Scriptie. Thema: Partneralimentatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Scriptie. Thema: Partneralimentatie"

Transcriptie

1 Scriptie Thema: Partneralimentatie In hoeverre kunnen het huidige en het voorgestelde recht met betrekking tot de partneralimentatie verbeterd of aangevuld worden aan de hand van het Duitse recht met betrekking tot de partneralimentatie? Vakgebied: Relatierecht Scriptiebegeleider: mr. V.M. Smits Datum: 26 mei

2 Inhoudsopgave Voorwoord p. 4 Afkortingenlijst p Inleiding 1.1 Probleembeschrijving p Doelstelling p Centrale vraag en deelvragen p Onderzoeksmethode p Maatschappelijk en wetenschappelijk kader p Leeswijzer p Het huidige en het voorgestelde recht ten aanzien van de partneralimentatie 2.1 Inleiding p Het huidige recht met betrekking tot de partneralimentatie p Discussie en doctrine p Het Wetsvoorstel p Het oorspronkelijke Wetsvoorstel p Advies RvS p Nota van wijziging p Conclusie p Rechtsvergelijking en analyse 3.1 Inleiding p De discussie in de literatuur p Bezwaren vanuit de praktijk p De vfas p Behoefte aan maatwerk p Huidige mogelijkheden tot maatwerk p Het Duitse recht met betrekking tot de partneralimentatie p Conclusie p. 37 2

3 4. Conclusie 4.1 Inleiding p Samenvatting p Conclusie en aanbevelingen p. 40 Bibiografie p. 43 3

4 Voorwoord Voor u ligt mijn masterscriptie, waarmee het einde in zicht is van mijn studieloopbaan aan de Tilburg University. Ik ben in 1994 tijdens de oorlog in voormalig Joegoslavië (Bosnië) gevlucht naar Nederland. Toen ik in Nederland aankwam, was ik 5 jaar oud. U kunt zich voorstellen dat ik geen Nederlands sprak en met de kinderen op de basisschool half Bosnisch, half Nederlands sprak. Ik ben opgeroeid in Lieshout, wat een klein dorpje is, en de mensen waren niet gewend aan buitenlanders. Hierdoor had ik een moeilijke jeugd omdat niemand mij begreep. Mijn ouders spraken de taal niet en wisten niet hoe het systeem in Nederland werkt. Ik ben begonnen op het vmbo kader. Dat heb ik afgerond en vervolgens ben ik doorgestroomd naar niveau 4 op de mbo opleiding marketing en communicatie. Na afronding van deze opleiding twijfelde ik of ik het hbo wel aan zou kunnen, omdat de leraren op het mbo spraken over het hbo alsof het iets onmogelijks was. Ik heb alsnog besloten om de hboopleiding personeel en arbeid te doen. Door de angst die ik had om te falen, deed ik extra mijn best en heb ik mijn propedeuse behaald. De manier van lesgeven op het hbo en de projecten spraken mij niet aan. Daarom heb ik de keuze gemaakt om na mijn propedeuse de universiteit te proberen. Het eerste jaar op de universiteit in Tilburg ging mij goed af. Tijdens de jaren die volgden, heb ik echter veel moeite gehad. De reden betrof niet mijn capaciteiten, maar familie en persoonlijke problemen. In het derde jaar ben ik uit mijn ouderlijk huis gezet en heb ik een tijd bij vrienden gewoond. Dit had natuurlijk een negatief effect op mijn studie, maar ik had mijzelf beloofd dat ik mijn bachelor en master op de universiteit zou afronden, ook al moest ik er langer over doen. De quote van Harvey Specter I don't have dreams, I have goals is mijn levensmoto geworden. Met de afronding van mijn master rechtsgeleerdheid is dan ook mijn belangrijkste doel behaald en wordt het tijd om nieuwe doelen te stellen. Ik wil mijn begeleidster, mevrouw V.M. Smits, hartelijk danken voor de goede begeleiding en ondersteuning tijdens mijn onderzoeksperiode. Daarnaast bedank ik mijn familie en vrienden die mij hebben weten te motiveren om deze masterscriptie tot een goed einde te brengen. Haris Carkic, Lieshout, mei

5 Afkortingenlijst AOW: Algemene Ouderdomswet BGB: Bürgerliches Gesetzbuch BGBl: Bundesgesetzblatt BGH: Bundesgerichtshof BT-Drucks: Bundestags-Drucksache BverfG: Bundesverfassungsgericht BW: Burgerlijk Wetboek CBS: Centraal Bureau voor de Statistiek FamRZ: Zeitschrift für das gesamte familienrecht FJR: Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht HR: Hoge Raad LJN: Landelijk Jurisprudentie Nummer m. Anm: mit Anmerkung m. nt: met noot MvT Memorie van Toelichting NJ: Nederlandse Jurisprudentie NJB: Nederlands Juristenblad NJW: Neue Juristische Wochenschrift NVvR: Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (), OLG: Oberlandesgericht Rb: rechtbank RvS: Raad van State SCP: Sociaal en Cultureel Planbureau Stb: Staatsblad TNS NIPO: Taylor Nelson Sofres Nederlands Instituut voor Publieke Opinie vfas: verenging van Familierecht Advocaten Scheidingsmediators WLA: Wet Limitering Alimentatie na scheiding WPNR: Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie 5

6 1. Inleiding 1.1 Probleembeschrijving Ieder getrouwd stel gaat de belofte tot de dood ons scheidt aan met de hoop deze na te komen. Uit de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt echter dat in 2014 het aantal echtscheidingen is gestegen naar per jaar. Dit was een stijging van 5% ten opzichte van het jaar Ieder jaar is er sprake van een toename van het aantal scheidingen, dat nu gemiddeld 1 op de 3 huwelijken bedraagt. Het aangaan van een huwelijk brengt bepaalde verplichtingen met zich mee. Een belangrijke verplichting die uit het huwelijk voortvloeit, is de onderhoudsverplichting tussen partners. Deze verplichting blijft ook na ontbinding van het huwelijk voortbestaan en houdt in dat de partner die het meest draagkrachtig is, zorg dient te dragen voor de (ex-)partner die niet in het eigen onderhoud kan voorzien. Tot 1994 was er geen wettelijke regeling met betrekking tot (limitering van) de duur van deze onderhoudsverplichting. In 1994 is de Wet Limitering Alimentatie na scheiding (WLA) in werking getreden, waarbij een limiet is gesteld op de duur van deze onderhoudsverplichting. De WLA stelt dat de duur maximaal 12 jaar mag bedragen (art. 1:157 BW). De laatste tijd staat de deze onderhoudsverplichting ter discussie. 2 Het is bijvoorbeeld de vraag of een duur van maximaal 12 jaar nog wel past in de hedendaagse samenleving. Daarbij gaat het met name om het gegeven dat vrouwen tegenwoordig een betere arbeidspositie dan voorheen bekleden, terwijl het huidige recht nog altijd stoelt op de idee van de bescherming van de vrouw. 3 De discussie omtrent de onderhoudsverplichtingsduur speelt ook in de Tweede kamer. Zo is er recent een wetsvoorstel ingediend door de heer Recourt (PVDA), de heer Van der Steur (VVD) en mevrouw Berndsen (D66): Wet Herziening partneralimentatie. 4 Dit voorstel beoogde de grondslag voor de partneralimentatie, de duur en de berekening van de hoogte ervan te wijzigen. Uiteindelijk resteert, na een nota van wijziging, alleen de verkorting van de duur van de partneralimentatie (zie hierover nader paragraaf 2.4). 5 Ook maatschappelijk staat de regelgeving met betrekking tot de partneralimentatie onder druk. Zo is er in 2012 onderzoek verricht door het Taylor Nelson Sofres Nederlands Instituut voor Publieke Opinie (TNS NIPO) in opdracht van verenging van 1 CBS Kamerstukken II 2011/12, 33311, 3, p. 2; Stoker 2006, p. 8; Manschot 2006; Drayer Stoker 2006, p. 8; Manschot 2006; Drayer Kamerstukken II 2014/15,34231 nr Kamerstukken II 2016/2017, , nr. 7. 6

7 Familierecht Advocaten Scheidingsmediators (vfas). 6 Resultaat van dit onderzoek is dat het overgrote deel van de Nederlandse bevolking (77%) vindt dat de huidige onderhoudsverplichtingduur te lang is. Dit lijkt erop te wijzen dat dat er zowel maatschappelijk als politiek ontevredenheid heerst over de huidige onderhoudsverplichtingduur. Daarom is het van belang om na te gaan in welke mate de voorgestelde wijzigingen tegemoet komen aan deze kritiek, of het huidige recht wellicht op een andere wijze aangepast kan worden of dat het huidige recht reeds mogelijkheden biedt om tegemoet te komen aan deze kritiek. Er kan ook naar andere landen gekeken worden en hoe zij de partneralimentatie hebben geregeld in hun wet. Hieruit kan lering worden getrokken en eventuele bruikbare aspecten kunnen overgenomen worden. In dit onderzoek wil ik kijken naar Duitsland. Hierbij wil ik te weten komen hoe daar de onderhoudsverplichtingduur en bijbehorende problematiek is geregeld. In Duitsland kent men geen maximale termijn voor de onderhoudsverplichtingduur. De onderhoudsverplichtingduur is gekoppeld aan de grond waarop de toekenning van partneralimentatie is gebaseerd. De Duitse rechter heeft wel de bevoegdheid om de onderhoudsverplichtingduur te beperken. 7 Er wordt dus per geval afgewogen en beoordeeld, waardoor er sprake is van maatwerk. 1.2 Doelstelling De doelstelling van dit onderzoek is om het huidige recht, het voorgestelde recht en het Duitse recht met elkaar te vergelijken met het oog op de eerder besproken kritiek, zodat kan worden nagegaan in welke mate het huidige en het voorgestelde recht kunnen worden aangevuld met behulp van het Duitse recht. Daartoe is in de eerste plaats inzicht vereist in de huidige wet- en regelgeving met betrekking de partneralimentatie, in het meest recente wetsvoorstel op dit gebied, dat van de Kamereden Recourt, Van der Steur en Berndsen, en de kritiek op zowel het voorgestelde als het huidige recht. In de tweede plaats is vereist dat de aldus verkregen inzichten worden afgezet tegen de situatie in Duitsland om op grond daarvan conclusies te trekken en aanbevelingen te formuleren met betrekking tot de situatie in Nederland. 1.3 Centrale vraag en deelvragen De vraag die in dit onderzoek centraal staat, luidt als volgt: 6 TNS NIPO Artikel 1578 BGB. 7

