CILINDERINHOUD 1600 AANTAL KLEPPEN 16

Transcriptie

1 AUTOMERK TYPE MERIVA CILINDERINHOUD 1600 AANTAL KLEPPEN 16 MOTORCODE Z16XEP TRANSMISSIE TYPE MT VOERTUIG TYPE PERSONEN AUTO ( M ) TYPE VSI INJECTOREN (RAIL NUMMER + KLEUR) 180/30430 ORANJE RETROFIT VERSIE ( LPG / CNG ) LPG BRANDSTOF SYSTEM AUTO DELPHI DELCO MT35E MODELJAAR 2007 TYPE GOEDKEUR ( R115 ) Nvt PLAATSING GOEDKEUR STICKER Nvt SET NUMMER 357/ NUMMER : 076/ DATUM : VERSIE NR : B

2 INHOUDSOPGAVE MONTAGE en AANSLUITPUNTEN...2 MONTAGE VERDAMPER...3 MONTAGE INLAATSPRUITSTUK NIPPELS...4 MONTAGE INJECTORRAIL...5 MONTAGE FILTER UNIT...6 SLANGEN...6 MONTAGE COMPUTER...7 MONTAGE BRANDSTOF-KEUZESCHAKELAAR...7 ELECTRISCHE AANSLUITINGEN...8 ELECTRISCHE AANSLUITINGEN...9 CHECKLIST / OPSTARTPROCEDURE...10 VOOR SCHEMA S EN BESCHRIJVINGEN ZIE : HANDLEIDING ALGEMEEN DEEL 1 / 2 BESCHRIJVING SYMBOLEN : = BELANGRIJK, EXTRA AANDACHT, LET OP. 1

3 PAGINA 2 076/ MONTAGE en AANSLUITPUNTEN K GHI J J J J C F ABD Doorvoer E A : Verdamper G : + contact ( 13 ) B : Filter unit H : Toerentalsignaal ( 40 ) C : Injectorrail I : Lambdasignaal ( ) D : VSI Computer J : - onderbreking benz. inj. E : Injectie module K : Overdruk aansluiting F : Wateraansluitingen L : Goedkeur sticker 2

4 PAGINA 3 076/ MONTAGE VERDAMPER Demonteer de accu en de accubak. Verwijder de kabelklem en pas de plaat aan. Plaats het frame en boor de gaten (8mm). Verwijder aan de onderzijde van de accubak de opstaande ribben rond de gaten. Plaats bij het middelste gat twee carrosserielegringen onder het frame. Zet het frame vast met M8 bouten en grote carrosserielegringen. Zet de verdamper vast met een M8x10 bout. Aansluiting overdrukslang : dmv een nippel in de aanzuigbuis van cilinder 1, bovenste gedeelte spruitstuk, thv de benzineslangaansluiting. Zie pagina 4 Aansluitingen water : parallel met de kachelslangen vervalt wateraansluitingen 3

5 PAGINA 4 076/ MONTAGE INLAATSPRUITSTUK NIPPELS Demonteer de ruitenwisserbak en het complete inlaatspruitstuk. Boor volgens onderstaande foto 5 ( injectoren + overdruk ) gaten van 4,8 mm in het inlaatspruitstuk. Tap M6 in de geboorde gaten. Plaats met borgmiddel ( extra sterk ) de inlaatspruitstuk nippels in het inlaatspruitstuk. Let op dat het borgmiddel niet in de inlaatspruitstuk nippels loopt. Monteer de gasslangen op de nippels. Monteer het complete spruitstuk terug op de motor. De eerste cilinder aan de distributiezijde wordt gezien als cilinder mm 1 & 2 3 & 4 overdruknippel 4

6 PAGINA 5 076/ MONTAGE INJECTORRAIL Monteer de injectorrail met een frame bij de rechter ECU bevestiging, plaats een langere M6 bout

