HOF VAN BEROEP TE GENT WERKINGSVERSLAG 2011 KALENDERJAAR 2010 V E R K L A R E N D E N O T A

Transcriptie

1 HOF VAN BEROEP TE GENT WERKINGSVERSLAG 2011 KALENDERJAAR 2010 V E R K L A R E N D E N O T A

2 A. Werkingsverslag Samenvattend overzicht van alle gewezen arresten Totaal aantal gewezen arresten over de jaren 2000 tot Correctionele zaken Kamer van inbeschuldigingstelling Burgerlijke zaken (beroepsmagistraten) Burgerlijke zaken (aanvullende kamers) Jeugdzaken Bureau rechtsbijstand Hof van assisen 79 (6) 53 (5) 52 (4) 35 (3) 43 (2) 69 (1) (1) (2) (3) (4) (5) (6) het betreft 47 strafrechtelijke arresten (waarvan 19 eindarresten, 11 in Brugge en 8 in Gent) en 22 burgerrechtelijke arresten (9 in Brugge en 13 in Gent) het betreft 28 strafrechtelijke arresten (waarvan 13 eindarresten, 6 in Brugge en 7 in Gent) en 15 burgerrechtelijke arresten (7 in Brugge en 8 in Gent) het betreft 24 strafrechtelijke arresten (waarvan 11 eindarresten, 4 in Brugge en 7 in Gent) en 11 burgerrechtelijke arresten (4 in Brugge en 7 in Gent) het betreft 37 strafrechtelijke arresten (waarvan 18 eindarresten, 7 in Brugge en 11 in Gent) en 15 burgerrechtelijke arresten (4 in Brugge en 11 in Gent) het betreft 36 strafrechtelijke arresten (waarvan 14 eindarresten, 9 in Brugge en 5 in Gent) en 17 burgerrechtelijke arresten (8 in Brugge en 9 in Gent) het betreft 59 strafrechtelijke arresten (waarvan 19 eindarresten, 5 in Brugge en 14 in Gent) en 20 burgerrechtelijke arresten (7 in Brugge en 13 in Gent) - Het totaal aantal arresten bevat naast de eindarresten die een zaak beslechten, ook de tussenarresten of verstekarresten die de zaak niet definitief hebben beslecht of de arresten die een eindarrest verbeteren of aanvullen. - Onder de volgende hoofdstukken wordt nader ingegaan op de werklast binnen de strafrechtelijke en burgerlijke sector. Bij het inschatten van deze werklast worden alleen de eindarresten weerhouden, nu voor een werklastmeting best wordt uitgegaan van het aantal hangende zaken dat rest na de verrekening van nieuw ingeleide zaken met de eindarresten. Ook bij het opstellen van de werkingsverslagen over de jaren 2008 en 2009 werd dit principe gehuldigd. Hieruit mogen geen verkeerde conclusies worden getrokken: sommige tussenarresten zijn even arbeidsintensief.

3 Grafische voorstelling van de evolutie van het aantal arresten correctionele sector en sector KI sector jeugd correctionele zaken kamer van inbeschuldigingstelling jeugdzaken alle burgerlijke sectoren m.u.v. de sector jeugd en de sector aanvullende kamers sector aanvullende kamers burgerlijke zaken burgerlijke zaken - aanvullende kamers De grafieken tonen aan dat de productiviteit van de jeugd- en burgerlijke sectoren over de jaren 2001 tot 2010 sterk gestegen is, de productiviteit van de correctionele sectoren vrij constant evolueerde en de deelname van de plaatsvervangende raadsheren aan de productiviteit (de aanvullende kamers) eerder beperkt was en bleef dalen van een 400 arresten tot 0 arresten. Ook uit deze algemene grafieken mogen geen verkeerde conclusies worden getrokken. De cijfers worden nader toegelicht in de volgende hoofdstukken en afgelijnd tegenover de omkadering, waarover het hof van beroep te Gent beschikt.

4 B. Werkingsverslag Samenvattende staat burgerlijke sector Burgerlijke kamers nieuwe zaken beschikkingen Tussenarresten zaken afgewerkt door eindarrest hangende zaken enkel tussen arrest andere Eind arrest voeging weglating. Art.730 GW doorh. verstek op 01/01/2010 op 31/12/2010 waarvan vastgesteld NT VK bis bis bis bis ter bis ter Q (11 FI) bis bis (16-n) (17) (20) (25) (26) (27) JK BR EV waarvan niet vastgesteld Totaal

5 Vaststellingen betreffende de burgerlijke sector: 1 Het aantal burgerlijke zaken dat eind 2010 op behandeling wachtte, is over het jaar 2010 met 138 zaken gestegen (van naar zaken). - Op 1/01/2010 was het aantal zaken dat op behandeling wachtte teruggelopen met 233 zaken (van naar zaken). - Op 1/01/2009 was het aantal zaken dat op behandeling wachtte teruggelopen met 274 zaken. evolutie van de hangende zaken - burgerlijk (gegevens geput uit voorgaande werkingsverslagen) op 01 januari De verklaring voor het verschil ligt niet in het aantal uitgesproken eindarresten. Het aantal eindarresten is nagenoeg constant: - in 2008: (of 45 uitspraken minder dan in 2010). - in 2009: (of 91 uitspraken meer dan in 2008) - in 2010: (of 46 uitspraken minder dan in 2009). De verklaring moet al evenmin gezocht worden in een achterstand in het beraad (zie verder punt 26). De verklaring ligt: - gedeeltelijk in de evolutie van het aantal weglatingen van de rol (zie hieronder punt 2); - in de stijging van het aantal ingestelde hogere beroepen (zie hieronder punt 3); - in de beperkte personele omkadering van het hof van beroep te Gent (zie verder punt 17).