8 In hoeverre kunnen het huidige en het voorgestelde recht met betrekking tot de partneralimentatie verbeterd of aangevuld worden aan de hand van het Duitse recht met betrekking tot de partneralimentatie? Ter beantwoording van deze hoofdvraag zijn de onderstaande deelvragen geformuleerd: 1. Hoe is het recht op partneralimentatie in het huidige recht geregeld? 2. Hoe is het recht op partneralimentatie in het voorgestelde recht geregeld? 3. Hoe is het recht op partneralimentatie in het Duitse recht geregeld? 4. Welke kritiekpunten kunnen onderscheiden worden met betrekking tot het huidige en het voorgestelde recht met betrekking tot de partneralimentatie? 1.4 Onderzoeksmethode In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van literatuur, rechtsbronnen en documenten. Onder rechtsbronnen worden zowel het nationale en internationale recht als jurisprudentie verstaan. Met literatuur wordt gedoeld op artikelen, handboeken en vaktijdschriften. De documenten bestaan uit rapporten, kamerstukken en elektronische bronnen. Voor dit onderzoek wordt de inhoudsanalyse als onderzoeksmethode gebruikt. Met deze methode wordt specifieke informatie geselecteerd, die nodig is om de centrale vraag te kunnen beantwoorden. Dit gebeurt in drie rondes, waarbij alleen betrouwbare en juiste informatie wordt meegenomen naar de volgende ronde. Dit wordt getoetst aan de hand van betrouwbare bronnen. Dat wil zeggen gezaghebbende auteurs, die meerdere publicaties over het onderwerp partneralimentatie hebben geschreven. De bruikbare informatie uit betrouwbare bronnen die in dit onderzoek zijn opgenomen, worden in de voetnoten en bronnenlijst vermeld. Hiermee zijn de bronnen gecontroleerd op de betrouwbaarheid. Om de betrouwbaarheid te optimaliseren worden er verschillende bronnen geraadpleegd om een zo goed en volledig mogelijk beeld te creëren. Door meerdere bronnen over het zelfde aspect te raadplegen is de juistheid van deze informatie beter te controleren. Het hoofdbestanddeel van dit onderzoek is een rechtsvergelijkend onderzoek met het Duitse rechtstelsel. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van Duitse wetgeving, juridische handboeken, parlementaire stukken, juridische tijdschriften en Duitse jurisprudentie. Het Duitse partneralimentatierecht is in 2008 hervormd met het doel om het partneralimentatierecht simpeler te maken. Hierbij werden het levensonderhoud na de echtscheiding en het belang van het kind centraal gezet. De onderhoudsverplichtingsduur en de grondslagen in Duitsland verschillen met die van Nederland. De criteria van draagkracht 8

9 en behoefte komen wel overeen met het Nederlandse recht. Dit maakt het interessant om het Nederlandse met het Duitse rechtstelsel te vergelijken. Hieruit kan eventueel lering worden getrokken indien het Duitse systeem beter aan de wensen van de maatschappij voldoet. 1.5 Maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie Het alimentatierecht is in 1971 ingegaan en vanaf dat moment is er al een maatschappelijke discussie over de onderhoudsverplichtingsduur van de partneralimentatie. 8 Voor deze tijd was partneralimentatie een levensverzekering en bestond er geen beperking aan de duur van deze levensverzekering. In 1994 kreeg de onderhoudsverplichtingsduur van de partneralimentatie een limitering van maximaal 12 jaar omdat men het niet langer redelijk achtte dat er geen beperking was. De laatste jaren is er maatschappelijke discussie ontstaan over met name de termijn van 12 jaar. 9 Dit is dan ook de aanleiding voor de wens om de wet te herzien omdat deze niet meer past bij de huidige tijd. 10 Voornaamste redenen hiervoor zijn de maatschappelijke ontwikkelingen rondom het emancipatieproces van vrouwen en de taakverdeling tussen man en vrouw binnen het huwelijk. De politieke partijen zijn het met de Nederlandse bevolking eens dat de onderhoudsverplichtingsduur van 12 jaar te lang is. 11 Dit heeft dan ook geleid tot het eerder besproken wetsvoorstel. Nu er een discussie gaande is op zowel politiek als maatschappelijk vlak over de duur van de partneralimentatie, is het van belang om hier een passende oplossing voor te vinden. Hierbij kan de rechtsvergelijking met Duitsland een helpende hand bieden. Tevens kan met dit rechtsvergelijkend onderzoek nieuwe kennis omtrent de alimentatieplicht worden opgedaan en zo nodig toegepast. 1.6 Leeswijzer In het tweede hoofdstuk worden het huidige en het voorgestelde recht besproken. Daarbij wordt tevens stilgestaan bij de discussie in de doctrine omtrent de partneralimentatie, zoals deze zich heeft voorgedaan tot aan de recente introductie van het wetsvoorstel. Verder komt in dit hoofdstuk aan bod hoe het wetsvoorstel oorspronkelijk in elkaar zat en hoe het recent is aangepast naar aanleiding van de kritiek van de Raad van State. In het derde hoofdstuk vindt de analyse plaats. Daarbij wordt allereerst ingegaan op hoe de discussie rond het huidige en voorgestelde recht zich heeft ontwikkeld sinds de 8 Spalter 2013, p. 101; Kisch 1970, p. 528; Weijenborg-Pot 1980, p ; Boor 2004, p ; Den Hollander 2004; 2007, p. 2-3; Van Houten 2012, p. 5; De Bruijn-Lückers & Labohm 2012, Zie noot Zie noot Kamerstukken II 2011/12, 33311, 3, p. 2. 9

10 voornemens het huidige recht op partneralimentatie aan te passen. Vervolgens komt aan bod welke knelpunten er in de praktijk worden ervaren ten aanzien van het wetsvoorstel. Tot slot komt het Duitse recht aan bod. In het vierde hoofdstuk worden tot slot de belangrijkste bevindingen van het onderhavige onderzoek samengevat en conclusies getrokken op de hoofdvraag. Op basis daarvan worden aanbevelingen geformuleerd aan het adres van de Nederlandse wetgever. 10

11 2. Het huidige en het voorgestelde recht ten aanzien van de partneralimentatie 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt besproken hoe in het huidige recht en het Wetsvoorstel het recht op partneralimentatie is geregeld. In paragraaf 2.2 wordt het huidige recht met betrekking tot de partneralimentatie beschreven. Vervolgens komt in paragraaf 2.3 aan bod wat er in de loop der tijd in de literatuur en jurisprudentie is gezegd over de partneralimentatie. In paragraaf 2.4 worden het oorspronkelijke wetsvoorstel, de kritiek van de RvS en de wijziging van het wetsvoorstel naar aanleiding van deze kritiek besproken. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met een korte conclusie in paragraaf Het huidige recht met betrekking tot de partneralimentatie De grondslag De grondslag voor de partneralimentatie is de voortdurende solidariteit tussen partners, die niet wordt onderbroken door het eindigen van het huwelijk. 12 De partneralimentatie is een wettelijke onderhoudsverplichting tussen partners, die voortvloeit uit een huwelijk of geregistreerd partnerschap en niet eindigt bij het verbreken daarvan. Ook na ontbinding rust op partners de verplichting de partner te blijven steunen, die niet voldoende inkomsten voor haar levensonderhoud heeft, en deze in redelijkheid niet kan verwerven. De rechter kan bij de echtscheidingsbeschikking of bij een latere uitspraak een onderhoudsbijdrage toekennen aan de verzoekende (ex)partner (1:157 lid 1 BW). Het betreft hier een discretionaire bevoegdheid van de rechter. 13 De wettelijke criteria voor de toekenning van partneralimentatie zijn de behoefte van de verzoekende ex-partner en de draagkracht van de andere ex-partner (artikel 1:397 lid 1 BW). Er is sprake van behoeftigheid wanneer de ex-partner niet zelf in zijn of haar behoefte kan voorzien. Deze behoeftigheid is de voorwaarde voor de toekenning van partneralimentatie en brengt met zich mee dat de rechter dient te bepalen wat de omvang van de behoeftigheid van de ex-partner in kwestie is. Meer concreet gaat het hier om het bedrag dat de verzoekende expartner nodig heeft om in het eigen levensonderhoud te voorzien, waarbij het huwelijkse welvaartsniveau het uitgangspunt is. Op grond van art. 1:157 lid 1 dient de rechter te 12 Zie paragraaf 2.3 voor een beschrijving van het ontstaan van deze grondslag in de loop der jaren. 13 HR 21 november 1913, NJ 1913,

12 beoordelen in hoeverre de ex-partner zelf in die behoefte kan voorzien uit eigen inkomsten of uit inkomsten die in redelijkheid kunnen worden verworven. In hoeverre de verzoekende expartner zelf in doe behoefte kan voorzien, wordt bepaald aan de hand van niet-financiële factoren. Dat zijn factoren die niet wettelijk zijn vastgelegd, doch volgen uit de jurisprudentie. Hierbij kan gedacht worden aan de huwelijksduur, de leeftijd en gezondheid van de verzoekende ex-partner en de verdeling van de zorg voor kinderen na het huwelijk. Na de berekening van de inkomsten zal duidelijk zijn in hoeverre sprake is van behoeftigheid (namelijk indien de inkomsten van de verzoekende ex-partner diens behoefte niet kunnen dekken). Vervolgens komt de tweede maatstaf aan bod: de draagkracht van de onderhoudsplichtige. Ook wanneer deze is berekend en afdoende blijkt om de behoefte van de verzoekende ex-partner te dekken, kan de rechter besluiten dat geen partneralimentatie zal worden toegekend op basis van niet-financiële factoren. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan wangedrag van de verzoekende ex-partner of het gegeven dat er geen lotsverbondenheid is ontstaan doordat het huwelijk van zeer korte duur was. Duur De duur van de alimentatie is, zoals in de inleiding reeds besproken, sinds 1994 wettelijk beperkt tot twaalf jaar (art. 1:157 lid 4 BW). Indien het huwelijk of geregistreerd partnerschap korter dan vijf jaar heeft geduurd en geen kinderen heeft voortgebracht, is de duur van de onderhoudsplicht gelijk aan die van het huwelijk of geregistreerd partnerschap (art. 1:157 lid 6 BW). De termijn van twaalf jaar is door de wetgever gekozen met het oog op de zorg voor jonge kinderen, waarbij het uitgangspunt is dat na een periode van maximaal twaalf jaar het jongste kind (bij een geboorte tijdens de scheiding) naar de middelbare school gaat. 14 De termijn van vijf jaar hangt volgens de toenmalige wetgever samen met het gegeven dat eventuele financiële nadelen van het huwelijk of geregistreerd partnerschap zich in mindere mate zullen voordoen bij een kortere huwelijksduur. 15 Afwijking van beide termijnen is mogelijk. De rechter kan, uitsluitend op verzoek van één van beide ex-partners de duur van de alimentatie limiteren of verlengen (artikel 1:157 lid 3 en lid 5 jo 6 BW). Zo wordt limitering in beginsel redelijk geacht indien de alimentatiegerechtigde ex-partner zelf in de eigen levensbehoefte kan voorzien of indien het aan de alimentatiegerechtigde ex-partner zelf te wijten is dat deze niet in de eigen levensbehoeften kan voorzien. In de praktijk worden aan een dergelijke verlenging of 14 Kamerstukken II 1985/86, 19295, nr. 3, p Kamerstukken II 1985/86, 19295, C, p

