen en om de resultaten daadwerkelijk te kunnen toetsen van gericht beleid ter versterking van de economische weerbaarheid van vrouwen in Nederland. Atria beveelt aan ook de arbeidsparticipatie van vrouwen met een migrantenachtergrond daarin expliciet aandacht te geven.. Hierbij heeft de overheid de taak om de randvoorwaarden te creëren die het voor vrouwen 18

19 van financiële onafhankelijkheid van vrouwen (OCWbegroting, p. 114). c. Loonkloof In de OCW- begroting wordt aangegeven dat de Minister zich wil inzetten om de loonkloof tussen mannen en vrouwen te bestrijden (OCW-begroting p. 114). Verder worden er geen plannen genoemd. In de begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt wel vermeldt dat in het vernieuwde Actieplan Arbeidsdiscriminatie - dit wordt in november 2018 naar de Tweede Kamer gestuurd - onder andere discriminatie op basis van geslacht zal worden meegenomen (SZW begroting, p. 217). makkelijker maakt te gaan werken. Enkele randvoorwaarden zijn goede regelingen ten aanzien van kinderopvang (zie aanbeveling 7), voorlichting op jonge leeftijd over studie-en beroepskeuzes (zie aanbevelingen 9 en 10), verlofduur rondom geboorte van een kind (zie aanbeveling 6), mogelijkheden rondom mantelzorg (zie aanbeveling 8) en flexibele werktijden. De loonkloof is in Nederland op dit moment 15,5 % en maakt structurele oorzaken voor ongelijke beloning zichtbaar. Voor de rekening van de loonkloof wordt van alle lonen, banen, beroepen en werknemers het gemiddelde genomen. Dit wordt daarom het ongecorrigeerde beloningsverschil genoemd. Tegenover het ongecorrigeerde beloningsverschil staat het gecorrigeerd beloningsverschil. Bij het gecorrigeerd beloningsverschil wordt rekening gehouden met het verschil in positie op de arbeidsmarkt van mannen en vrouwen. In 2014 was het gecorrigeerde beloningsverschil bij de overheid 5% en in het bedrijfsleven 7% (CBS, 2016). De factoren die bijdragen aan de loonkloof zijn indicatief voor de gelijkheid van vrouwen en mannen op de arbeidsmarkt. Vrouwen werken in lager betaalde sectoren, in lager betaalde functies en minder uren 19

20 per week. Hierdoor zijn minder vrouwen economisch zelfstandig dan mannen. Daarnaast draagt beroepssegregatie tussen vrouwen en mannen bij aan de bestaande loonkloof omdat vrouwen verhoudingsgewijs vaker in lager betaalde sectoren werken dan mannen. Gezien de huidige automatisering en robotisering die er o.a. toe leidt dat vrouwen getroffen zullen worden door automatisering van administratieve banen, gecombineerd met het feit dat nieuwe banen met name in de technische sectoren zullen ontstaan waarin tot nog toe juist relatief weinig vrouwen werken, is de urgentie om de beroepssegregatie te doorbreken toegenomen. Helaas ziet Atria niet terug in de plannen en begroting van de regering dat hier aandacht aan wordt geschonken, terwijl dit onderdeel is van het emancipatiebeleid zoals geformuleerd in de Emancipatienota Atria pleit er verder voor om onderzoek te blijven doen naar de structurele oorzaken voor ongelijke beloning, hoe deze aan te pakken, en hierop beleid te ontwikkelen bijvoorbeeld door de komende 10 jaar te monitoren of de loonkloof in de leeftijdscategorie boven de 35 jaar ook verdwijnt met het doorstromen van vrouwen die nu jaar oud zijn. Door beleidsmaatregelen en het doorbreken van genderstereotypering die het 20

21 combineren van werk en gezin voor vrouwen verbeteren, kan dit proces ondersteund worden. d. Arbeidsparticipatie van vluchtelingenvrouwen De regering is van plan om de uitgaven voor opdrachten Inburgering en Integratie naar een hoger niveau te tillen in Hierbij gaat het om extra middelen ten behoeve van activiteiten in het kader van de verdere integratie van (asiel)migranten op de arbeidsmarkt, zoals de vernieuwing van inburgeringsexamens, onderzoek en voorlichting op het terrein van integratieonderwerpen. Tevens wil de regering de werkgevers in tekortsectoren ondersteunen en stimuleren bij het in dienst nemen van (asiel)migranten (SZW-begroting, p. 138). Ook worden er middelen uitgetrokken voor activiteiten met betrekking tot screening en matching van asielmigranten ten behoeve van integratie en participatie van deze groep in de samenleving (SZW-begroting, p. 136). Atria is verheugd met de plannen en begroting van de regering om meer uit te geven aan de inburgering en integratie van (asiel)migranten). Helaas ontbreekt hierin expliciete aandacht voor vluchtelingen vrouwen en vrouwelijke statushouders. Aangezien de arbeidsparticipatie van vluchtelingenvrouwen fors achterloopt roept Atria op om de extra middelen voor verdere integratie van (asiel)migranten op de arbeidsmarkt gedeeltelijk vrij te maken voor het bevorderen van activiteiten om vrouwelijke asielmigranten te ondersteunen in het betreden van de arbeidsmarkt. Atria heeft hier ervaring mee en heeft afgelopen jaar, in samenwerking met de gemeente Amsterdam, verschillende groepen klantmanagers getraind in hoe zij het best vluchtelingenvrouwen kunnen begeleiden naar arbeidsparticipatie. De voorgestelde maatregelen bieden kansen om ook de genderfocus daarin mee te nemen. Daarnaast is het van belang om in de samenwerking met werkgevers in de tekortsectoren ook aandacht te besteden aan het faciliteren van mogelijkheden om vrouwelijke (asiel)migranten in dienst te nemen. 21

