Constante Stroomschakelmodus Bench PSU Model:

Transcriptie

1 Constante Stroomschakelmodus Bench PSU Model:

2 BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE Bij gebruik van een elektrisch apparaat dienen de veiligheidsinstructies altijd te worden opgevolgd om het risico op brand, elektrische schokken en persoonlijk letsel of materiële beschadiging te verminderen. Lees alle instructies voordat u het apparaat gebruikt en bewaar deze voor toekomstig gebruik. Controleer of het voltage aangegeven op het typeplaatje overeenkomt met dat van het lokale netwerk voordat u het apparaat op het elektriciteitsnet aansluit. Gebruik dit apparaat niet met een beschadigde stekker of snoer, na een storing of nadat het op de een of andere manier is gevallen of beschadigd is geraakt. Controleer het product vóór gebruik op eventuele schade. Als u schade aan de kabel of behuizing opmerkt, gebruik het product dan niet. Dit product bevat geen onderdelen die door de gebruiker kunnen worden gerepareerd. Alle reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een gekwalificeerde technicus. Onjuiste reparaties kunnen ervoor zorgen dat de gebruiker bepaalde risico's loopt. Dit product moet worden geaard via de aardaansluiting in het netsnoer voor een veilig gebruik en om rimpeling en geluid te verminderen. Dit product is enkel geschikt voor gebruik binnenshuis. Raak het blootgestelde metaal van de uitgangsaansluitingen niet aan. De luchtopeningen nooit blokkeren of versperren. Vermijd zware schokken of een ruwe hantering die tot schade leidt. Ontlaad geen statische elektriciteit. Dit apparaat kan gebruikt worden door kinderen van 8 jaar en ouder en door personen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperkingen of met onvoldoende ervaring en kennis indien zij het apparaat onder toezicht gebruiken of uitleg gekregen hebben over het veilig gebruik van het apparaat en over de mogelijke gevaren. Om er zeker van te zijn dat kinderen niet met het apparaat spelen, moeten kinderen onder toezicht staan. Haal altijd de stekker uit het stopcontact wanneer het product niet in gebruik is en voordat u het apparaat reinigt. Gebruik het apparaat niet voor andere doeleinden dan waarvoor het ontworpen is. Gebruik of bewaar het apparaat niet in een omgeving met een hoge luchtvochtigheid of waar er vocht in het apparaat kan komen, want dat kan de isolatie verminderen en een elektrische schok veroorzaken. WAT IS ER INBEGREPEN Stroomtoevoer Voedingskabel Gebruiksaanwijzing PRODUCTOVERZICHT Hoofdkenmerken Efficiënt ontwerp van de schakelmodus Zeer compacte voetafdruk Teledetectie Viercijferig LED-display Gelijktijdige weergave van spanning en stroom Automatisch selecteren van constante spanning(cv)- en constante stroom(cc)-modi Ultrastille convectiekoeling Bescherming tegen kortsluiting, overbelasting, overspanning en overtemperatuur 75% efficiëntie bij maximale output 2

3 Bedieningselementen op het voorpaneel 1. POWER - Master aan/uit-schakelaar 2. OUTPUT - Voedingsuitgangsaansluitingen 3. UVL - Verzonken schroefinstelling voor UVL (bovengrens van de spanning) 4. CURR - Huidige limietaanpassing 5. VOLT - Aanpassing van de uitgangsspanning 6. UVL/VOLTAGE - Druk hierop om de bovengrens van de spanning te bekijken 7. REVIEW - Druk hierop om de instellingen voor de spannings- en stroomlimiet weer te geven 8. RANGE - Selecteer het gewenste uitgangsspanningsbereik en uitgangsstroombereik 9. OUTPUT ON - Activeert de voedingsuitgang 10. UVL - Indicator van de bovengrens van de spanning, licht op wanneer UVL wordt weergegeven 11. C.V. - Constante spanningsindicator, licht op wanneer de voeding zich in de CVmodus bevindt 12. C.C. - Constante stroomindicator, licht op wanneer de voeding zich in de CC-modus bevindt 13. ALM - geeft aan dat de uitgangsspanning boven de ingestelde bovengrens ligt of dat de voeding zich in overtemperatuurbeveiliging bevindt 14. SLAVE - Licht op wanneer het de voeding zich in de Slave-modus bevindt. Als er geen lichtje brandt, wijst dat erop dat de voeding zich in de MASTER of de standalone-modus bevindt. 15. Ampèremeterdisplay met vier cijfers 16. Voltmeterdisplay met vier cijfers Aansluitingen op het achterpaneel 17. MASTER/SLAVE-keuzeschakelaar - Gebruik de selectiemodus in Master/ Slave-configuratie. Voor normaal gebruik moet deze schakelaar ingesteld zijn op MASTER (standaard) 18. OUT/IN-aansluitingen - Aansluitingen voor gebruik in de parallelle bedieningsmodus Master/Slave-besturing 19. RS+ en RS- Terminals voor teledetectie 20. OUT+ en OUT- Alternatieve uitgangsaansluitingen; in sommige permanente toepassingen kan de locatie van deze aansluitingen handiger zijn. 21. INPUT POWER-jack - Voor het aansluiten van de meegeleverde AC-stroomkabel. 3