13 limitering strenge voorwaarden gesteld. Zo rust er op de verzoeker een zware stelplicht en bewijslast, worden hoge eisen gesteld aan de motivering van de rechter in geval van limitering en dient er sprake te zijn van financiële en/of niet financiële factoren die niet meer te wijzigen zijn en derhalve hun grondslag vinden in het verleden. 16 In de praktijk wordt terughoudend gebruik gemaakt van de mogelijkheden tot limitering of verlenging, vanwege voornoemde strenge eisen en het gegeven dat de rechter niet de mogelijkheid heeft om ambtshalve af te wijken van de maximumtermijnen. 17 Spalter stelt dat deze termijnen daarom als standaardtermijnen te beschouwen zijn. 18 De hoogte van de alimentatieplicht De hoogte van de alimentatieplicht wordt bepaald aan de hand van de eerder besproken criteria, te weten de behoefte van de verzoekende ex-partner en de draagkracht van de alimentatieplichtige ex-partner. De behoefte wordt mede bepaald door de welstand waarin de ex-partners gedurende het huwelijk of partnerschap hebben geleefd, waarbij wordt gekeken naar de inkomsten en uitgaven gedurende de laatste jaren. Naast dit huwelijkse welvaartsniveau is de draagkracht van de alimentatieplichtige ex-partner van belang, waarbij het gaat om de financiële middelen waarover deze beschikt en de lasten die daarmee voldaan moeten worden. Bij de berekening van de hoogte van de alimentatie worden in de regel de Alimentatienormen van de werkgroep Alimentatienormen van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak gebruikt (NVvR), ook wel bekend als de Tremanormen. Deze worden regelmatig aangepast op grond van ontwikkelingen omtrent wetgeving en jurisprudentie. De rechter is niet verplicht deze toe te passen. Een voorbeeld van een dergelijke Tremanorm is de vuistregel dat in standaardgevallen de behoefte kan worden berekend door 60% van het nettogezinsinkomen te verminderen met de kosten voor de kinderen Discussie & doctrine In deze paragraaf wordt stilgestaan bij wat er in de loop der tijd in de literatuur en jurisprudentie is gezegd over de partneralimentatie. 16 Heide et al. 2013, p. 6; Wortmann & Duijvendijk-Brand 2012, nr. 104; Spalter 2013, p. 18; HR 25 november 1994, NJ 1995, De Bruijn-Lückers 2012, p Spalter 2013, p. 19. Zie ook Bol 2014, p. 48 en Van Coolwijk & Moons 2015, p Werkgroep Alimentatie-normen 2012, p

14 Het oude BW van 1838 In het oude BW van 1838 kon scheiding in beginsel louter plaatsvinden op basis van vier echtscheidingsgronden die verbonden waren met schuldige dan wel onzedelijke gedragingen van een echtgenoot, namelijk: overspel, verlating, verwonding of mishandeling jegens de andere echtgenoot of veroordeling tot een gevangenisstraf van minimaal vier jaar. 20 Het recht op partneralimentatie was dus gekoppeld aan de procesrechtelijke positie van de echtgenoot. Anders gezegd: slechts aan de onschuldige, eisende partij kon partneralimentatie worden toegerekend indien deze zelf niet in het eigen levensonderhoud kon voorzien. 21 De Hoge Raad De Hoge Raad nam in enkele uitspraken een andere positie in ten opzichte van dit (on)schuld-vereiste en hanteerde daarbij een grondslag die overeenkomt met de grondslag voortdurende solidariteit. Zo oordeelde de Hoge Raad in 1919 dat de onderhoudsplicht berust op de levensverhouding, zooals die uit het huwelijk is geschapen en deze haar werking, zij het dan al in beperkten omvang, behoudt ook al wordt de huwelijksband geheel of ten deele gestaakt. 22 Deze grondslag werd door verschillende juridische auteurs onderschreven. 23 In een arrest uit 1930 spreekt de Hoge Raad in vergelijkbare bewoordingen over een onderhoudsplicht die haren oorsprong moge vinden in de omstandigheid, dat tusschen partijen een huwelijk heeft bestaan, maar die, ook blijkens de vrijheid, die daarin aan den rechter wordt gelaten, een eigen zelfstandig karakter heeft. 24 Spalter stelt dat de Hoge Raad hiermee duidelijk afstand nam van de schuldgrond, waarbij de partneralimentatie als een vorm van schadevergoeding werd gezien. Spalter geeft aan dat de door de Hoge Raad ingenomen positie overeenkomt met de voortdurende solidariteit als grondslag en bestempelt deze als partneralimentatie met een alimentair karakter : herziening van het alimentatierecht In 1969 diende de wetgever het Wetsvoorstel Wet herziening echtscheidingsrecht in, dat uiteindelijk in 1971 werd ingevoerd. 26 De verschillende schuldgerelateerde scheidingsgronden werden vervangen door de echtsscheidingsgrond de duurzame ontwrichting van het 20 Chin-A-Fat 2004, p artikel 280 oud BW HR 11 april 1919, NJ 1919, Dassen 1969, p HR 26 maart 1930, NJ 1930, Spalter 2013, p Wet van 6 mei 1971, Stb

15 huwelijk. 27 Ook het recht op partneralimentatie werd niet langer verbonden aan de schuld c.q. de processuele positie van de ex-echtgenoot. 28 Louter de behoeftigheid bleef als voorwaarde overeind. Het duurde enkele jaren voordat er debat ontstond over de grondslagen. Verschillende auteurs gaven aan dat het nieuwe recht geen grondslag meer bevatte doordat de partneralimentatie was losgekoppeld van de schuldvraag. 29 In de tussentijd herhaalde de Hoge Raad in 1977 de formulering uit het arrest dd In de loop van de jaren 70 en daarna werd de idee dat vrouwen geen recht hadden om na scheiding levenslang onderhouden te worden steeds meer het uitgangspunt in het debat, mede naar aanleiding van de emancipatie van de vrouw sinds de jaren Daar tegenover waren er wel meerdere auteurs die aangaven dat deze emancipatie nog niet tot gevolg had gehad dat vrouwen na een scheiding economisch zelfstandig konden zijn. 32 Huwelijksgerelateerde vermindering van de verdiencapaciteit Kortom: er ontstond steeds meer weerstand tegen de niet door scheiding onderbroken grondslag van onderlinge solidariteit. Tegen de achtergrond van deze discussie won sinds 1971 de grondslag van huwelijksgerelateerde vermindering van de verdiencapaciteit steeds meer terrein in de literatuur. Zo pleitte Kisch als één van de eersten voor een grondslag die gelegen was in door het huwelijk veroorzaakte behoeftigheid. 33 Kisch sprak in dit verband van Kausalhaftung, een aansprakelijkheid buiten schuld die zich bijvoorbeeld voordoet wanneer de vrouw haar eigen carrière opgeeft voor de man en de zorg voor de kinderen. 34 Kisch kreeg bijval van Minkenhof, die in dit verband sprak van nauwe verbondenheid ( ) die ongeschiktheid tot kostwinning in de hand heeft gewerkt. 35 Al met al werd na 1971 steeds meer de vraag gesteld of nahuwelijkse solidariteit nog wel levenslang zou moeten zijn, met het oog op de hiervoor besproken emancipatie van de vrouw en de opkomst van een grondslag die uitgaat van door het huwelijke veroorzaakte behoeftigheid c.q. verlies aan verdiencapaciteit. Partneralimentatie werd steeds meer als uitzonderingsrecht beschouwd en diende louter om eraan bij te dragen dat vrouwen na een scheiding weer zouden kunnen participeren op de arbeidsmarkt. Dit mondde uiteindelijk uit in 27 Artt. 151, 153 en 153 BW. 28 Kamerstukken II 1968/69, , nr. 2, p. 14 & Zie bijvoorbeeld Keijser 1978, p. 49 e.v.; Hoefnagels 1979, p. 917 e.v. 30 HR 28 september 1977,NJ 1978, 432, m.nt. E.A.A.L. 31 Minkenhof 1973, p. 333 e.v.; Keijser 1974, p. 56; Cremers 1984, p. 624; Tigchelaar 1999, p Kisch 1970, p. 528; Weijenborg-Pot 1980, p Kisch 1970, p Kisch 1970, p Minkenhof 1970, p

