Nederlands SCYLAR INT 8. Installatiehandleiding

Transcriptie

1 SCYLAR INT 8 Installatiehandleiding

2 1 Algemeen Montage van het rekenwerk Plaatsing van de temperatuursensoren Pulsingang volume Elektrische voeding Batterij Netvoeding 230V Inbedrijfstelling Uitbreidingsmodules Montage van de modules (fig.ii) Communicatie Communicatie via radiosysteem Communicatiemodule M-Bus Communicatiemodule rs Communicatiemodule rs Pulsingang module Pulsuitgangmodule Pulsingang/-uitgang module Analoge uitgang module Testuitgang Display Toepassing Weergave van de foutcodes Verklaring van overeenstemming voor apparaten volgens mid SCYLAR INT 8 01/2016

3 I II Poort 1 Poort 2 Testuitgang 01/2016 SCYLAR INT 8 3

4 1 ALGEMEEN Deze handleiding is bestemd voor gekwalificeerd personeel en bevat geen installatie basisstappen. De fundamentele werkingsfasen worden hier dan ook niet benoemd. De loden verzegeling van het rekenwerk mag niet worden beschadigd! Een beschadigde zegel zal resulteren in het onmiddellijk vervallen van de fabrieksgarantie en terugval van de kalibratie. De kabels die bij de meter geleverd zijn mogen niet worden ingekort of verlengd of op geen enkele wijze worden veranderd. De wettelijke voorschriften voor het gebruik van energiemeters dienen in acht te worden genomen! De installatie mag alleen worden uitgevoerd door een bedrijf dat gespecialiseerd is op dit gebied en/of activiteiten verricht in de elektriciteitssector. Het personeel dient te worden opgeleid in de installatie en het gebruik van elektrische apparatuur, alsmede op de hoogte te zijn van de voorschriften over laagspanning. Vloeistof: water volgens het instructiebad FW510 van de AGFW (Duitse vereniging voor energie-efficiëntie). Bij toevoegingen aan het water (bijv. in verband met de bescherming tegen corrosie), dient de gebruiker ervoor te zorgen dat de corrosie weerstand voldoende is. De vloeistof Tyfocor LS is optioneel beschikbaar als een schoon alternatief (in lus 3 van het LCD-display = ACL). De temperatuur van de vloeistof is vastgesteld op C (150 C) Het temperatuurbereik is afhankelijk van de variant en de nominale diameter. Raadpleeg het typeplaatje voor informatie over het exacte temperatuurbereik. De omgevingscondities voor de bediening zijn bepaald op C voor een beschermingsklasse IP 54/64 en een voor relatieve luchtvochtigheid van 93%. Een omgevingstemperatuur onder 35 C is bevorderlijk voor de levensduur van de batterij. Als de flowsensor door de leidingen wordt geïsoleerd, kan het rekenwerk zonder bescherming te worden gemonteerd. Een uitgebreide handleiding met nadere gegevens van de varianten kan geraadpleegd worden op de website Maak voor het uitlezen van gegevens en het instellen van de parameters gebruik van de IZAR@SET software beschikbaar op de website ophttp:// Hier dient geheel rekening mee te worden gehouden. 2 MONTAGE VAN HET REKENWERK Het rekenwerk wordt in de warme- of koude leiding van de installatie geplaatst, afhankelijk van het model en de toepassing (warmte- of koude meters). De geprogrammeerde montageplaats kan worden verkregen vanuit het informatiemenu (of de informatielus). Ervoor zorgen dat de meter wordt geïnstalleerd op voldoende afstand van mogelijke bronnen die met elektromagnetische interfereren (schakelaars, elektrische motoren, TL-lampen, enz.). 4 SCYLAR INT 8 01/2016

