Samenvattingen protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg H. Fikse, 2004

Transcriptie

1 Samenvattingen protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg H. Fikse, 2004 Protocol Elburg inv.nr. 120, Anno 1615 Tijs Jansen en Trijntgen Peters echtel. verkopen aan Gerrit Engele en Marikien zijn huisvrouw het 1/3 van een koeweide daar Otto van Vierholten het 2/3 part heeft liggende westw aan het Bagijnendijkje, noordw het Bleekjenen oostw de meulestrate en zuidw Henrik Engele zelf en Maria zijn huisvrouw voor een zekere somme gelds haar toe danke betaald verkoft hebben Verbindende hun personen en hun huisinge staande naast Teunis de schoemakers huisinge Den 21 maart 1615 coram Andries Greven et Henrik Feith Daniel Danielsen en Aaltgen Dircks echtel. Lenen f 290,- van de coopman Guiliamme van Ossenburg te Amsterdam ter neuge te betalen en hebben tot onderpand gesteld hun huis aan de Beekstraat waaraan noordw Lambert Gerrits zuidw Cornelis Daniels en hun hof buiten de Mheenpoort om daaraan alle hinder te verhalen get 25 april 1615 coram Andries Greve en Henrick Feith Die voorschreven beloftenisse van schuld heeft Simon Sebastiaan..? als gevolm. Van William van Ossenburg bekent van Aeltgen Dircks voldaan op 26 mei 1632 coram Feith ende Aeltsen Compareerde op heden den 29 april coram Feith en Hegeman Herman van Renkum welke bekende zijn uiterste wille te wezen, dat die weduwen op den kerkhof naest die Weeme, na zijn dood uit zijn gerede goederen van zijn erfgenamen solden hebben te vorderen 350 caroliguldens dewelke hij mits dezen bekende uit een liberaliteit te geven Behalve die 100 daalders welke hij hier bevorens half aan gerede gelden en half als obligatie aan Henrick...? als proviseur van de huisinge der arme weduwen geteld en voldaan en uit de hand gegeven hadde Burgemeesters schepenen en raedt hebben opgedragen Gerrit Swartgen een perceeltje land, in sijn lant gelegen an de Blickdijck welk 25 stuiver placht te pacht te gelden Hetwelk zij hem voor een zekere som geld hun ten danke betaald verkoft hebben en hebben hem ter rechter waarburg gesteld die Royfsenweert enz den 29 april 1615 coram senatu Dirck Henricks end Aertgen Henricks hebben Barber Jansen voor haar vaders en moeders versterf bewesen de som van 50 daalders dewelke Dirck belooft in 10 termijnen te betalen Hetwelk Barber ten overstaan van Henrick Wijne als haar momber heeft geapprobeert en aangenomen den 18 juli 1615 coram Franckesen end Hegeman Die gemene schepenen hebben verkocht aan Pieter Henricks en Alijt Dageraets echtel. 3 schepel bouwland gelegen in Bijssel waaraan zuidw Marckert Jansen, westw Jan Scheentgens Hoff, noordw Marckert Scheentgens gelandet zijn, item nog een half molder bouwland in Doornspijk op de Horst waaraan noord en oostw kopers helfte gelegen is verkocht voor 300 gulden Stellende tot waarburg de Reuvenweert om de schade te verhalen 26 aug 1615 coram senatu Jan Hagedoorn belooft gerichtelijk zijn vader Henrick te onderholden van kost kleding en wat verder tot zijn lijfs nooddruft solde mogen gerequireert worden voor 50 gulden jaarlijks Hetwelk zijn aanvang genomen heeft voor 18 jaren Zoude hij zo voor Henrick Hagedoorns middelen niet subsistant genoeg waren tot het onderholt, zo belooft hij voor hem en zijn erven van zijn eigen goed hem te onderholden tot zijn versterven toe hetwelk Henrick verzogt en begeert heeft get 7 oct 1615 coram Greve ende Putten Bedtruidt Adriaans bekent betaald te wezen van Frederik Munter, wesende die somme

2 van 30 rijders hoofsomme ende die rente van dien, welke hoofsomme in 2 percelen aan de voersaten van Frederik Munter beleent waren ende vermits die gerichtelijke quitinge verlest end onder die schriften deser stad vermist sien, so heeft hij zulks in dit tegenwoordige wederom doen inschrieven actum 7 oct 1615 coram Greve ende Putten Megtelt Vos heeft ten overstaan van Brandt Franckesen haar gekozen momber bekent aan Beert Beerts schuldig te wezen 100 caroliguldens heenkomende van geleent geld tegen de pennink sestien, Beert voorschr tot betalinge van de huur van haar huis, daar Beert voorschr. tegenwoordig in woont, jaerlix te laten verstrekken Stellende Megteld hiervoor tot onderpand haar huis staande in de Susterenstrate waaraan oost en zuidw de stege westw Evert Gerrits naast aangelegen zijn om alle hinder en schade die Beert voorschr. In rato van quade betalinge van die somme must komen te lijden, daaraan te verhalen Ende bij aldien die voorschr personen die huishuur niet konden afvorderen en dat Beert oversulx uit het huis solde moeten vertrekken so belooft Megteld hem die somme op den selven verhuisdag wederom te restitueren ofte bij faulen van dien sal Beert Beerts uit peindinge dezelve mogen executeren ende verhalen actum 1 nov 1615 coram senatu Verschenen Lambert Jansen en Steven Stevensen als mombers van het onmondig kind van Jacob Lamberts Coppendrayer met Jantgen Gerrits moeder van het kind die het " Coppendrayerserve" toekomt gelegen in Oosterwolde in het Noordermerk, waar noordw Jan van Putten, zuidw Stijntje Feith naast aan gelegen zijn zuidw Jan Brants, moeder van het voorschr. kind ten overstaan van Wolter Dorre haer man als haar momber geeft over in renuntineerde die rechte helfte indien het kind zonder levende erfgenamen na te laten van de successie des kinds nopende in Coppendrayers erve van het welk in een helfte de naaste van de bloedverwanten van de onmondige zullen mogen succederen en het sele onverbreeckelijk te onderholden actum den 3 nov 1615 Henrick Jansen en Drees Jansen ten eenre ende Evert Hermansen Struif ten andere zijde zijn tot een vrundelick accoort van malkander gescheiden en hebben vervolgens gedeelt het erfhuis zoals dat dat nagelaten is van Geertien Assen wesende Henrick en Drees voorschr vrouwen moeder Op dese voorwaarden dat Evert solde besitten en beholden tot sijn leven lanck het huis in de Oldestrate daar hij tegenwoordig in woont, waaraan noordw Eybert Hermansen, zuidw Willem Koster naast aangelegen zijn in het selve onderholden in sodanige staet als het tegenwoordig is En na afsterven van Evert voorschr. zullen zij het erfelijk bezitten mits hiermede renuntierende alle actien die hij dien aangaande op Evert mochte pretenderen end bij soverre het huis door brand mochte geconsumeert worden en der naburen vuur mochte toecomen so en sullen Henrick en Drees niet geholden zijn dit weder op te timmeren Maar waar het sake dat dit door Everts eigen vuur mochte komen te verbranden so sal hij het wederom optimmeren tot diezelfde grote als het tegenwoordig bevonden wordt actum 4 nov 1615 coram Brandt Francksen en Andries Greve Verschenen Griete Petersen met Steven van Coot haar momber en droeg op eerstelijk en erfelijk aan Andries Greve als momber van de 4 nagelaten kinderen van haar zall.neve Geert Coopsen bij Grietgen van Gent erworven haar huis staande in de Oldestrate strekkende oostw tot aan de stege, zuidw aan Henrik Wijne en noordw aan Jan Andriesen met haar hof buiten de Goorpoort enz diewelke sij bekende de 4 kinderen uit liberale wille onwederroepelijk geschonken te hebben mits zij de tucht haar levenlang behoud mogende anderszins die kinderen tot mondigheid gekomen zijnde met het huis en hof doen en laten wat zij willen actum 16 sept 1615 Verschenen Grietgen van Heut met Antonis Gerrits haar man en beloofden aan Andries Greve als momber van de 4 kinderen van Egbert Coopsen met namen Henrick, Jan, Aertgen ende Beert Coopsen dat indien een van de kinderen kwam te sterven en op haar kwam te vererven zij alsdan dit aan de andere kinderen zullen doen toekomen zoals die