16 de limitering van de partneralimentatie in Spalter stelt dat de grondslag van door het huwelijk veroorzaakt verlies aan verdiencapaciteit kan worden omschreven als alimentatierecht met een compensatoir karakter. 36 Daarmee geeft zij aan dat deze grondslag is gelegen in een schadevergoedingsrecht in geval van een verlies aan verdiencapaciteit. Daarmee onderscheidt zij deze grondslag van de grondslag op basis van onderlinge solidariteit die ook na het huwelijk voortduurt, die zij aanduidt als alimentatierecht met een alimentair karakter. Na 1995: geen discussie over de grondslagen, wel over het alimentatierecht Na de limitering van de alimentatieduur vond er van 1995 tot 2013 in de literatuur weinig discussie plaats over de grondslagen van partneralimentatie en werd over het algemeen aangenomen dat de voortdurende solidariteit de grondslag van de partneralimentatie is. 37 Dat wil echter niet zeggen dat het alimentatierecht op zichzelf geen onderwerp van discussie is. Tegenstanders vinden de duur te lang en het bedrag te hoog, stellen dat partneralimentatie het emancipatieproces van gescheiden vrouwen belemmert en menen dat het onterecht is dat de alimentatiegerechtigde niet geprikkeld wordt om in het eigen levensonderhoud te voorzien. 38 Voorstanders van het huidige stelsel wijzen erop dat partneralimentatie nodig is omdat het emancipatieproces van vrouwen niet voltooid is met als gevolg dat zij nog altijd financieel afhankelijk zijn na een scheiding en dat bovendien het huidige recht de rechter voldoende mogelijkheden biedt om tot een rechtvaardig en billijk oordeel te komen gegeven de hedendaagse maatschappelijke omstandigheden. 39 De Hoge Raad De Hoge Raad sprak zich na 1995 in een tweetal belangrijke arresten uit over de grondslag van de partneralimentatie. 40 In deze zaken bevestigde de Hoge Raad de voortdurende solidariteit als grondslag voor de partneralimentatie. De Hoge Raad oordeelde in 1997 dat tevens een recht op partneralimentatie ontstaat indien de behoeftigheid niet door het huwelijk is veroorzaakt. 41 Dit werd in 2001 nogmaals bevestigd, met als toevoeging dat de 36 Spalter 2013,p Schonewille 2007, p. 161; Huijgen 2009, p. 204; Wortmann & Duijvendijk-Brand 2012, nr. 104; Asser-De Boer 2010, nr Stoker 2006, p. 8; Manschot 2006; Drayer Zie bijvoorbeeld: Boor 2004, p ; Den Hollander 2004; 2007, p. 2-3; Van Houten 2012, p. 5; De Bruijn-Lückers & Labohm 2012, HR 14 november 1997, NJ 1998, 112; HR 9 februari 2001, NJ 2001, 216, m.nt. SW. 41 HR 14 november 1997, NJ 1998,

17 lotsverbondenheid voldoende is om partneralimentatie toe te kennen. 42 Dit uitgangspunt is in latere zaken bevestigd dor de Hoge Raad. 43 Kortom: sinds de invoering van het oude BW 1838 en de daarin vervatte schuldgerelateerde grondslag die ingeval van behoeftigheid recht gaf op alimentatie, kunnen in het debat twee posities worden onderscheiden: de voortdurende solidariteit (alimentair karakter) en de huwelijksgerelateerde vermindering van verdiencapaciteit (compensatoir karakter). De Hoge Raad gaat sinds 1919 uit van de voortdurende solidariteit als grondslag. Uiteindelijk wordt deze positie ook in de literatuur geaccepteerd als zijnde de grondslag, maar heerst er nog altijd wel discussie over het alimentatierecht. Enerzijds zijn er tegenstanders die wijzen op het gebrek aan prikkels om in het eigen levensonderhoud te voorzien. Anderzijds zijn er voorstanders die wijzen op de financiële afhankelijkheid van vrouwen, die nog altijd voortduurt na het huwelijk vanwege het nog altijd niet voltooide emancipatieproces van vrouwen. 2.4 Het Wetsvoorstel In deze paragraaf wordt het wetsvoorstel besproken. Daarbij wordt eerst aandacht besteed aan het oorspronkelijke wetsvoorstel. Vervolgens komt de kritiek van de Raad van State aan bod. Deze kritiek vormde uiteindelijk de aanleiding tot de recente aanpassing van het wetsvoorstel, die tot slot van deze paragraaf aan bod komt Het oorspronkelijke Wetsvoorstel Motivatie en argumentatie indieners De Kamerleden Van der Steur, Berndsen en Recourt hebben op 19 juni 2015 het wetsvoorstel Wet herziening partneralimentatie ingediend bij de Tweede Kamer. 45 De indieners beogen met het voorstel de partneralimentatie korter, simpeler en eerlijker te maken door de grondslag te veranderen, de berekeningsmethode te vereenvoudigen en de duur te verkorten. 46 Uitgangspunt daarbij zijn de kansen op de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld wanneer deze kleiner 42 HR 9 februari 2001, NJ 2001, 216, m.nt. SW. 43 HR 1 februari 2002, NJ 2002, 171; HR 1 oktober 2010, NJ 2010, NB: de aanpassing is vrij recent gepubliceerd en enigszins als een verrassing gekomen. De indieners namen eerst het advies van de RvS ter kennisgeving aan en bleven vasthouden aan hun voorstel. Op de vooravond van de verkiezingen is echter een nota van wijziging uitgebracht. Op het moment van schrijven (mei 2017) heeft nog geen aanpassing van de MvT plaatsgevonden 45 Kamerstukken II 2014/15,34231 nr Kamerstukken II 2014/15,34231 nr. 3, p

18 zijn als gevolg een afwezigheid van de arbeidsmarkt gedurende het huwelijk of geregistreerd partnerschap. 47 De indieners voorzien ook in een prikkel voor de betalingsgerechtigde om na een scheiding weer zelfstandig op eigen benen te gaan staan. 48 Momenteel voorziet de huidige regeling niet in een dergelijke prikkel. Door de duur te verkorten willen de indieners hier wel in voorzien. De duur van de alimentatie, die in veel gevallen twaalf jaar bedraagt, wordt namelijk als onredelijk lang ervaren, aldus de indieners. 49 Ten aanzien van de duur is het uitgangspunt 5 jaar. Daarbij maken de indieners uitzonderingen aan de hand van de duur van het huwelijk, de aanwezigheid van kinderen jonger dan twaalf jaar en de vraag of er sprake is van een (naderende) AOW-leeftijd bij een der partners. 50 Zo is de duur anders indien de alimentatiegerechtigde hoogstens 10 jaar jonger is dan de AOW-leeftijd, omdat in geval van een bijvoorbeeld 57 jarige ex-partner niet meer verwacht kan worden dat deze makkelijk zal kunnen participeren op de arbeidsmarkt. 51 Ook de alimentatieplichtige kan in dit verband op bescherming rekenen, namelijk door beëindig van rechtswege zodra hij de AOW-leeftijd heeft bereikt, aangezien hij op dat moment er financieel op achteruit gaat. Tot slot is een door de rechter toe te passen hardheidsclausule in het wetsvoorstel verwerkt, die in schrijnende gevallen kan worden ingeroepen indien de termijn dusdanig ingrijpend is, dat deze naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet gevergd kan worden van de alimentatiegerechtigde. 52 In het navolgende wordt besproken welke veranderingen het oorspronkelijke wetsvoorstel wilde aanbrengen in de grondslag, de duur en de berekening van de partneralimentatie. Grondslag In het huidige wettelijke systeem wordt uitgegaan van het welstandsniveau tijdens het huwelijk dat ook recht geeft op een vergelijkbaar welstandsniveau na de scheiding op basis van de grondslag van voortdurende solidariteit. 53 De indieners menen dat wanneer de tijdens het huwelijk gemaakte keuzes van echtelieden ertoe leiden dat de ene echtgenoot na het einde ervan minder kans maakt op de arbeidsmarkt dan wanneer er geen huwelijk was geweest dan wel dergelijke keuzes niet gemaakt zouden zijn, er recht op partneralimentatie kan ontstaan. 54 Hierbij kan gedacht worden aan de keuze voor het krijgen van kinderen en de zorgverdeling 47 Kamerstukken II 2014/15,34231 nr. 3, p Kamerstukken II 2014/15,34231 nr. 3, p Kamerstukken II 2014/15,34231 nr. 3, p Kamerstukken II 2014/15,34231 nr. 3, p Kamerstukken II 2014/15,34231 nr. 3, p Kamerstukken II 2014/15,34231 nr. 3, p Kamerstukken II 2014/15,34231 nr. 3, p Kamerstukken II 2014/15,34231 nr. 3, p

19 tijdens het huwelijk. 55 Daarmee herbergt het voorstel het in paragraaf 2.3 besproken compensatoir karakter van partneralimentatie. 56 De indieners zien het recht op partneralimentatie derhalve als een uitzonderingsrecht. Partneralimentatie is bedoeld om de periode te overbruggen waarin het nog niet mogelijk is om in het eigen onderhoud te voorzien, c.q. de arbeidsparticipatie op te starten, hetgeen volgens de indieners aansluit bij de veranderende opvattingen over de positie van met name vrouwen in de samenleving en op de arbeidsmarkt in Nederland. 57 De indieners menen dat een huwelijk op zichzelf niet een overdracht van inkomen na het huwelijk rechtvaardigt en dat verlies van welstand geaccepteerd moet worden omdat het de reeds voor het huwelijk bestaande verschillen tussen de partners weergeeft. 58 Daarom stellen zij als nieuwe grondslag het verlies aan verdiencapaciteit voor, dat wil zeggen de afstand tot de arbeidsmarkt, die is opgetreden ten gevolge van het tijdens het huwelijk gemaakte keuzes. De indieners achten het redelijk indien er verlies aan welvaart optreedt na een scheiding, omdat dan wordt aangesloten bij de reeds voor het huwelijk of geregistreerd partnerschap bestaande verschillen. Kortom: partneralimentatie kan slechts worden toegekend indien de behoeftigheid is veroorzaakt door het huwelijk en vloeit derhalve niet voort uit de onderhoudsplicht tussen partners op grond van ook na het huwelijk voortdurende solidariteit, zoals thans het geval is. Duur Het Wetsvoorstel limiteert de duur van de partneralimentatie in beginsel tot een maximum van vijf jaar, behoudens gevallen waarin er sprake is van de zorg voor kinderen jonger dan twaalf jaar of in geval van een huwelijk dat langer dan 15 jaar heeft geduurd waarbij een van beider partners niet meer werkt. Al met al levert dit drie categorieën op. In de eerste plaats huwelijken zonder kinderen jonger dan twaalf jaar. In de tweede plaats huwelijken met kinderen jonger dan twaalf jaar. In de derde plaats huwelijken die langer dan 15 jaar hebben geduurd. Huwelijken zonder kinderen jonger dan twaalf jaar Heeft het huwelijk korter dan drie jaar geduurd, dan is er geen verplichting tot partneralimentatie. Is sprake van een huwelijk dat langer dan drie jaar heeft geduurd, dan kan 55 Kamerstukken II 2014/15, nr. 3, p Kamerstukken II 2014/15, nr. 3, p Kamerstukken II 2014/15, nr. 3, p. 11, Kamerstukken II 2014/15, nr. 3, p