22 In de kamerbrief van 2 juli 2018 gaf Minister Koolmees van SZW specifiek aan te willen werken aan pilots gericht op de integratie van specifiek vrouwelijke na-reizigers. Dit zien wij helaas niet terug in de begroting en de uitgewerkte plannen. e. Zwangerschapsdiscriminatie Er wordt een vervolg gegeven aan het Actieplan Arbeidsdiscriminatie (begroting van SZW, pagina 230). f. Vader-/partnerschapsverlof De Regering realiseert zich dat modernisering op het gebied van arbeid en zorg hard nodig is voor werkenden om werk en kinderen beter te kunnen combineren. Er wordt geconcludeerd dat taken in en rond het huis vanaf het begin beter en eerlijk verdeeld [moeten] worden (SZW begroting, p. 12). Er wordt een aantal beleidswijzigingen doorgevoerd om Atria onderstreept de opvatting van het College voor de Rechten van de Mens dat zwangerschapsdiscriminatie een schending van mensenrechten van vrouwen is. Atria is verheugd dat het Actieplan Arbeidsmarktdiscriminatie een vervolg krijgt, waarbij onder andere aandacht wordt gegeven aan het bestrijden van discriminatie in sollicitatieprocedures, bij zwangerschap en een stevige handhavende rol voor de inspectie SZW. Daarnaast vindt Atria het een goed initiatief om aandacht te besteden aan voorlichting en bewustwording over de rechten en plichten bij zwangerschap in relatie tot werk, zowel gericht op werkgevers als zwangere werkneemsters. De maatregelen zoals vervat in de Wet Invoering Extra Geboorteverlof (WIEG) zijn een stap om tot een evenwichtigere verdeling te komen van werk en zorg. Het is een belangrijke eerste stap dat werkgevers het volledige loon doorbetalen voor vaders / partners om inkomstenderving te 22

23 hier een bijdrage aan te leveren. Zo wordt het geboorteverlof voor vaders / partners opgetrokken tot 5 dagen waarbij 100 procent van het dagloon wordt uitbetaald. (SZW begroting, p. 88). Ook verlengt de Regering het adoptie- en pleegzorgverlof van 4 tot 6 weken. (SZW begroting, p. 88). Daarnaast geeft, de Wet Invoering Extra Geboorteverlof (WIEG), per 1 juli 2020 partners de mogelijkheid tot het opnemen van 5 weken extra geboorteverlof gedurende het eerste half jaar. (SZW begroting, p. 88) voorkomen voor ouders. De uitbreiding van het adoptieverlof en verlof voor pleegouders is een waardevolle aanvulling voor ouders en kind. Aanvullend kraamverlof biedt de mogelijkheid om genderstereotyperingen omtrent zorgtaken en de verdeling werk/zorg te doorbreken zodat het voor vrouwen makkelijker wordt om (meer uren) betaald werk te verrichten en het makkelijker wordt voor mannen om deeltijd te werken en meer zorgtaken op zich te nemen. In aanvulling hierop pleit Atria voor een uitbreiding voor aanvullend kraamverlof tot minimaal 12 weken en bij voorkeur 16 weken overeenkomstig met het advies van de Europese Commissie. Het aanvullend kraamverlof in huidige vorm (70% van dagloon uitbetaald door UWV) kan ertoe leiden dat vaders en partner met een laag inkomen onder het sociaal minimum uitkomen waardoor de financiële onafhankelijkheid van huishoudens in gevaar komt. Het is goed denkbaar dat partners besluiten om geen gebruik te maken van het aanvullend kraamverlof vanwege deze inkomensderving. Dit verdient zeker aandacht in evaluatie van de nieuwe wetgeving. Het voorstel van Atria is om de uitkering tot 100 procent te verhogen om inderdaad te voorkomen dat juist bij mensen met een laag inkomen alle zorgtaken bij de moeder komen te liggen. 23

24 g. Kinderopvang Regering: De overheid biedt financiële ondersteuning aan werkende ouders voor kinderopvang en bevordert de kwaliteit van kinderopvang. De overheid hecht aan goede, veilige en financieel toegankelijke kinderopvang, zodat ouders arbeid en zorg kunnen combineren. Voor de bevordering van de arbeidsparticipatie is het belangrijk dat ouders van jonge kinderen actief blijven op de arbeidsmarkt. Bovendien zorgt goede kinderopvang er ook voor dat kinderen worden gestimuleerd in hun ontwikkeling (SZW begroting, p. 95). De Regering investeert vanaf 2019 structureel 248 miljoen euro in de kinderopvangtoeslag, zo stijgt de kinderopvangtoeslag voor eerste kind tot max. 96 procent voor de laagste inkomens (SZW begroting, p. 95). De inkomensgrens waarbij ouders voor het eerste kind kinderopvangtoeslag krijgen ter hoogte van de vaste voet (33,3%) wordt voor 2019 verhoogd naar (SZW begroting, p. 95). De maximum uurprijzen en de gemiddelde tarieven nemen in 2018 en 2019 toe door de reguliere indexeringen. (SWZ begroting, p. 99). Het gebruik van kinderopvang neemt in 2019 naar verwachting verder toe als gevolg van de intensivering uit het Regeerakkoord. Het aantal uren per kind stijgt licht in 2018 en (SWZ begroting, p. 99) Verder zijn er voor 2019 twee belangrijke aanpassingen in Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang, namelijk de (1) Wijzigingen in beroepskracht-kind ratio. Van 1:4 naar 1:3 bij baby s en van 1:10 naar 1:12 bij kinderen van 7 jaar en ouder en (2) de Introductie van een pedagogisch beleidsmedewerker De Nederlandse overheid spendeert relatief weinig aan kinderopvang, zo n 0,7 procent van het bbp, terwijl de netto kosten voor formele kinderopvang in Nederland relatief hoog zijn: zo n 20 procent van het netto inkomen wordt aan kinderopvang besteed. Wegens de hoge kosten voor formele opvang besluiten werkenden (met name vrouwen) om deeltijd te (gaan) werken om zo zelf voor hun kinderen te zorgen. Dit heeft negatief effect op de economische zelfstandigheid van vrouwen want vrouwen die vroeg beginnen met deeltijd werken, blijven vaak deeltijdwerken. Voor de economische weerbaarheid van burgers is het van vitaal belang dat formele kinderopvang toegankelijk is voor alle mensen om belemmeringen voor het werkzame leven van ouders weg te neme. Atria is verheugd dat de regering vanaf 2019 structureel investeert in de kinderopvangtoeslag. Hiermee wordt een belangrijke belemmering voor gelijke arbeidsparticipatie van vrouwen en mannen aangepakt. Daarnaast is Atria verheugd dat de regering zich inzet voor het verbeteren van de aanvragen van kinderopvangtoeslag en daarbij oog heeft voor de negatieve gevolgen van het huidige systeem, met name voor huishoudens met een laag inkomen die het risico lopen op terugvordering van te hoge voorschotten. In veel gevallen kloppen deze 24

