ARREST VAN HET HOF 8 maart 2001 *

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ARREST VAN HET HOF 8 maart 2001 *"

Transcriptie

1 ARREST VAN HET HOF 8 maart 2001 * In zaak C-215/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het Landesgericht Feldkirch (Oostenrijk), in het aldaar aanhangige geding tussen Friedrich Jauch en Pensionsversicherungsanstalt der Arbeiter, om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van de artikelen 10 bis, lid 1, en 19, lid 1, van verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, in de versie zoals gewijzigd en bijgewerkt bij verordening (EG) nr. 118/97 van de Raad van 2 december 1996 (PB 1997, L 28, blz. 1), * Procestaal: Duits. I

2

3 gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 14 december 2000, het navolgende Arrest 1 Bij beschikking van 16 maart 1999, bij het Hof ingekomen op 7 juni daaraanvolgend, heeft het Landesgericht Feldkirch krachtens artikel 177 EG- Verdrag (thans artikel 234 EG) een prejudiciële vraag gesteld over de uitlegging van de artikelen 10 bis, lid 1, en 19, lid 1, van verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, in de versie zoals gewijzigd en bijgewerkt bij verordening (EG) nr. 118/97 van de Raad van 2 december 1996 (PB 1997, L 28, blz. 1; hierna: verordening nr. 1408/71"). 2 Deze vraag is gerezen in een geding tussen Jauch en de Pensionsversicherungsanstalt der Arbeiter over de weigering van laatstgenoemde om Jauch het Pflegegeld" (hierna: verzorgingsuitkering") te betalen, waarin het Bundespflegegeldgesetz (Oostenrijkse federale wet betreffende de verzorgingsuitkering, BGBl I, 1993, blz. 110; hierna: BPGG") voorziet. I

4 ARREST VAN ZAAK C-215/99 De gemeenschapsregeling 3 Artikel 4, lid 1, van verordening nr. 1408/71 bepaalt: Deze verordening is van toepassing op alle wettelijke regelingen betreffende de volgende takken van sociale zekerheid: a) prestaties bij ziekte [...]; b) prestaties bij invaliditeit [...]; c) uitkeringen bij ouderdom; [...]" 4 Krachtens artikel 4, lid 2 bis, is verordening nr. 1408/71 van toepassing op de bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties die vallen onder een andere wetgeving of een ander stelsel dan bedoeld in lid 1 van dit artikel, wanneer deze prestaties met name bestemd zijn om bij wijze van vervangende, aanvullende of bijkomende prestatie, de gebeurtenissen te dekken die onder de in lid 1 bedoelde takken vallen. I

5 5 Artikel 10 bis, lid 1, van verordening nr. 1408/71 bepaalt: Niettegenstaande de bepalingen van artikel 10 en van titel III ontvangen de personen waarop deze verordening van toepassing is, de bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties als bedoeld in artikel 4, lid 2 bis, uitsluitend op het grondgebied van de lidstaat waar zij wonen en krachtens de wetgeving van die lidstaat, voorzover deze prestaties zijn vermeld in bijlage II bis. De prestaties worden door en voor rekening van het orgaan van de woonplaats verleend." 6 Bijlage II bis bij verordening nr. 1408/71, met als opschrift Bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties", vermeldt onder punt K. Oostenrijk, sub b, het volgende: Bijstand (Pflegegeld) op grond van de Federale Oostenrijkse wet inzake bijstand (Bundespflegegeldgesetz) met uitzondering van bijstand verleend door instellingen voor ongevallenverzekering indien de handicap is veroorzaakt door een arbeidsongeval of een beroepsziekte." 7 Ten slotte bepaalt artikel 19, lid 1, van verordening nr. 1408/71, dat deel uitmaakt van titel III van deze verordening: De werknemer die op het grondgebied van een andere lidstaat dan de bevoegde staat woont en aan de in de wettelijke regeling van de bevoegde staat gestelde I

6 ARREST VAN ZAAK C-215/99 voorwaarden voor het recht op prestaties voldoet, heeft [...] in de staat op het grondgebied waarvan hij woont, recht op: a) verstrekkingen, welke voor rekening van het bevoegde orgaan door het orgaan van de woonplaats worden verleend, volgens de door dit orgaan toegepaste wettelijke regeling, alsof hij bij laatstbedoeld orgaan was aangesloten; b) uitkeringen welke door het bevoegde orgaan worden verleend volgens de door dit orgaan toegepaste wettelijke regeling. Na overeenstemming tussen het bevoegde orgaan en het orgaan van de woonplaats kunnen deze uitkeringen evenwel door laatstbedoeld orgaan voor rekening van het eerstbedoelde worden verleend volgens de wettelijke regeling van de bevoegde staat." De nationale wettelijke regeling 8 Blijkens artikel 1 van het sinds 1993 in Oostenrijk geldende BPGG is de verzorgingsuitkering bedoeld om zorgbehoevende personen door middel van een forfaitaire bijdrage te verzekeren van hulp en bijstand, zodat zij meer kansen hebben om een autonoom en aan hun behoeften aangepast leven te leiden. Artikel 3, lid 1, van het BPGG definieert het toepassingsgebied ratione personae van deze uitkering, en bepaalt met name dat de betrokken personen op die uitkering recht hebben voorzover zij hun gewone verblijfplaats in Oostenrijk hebben. 9 Krachtens artikel 22 van het BPGG wordt de verzorgingsuitkering betaald door de instellingen voor de wettelijke pensioen- en ongevallenverzekering. Artikel 23 van het BPGG bepaalt evenwel, dat de staat de instellingen voor de wettelijke pensioenverzekering vergoedt voor de lasten die zij hebben gedragen in verband met de verzorgingsuitkering, de verstrekkingen, de reiskosten, de medische controledienst en andere verzorging, de kosten van betekening, het overeenkom I