3 heden geschonken zijn Verder beloven zij de 6 gresen op Biggenmheen die hun moeder Griete Peters aan de kinderen wil schenken voor geerfden op te dragen onder dezelfde voorwaarden actum 16 sept 1615 Anno 1616 Herman van Renkum en Sara Koetgens ten overstaan van Giesbert Jansen haar momber betuchtigen elkander vermogens hun huwelijksbrief van 3 juli 1615 over al hun natelaten goederen golt en silver war bij hun gevonden wordt actum 3 febr 1616 Jan Dorre senior heeft verklaart zijn volkomen wille te zijn dat de arme weduwen op het kerkhof van stonden aan uit de hand geteld worde 100 caroligulden en begeert sulks te geschieden van Cracht Stuirman van de koop penningen van een stuk land dat Jan voorschr. aan hem verkoft heeft hetwelk hij belooft enz. Jan Dorre draagt erfelijk op aan Cracht Stuirman een zeker stuk land in de Vrijheid van Elburg gelegen enz enz hem in danke betaalt. Cracht Stuirman bekend schuldig te wezen aan Jan Dorre den olden 500 daalders tot 30 stuivers gerekend die hij op St Jacob aankomende zomer zal betalen Jan Dorre den olden heeft de helfte van zijn huis in de Westerbloemstraat aan Jan Dorre den jongen verkocht voor 24 daalders waar oostw Timen Lamberts westw Stijne Lamberts naast aangelegen zijn actum 7 febr 1616 coram Brandt Francksen Andries Greve en Jan van Putten Jan Hartgers uit een liberaliteit gegeven en opgedragen aan Heiltgen Jansen zijn dochter 2 hofstedekens gelegen bij de stadsmuur achter Pieter Willemsens huisinge dies beloofde hij hem wederom goede handreikinge te doen actum 24 febr 1616 Brandt Franksen en Dytzemer Nagge Otto van Vierholt heeft uit een liberaliteit en bij forme van uiterste wille de arme weduwen opt kerkhof bij de roester in heer Henrickshuisinge gegeven 50 daalders welke die weduwen na zijn dood zullen genieten actum 29 febr 1616 Albert Woltersen mit Alijt Drees ten overstaan van Henrick Wijne haar momber betuchtigen malkander over al hun natelaten goederen en hebben dit vermits huwelijksbrief aangenomen enz enz. Actum 2 maart 1616 Burgemeesters en schepenen verkopen aan Lambert Feith en Stijntje toe Water echtel. en Claes Feith en Aaltgen Francksen echtel.3/4 van "Spaanserve" waarvan zij de rest reeds bezitten welke zij uit nood tot reparatie van de haven, aan haar verkocht hebben onderpand de Stadsweerden om hinder en schade te verhalen actum 5 maart 1616 Henrick Dorre en Griete Meier echtel. verkopen aan Henrick Gerrits en Aaltje Coops echtel 3 schepel land gelegen over de Voirt waar zuidw Jan van Wijnbergen westw de herenweg noordw Wolter Alberts naast aangelandet zijn voor een lijfrente van 26 daalders jaarlix op St Marten te betalen en dat op haar lijf tot des afstervens toe stellende tot waarburg hun huis staande in de Bloemstraat ende Henrick Gerrits verobligeert voor die jaarlijkse rente zijn huis aan de Beekstraat om alle schade te verhalen enz actum 9 maart coram Franksen en Nagge Griete Peters mit Henrick Wijne haar momber heeft uit liberaliteit gedonateert aan de kinderen van Egbert Coopsen en Margarita van Heuten 100 caroliguldens en heeft Antonie Gerrits en Margarita van Heuts ten overstaan van Steven van Coot haar momber gerenuncieert die schenking aan haer kinderen van die 100 guldens gaat waar het heengekomen is rentende tot hun mondigheid aan toe actum 16 maart 1616 Andries Greve en Dytsemer Nagge

4 Brandt Slotemaeker bekend zijn zoon Lauwerents schuldig te wezen 100 daalders voor verdiensten aan hem gedaan die hij tijdens vaders leven niet wil trekken, doch na zijn dood betaald moet worden enz actum 29 maart 1616 coram Brandt Frankesen en Dysmer Nagge Verschenen Peter Jansen backer bekende geen gerechtigheid ofte opseggen te hebben an de gevelmuur van Eimbert Gerrits die welke achter aan zijn huisinge strekt dewelke hij tegenwoordig zijn pannen gestreeken heeft gelijk dat staat an de stege achteraan zijn huisinge die hij tegenwoordig bewoont staande in de Kerkstraat aldernaast Willen Teunissen actum 13 april 1616 coram Brandt Francksen ende Dytzemer Nagge Verschenen Henrik Wijne als gevolm. Van Bette Gerrits verkoopt namens haar aan Johan van Brienen en Aaltgen Gerrits echtel. alle erfenisse als op haar na het overlijden van Maria Dirks gewezen huisvrou van Toenis Everts is gedevolveert belovende dit na stadsinstantie te laten gebeuren actum 4 mei 1616 coram Brandt Francksen en Dytsemer Nagge Jan Egberts en Maria Jansen echtel. mit Henrik Egberts als haar momber stellen aan Lambert Lubberts voor 1 ½ morgen land in het Amsterbroek aan hem verkoft, ter waarburg haer huis staande in de Bloemstraat en voorts al hun goederen den 5 juni 1616 coram senatu Verschenen (voor) Brandt Francksen en Dyezemer Nagge schepenen, Henrick Fransen welke bekende schuldig te wezen aan schipper Cornelis Gerrits van Harderwijk 990 caroli guldens heenkomende van een gekocht karveelschip waarvan hij belooft op Pasen te betalen 220 halve guldens en verder zo ieder jaar tot dat alles betaald is. Hiervoor burge geworden Wolter Alberts en Jan Woltersen onder behoorlijke belofte van garantie enz. Des beloofde Cornelis Gerrits het schip in alle havens enz te vrijen en te waren en de koper kosteloos en schadeloos te holden den 19 aug 1616 coram Brandt Francksen en Dytsemer Nagge Verschenen Jan Tewesen tot zijn mondige jaren gekomen zijnde bedankt Aart Jacobs en Coenraad Nagge zijn gewezen mombers voor de goede administratie over zijn goederen en al zijn rekeningen geliquideert en betaalt zijn den 26 oct 1616 actum coram senatu Also Bijchien de weduwe van Jacob Louwersen hier bevoren bij het leven van Jan van Holtega? uit een liberaliteit aan de armen gegeven hadde haar huis en huisraad om na haar dood van de armen genoten te worden. Ende die acte tegenwoordig niet wel te vinden is en Bijchien van mening nu iets in de begifting te veranderen verklaart nu dat haar huis in de Oldestrate aan de armen toekomt en in plaats van haar huisraad geeft zij 50 guldens den 16 nov 1616 coram senatu Wolter Alberts Dorre, Jan Wolters en Henrick Franksen voor hun zelf en mede voor Aart Dorre verkopen aan de erfgenamen van Dibbolt Feith en Geise Feiths echtel. een erf in de Vrijheid dezer stad waaraan oostw het Dijkien noordw kopers zelf gelandet zijn en staan hun toe de hof toekomende St Petri te gebruiken get 23 nov 1616 Brandt Franksen en Dytsemer Nagge Burgems. Jan van Putten en Cornelis Hegeman verklaren dat voor hun verschenenm is Gerrit Jansen nu omtrent een maand geleden en heeft gecedeert aan de provisor Louwe Loefsen een actio van een morgengave, zo welke hem uit recht van huwelijks voorwaarden tussen Jan Bigge en Henrickien Pilgroms opgericht competeert doende daarvan afstand den 30 nov 1616 Anno 1617 Arnt Jacobs en Swaentjen echtel. Dragen op aan Andries Greve en Wobbeken Feith