20 (indien sprake is van verlies aan verdiencapaciteit) partneralimentatie worden opgelegd voor de duur van de helft van het huwelijk met een maximum van vijf jaar. Huwelijken met kinderen jonger dan twaalf jaar Is sprake van kinderen jonger dan twaalf jaar en kan één beider partners beperkt deelnemen aan de arbeidsmarkt vanwege de zorg voor de kinderen in kwestie, wordt de maximale partneralimentatieduur van vijf jaar verlengd totdat het jongste kind twaalf jaar is geworden. Huwelijken die langer dan 15 jaar hebben geduurd Met deze categorie hebben de indieners de meer traditionele huwelijken op het oog, waarbij één beider partners de verzorgingstaken op zich heeft genomen en daarom niet heeft gewerkt. In die gevallen is de kans dat de ex-partner binnen een periode van vijf jaar weer kan deelnemen aan de arbeidsmarkt gering. In die gevallen is de duur in beginsel vijf jaar, maar in ieder geval minimaal tot het moment waarop de alimentatiegerechtigde ex-partner de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, met een maximum van tien jaar. Bereikt de alimentatiegerechtigde de pensioengerechtigde leeftijd, dan eindigt de alimentatieplicht. De hoogte van de alimentatieplicht Waar in het huidige recht de berekening van de hoogte doorgaans maatwerk is, dat veelal door de rechter wordt verricht, regelt het Wetsvoorstel de mogelijkheid dat partners dit zelf doen. Daartoe zal een internettool worden opgesteld, waarmee de partners met behulp van forfaitaire schalen zelf eenvoudig de hoogte van de partneralimentatie kunnen berekenen. Komen de partners er niet uit, dan kunnen zij het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen inschakelen, dat een adviserende rol zal innemen, of zich tot de rechter wenden Advies RvS De Raad van State heeft op 22 april 2016 een advies uitgebracht over het wetsvoorstel. 59 De Raad wijst in de eerste plaats op spanning met de maatschappelijke realiteit. 60 Volgens de Raad gaan de initiatiefnemers namelijk uit van een situatie die ver verwijderd is van de huidige maatschappelijke realiteit. De Raad wijst in dit verband op onderzoek waaruit blijkt dat vrouwen na een scheiding dikwijls een grote achterstand op de arbeidsmarkt hebben. 59 Kamerstukken II 2015/2016, , nr Kamerstukken II 2015/2016, , nr. 5, I onder 3.a. 20

21 Bovendien laat dat onderzoek zien dat in de meeste gevallen de verdeling van zorgtaken ook na de scheiding ongelijk verdeeld is. 61 Dit staat volgens de Raad op gespannen voet met het uitgangspunt van de initiatiefnemers dat alimentatiegerechtigden in een kort tijdsbestek weer volledig in het eigen levensonderhoud kunnen voorzien. De Raad wijst in de tweede plaats op de berekeningssystematiek, die volgens de Raad kan leiden tot schrijnende situaties. 62 In dit verband is volgens de Raad allereerst van belang dat in het wetsvoorstel de berekening van de partneralimentatie is gebaseerd op het verschil in verdiencapaciteit van partners voorafgaand aan het huwelijk en op het moment dat tot scheiding wordt overgegaan. De Raad wijst erop dat dit betekent dat louter wanneer de verdiencapaciteit lager is bij de scheiding dan bij aanvang van het huwelijk er een recht op alimentatie ontstaat. Dit zal er volgens de Raad toe leiden dat in veel gevallen geen recht op partneralimentatie ontstaat, hetgeen tot schrijnende situaties zal leiden. Bovendien is de basis voor de voorgestelde berekening van de partneralimentatie de vaststelling van het inkomen. De Raad stelt dat het niet altijd simpel is om op grond van het wetsvoorstel het inkomen vast te stellen, omdat daar bij een groot aantal variabelen een rol speelt. Deze variabelen, bijvoorbeeld de begrippen inkomen en incidentele kosten, worden in het voorstel echter niet omschreven. Verder is onduidelijk hoe het inkomen van een ondernemer dient te worden vastgesteld. In de derde plaats bespreekt de Raad de beperking in duur. 63 De Raad wijst erop dat er slechts enkele uitzonderingen mogelijk zijn op de limitering van de duur tot maximaal 5 jaar. Volgens de Raad is het van belang rekening te houden met het gegeven dat de zorgtaak voor de kinderen tijdens het huwelijk en na de scheiding nog altijd vooral op de vrouw rust. Doordat vrouwen (veel) minder werken na de geboorte van kinderen, kunnen zij dikwijls de verworven positie op de arbeidsmarkt niet behouden en is het voor hen moeilijker om die positie opnieuw te krijgen. Volgens de Raad wordt hier door de limitering van de alimentatieduur zoals geregeld in het wetsvoorstel onvoldoende rekening mee gehouden. Daarnaast wijst de Raad erop dat er een voorziening ontbreekt voor langdurige huwelijken waarbij de alimentatiegerechtigde meer dan 10 jaar verwijderd is van de pensioengerechtigde leeftijd. Al met al is volgens de Raad heroverweging van het wetsvoorstel noodzakelijk. Volgens de Raad is onvoldoende duidelijk en niet gemotiveerd waarom het wetsvoorstel tot 61 SCP & CBS 2014; Bijl et al Kamerstukken II 2015/2016, , nr. 5, I onder Kamerstukken II 2015/2016, , nr. 5, II. 21

22 minder procedures over partneralimentatie zal leiden. Bovendien betwijfelt de Raad of exechtgenoten daadwerkelijk in staat zullen zijn om zelf de partneralimentatie te bepalen. De Raad concludeert dan ook dat met name de voorgestelde berekeningssystematiek en de limitering van de duur heroverwogen dienen te worden. Anders zal het voorgestelde recht tot schrijnende situaties leiden, hetgeen volgens de Raad verder versterkt wordt door de beperkte wijzigingsmogelijkheden waardoor het voorgestelde recht weinig ruimte laat tot maatwerk. Reactie indieners wetsvoorstel op het advies van de RvS Op 16 maart 2016 reageren de indieners per mail op het advies van de RvS. Zij stellen daarbij aan de hand van de adviezen te willen kijken of verbeteringen mogelijk zijn, maar geven tevens aan dat zij wat betreft de meer fundamentele punten, zoals de duur of de grondslag, te willen vasthouden aan het oorspronkelijke voorstel. 64 Dat blijkt ook uit de kamerstukken met daarin de meer uitgebreide reactie van de indieners van het wetsvoorstel. De indieners geven aan dat de terugkeer naar de arbeidsmarkt het uitgangspunt is en blijft. Daarmee beogen de indieners het aantal schrijnende gevallen, waarbij de ene ex-partner aan de andere ex-partner moet betalen ook wanneer laatstgenoemde in het eigen onderhoud kan voorzien, terug te dringen. Bovendien menen de indieners dat de wijziging van de grondslag beter past bij de moderne verhoudingen tussen man en vrouw. 65 De indieners pareren de kritiek van de RvS dat de indieners uitgaan van een situatie die ver verwijderd is van de realiteit door te stellen dat vrouwen inderdaad nog altijd meer tijd besteden aan zorgtaken, maar dat de verhoudingen aan het schuiven zijn. Steeds meer vrouwen betreden de arbeidsmarkt en de indieners verwachten dat de gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen de komende decennia zal toenemen. Het wetsvoorstel beoogt deze trend te ondersteunen. 66 Verder geven de indieners aan dat schrijnende gevallen kunnen worden voorkomen doordat het mogelijk blijft de duur van de partneralimentatie te verlengen indien beëindiging van de uitkering naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet kan worden gevergd van de alimentatiegerechtigde. De indieners merken daarbij op dat of iets beschouwd wordt als een schrijnend geval, een politieke keuze is. 67 Bovendien vinden de indieners, in tegenstelling tot de RvS, dat de wijzigingsgronden van de voorgestelde hardheidsclausule afdoende zijn beschreven en niet verruimd dienen te worden omdat dit extra juridische procedures tot gevolg zal hebben. De indieners vinden extra juridische procedures onwenselijk en hebben daarom aangesloten bij 64 Kamerstukken II , 34231, nr. 5, p Kamerstukken II , 34231, nr. 5, p Kamerstukken II , 34231, nr. 5, p Kamerstukken II , 34231, nr. 5, p

23 de terughoudende jurisprudentie op dit punt. 68 Tot slot geven de indieners aan dat het begrip verdiencapaciteit en de bijbehorende termen (zoals inkomen) afdoende omschreven zijn. 69 Al met al kan geconcludeerd worden dat de indieners de adviezen van de RvS volledig naast zich neer lijken te leggen. Zoals in de volgende paragraaf besproken zal worden, hebben de indieners recent plotsklaps besloten alsnog het advies van de RvS in acht te nemen en de nodige wijzingen aangebracht in hun wetsvoorstel Nota van wijziging Na aanvankelijk het advies van de Raad van State terzijde te hebben gelegd, dienen de initiatiefnemers op de dag voor de verkiezingen plotseling een nota van wijziging in waarin wordt tegemoet gekomen aan de geleverde kritiek. 70 De wijzigingen zijn zeer ingrijpend. In de kern komen deze wijzigingen erop neer dat de huidige grondslag, de onderlinge solidariteit en het daaraan gekoppelde uitgangspunt van de handhaving van de welstand voorafgaand aan het huwelijk, gehandhaafd zullen blijven. Dit betekent dat de voorgestelde berekeningssystematiek eveneens komt te vervallen. In plaats daarvan wordt voor de berekening aangesloten bij de huidige berekeningsmethode van de Expertgroep Alimentatienormen. Al met al lijkt van het oorspronkelijke voorstel louter de verkorting van de maximale termijn van 12 twaalf jaar tot 5 jaar intact gebleven. Ten aanzien van de grondslag geven de indieners aan dat de deze toch niet aangepast zal worden omdat door de Raad van State is aangegeven dat dit tot schrijnende situaties zal leiden. 71 De huidige grondslag, de voortdurende solidariteit c.q. lotsverbondenheid blijft gehandhaafd. Dit betekent dat beëindiging van het huwelijk niet met zich brengt dat de zorgplicht van partners jegens elkander ex artt. 1:81 en 84 BW ophoudt te bestaan. Daarnaast stellen de initiatiefnemers thans nieuwe artt. 1: 156a en 156b BW voor, waarin de begrippen behoefte en draagkracht worden gedefinieerd. 72 Daarbij wordt voor de definitie van behoefte aangesloten bij de in de praktijk doorgaans toegepaste Hofformule. Daarin is de handhaving van de welstand voor de scheiding het uitgangspunt. Dit betekent dat de grondslag voor de berekening derhalve het netto gezinsinkomen voor echtscheiding is. Deze berekening sluit aan bij de richtlijnen van de Expertgroep Alimentatienormen. 73 Verder wordt in de draagkrachttabellen een woonlast van 30% verdisconteerd en wordt rekening gehouden 68 Kamerstukken II , 34231, nr. 5, p Kamerstukken II , 34231, nr. 5, p Kamerstukken II 2016/2017, , nr Kamerstukken II 2016/2017, , nr. 7, p Kamerstukken II 2016/2017, , nr. 7, p Kamerstukken II 2016/2017, , nr. 7, p