7 stige aandeel in de administratieve kosten, en de overige kosten, voorzover deze lasten overeenkomstig deze wet worden bewezen in de afzonderlijke resultatenrekening die krachtens de op de socialeverzekeringsinstellingen toepasselijke bepalingen moet worden opgesteld". Het hoofdgeding 10 Jauch is een Duits onderdaan, die altijd in Lindau heeft gewoond, een Duitse stad vlakbij de grens met Oostenrijk. Hij werkte in Oostenrijk van mei 1941 tot juni In die periode was hij verplicht verzekerd. Daarna werkte hij in Oostenrijk van juli 1958 tot november In die periode was hij vrijwillig verzekerd onder het Oostenrijkse pensioenverzekeringsstelsel. Hij heeft aldus 480 verzekeringsmaanden vervuld in Oostenrijk en ontvangt sedert 1 mei 1995 een pensioen van de Pensionsversicherungsanstalt der Arbeiter. 11 Aangezien zijn verzekeringstijdvakken in Duitsland te verwaarlozen zijn, ontvangt Jauch geen enkel Duits pensioen. Wel ontving hij van 1 september 1996 tot 31 augustus 1998 krachtens een besluit van 28 november 1996 prestaties uit hoofde van de Duitse zorgverzekering, die werden betaald door de Allgemeine Ortskrankenkasse (AOK) Bayern, Pflegekasse Lindau. Doch met een beroep op het arrest van het Hof van 5 maart 1998, Molenaar (C-160/96, Jurispr. blz. I-843), staakte deze instelling de betaling van deze prestaties. 12 Bij beschikking van 7 september 1998 wees de Pensionsversicherungsanstalt der Arbeiter het verzoek van Jauch om toekenning van de verzorgingsuitkering krachtens het BPGG af. Het recht op een uitkering wegens zijn zorgbehoevend- I

8 ARREST VAN ZAAK C-215/99 heid werd hem dus geweigerd door de bevoegde instellingen in Oostenrijk en in Duitsland. Tegen deze weigeringen stelde Jauch in beide lidstaten beroep in. 13 In het in Oostenrijk voor het Landesgericht Feldkirch ingestelde beroep, concludeerde verweerster in het hoofdgeding tot de afwijzing van het beroep, op grond dat de verzorgingsuitkering krachtens het BPGG uitdrukkelijk in bijlage II bis van verordening nr. 1408/71 is vermeld als een bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestatie in de zin van artikel 10 bis van deze verordening, waarvoor uitsluitend personen die wonen op het grondgebied van de betrokken lidstaat in aanmerking komen. 14 Gelet op de bijzondere omstandigheden waaronder de financieringsmodaliteiten van de verzorgingsuitkering in werking zijn getreden, met een gelijktijdige verhoging van de bijdrage aan de ziekteverzekering, vraagt het Landesgericht zich evenwel af, of deze uitkering wel degelijk een bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestatie is in de zin van artikel 4, lid 2 bis, in samenhang met artikel 10 bis van verordening nr. 1408/ Het Landesgericht Feldkirch heeft derhalve besloten de behandeling van de zaak te schorsen, en het Hof te verzoeken om een prejudiciële beslissing over de volgende vraag: Is het in strijd met artikel 19, lid 1, van verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971, betreffende de toepassing van de socialezekerheidsrege lingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, in de thans geldende versie, dat voor het recht op een verzorgingsuitkering (,Pflegegeld') krachtens het Bundespflegegeld gesetz (BPGG federale wet betreffende de verzorgingsuitkering BGBl 110/1993), in de thans geldende versie, als voorwaarde wordt gesteld, dat de zorgbehoevende zijn gewone verblijfplaats in Oostenrijk heeft?" I

9 De prejudiciële vraag 16 Met deze vraag wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen, of de verzorgingsuitkering krachtens het BPGG kan worden beschouwd als een bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestatie in de zin van artikel 10 bis van verordening nr. 1408/71, dat bepaalt dat de betrokken personen voor zulk een prestatie uitsluitend in aanmerking komen wanneer zij wonen op het grondgebied van de lidstaat en voldoen aan de wetgeving van die lidstaat, dan wel of de verblijfsvoorwaarde, waarvan de toekenning van de verzorgingsuitkering afhankelijk wordt gesteld, in strijd is met artikel 19, lid 1, van verordening nr. 1408/71 en de overeenkomstige bepalingen van de andere afdelingen van hoofdstuk 1 van titel III van deze verordening. 17 Zoals in punt 6 van het onderhavige arrest is uiteengezet, is de toekenning van de verzorgingsuitkering vermeld in de lijst in bijlage II bis bij verordening nr. 1408/71 van bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties in de zin van artikel 4, lid 2 bis, van deze verordening. De Oostenrijkse regering betoogt, dat de vermelding van een prestatie op deze lijst volstaat om de betrokken uitkering als een bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestatie aan te merken. Zij beroept zich hiervoor op de arresten van 4 november 1997, Snares (C-20/96, Jurispr. blz. I-6057), 11 juni 1998, Partridge (C-297/96, Jurispr. blz. I-3467), en 25 februari 1999, Swaddling (C-90/97, Jurispr. blz. I-1075). In punt 30 van voormeld arrest Snares heeft het Hof geoordeeld, dat uit de vermelding van een regeling betreffende een onderhoudsuitkering voor gehandicapten in bijlage II bis van verordening nr. 1408/71 moet worden afgeleid, dat de op basis van deze regeling verleende prestaties bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties zijn. In punt 31 van voormeld arrest Partridge, en in punt 24 van voormeld arrest Swaddling, heeft het Hof dezelfde redenering gebruikt, om de rechtsgrondslag van respectievelijk een verzorgingstoelage voor gehandicapten en een inkomenssteunregeling te verduidelijken. Doch in deze drie zaken stond niet ter discussie, dat de betrokken prestaties bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties waren. 18 Er zij aan herinnerd, dat artikel 4, lid 2 bis, van verordening nr. 1408/71 slaat op de bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties" die onder een andere wetgeving vallen dan die met betrekking tot de traditionele takken van sociale zekerheid in de zin van artikel 4, lid 1, van deze verordening, I