25 voor coaching pedagogisch medewerker en uitzetten van pedagogisch beleid (SZW begroting, p. 96). Ook spant de Regering zich in voor het verbeteren van het aanvragen van kinderopvangtoeslag om (hoge) terugvorderingen te voorkomen (SZW begroting, p. 96). h. Mantelzorg Het ministerie van VWS geeft aan dat ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers tot de tweede actielijn behoort binnen het programma Langer Thuis. Drie kernpunten binnen actielijn 2 zijn monitoring op overbelasting, kennis aangaande het ondersteuningsaanbod (ondersteuning en respijtzorg), en ervaring met de (aansluiting tot) formele zorg. Doel is overbelasting van mantelzorgers te voorkomen (VWS begroting, p. 85).. Een lichtpunt is de aandacht voor mantelzorg binnen het IBO Deeltijdwerken. De rol van schattingen niet en moeten ouders (een gedeelte) van de kinderopvangtoeslag terugbetalen of krijgen een nabetaling, in totaal bij zo n 80 procent. Onduidelijkheid over de hoogte van de kinderopvangtoeslag kan eraan bijdragen dat ouders minder snel kiezen voor kinderopvang. Atria onderstreept het niet alleen het belang van toegankelijkheid van kinderopvang, maar ook van de kwaliteit van de opvang. Gebrekkige kwaliteit van de kinderopvang leidt er ook toe dat ouders liever zelf voor opvang zorgen. Atria pleit daarom voor het behoud en verbetering van de kwaliteit van de opvang voor alle leeftijdsgroepen. Tot slot is het belangrijk dat de rol van arrangementen rondom kinderopvang voor keuze om deeltijd te werken wordt meegenomen in het IBO deeltijdwerken. In het programma Langer Thuis wordt gesteld: naar schatting verlenen mantelzorgers langdurig, dat wil zeggen, langer dan 3 maanden, en intensief, dat wil zeggen meer dan 8 uur per week, mantelzorg aan hun naaste. In totaal verlenen 4,4 miljoen Nederlands één of meerdere vormen van mantelzorg. In de miljoenennota 2019 is er beperkte aandacht voor mantelzorg. De Regering geeft aan dat mantelzorgers een onmiskenbare rol spelen bij 25

26 arrangementen rondom mantelzorg voor keuze om deeltijd te werken wordt meegenomen in onderzoek. Het onderzoek start in oktober Het secretariaat rondt haar eindrapport uiterlijk voorjaar 2019 af (Miljoenennota 2019 bijlagen, p. 137). de ondersteuning van hun naasten (VWS begroting, p. 7) en daarom hulp ondersteuning c.q. respijtzorg kunnen krijgen om niet overbelast te raken. Zeker 10 procent van de mantelzorgers is overbelast, en het aantal mantelzorgers neemt langzaam af (Langer Thuis, p. 7). Atria onderschrijft de doelstelling van de Regering om overbelasting van mantelzorgers te voorkomen. Helaas wordt er geen aandacht besteed aan mantelzorg in relatie tot gevolgen voor de arbeidsmarkt. Speciale aandacht is nodig voor vrouwen en mannen die met intensieve en langdurige mantelzorg te maken krijgen. Atria vindt het belangrijk om niet voorbij te lopen aan de specifieke rolpatronen bij mantelzorg. Vrouwen verlenen namelijk vaker, langduriger, en meer uren per week mantelzorg in vergelijking met mannen. Deze traditionele verdeling zorgt ervoor dat vrouwen minder tijd hebben voor een betaalde baan, wat gevolgen heeft voor de emancipatie en economische zelfstandigheid van vrouwen. Recent onderzoek laat zien dat meer dan 57 procent van de Nederlandse vrouwen onbetaalde zorgtaken, huishoudelijke taken, en mantelzorg als voornaamste redenen geeft om deeltijd te werken, tegenover 27 procent van de Nederlandse mannen. Een gender sensitieve benadering van mantelzorg is noodzakelijk. Het is 26