6 2 De verklaring voor het stijgend aantal zaken dat op behandeling wacht ligt gedeeltelijk in de evolutie van het aantal weglatingen van de rol bij toepassing van artikel 730, 2 Ger.W. (hetzij de weglating van zaken waarin de partijen gedurende de laatste 3 jaar geen initiatief meer namen). De implicatie van de wet Onkelinx van 2007 tot bestrijding van de gerechtelijke achterstand (die de actieve rol van de rechter bij de vaststelling van de zaken huldigde) leidt tot minder weglatingen, nu: - het hof van beroep te Gent vanaf 2007 in overeenstemming met de wet meteen een dagstelling verleent aan elke nieuw ingeleide burgerlijke zaak en de dagstelling voor behandeling van de zaak voor alle burgerlijke kamers minder dan 3 jaar bedraagt (ook op vandaag nog); - de actieve tussenkomst van de rechter bij het bepalen van de conclusietermijnen en het verlenen van een dagstelling ertoe bijdraagt dat de advocatuur de zaken beter opvolgt en vlugger in staat stelt om te worden gepleit. Aldus is het aantal niet vastgestelde zaken (zaken die voor de wet Onkelinx naar de wachtrol werden verwezen), ondertussen teruggelopen tot zaken op het totaal van hangende zaken: Hangende zaken Totaal Vastgesteld Niet-vastgesteld Wel wordt het teruglopen van het aantal weglatingen nu gedeeltelijk gecompenseerd door een stijgend aantal doorhalingen van de zaken, die voor behandeling zijn vastgesteld. Dit laatste vereist van de kamers, inzonderheid van de kamervoorzitters, een betere opvolging van hun rol om te voorkomen dat gaten vallen. Dit kan worden voorkomen: - door per maand te voorzien in een bijkomende dagstelling ter compensatie van de 258 doorhalingen; - of door een actieve invulling door de balie van de mogelijkheid waarin het reglement van het hof van beroep te Gent voorziet: Om tegemoet te komen aan de oplopende doorlooptijd van de zaken in beroep, kunnen de partijen hun dossiers ook vroeger op de griffie neerleggen met het verzoek om hun zaak - die op meer dan 6 maanden te pleiten staat - voor pleidooien op te roepen zo de rol van de kamer dit vooraf toelaat.

7 Het aantal weglatingen van de rol blijft dalen: - in 2008: 713 weglatingen (204 meer weglatingen dan in 2010); - in 2009: 698 weglatingen (189 meer weglatingen dan in 2010); - in 2010: 509 weglatingen. Het aantal doorhalingen blijft stijgen: - in 2008: 121 doorhalingen (204 meer weglatingen dan in 2010); - in 2009: 236 doorhalingen(189 meer weglatingen dan in 2010); - in 2010: 258 doorhalingen. Weglatingen dalend Doorhalingen stijgend Totaal De verklaring voor het stijgen van het aantal burgerlijke zaken dat op behandeling wacht, ligt ook gedeeltelijk in de stijging van het aantal ingestelde hogere beroepen (nieuwe zaken): - in 2008: nieuwe zaken; - in 2009: nieuwe zaken (+ 159 in vergelijking tot 2008); - in 2010: nieuwe zaken (+ 311 in vergelijking 2008; in vergelijking tot 2009) evolutie van de nieuwe zaken - burgerlijk (gegevens geput uit voorgaande werkingsverslagen) De stijging van het aantal ingestelde hogere beroepen is in het hof van beroep te Gent nagenoeg een constant gegeven over de laatste tien jaar nieuwe zaken

8 4 De stijging van het aantal zaken impliceert uiteraard een werklastvermeerdering voor de burgerlijke sector. Tegenover een gemiddelde productiviteit van [( ): 3 =] aan afgehandelde zaken over de laatste drie jaar, houdt: - de stijging over het laatste jaar van het aantal hogere beroepen met 152 zaken een werklastvermeerdering in van 4,7%, - de stijging over de laatste 2 jaar met 311 zaken een werklastvermeerdering in van 8,7%, - de stijging vanaf 2005 tot heden (hetzij de periode gedurende de welke het personele kader niet werd uitgebreid) van het aantal zaken met 405 zaken een werklastvermeerdering van 11,4%. Deze werklastvermeerdering heeft het hof van beroep te Gent over de periode 2000 tot 2009 kunnen opvangen. Het aantal hangende zaken liep terug van op tot op Hierbij moet in acht worden genomen dat het aantal weglatingen vroeger hoger lag en jaar op jaar het aantal hogere beroepen steeg evolutie van de hangende zaken - burgerlijk (gegevens geput uit voorgaande werkingsverslagen) De bijkomende werklastvermeerdering met 152 zaken in 2010 heeft het hof van beroep te Gent in 2010 niet meer integraal kunnen opvangen. Het aantal hangende zaken steeg voor het eerst sinds 2003 met ( =) 138 zaken op 01 januari

9 5 De hierboven geschetste aangroeiende werklast en de beperkte personele omkadering van het hof van beroep te Gent, die had moeten toelaten om de bijwerkingen te ondervangen van de wet Onkelinx van 2007 tot bestrijding van de gerechtelijke achterstand (waarop verder onder de punten 15 en volgende wordt teruggekomen), veroorzaken in de burgerlijke kamers van het hof van beroep te Gent oplopende doorlooptijden van de zaken. Eerst nuttige op op behandeling op datum maanden datum maanden Kamers algemene burgerlijke kamers 1 apr/11 28 okt/ bis dec/09 12 mrt/ okt/09 10 sep/ bis apr/09 4 okt/ mei/10 17 jan/ okt/09 10 (op non-actief in 2010) - bouwkamers 9 nov/11 35 nov/ (op non-actief in 2008) - nov/ bis okt/10 22 jan/ ter feb/10 14 nov/13 33 contractuele/commerciële kamers 7 jan/11 25 jan/ bis apr/11 28 dec/ okt/10 22 jun/ bis nov/11 35 apr/13 26 beslagkamers 14 dec/09 12 mei/ bis jun/09 6 nov/11 9 familie- & jeugdkamers 11 feb/10 14 dec/ bis sep/09 9 mrt/ ter apr/10 16 feb/ quater (op non-actief in 2008) - nov/ feb/09 2 (op non-actief in 2010) - JK mei/09 5 nov/11 9 Gemiddelde behandelingstijd: 16,3 23,25 De tabel hiernaast geeft op en op de tussenstand weer van de eerst nuttige pleitdatum voor de gewone betwistingen in de burgerlijke kamers. Hieruit volgt dat de gemiddeld fixatietermijnen per kamer gestegen zijn van 16,3 maanden op naar 23,25 maanden op Op bedroeg het gemiddelde nog 20 maanden. Dringende zaken en zaken waarvoor de wetgeving de behandeling op korte termijn voorschrijft, worden in de regel en binnen de mogelijkheden wel nog bij voorrang behandeld (o.m. kort geding, stakingsvorderingen en vorderingen zoals in kort geding, diverse jeugd- en familiezaken, kantonnement, artikel 1066 Ger.W., geschillenregeling in vennootschappen). De oplopende doorlooptijden van de zaken is ook voor de magistraten van het hof demotiverend. De wetgever schoof de verantwoordelijkheid voor de dagstellingen in 2007 (de wet Onkelinx) integraal naar hen door en deelde die niet langer met de advocatuur (de tijd die advocaten vroeger namen om de zaak in staat te stellen vooraleer een pleitdatum aan te vragen). De inspanningen die de magistraten leveren om de zaken toch nog enigszins binnen redelijke termijnen te behandelen, kan de maatschappij niet inschatten en dus ook moeilijk appreciëren, nu de burgers zich geconfronteerd ziet met de objectieve vaststelling van oplopende doorlooptijden.