10 ARREST VAN ZAAK C-215/99 en zelfs onder de sociale en medische bijstand, die krachtens artikel 4, lid 4, van verordening nr. 1408/71 uitdrukkelijk van het toepassingsgebied daarvan is uitgesloten, maar die toch een aanknopingspunt hebben met de sociale zekerheid als bedoeld in deze verordening, nu zij bestemd zijn om, bij wijze van vervangende, aanvullende of bijkomende prestatie, risico's te dekken die overeenkomen met de in artikel 4, lid 1, van deze verordening bedoelde takken van sociale zekerheid. 19 Overigens komen voor de in artikel 4, lid 2 bis, van verordening nr. 1408/71 bedoelde bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties krachtens artikel 10 bis van deze verordening uitsluitend in aanmerking personen die op het nationaal grondgebied wonen, voorzover deze prestaties in bijlage II bis van deze verordening zijn vermeld. 20 Volgens vaste rechtspraak van het Hof (zie, bijvoorbeeld, arrest van 25 februari 1986, Spruyt, 284/84, Jurispr. blz. 685, punten 18 en 19) dienen de krachtens artikel 51 EG-Verdrag (thans, na wijziging, artikel 42 EG) vastgestelde bepalingen van verordening nr. 1408/71 te worden uitgelegd met inachtneming van het doel van dit artikel, dat beoogt bij te dragen tot het tot stand brengen van een zo groot mogelijke vrijheid van verkeer voor migrerende werknemers. Het doel van de artikelen 48 en 49 EG-Verdrag (thans, na wijziging, artikelen 39 EG en 40 EG), 50 EG-Verdrag (thans artikel 41 EG), en 51 van het Verdrag zou niet bereikt zijn, indien de werknemers als gevolg van de uitoefening van hun recht op vrij verkeer socialezekerheidsvoordelen zouden verliezen die hun door de wettelijke regeling van een lidstaat worden toegekend, met name wanneer deze voordelen de tegenprestatie vormen voor door hen betaalde bijdragen. 21 In dit kader mag de gemeenschapswetgever bepalingen vaststellen die afwijken van het beginsel van exporteerbaarheid van socialezekerheidsuitkeringen (zie, met name, het reeds aangehaalde arrest Snares, punt 41). Dergelijke afwijkende bepalingen, zoals deze waarin artikel 10 bis van verordening nr. 1408/71 voorziet, moeten strikt worden uitgelegd. Dit betekent, dat zij slechts van toepassing zijn op de prestaties die aan de door hen vastgestelde voorwaarden voldoen. Hieruit volgt, dat artikel 10 bis slechts kan slaan op de prestaties die aan de voorwaarden van artikel 4, lid 2 bis, van verordening nr. 1408/71 I

11 voldoen, namelijk prestaties die zowel bijzonder zijn als niet op premie- of bijdragebetaling berusten, en die in bijlage II bis bij deze verordening zijn vermeld. 22 Onderzocht moet dus worden of de prestatie in het hoofdgeding, die in bijlage II bis bij verordening nr. 1408/71 is vermeld, bijzonder is en niet op premie- of bijdragebetaling berust. Bijzondere prestatie 23 Terwijl de Duitse regering en de Commissie erkennen dat de verzorgingsuitkering een prestatie is die onder verordening nr. 1408/71 valt, betoogt de Oostenrijkse regering, dat deze uitkering deel uitmaakt van de maatregelen die het socialebijstandsbeleid van de regering vormen. Haars inziens heeft het risico zorgbehoevendheid" meer gemeen met het risico armoede" dan met het risico ziekte". 24 Vastgesteld moet echter worden, dat het Hof over deze vraag reeds uitspraak heeft gedaan in voormeld arrest Molenaar. Daarin heeft het geoordeeld, dat de Duitse bepalingen betreffende de toekenning van prestaties krachtens de Pflegeversicherung de rechthebbenden een wettelijk omschreven recht geven, en dat dit soort prestaties, die bedoeld zijn ter verbetering van de gezondheid en de levensomstandigheden van zorgbehoevende personen, er dus in wezen op gericht zijn, een aanvulling te vormen op de prestaties krachtens de ziekteverzekering. 25 Volgens vaste rechtspraak nu, kan een uitkering als een socialezekerheidsuitkering worden beschouwd, wanneer zij, zonder individuele en discretionaire beoordeling van de persoonlijke behoeften, aan de rechthebbenden wordt I