4 WERKING Stand-alone-werking Zorg ervoor dat de voeding is ingesteld voor MASTER-werking. Om dat te doen, zorgt u ervoor dat de MASTER/SLAVE-schakelaar op het achterpaneel (17) in de MASTERstand staat. Alle bedieningselementen werken zoals bij elke normale voeding. Als er geen belasting op de voeding is aangesloten, zet u de voeding AAN (ON) via de POWER-schakelaar op het voorpaneel (1). Het LED-display zou moeten oplichten, maar er zal geen meting op de voltmeter of ampèremeter verschijnen. Druk op de knop OUTPUT ON (9), de groene LED gaat branden en de voltmeter geeft de ingestelde uitgangsspanning weer. Let op het vooraf ingestelde BEREIK (8) waarmee de LED brandt. Pas de VOLTknop (5) aan en let op het effect op de weergegeven spanning op het LED-display. Selectie van spannings- en stroombereik De drie knoppen in het RANGE-paneel (8) bepalen het beschikbare spannings- en stroombereik van de voeding. Druk op de overeenkomstige knop om de voeding in het gewenste bereik te plaatsen. De bijbehorende LED gaat branden om aan te geven in welk bereik de voeding zich bevindt. Opmerking: om de aangesloten belasting te beschermen, keert de OUTPUT (9) terug naar de OFF-status wanneer het uitgangsbereik (8) gewijzigd wordt. Het Volt- en Amp-display keert terug naar nul. Instellingen bekijken Met de REVIEW-knop (7) kunt u de spannings- en stroombegrenzingsinstellingen van de voeding controleren terwijl de OUTPUT (9) uitgeschakeld is, of wanneer er geen belasting is aangesloten. Dit is vooral handig omdat conventionele voedingen de aansluiting van een belasting vereisen om de huidige limietinstelling te bekijken. Om te werken, houdt u de toets REVIEW (7) ingedrukt om de spannings- en stroombegrenzingswaarden weer te geven. Opmerking: dit is een kortstondige drukknop en geeft alleen de instellingen weer als de knop ingedrukt wordt gehouden. De huidige begrenzingswaarde instellen Houd de PREVIEW-knop (7) ingedrukt. Zet de huidige instelling (5) op de gewenste stroombegrenzingswaarde. De bovengrens van de spanning bekijken (UVL oftewel Upper Voltage Limit) Druk op de UVL/VOLTAGE-knop (6) om de standaardwaarde van de bovenste spanningslimiet weer te geven. De UVL-LED (10) gaat branden tijdens deze bewerking. De waarde van de bovenste spanningsbegrenzing (UVL) instellen Deze instelling voor beperkte toegang maakt gebruik van een verzonken schroevendraaierinstelling op het voorpaneel (3). Let op: dit is een delicaat bedieningselement en wanneer u aanpassing doorvoert dient u extra voorzichtig te werk te gaan. Plaats terwijl u op de UVL-knop (6) drukt, de kleine schroevendraaier in (3), draai die langzaam rechtsom om de UVL-waarde te verhogen en tegen de klok in om deze te verlagen. Opmerking: er kan slechts één UVL-waarde worden ingesteld voor alle drie bereiken. Wanneer de uitgangsspanning de ingestelde UVL overschrijdt, wordt de uitgangsaansluiting automatisch uitgeschakeld en gaat de ALM-led (13) branden. 4

5 MASTER- & SLAVE-WERKING Er kunnen twee of meer Tenma voedingen parallel worden geschakeld om de uitgangsstroom te verhogen tot de som van elke voeding. In deze modus regelt de aangewezen MASTER-voeding de spannings- en stroominstellingen van de SLAVE-voedingen. Voorbereiding en aansluiting van de bedieningsterminals (18) Zorg ervoor dat alle voedingen op dezelfde UVL (6) en hetzelfde spanningsbereik (8) zijn ingesteld. Stel de spannings- en stroomlimiet van alle SLAVE-eenheden in op maximale waarden. Schakel alle voedingen uit voordat u verbinding maakt. Controleer of de schakelaar van de MASTER-voeding (17) in de MASTER-stand staat. Zet de schakelaar (17) in de SLAVE-stand van alle SLAVE-voedingen. Raadpleeg Afb. 8.1 en 8.2 voor aansluitingen aan de achterkant van de OUT/INaansluitingen (18) van de MASTER- en SLAVE-units. Merk op dat de verbinding begint bij de OUT van de MASTER en de IN van de eerste SLAVE-unit voedt. Als er extra SLAVE-units worden gebruikt, verbindt u de OUT van de eerste SLAVE met de IN van de tweede SLAVE. Verbind vervolgens de OUT van de tweede SLAVE met de IN van de derde SLAVE enzovoort. Uitgangsaansluiting en -bediening U kunt ofwel e OUTPUT-aansluitingen aan de voorzijde (2) ofwel de O/P+ en O/P- aansluitingen (20) aan de achterzijde gebruiken om verbinding te maken met de belasting, zoals weergegeven in Afb. 8.3, afhankelijk van uw toepassing en vereisten. Voor een juiste werking moeten alle stroomkabels van dezelfde dikte en lengte zijn. Schakel eerst de MASTER-unit in en stel de gewenste spanning in, en schakel daarna de SLAVE-units in. De SLAVE-indicator-LED (14) moet oplichten in de SLAVE-units als een bevestiging van de juiste aansluiting. Alle uitgangsspanningen en -stromen van de SLAVE-units worden nu door de MASTER bestuurd. Belangrijke opmerking: als de belasting aangesloten op de parallelle MASTER/ SLAVE-voedingen tot nul ampère daalt, wordt de uitgangsspanning niet meer geregeld door de MASTER-unit. Zorg ervoor dat u een minimale hoeveelheid stroomafname op de voedingen behoudt die ten minste enkele procenten van de nominale stroom bedraagt. Dat kan worden bereikt door een kleine verwijderbare belasting te voeden, zoals een resistor. 5