5 T: 5 90 C T > T water omgeving T: / 150 C T T < T water omgeving Het rekenwerk dient te worden gedemonteerd vanaf een vloeistoftemperatuur van 90 C of bij aanwezigheid van T water < T omgeving (te gebruiken als koude- of warmtemeter met tarief voor koude) ongemonteerd op voldoende afstand van warmtebronnen. Een wandbeugel (meegeleverd) of een afneembare montagebeugel (optioneel) is beschikbaar voor dit doel. Afneembare montagebeugel Wandbeugel Om het demonteren van de energiemeter te vergemakkelijken, wordt aanbevolen om afsluiters stroomopwaarts en stroomafwaarts van de meter te plaatsen. Het rekenwerk moet worden geïnstalleerd op een praktische en gemakkelijk toegankelijke plaats voor de gebruiker en het onderhoudspersoneel. Zorg ervoor dat er een laatste inbedrijfstelling wordt uitgevoerd en gedocumenteerd. 3 PLAATSING VAN DE TEMPERATUURSENSOREN Wees voorzichtig met de temperatuursensoren! De sensorkabels zijn uitgerust met gekleurde typeplaatjes. Rood: sensor in de warmteleiding Blauw: sensor in de koude leiding 01/2016 SCYLAR INT 8 5

6 De sensoren dienen symmetrisch te worden geïnstalleerd. De maximale kabellengte is 10 m voor de PT100 en PT500 sensoren. De aansluitkabels mogen niet ingekort of verlengd worden. Voor de nominale diameters DN15 en DN20 dienen de sensoren direct in onderdompeling te worden geïnstalleerd. De losse temperatuursensor kan worden gemonteerd in een kogelafsluiter of in een gecertificeerde dompelbuis waarvan de conformiteit voor dit type sensor is gecontroleerd. Zorg ervoor dat de temperatuursensoren continu verbonden zijn tijdens het gebruik. Wanneer de sensor is geplaatst in een dompelbuis moet deze zover mogelijk in het dompelbuis worden gestoken en er in bevestigd worden. Een kit schroeven van 4 stuks wordt in in apart zakje meegeleverd voor de montage in de kogelafsluiter (zie fig. I). Slechts één O-ring in de boring van de sensor invoeren met de meegeleverde stang. De messing of plastic schroef alleen handmatig vastdraaien (2-3 Nm) en de sluitschroef vastdraaien met een draaimoment van ca. 12 Nm. Type meter Rekenwerk voor warmte in de koude leiding Rekenwerk voor warmte in de warmteleiding Rekenwerk voor koude in de warmteleiding Rekenwerk voor koude in de koude leiding Rekenwerk voor atmosfeer in de koude leiding Rekenwerk voor atmosfeer in de warmteleiding Ident. sensor Aansluitblok met 2 Aansluitblok met 4 Positie van de montage Rood 5 TH 6 1/5 TH 6/2 in de warmteleiding Blauw 7 TC 8 3/7 TC 8/4 in de koude leiding Rood 5 TH 6 1/5 TH 6/2 in de warmteleiding Blauw 7 TC 8 3/7 TC 8/4 in de koude leiding Blauw 7 TC 8 3/7 TC 8/4 in de koude leiding Rood 5 TH 6 1/5 TH 6/2 in de warmteleiding Blauw 7 TC 8 3/7 TC 8/4 in de koude leiding Rood 5 TH 6 1/5 TH 6/2 in de warmteleiding Rood 5 TH 6 1/5 TH 6/2 in de warmteleiding Blauw 7 TC 8 3/7 TC 8/4 in de koude leiding Rood 5 TH 6 1/5 TH 6/2 in de warmteleiding Blauw 7 TC 8 3/7 TC 8/4 in de koude leiding 4 PULSINGANG VOLUME Aansluiting van meetelementen voor het volume met pulsingang en indien elektrische voeding nodig is op de aansluitklemmen 9 (+V DC), 10 (volume-impuls), 11 (- Gnd) van het rekenwerk. Aansluiting volumesensor Ident. sensor V DC extern 3,6 V 9 (+) Pulsingang (collector open) 10 Aarde 11-6 SCYLAR INT 8 01/2016