12 ARREST VAN ZAAK C-215/99 toegekend op grond van een wettelijk omschreven positie en verband houdt met één van de in artikel 4, lid 1, van verordening nr. 1408/71 uitdrukkelijk genoemde eventualiteiten (arresten van 27 maart 1985, Hoeckx, 249/83, Jurispr. blz. 973, punten 12-14; 20 juni 1991, Newton, C-356/89, Jurispr. blz. I-3017; 16 juli 1992, Hughes, C-78/91, Jurispr. blz. I-4839, punt 15, en Molenaar, reeds aangehaald, punt 20). Op basis van deze rechtspraak en gelet op de constitutieve elementen van de prestaties krachtens de Duitse zorgverzekering, heeft het Hof in punt 25 van voormeld arrest Molenaar geoordeeld, dat deze prestaties als prestaties bij ziekte" in de zin van artikel 4, lid 1, sub a, van verordening nr. 1408/71 moeten worden aangemerkt, en in punt 36 van dit arrest, als uitkeringen" van de ziekteverzekering, als bedoeld in met name artikel 19, lid 1, sub b, van deze verordening. 26 Voorzover in het hoofdgeding de verzorgingsuitkering op nationaal vlak onder een andere juridische regeling valt, neemt zulks niet weg dat zij identiek is aan de prestaties van de Duitse zorgverzekering die in voormeld arrest Molenaar aan de orde was, aangezien zij eveneens op objectieve grondslagen wordt toegekend, op grond van een wettelijk omschreven situatie. 27 In dit verband is het enerzijds zo, dat het recht op betaling van een verzorgingsuitkering krachtens artikel 3, lid 1, BPGG slechts wordt toegekend aan de rechthebbenden op een uitkering wegens arbeidsongeval of beroepsziekte of aan de rechthebbenden op een pensioen krachtens het Allgemeine Sozialversicherungsgesetz. Anderzijds moet krachtens de artikelen 22 en 23 BPGG de last van deze uitkering voorlopig worden gedragen door de instellingen voor de wettelijke pensioen- en ongevallenverzekering, die vervolgens uit de federale staatsbegroting voor de betaalde voorschotten worden vergoed. 28 De toekenningsvoorwaarden van de verzorgingsuitkering en haar financieringswijze kunnen niet afdoen aan de kwalificatie ervan in voormeld arrest Molenaar, I

13 volgens hetwelk dit soort prestaties er in wezen op zijn gericht, een aanvulling te vormen op de prestaties krachtens de ziekteverzekering, waaraan zij overigens qua organisatie gekoppeld zijn, teneinde de gezondheid en de levensomstandigheden van de zorgbehoevende te verbeteren (arrest Molenaar, reeds aangehaald, punt 24). Bijgevolg moeten dergelijke prestaties, ongeacht hun specifieke kenmerken, als prestaties bij ziekte" in de zin van artikel 4, lid 1, sub a en b, van verordening nr. 1408/71 worden aangemerkt (arrest Molenaar, reeds aangehaald, punt 25). Het doet er dus niet toe dat de verzorgingsuitkering is bedoeld om, gelet op de zorgbehoevendheid van de persoon, een ander pensioen dan een prestatie bij ziekte aan te vullen. Derhalve moet deze uitkering, ongeacht of zij al dan niet op premie- of bijdragebetaling berust, worden beschouwd als een prestatie bij ziekte" in de zin van artikel 4, lid 1, sub a, van verordening nr. 1408/71, zodat zij niet onder lid 2 bis van dit artikel valt. Niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestatie 29 Betreffende de financieringswijze van de verzorgingsuitkering, beoogde het BPGG de invoering van een stelsel, waaronder alle zorgbehoevende personen werden verzekerd van uniforme uitkeringen over heel het nationale grondgebied, zodat de dekking van het risico van zorgbehoevendheid, die op regionaal niveau door sommige deelstaten reeds werd verzekerd, voortaan algemeen was. 30 Het BPGG bepaalt ook, dat de financiering van de uitkering door de federale staat wordt gewaarborgd, volgens de in punt 27 van het onderhavige arrest beschreven procedure. In het hoofdgeding werd de uitkering dus in de eerste plaats betaald door de instellingen voor de wettelijke pensioen- en ongevallen- I- 1945

14 ARREST VAN ZAAK C-215/99 verzekering, die vervolgens krachtens artikel 23 van het BPGG voor de betaalde bedragen zouden worden vergoed door de federale staat onder de vorm van een terugbetaling van kosten. De Oostenrijkse regering maakte in de begroting de nodige fondsen voor deze uitgave vrij door de federale bijdrage aan de pensioenverzekering te verlagen. Ter compensatie van deze verlaging werd de door de instellingen voor de pensioenverzekering aan de ziekteverzekering verschuldigde bijdrage verminderd met hetzelfde bedrag als dat van de verlaging van de federale bijdrage aan de pensioenverzekering. 31 De Commissie meent echter, dat enerzijds de financiering in werkelijkheid door de sociaal verzekerden wordt gedragen, aangezien in 1993 de bijdragen aan de ziekteverzekering werden verhoogd, ter compensatie van de lagere ontvangsten van deze verzekering. Zij wijst erop, dat anderzijds uitsluitend de sociaal verzekerden voor de aldus gefinancierde verzorgingsuitkering in aanmerking komen. 32 Met betrekking tot dit laatste argument moet worden gesteld, dat geen enkel beginsel of geen enkele bepaling van gemeenschapsrecht de wetgever van een lidstaat verbiedt om voor verschillende sociale of socioprofessionele categorieën verschillende stelsels van sociale bescherming in te voeren. Dat voor de door het BPGG ingevoerde verzorgingsuitkering uitsluitend de sociaal verzekerden in aanmerking komen, volstaat op zichzelf niet om aan te tonen, dat deze prestatie met hun bijdragen aan de ziekteverzekering wordt gefinancierd, ook al moet deze uitkering krachtens het reeds aangehaalde arrest Molenaar als een prestatie bij ziekte" worden gekwalificeerd. Geen enkele regel van gemeenschapsrecht verzet zich er namelijk tegen, dat een nationale wetgeving de dekking van het risico van zorgbehoevendheid afzonderlijk regelt en ze anders financiert dan de andere ziekte-uitkeringen. 33 Wat daarentegen de verhoging van de bijdragen aan de ziekteverzekering betreft, erkent de Oostenrijkse regering zelf, dat daartoe werd besloten om de vermindering van de financiële bijdragen van de pensioenverzekering aan de instellingen I