5 echtel. een verbrande hofstede gelegen in de Kerkstraat tussen Aalt Baeck en de weduwe van Herman Wijne met nog een hofstedeken tussen Henrickien Ties en Aalt de schipper zijnde beiden tegenwoordig al betimmert welke zij voor een zekere somme aan hun ter danke betaald aan Greve verkocht hebben actum 17 jan 1617 coram Brandt Francksen et Jan van Putten Dirckien van Brienen en Jacob Albertrs echtel. heeft bij uiterste wille gegeven na haar dood aan de Weduwen in heer Henrick Bolts huisinge op het kerkhof bij het raestertien een rentebrief van een daalder jaarlijks gaande uit een stuk land over de Mheen toekomende Aeltgen Roelofs, alles na inholt van bepalinge des gemelden brief den 1 febr 1617 coram van Putten ende Hegeman Gerrigjen Vis met Otto Fristelman haar momber geeft bij forme van testament aan de Weduwen wonende in de huisinge van heeroom Henrick Bolt opt Kerkhof een som van f 100,- na haar dood ten behoeve van die weduwen uit te keren. get 1 febr 1617 coran Jan van Putten en Cornelis Hegeman Claes Simonsen en Albertgen Andriesen echtel. met Giesbert Jansen haar momber hebben malkanderen betuchtigd in alle goederen die zij hebben of krijgen zullen aan de langst levende get 29 jan 1617 coram Senatu Jan Gerrits Koster end Anne echtel. bekennen aan Henrick Jansen schuldig te wezen 100 daalders dewelke hij voor arbeid en verscheiden reizen verdient heeft, welke somme hem uitgekeert en betaald worden uit het versterf van zijn ouders enz. Actum 24 april 1617 coram Jan van Putten en Cornelis Hegeman Jan Egberts en Maria echtel. met Giesbert Jansen als haar momber stellen tot waarburg voor het herengoed "Boumanshofstede" hetwelk zij aan Jan Dibbelts en Willem Jacobs verkocht hebben hun huis staande in de Bloemstraat en al hun goederen die zij hebben of krijgen get 30 april 1617 coram senatu Verschenen voor het gericht Herbert Petersen en Marieke echtel. welke bekenden 10 jaar in zijn zoons huis gewoond te hebben waarvoor zij beloven dat na hun overlijden betaald zal worden de som van f 200,- en heeft Peter verklaart dat zij hun levenlang kunnen blijven wonen mits zij de uitgank betalen en het huis goed onderhouden Het huis was gekocht door vader met moeders geld enz get 17 mei 1617 coram senatu Verschenen voor Brandt Francksen en Andries Greve schepen Dysemer Nagge mede raadsvriend dezer stad exhiberende zekere volmacht met het stadszegel van Leiden bij Griete toe Water met Johan van Burchem? haar momber aldaar gepasseert verkoopt aan Jan Jansen David haar zusters zoon zodanig gedeelte van een huis en erf aan de Beekstraat staande welke bij goeden verstand verklaart hadde aan hem gegeven te hebben actum 2 juli 1617 Is geresolveert mit toedoen van de gemeenslieden dat Dirck Proost diekenwerker solde verstrekt worden credit tot f 300,- die hij tot timmeringe van een Rosmeule op des stadsnaam voor ses ten hondert lichten mogen verder belooft Dirck Proost die voorschr. interest alle jaren wel te betalen En de hoofdsom innen tranportanten tijd hem doelick af te lossen waarop Teunis Everts hem f 300,- toe geteld heeft ende heeft tot indentiteit van de stad tot waer gestelt zijn voorschr getimmer en aandeel aan de watermeule actum 11 aug 1617 Bernt Henricks end Gerrit Teunissen hebben bekent deselve summa hun voor een derde deel aan te gaan en hun in gelijk verbant gestelt Lambert Henricks heeft verklaart dat hij niet en hadde dan verre bloetverwanten, die hij