10 6 Hoe de werklast onder de magistraten van de burgerlijke kamers wordt verdeeld, werd in vorige jaarverslagen uitvoerig toegelicht. Bij aanvang van het gerechtelijk jaar wordt ook een overzicht opgemaakt van alle vastgestelde zaken per kamer met opgave van de aard van de zaak (zie volgende pagina). Gezien de werklast van het hof van beroep te Gent worden advocaten ook aangezet om bepaalde materies zoveel mogelijk door een alleenzetelende rechter te laten behandelen en alleen complexe zaken te reserveren voor collegiale kamers. De behandeling voor een alleenzetelend rechter wordt daarenboven in het bijzonder gepromoot in de familiale en jeugdsector, waar deze sector een actief beleid voert rond bemiddeling en schikkingen. Dit leidt ertoe dat iets meer dan de helft van de burgerlijke zaken voor een alleenzetelend rechter worden behandeld (55,51%). verdeling zaken over 3-1 raadsheren (in %) drie raadsheren 47,09 49,28 46,72 46,97 46,42 47,98 44,49 één raadsheer 52,91 50,72 53,28 53,33 53,58 52,02 55,51 Voor nadere gegevens over de jaarwerking van alle burgerlijke kamers wordt verwezen naar de bijlagen bij dit werkingsverslag.

11 ALLE HANGENDE ZAKEN VASTGESTELD per KAMER, CODE AARD VAN DE ZAAK (periode 01 sept juni 2011) Kamers 1e 1bis 5e 5bis 7e 7bis 9e 9bis 16e 9ter 11e 11bis 11ter 11q 12e 12bis 13e 14e 14bis jk IN BURGERLIJKE EN HANDELSZAKEN A.1 STAAT DER PERSONEN A.2 ECHTSCHEIDINGSPROCEDURE A.3 ZAKENRECHT A.4 INTELLECTUELE RECHTEN A.5 FAMILIAAL VERMOGENSRECHT A.6 ERFENISSEN, SCHENKINGEN EN TESTAMENTEN A.7 OVEREENKOMSTEN geen bouwzaak,pacht,transp,verzek A.8 HUURCONTRACT A.9 BOUWZAKEN uitgezonderd openbare aanbestedingen A.10 VERZEKERINGEN A.11 BETWISTINGEN MET OVERHEID A.12 BEROEPSAANSPRAKELIJKHEID A.13 AANSPRAKELIJKHEID ONRECHTMATIGE DAAD A.14 LOUTER SCHADE EN SCHADELOOSSTELLING A.15 HANDELSPRAKTIJKEN A.16 VENNOOTSCHAPPEN A.17 BANKWEZEN A.18 FAILLISSEMENT A.19 GERECHTELIJK AKKOORD 5 1 A.20 TRANSPORT VAN GOEDEREN A.21 ZEERECHT 2 A.23 BESLAGPROCEDURE A.27 KORT GEDING geen voorl. maatregel in echtscheiding A.28 HERROEPING GEZAG VAN GEWIJSDE IN JEUGDZAKEN B.1 PERSOONLIJK CONTACT 76 B.2 OUDERLIJK GEZAG 80 B.3 BEDRAG ALIMENTATIEGELD 49 B.4 PERSOONLIJK CONTACT GROOTOUDERS 13 B.6 ADOPTIE 1 IN FISCALE ZAKEN C.1 DIRECTE BELASTINGEN C.2 INDIRECTE BELASTINGEN ANDERE ZAKEN Totalen

12 C. Werkingsverslag Samenvattende staat strafsector Werkzaamheden Strafzaken - Correctionele jeugdzaken (jk-c) - Kamer van in beschuldigingstrelling (KI) nieuwe zaken Strafkamers beschikkingen T.A. tussenarresten zaken afgewerkt door eindarrest totaal hangende zaken gesloten onmidd. V.I. V.I. beroep gewezen verzet E.A. voeging verzet begin jaar eind jaar deuren aanh. rechtstr. tg. afw. arresten (soc) VK NT subtotaal jk-c KI totaal Opmerkingen: NT: dit zijn zaken die nog niet toebedeeld zijn De 17e kamer werd pas opgericht in september 2010 (na de afhandeling va de zaak L&H)

13 Vaststellingen betreffende de strafsector: 7 Het aantal strafzaken dat eind 2010 op behandeling wachtte, is over het jaar 2010 met 100 zaken gestegen (van naar zaken). evolutie van de hangende zaken - correctioneel (gegevens geput uit voorgaande werkingsverslagen) op 01 januari De vorige jaren werd een status quo gehaald: - Op 1/01/2010 wachtten 1839 zaken op behandeling. - Op 1/01/2009 wachtten 1848 zaken op behandeling. - Op 1/01/2008 wachtten 1838 zaken op behandeling. De verklaring voor de licht oplopende werklast: - is niet toe te schrijven aan de evolutie van de ingestelde hogere beroepen in strafzaken (zie hieronder punt 7); - is niet toe te schrijven aan het aantal uitgesproken arresten (zie hieronder punten 8 tot 10); - en evenmin aan een achterstand in het beraad (zie hieronder punt 33); - maar ligt in de beperkte personele omkadering van het hof van beroep te Gent (zie verder punt 17).