15 voor de ziekteverzekering te compenseren. Door deze vermindering kon zij zelf haar federale bijdrage aan de pensioenverzekering verminderen en aldus de nodige fondsen vrijmaken voor de financiering van de nieuwe verzorgingsuitkering. Bijgevolg moet worden vastgesteld, dat de financiering van deze prestatie mogelijk werd, met behoud van dezelfde prestaties bij ziekte, ouderdom en ongeval, dankzij de verhoging van de bijdragen aan de ziekteverzekering. Het verband met de bijdragen aan de ziekteverzekering is weliswaar slechts indirect, doch blijkt hieruit, dat de middelen die de ziekteverzekering is kwijtgeraakt, afkomstig waren van de verzekeringsbijdragen. Daaruit volgt, dat de verzorgingsuitkering op premie- of bijdragebetaling berust. 34 De verzorgingsuitkering voldoet dus niet aan de voorwaarden van artikel 10 bis van verordening nr. 1408/71, op grond waarvan de in artikel 4, lid 2 bis, van deze verordening bedoelde bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties kunnen worden voorbehouden aan de personen die wonen op het grondgebied van de lidstaat waar zij worden uitgekeerd. 35 Hieruit volgt, dat de verzorgingsuitkering, die als een prestatie bij ziekte moet worden aangemerkt, krachtens de bepalingen van artikel 19, lid 1, sub b, van verordening nr. 1408/71 en de overeenkomstige bepalingen van de andere afdelingen van hoofdstuk 1 van titel III van deze verordening moet worden betaald, ongeacht de lidstaat waarin de zorgbehoevende persoon woont die aan de andere toekenningsvoorwaarden voldoet. 36 Gelet op een en ander, moet op de gestelde vraag worden geantwoord, dat artikel 19, lid 1, van verordening nr. 1408/71 en de overeenkomstige bepalingen van de andere afdelingen van hoofdstuk 1 van titel III van deze verordening, zich ertegen verzetten, dat voor het recht op betaling van de verzorgingsuitkering waarin het BPGG voorziet, als voorwaarde wordt gesteld dat de zorgbehoevende persoon zijn gewone verblijfplaats in Oostenrijk heeft. I

16 ARREST VAN ZAAK C-215/99 Kosten 37 De kosten door de Oostenrijkse, de Duitse, de Franse, de Nederlandse regering en de regering van het Verenigd Koninkrijk, en door de Commissie van de Europese Gemeenschappen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakt, kunnen niet voor vergoeding in aanmerking komen. Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen. HET HOF VAN JUSTITIE, uitspraak doende op de door het Landesgericht Feldkirch bij beschikking van 16 maart 1999 gestelde vraag, verklaart voor recht: Artikel 19, lid 1, van verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, in de versie zoals gewijzigd en bijgewerkt bij I

17 verordening (EG) nr. 118/97 van de Raad van 2 december 1996, en de overeenkomstige bepalingen van de andere afdelingen van hoofdstuk 1 van titel III van deze verordening verzetten zich ertegen, dat voor het recht op betaling van het Pflegegeld" (verzorgingsuitkering) waarin het Bundespflegegeldgesetz (Oostenrijkse federale wet betreffende de verzorgingsuitkering) voorziet, als voorwaarde wordt gesteld dat de zorgbehoevende persoon zijn gewone verblijfplaats in Oostenrijk heeft. Rodríguez Iglesias Gulmann La Pergola Wathelet Skouris Edward Puissochet Jann Sevón Schintgen Macken Colnerïc von Bahr Cunha Rodrigues Timmermans Uitgesproken ter openbare terechtzitting te Luxemburg op 8 maart De griffier R. Grass De president G. C. Rodríguez Iglesias I

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 24 SEPTEMBER 1987. BESTUUR VAN DE SOCIALE VERZEKERINGSBANK TEGEN J. A. DE RIJKE. VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 mei 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 mei 1989 * ARREST VAN 12.5, 1989 ZAAK 388/87 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 mei 1989 * In zaak 388/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Centrale Raad van Beroep, te

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 2 augustus 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 2 augustus 1993 * ACCIARDI ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 2 augustus 1993 * In zaak C-66/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Nederlandse Raad van State, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * ARREST VAN 25. 5.1993 ZAAK C-193/91 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-193/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 5 maart 1998 *

ARREST VAN HET HOF 5 maart 1998 * ARREST VAN 5. 3.1998 ZAAK C-160/96 ARREST VAN HET HOF 5 maart 1998 * In zaak C-160/96, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Sozialgericht Karlsruhe (Duitsland),

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 * ARREST VAN 8. 7. 1999 ZAAK C-186/98 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 * In zaak C- 186/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 maart 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 maart 1997 * ARREST VAN 13.3.1997 ZAAK C-131/95 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 maart 1997 * In zaak C-131/95, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Nederlandse Raad van State,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 21 februari 2002 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 21 februari 2002 * RYDERGÅRD ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 21 februari 2002 * In zaak C-215/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van Regeringsrätten (Zweden), in het aldaar aanhangige geding

Nadere informatie

(" ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN "). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE COMMISSIONER TE LONDEN).

( ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN ). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE COMMISSIONER TE LONDEN). ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 24 APRIL 1980. UNA COONAN TEGEN INSURANCE OFFICER. (" ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN "). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 14 mei 2002 *

ARREST VAN HET HOF 14 mei 2002 * ARREST VAN HET HOF 14 mei 2002 * In zaak C-2/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland), in het aldaar aanhangig geding tussen Michael

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989*

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* STICHTING UITVOERING FINANCIËLE ACTIES / STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* In zaak 348/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 maart 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 maart 1991 * ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 7 maart 1991 * In zaak C-116/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Finanzgericht München, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 4 juni 1987*

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 4 juni 1987* ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 4 juni 1987* In zaak 375/85, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundessozialgericht, in het aldaar aanhangig geding tussen A.

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 18 april 2002 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 18 april 2002 * ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 18 april 2002 * In zaak C-290/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Oberste Gerichtshof (Oostenrijk), in het aldaar aanhangige geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * In zaak 102/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het House of Lords, in het aldaar aanhangig geding tussen Apple

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Vertaling C-322/17-1 Zaak C-322/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 mei 2017 Verwijzende rechter: High Court (Ierland) Datum van de

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 * SPI ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 * In zaak C-108/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG-Verdrag van de Conseil d'état (Frankrijk), in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 18 december 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 18 december 1997 * ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 18 december 1997 * In zaak C-5/97, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel Í77 EG-Verdrag van de Belgische Raad van State, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 februari 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 februari 1991 * ARREST VAN 7. 2. 1991 ZAAK C-227/89 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 februari 1991 * In zaak C-227/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Sozialgericht Stuttgart,

Nadere informatie

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 *

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 * ARREST VAN 13. 11. 1990 ZAAK C-106/89 Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 * In zaak C-106/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Juzgado de Primera

Nadere informatie

betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arbeidsrechtbank te Brussel, in het aldaar aanhangig geding tussen

betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arbeidsrechtbank te Brussel, in het aldaar aanhangig geding tussen JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1991 BLADZIJDEN I-1401 ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 20 MAART 1991. ERMINIA CASSAMALI TEGEN OFFICE NATIONAL DES PENSIONS. VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING: TRIBUNAL

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 3 april 2008 (*)

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 3 april 2008 (*) ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 3 april 2008 (*) Ouderdomsverzekering Werknemer die onderdaan is van lidstaat Socialezekerheidspremies Verschillende tijdvakken Verschillende lidstaten Berekening van

Nadere informatie

Bij besluit van 4 maart 2010 heeft het college het door [appellant] hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij besluit van 4 maart 2010 heeft het college het door [appellant] hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. LJN: BP2096, Raad van State, 201003640/1/H2 Datum uitspraak: 26-01-2011 Datum publicatie: 26-01-2011 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van 5

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * In zaak 165/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 22 september 1988*

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 22 september 1988* ARREST VAN 22. 9. 1988 ZAAK 236/87 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 22 september 1988* In zaak 236/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Landessozialgericht

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * ARREST VAN 14. 4. 1994 ZAAK C-389/92 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * In zaak C-389/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Belgische Raad van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 * ARREST VAN 28. 5.1998 ZAAK C-3/97 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 * In zaak C-3/97, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Court of Appeal Criminal Division,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 * NESTLÉ ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 7 juli 2005 * In zaak C-353/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Court of Appeal (England and

Nadere informatie

Jurisprudentie van het Hof van Justitie 1995 bladzijden I-3551

Jurisprudentie van het Hof van Justitie 1995 bladzijden I-3551 Jurisprudentie van het Hof van Justitie 1995 bladzijden I-3551 ARREST VAN HET HOF (VIJFDE KAMER) VAN 26 OKTOBER 1995. S. E. KLAUS TEGEN BESTUUR VAN DE NIEUWE ALGEMENE BEDRIJFSVERENIGING. VERZOEK OM EEN

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1994 * ALDEWERELD ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1994 * In zaak C-60/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EE G-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-263/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Østre Landsret (Denemarken), in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

Date de réception : 10/01/2012

Date de réception : 10/01/2012 Date de réception : 10/01/2012 Resumé C-619/11-1 Zaak C-619/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990*

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* ARREST VAN 8. 2. 1990 ZAAK C-320/88 ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* In zaak C-320/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 1989 * ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 1989 * In zaak C-322/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arbeidsrechtbank te Brussel, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Tweede kamer) 12 februari 2003 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Tweede kamer) 12 februari 2003 * ALAMI BESCHIKKING VAN HET HOF (Tweede kamer) 12 februari 2003 * In zaak C-23/02, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Hof van Cassatie (België), in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 april 2002 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 april 2002 * CLUB-TOUR ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 30 april 2002 * In zaak C-400/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Tribunal Judicial da Comarca do Porto (Portugal), in het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 * TOLSMA ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 * In zaak C-16/93, betreifende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Gerechtshof te Leeuwarden (Nederland), in het aldaar

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF. 29 juni 1999 (1)

ARREST VAN HET HOF. 29 juni 1999 (1) pagina 1 van 5 BELANGRIJKE JURIDISCHE KENNISGEVING Op de informatie op deze site is verklaring van afwijzing van aansprakelijkheid en een verklaring inzake het auteursrecht van toepassing. ARREST VAN HET

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 * ARREST VAN 9. 2. 2006 - ZAAK C-473/04 ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 februari 2006 * In zaak C-473/04, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens de artikelen 68 EG en 234 EG,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 2001 * ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 2001 * In zaak C-206/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Tribunal administratif de Châlons-en-Champagne (Frankrijk), in

Nadere informatie

Date de réception : 28/11/2011

Date de réception : 28/11/2011 Date de réception : 28/11/2011 Resumé C-538/11-1 Zaak C-538/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 1 april 2004 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 1 april 2004 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 1 april 2004 * In zaak C-112/02, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Oberverwaltungsgericht für das Land Nordrhein-Westfalen (Duitsland),