6 niet en wiste hoe na zij hem bestonden en van welke hij nooit enige vrundschap genoten hadde en daarom zijn uiterste wille te wesen so verre hij voor zijn huisvrouwe Alphijt kwam te overlijden dat alsdan het weduwenhuis waarvan Louwe Loes administrateur is solde hebben en genieten al hetgeen hij, boven die verbeteringe die Alphijt in huwelijksvoorwaarden bedongen is, nalaten solde niets daarvan uitgesondert tot zijn kleren toe welke hij estimeert op f 250,- Welke hij wilde dat zijn vrouw die na zijn dood uitkeren solde en het weduwenhuis zal ontvangen moeten waarmede zijn vrouw instemt coram Greve et Feith 13 aug 1617 Griete Pieters en Frederik Munter haar momber geeft en draagt op onwederroepelijk erfelijk en eeuwiglick, haer susters Zwaens dochters Aaltgen Egbertssoen gen. Pieter Wychmansen haar neefgen en aan deselve momber en bestevader Pieter Schene present en zulks arresterende, die somme van f 500,- voor welke somme zij in pandschap geeft 2 stukken land geheten "de Helle" die haar voorschr. neefken van nu af aan zal erven onder voorwaarde dat zij Griete Peters de tucht zolang zij leeft behoud Pieter Schene belooft Griete Peters na haar dood aan haar erven te betalen f 500,- bij so verre en wanneer zijn zoons zoon Pieter Wychmans, dat God verhoede, zonder kinderen voor hem kwam te overlijden en hij dus erfgenaam werd get 22 oct 1617 coram Francksen et Nagge Henrick Jans en Eva Teunis echtel. met Giesbert Jans haar momber, dragen op hun huis staande aan de noordzijde in de Westerbloemstraat tussen Bernt Dijck westw an die stege oostw aan, Aertgen Berents en bedanken deselve voor de goede betalinge coram Feith et Nagge 22 oct 1617 Aertgen Berents mit Giesbert Jansen haar momber draagt op aan Aert Henricks haar huis staande in de Westerbloemstraat tussen Bernt Dijck westw en de stege en strekkende achter aan Wolter van Welsem en bedankt voor goede betalinge coram Feith et Nagge 25 oct 1617 Aart van Rijswijck bekent van burgem. Andries Greve ontvangen te hebben f 300,- welke hij uit kracht van 2 brieven schuldig was, ende also Rijswijck die de ene rentebrief niet kon vinden bekend hiervan volledig betaalt te zijn en belooft de verdwenen rente brief indien gevonden alsnog over te geven actum 26 nov 1617 coram Brandt Francksen et Cornelis Hegeman Megtelt Henricks weduwe van zall. Wolter Henricks bekent met Lambert Henricks haar mans broeder veraccordeert te zijn wegens het versterf van haar dochtertje ten gunste van Lambert voornoemd aan haar zal overtellen f 30,- welke ontvangen is en dat daarmede alles in orde is actum 27 nov 1617 coram Greve et Hegeman Abraham Noyen en Jacobje Timans echtel en zij met Giesbert Jansen als haar momber hebben doen voorlezen haar huwelijksbrief van 25 mei 1616 beholdende dat beide echtel. elkander mogen betuchtigen over al hun gerede en ongerede goederen die zij in deze stad bezitten enz actum 27 dec 1617 coram Francksen et Hegeman Herman van Renckum heeft verburgt de tucht van zijn zall. huisvrouw Sara Oetgens en zijn daarvoor burge geworden Gerrit en Bitter Heeck actum 12 juli 1617 coram Putten et Hegeman Anno 1618 Albertien Kreen met Louwe Loefsen haar momber bekent dat zij uit liberaliteit gegeven heeft en opdragt aan Willem Jansen en Jacobjen Jans zijn vrouw het voorste van haar huis met de gehele plaats zoals hij in de Nijepoorte strate tussen Stijntje Feith en Marieke Feith staande heeft Mits dat op die helfte zal blijven staan de helft van een jaarlijks uitgaande rente aan

7 Aaltgen Bartolts en zullen Willem en Jacobje echtel. uit die helfte voortaan hun vrije wille mogen doen dezelve te alimenteren ofte verkopen alsof het haar eigen goed is Willem Jansen en Jacobje Jans echtel hebben getuchtigd Albertien Kreens in het voorschr, huis met de gehele plaatse om dieselve te gebruiken haar levenlang tot haar sterven actum 7 jan 1618 coram Brandt Francksen et Nagge Giesbert Jansen en Lijsebeth echtel. met Gerrit Feith haar momber verkopen aan hun zwager Heiman Jacobs en Metgen Giesberts echtel. en Barbertgen Giesberts beide hun dochters hun huis staande in de Beekstraat tussen Olof Egberts en Jan Herberts met nog een hof buiten de Goorpoort tussen Wijnbergenshof en het wegje naar de gracht welke zij schenken als een pure donatie en verder nog de som van 100 keiserguldens en hun dochter Barbara 200 keiserguldens en zij uit eigen arbeid gewonnen heeft een bedde met 3 kussens een hoofdpeluw en 3 dekens enz enz actum 28 jan 1618 coram senatu Heiman Jacobs en Metgen Giesberts echtel. en Barbertje met Gerrit Feith als haar momber hebben getuchtigd haer olderen Giesbert Jansen en Liesbeth echtel. over een huis staande aan de Beekstraat boven vermeldt en een hof om tot hun dood te gebruiken gelijk zulks na tuchtrecht gebeurt actum 28 jan 1618 coram senatu Toenis Jansen en Stijne zijn vrouw met Andries Greve haar momber en Gerbert Gerbertsen als erfgen. van Griete Gerberts dragen over aan hun zwager Gerrit Henricks en Aertgen Gerberts hun quota of derdedeel van 100 daalders van Griete Gerbertsen zall. aan de stad van Elburg belegt den 15 maart 1618 coran Francksen en Dytsemer Nagge Janneken Brandts met Lambert Everts haar momber draagt over aan Gerbert Jansen en Agniete echtel. een hof buiten de Goorpoort aan het dijkje gelegen waaraan noordw Wijnbergen zuidw Lambert Henricksen met hun hoven aangelandet zijn voor een somme haar ter danke betaald Stelt tot waarborg haar huisinge in de Oldestrate aldernaast Bosch om daaraan de schade te kunnen verhalen den 17 april 1618 coram Greve et Nagge Jan Jansen Davidt heeft getuchtigd zijn moeie Griete toe Water in zodanige portie en gedeelte van Huisinge aan hem voor schepenen dezer stad opgedragen staande aan de Beekstraat om haar tuchtrecht haar levenlang te genieten actum 29 april 1618 coran Greve et Lambert Feith Beert Dijck en Fije Beerts echtel. dragen op aan Egbertgen Dijck het vierendeel van een huis in de Susterenstraat tussen Steven van Coot en Aaltgen Bartolts voor een somme haar ten danke betaald stellende tot waarborg dat huis voor haar deel om de schade te kunnen verhalen actum 2 mei coram senatu Grietgen Henricks met Henrick Wijne haar momber heeft bij donatie gegeven aan haar zuster Geertgen Henricks de helft van een huis en inboedel staande in de Susterenstraat tussen de stege en Lambert Beerts huisinge dewelke zij mag verkopen of alimenteren naar haar goedvinden Geertgen Henricks met Henrick Wijne haar momber heeft getuchtigd haar zuster Grietgen Henricks in de helfte van haar huis en inboedel om haar levenlang na tuchtrecht te gebruiken actum 6 juni 1618 coram Lambert Feith et Gerrit Maessen Betgen Jansen met Henrick Egberts haar momber heeft uit liberaliteit gegeven aan het kind van zall. Dirck Gerrits bij Etgen Teuwes geprocureert gen. Geertjen Dircks en daar sij noch tegenwoordig van haar soen mocht swanger sijn, een zeker half mudde land in een stuk van 3 schepel langs de weg bij Beert Jansens huis na Heiman de Weert onder conditie dat het kind en welke nog geboren mochte worden zal afstand doen in val die kinderen mochten overlijden, van het voorschr. halve molder land en dat zij in dat stuck haer die erfenisse van haar kinderen niet zal hebben actum 29 juni 1618 coram Greve et