14 8 Het aantal ingestelde hogere beroepen in strafzaken kon in overleg met het Openbaar Ministerie vanaf 2008 worden teruggebracht en herleid tot het peil dat zowat in 2005 was bereikt. Het voorkwam een verdere aangroei, zoals dit op vandaag in de burgerlijke zaken het geval is. evolutie van de nieuwe zaken - correctioneel (gegevens geput uit voorgaande werkingsverslagen) nieuwe zaken Daartoe beperkt het Openbaar Ministerie het instellen van het hoger beroep tot manifeste schendingen van het strafrecht of tot een wezenlijk gecontesteerde of ongelijke bestraffing/vrijspraak. De politiek die het Openbaar Ministerie voert sluit aan bij de vaststelling dat in het hof van beroep te Gent maar 5 strafkamers kunnen ingezet worden voor de afhandeling van de strafzaken, naast de strafkamer die tot oktober 2010 de zaak L&H behandelde. Waar de afhandeling van de burgerlijke belangen van de strafzaak werd gescheiden, kon vanaf oktober 2010 een zesde strafkamer worden gevormd, die evenwel door de op ruststelling van de kamervoorzitter in maart 2011 niet voltallig is samengesteld (zie verder punt 23 betreffende de openstaande vacatures).

15 Datum Niet Niet Gefixeerd gefixeerd toewezen Totaal 3/06/ /07/ /08/ /09/ /10/ /11/ /12/ /01/ /02/ /03/ /04/ /05/ /06/ /07/ /08/ /09/ /10/ /11/ /11/ /12/ /01/ /02/ /03/ /04/ /07/ /09/ /10/ /11/ /12/ /01/ OM OM + Beklaagde(n) OM + Burg. partij(en) OM + Beklaagde(n) + Burg. partij(en) Beklaagde(n) Burg. partij(en) Beklaagde(n) + Burg. partij(en) error/ missing aantal rij% aantal rij% aantal rij% aantal rij% aantal rij% aantal rij% aantal rij% aantal rij% aantal rij% 3de kamer 9 3, , , , , , ,00 3de kamer (soc.) 4 6, , ,39 1 1,69 1 1, , ,00 4de kamer 6 2, , , , , ,68 1 0, ,00 6de kamer 2 1, , ,59 7 4, , ,00 8ste kamer 10 3, ,39 7 2,61 6 2, ,66 1 0, ,00 8ste kamer (L&H) , ,00 10 de kamer 12 6, , ,72 7 4, ,56 1 0, , ,00 17 de kamer 2 2, ,13 2 2, ,94 6 8, ,00 Vakantiekamer 1 5, , , ,00 Totaal 46 3, , , , ,93 3 0,23 2 0,15 4 0, ,00 De belangrijkste vaststelling over de laatste jaren blijft ongewijzigd: het aantal hangende strafzaken dat op zijn behandeling wacht blijft zeer hoog; zaken op 3/01/2011. Dit voorkomt dat de stelregel first in, first out zou kunnen worden aangehouden voor de nieuw ingeleide zaken, om accuraat en binnen nuttige tijd tot een bestraffing/vrijspraak te komen. Het geheugen van de media en de maatschappij is vrij kort, zodat de indruk ontstaat dat misdrijven onbestraft blijven nu zij eerst jaren later voor het hof van beroep te Gent worden behandeld. Zo deze stelregel first in, first out zou worden gevolgd, dreigen evenwel een aantal strafzaken te verjaren. De politiek die het Openbaar Ministerie volgt betreffende het instellen van hoger beroep draagt ertoe bij dat het aantal zaken dat op zijn behandeling wacht niet stijgt en aldus de dreigende verjaring in de hangende dossiers kan worden voorkomen. Zo bleef het aantal hogere beroepen dat de het Openbaar Ministerie zelf instelde in 2010 beperkt tot 3,51% van het totaal ingestelde hogere beroepen. Voor het overige volgt het Openbaar Ministerie wel de hogere beroepen: - die de beklaagden instellen (73,26 % van de hogere beroepen); - die de burgerlijke partijen instellen (7,10 % van de hogere beroepen); - die de burgerlijke partijen en de beklaagde samen instellen (5,50 % van de hogere beroepen) Totaal

16 9 De strafkamers hebben in 2010 in het totaal ( =) zaken beslecht. Tegenover 2009 ( =) betekent dit een daling met 19 zaken. Tegenover 2000 betekent dit ( = 3.930) een stijging van 327 zaken correctionele sector correctionele sector en sector KI correctionele zaken kam er van inbes chuldigings telling De tabellen verrekenen de afhandeling van de strafzaken, de zaken K.I. en de protectionele zaken van de jeugdkamer. Zij vertonen geen uitgesproken schommelingen, maar de cijfers moeten beoordeeld worden tegenover de achtergrond: - dat de werklast eigen aan de afhandeling van de strafzaken zelf (het verlenen van eindarrest op strafrechtelijk gebied en zo het mogelijk is, de afhandeling van de hiermee samenlopende burgerlijke belangen) in 2010 nog altijd onder 5 strafkamers moest worden verdeeld. De 6 de strafkamer was tot oktober 2010 betrokken op de afhandeling van de zaak L&H en verleende dus welgeteld 1 arrest (van meer dan blz.). Eerst vanaf oktober 2010 konden zaken aan de 6 de strafkamer (de 17 de kamer van het hof van beroep te Gent) worden toegewezen.

17 - dat het hof van beroep te Gent in 2010 evenmin nog kon rekenen op een raadsheer in overtal (dat was voordien het geval door een terugkeer binnen het korps van de voormalige eerste voorzitter en daarna van de voorzitter van de Phenixcommissie). Dit impliceerde ondermeer dat de kamer van in beschuldigingstelling - die de betwistingen beslecht eigen aan het vooronderzoek van de strafzaken - in 2010 alleen nog kon rekenen op 5 magistraten en niet langer op 6 magistraten. - dat de cijfers geen rekening houden met het ambtshalve toezicht van de K.I. op de lopende onderzoeksverrichtingen die meer dan 1 jaar oud zijn en evenmin met de uitzonderlijke onderzoeksopdrachten waarmee de kamervoorzitter of de raadsheren in de sector K.I. worden belast en de onderzoeken die de K.I. aan zich trekt. - dat op de afhandeling van de assisenzaken afzonderlijk wordt teruggekomen onder punt 10, hoewel dit mee de werklast bepaalt van de strafkamers. De magistraten van de strafkamers zitten immers ook de assisenprocedures voor. 10 Onderstaande tabel betreft de toewijzingen aan de strafkamers van de strafzaken en het aantal kartons (de dossierstukken eigen aan de zaken). De tabel is vrij accuraat, maar betreft alleen de eerste toewijzing van de zaak en niet haar eventuele latere her-toewijzing (waarbij zaken voor hun afhandeling van de ene strafkamer naar een andere strafkamer worden verwezen op grond van een onverenigbaarheid of niet beschikbaarheid van de magistraten). Zij weerhoudt evenmin de her-toewijzing van zaken aan de 17 de kamer van het hof van beroep te Gent, hetzij aan de kamer die werd ingesteld na de afhandeling van de zaak L&H. Bij deze her-toewijzing werden de hangende zaken voor de 6 de en 10 de kamer van het hof van beroep te Gent herverdeeld over de 6 de, 10 de en 17 de kamer. Maar ook na herverdeling en her-toewijzing blijft de vaststelling dat de werklast in de 6 de en 10 de kamer zeer hoog blijft; respectievelijk 333 en 483 hangende zaken einde Dit verklaart dat het aantal toewijzingen van nieuwe zaken aan die twee kamers ook in 2010 beduidend lager werd gehouden; respectievelijk 189 en 179 nieuwe zaken. Kamer (D)ossiers (K)artons Datum D K D K D K D K D K D K D K D K Totaal doss. Totaal kartons 07/01/ /01/ /01/ /01/ /02/ /12/ Totalen

