Inspectierapport Blink bso bv (BSO) David Nivenweg KE Almere Registratienummer

Transcriptie

1 Inspectierapport Blink bso bv (BSO) David Nivenweg KE Almere Registratienummer Toezichthouder: GGD Flevoland In opdracht van gemeente: Almere Datum inspectie: Type onderzoek : Nader onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport:

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 8 Gegevens voorziening Gegevens toezicht van 10

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 5 van de Wet kinderopvang. Het betreft een onaangekondigd nader onderzoek. Op verzoek van de gemeente Almere heeft de toezichthouder een nader onderzoek uitgevoerd. In dit nader onderzoek zijn de items waaraan tijdens de jaarlijkse inspectie niet werd voldaan opnieuw beoordeeld. Beschouwing Algemeen BSO Blink bestaat sinds De BSO is gevestigd in Almere-Filmwijk, tegenover een basisschool. Op deze naschoolse opvang (BSO) kunnen maximaal 24 kinderen opgevangen worden. In 2014 heeft een houderwijziging plaatsgevonden. De houder van BSO Blink is in de praktijk niet bij de BSO betrokken. De locatiemanager regelt alle zaken op locatie. Inspectiegeschiedenis sinds 2015: : Jaarlijks onderzoek; overtredingen geconstateerd in de domeinen 'Personeel en Groepen' en 'Ouderrecht'. De gemeente Almere start een handhavingstraject en geeft de houder tot 1 oktober 2015 de tijd om de tekortkomingen te herstellen : Nader onderzoek; de overtredingen zijn hersteld : Jaarlijks onderzoek; de toezichthouder constateert overtredingen op alle domeinen, op inrichting en accommodatie na. De gemeente Almere kondigt een last onder dwangsom aan. De houder krijgt tot de tijd om de overtredingen te herstellen : De toezichthouder constateert dat de houder op alle punten maatregelen heeft getroffen om recidive te voorkomen. Op enkele punten blijkt een tekortkoming nog niet geheel hersteld. In die gevallen vraagt de toezichthouder aan de gemeente om de handhaving mee te nemen naar het volgend (jaarlijks) onderzoek : Jaarlijks onderzoek: De toezichthouder bezoekt de BSO op een maandagmiddag in de zomervakantie. De toezichthouder observeert de pedagogische praktijk, veiligheid en gezondheid in de opvanglocatie en enkele documenten als VOG's en diploma's worden ter plaatse beoordeeld. Andere documenten worden per mail opgevraagd. De houder en locatiemanager zijn op moment van inspectie met vakantie en laten weten in september 2017 terug te zijn. De locatiemanager geeft zoveel mogelijk informatie vanaf het vakantieadres en stuurt op 8 september nog enkele documenten na. De toezichthouder constateert tekortkomingen in de verschillende domeinen van het onderzoek. De gemeente Almere kondigt een last onder dwangsom aan en geeft de houder tot 25 november 2017 de tijd om de tekortkomingen te herstellen. Huidig nader onderzoek: De houder stuurt op 22 november 2017 een mail en verschillende documenten naar de toezichthouder om aan te tonen dat de tekortkomingen zijn hersteld. Door omstandigheden vindt het onderzoek op locatie pas plaats in februari De locatiemanager komt ook naar de BSO om toe te lichten welke acties zij heeft ondernomen om tekortkomingen te herstellen. De handhaving kan beëindigd worden. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10

4 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Bij het jaarlijks onderzoek constateert de toezichthouder: "In het pedagogisch beleidsplan staat onvoldoende beschreven: Hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. Hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft de inzet van stagiaires op de groep, maar niet vermeld wordt de inzet van vrijwilligers die in de praktijk helpen bij vervoer. Wanneer een beroepskracht alleen in het kindercentrum wordt ingezet, in afwijking van de b-k-r (een situatie die kan voorkomen in middagpauzes, begin of einde van de dag), dient er een andere volwassene in het kindercentrum aanwezig te zijn. Hoe houder hiermee om gaat, staat niet beschreven." Pedagogisch beleid De houder stuurt in november 2017 een pedagogisch beleidsplan (versie november 2017) op aan de toezichthouder. In de beleidsplan staat voldoende duidelijk beschreven onder het kopje "achterwacht" hoe vrijwilligers ondersteuning bieden aan de beroepskrachten en hoe de achterwacht is geregeld wanneer één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Wanneer één beroepskracht aanwezig is in het kindercentrum in afwijking van de b-k-r dient ter ondersteuning van deze beroepskracht ten minste één andere volwassene aanwezig te zijn. Dit staat niet als zodanig beschreven in het pedagogisch beleidsplan, wel in het Veiligheidsbeleid conform de Wettelijke eisen die gelden per Om die reden is dit item bij 'pedagogsich klimaat' niet beoordeeld. Conclusie: Eerder geconstateerde tekortkomingen zijn voldoende hersteld. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. D. Stahlberg, locatiemanager) Pedagogisch beleidsplan (versie november 2017) 4 van 10