7 Frequentie van de impulsen < 200 Hz Pulsduur > 3 msec Pulswaarde in display "Lus 3 - INFO" (In0) SHARKY 473 Aansluitblok rekenwerk V Dc (bruin) 9 (+) Impuls (wit) 10 GND (blauw) 11 (-) bruin wit Omschakelaar (Reed) Impuls (wit) 10 GND (blauw) 11 (-) Aansluitblok rekenwerk 5 ELEKTRISCHE VOEDING 5.1 BATTERIJ In de standaardversie is een lithiumbatterij van 3,6 V DC gemonteerd. De batterij mag niet worden opgeladen of kortsluiting maken. Een omgevingstemperatuur onder 35 C is bevorderlijk voor de levensduur van de batterij. Gebruikte batterijen moeten worden ingeleverd bij de voor dit doel bestemde inzamelpunten! Het gebruik van onjuiste type batterijen kan explosiegevaar veroorzaken. 5.2 NETVOEDING 230V De 24 VAC of 230 VAC netadapters kunnen op elk moment gewijzigd of opnieuw uitgerust worden. Het is verplicht om steeds beschermingsmiddelen te gebruiken om letsels te voorkomen. De netadapter mag absoluut niet worden aangesloten tussen twee fasen, dit zal de apparatuur vernielen. Bescherm de voedingskabel met een zekering van maximaal 6 A en bescherm deze tegen moedwillige beschadiging. De netadapter geeft signalen af aan de meter zodra er netspanning aanwezig is. In geval van een stroomstoring levert de back-up batterij (CR2032) in de adapter stroom voor maximaal een jaar. De waarden die zijn weergegeven op het liquid crystal display (LCD) (na het indrukken van een toets); de datum en tijd worden steeds bijgewerkt, maar alle meetfuncties zijn uitgeschakeld, inclusief de 01/2016 SCYLAR INT 8 7

8 Nederlands debietmetingen. Indien de communicatie via optionele modules verloopt, zoals M-bus, RS485, RS232 of de optische interface wordt gehanteerd, vermindert dit de levensduur van de back-up batterij. De radiofunctie wordt echter in geval van een een stroomstoring uitgeschakeld. 6 INBEDRIJFSTELLING Na de montage van het rekenwerk dienen de componenten (het rekenwerk, de volumesensor en de twee temperatuursensoren) worden verzegeld en het rekenwerk dient in werking te worden gesteld. Controleer vervolgens de betrouwbaarheid van het debiet en de weergegeven temperatuur. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de gebruiksaanwijzing op de website 7 UITBREIDINGSMODULES Het rekenwerk beschikt over twee posities voor het inpluggen van uitbreidingsmodules. Indien het is toegestaan om de modules te combineren, mag men de meter echter niet uitrusten met dezelfde twee modules/pulsfuncties. De analoge module neemt de twee locaties in beslag. Deze modules hebben geen nadelig gevolg voor de invoer van het verbruik en kunnen achteraf worden ingebouwd zonder schade aan het keurmerk (kalibratie). De voorschriften met betrekking tot elektrostatische ontlading (ESD) dienen in acht te worden genomen. Er wordt geen aansprakelijkheid voor schade aanvaard (in het bijzonder aangaande de elektronica) toe te schrijven aan de niet-naleving ervan. 7.1 MONTAGE VAN DE MODULES (FIG.II) 1. Open het rekenwerk door de zijklemmen neer te drukken. 2. De module in het slot voorzien voor dit doel aansluiten en voorzichtigde beide uiteinden van de gevouwen platte kabel inpluggen. 3. Het deksel van de behuizing afsluiten, en voorafgaand aan de verzegeling, de juiste werking van de meter controleren door het indrukken van de drukknop. 7.2 COMMUNICATIE Het rekenwerk ondersteunt drie communicatiekanalen. In geval van radiocommunicatie, kunnen er nog twee communicatie modules worden gebruikt, waarbij de radiotelegram overeenkomt met het protocol van module 2 (bijv. twee Mbus modules). Het protocol kan voor de twee porten verschillen en is vooraf ingesteld in de fabriek, waarbij het protocol 2 hetzelfde is als dat van de radiotelegram. Het kan echter worden ingesteld met behulp van de IZAR@SET software volgens de specifieke wensen van de klant. Elk kanaal beschikt over een eigen primair adres. Beide kanalen hebben een gemeenschappelijk secundair adres dat overeenkomt met het serienummer van de fabriek. 8 SCYLAR INT 8 01/2016