8 Lambert Feith Etgen Teuwes is gecompareert voor schepenen en heeft beloofd niet te willen het land aan te trekken het zij in casu van aflijvigheid van haar kinderen ofte anders get 23 juli 1618 Also in vorige jaren Jan Petersen aan zijn zuster Aeltgen Peters verkocht had de helft van de alinge huisinge staande aan de Beekstraat tussen Reefsen en Top Lamberts en daarvan tot nog toe door het afsterven van Jan Petersen en zijn 2 zonen geen opdracht gedaan is, zijnde tegenwoordig allenlijk in leven een onmondig zoontje genaamd Samuel bij zall. Samuel Jansen en Egbertjen Rijnvisch echtel geprocureert so ist dat uit naam van van Abraham Wijnsandi als stiefvader en Egbertje Rijnvisch als moeder derzelver ten overstaan van haar man en momber in deze zaak als overmomber opgedragen hebben de helft van voorschr huisinge aan Aeltgen Peters en haar erven met alle kwadigheden en uitgaande renten in de koopcedule uitgedrukt Bedankende haar voor goede betalinge en hebben daarvoor tot waarborg gesteld haar huis in de Westerbloemstraat om de schade te verhalen enz 17 juli 1618 coram Greve et Lambert Feith Anna Leentgen Arnts van Embden met Oike Traden haar dochters man haar momber dragen op de helfte van een rente van 4 daalder jaarlijks uit het land toebehorende aan Henrick van Oisterwijck de glaesemaecker bij de veerste moele gelegen, nog de helfte van een rente van 1 ½ daalder gaande uit Jan Baeckers land strekkende van de Winterdijk tot aan de Gelderse gracht waaraan de pastorie noordw en Jan Coopsen zuidw gelandet is Zulks aan haar dochter Henrickje Arnts te Amsterdam toestendig tot beloninge en recompente van kosten en moeite die deselve aan haar soon Herman heeft aangerekent 23 juli 1618 coram Henrick Feith et Gerrit Maessen Verschenen voor schepenen Gerrit Aaltsen en juffer Truithgen Voets echtel. doende voorlezen hun huwelijksbriefd.d. 1 sept 1614 inhoudende de clausule dat zij ten allen tijde elkaar betuchtigen en begiftigen in al hun gerede en ongerede goederen die zij bezitten of nog krijgen mogen uitgezondert hun kleding get 29 aug 1618 Insgelijks geven zij bij uiterste wille 4 voedergrondsen op de grote Mheen bij Pieter Feiths campje op zulke conditie dat hij geen wettelijke geboorte na laat Item liet Gerrit Aaltsen voorlezen een zeker octrooi van d.d. 39 juli 1619 van Johan van Meer canunnik der kerk van St Marie te Utrecht Vicaris generaal en stadhouder der leenen onder die proostdij behorende daartoe bij de heren Deken en Capittel dier Proostdij gecommitteerd zijnde verleent, inhoudende te mogen disponeren van die leengoederen die hij hiervan bezit, na zijn welgevallen hetzij bij testament of tuchtwijze Zoo is het dat hij zijn voorschr vrouw Truitgen Voets heeft betuchtigd over al zijn leengoederen haar levenlang na tuchtrecht gebruikt te mogen worden, mits dat in zulk geval de f 900,- ter verbetering in huwelijksvoorwaarden door haar bedongen, dood en teniet verklaart worden Ofte zal ook Gerrit Aaltsens broeder Scherpink tellende haar die voorschr f 900,- met die tucht teniet doen en reduceren mogen, doch indien hij voor St Martine sterft zal zij die nog genieten actum 29 aug 1618 coram Henrick Feith et Gerrit Maessen Albertgen Kreen met Henrick Schene haar momber bekend dat zij haar broeder Jan Tiessen van wege Alijt Kreens versterf schuldig is de som van f 87,- belovende hiervan behoorlijke interesse te betalen tot de aflossing actum 3 oct 1618 coram senatu Roelof Wesselsen bekend schuldig te wezen aan Alert Stevens als momber van Aert Gerrits onmondige kinderen f 103,- voor geleend geld welke hij belooft weerom te geven op Pasen aankomend actum 31 oct 1618 coram Hegeman et Nagge Also zekere kwestie gevallen was tussen Albert Kreen en de erfgen. van Alijt Kreen n.l. tussen Gerrit Jansen namens zijn vrouw, Tijs Lamberts, Simon Lamberts no. ux. Henrik Achilles no.ux. Jan Baeck no. ux. En Gerrit en Henrick Lamberts zo is het dat voorschr. personen door

9 tussenspreken van goedelieden in vriendschap geaccordeert hebben dat Albert aan de erfgenamen zal uitkeren f 175,- welke zij bekennen ontvangen te hebben en zullen hiermede van Alijdt Kreens erfenisse verneught en ten vollen gecontenteert zijn en niets meer te pretenderen hebben actum 31 oct 1618 coram Hegeman et Nagge Also Nicolaas Feith en Jan Bene zall. als gasthuismeesters ten overstaan van de magistraat in het openbaar op het raadhuis aan Aaltje Coops verkocht hadden de huizinge van het Oldegasthuis, staand bij de Nijepoorte en van die penningen betaald zijn zo heeft Nicolaas Feith die huisinge aan Aaltje Coops overgegeven, stellende tot waarborg 6 gresen land in Oosterwolde waaraan zuid west Willem Vredes 11 gresen gelandet zijn get 31 oct 1618 Hegeman et Nagge Beert Dijck bedankt Alert Stevens en Beert Gerrits voor goede betalinge vanwege hun aandeel in een rentebrief van Markert Jansen van 2 daalders jaarlijks zo van de hoofdsomme als van de achterstand of verloop van dien actum 31 oct 1618 Gezien hebbende de attestatie van Caerl Bokelman predikant te Wijhe, zodat hij aldaar op verscheiden zondagen openlijk in de kerken had opgeroepen dat Arnt van Wijnbergen en juffer Geertruid ter Bruggen om in den ehestand te treden, en aldaar niemand was verschenen om opsage of verhindernisse tegen dezelve had voorgewend insgelijks gehoort hebbende die gichte (verklaring) van Henrick Wijne dat hij op die verscheiden zondagen na den andere die voorschr personen van het raadhuis afgekondigt hadde en niemand gecompareert is die enige contradictie tegen hun heeft aangewend zo zijn zij na mutuele beloftenisse in echtschap bevestigd en geconfirmeert actum 31 oct 1618 coram Greve et Hegeman Jan Louwesen van Campen heeft geleent aan Jan Bernt Frederiksen 100 daalders a 5 % Maar die hoofdsomme heeft hij overgegeven dat hij niet zal eisen mogen voor het overlijden Bernt Frederiksen vader van Jan Bernts uit die quota van het eerstemaal dat Jan Bernts daarvan aankomen zal en verder niet actum 28 sept 1618 coram Greve et Feith Also Lambert Jansen in zijn leven aan Bartolt Lubbertsen en Marie Jansen echtel. verkoft hadde 2 gresen land in een kampje van 4 gresen van welke die 2 gresen toekomen de kinderen van Beert Jansen gelegen over de Mheen waar westw Stijntje Feith zuidw de Luttekensmheen naast liggen en waarvan geen opdracht gedaan is Zo zijn voor schepenen erschenen Jacob Alberts en Beert Henricks als van het gericht over de boedel van Lambert Jansen gesteld en hebben ten behoeve van Bartolt Lubberts en Marie Jansen echtel. opgedragen 2 gresen voorschreven met een halve daalder uitgaande jaarlijks naar Ernst toe Boecop actum 12 dec 1618 coram senatu Also de magistraat hier bevorens aan Otto Fristelman verkoft hadde een stuk van het Moelecampien buiten de Goorpoort en hij die ten volle betaald heeft dragen dit op om daarmede te doen gelijk hij met zijn eigen goed doen solde, stellende tot waarborg de stadsweerden over de noort gelegen enz. Den 14 dec 1618 coram senatu Henrick Verveurden en Grietgen Jansen echtel. en Giesbert Jansen haar momber hebben malkander getuchtigd in al hun goederen uitgezondert de f 360,- daar Henrick in gebracht en verder wat van zijn vrunden mocht aangebracht worden alles aan de langstlevende get 15 dec 1618 coram Greve et Hegeman De echtel. hebben nog bij forme van uiterste wille aan de armen bemaakt van hem f 20,- en van Grietje f 10,- actum ut supra Also Frederik Munter en Ersele Schoenenberg in haar leven malkanderen getuchtigd hadden in een zeker half erve gelegen in den ampte Doornspijk in Oosterwolde en 4 gresen op Lummerstouwe sampt hun goederen in de vrijheid van Elburg zo gerede als ongerede goederen en verdere inhoud der signaten dezer stad enz enz door de dood van