5 Personeel en groepen Bij het jaarlijks onderzoek constateert de toezichthouder: "De VOG's van de vier beroepskrachten, de locatiemanager en drie vrijwilligers zijn gezien. Eén VOG van een vrijwilliger blijkt niet gescreend op de vereiste functie-aspecten. De overige VOG's voldoen aan de gestelde eisen. Op laat de locatiemanager digitaal weten dat en nieuwe VOG voor deze vrijwilliger is aangevraagd. Op 8 september 2017 is deze VOG nog niet ontvangen door de toezichthouder. De locatiemanager laat weten dat de medewerker in het buitenland is en niet ingezet zal worden zolang de VOG niet is ontvangen." Verklaring omtrent het gedrag In november 2017 stuurt de locatiemanager een nieuwe VOG van de vrijwilliger naar de toezichthouder. Deze is gescreend op de juiste functietitel en functie-aspecten. Conclusie: De eerder geconstateerde tekortkoming is hersteld. Gebruikte bronnen: Verklaringen omtrent het gedrag 5 van 10

6 Veiligheid en gezondheid Bij het jaarlijks onderzoek constateert de toezichthouder: "De toezichthouder observeert in de praktijk voorbeelden van onvoldoende preventieve maatregelen op het gebied van veiligheids- en gezondheid: Hekje tussen groepsruimte en keuken staat gedurende gehele observatie open. Kluisjes voor tassen zijn niet in gebruik, tassen liggen op het aanrecht in keuken. Fles bleekmiddel in kindertoilet, is hoog geplaatst maar niet buiten kinderbereik. Stoel geplaatst naast balustrade op de eerste verdieping. Op eerste verdieping is schoonmaak ontoereikend: los slingerende spulletjes en viezigheid op de vloer. Bij de televisie op eerste verdieping losliggende snoeren en bedrading, stopcontacten zijn niet afgedekt. In een ruimte op eerste verdieping een kapotte radiator met scherpe hoeken en randen. De toezichthouder vraagt bij de locatiemanager de ongevallenregistraties op. De locatiemanager laat weten, dat er tot zich geen ongevallen hebben voorgedaan. Het ongeval op is niet geregistreerd, omdat "X. had haar kniebanden wat verrekt. Ze heeft 1 dagje wat rustig aangedaan en de dagen erna heeft ze weer met veel plezier bij o.a. jeugdland gespeeld en nergens meer last van gehad. Op basis deze informatie zal er geen registratie plaats vinden." De toezichthouder beoordeelt dit als een ongeval wat wél geregistreerd moet worden. Conclusie: Tijdens het onderzoek is de toezichthouder geen risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid getoond. De aangeleverde besluitenlijst met actiepunten geeft onvoldoende inzicht in het veiligheid- en gezondheidsbeleid van de houder. In de praktijk observeert de toezichthouder veiligheids- en gezondheidsrisico's waar onvoldoende maatregelen voor getroffen zijn. Ongevallen worden onvoldoende geregistreerd." Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft actuele risico-inventarisaties. Deze zijn digitaal beschikbaar en op de website geplaatst. Ook het veiligheidsbeleid 2018 is op de website geplaatst. Bij huidig nader onderzoek is alleen beoordeeld of de risico-inventarisaties en veiligheid- en gezondheidsbeleid aanwezig zijn, deze zijn niet inhoudelijk beoordeeld. Dat zal gebeuren bij het volgend jaarlijks onderzoek. De locatiemanager toont een correct ingevuld ongevallen registratieformulier. En licht huidige werkwijze met ongevallenregistraties toe. Tijdens het onaangekondigd locatiebezoek constateert de toezichthouder dat voldoende preventieve maatregelen zijn getroffen tegen alle bovengenoemde risico's in de praktijk. Conclusie: Eerder geconstateerde tekortkomingen zijn hersteld. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. D. Stahlberg, locatiemanager) Observaties (d.d ) Risico-inventarisatie veiligheid Risico-inventarisatie gezondheid Ongevallenregistratie 6 van 10