7 PAGINA 6 076/ MONTAGE FILTER UNIT Monteer de filter unit rechtstreeks op de verdamperuitgang. SLANGEN Lengte slang A, ø 16 mm verdamper -> filter unit = ± 5 cm Lengte slang B, ø 5 mm verdamper -> spruitstuk = ± 75 cm Lengte slang C, ø 11 mm filter unit -> rail = ± 26 cm Lengte slang D, ø 5 mm VSI-injector 1 -> spruitstuknippel = ± 24 cm Lengte slang E, ø 5 mm VSI-injector 2 -> spruitstuknippel = ± 25 cm Lengte slang F, ø 5 mm VSI-injector 3 -> spruitstuknippel = ± 21 cm Lengte slang G, ø 5 mm VSI-injector 4 -> spruitstuknippel = ± 20 cm Knip de slangen op maat. Zorg ervoor dat de slangen zonder beklemming en/of knikken gemonteerd worden. 6

8 PAGINA 7 076/ Monteer de computer op het frame naast de accu. MONTAGE COMPUTER MONTAGE BRANDSTOF-KEUZESCHAKELAAR Plaats de schakelaar op een goed zichtbare en bereikbare plaats. Druk tijdens het monteren van de schakelaar deze alleen op de zijkanten aan. Indien men de schakelaar in het midden aandrukt, kan dit tot beschadiging leiden. Zie algemene handleiding voor het programmeren van de schakelaar. kabeldoorvoer via relaisbox achter linker veerpoot 7

9 PAGINA 8 076/ ELECTRISCHE AANSLUITINGEN Indien de aangegeven draadkleuren niet overeenkomen dient men deze zelf te meten / controleren. Kabel nr. / opdruk Kleur kabel Aansluiting 50 MAIN GND bruin Met ringtong aansluiten op de pool van de accu V BAT rood Met ringtong aansluiten op de + pool van de accu. Plaats de zekering pas in de zekeringhouder als het complete LPG-systeem is aangesloten G INJ OUT 1 Wit-geel Connector voor VSI-injector op cilinder G INJ A PLUS rood 32 32G INJ OUT 2 Groen-geel Connector voor VSI-injector op cilinder G INJ A PLUS rood 31 31G INJ OUT 3 Rose-geel Connector voor VSI-injector op cilinder G INJ A PLUS rood 30 30G INJ OUT 4 Blauw-geel Connector voor VSI-injector op cilinder G INJ A PLUS rood 13 IGNITION + grijs-wit Maak een aansluiting op + contact. Kleur kabel : zwart Locatie kabel : ECU, connector K, pin LAMBDA 1-L oranje Voor meting van het lambda-signaal cilinderbank 1. Kabel parallel aansluiten op de lambda-sensor. Kleur kabel : groen Locatie kabel : ECU, connector M, pin RPM paars-wit Voor meting van het toerental Kleur kabel : groen Locatie kabel : ECU, connector K, pin 46. benzine ECU ( locatie: boven op inlaatspruitstuk ) 8

10 PAGINA 9 076/ ELECTRISCHE AANSLUITINGEN Indien de aangegeven draadkleuren niet overeenkomen dient men deze zelf te meten / controleren. Meting / onderbreking van de benzine-injectoren : Onderbreek elke benzine-injector stuurdraad ( injector min ). Elke VSI draad van de module heeft een benzine-injector / cilinder nummering, sluit deze dan ook aan op de overeenkomende benzine-injector / cilinder. Sluit de Bi-kleur VSI-meetdraad aan bij de onderbroken stuurdraad richting de benzine computer ( ECU SIDE ). Sluit de bijbehorende volle kleur VSI-draad aan bij de onderbroken stuurdraad richting de benzine-injector ( MIN INJ SIDE ). Let op : Elke bi-kleur meetdraad dient bij het juiste benzine-injector / cilinder te worden aangesloten overeenkomende met de LPG-injector. Zie ook aansluitschema s in handleiding Algemeen deel 1/2 VSI meetdraad nr. : VSI draad nr. 39 Benzine-injector / cil.1 VSI draad nr. 38 Benzine-injector / cil.2 VSI draad nr. 37 Benzine-injector / cil.3 VSI draad nr. 36 Benzine-injector / cil.4 Volle kleur / Bi-kleur Te onderbreken benzine-injector draad kleur / locatie Wit / Wit-geel Kleur :bruin-rood Locatie : Onderbreek benzine-injector 1 (distributiezijde) met de connectoren van de VSI kabelboom. Groen / Groen-geel Kleur :bruin-wit Locatie : Onderbreek benzine-injector 2 met de connectoren van de VSI kabelboom. Rose / rose-geel Kleur :bruin-zwart Locatie : Onderbreek benzine-injector 3 met de connectoren van de VSI kabelboom. Blauw / blauw-geel Kleur :bruin-groen Locatie : Onderbreek benzine-injector 4 (versnellingsbakzijde) met de connectoren van de VSI kabelboom. 4-CILINDER CONNECTOR INJECTIE MODULE VSI 1 REV.B blue-yellow 36 ecu side 4 blue min inj side 4 injectie module 4 cilinder 180/70024 pink-yellow 37 ecu side 3 pink min inj side 3 green-yellow 38 ecu side 2 green min inj side 2 white-yellow 39 ecu side 1 26 SIMU LOW=ON 50 MAIN GROUND 39 ecu side 1 38 ecu side 2 36 ecu side 4 37 ecu side 3 white min inj side 1 PETROL INJECTORS VSI-4 computer Let op dat de polariteit van de benzine-injectoren en de VSIconnectoren overeenkomen! - petrol ecu - petrol ecu petrol ecu petrol ecu