24 met huwelijkse schulden en het direct na de echtscheiding (deels) betalen van de woonlasten voor de andere echtgenoot. 74 Ook de voorgestelde afschaffing van de indexering van partneralimentatie, die als doel heeft om tegemoet te komen aan stijgende prijzen, is van de baan. 75 Al met al is een groot deel van de voorgestelde wijzigingen geschrapt en is een deel van de thans voorgestelde wijzigingen tekstueel van aard met het doel aansluiting te vinden bij bestaande jurisprudentie over het onderwerp in kwestie. 76 Op het moment van schrijven (mei 2017) is er nog niet gereageerd op de wijziging van het wetsvoorstel door de politiek, noch door de adviesorganen. Evenmin is er in de literatuur gereageerd. Sinds de nota van wijziging is er door slechts één auteur geschreven over het wetsvoorstel, te weten Spalter, maar het bericht van de wijziging bereikte haar vlak voordat haar artikel gepubliceerd zou worden (dd. 24 maart 2017). Op het eind van dat artikel geeft Spalter aan dat de wijziging één van haar belangrijkste kritiekpunten (de wijziging van de grondslag) heeft weggenomen, maar verder gaat zij niet inhoudelijk in op de wijzigingen Conclusie De ontwikkelingen rond de partneralimentatie hangen samen met de visie op het huwelijk in het algemeen en de positie van de vrouw in het bijzonder. Er zijn twee posities waarneembaar. Enerzijds wordt emancipatie gezien als aanleiding om de bescherming van vrouwen los te laten en wordt haar eigen verantwoordelijkheid om in het levensonderhoud te voorzien benadrukt. Vanuit die visie worden vrouwen binnen korte termijn in staat geacht voor zichzelf te zorgen en is partneralimentatie louter bedoeld als compensatie voor huwelijksgerelateerd verlies aan verdiencapaciteit. Anderzijds is er een visie waarbinnen de mogelijkheden die emancipatie vrouwen biedt, worden beperkt door de nog altijd aanwezige traditionele rolpatronen die ook na het huwelijk voortduren. Partneralimentatie is binnen deze visie nodig omdat vrouwen door deze traditionele rolpatronen minder mogelijkheden hebben om in het eigen onderhoud te voorzien. De opkomst van de eerste visie heeft in de jaren 70 van de vorige eeuw geleid tot een nieuw stelsel van partneralimentatie, in de jaren 90 tot de beperking van de duur van partneralimentatie en recent tot het wetsvoorstel Herziening Partneralimentatie. De tweede visie tempert daarbij de eerste. Het wetsvoorstel en de reactie van de RvS zijn hier duidelijke voorbeelden van. De indieners menen dat partneralimentatie 74 Kamerstukken II 2016/2017, , nr. 7, p Kamerstukken II 2016/2017, , nr. 7, p Zo is de inhoudelijke wijziging van art. 1:401 BW, waarin termijnen worden geregeld, geschrapt en resten louter tekstuele aanpassingen. Kamerstukken II 2016/2017, , nr. 7, p Spalter 2017, p

Aan de lidorganisaties van de Nederlandse VrouwenRaad. Betreft: Voortgang Wet herziening partneralimentatie, nr Datum: 1 december 2016

Aan de lidorganisaties van de Nederlandse VrouwenRaad. Betreft: Voortgang Wet herziening partneralimentatie, nr Datum: 1 december 2016 1 Aan de lidorganisaties van de Nederlandse VrouwenRaad Betreft: Voortgang Wet herziening partneralimentatie, nr. 34.231 Datum: 1 december 2016 Beste vrouwen, Hierbij een bericht over de voortgang van

Nadere informatie

Initiatiefnota Partneralimentatie

Initiatiefnota Partneralimentatie Initiatiefnota Partneralimentatie Initiatiefnota van de leden Van der Steur, Recourt en Berndsen 1. Het plan in het kort Indieners willen dat partneralimentatie eerlijker, simpeler en korter wordt. Zij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Recourt en Swinkels tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten

Nadere informatie

*/530%6$5*& 5XFF DBTVT

*/530%6$5*& 5XFF DBTVT Op de verscheurde foto staan de 35-jarige Lisa en haar twaalf jaar oudere ex-man David. Lisa en David zijn na een huwelijk van tien jaar van elkaar gescheiden. Het voormalige echtpaar leidde een zeer welvarend

Nadere informatie

Reactie (op het advies van de Raad van State) van de initiatiefnemers op 8 sept 2016

Reactie (op het advies van de Raad van State) van de initiatiefnemers op 8 sept 2016 1 https://www.raadvanstate.nl/adviezen/zoeken-in-adviezen/tekst-advies.html?id=12235 Reactie (op het advies van de Raad van State) van de initiatiefnemers op 8 sept 2016 De initiatiefnemers danken de Afdeling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Kuiken en Groothuizen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere

Nadere informatie

De duur van partneralimentatie: wijzigen of niet?

De duur van partneralimentatie: wijzigen of niet? De duur van partneralimentatie: wijzigen of niet? Een onderzoek naar de voorstellen inzake de wijziging van partneralimentatie Student: Nicole Hoijtink Administratienummer: S769766 Instelling: Universiteit

Nadere informatie

Geschiedenis partneralimentatie vanaf 1830

Geschiedenis partneralimentatie vanaf 1830 De indieners van de wet hebben in hun Memorie van Toelichting uitvoerig de geschiedenis beschreven van partneralimentatie. Ze zijn daarbij teruggegaan tot 1830, toen voor het eerst wettelijk werd vastgelegd

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 20 202 33 3 Voorstel van wet van het Lid Bontes tot wijziging van Boek van het Burgerlijk Wetboek in verband met het beperken van de duur van partneralimentatie

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Recourt en Berndsen-Jansen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van

Nadere informatie

Nieuwe richtlijn kinderalimentatie

Nieuwe richtlijn kinderalimentatie Nieuwe richtlijn kinderalimentatie maart 2013 mr T.G. Gijtenbeek De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch Boers Advocaten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 311 Voorstel van wet van het Lid Bontes tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het beperken van de duur van partneralimentatie

Nadere informatie

Gevolgen herziening partneralimentatie voor financiële situatie van ouders met (jonge) kinderen

Gevolgen herziening partneralimentatie voor financiële situatie van ouders met (jonge) kinderen Gevolgen herziening partneralimentatie voor financiële situatie van ouders met (jonge) kinderen Leidt het initiatiefwetsvoorstel 34231 Herziening partneralimentatie tot een grotere terugval van de financiële

Nadere informatie

Is partneralimentatie toe aan modernisering?

Is partneralimentatie toe aan modernisering? Is partneralimentatie toe aan modernisering? Rechtvaardig partneralimentatie in een moderne samenleving Student: Sevgi Akpinar Administratienummer: 118889 Instelling: Opleiding: Scriptiebegeleider: Tweede

Nadere informatie

De grondslag van de partneralimentatie

De grondslag van de partneralimentatie De grondslag van de partneralimentatie Een onderzoek naar de invulling van de huwelijksgerelateerde vermindering van de verdiencapaciteit als grondslag voor het partneralimentatierecht Jelske Adema ANR

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Bijgewerkt t/m nr. 13 (Derde nota van wijziging d.d. 1 oktober 2018) 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Kuiken en Groothuizen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 311 Voorstel van wet van het Lid Bontes tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het beperken van de duur van partneralimentatie

Nadere informatie

ADVIES VAN DE AFDELING ADVISERING VAN DE RAAD VAN STATE EN REACTIE VAN DE INITIATIEFNEMERS

ADVIES VAN DE AFDELING ADVISERING VAN DE RAAD VAN STATE EN REACTIE VAN DE INITIATIEFNEMERS 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Recourt en Swinkels tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van partneralimentatie

Nadere informatie

Het wetsvoorstel limitering partneralimentatie: meerwaarde of overbodig?

Het wetsvoorstel limitering partneralimentatie: meerwaarde of overbodig? Het wetsvoorstel limitering partneralimentatie: meerwaarde of overbodig? Jurisprudentie-onderzoek naar de huidige rechtspraktijk omtrent limitering van de duur van partneralimentatie en het wetsvoorstel

Nadere informatie

Wet herziening partneralimentatie: voorhuwelijkse alimentatieovereenkomst wordt geldig

Wet herziening partneralimentatie: voorhuwelijkse alimentatieovereenkomst wordt geldig Wet herziening partneralimentatie: voorhuwelijkse alimentatieovereenkomst wordt geldig Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder personen-, familie- en erfrecht, Erasmus Universiteit

Nadere informatie

Verslag VVR-Seminar Is partneralimentatie aan vernieuwing toe? 18 september 2015, De Pont, Amsterdam

Verslag VVR-Seminar Is partneralimentatie aan vernieuwing toe? 18 september 2015, De Pont, Amsterdam Verslag VVR-Seminar Is partneralimentatie aan vernieuwing toe? 18 september 2015, De Pont, Amsterdam De voorzitter van de Vereniging voor Vrouw en Recht, Clara Wichmann (VVR), mr. M.M.(Mieke) van der Burg,

Nadere informatie

241. Is wetswijziging partneralimentatie

241. Is wetswijziging partneralimentatie De uitkomst van een discussie 241. Is wetswijziging partneralimentatie wel nodig? Mr. drs. J. P.M. Bol Op 28 oktober jl. vond in Breukelen het REP-symposium plaats over de gevolgen van de te verwachten

Nadere informatie

De herziening van de partneralimentatie Een game changer of een wensdenken?

De herziening van de partneralimentatie Een game changer of een wensdenken? De herziening van de partneralimentatie Een game changer of een wensdenken? Naam: Claire Zonneveld Masteropleiding: Privaatrechtelijke rechtspraktijk Begeleider: Dr. I. Curry-Sumner Tweede lezer: Mw. dr.