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 9 november 1995 *

ARREST VAN HET HOF 9 november 1995 * ARREST VAN 9. 11. 1995 ZAAK C-475/93 ARREST VAN HET HOF 9 november 1995 * In zaak C-475/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Sozialgericht Speyer (Duitsland),

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 * ARREST VAN 15. 3. 2001 ZAAK C-444/98 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 15 maart 2001 * In zaak C-444/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 27 juni 1989* betreffende verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag,

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 27 juni 1989* betreffende verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag, ARREST VAN 27. 6. 1989 GEVOEGDE ZAKEN 48, 106 EN 107/88 ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 27 juni 1989* In de gevoegde zaken 48, 106 en 107/88, betreffende verzoeken aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 29 juni 1999 *

ARREST VAN HET HOF 29 juni 1999 * ARREST VAN 29. 6. 1999 ZAAK C-158/98 ARREST VAN HET HOF 29 juni 1999 * In zaak C-158/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van de Hoge Raad der

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 23 mei 1996 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 23 mei 1996 * O'FLYNN ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 23 mei 1996 * In zaak C-237/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Social Security Commissioner (Verenigd Koninkrijk),

Nadere informatie

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op: Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2002 (26.06) (OR. fr) PUBLIC 9893/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0111 (COD) LIMITE 211 MI 108 JAI 133 SOC 309 CODEC 752 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 31 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF 31 mei 2001 * ARREST VAN HET HOF 31 mei 2001 * In zaak C-43/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van de Conseil supérieur des assurances sociales (Luxemburg),

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 4 oktober 2001 *

ARREST VAN HET HOF 4 oktober 2001 * ARREST VAN HET HOF 4 oktober 2001 * In zaak C-517/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Bundespatentgericht (Duitsland), in de procedure aldaar ingeleid door Merz & Krell

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988*

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988* ARREST VAN 29. 6. 1988 ZAAK 240/87 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988* In zaak 240/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het tribunal de grande instance

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 november 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 november 2001 * ARREST VAN 22. 11. 2001 ZAAK C-184/00 ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 november 2001 * In zaak C-184/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Rechtbank van eerste aanleg

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-389/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Rovaniemen hallinto-oikeus (Finland), in een aldaar door Sulo Rundgren

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 september 2006 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 september 2006 * HEGER ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 september 2006 * In zaak C-166/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 4 februari 1988 *

ARREST VAN HET HOF 4 februari 1988 * ARREST VAN 4. 2. 1988 ZAAK 157/86 ARREST VAN HET HOF 4 februari 1988 * In zaak 157/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Ierse High Court, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 oktober 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 oktober 1993 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 13 oktober 1993 * In zaak C-93/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Landgericht Augsburg, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Grote kamer) 17 maart 2005 * betreffende een beroep tot nietigverklaring krachtens artikel 230 EG, ingesteld op 27 juli 2004,

BESCHIKKING VAN HET HOF (Grote kamer) 17 maart 2005 * betreffende een beroep tot nietigverklaring krachtens artikel 230 EG, ingesteld op 27 juli 2004, PARLEMENT / RAAD BESCHIKKING VAN HET HOF (Grote kamer) 17 maart 2005 * In zaak C-317/04, betreffende een beroep tot nietigverklaring krachtens artikel 230 EG, ingesteld op 27 juli 2004, Europees Parlement,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 13 juli 1995 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 13 juli 1995 * ARREST VAN 13. 7.1995 ZAAK C-391/93 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 13 juli 1995 * In zaak C-391/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundessozialgericht

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 april 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 april 2001 * BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 april 2001 * In zaak C-518/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens het Protocol van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging door het Hof van Justitie van

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie verzoekschriften 27.3.2013 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 0820/2011, ingediend door J. A. A. Huijsman (Nederlandse nationaliteit), over recht op

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 mei 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 mei 1994 * ARREST VAN 5. 5. 1994 ZAAK C-38/93 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 5 mei 1994 * In zaak C-38/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Finanzgericht Hamburg (Bondsrepubliek

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 18 juni 1987*

ARREST VAN HET HOF 18 juni 1987* ARREST VAN HET HOF 18 juni 1987* In zaak 316/85, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Arbeidshof te Bergen, in het aldaar aanhangig geding tussen Openbaar centrum

Nadere informatie

ARKEST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 *

ARKEST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * SCHMIDT ARKEST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * In zaak C-392/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Landesarbeitsgericht Schleswig-Holstein (Duitsland),

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016 Datum van inontvangstneming : 02/02/2016 Vertaling C-690/15-1 Zaak C-690/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 21 december 2015 Verwijzende rechter: Cour administrative d appel

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 7 juli 1992 *

ARREST VAN HET HOF 7 juli 1992 * ARREST VAN 7.7.1992 ZAAK C-369/90 ARREST VAN HET HOF 7 juli 1992 * In zaak C-369/90, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Tribunal Superior de Justicia de Cantabria

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 2 mei 1996 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 2 mei 1996 * ARREST VAN 2.5.1996 ZAAK C-231/94 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 2 mei 1996 * In zaak C-231/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het aldaar

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 * ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 * In zaak C-342/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 1 juli 1999 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 1 juli 1999 * ARREST VAN 1. 7. 1999 ZAAK C-173/98 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 1 juli 1999 * In zaak C-173/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 juli 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 juli 1994 * ARREST VAN 7. 7. 1994 ZAAK C-130/93 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 juli 1994 * In zaak C-130/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Hof van Beroep te Brussel,

Nadere informatie

ARREST VAN ZAAK C-215/94. ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 februari 1996 *