6 Teledetectie-werking In situaties waarbij de belastingsstroom erg hoog is, of waarbij er een lange afstand van kabel is tussen de uitgang van de voeding en de belasting, kan er een spanningsdaling optreden. Dat kan problemen veroorzaken in toepassingen waarbij nauwkeurige spanningsniveaus van cruciaal belang zijn. Voor deze situatie zijn er op het achterpaneel RS+ / RS- aansluitingen (19) beschikbaar voor teledetectieaansluiting. Verbinding en bediening Zorg ervoor dat de OUTPUT-schakelaar op het frontpaneel (9) op OFF staat. Sluit de belasting ofwel aan op de OUTPUT (2) aan de voorkant ofwel op de O/P alternatieve uitgangsaansluitingen (19) aan de achterkant. Verbind de RS-klemmen (19) met afzonderlijke kabels ook met de belasting; let op dat u de polariteit niet omdraait. Gebruik indien gewenst de REVIEW-functie (7) om de juiste spannings- en stroominstellingen te controleren. Zet de OUTPUT-schakelaar (9) op ON. Opmerking: let er goed op dat u de polariteit tussen de hoofduitgang en de teledetectie-aansluitingen niet omdraait. Laat de belasting niet aangesloten op de teledetectie-aansluitingen wanneer deze niet is aangesloten is op de voedingsuitgang. Als de belasting moet worden losgekoppeld terwijl de voeding is ingeschakeld, verwijdert u eerst de teledetectie-aansluitingen. SPECIFICATIES Ingangsspanning Geen belastingsingangsstroom bij 230VAC Vollastingangsstroom bij 230Vac AC-invoerfrequentie 90 ~ 264Vac 0,1A 0,5A 47Hz ~ 63Hz Efficiëntie 75% Vermogensfactor 0,9 Selectie van constant spannings- en stroombereik: Constante spanning - kenmerken: Constante stroom - kenmerken: Meternauwkeurigheid: Beveiliging Koelen Afmetingen in mm (BxHxD) Gewicht in kg 0-16V / 5A selectie I 0~16,4V / 0~5,1A 0-27V / 3A selectie II 0~27,6V / 0~3,1A 0-36V / 2,2A selectie III 0~36,8V / 0~2,3A Lastregeling (0~100%) 20mV Lijnregeling (±10%) 4mV Rimpel & ruis (p-p) 30mV Lastregeling (0~100%) 10mA Lijnregeling (±10%) 10mA Voltmeternauwkeurigheid ± 1% +2 tellingen Ampèremeternauwkeurigheid ± 1% +2 tellingen Instelbare bovenste spanningslimiet, Stroombegrenzingsbeveiliging, Kortsluiting, overbelasting, Overtemperatuurbeveiliging Natuurlijke convectie 127 x 52 x 335 mm / 5 (H) x 2 (B) x 13 (D). 1,9 kg / 4,2 lbs 6

7 ONDERHOUD Reiniging Gebruik een vochtige doek en indien nodig een kleine hoeveelheid vloeibaar wasmiddel. Dompel de stroomtoevoer nooit onder in vloeistof en laat geen vloeistof in de behuizing komen. Gebruik bij het reinigen geen chemische, schuur- of oplosmiddelen die de stroomtoevoer zouden kunnen beschadigen. De zekering vervangen Vervang de zekering alleen door een zekering van exact hetzelfde type en dezelfde klasse. Ontkoppel de stroomtoevoer en haal de stekker uit het stopcontact en haal de stekker uit het stopcontact voordat u de zekering vervangt. 7

8 INFORMATIE OVER AFVALVERWERKING VOOR CONSUMENTEN VAN ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATUUR Wanneer dit product het einde van zijn levensduur heeft bereikt, moet het worden behandeld als elektrisch afval en elektronische apparatuur (EAEA). Alle EAEAgemarkeerde producten mogen niet worden gemengd met algemeen huishoudelijk afval, maar moeten gescheiden worden gehouden voor de behandeling, terugwinning en recycling van de gebruikte materialen. Neem contact op met uw gemeente voor meer informatie over recyclingprogramma's in uw regio. Gemaakt in China. PR2 9PP 8 Geb Rev 1.0