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Kuiken en Groothuizen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere

Nadere informatie

Scriptie Master Privaatrecht 2015. Partneralimentatie

Scriptie Master Privaatrecht 2015. Partneralimentatie Scriptie Master Privaatrecht 2015 Is de duur van huidige partneralimentatieregeling nog wel van deze tijd? Naam Studentnr. 5925339 Anneleonie Kaspers Begeleider Mevrouw mr. M.I. van Drunick-Peereboom 2

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en aanbevelingen

Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Samenvatting, conclusies en aanbevelingen 10.1 INLEIDING In dit proefschrift is onderzocht in hoeverre en op welke wijze het Nederlandse partneralimentatierecht verbeterd kan worden door een duidelijk

Nadere informatie

Partneralimentatie nieuwe stijl: korter, eenvoudiger, beter?

Partneralimentatie nieuwe stijl: korter, eenvoudiger, beter? Partneralimentatie nieuwe stijl: korter, eenvoudiger, beter? Adviesrapport over het initiatiefvoorstel Wet herziening partneralimentatie Auteur: Zohal Shadman Studentnummer: 2069121 Onderwijsinstelling:

Nadere informatie

Advies wetsvoorstel herziening kinderalimentatie

Advies wetsvoorstel herziening kinderalimentatie Advies wetsvoorstel herziening kinderalimentatie Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden en blinden.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Recourt en Swinkels tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten

Nadere informatie

Partneralimentatie, levensverzekering of toch niet?

Partneralimentatie, levensverzekering of toch niet? Partneralimentatie, levensverzekering of toch niet? M. VAN MEURS & M. NIEUWENDIJK 1 1. Inleiding Als mensen gaan trouwen (of een geregistreerd partnerschap aangaan) beloven ze, bij de ambtenaar van de

Nadere informatie

Afdeling Samenleving Richtlijn 730 Ingangsdatum: 01-10-2012

Afdeling Samenleving Richtlijn 730 Ingangsdatum: 01-10-2012 Afdeling Samenleving Richtlijn 730 Ingangsdatum: 01-10-2012 VERHAAL VAN BIJSTAND Algemeen Op grond van artikel 61 van de Wet werk en bijstand (WWB) kunnen door het College de kosten van bijstand worden

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING. Algemeen. 1. Het wetsvoorstel in het kort

MEMORIE VAN TOELICHTING. Algemeen. 1. Het wetsvoorstel in het kort 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Recourt en Berndsen-Jansen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van

Nadere informatie

Voorlopig verslag van de schriftelijke vragen van de Eerste Kamerfracties over wetsvoorstel , partneralimentatie, 11 februari 2019

Voorlopig verslag van de schriftelijke vragen van de Eerste Kamerfracties over wetsvoorstel , partneralimentatie, 11 februari 2019 - 1 - Eerste reactie, via e-mail We zijn verheugd over de ingebrachte vragen en opmerkingen van de Eerste Kamerleden! Ze hebben o.i. goed gekeken naar wat er in het wetsvoorstel staat en daar via hun vragen

Nadere informatie

ALIMENTATIE, DE STAND VAN ZAKEN

ALIMENTATIE, DE STAND VAN ZAKEN ALIMENTATIE, DE STAND VAN ZAKEN Mr. S.Y. Dijkstra is werkzaam als advocaat personen- en familierecht bij De Haan Advocaten & Notarissen. Het personen- en familierecht is volop in beweging. Ook de wet-

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 1985-1986 18813 Wijzigingen van bepalingen in de Algemene Bijstandswet die betrekking hebben op het verhaal van kosten van bijstand Nr. 16 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING. Algemeen. 1. Het wetsvoorstel in het kort

MEMORIE VAN TOELICHTING. Algemeen. 1. Het wetsvoorstel in het kort 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Recourt en Berndsen-Jansen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Recourt en Berndsen-Jansen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere

Nadere informatie

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen.

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen. Reactie op de brief van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) inzake het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek in verband met het limiteren van de hoogte van de

Nadere informatie

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan A.J.M. Nuytinck Published in WPNR, 2008,

Nadere informatie

Huwelijksvermogensrecht journaal. September 2015

Huwelijksvermogensrecht journaal. September 2015 Huwelijksvermogensrecht journaal September 2015 Items Vinger aan de pols: Voorstel van wet 33 987, Literatuur en wetgevingsproces Ongehuwde samenlevers en vermogensregime Ongehuwden en alimentatie Pensioen

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Recourt en Berndsen-Jansen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Algemeen

Hoofdstuk 1 - Algemeen Beleidsregels verhaal WWB 2014 Hoofdstuk 1 - Algemeen Artikel 1. Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis

Nadere informatie

Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de partneralimentatieduur

Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de partneralimentatieduur Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de partneralimentatieduur In hoeverre vraagt de onderhoudsverplichting, zoals neergelegd in artikel 1:157 BW, om een herziening en in hoeverre zou het Spaanse recht

Nadere informatie

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG Vastgesteld 11 juni 2018

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG Vastgesteld 11 juni 2018 34231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Kuiken en Groothuizen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van partneralimentatie

Nadere informatie

Beleidsregels verhaal Wet werk en bijstand ( WWB) en Wet investeren in Jongeren (WIJ), gemeente Súdwest Fryslân.

Beleidsregels verhaal Wet werk en bijstand ( WWB) en Wet investeren in Jongeren (WIJ), gemeente Súdwest Fryslân. Beleidsregels verhaal Wet werk en bijstand ( WWB) en Wet investeren in Jongeren (WIJ), gemeente Súdwest Fryslân. Artikel 1: Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt

Nadere informatie

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport. Rapport 2 h2>klacht Beoordeling Conclusie Aanbeveling Onderzoek Bevindingen Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken zich in het aanvraagformulier reisdocumenten alleen

Nadere informatie

Hebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie?

Hebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie? Hebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie? december 2012 mr D.H.P. Cornelese De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur

Nadere informatie

Lijst met veel gebruikte afkortingen. Introductie 1. Deel I Grondslagen van partneralimentatie in het Nederlandse recht 9

Lijst met veel gebruikte afkortingen. Introductie 1. Deel I Grondslagen van partneralimentatie in het Nederlandse recht 9 INHOUDSOPGAVE Lijst met veel gebruikte afkortingen XII Introductie 1 Deel I Grondslagen van partneralimentatie in het Nederlandse recht 9 Hoofdstuk 1 Het onderscheid tussen de twee grondslagen in het huidige

Nadere informatie

Kinder- en partneralimentatie

Kinder- en partneralimentatie 1 Kinder- en partneralimentatie 2 Inhoud Voorwoord... 3 Kinderalimentatie... 4 Kinderkosten/kinderbijslag en kindgebonden budget... 4 Tremanormen... 4 Werkelijke kinderkosten en werkelijke inkomsten en

Nadere informatie

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen: Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Kuiken en Groothuizen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere

Nadere informatie

Echtgenoten die van tafel en bed gescheiden zijn, kunnen om een ontbinding van het huwelijk verzoeken.

Echtgenoten die van tafel en bed gescheiden zijn, kunnen om een ontbinding van het huwelijk verzoeken. Antwoorden door Een scholier 2544 woorden 4 oktober 2004 5,9 36 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Verslag: Scheiden, alimentatie en bijstand in Nederland In dit verslag heb ik, in ieder geval, de antwoorden

Nadere informatie

Daar is hij dan: de echtscheidingsnotaris!

Daar is hij dan: de echtscheidingsnotaris! Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Daar is hij dan: de echtscheidingsnotaris! Prof. mr. A.J.M. Nuytinck Published in Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 139,

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:1273. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/00900

ECLI:NL:HR:2017:1273. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/00900 ECLI:NL:HR:2017:1273 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 07-07-2017 Datum publicatie 07-07-2017 Zaaknummer 17/00900 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:487

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. 34 154 Voorstel van wet van de leden Recourt en Van der Steur tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van kinderalimentatie (Wet

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 1

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 1 1 Inleiding 1 2 Onderzoeksopzet en verantwoording 5 2.1 Synopsis 5 2.2 Relevantie van het onderzoek 6 2.3 Afbakening en verantwoording van het onderzoek 7 2.4 Probleemstelling 9 2.5 Opbouw van het boek

Nadere informatie

Hoge Raad , ECLI:NL:HR:2015:3011

Hoge Raad , ECLI:NL:HR:2015:3011 Hoge Raad 09-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:3011 Inhoudsindicatie De Hoge Raad beantwoordt de prejudiciële vragen: Het kindgebonden budget, inclusief de alleenstaande ouderkop, dient niet in aanmerking te worden

Nadere informatie

Grondslagen van partneralimentatie

Grondslagen van partneralimentatie Grondslagen van partneralimentatie Redactie Reeks Familie & Recht Prof. mr. dr. Masha Antokolskaia, Vrije Universiteit Amsterdam Prof. dr. Katharina Boele-Woelki, Universiteit Utrecht Prof. mr. dr. Leon

Nadere informatie

12 JAAR WET LIMITERING ALIMENTATIE (EchtscheidingBulletin augustus 2006) Nieuwe gevallen eindelijk duidelijkheid?

12 JAAR WET LIMITERING ALIMENTATIE (EchtscheidingBulletin augustus 2006) Nieuwe gevallen eindelijk duidelijkheid? 12 JAAR WET LIMITERING ALIMENTATIE (EchtscheidingBulletin augustus 2006) Nieuwe gevallen eindelijk duidelijkheid? Op 1 juli 2006 is het twaalf jaar geleden dat de Wet Limitering Alimentatie na scheiding

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen. Datum: 14 mei Rapportnummer: 2012/082

Rapport. Rapport over een klacht over Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen. Datum: 14 mei Rapportnummer: 2012/082 Rapport Rapport over een klacht over Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen Datum: 14 mei 2012 Rapportnummer: 2012/082 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1993-1994 Nr. 109a 22 170 Wijziging van enige bepalingen van het voorstel van wet houdende wijziging van bepalingen in het Burgerlijk Wetboek in verband

Nadere informatie

Huwelijksvermogensrecht journaal. Oktober 2015

Huwelijksvermogensrecht journaal. Oktober 2015 Huwelijksvermogensrecht journaal Oktober 2015 Items Vinger aan de pols: Voorstel van wet 33 987, Literatuur Afwikkeling huwelijkse voorwaarden of afkoop? Verdeling vorderen? Beleggingsvisie en samenwoners?