10 Ersele op Munter gedevolveert zo heeft Munter die tuchtrechten verburgt en zijn burge geworden Giesbert Jansen en Henrick Wijne belovende die schadeloos te stellen enz. Den 27 dec 1618 Greve et Feith Anno 1619 Geertgen Henricks met Henrick Wijne haar momber bekent dat zij haar neven Gerrit en Henrick Roelofsen met onbedwongen moetwille gegeven heeft haar huis staande in de Susterenstrate sampt den inboedel elk de rechte helfte. Uitgezondert dat Henrick vooraf zal genieten een bedde met een bedstede enz sonder arglist 22 jan 1619 coram sonatu Gerrit en Henrick Roelofsen tuchtigen hun moeder Beertgen Henricks in een huis in de Susterenstrate met de inboedel om haar levenlang te gebruiken 22 jan 1619 coram sonatu Alsoo zekere questies ontstaan zijn tussen de erfgenamen van Claas Lubberts namentlijk Lambert Coopsen, Teunis Lamberts nomino uxoris en het onmondige kind Lubbertje gen. ten eenre, en Stijne Wolters nopende erfuitinge van de gerede goederen. Zo hebben Stijne en haar broer Herman als momber in vrundschap verdragen en geaccordeert dat Stijne Wolters de erfgenamen 50 daalder zal betalen enz 22 jan 1619 coram Greve et Hegeman Henrick Lubberts als momber van het onmondig kind van Claas Lubberts gen. Lubbetje en Teunis Lambertsen mede voor zijn zwager Lambert Coopsen tesamen erfgenamen bekennen die 50 daalder van Dries Stuurman en Stijne Wolters echtel. ontvangen te hebben Also Rutger Simonsen en Jutte Gerrits echtel. aan Jan van Brienen en Aaltgen Gerrits echtel. verkocht hadden 1/3 deel van een huis staande te Harderwijk in de Bruggestraat aldernaast de huisinge van Jutte Koenen en omdat Rutger en Jutte binnen deze stad niet meer geerfd en gegoedet zijn om, in loco, waarborg te stellen zo zijn zij gezamelijk voor schepenen verschenen en hebben dit geregeld met Jan van Brienen door zijn huis aan de Botermarkt tot onderpand te stellen enz actum 27 febr 1619 coram Greve Feith et Nagge Also Aert Aertsen en Herbertje echtel uit kracht van een zuivere obligatie verschreven op Kerstmis 1618 heenkomende van geleend geld aan Herman Jansen zijnde f 53,- die hij niet gereed heeft om aan Herman te betalen zo heeft Herman hun delay en verstek gegeven tot Pinksteren aanstaande den 15 maart 1619 coram Nagge et Gerrit Maessen Also Jacob Jansen en Maaike echtel. uit kracht van een zuivere obligatie verschenen voor Kerstmisse 1618 aan Herman Jansen ten Dijck bekennen schuldig te wezen f 106,- en de betaaldag al geexpireert is en zij verklaren nog niet te kunnen betalen zo heeft hij hun uitstel vergunt tot Pinksteren get 15 maart 1619 coram Nagge et Gerrit Maessen Dirck Holtman mede namens zijn kinderen bij zall. Maria Gerrits verwekt bekend dat hij aan Drees Petersen en Trijne Jans echtel. verkocht heeft een huis in de Bloemstraat waaraan oostw Beert Gerrits en westw Aeltgen Francksen naast gehuiset is voor een somme ter danke betaalt Actum 6 april 1619 coram Greve et Nagge Also Franck Gerrits en Jacobjen echtel. aan Henrick Petersen en Hille Aerts echtel verkocht hadden een gres land in het Goor en Henrick en Hille waarburg verzoek omdat die verkopers niet meer gegoedet en geerfd waren Zo heeft haer zuster Heile ten overstaan van Giesbert Jansen in deze haar momber ter waarburg gesteld haar huisinge in de Westerkerkstraat naast burgem. Andries Greve enz get 24 april 1619 coram Greve et Gerrit Dirks

11 Compareerde Kil Jansen end Laer Meiners echtel. welke bekennen dat zij de 4 voorkinderen met namen Jan, Claas, Lubbertje en Griete Killen bij zall. Geertje Killen geprocureert voor hun moeders versterf hadden gegeven een kamp land " Wijlenmaate" in Putten gelegen buurtschap Dasseler waaraan oost en zuidw Morre Aelts en westw Jan Goedtschalk naast gelandet is also dat die kinderen hiervan profijt zullen hebben enz get 28 april 1619 coram Nagge et Gerrit Maessen Also Bernt Berentsen ende Griete Killen echtel. vercoft hadden aan Jan Bernts en Henrick Aerts hun quota in "Wijlenmaate" onder Putten en hier tegenwoordig niet meer geerfd of gegoedet zijn zo zijn zij voor schepenen verschenen en hebben tot waarburg gesteld hun huis in de Westerkerkstraat tussen Gerrit Dorre en Evert Smit enz 28 april 1619 coram Nagge et Maessen Iken Lattenhouwers haer mede sterkmakend voor haar broeder Dirck Lattenhouwer als naaste bloedverwanten en erfgenamen van zall. Anna Goldsmit in leven huisvrouw van Jan Huge aan dewelke Jan Huge Anna voorschreven die tucht van haar nalatenschap gegeven hadde bestaande geheel in Meubilien en gerede goederen heeft geaccordeert dat zij Ike genieten zal de kleren en de halve huisraad voor f 200,- en Jan Huge f 80,- en de rest namelijk f 129,90 voor de armen Verder zal Ike garanderen dat de armen hun geld krijgen en stelt tot burg Egbert van Coot die dit aanneemt get 8 juli 1619 coram Gereve et Feith Jan Gerrits Coster verklaarde voor schepenen dat zijn zoon Henrick dagelijks hem behulpzaam was met zijn arbeid en van dag tot dag zwakker wordend hem vooruit uit zijn goederen 100 daalder wil doen toekomen zonder arglist get 27 juli 1619 coram Greve et Feith De magistraat dezer stad heeft in erfpacht uitgedaan aan Henrick Wintgens des Paters doergaents mit den Reventer,(refter) mitsgaders het huis en keuken daar den rector in gewoond heeft sampt den hof tegen de paterskeuken en het hoefken zuidw achter de put Waarvoor hij jaarlijks 50 daalder zal betalen actum 3 sept 1619 Aart Beertsen draagt op aan Bartolt Lubbertsen en Marie Jansen echtel. 1 gres in 4 grezen en in welke kopers nog 10 gresen hebben waarvan zijn broeder Henrick het vierde gres nog toekomt gelegen over de Mheen westw Stijntje Feith en zuidw de gekende wegen gelandet zijn Belast met het vierendeel van een daalder aan Ernst toe Boecop get 3 aug 1619 greve et Nagge De magistraat dezer stad hebben in erfpacht uitgedaan en verpachtet aan Henrick Wintgers die Patrie doergaents mitten Reventer (de doorgang naar de eetzaal van de Paters) mitsgaders het huis en de keuken daar de rector in gewoond heeft met de hof tegen de paterskeuken en een hoekje zuidw achter de put Waarvoor hij jaarlijks 50 daalder moet betalen en zal hem geen schatting opgelegt worden actum 3 sept 1619 De kerkmeisteren deser stadt ten overstaan van de magistraat en met toedoen van de gesworen gemeensluiden zijn veraccordeert met den muntmeester Henrick Wijntgens om uit haeren naam te munten penningen mit alsodanige stempel als den gesworen stempelsnijder te snijden zal worden geordeniseert, welke 16 sullen gaan op 1 hollandsen ende gevalueerde stuiver wegende het stuk 24 aven wesende 212 1/8 stucken in 20 mark En sullen die voorschreven penningen alleen haren cours hebben in deze stad en vrijheid Op sulke conditie dat niemant in een somme gelts meerder als den 16 en penninck zal geholden zijn te ontvangen en die ontvangers op comptoiren gansch geen aan die stad in haren ontvang der 50 ste penning Edoch bij aldien deze stad hier en boven noch mit die penningen vervult ofte beswaart wordt, zo zullen die stempelen wederom ingetogen worden