18 11 Verder moet in acht worden genomen dat de magistraten, die zetelden in de 5 strafkamers, ook instonden voor de afhandeling van 18 assisenzaken, die verliepen over 136 zittingsdagen. Het aantal assisen is van 11 in 2007 gestegen naar 16/15 in 2008/2009 tot 18 in De magistraten die de het hof van assisen voorzaten moesten gedurende hun assisenzittingen worden vervangen in de strafkamers, waarin zij normaal zetelden. In de regel werden deze vervangingen verzorgd door de plaatsvervangende raadsheren, maar die maken geen projecten in strafzaken. arresten hoven van assisen aantal assisenzaken arresten - strafrechtelijk arresten - burgerrechtelijk aantal zittingsdagen Conclusie: De afhandeling van de zaken waarvoor de kamer van in beschuldigingstelling bevoegd is (kamer die door strakke termijnen gebonden is), zowel als de afhandeling van de protectionele jeugdzaken lopen geen vertraging op. De lange doorlooptijden van de strafzaken betreft uitsluitend de grondbetwistingen eigen aan strafzaken zelf. Maar de afhandeling van deze hangende strafzaken vraagt op zich al meer dan een jaar werk, waar de strafkamers vorig jaar zaken hebben afgewerkt (1.403 eindarresten en 20 voegingen). Deze werklast kan evenwel niet geïsoleerd worden van de realiteit, die de behandeling bij voorrang vereist van alle strafzaken met aangehouden beklaagden en van diverse andere zaken gezien hun maatschappelijke relevantie. Aan deze achterstand kan niet worden verholpen met het huidig kader aan magistraten (zie verder). De mogelijke oplossing ligt in het instellen van een of meer bijkomende kamers. Aan die kamers zou de afhandeling van de oude hangende zaken kunnen worden toevertrouwd, wat het mogelijk zou maken het first in, first out principe toe te passen (zie naar analogie de afhandeling van de burgerlijke belangen na strafvonnis).

19 D. Werkingsverslag Samenvattende staat afhandeling burgerlijke belangen na strafvonnis. Werkzaamheden Afhandeling burgerlijke belangen na strafvonnis Strafkamers nieuwe zaken beschikkingen tussenarresten zaken afgewerkt door eindarrest totaal E.A. voeging verstek kamer hangende zaken begin jaar eind jaar (soc) (soc) jk-c jk-c VK VK 3 3 NT NT KI KI Totaal Het aantal hangende burgerlijke belangen na strafvonnis is met 634 zaken gedaald. Deze daling is toe te schrijven aan de bijsturing van het beleid in de afhandeling van deze zaken; bijsturing die mee mogelijk werd: - in het licht van het strafarrest dat in de zaak L&H kon verwacht worden eind 2010; - in het licht van de benoemingen van plaatsvervangende raadsheren, die het kader van plaatsvervangende raadsheren eindelijk op beduidende wijze zou invullen. Het kader dat voorziet in 28 plaatsvervangende raadsheren was tot 2010 maar ingevuld met 11 plaatsvervangende raadsheren; in 2010 kwamen er 10 bij.

20 Als eerste stap werd in alle nieuw ingeleide burgerlijke belangen na strafvonnis meteen een vaststelling voor behandeling verleend, zoals dit gebeurt in de burgerlijke zaken sedert de wet Onkelinx van Deze vaststellingen werden verzorgd door de 24 ste aanvullende kamer onder voorzitterschap van raadsheer Jan Doom, bijgestaan door 2 plaatsvervangende raadsheren. Als volgende stap werd gestart met het doornemen van de burgerlijke belangen na strafvonnis die op de wachtrol staan. De partijen en hun raadsheren worden aangeschreven om de zaak in staat te stellen. Dit resulteerde ondertussen in de weglating van een groot aantal zaken, waarin geen enkele reactie meer kwam. Als derde stap werden alle hangende burgerlijke belangen na strafvonnis toegewezen aan de aanvullende 24 ste kamer, zodat de strafkamers meer ruimte krijgen voor de afhandeling van de eigenlijke strafzaken. Dit laatste werd mogelijk door de toezegging van 10 plaatsvervangende raadsheren die zich bereid hebben verklaard om vanaf september 2011 projecten te maken tot afhandeling van de burgerlijke belangen na strafvonnis. 14 Niettemin blijft ook hier de vaststelling dat meer dan zaken op hun afhandeling wachten. De afhandeling van deze zaken werd in 2011 integraal toevertrouwd aan de 24 de (aanvullende) kamer van beroep te Gent, maar het zal nog jaren duren vooraleer die kamer deze werklast aan oude zaken zal weggewerkt hebben. Enig lichtpunt: voor de afhandeling van de burgerlijke zaken na strafvonnis kan het principe first in, first out worden toegepast. Nieuwe zaken die vanaf 1 september 2011 aan de 18ste kamer zullen worden toegewezen, zullen onmiddellijk een vaststelling bekomen. De 18 de kamer is een nieuwe strafkamer, die zal worden opgenomen in de dienstregeling vanaf 1 september 2011 en zal worden voorgezeten door raadsheer Jan Doom met bijstand van 2 plaatsvervangende raadsheren, die de projecten zullen afwerken. Dit zal hopelijk het verder uitlopen van de werklast betreffende deze materie kunnen voorkomen.