27 3. VERTEGENWOORDIGING IN TOP BEDRIJFSLEVEN EN WETENSCHAP belangrijk om mantelzorg door mannen en flexibiliteit op de arbeidsmarkt omwille van mantelzorg meer bespreekbaar te maken onder werknemers en werkgevers om het potentieel van vrouwen voor de arbeidsmarkt beter te benutten. a. Vrouwelijke hoogleraren In de Emancipatienota schreef de Minister van OCW dat slechts 19 procent van de hoogleraren vrouwen zijn en dat hierdoor teveel wetenschappelijk talent onbenut blijft. Er worden echter geen specifieke plannen genoemd in de begrotingen van de ministeries om het aandeel vrouwelijke hoogleraren te vergroten. b. Vrouwen in top bedrijfsleven In de Emancipatienota heeft minister Van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan de Uit de Monitor Vrouwelijke Hoogleraren 2017 blijkt dat in 2016 slechts 19.3% van de hoogleraren in Nederland vrouw is. In de Emancipatienota wordt geschreven dat meer universiteiten belang hechten aan een gelijke manvrouwverhouding en streefcijfers hebben geformuleerd voor In de Rijksbegroting is echter geen financiering zichtbaar die vrijgemaakt zou kunnen zijn om deze streefcijfers in 2020 te halen. Atria bepleit dat er blijvend aandacht wordt besteed aan de benodigde toename van het aandeel van vrouwen onder hoogleraren en dat er een evaluatie plaats vindt van het succes van het Westerdijk Talentimpuls programma, als basis voor doorontwikkeling van beleid. Uit de brief van 6 maart jl. van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de 27

28 c. Vertegenwoordiging van vrouwen binnen defensie kamer geschreven de plannen om het aandeel vrouwen aan de top van het bedrijfsleven verder te brengen, zoals het Manifest 2020 van Topvrouwen.nl. Zo ligt de focus onder andere op betere doorstroming van vrouwen naar hogere functies (begroting OCW, pagina 114). Specifieke aandacht gericht op het vergroten van het aandeel vrouwen in de top van het bedrijfsleven zien we echter niet terug in de begrotingen van de regering. In de begroting van het Ministerie van Defensie worden geen concrete plannen genoemd om de machocultuur binnen defensie aan te pakken. Het versterken van de diversiteit en de inclusiviteit binnen de organisatie is wel onderdeel is van het project Behoud en Werving met als doel het behouden van gekwalificeerd personeel en het verhogen van de instroom van nieuw personeel. Hiervoor is 15,0 miljoen in 2019 en structureel 5,0 miljoen beschikbaar vanaf voortgang van het aandeel vrouwen aan de top van het bedrijfsleven, blijkt dat de groei van het aandeel vrouwen in topfuncties onvoldoende toeneemt en dat het streefcijfer van 30 procent in 2020 niet gehaald gaat worden. Uit het rapport van McKinsey blijkt dat de vertegenwoordiging zelfs daalt. Om deze reden wil de minister een aantal maatregelen in gang zetten, waaronder het versterken van de naleving en handhaving van de Wet bestuur en toezicht (Wbt), de aandacht voor het doorstroombeleid vergroten en het realiseren van een cultuurverandering m.b.t. diversiteit binnen bedrijven is hiervoor een belangrijk jaar, omdat dan de balans wordt opgemaakt. Uit de Rijksbegroting is echter niet te herleiden welke middelen hiervoor ingezet gaan worden. Atria bepleit dat wanneer het streefcijfer niet gehaald gaat worden, een quotum in te voeren. In januari 2017 publiceerde het SCP een rapport over de waardering van diversiteit en inclusiviteit door medewerkers van defensie (Grenzen aan de eenheid.) Volgens het SCP heerst er bij de Defensie heerst cultuur waarin mannelijkheid de norm is. Er zijn aanwijzingen dat vrouwelijkheid het meest in conflict is met die norm: ook uit de ervaringen van de andere minderheidsgroepen, de lesbische 28

Voor eerlijke kansen en keuzes in werk en opleiding

Voor eerlijke kansen en keuzes in werk en opleiding Voor eerlijke kansen en keuzes in werk en opleiding 1 Waarom? Nederland staat voor een uitdaging. De arbeidsmarkt verandert door technologische ontwikkelingen, flexibilisering, decentralisering en bezuinigingen.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 30 420 Emancipatiebeleid Nr. 301 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Emancipatie Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 32 855 Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden Nr. 14 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 30 420 Emancipatiebeleid Nr. 261 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Optimalisering verlof na geboorte kind

Optimalisering verlof na geboorte kind ADVIES 18/01 Februari 2018 Optimalisering verlof na geboorte kind SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD Briefadvies Nadere bevindingen optimalisering verlof na geboorte kind Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Emancipatie Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

2010D02442. Lijst van vragen totaal

2010D02442. Lijst van vragen totaal 2010D02442 Lijst van vragen totaal 1 In hoeverre heeft de staatssecretaris jongerenorganisaties betrokken bij de totstandkoming en uitvoering van haar beleid? 2 Welke verband ligt er tussen de brief over

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 31 015 Kindermishandeling Nr. 82 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Het verdrag van Istanbul

Het verdrag van Istanbul Het verdrag van Istanbul De gevolgen van het verdrag voor de aanpak van geweld tegen vrouwen 3 november 2014 Inhoud workshop uitleg verdrag het genderperspectief van het verdrag internationaal verdrag

Nadere informatie

Reacties op de Beleidsverkenning modernisering regelingen verlof en arbeidstijden

Reacties op de Beleidsverkenning modernisering regelingen verlof en arbeidstijden Reacties op de Beleidsverkenning modernisering regelingen verlof en arbeidstijden Op de Beleidsverkenning modernisering regelingen verlof en arbeidstijden hebben de volgende organisaties - op verzoek of