11 PAGINA / CHECKLIST / OPSTARTPROCEDURE 1. Sluit de seriële interfacekabel aan en start het VSI-diagnoseprogramma op. Plaats de VSI hoofdzekering in de houder ( mini-fuse ). Programmeer de LPG schakelaar, zie hoofdstuk Montage schakelaar. 2. Zet het contact in de accessoirestand. Bij het eerste gebruik van het LPG-systeem, dient de VSI-computer met de diagnose-software geactiveerd te worden. Als de VSI-computer nog niet is geactiveerd, zal dit toonbaar zijn middels een foutcode. Activeer de VSI-computer met de functie F11 ( activate ECM ). 3. Controleer of het programma in de VSI-computer overeenstemt met de auto : Kijk d.m.v. F2 naar het pakketnummer en omschrijving van de auto in de diagnose-software en vergelijk deze met het pakketnummer op de pakbon. 4. Laat de motor warmdraaien op benzine. Controleer met de diagnose-software alle inkomende signalen : Voeding schakelaar, RPM, benzine-injector inspuittijden, lambda signaal. Het systeem zal pas op LPG schakelen indien de temperatuur van het koelwater ( T-ect ) boven de instelling van parameter T-min uitkomt en als de TSO-cold tijd is verstreken. 5. Laat de motor overschakelen op LPG en wanneer deze op LPG draait, schakel direct terug naar benzine bedrijf. Het systeem staat nu op druk. Controleer nu of alle componenten en aansluitingen gasdicht zijn dmv een gasdetector of dmv een vloeibare lekkage test (zeepsop). Er mag geen lekkage aanwezig zijn! Pas op voor draaiende / bewegende delen van de motor. Controleer het koelvloeistofpeil en of de verdamper warm wordt. 6. Verdamperdruk instellen, altijd bij een warme motor > ±80 C Laat de motor stationair op LPG draaien. Kijk naar de ingestelde waarde van de Idle-level in de parameterlijst of functietoets F2 (IDbox) Verdraai op de voorzijde van de verdamper de inbusbout om de druk af te stellen. Stel de verdamperdruk in, zodat de gemeten druk ( P-sys ) gelijk is met de idle-level waarde. Een foutcode op deze instelling wordt gegenereerd als de druk teveel afwijkt. Verzegel de verdamper d.m.v. de bijgeleverde sticker na inregeling van de druk. 7. Controleer nogmaals met de diagnose-software alle inkomende en uitgaande signalen. 8. Controleer of er eventueel foutcodes zijn en verhelp deze. Controleer het benzine systeem op EOBD foutcodes. 9. Plak de VSI goedkeursticker (R115) op de aangegeven plaats in de motorruimte. Plaats de afscherm connector op de VSI communicatie connector. 10. Maak een proefrit en controleer of op LPG bedrijf hetzelfde motorgedrag vertoond wordt als op benzinebedrijf. 10