21 E. Werkingsverslag 2010 De personele omkadering: aantal magistraten. 15 De stijging van de werklast die hierboven werd geschetst, loopt samen met de beperkte personele omkadering van het hof van beroep te Gent, dat niet in verhouding tot de andere ressorten heeft kunnen delen in de toekenning van tijdelijke kaders, om de gerechtelijke achterstand het hoofd te bieden. Vooraleer hieronder de personele omkadering toe te lichten, nog volgende toelichting over: - de notie gerechtelijke achterstand - en de bijwerkingen van de wet Onkelinx van 2007, die het hof van beroep te Gent niet kon ondervangen. De gerechtelijke achterstand die tot aan de van de wet Onkelinx van 2007 tot bestrijding van de gerechtelijke achterstand werd gedefinieerd als de wachttijd vanaf de aanvraag van een pleitdatum tot aan de vaststelling van de zaak was in het hof van beroep te Gent toen niet manifest: elke aanvraag van een pleitdatum kon het hof van beroep te Gent tot in 2007 zowat binnen het jaar honoreren. Het kwam toen nog de partijen en hun advocaten toe, om te zorgen dat in hun zaak een vaststelling werd verleend. De partijen en hun advocaten droegen toen nog zelf de verantwoordelijkheid voor de instaat-stelling van hun zaak. De advocaten en de partijen konden daarenboven voor het hof van beroep te Gent tot in 2007 al bij de inleiding van de zaak een vaststelling van hun zaak in hoger beroep vragen. Dit gebeurde toen in zowat een kwart van de zaken, zodat die zaken ook binnen het jaar werden behandeld. De wet Onkelinx van 2007 die volledig kan onderschreven worden in zijn opzet, voorzag dat elke zaak meteen bij het instellen van het hoger beroep moest worden vastgesteld. Aldus legde de wetgever de verantwoordelijkheid voor de dagstellingen vanaf 2007 integraal bij de rechter en kwamen de verzoeken tot vaststelling van de zaken die op hun behandeling wachten in samenloop met de nieuwe hogere beroepen die meteen moesten worden vastgesteld. Waar de wet Onkelinx niet in een overgangsmaatregel voorzag die had toegelaten om de bijwerkingen te overbruggen kon het hof van beroep te Gent dat vanaf 1995 niet evenredig deelde in de herzieningen van zijn personele omkadering het hoofd niet bieden aan deze nefaste bijwerking en liepen de vaststellingen van de zaken uit. 16 Tot in 1990 telde het hof van beroep te Gent evenveel magistraten als het hof van beroep te Brussel. Deze verhoudingen werden vanaf 1995 telkens in het nadeel van het hof van beroep te Gent gewijzigd. - Het hof van beroep te Gent genoot over de periode alleen de uitbreidingen die ook het hof van beroep te Luik werden toegekend (11 magistraten in meer). - Het hof van beroep te Antwerpen (20 magistraten in meer) en het hof van beroep te Brussel (22 magistraten in meer) genoten zowat het dubbele van deze uitbreiding.

22 - Eind 2004 was het kader van het hof van beroep te Antwerpen aangegroeid tot 63 magistraten en het kader van het hof van beroep te Brussel tot 71 magistraten. Eerst 8 maanden later en dan nog met in achtneming van de behandeling van zaak L&H die eraan kwam en die de voltijdse inzet van 3 magistraten vereiste over de periode mei 2007 tot eind september 2010 werd het kader uitgebreid tot 57 magistraten. - De afhandeling van de zaak L&H impliceerde dat het hof van beroep te Gent in wezen maar over 54 magistraten beschikte voor de afhandeling van de zaken (op de zaak L&H na). Om tot de gemiddelde bezetting te komen moet ook nog rekening gehouden worden met de ziekteverloven, maar dit wordt als externe factor niet verrekend. Magistraten Aangroei hoven van 30/03/1994 9/07/ /07/ /11/ /03/ /12/ /08/ /12/ /03/2007 in beroep cijfers Procentueel Antwerpen (+1) 48 (+4) 51 (+3) (+12) ,51% Brussel 49 51(+2) 56 (+5) 62 (+6) (+9) ,90% Gent (+1) 50 (+3) 52 (+2) (+5) ,91% Luik (+1) 36 (+3) 38 (+2) (+5) ,38% Bergen (+1) 26 (+3) 27 (+1) 28 (+1) (+2) 8 36,36% Hieronder wordt het kader aan magistraten afgewogen: - punt 18: tegenover de bevolkingscijfers, aantal notarissen, gerechtsdeurwaarders en rechters op de eerste aanleggen; - punt 19: tegenover de evolutie van ingestelde hogere beroepen over de periode voor de hoven van beroep; - punt 20: tegenover de evolutie van hangende zaken over de periode voor de hoven van beroep; - punt 21: tegenover de evolutie van afgehandelde zaken over de periode voor de hoven van beroep; - punt 22: tegenover het aantal nieuwe zaken, ingeleid voor de rechtbanken van eerste aanleg en koophandel (waartegen hoger beroep kan worden ingesteld voor de hoven van beroep). Deze cijfers, die met andere criteria kunnen worden aangevuld, wijzen op een beperkte personele omkadering van het hof van beroep te Gent. Deze beperkte omkadering gaat in de tijd terug tot minstens 2005, hetzij nu al 5 jaar. In de hypothese dat een magistraat een 100 eindarresten per jaar zou verwerken, houdt dit op vandaag in dat over deze periode per magistraat 500 eindarresten zouden gewezen zijn. En hierboven werd al aangegeven dat de beperkte omkadering ook nog moet worden afgelijnd tegen de achtergrond van het proces L&H, dat de voltijdse inzet van 3 magistraten vereiste over de periode mei 2007 tot eind september Onder punt 30 wordt stilgestaan bij de weerslag van de omzendbrief 154 van 23 december 2009 van de Minister van Justitie, die onder meer de publicaties van de vacatures met 2 maanden vertraagt op de al beperkte omkadering van het hof van beroep te Gent.