12 Ende zal jaarlijks aan de kerkmeesters betalen zodanige somme als tussen beide partijen verdragen is sonder arglist actum 3 sept 1619 Also Gerrit Dircks mit Henrick Nagelsmit, Hendrickjen sijn huisfrou, zeker coopmanschap van wolle hadden geholden uit crachte van welke die voorschr. Henrick na liquidatie van rekeninge die voorschr. Gerrit Dircks suiver schuldig bleef de som van 74 gulden en Henrick in zijn zaken tegenwoordig verlopen is, zo is voor schepenen verschenen Janneken Everts moeder van Henrickjen voorschreven met Willem van Souren haar man en nam aan dat de schuld na haar dood uit haar nalatenschap van haar dochter betaald solde worden sonder arglist 9 nov 1619 coram Hegeman et Nagge Verschenen Henrickje en beloofde ten overstaan van haar broeder Evert Willems en beloofde het hierboven vermelde naar zijn inholt te achtervolgen get 20 nov 1619 coram Nagge et Maessen Insgelijks also Herman Rijnvisch seker quantiteit van wolle aan Henrick Nagelsmit en Henrickien vijn vrouw verkoft hadde en niet betaald resteren de f 50,- Zo is voor schepenen verschenen Janneken Everts als moeder van Henrickje voorschr. met Willem van Souren haar man en belooft de schuld na haar dood uit de nalatenschap van haar dochter te betalen actum 9 nov 1619 coram Nagge et Maessen Heiman Petersen en Steventien Heimericks echtel.verkopen aan Aert Lamberts en Aeltgen echtel. hun huis in de Oldestrate aan Louwen put waaraan zuidw Aalt de schipperskinderen naast gehuiset zijn voor een somme haer ter danke betaald verobligerende daarvoor hun personen en goederen actum 3 nov 1619 coram Greve et Hegeman Gerrit Gerritsen zich sterkmakend voor Gerrit Beertsen en Janneken Beerts echtel. en Dirck Jansen voor hem zelf en zijn kinderen verkopen aan Jan Egge en Aeltgen echtel. zijn huis staande in de Westerbloemstraat tussen Tijs Claessen en Claes Jansens huisinge hun tot de laatste penning betaald den 29 nov 1619 coram Greve et Nagge Anno 1620 Joest Henricks en Aeltgen Rijcks echtel.verkopen aan Aart Beertsen en Benne Jans echtel. het achterste van hun huis beginnende van 't roestertien van den kerckhof en strekkende tot aan de stege mits nochtans dat de middel gevel leyende het achterste vant voorschr. zal half end half wesen, gelijk het zelve geheel staat aan het kerkhof tot het voorschr. heegentien waaraan oostw de huisinge van den predikant noordw de wederhelfte van kopers en zuidwest Kersken Baecks? erfgenamen naast aan gehuiset zijn en dat voor een zekere somme en tot waarborg die aangelegen wederhelfte van voorschr. huis den 5 jan 1620 coram Greve et Hegeman Gesien hebbende de attestatie van Johannes Roothusius pastor in IJsselmuiden hoe dat hij hadde geproclameert op verscheiden zondagen dat Willem van Wijnbergen en Machteld van Oldeneel in den echt verbonden zouden worden en geen wettelijke verhindernisse gevallen is en insgelijks gehoort van Henrick Wijne roedrager dezer stad dat hetzelfde van het raadhuis afgekondigd heeft en geen oppositie daartegen geweest is dit huwelijk alhier ingezegend den 28 jan 1620 Wendele Coenderts mit Gerrit Feith haar gekozen momber Herman Rijnvisch en Mariken Coendert echtel. en Herman mede als momber van de onmondige kinderen van Maes Henrick en Anna Naggen met namen Pieter Maes, en Gerrit Toenissen bij Toenis Jansen en Maria Nagge verwekt enz verkopen aan Maes Gerritsen en Lubbe Aerts echtel. een huis in de Bloemstraat waaraan oostw op den hoek Wendel Coenders en westw Jacob Toenissen aan gehuiset zijn gaande van de straat tot achter aan de stege mitsgaders het grote achterhuis van Wendeles huis Strekkende tot op de hoek van Maike Toorn waarvan die gevel staande int geschei van