Nadere informatie

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder personen-, familie- en erfrecht, aan de Erasmus Universiteit

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 311 Voorstel van wet van het Lid Bontes tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het beperken van de duur van partneralimentatie

Nadere informatie

Ingezonden bijdrage; De kruimelvergunning en het begrip stedelijk ontwikkelingsproject: voorstel tot een praktische toetsingsmaatstaf

Ingezonden bijdrage; De kruimelvergunning en het begrip stedelijk ontwikkelingsproject: voorstel tot een praktische toetsingsmaatstaf Actualiteiten Bouwrecht Nieuws Ingezonden bijdrage; De kruimelvergunning en het begrip stedelijk ontwikkelingsproject: voorstel tot een praktische toetsingsmaatstaf Publicatiedatum: 24-11-2016 En weer

Nadere informatie

xxxxxxx xxxxxxx xxxxxxx xxxxxxx,

xxxxxxx xxxxxxx xxxxxxx xxxxxxx, , Begin dit jaar hebben wij uw klacht over het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (hierna: het LBIO) in behandeling genomen. Mijn medewerker heeft hierover contact met u gehad, zowel per e-mail

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 154 Voorstel van wet van de leden Recourt en Van Oosten tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2007:BA2284

ECLI:NL:CRVB:2007:BA2284 ECLI:NL:CRVB:2007:BA2284 Instantie Datum uitspraak 28-03-2007 Datum publicatie 05-04-2007 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 04-5151 WAO Bestuursrecht

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen. Datum: 20 januari 2012. Rapportnummer: 2012/005

Rapport. Rapport over een klacht over het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen. Datum: 20 januari 2012. Rapportnummer: 2012/005 Rapport Rapport over een klacht over het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen. Datum: 20 januari 2012 Rapportnummer: 2012/005 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het LBIO nog vijf maanden opslagkosten

Nadere informatie

Naar een onderhoudsrecht voor exsamenwonenden

Naar een onderhoudsrecht voor exsamenwonenden Naar een onderhoudsrecht voor exsamenwonenden Een onderzoek naar de wijze waarop het recht op partneralimentatie in Nederland voor exsamenwonenden kan worden aangepast, zodat ook ex-samenwonenden een (wettelijke)

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Voorstel van wet van de leden Recourt en Van der Steur tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van kinderalimentatie (Wet herziening

Nadere informatie

INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG HILVERSUM Behorende bij Verzamelverordening inkomensvoorzieningen Hilversum 2016 en artikel 36 Participatiewet

INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG HILVERSUM Behorende bij Verzamelverordening inkomensvoorzieningen Hilversum 2016 en artikel 36 Participatiewet GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Hilversum. Nr. 136820 5 oktober 2016 INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG HILVERSUM 2016 BELEIDSREGELS GEMEENTE HILVERSUM Behorende bij Verzamelverordening inkomensvoorzieningen

Nadere informatie

Rapport. Publicatiedatum: 15 oktober 2014. Rapportnummer: 2014 /139. 20 14/139 d e Natio nale o mb ud sman 1/6

Rapport. Publicatiedatum: 15 oktober 2014. Rapportnummer: 2014 /139. 20 14/139 d e Natio nale o mb ud sman 1/6 Rapport Publicatiedatum: 15 oktober 2014 Rapportnummer: 2014 /139 20 14/139 d e Natio nale o mb ud sman 1/6 Rapport Een onderzoek naar de titel op grond waarvan het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen

Nadere informatie

Rechtbank Maastricht 26 oktober 2011, nr. HA RK 11-88, LJN BU7197 (mr. J.F.W. Huinen, mr. T.A.J.M. Provaas en mr. E.J.M. Driessen)

Rechtbank Maastricht 26 oktober 2011, nr. HA RK 11-88, LJN BU7197 (mr. J.F.W. Huinen, mr. T.A.J.M. Provaas en mr. E.J.M. Driessen) Rechtbank Maastricht 26 oktober 2011, nr. HA RK 11-88, LJN BU7197 (mr. J.F.W. Huinen, mr. T.A.J.M. Provaas en mr. E.J.M. Driessen) Noot I. van der Zalm Overlijdensschade. Schadeberekening. Inkomensschade.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU7565

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU7565 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU7565 Instantie Datum uitspraak 22-11-2011 Datum publicatie 12-12-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 200.086.013/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR326941_1. Beleidsregels verhaal WWB Hoofdstuk 1 - Algemeen. 9 januari Officiële uitgave van Venlo.

CVDR. Nr. CVDR326941_1. Beleidsregels verhaal WWB Hoofdstuk 1 - Algemeen. 9 januari Officiële uitgave van Venlo. CVDR Officiële uitgave van Venlo. Nr. CVDR326941_1 9 januari 2018 Beleidsregels verhaal WWB 2014 Beleidsregels verhaal WWB 2014 Hoofdstuk 1 - Algemeen Artikel 1. Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Suzanne Peek Gescheiden moeders stoppen twee keer zo vaak met werken dan niet gescheiden moeders. Ook beginnen ze vaker met werken. Wanneer er

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 987 Voorstel van wet van de leden Berndsen-Jansen, Recourt en Van Oosten tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet

Nadere informatie

De geldigheid van het concurrentiebeding

De geldigheid van het concurrentiebeding De geldigheid van het concurrentiebeding Het criterium zwaarwegend belang bij het concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd Mr. drs. G.W. Nijhoff III Nijhoff.indd 3 9-2-2015 14:18:54

Nadere informatie

Rapport. Datum: 21 december 2007 Rapportnummer: 2007/320

Rapport. Datum: 21 december 2007 Rapportnummer: 2007/320 Rapport Datum: 21 december 2007 Rapportnummer: 2007/320 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen weigert om bij de inning van de verschuldigde kinderalimentatie

Nadere informatie

Door: Rik Smit FFP RFEA. Alimentatieadvies; een verkenning van reikwijdte en zorgplicht

Door: Rik Smit FFP RFEA. Alimentatieadvies; een verkenning van reikwijdte en zorgplicht Door: Rik Smit FFP RFEA Alimentatieadvies; een verkenning van reikwijdte en zorgplicht Stellingen Alimentatie advies is allesomvattend, behalve juridisch van aard Alimentatie advies is allesomvattend,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

Alimentatie. In dit informatieblad. Inleiding

Alimentatie. In dit informatieblad. Inleiding Alimentatie In dit informatieblad vindt u informatie over de alimentatie van ex-echtgenoten, ex-geregistreerde partners en ouders voor hun kinderen tot 21 jaar. Deze situaties komen het meest voor. Bent

Nadere informatie

Omslagontwerp en opmaak binnenwerk: Wim Bak Grafische Vormgeving, Krommenie/Zaanstad N.D. Spalter Boom Juridische uitgevers

Omslagontwerp en opmaak binnenwerk: Wim Bak Grafische Vormgeving, Krommenie/Zaanstad N.D. Spalter Boom Juridische uitgevers Prof. mr. dr. Masha Antokolskaia, Vrije Universiteit Amsterdam Prof. dr. Katharina Boele-Woelki, Universiteit Utrecht Prof. mr. dr. Leon Verstappen, Rijksuniversiteit Groningen De reeks Familie & Recht

Nadere informatie

Verordening Individuele Inkomenstoeslag. Gemeente Kerkrade

Verordening Individuele Inkomenstoeslag. Gemeente Kerkrade Verordening Individuele Inkomenstoeslag Gemeente Kerkrade 2015 Vastgesteld door de raad van de gemeente Kerkrade in zijn vergadering van 17 december 2014 (raadsbesluit 14Rb089) Pagina 2/8 Verordening Individuele

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 Instantie Datum uitspraak 28-05-2009 Datum publicatie 22-06-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-4976 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

de Rechtspraak Raad voor de rechtspraak Ministerie van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 ER DEN HAAG

de Rechtspraak Raad voor de rechtspraak Ministerie van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 ER DEN HAAG Ministerie van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 ER DEN HAAG Directie Strategie en Ontwikkeling bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509

Nadere informatie

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen Ministerie van Justitie en Veiligheid Ingediend op https://www.internetconsultatie.nl/moderniseringpersonenvennootschap Amsterdam, 29

Nadere informatie

De Raad van de gemeente Ede,

De Raad van de gemeente Ede, De Raad van de gemeente Ede, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Ede d.d. 11 november 2014; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet; overwegende

Nadere informatie

Commissie van Advies Volledige Schadevergoeding (CAVS)

Commissie van Advies Volledige Schadevergoeding (CAVS) Commissie van Advies Volledige Schadevergoeding (CAVS) 2016/112 van 6 november 2016 CAVS: voorzitter: Prof. mr. S.D. Lindenbergh; leden: Mr. J.P. de Jong en Dhr. H.J. Kleian Eenzijdig verzoek om advies/

Nadere informatie

Reacties en antwoorden op gestelde vragen Einde onderzoek De feiten

Reacties en antwoorden op gestelde vragen Einde onderzoek De feiten Geachte heer ( ), Bij brief van 16 mei 2013 heeft u bij ons een klacht voorgelegd van mevrouw ( ) over de Dienst Terugkeer en Vertrek (de DT&V). Op 2 juli 2015 heb ik u laten weten dat wij een onderzoek

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2005:AU9743

ECLI:NL:GHSGR:2005:AU9743 ECLI:NL:GHSGR:2005:AU9743 Instantie Datum uitspraak 14-12-2005 Datum publicatie 17-02-2006 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage 112-H-05

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2009:BK9813

ECLI:NL:RBAMS:2009:BK9813 ECLI:NL:RBAMS:2009:BK9813 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-12-2009 Datum publicatie 20-01-2010 Zaaknummer 09/947 WI Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - enkelvoudig

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal I Vergaderjaar 01-019 34 31 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Kuiken en Groothuizen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten

Nadere informatie

www.asser.nl/cursusaanbod-advocatuur

www.asser.nl/cursusaanbod-advocatuur Cursusaanbod Onderhoud Vakbekwaamheid (PO) voor de advocatuur T.M.C. Asser Instituut 6 dec 2013 IPR Familierecht. Echtscheiding en nevenvoorzieningen inzake boedelscheiding en alimentatie gewezen echtgenoten

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 41 d.d. 22 februari 2011 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mw. mr. E.M. Dil-Stork en prof. mr. M.L. Hendrikse) Samenvatting Natura-uitvaartverzekering.

Nadere informatie

1.3 De Beroepscommissie heeft het principaal en het incidenteel beroep mondeling behandeld op 25 maart Beide partijen waren aanwezig.

1.3 De Beroepscommissie heeft het principaal en het incidenteel beroep mondeling behandeld op 25 maart Beide partijen waren aanwezig. Uitspraak Commissie van Beroep 2013-15 d.d. 24 mei 2013 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F. Peijster en mr. A. Rutten-Roos, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)

Nadere informatie

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg Op 12 februari 2009 verscheen het Koninklijk Besluit van 6 februari 2009. Dat KB regelt de inwerkingtreding van onder meer de Wet van 9 oktober 2008

Nadere informatie