23 17 Afweging van het aantal magistraten tegenover de bevolkingscijfers, aantal notarissen, gerechtsdeurwaarders en rechters in 1 ste aanleg. 31/12/ /12/2009 1ste aanleg koophandel Bevolking op Notarissen Aktes Aktes Aktes Gerechtsdeurwaarders Magistraten 31/03/2011 Magistraten 31/12/ OOST- VLAANDEREN WEST- VLAANDEREN ANTWERPEN LIMBURG Beroep VLAAMS-BRABANT BRUSSEL BRABANT WALLON LIEGE LUXEMBOURG NAMUR HAINAUT TOTAAL

24 18 evolutie nieuwe zaken hoven van beroep (burgerlijk; ) antwerpen brussel gent luik bergen

25 19 evolutie hangende zaken hoven van beroep (burgerlijk; ) antwerpen brussel gent luik bergen

26 20 Aantal zaken ingeleid voor de rechtbanken van eerste aanleg en koophandel Aantal nieuwe zaken 2009 Eerste aanleg burgerlijk Eerste aanleg correctioneel Eerste aanleg jeugd Koophandel TOTAAL OOST- VLAANDEREN WEST- VLAANDEREN ANTWERPEN LIMBURG VLAAMS- BRABANT BRUSSEL BRABANT WALLON LIEGE LUXEMBOURG NAMUR HAINAUT TOTAAL

27 21 De vertraging in de publicaties van vacatures (die één van de budgettaire besparingsmaatregelen van de omzendbrief 154 van 23 december 2009 van de Minister van Justitie was) werd lineair en zonder nadere afweging gehandhaafd. Deze lineaire maatregel trof in het bijzonder het hof van beroep te Gent, gezien het juist al kampte met een beperkte omkadering. De impact van deze maatregel strekt veel verder dan de al even lineair uitgevaardigde maatregel betreffende de bodes ter terechtzitting uit dezelfde omzendbrief (zie het werkingsverslag 2010, werkjaar 2009 voor meer gegevens betreffende de bodes ter terechtzitting). Het belang van tijdige publicaties werd altijd vooropgesteld door het ressort van het hof van beroep te Gent, gezien het uitstel van de publicaties van de vacatures een verstrekkende weerslag op de doorlooptijden van de zaken zou kennen, die rechtstreeks zou bijdragen tot een groeiende gerechtelijke achterstand in het ressort en in het bijzonder in het hof van beroep te Gent. De quota aan bodes werden opnieuw in overweging genomen, wat leidde tot een herziening van de toegekende quota onder de ressorten van de hoven van beroep. De daarbij aansluitende afspraak, dat elke verdere besparing aan het ressort zou toekomen dat verdere besparingen op de quota maakte, werd evenwel niet integraal nagekomen. De quota aan bodes ter terechtzitting werden binnen het ressort van het hof van beroep te Gent niet opgenomen in 2010 om ruimte te laten voor de invulling van de vacatures en de inlevering op de quota werden maar gedeeltelijk omgezet in de aanwerving van 2 referendarissen/contractuele juristen, één bestemd voor de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk die eerst in april 2011 werd benoemd, en één voor de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde die nog moet worden benoemd. De besparingen die in 2010 op de toegestane quota werden gemaakt en die verder in 2011 worden gemaakt en op zich al toelaten te voorzien in de benoeming van de twee referendarissen/contractuele juristen hadden ruim volstaan om de publicaties van de vacatures die in het hof van beroep te Gent openvielen, niet te vertragen. 22 Op vandaag (26 mei 2011) staan drie vacatures open die nog niet werden ingevuld, juist omdat de publicaties van de openstaande plaatsen toch verder werden vertraagd met 2 maanden tegen de gemaakte afspraken in. Ondertussen hebben ook nog 2 kamervoorzitters hun op ruststelling aangevraagd en bekomen, maar de publicaties van deze vacatures blijven alweer uit. Niet alleen de werking van het hof van beroep te Gent wordt hierdoor verder gehypothekeerd. Ook de belangen van de gedingpartijen uit Oost- en West-Vlaanderen zijn niet op gelijke wijze gewaarborgd, als die van de andere Belgische gedingpartijen: de omlooptijd van de burgerlijke zaken zal in het hof van beroep te Gent verder blijven oplopen, waar: - bij de toekenning van de tijdelijke kaders om de gerechtelijke achterstand weg te werken en sommige negatieve gevolgen van de wet Onkelinx op te vangen het hof van beroep te Gent werd miskend; - de resultaten van een werklastmeting uitblijven en gesteld wordt, dat binnen de eerste 4 jaar geen concrete resultaten mogen verwacht worden op basis waarvan de huidige kaders zouden kunnen worden herzien; - binnen de budgettaire en politieke context blijkbaar ook geen bereidheid of budgettaire ruimte aanwezig is om de omkadering van het hof van beroep te Gent te herzien.

28 F. Werkingsverslag 2010 De personele omkadering: de griffie 23 Het aantal griffiers waarover het hof van beroep te Gent beschikt is bij wet verbonden aan het aantal magistraten. Het kader aan griffiers is dan ook navenant: 1 hoofdgriffier, 3 diensthoofden en 29 griffiers tegenover 57 raadsheren. De verhouding tussen het aantal magistraten en griffiers levert een omgekeerde piramide op: 0,5 op 1 magistraat. In Nederland ligt de verhouding heel anders: 3 op 1 magistraat. In bijlage bij het werkingsverslag vindt U de verslaggeving dd. 30 mei 2011 van de waarnemende hoofdgriffier, die een gedetailleerde taakverdeling onder de griffiers inhoudt. Die taakverdeling leert dat de reële omkadering van de 56 rechtsprekende magistraten in het hof van beroep te Gent maar bestaat uit 19 zittinggriffiers (de eerste voorzitter spreekt eerder uitzonderlijk nog recht); zowat een volledige omkering van de Nederlandse verhouding. 24 Naast de algemene problematiek die verband houdt met het statuut van het gerechtspersoneel van griffies en parket (problemen betreffende de werving, de bevordering en selectie; mutaties en detacheringen) wordt de achterhaalde structurele verhouding tussen het aantal magistraten en de griffiers teveel uit het oog verloren. In de hoven van beroep zetelden vroeger alleen collegiale kamers. Met 57 raadsheren had dit betekend dat in het hof van beroep te Gent 19 kamers zouden zetelen en elke kamer wel over zijn eigen griffier had kunnen beschikken. Op vandaag wordt evenwel meer dan de helft van het aantal zaken door een kamer met een alleenzetelende rechter afgehandeld, wat mee is ingegeven om de doorlooptijden enigszins te beheersen. In het hof van beroep te Gent moeten griffiers op vandaag de zittingen verzorgen van 2 tot soms 3 kamers. Een binding van de griffier met de magistraten van de kamers ontbreekt dan ook. En dit impliceert: - dat de omkadering waarover de magistraten beschikken, verwatert - en de taakinvulling van de griffier wordt uitgehold tot de afwerking van de diverse zittingen en de loutere verwerking van de projecten die de magistraten van de diverse kamers overmaken. Griffiers kunnen het meewerken aan de invulling van de projecten onvoldoende opnemen. En wat het geval is voor de magistraten, geldt ook voor de griffiers: hun inzetbaarheid voor andere taken en hun aanwezigheid op het Nationale forum (in externe initiatieven en opleidingen, o.a. in ICTprojecten) wordt gehypothekeerd.