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Samen met de klant. Strategieplan

Samen met de klant. Strategieplan Samen met de klant Strategieplan 2019-2021 Aan het verhaal van Blijf Groep wordt iedere dag geschreven Veiligheid, betrokkenheid en het duurzaam stoppen van geweld: dat is waar Blijf Groep al meer dan

Nadere informatie

Geachte heer Rog, Onderwerp Reactie implementatieplan arbeidsmarktdiscriminatie. Datum 30 november 2018 Ons kenmerk 2018/0190/AvD/LvdH/IC

Geachte heer Rog, Onderwerp Reactie implementatieplan arbeidsmarktdiscriminatie. Datum 30 november 2018 Ons kenmerk 2018/0190/AvD/LvdH/IC Tweede Kamer der Staten-Generaal Aan de voorzitter van de Vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid De heer M. Rog Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Onderwerp Reactie implementatieplan arbeidsmarktdiscriminatie

Nadere informatie

SAMENVATTING. Inleiding. Gendersensitiviteit

SAMENVATTING. Inleiding. Gendersensitiviteit SAMENVATTING Inleiding Gendergerelateerde factoren vormen een belangrijke oorzaak voor het ontstaan en voortduren van huiselijk geweld. Een effectieve aanpak van huiselijk geweld vereist daarom dat deze

Nadere informatie

Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk.

Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk. Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk. Paraprofessionele functies Voor allochtone vrouwen zonder formele kwalificaties worden komende jaren paraprofessionele functies gecreëerd. Deze

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 22 juni 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 22 juni 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Emancipatiebeleid van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Emancipatiebeleid van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Emancipatiebeleid van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Verankering van emancipatie in beleid en uitvoering a) Commitment ambtelijke en politieke top In de begroting van het Ministerie

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 november 2006 (17.11) (OR. en) 14845/06 SOC 507

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 november 2006 (17.11) (OR. en) 14845/06 SOC 507 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 8 november 2006 (17.11) (OR. en) 14845/06 SOC 507 NOTA van: aan: Betreft: de Groep sociale zaken het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel)/de Raad (EPSCO)

Nadere informatie

Argumentenkaart Deeltijdwerken 3. Samenleving. Wat zijn de voor- en nadelen voor de samenleving als vrouwen meer gaan werken?

Argumentenkaart Deeltijdwerken 3. Samenleving. Wat zijn de voor- en nadelen voor de samenleving als vrouwen meer gaan werken? Argumenten Deeltijdwerken Wat zijn de - en nadelen de samenleving als meer gaan werken? Argumenten Deeltijdwerken Wat zijn de - en nadelen de samenleving als meer gaan werken? Argumenten Deeltijdwerken

Nadere informatie

Kamervragen van de leden Karabulut en Jansen

Kamervragen van de leden Karabulut en Jansen De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

- Daarnaast is in 2012 de bijdrage van werkgevers verhoogd van ruim 700 miljoen naar ruim 1 miljard.

- Daarnaast is in 2012 de bijdrage van werkgevers verhoogd van ruim 700 miljoen naar ruim 1 miljard. Terugdraaien bezuinigingen 2013 mogelijk, effect voor 2013 al gehaald omdat bezuinigingen uit 2011 en 2012 meer opbrengen dan eerder geraamd Brancheorganisatie Kinderopvang, september 2012 De bezuinigingen

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Een Aanpak Seksueel Geweld voor elke regio!

Een Aanpak Seksueel Geweld voor elke regio! Een Aanpak Seksueel Geweld voor elke regio! Door Suzanne Kok (Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen), Amy Mante-Adu (Rutgers) en Maaike van de Graaf (Gemeente Rotterdam) Dag

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Ouderenmishandeling De rol van de gemeente

Ouderenmishandeling De rol van de gemeente Ouderenmishandeling De rol van de gemeente 11/21/2013 Congres huiselijk geweld 18 november 2013 Programma: Opening Inleiding landelijke aanpak ouderenmishandeling; de meldcode De rol van de gemeente: s-hertogenbosch

Nadere informatie

>Retouradres Postbus BJ Den Haag

>Retouradres Postbus BJ Den Haag >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Datum 28 februari 2017 Betreft Brief aan Kamer met beantwoording Kamervragen van de leden Dijkstra en Van Weyenberg (beiden D66) over jonge vrouwen die vaak

Nadere informatie

Samenvatting Inleiding Onderzoeksaanpak

Samenvatting Inleiding Onderzoeksaanpak 1 2 1. Samenvatting Inleiding Kinderen hebben recht op bescherming tegen kindermishandeling, zo staat in het VN- Kinderrechtenverdrag (IVRK). Toch komt kindermishandeling in Nederland nog steeds op grote

Nadere informatie

Verkenning cultuuren gedragsinterventie ter verbetering van omgangsvormen in bedrijven + doorkijkje pilot Inhoud

Verkenning cultuuren gedragsinterventie ter verbetering van omgangsvormen in bedrijven + doorkijkje pilot Inhoud Verkenning cultuuren gedragsinterventie ter verbetering van omgangsvormen in bedrijven + doorkijkje pilot 2018 Inhoud 1. Aanleiding verkenning / pilot 2. Resultaten verkenning 3. Pilot n.a.v. de verkenning

Nadere informatie

Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting. Brief van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting. Brief van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting Nr. 429 Brief van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Dit kabinet geeft prioriteit aan het terugdringen van schuldenproblematiek. Het verminderen van hoge terugvorderingen levert daar een bijdrage aan.