ARREST VAN ZAAK C-215/94. ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 februari 1996 * ARREST VAN 29.2. 1996 ZAAK C-215/94 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 februari 1996 * In zaak C-215/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Bundesfinanzhof,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 9 november 2000 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 9 november 2000 * INGMAR ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 9 november 2000 * In zaak C-381/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van de Court of Appeal (England

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/02/2013

Datum van inontvangstneming : 22/02/2013 Datum van inontvangstneming : 22/02/2013 Vertaling C-32/13-1 Zaak C-32/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 22 januari 2013 Verwijzende rechter: Sozialgericht Nürnberg (Duitsland)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 11 juni 1987*

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 11 juni 1987* ARREST VAN 11. 6. 1987 ZAAK 30/85 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 11 juni 1987* In zaak 30/85, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Raad van Beroep te Amsterdam,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 december 2000 (1)

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 7 december 2000 (1) BELANGRIJKE JURIDISCHE KENNISGEVING Op de informatie op deze site is verklaring van afwijzing van aansprakelijkheid en een verklaring inzake het auteursrecht van toepassing. ARREST VAN HET HOF (Derde kamer)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 24 november 1993 *

ARREST VAN HET HOF 24 november 1993 * ARREST VAN 24.11.1993 GEVOEGDE ZAKEN C-267/91 EN C-268/91 ARREST VAN HET HOF 24 november 1993 * In de gevoegde zaken C-267/91 en C-268/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 13 januari 2004 *

ARREST VAN HET HOF 13 januari 2004 * ARREST VAN 13. 1. 2004 ZAAK C-453/00 ARREST VAN HET HOF 13 januari 2004 * In zaak C-453/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het College van Beroep voor het bedrijfsleven

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 september 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 september 1997 * ARREST VAN 16. 9.1997 ZAAK C-145/96 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 16 september 1997 * In zaak C-145/96, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Finanzgericht Rheinland-Pfalz,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989*

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* SKATTEMINISTERIET / HENRIKSEN ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* In zaak 173/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Højesteret, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 14 november 1995 *

ARREST VAN HET HOF 14 november 1995 * ARREST VAN HET HOF 14 november 1995 * In zaak C-484/93, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Luxemburgse Conseil d'état, in het aldaar aanhangig geding tussen P.

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 december 1997 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 december 1997 * ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 9 december 1997 * In zaak C-143/96, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van het Bundesfinanzhof (Duitsland), in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 17 september 2002 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 17 september 2002 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 17 september 2002 * In zaak C-498/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het VAT and Duties Tribunal, Manchester (Verenigd Koninkrijk), in

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 24 januari 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 24 januari 1991 * ARREST VAN 24. 1. 1991 ZAAK C-339/89 ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 24 januari 1991 * In zaak C-339/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het tribunal de commerce

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 26 november 2009 (*)

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 26 november 2009 (*) ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 26 november 2009 (*) Sociale zekerheid van migrerende werknemers Kinderbijslag Weigering Staatsburger die met kind in andere lidstaat is gevestigd terwijl vader van kind

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 * VAN DER STEEN ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 18 oktober 2007 * In zaak 0355/06, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Gerechtshof te Amsterdam

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 6 juli 2000 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 6 juli 2000 * ARREST VAN 6. 7. 2000 ZAAK C-73/99 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 6 juli 2000 * In zaak C-73/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het Sozialgericht

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 maart 2002 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 maart 2002 * LEITNER ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 maart 2002 * In zaak C-168/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Landesgericht Linz (Oostenrijk), in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 26 september 2000 *

ARREST VAN HET HOF 26 september 2000 * ARREST VAN HET HOF 26 september 2000 * In zaak C-262/97, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het Arbeidshof te Antwerpen (België), in het aldaar

Nadere informatie

ZVK. ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 23 november 2006*

ZVK. ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 23 november 2006* ZVK ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 23 november 2006* In zaak C-300/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Bundesfinanzhof (Duitsland)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 5 oktober 1988 *

ARREST VAN HET HOF 5 oktober 1988 * ARREST VAN 5. 10. 1988 ZAAK 238/87 ARREST VAN HET HOF 5 oktober 1988 * In zaak 238/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de High Court of Justice, Chancery Division,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 * ARKEST VAN 27.10.1993 ZAAK C-281/91 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 * In zaak C-281/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 april 2000 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 april 2000 * BAARS ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 april 2000 * In zaak C-251/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het Gerechtshof te 's-gravenhage

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 30/09/2014

Datum van inontvangstneming : 30/09/2014 Datum van inontvangstneming : 30/09/2014 Samenvatting C-408/14-1 Zaak C-408/14 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 oktober 1987*

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 oktober 1987* ARREST VAN 8. 10. 1987 ZAAK 80/86 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 oktober 1987* In zaak 80/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Arrondissementsrechtbank te

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 15 juli 2004 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 15 juli 2004 * ADS ANKER ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 15 juli 2004 * In zaak C-349/01, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Arbeitsgericht Bielefeld (Duitsland) in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 11 december 2003 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 11 december 2003 * SCHNITZER ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 11 december 2003 * In zaak C-215/01, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Amtsgericht Augsburg (Duitsland), in de aldaar aanhangige

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 23 februari 1994 *

ARREST VAN HET HOF 23 februari 1994 * COMITATO DI COORDINAMENTO PER LA DIFESA DELLA CAVA E. A. ARREST VAN HET HOF 23 februari 1994 * In zaak C-236/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de president van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 29 november 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 29 november 2007 * ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 29 november 2007 * In zaak C-68/07, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens de artikelen 68 EG en 234 EG, ingediend door de Högsta domstol (Zweden)

Nadere informatie