9 7.2.1 COMMUNICATIE VIA RADIOSYSTEEM De geïntegreerde radiomodule is een interface voor de communicatie met radio-ontvangers van Diehl Metering. De unidirectionele communicatie heeft de volgende specificaties: de module zendt elke s (de frequentie is variabel volgens de zendperiode 0,1% van de cyclus (min. 8 s) afhankelijk van de lengte van het protocol en de programmering) De communicatie zendt altijd meetgegevens over een bepaalde tijd Transmissiefrequentie: 868 MHz of 434 MHz Er zijn diverse Diehl Metering ontvangers beschikbaar voor het ontvangen van het protocol (bijv. Bluetooth, GPRS, local area network (LAN), enz.) Het protocol komt overeen met de standaard "Open Metering" (open meetsysteem) of "DM-Standard" (standaard Diehl Metering) is gecodeerd. Modi voor uitlezingen: uitlezing te voet (walk-by), vanaf een voertuig (drive-by), op een vast netwerk (fixed network) In het geval van problemen met het installeren van de radio (afscherming), is het mogelijk de externe radiomodule te gebruiken COMMUNICATIEMODULE M-BUS De M-bus communicatiemodule is een seriële interface voor communicatie met externe apparaten (CPU met M-bus), bijv. IZAR CENTER. Meerdere meters kunnen worden aangesloten op dezelfde CPU. Een bipolaire klemmenstrook met verbindingen gemarkeerd als 24, 25 is op de module gemonteerd. De verbinding is onafhankelijk van de polariteit en het heeft een galvanische scheiding. Het M-bus protocol voldoet aan de EN 1434 norm; 300 of 2400 baud (auto baud detecteren) Aansluiting mogelijk van 2 x 2,5 mm²; Stroomverbruik: Eén enkele lading met M-bus COMMUNICATIEMODULE RS232 De RS232 communicatiemodule is een seriële interface voor communicatie met externe apparaten, zoals een pc van 300 of 2400 baud. Een tri polaire klemmenstrook met verbindingen gemarkeerd als 62 (Dat), 63 (Req) en 64 (GND) is op de module gemonteerd. Een speciale adapterkabel is nodig voor de aansluiting (vermeld onder bestelnummer 087H0121). De gekleurde draden moeten worden aangesloten zoals aangegeven in het schema: 62 = bruin 63 = wit 64 = groen 01/2016 SCYLAR INT 8 9

10 7.2.4 COMMUNICATIEMODULE RS485 De RS485 communicatiemodule is een seriële interface voor de communicatie met externe apparaten, zoals een pc van 2400 baud. Een vierpolige klemmenstrook met verbindingen gemarkeerd als D+, D-, +12V en GND (aarde) is op de module gemonteerd. De module heeft een externe elektrische voeding nodig van 12 V DC ± 5 V 7.3 PULSINGANG MODULE Module voor twee extra meters De pulsingang 1 wordt aangegeven met het opschrift "I1", de ingang 2 met het opschrift "I2 - " De pulsingangen zijn programmeerbaar (IZAR@SET) middels een waarde van: 1, 2,5, 10, 25, 100, 250, 1.000, liter per puls. De schakelaar moet een galvanische scheiding hebben, bijv. Reed-contact. Het is mogelijk om alle energie-eenheden beschikbaar op de meter te gebruiken, de volume-eenheid m³ of geen eenheid. Ingangsfrequentie Min. pulsduur Ingangsweerstand Klemspanning Kabellengte 8 Hz 10 ms 2,2 MΩ 3 V DC tot 10m De gegevens worden gescheiden verzameld in de registers, ze kunnen worden uitgelezen op het display als IN1 en IN2, en kunnen ook worden verzonden via de communicatiemodules. 7.4 PULSUITGANGMODULE De module bevat aansluitingen voor twee pulsuitgangen die naar wens kunnen worden geprogrammeerd met behulp van de IZAR@SET software. De uitgangen worden afgelezen op de klemmenstrook met het opschrift "O1 - " of "O2 - " en op het beeldscherm met Out1 en Out2. Externe elektrische voeding:vdc = 3-30 V DC Uitgangsstroom 20 ma met een restspanning van 0,5 V Open collector (drain) Galvanisch gescheiden Uitgang 1: f 4 Hz breedte met pulsen: ms. pulsduur: 125 ms ± 10%. Interval tussen de pulsen: 125 ms 10 % Uitgang 2: f 100 Hz Pulsduur / interval tussen de pulsen ~ 1:1 De pulswaarde is naar wens programmeerbaar Standaard: het laatste cijfer op het display 10 SCYLAR INT 8 01/2016