Dit kabinet geeft prioriteit aan het terugdringen van schuldenproblematiek. Het verminderen van hoge terugvorderingen levert daar een bijdrage aan. > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s. Nr. 2018/11, Den Haag, 22 mei Samenvatting

De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s. Nr. 2018/11, Den Haag, 22 mei Samenvatting De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s Nr. 2018/11, Den Haag, 22 mei 2018 De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s pagina 2 van 6 Bij kinderen met traumatische ervaringen (ernstige negatieve jeugdervaringen),

Nadere informatie

RUG Vrouwen en Arbeid

RUG Vrouwen en Arbeid RUG Vrouwen en Arbeid Hoe positief was de positieve discriminatie van vrouwen? 28 mei 2015 Dr.mr. Petra Oden Lector Juridische Aspecten van de Arbeidsmarkt Introductie 1. Onderzoek naar voorkeursbeleid

Nadere informatie

Uit vrije wil. Actieplan vrijwilligerswerk

Uit vrije wil. Actieplan vrijwilligerswerk Uit vrije wil Actieplan vrijwilligerswerk ChristenUnie Algemene Politieke Beschouwingen 2008 Inleiding Onbetaalde arbeid en vrijwilligerswerk zijn de smeerolie van de samenleving. Ze verdienen erkenning

Nadere informatie

Decentralisatie-uitkering Programma Economische Zelfstandigheid

Decentralisatie-uitkering Programma Economische Zelfstandigheid Decentralisatie-uitkering Programma Economische Zelfstandigheid Doel Het programma heeft als doel om de economische zelfstandigheid van vrouwen te vergroten door hen te stimuleren om stappen te zetten

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Schedeldoekshaven

Nadere informatie

Protocol machtsmisbruik / meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Protocol machtsmisbruik / meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling geweld en kindermishandeling Doelgroep: Directies, leerkrachten en interne contactpersonen in primair onderwijs In deze protocollen beperken we ons tot een korte beschrijving van de taken die de interne

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag.. Emancipatie Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Geweld tegen vrouwen vanuit internationaal perspectief. Ineke Boerefijn College voor de Rechten van de Mens

Geweld tegen vrouwen vanuit internationaal perspectief. Ineke Boerefijn College voor de Rechten van de Mens Geweld tegen vrouwen vanuit internationaal perspectief Ineke Boerefijn College voor de Rechten van de Mens Belangrijkste ontwikkelingen sinds1993: Mensenrechten breed VN Comités Algemene aanbevelingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 727 Vragen van de leden

Nadere informatie

Bijlage: Aanpak aanscherping Meldcode

Bijlage: Aanpak aanscherping Meldcode Bijlage: Aanpak aanscherping Meldcode 1. Inleiding Op 1 juli 2013 is de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling in werking getreden. Deze wet verplicht professionals in de sectoren

Nadere informatie

Onderwerp Datum Ons kenmerk

Onderwerp Datum Ons kenmerk Zijne Excellentie drs. M.J. van Rijn Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Onderwerp Advies inzake het conceptvoorstel van rijkswet tot goedkeuring en het

Nadere informatie

30420 Emancipatiebeleid Nr. 60 Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

30420 Emancipatiebeleid Nr. 60 Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 30420 Emancipatiebeleid Nr. 60 Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 1 november 2007 Op 28 september 2007 heeft

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Loonkloof. Factsheet. Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis

Loonkloof. Factsheet. Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis Factsheet november 2017 Op 3 november 2017 is het in Nederland Equal Pay Day en wordt er aandacht gevraagd voor de loonkloof: het gemiddelde beloningsverschil tussen mannen en vrouwen. In Nederland is

Nadere informatie

Gezondheidsachterstanden. Gelijke kansen voor iedereen

Gezondheidsachterstanden. Gelijke kansen voor iedereen Gezondheidsachterstanden Gelijke kansen voor iedereen Goede gezondheid: niet voor iedereen Een goede gezondheid is een groot goed, voor de individuele burger én voor de samenleving als geheel. We worden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 01 013 31 3 Kinderopvang Nr. 19 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 november 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 november 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1835 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Achtergrondinformatie. Man 2.0. Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen

Achtergrondinformatie. Man 2.0. Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen Achtergrondinformatie Man 2.0 Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen April 2010 1 Inleiding Het is het Oranje Fonds gebleken dat veel maatschappelijke

Nadere informatie

Datum 22 november 2016 Betreft Beantwoording schriftelijke Kamervragen van de leden Tanamal en Asante (beide PvdA) over mantelzorgende studenten

Datum 22 november 2016 Betreft Beantwoording schriftelijke Kamervragen van de leden Tanamal en Asante (beide PvdA) over mantelzorgende studenten > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Ontbijtsessie Human Resources 12 maart Frank Stultiens (Vennoot/HR Adviseur)

Ontbijtsessie Human Resources 12 maart Frank Stultiens (Vennoot/HR Adviseur) HR Advies & Personeelsdiensten Ontbijtsessie Human Resources 12 maart 2019 Door: Frank Stultiens (Vennoot/HR Adviseur) 1 HR Advies & Personeelsdiensten Agenda: - WAB (Wet Arbeidsmarkt in Balans) - Rekening

Nadere informatie

Arbeidsdeelname van paren

Arbeidsdeelname van paren Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24

Nadere informatie

Betreft: Reactie van de Haagse Maatschap op Landelijke bezuinigingen kinderopvang (RIS 181086)

Betreft: Reactie van de Haagse Maatschap op Landelijke bezuinigingen kinderopvang (RIS 181086) College van B&W en Raadsleden Den Haag T.a.v. Griffie Postbus 19157 2500 CD Den Haag Betreft: Reactie van de Haagse Maatschap op Landelijke bezuinigingen kinderopvang (RIS 181086) Geacht College en Raadsleden,