29 G. Werkingsverslag 2010 De personele omkadering: coördinator/directeur/hrm-adviseur coördinator/directeur/hrm-adviseur plaatsvervangende magistraten en bodes 25 Coördinator/directeur/HRM-adviseur Het kan alleen maar worden herhaald, dat ook de vraag naar een bijkomende ondersteuning van het bestuur van het hof van beroep te Gent door een coördinator of directeur of HRM-adviseur (waarover de hoven van beroep te Antwerpen, Brussel en Luik wel beschikken) sedert 2008 al even onbeantwoord bleef. De leiding van het hof van beroep te Gent berust alleen bij de eerste voorzitter die éénmaal per maand overlegt met het directiecomité samengesteld uit de 6 sectorverantwoordelijken, die naast de leiding van de sector ook allen voltijds een kamer voorzitten. 26 De impact eigen aan het ontbreken van een coördinator is veel groter dan op eerste zicht zou worden verwacht (en zou ook nooit zo groot mogen zijn). Zonder coördinator/directeur/adviseur-hrm kon het hof van beroep te Gent zijn goede betrekkingen met het kabinet en de administratie minder verzorgen en kon het evenmin als bevoorrechte partner binnen dit netwerk nieuwe initiatieven eerst in het eigen voordeel afwegen (uit welke hoek de nieuwe initiatieven ook mochten komen). Erger nog, de initiatieven die het hof van beroep te Gent in het algemeen belang van de rechterlijke orde nam, worden tot op vandaag binnen dit netwerk nog altijd in eerste orde bevraagd in het voordeel van de eigen instanties van de bevoorrechte partners. Als niet-bevoorrechte partner binnen het netwerk kan het hof van beroep te Gent alleen van op de zijlijn toekijken. De voorbeelden zijn legio; zie o.a. het werkingsverslag over de informatica. 27 Referendarissen Voor een betere en adequate omkadering van het hof van beroep te Gent werden alleen een paar symptomatische oplossingen aangereikt: - Het kader aan referendarissen/contractuele juristen waarover het hof van beroep te Gent tot in 2010 beschikte, werd uitgebreid van 2 naar 8. Zij konden vanaf 1 september 2010 effectief worden ingezet. - En met dank aan de Oost- en West Vlaamse balies: het kader aan plaatsvervangende raadsheren kon in het hof van beroep te Gent eindelijk in grote mate worden ingevuld. Een verdere invulling van het kader aan referendarissen waarover de hoven van beroep konden beschikken en de bereidheid van de rechtbank van eerste aanleg te Gent om één van zijn referendaris af te staan in het voordeel van het hof van beroep te Gent, lieten toe om vanaf 1 september 2010 het project op te starten, dat al in 2008 werd voorbereid en voorzag dat elk van 6 collegiale burgerlijke kamers en de familiekamers zouden versterkt worden met één referendaris. Alle referendarissen werden toegewezen aan een welbepaalde kamer:

30 - 2 referendarissen werken in de sector van het familierecht, waar zij mee de bemiddeling en de schikkingen helpen structuren (een project dat de kortgedingrechter in familiezaken meedraagt met de jeugdrechter in het hof van beroep te Gent en waarvoor verwezen wordt naar de sectorverslagen). - 5 referendarissen werken in een collegiale burgerlijke kamer, waar zij mee de zittingen voorbereiden, de pleidooien en beraadslaging volgen in de zaken die zij opvolgen. Dit moet bijdragen tot de invulling van de actieve rol van de rechter, waarin de wetswijziging van 26 april 2007 heeft voorzien (artikel 756ter van het gerechtelijk wetboek). - 1 referendaris met bijzondere interesse in het strafrecht, werd toegewezen aan een strafkamer (en niet zoals eerst voorzien aan de fiscale kamer). De uitvoering van het project referendarissen/contractuele juristen werd van bij de opstart in twee fasen gepland: een aanloopperiode voor de introductie van 8 referendarissen/contractuele juristen, een jaar later gevolgd door een tweede introductie van 8 referendarissen/contractuele juristen. Het opzet was om eerst in de collegiale kamers de binding te maken met een referendaris/contractuele jurist en pas daarna in de kamer met een alleensprekende rechter. In mei 2011 werd een eerst evaluatie van deze projectwerking gemaakt met de referendarissen zelf. Deze evaluatie moet nog nader overlegd worden met alle betrokken kamervoorzitters. Nog dit jaar (2011) nemen 3 referendarissen een bevallingsverlof op en op 1 oktober 2011 vat een referendaris zijn gerechtelijke stage aan. Dat zal het effectief kader aan referendarissen na één jaar werking al op de helft brengen en hun opleiding en hun inzetbaarheid onderbreken. Het spreekt voor zich dat dit zal wegen op de continuïteit van de beoogde en ondertussen met hen opgezette werking van de kamers waarin zij werkzaam waren, zo niet in hun vervanging kan worden voorzien. 28 Plaatsvervangende raadsheren en aanvullende kamers Tot 2010 beschikte het hof van beroep te Gent maar over 12 plaatsvervangende raadsheren op een kader van 28 plaatsvervangende raadsheren. Dit kader werd in 2010 ingevuld tot 21. In 2011 werd nog een plaatsvervangend raadsheer benoemd. Op vandaag blijven nog 6 plaatsen vacant. De minister van justitie zal worden verzocht om over te gaan tot de publicatie van deze vacatures. De Oost- en West-Vlaamse balies zullen daarna opnieuw worden aangezocht, ook voor de invulling van deze vacatures te zorgen. De tussenkomst van de plaatsvervangende raadsheren is op vandaag essentieel voor het hof van beroep te Gent. Het hof van beroep te Gent is hen erkentelijk, temeer dat hun tussenkomst in de wachtdiensten nog altijd volledig onvergoed is en hun verplaatsingsonkosten niet eens worden vergoed. - Hun medewerking voorkwam dat de werking van een strafkamer en een burgerlijke kamer moest worden onderbroken na het wegvallen van 2 kamervoorzitters en 1 raadsheer (3 vacatures). Zij vullen de collegiale kamers aan, zodat de werking van die kamers tot aan het gerechtelijk verlof 2011 is verzekerd.