11 7.5 PULSINGANG/-UITGANG MODULE De gecombineerde module omvat twee ingangen en één uitgang. De pulsingang is beschreven als in punt 7.3. De pulsuitgang is als beschreven voor pulsuitgang 1 in punt 7.4, maar zonder galvanische scheiding. 7.6 ANALOGE UITGANG MODULE De module bevat aansluitingen voor twee passieve analoge uitgangen die naar wens kunnen worden geprogrammeerd met behulp van de IZAR@SET software. De uitgangen zijn op de klemmenstrook gemarkeerd met "1" of "2" met de respectieve polariteit "+" en "-" en beschikken over een galvanische scheiding. Passieve, externe elektrische voeding:10 30 V DC Ringstroom 4 20 ma waarbij 4 ma = waarde 0; 20 ma = geprogrammeerde max. waarde Overbelasting tot 20,5 ma, dan lekstroom De fouten worden geregistreerd bij 3,5mA of bij 22,6 ma (programmeerbaar) Ouput-waarden: energie, debiet, temperatuur De module heeft een elektrische aansluiting op de meter via een platte kabel. De afzonderlijke connector op de locatie voor modules 2 is nodig voor de goede werking van de analoge uitgangen. 7.7 TESTUITGANG De testuitgang bevindt zich aan de binnenkant van de meter en is voor controlediensten. De fabrikant biedt hiervoor een speciale kabel: Energie testpulsen Andere specificaties (pulswaarde, plusduur/ interval tussen pulsen, pulsfrequenties) zijn opgenomen in de instructies voor de tests en controles. Bij de kalibratie van de energie ervoor zorgen dat de temperatuursensoren (weerstanden bij metingen) zonder onderbreking aangesloten blijven. 8 DISPLAY Om de gegevens van het rekenwerk in het display weer te geven, worden verschillende vensters weergeven over de informatie die aan het systeem is toegewezen (bijv. energiewaarden, volume van het water, operationele dagen, hoeveelheden water, huidige temperaturen, maximale waarden) in de vorm van lusfuncties die achter elkaar toegankelijk zijn. Het meetwerk beschikt over maximaal zes verschillende displaylussen. Hoofdlus, omslagdatumlus, informatielus, pulsinganglus, tarieflus. De maandlus bestaat uit max. zeven waarde-indicatoren afgewisseld met een snelheid van 2 s tot 4 s. De lussen zijn genummerd van 1 tot 6 op het display voor een snelle visuele toegang. De hoofdlus is gewoonlijk geprogrammeerd met actuele data, zoals 01/2016 SCYLAR INT 8 11

12 Nederlands energie,volume, debiet en temperatuur. Het gekalibreerde register wordt getoond door een pictogram van een hangslot. Hoofdlus (1) Opgelet: Overzicht alleen van toepassing op eenvoudige warmte- of koudemeters Sequentie Venster Opgeslagen energie 1.2 Volume 1.4 Debiet 1.5 Vermogen 1.6 Aanvoer/retour temperatuur 1.7 Temperatuurverschil 1.8 Operationele dagen 1.9 Foutstatus 1.10 Weergave-test Omslagdatumlus (2) Sequentie Venster 1 Uitlees-dag Datum 2.2 "Accd 1" Uitlees-dag vorig jaar Datum Uitlees-dag Datum 2.5 "Accd 2" Uitlees-dag vorig jaar Datum 2.7 Uitlees-dag 1 Uitlees-dag vorig jaar 2.9 Uitlees-dag 2 Uitlees-dag 2 2:10 vorig jaar 2:11 Uitlees-dag 1 Uitlees-dag 1 2:12 vorig jaar 2:13 Uitlees-dag 2 Uitlees-dag 2 2:14 vorig jaar 12 SCYLAR INT 8 Venster 2 Venster 3 Uitlees-dag 1 Energie "Accd 1" Volgende uitlees-dag 1 Uitlees-dag 1 vorig jaar Energie "accd 1L" Uitlees-dag 2 Energie "Accd 2A" Volgende uitlees-dag 2 Uitlees-dag 2 vorig jaar Energie "accd 2L" Pulsingang 1 Pulsingang volume 1 Pulsingang 1 Pulsingang volume 1 Pulsingang 1 Pulsingang volume 1 Pulsingang 1 Pulsingang volume 1 Pulsingang 2 Pulsingang volume 2 Pulsingang 2 Pulsingang volume 2 Pulsingang 2 Pulsingang volume 2 Pulsingang 2 Pulsingang volume 2 01/2016