7 Ouderrecht Bij het jaarlijks onderzoek constateert de toezichthouder: "De houder houdt de ouders voldoende op de hoogte van gevoerd beleid en biedt ouders de gelegenheid om te reageren hier op. Het is onvoldoende duidelijk wat de houder vervolgens doet met deze reacties." en "De enige eis die ontbreekt in de klachtenregeling van houder is: In het oordeel wordt een concrete termijn gesteld waarbinnen eventuele maatregelen zullen zijn gerealiseerd." Oudercommissie In het pedagogisch beleidsplan schrijft de houder volgend stukje over de ouderraadpleging: "Ouderraadpleging Dagelijks zorgen wij voor de kinderen op onze buitenschoolse opvang. Meestal tot grote tevredenheid van de kinderen en de ouders/verzorgers. Om de kwaliteit van blink Almere te kunnen blijven bieden, is het contact met alle ouders van de buitenschoolse opvang van groot belang. Daarom zal er jaarlijks een tevredenheidonderzoek worden opgesteld en naar alle ouders worden verzonden. Deze enquête wordt anoniem ingevuld door alle ouders. De uitkomsten van het tevredenheidsonderzoek worden bekendgemaakt in de eerstvolgende nieuwsbrief na het sluiten van de enquête. De reacties op de open vragen van de enquête worden in deze nieuwsbrief geplaatst. Ook zal in deze nieuwsbrief worden aangegeven wat er met de reacties gedaan zal worden en binnen welk tijdsbestek deze actiepunten uitgevoerd zijn." In gesprek toont de locatiemanager hoe zij gereageerd heeft naar ouders n.a.v. het laatste tevredenheidsonderzoek. Dat is conform bovengenoemd citaat. Conclusie: Eerder geconstateerde tekortkomingen zijn hersteld. Klachten en geschillen Aan de klachtenregeling is toegevoegd dat alle maatregelen binnen een termijn van 6 weken worden genomen. Conclusie: De klachtenregeling voldoet nu aan de gestelde eisen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. D. Stahlberg, locatiemanager) Informatiemateriaal voor ouders Pedagogisch beleidsplan (versie november 2017) Klachtenregeling (klachtenregeling checklist, klachtenformulier.) 7 van 10

8 Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d en lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 10, art 7 lid 1 sub g en lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven vanaf 1 maart (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 10

9 Ouderrecht Oudercommissie Als er conform artikel 1.58 tweede lid geen oudercommissie is ingesteld, betrekt de houder de ouders aantoonbaar voldoende op een andere wijze bij: - de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan artikel 1.50, eerste lid; - het pedagogische beleid dat wordt gevoerd; - voedingsaangelegenheden van algemene aard; - het algemene beleid op het gebied van opvoeding, veiligheid of gezondheid; - openingstijden; - het beleid met betrekking tot het aanbieden van voorschoolse educatie; - de vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling van klachten; - wijziging van de prijs van kinderopvang. (art 1.58 lid 2 en 3, 1.60 lid 1 en 1.57b lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Klachten en geschillen De regeling is schriftelijk vastgelegd, voorziet er in dat de ouder de klacht schriftelijk bij de houder indient en dat de houder: - de klacht zorgvuldig onderzoekt; - de ouder zoveel mogelijk op de hoogte houdt van de voortgang van de behandeling; - de klacht, rekening houdende met de aard ervan, zo spoedig mogelijk afhandelt; - de klacht uiterlijk zes weken na indiening afhandelt; - de ouder een schriftelijk en met redenen omkleed oordeel op de klacht verstrekt; - in het oordeel een concrete termijn stelt waarbinnen eventuele maatregelen zullen zijn gerealiseerd. (art 1.57b lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 9 van 10

10 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Blink bso bv Website : Vestigingsnummer KvK : Aantal kindplaatsen : 24 Gegevens houder Naam houder : Blink BSO B.V. Adres houder : David Nivenweg 1 Postcode en plaats : 1325KE Almere KvK nummer : Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Flevoland Adres : Postbus 1120 Postcode en plaats : 8200BC LELYSTAD Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : M. Kampman M Oortwijn Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Almere Adres : Postbus 200 Postcode en plaats : 1300AE ALMERE Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Niet van toepassing Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : 10 van 10