Nadere informatie

Datum 22 januari 2019 Betreft Kamervraag/vragen van de leden Jasper van Dijk (SP) en Gijs van Dijk (PvdA)

Datum 22 januari 2019 Betreft Kamervraag/vragen van de leden Jasper van Dijk (SP) en Gijs van Dijk (PvdA) > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 31 322 Kinderopvang Nr. 395 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE. Herziening zwangerschapsrichtlijn

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE. Herziening zwangerschapsrichtlijn De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 januari 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 januari 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Antwoord van staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 13 juli 2016)

Antwoord van staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 13 juli 2016) AH 3151 2016Z11922 Antwoord van staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 13 juli 2016) 1. Vindt u het acceptabel dat door de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Vrouwen op de arbeidsmarkt

Vrouwen op de arbeidsmarkt op de arbeidsmarkt Johan van der Valk Annemarie Boelens De arbeidsdeelname van vrouwen lag in 23 op 55 procent. De arbeidsdeelname van vrouwen stijgt al jaren. Deze toename komt de laatste jaren bijna

Nadere informatie

Joke Smit-prijs 2011 Regeringsprijs voor vrouwenemancipatie. Juryrapport

Joke Smit-prijs 2011 Regeringsprijs voor vrouwenemancipatie. Juryrapport Juryrapport De Joke Smit-prijs is de regeringsprijs voor vrouwenemancipatie. De prijs wordt eens in de twee jaar uitgereikt aan een persoon of groep die een fundamentele bijdrage heeft geleverd aan de

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Op 7 juni 2018 vindt het Algemeen overleg over de staat van de volkshuisvesting plaats. Ik hoop dat u onderstaande input wilt meenemen in uw bijdrage.

Op 7 juni 2018 vindt het Algemeen overleg over de staat van de volkshuisvesting plaats. Ik hoop dat u onderstaande input wilt meenemen in uw bijdrage. De voorzitter van de vaste Kamercommissie Binnenlandse Zaken E. Ziengs Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Onderwerp Uw brief van Datum AO staat van de Volkshuisvesting 7 juni 2018 Uw kenmerk 31 mei 2018 Ons

Nadere informatie

Aan de leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport Tweede Kamer der Staten Generaal

Aan de leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport Tweede Kamer der Staten Generaal Aan de leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport Tweede Kamer der Staten Generaal Amsterdam, 9 oktober 2014 Betreft: Algemeen Overleg Geweld in afhankelijkheidsrelaties 15 oktober

Nadere informatie

S. Dohmen 5772

S. Dohmen 5772 Adviesraad Sociaal Domein Postbus 5 5340 BA Oss E-mail gemeente@oss.nl www.oss.nl Postbus 5 5340 BA Oss Wilt u bij uw reactie de datum van deze brief en ons kenmerk vermelden? Datum Behandeld door Doorkiesnummer

Nadere informatie

Datum 6 januari 2016 Onderwerp Gespreksnotitie Nationaal Rapporteur rondetafelgesprek kindermisbruik. Geachte voorzitter,

Datum 6 januari 2016 Onderwerp Gespreksnotitie Nationaal Rapporteur rondetafelgesprek kindermisbruik. Geachte voorzitter, 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Tweede Kamer der Staten-Generaal t.a.v. de voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie mevrouw L. Ypma Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt

Nadere informatie

Datum 12 januari 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Medewerkers maken zwartboek discriminatie

Datum 12 januari 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Medewerkers maken zwartboek discriminatie Ministerie van Justitie en Veiligheid 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 30 169 Mantelzorg 29 538 Zorg en maatschappelijke ondersteuning Nr. 70 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Worden de rechten van vaders op het werk gerespecteerd?

Worden de rechten van vaders op het werk gerespecteerd? Persbericht van 17 januari 2011 Worden de rechten van vaders op het werk gerespecteerd? Brussels, 17.01.2011 - Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen publiceert zijn rapport De ervaringen

Nadere informatie

Meldcode/Werkwijze bij (vermoedens van) huiselijk geweld, kindermishandeling en ouderenmishandeling bij SZZ

Meldcode/Werkwijze bij (vermoedens van) huiselijk geweld, kindermishandeling en ouderenmishandeling bij SZZ Meldcode/Werkwijze bij (vermoedens van) huiselijk geweld, kindermishandeling en ouderenmishandeling bij SZZ Doel Richtlijn voor handelen bij (vermoedens van) huiselijk geweld, ouderenmishandeling of kindermishandeling.

Nadere informatie

Mantelzorg en professionals: bondgenoten in de zorg

Mantelzorg en professionals: bondgenoten in de zorg Mantelzorg en professionals: bondgenoten in de zorg Workshop Mantelzorg Febe Lenie de Pater Consulent Mantelzorg Freelancer Mantelzorgondersteuning November 2014 Doel workshop Bewustwording rol en positie

Nadere informatie

Brancheorganisatie Kinderopvang Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang Sociaal Werk Nederland BOinK Stichting Voor Werkende Ouders FNV CNV

Brancheorganisatie Kinderopvang Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang Sociaal Werk Nederland BOinK Stichting Voor Werkende Ouders FNV CNV > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag Brancheorganisatie Kinderopvang Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang Sociaal Werk Nederland BOinK Stichting Voor Werkende Ouders FNV CNV Postbus

Nadere informatie

Veilig Thuis verbetert. Versie 02, november 2018

Veilig Thuis verbetert. Versie 02, november 2018 Veilig Thuis verbetert Versie 02, november 2018 Kwaliteitsimpuls en meer eenduidigheid in 2019 Veilig Thuis verbetert werkwijze De 26 Veilig Thuis organisaties hebben meer eenduidigheid en een kwaliteitsimpuls