13 Nederlands Informatielus (3) Sequentie Venster 1 Venster Huidige datum Uur 3.2 "Sec_Adr" Secundair adres 3.3 "Pri_Adr 1" Primair adres "Pri_Adr 2" Primair adres "coldpipe" * (locatie van de montage) 3.6 In0 Pulswaarde van het meetelement van de volume 3.7 "Poort 1" 0* (nr. van de op poort 1 ingeplugde module) 3.8 "Poort 2" 1* (nr. van de op poort 2 ingeplugde module) 3.9 "UHF ON" (staat: geïntegreerde radio) 3:10 Softwareversie Pulslus (4) Sequentie Venster Pulsingang Pulsingang Pulsuitgang 1 Pulsuitgang 2 Controletotaal Venster 2 Venster 3 Cumulatieve Pulswaarde waarde van pulsingang 1 Cumulatieve Pulswaarde waarde van pulsingang 2 Pulswaarde van pulsuitgang 1 Pulswaarde van pulsuitgang 2 Tarieflus (5) 1 Maandlus (6) Sequentie Venster "LOG" 6.2 "LOG" : : 6:24 "LOG" * Voorbeeld 1Alleen actief op Venster 2 Datum Datum-1 : Datum Venster 3 Energie Energie : Energie een warmtemeter op een tarief voor koude Venster 4 Max. debiet Max. debiet : Max. debiet 9 TOEPASSING De drukknop wordt gebruikt om van het ene display naar het andere over te schakelen. De knop kan kort worden geactiveerd of voor langere tijd worden ingedrukt. Met een korte druk op de knop (<3 seconden) kan men vooruit gaan binnen de lusdisplay. Met een lange druk op de knop (> 3 seconden) kan men naar de volgende lusdisplay gaan. Het venster "Energie" (sequentie 1.1) in de hoofdlus is het basisdisplay. Als de knop niet wordt ingedrukt voor ca. 4 minuten, schakelt de meter automatisch het display uit om energie te besparen (behalve in geval van een fout). Als de knop nog eens wordt ingedrukt gaat de meter naar het basisdisplay. 01/2016 SCYLAR INT 8 13

14 Nederlands 10 WEERGAVE VAN DE FOUTCODES De foutcode wordt in de hoofdlus weergegeven als er een fout optreedt. Alle andere vensters kunnen nog steeds worden geselecteerd door op de knop te drukken. Als de knop niet wordt ingedrukt gedurende ca. 4 minuten, verschijnt de foutcode automatisch opnieuw. De foutmelding verdwijnt automatisch als de oorzaak van de fout is verholpen. Alle fouten die langer dan 6 minuten duren, worden opgeslagen in het foutenlogboek. Foutcode C-1 E1 E 3** E5 E8 E9 E A* E b* E C* E d* Beschrijving Basisparameter fout in flash-geheugen of RAM Temperatuurbereik overschreden [-19,9 C ,9 C] bijv. sensor kortsluiting, onderbreking van sensor Aanvoer- en retoursensor omgekeerd Communicatie is niet mogelijk (te vaak lezing) Geen primaire stroomspanning (alleen op blokniveau). Voeding gewaarborgd door de back-up batterij Batterij bijna leeg; berekende levensduur is verstreken Lekkage: leidingbreuk gedetecteerd Lekkage: lek gedetecteerd in energiemeter Lekkage: lekkage pulsingang 1 Lekkage: Lekkage in pulsingang 2 * Optioneel ** Applicatie afhankelijk 11 VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR APPARATEN VOLGENS MID Diehl Metering GmbH verklaart hierbij dat haar producten voldoen aan de belangrijkste eisen van de volgende richtlijnen: EMC-richtlijn (2004/108/EG) R&TTE-richtlijn (1999/5/EG) MID-richtlijn (2004/22/EG) Richtlijn over laagspanning (2006/95/EG) DE-10-MI004-PTB004 De koudemeter is in Duitsland op nationaal niveau goedgekeurd onder nummer DE 22.75/ SCYLAR INT 8 01/2016

15 Nederlands 01/2016 SCYLAR INT 8 15

16 Diehl Metering S.A.S 67 rue du Rhône BP FR Saint-Louis Cedex Tel: +33 (0) Fax: +33 (0) A company of the division Diehl Metering Edition 01/2016