13 beide achterhuizen zal blijven half om half En dat voor een somme ten volle bataald Mits dat geen stadt ketten? aan Wendels keldertralie strekken bijlangs haar kelderkamertje tot aan haar achterhuis toe wesende 6 holtvoeten breed op de plaatse van dat huis wesende die eigen grond van Wendele voorschr. actum 29 jan 1620 coram Greve et Maessen Maes Gerritsen en Lubbe Aerts echtel. verkopen dit huis aan Gerrit Lamberts en Nijsken Segers echtel. met zijn bepalingen als boven omschreven hun ter danke betaalt get 29 jan 1620 Gerrit Lambertsen voor hem zelf en voor zijn onmondige dochter bij Nijske Segers erworven gen. Lambertje verkoopt aan Aert Hagedoorn en Wenneke Willems echtel. zijn huis staande in de Bloemstraat hem ter danke betaald Belovende verkoper en Lijsbeth Bartolts zijn tegenwoordige huisvrouw het huis te vrijen en te waren en alle commer daarvan af te doen stellende tot waarburg het vijfde deel van een huis in de Oldestrate daar Aalt Lambertsen in woont en hun goederen enz actum 29 jan 1620 Coram Greve et Maessen Also Jacob Beel(d)snijder hier tevoren van Jurrien Jansen en Mechteld zijn huisvrouw gekocht hadden een zeker goed gelegen in Epe, buurschap Loohuizen, en door het afsterven van de respect. kopers en verkopers tot nog toe geen volkomen opdracht gedaan is waardoor tussen Gerrit Jacobs als zoon van Jacob Beelsnijder en Willem Jurriensen en Pieter Willemsen als man en momber en Lubbeken Jurriensen kinderen van Jurrien Jansen enige questien en onverstanden verezen waren, zo ist dat partijen eindelijk in vruntschap haar hebben verdragen, also dat Willem Jurriensen en Pieter Willemsen beloven Gerrit Jacobs en zijn erven tot zijn eigen gesinnen en als het hem het best gelegen komt volkomen verwissinge en opdracht het zij voor geerfden hetzij voor de kamer van rekening zonder dat hij of haar erfgenamente eniger tijd hierin zullen weigeren Bedankende voor goede betalinge also hij geen opzeggen of actie meer op het goed nemen zal actum 29 jan 1620 coram Greve et Maessen Cornelisjen Gerrits mit Henrick Hobertsen haar momber heeft uit een liberaliteit bij forme van donatie gegeven aan haar zuster Henrickje Gerrits al haar goederen die zij tegenwoordig bezit zonder arglist enz Henrickjen Gerrits betuchtigd haar zuster Cornelisje in alles wat zij haar gegeven heeft om haar levenlang te gebruiken enz get 1 febr 1620 coram Andries Greve et Gerrit Dircksen Also Berent Gerritsen en Gerrit Toenissen hadden doen peinden Jacob Jansen als burge voor Werner Timmerman wegens schade en interesse die zij geleden hadden, dat Werner de wollemeule van boven zijn bestek en accoort daarvan gemaakt ten behoorlijke tijd niet hadde reeds gemaakt, ter somme van f 200,- ende mit gepeinde panden zoverre geprocedeert was dat dezelve openlijk verkocht en ter executie gesteld zouden worden Zo is het dat Beert Henricksen en Gerrit Toenissen uit mede dogentheyt Jacob Jansen hebben aflenig gedaan van f 50,- also dat de somme zuiver bleef 100 daalder welke hij belooft te betalen of anders de rente hiervan enz get 12 febr 1620 coram senatu De erfgenamen van zall. Coendert Nagge, namentlick Herman Rijnvisch als man van Marieke Coenderts en als momber van Griete Maes en Gerrit Toenissen, nagelaten kinderen van Griete en Anne Naggen, en Willem Jansen als volmachtiger van zijn zuster Wendele Coenderts weduwe van zall. Coendert Nagge bekennen ten volle voldaan te wezen van Bernt Greve uit naam van zijn zuster Henrickje Greven van zodanige actien en pretenties schriften en obligatien als zij onderling met de anderen uit het rekenboek verstaande had en voor deze gerichte proces gevoert hebben belovende Bernt Greven of zij zuster niet verder te molesteren Uitgesondert de aanpart van Maes Gerrits, gewesen man van Anna Naggen dewelke daarvan vrijwillig afstand en renuntiatie gedaan heeft get 12 febr 1629 coram senatu

14 Bernt Fredericks en Jannegien Timans echtl. verklaren voor schepenen hoe dat zij op 27 mei 1619 hadden belooft Guiliamme Buis burger der stad Haarlem te garanderen en schadeloos te houden vanwege zodanige procedure als tegen hun zoon Timan Bernts zo te Haarlem als in 's Grevenhage is en nog zoude mogen worden geattendeert zij in zaken van appel ofte andere Zo ist dat zij tot meerder verzekering dat zij beloven dat zij de goederen niet willen verkopen bezwaren verpanden enz voordat de procedure ten einde is en in welk geval gen. Buis zal vrijstaan enig perceel te verkopen enz get 7 oct 1620 coram senatu Wijndeltgen weduwe van Bernt Tomasz met Herman van Renkum haar momber verkoopt aan Goert Arnts en vrouw al hetgeen zij tegenwoordig hadde niets uitgezondert, dus beloven Goert en Geesken voorschr. haar Wijndeltgen haar levenlang te onderhouden in kleren en ander noodwendige handreiking te doen indien zij bedlegerig mocht worden enz enz. Get 8 oct 1620 coram Gerrit Aaltsen en Sticker Loefsen Jan Hermansen en Fenneken Werners echtel met Giesbert Jansen haar momber betuchtigen elkander over al hun natelaten goederen get 4 nov 1620 coram Gerrit Dircks et Gerrit Aaltsen Gerrit Aalts en Adriaan van Holten hebben aan Gerrit Dircks in pandschap uitgedaan het derde deel van kerken 8 gresen waarvan Jan Francksen de 2 andere delen toekomen in Lummermerk gelegen voor f 400,- en zulks voor 3 jaren enz te lossen welk van te voren moet worden opgezegd enz get 18 nov 1620 coram senatu 1621 Henrick Francken heeft verkocht aan Henrick Jans schipper te Harderwijk zijn Bijveelschip voor f 724,- met telken op Pasen met 100 daalders af te lossen en belooft hij de benodigde papieren over te geven enz get 2 jan 1621 Compareerde voor schepenen Mense Jansen wed. van Cornelis Danielsen verklarende dat zij met haar man in vele en verscheiden schulden was gelopen tot welke betaling zij geen raad en wiste tenzij de de magistraat haar vergunt dat zij voor haar onmondige kinderen enige percelen en haar huisinge in de Beekstraat mogte verkopen welke wordt toegestaan mit ten meesten bate om mede daarmede de schulden af te lossen enz actum 8 jan 1621 coram Greve et Maessen Mense Jansen met Steven van Coot haar momber en mede voor haar onmondige kinderen met namen Abraham en Nenne met renuntiatie van de exceptie van St Velleiani ( waarin vrouwen het recht verleent wordt af te zien van de schulden van hun man ) zo haar in dezen zoude competeren zijnde van het affect van dien wel onderricht hebbende mede daarvoor tot advies en decreet van de magistraat en Daniel voorschr. haar momber en haar zelf en mede voor Roelof en Nenne Cornelis haar broeder en zuster tegenwoordig absent zijnde verkocht aan Gerrit Maessen en Anneken van Holten echtel. haar huis aan de Beekstraat met nog een achterhuis daar zuidw aanstaande en de plaats waaraan zuidw koperen en noordw Aaltgen Dircks naast aan gehuiset zijn voor een somme hun ten danke betaald Stellende zij Mense daarvoor tot waarburg haar huis in de Susterenstrate ende meerder onderpand te stellen voor den richter van Oldebroek ofte elders En beloven zij hun stiefmoeder te vrijen en te waren enz zonder arglist get 16 jan 1621 coram Greve en Gerrit Aaltsen Die voorschreven personen hebben verkocht aan Herbert Jansen muller en Agnieta echtel. een kampje land in de Vrijheid grroot 3 gresen oostw de weg westw "Nonnenkamp" naast aanliggen voor een som haar ten danke betaald enz enz get 16 jan 1621 coram Greve en Gerrit Aalts Item hebben noch verkocht aan Simon Lamberts en Aaltgen echtel. 10 voedergrondsen op de grote Mheen onderscheiden met 6 voedergrondsen met Lubbeken toe Water en