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Datum 20 september Betreft Cijfers kinderopvang over tweede

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 12 juli 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 12 juli 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 10 maart 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 10 maart 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 januari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 januari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Datum 28 augustus 2018 Afdeling. Contact S. Dam Telefoon

Datum 28 augustus 2018 Afdeling. Contact S. Dam Telefoon Gemeente Haarlem Raadsfractie CDA Ons kenmerk MO/2018/392924 t.a.v. dhr El Aichi Datum 28 augustus 2018 Afdeling Maatschappelijke Ondersteuning Contact S. Dam Telefoon 023-5113872 E-mail sdaru@haarlem.nl

Nadere informatie

Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang

Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (datum), Directie

Nadere informatie

Op de 2e dinsdag in september is het Prinsesjesdag.

Op de 2e dinsdag in september is het Prinsesjesdag. Op de 2e dinsdag in september is het Prinsesjesdag. Daarmee ontstaat een traditie om ieder jaar aandacht te vragen voor de gevolgen van de kabinetsplannen voor vrouwen. Er worden zeven kunstwerken aangeboden

Nadere informatie

Aanpak huiselijk geweld centrumgemeentegebied Amersfoort

Aanpak huiselijk geweld centrumgemeentegebied Amersfoort Aanpak huiselijk geweld centrumgemeentegebied Amersfoort De bestrijding van huiselijk geweld is een van de taken van gemeenten op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO, nu nog prestatieveld

Nadere informatie

Aan de leden van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Tweede Kamer der Staten Generaal

Aan de leden van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Tweede Kamer der Staten Generaal Aan de leden van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Tweede Kamer der Staten Generaal Betreft: Hoofdlijnenbrief emancipatiebeleid 2013-2016 Amsterdam, 7 juni 2013 Geachte heer/mevrouw,

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Afschrift aan de Voorzitter van de Eerste

Nadere informatie

INTENTIEVERKLARING INZAKE DE ARBEIDSPARTICIPATIE VAN HERINTREDENDE VROUWEN

INTENTIEVERKLARING INZAKE DE ARBEIDSPARTICIPATIE VAN HERINTREDENDE VROUWEN INTENTIEVERKLARING INZAKE DE ARBEIDSPARTICIPATIE VAN HERINTREDENDE VROUWEN Aanleiding voor de intentieverklaring Een stijgend aandeel vrouwen kiest ervoor na een periode van zorg voor het gezin weer tot

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 11 november 2016

No.W /III 's-gravenhage, 11 november 2016 ... No.W12.16.0277/III 's-gravenhage, 11 november 2016 Bij Kabinetsmissive van 19 september 2016, no.2016001567, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 31 322 Kinderopvang Nr. 264 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk is geen containerbegrip

Vrijwilligerswerk is geen containerbegrip Vrijwilligerswerk is geen containerbegrip De veranderende politieke en maatschappelijke verhoudingen resulteren in minder overheid en meer burger. Door de terugtredende overheid ontstaat er meer ruimte

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 Discriminatie in arbeidsmarktperspectief

1 Inleiding. 1.1 Discriminatie in arbeidsmarktperspectief 1 Inleiding 1.1 Discriminatie in arbeidsmarktperspectief Breed maatschappelijk en politiek debat In Nederland is een breed maatschappelijk en politiek debat gaande over discriminatie en de vraag hoe dit

Nadere informatie

Vraag 1 Bent u bekend met het bericht 'Koopkracht gezinnen in veertig jaar amper gestegen? 1

Vraag 1 Bent u bekend met het bericht 'Koopkracht gezinnen in veertig jaar amper gestegen? 1 AH 1718 2018Z02669 Antwoord van minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) en van staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 10 april 2018) Vraag 1 Bent u bekend met

Nadere informatie

Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie

Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie Mr Roger VAN BOXTEL, Minister of City Management and Integration, Netherlands Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie 21-22 mei 2001 Enkel gesproken tekst geldt Tweede

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1718 Vragen van de leden

Nadere informatie

Investeren in gelijke gezondheidskansen: winst voor meerdere beleidsdomeinen

Investeren in gelijke gezondheidskansen: winst voor meerdere beleidsdomeinen Datum: 19 april 2018 Betreft: informatie voor gemeenteraadsleden Investeren in gelijke gezondheidskansen: winst voor meerdere beleidsdomeinen Beste raadsgriffier, Is uw nieuwe raad bekend met de sociaal

Nadere informatie

Zorgen voor Anderen. WOMEN Inc 5-12-2014. Rapportage kwantitatief en kwalitatief onderzoek Fenneke Vegter, Marcel Voorn en Ester Koot Project Z5069

Zorgen voor Anderen. WOMEN Inc 5-12-2014. Rapportage kwantitatief en kwalitatief onderzoek Fenneke Vegter, Marcel Voorn en Ester Koot Project Z5069 Zorgen voor Anderen WOMEN Inc Rapportage kwantitatief en kwalitatief onderzoek Fenneke Vegter, Marcel Voorn en Ester Koot Project Z5069 5-12-2014 Inhoudsopgave Klik op icoon om naar het hoofdstuk te gaan

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld & kindermishandeling Kindcheck

Meldcode huiselijk geweld & kindermishandeling Kindcheck Meldcode huiselijk geweld & kindermishandeling Kindcheck Datum mei 2019 Team Processen Auteur Kees de Groot 1 1. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 1.1 Wat verstaan we onder huiselijk geweld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 158 Vragen van het lid

Nadere informatie