Advies Commissie m.e.r.
|
|
- Henriette Pauwels
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 A11 Advies Commissie m.e.r. A. Advies Ciem.e.r. op Notitie Reikwijdte en Detailniveau B. Tussentijds advies Ciem.e.r. op conceptmer 24 maart 2017 P&SR001D04
2 Centrumplan Eerbeek Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport 7 december 2015 / projectnummer 3029
3 1. Advies over de inhoud van het MER De gemeente Brummen wil diverse ruimtelijke ontwikkelingen (vernieuwing en uitbreiding van de (papier)industrie, woningbouw en versterking centrum) mogelijk maken in Eerbeek. Hiervoor moet het bestemmingsplan worden gewijzigd. Voor de besluitvorming over het bestemmingsplan wordt een Plan-milieueffectrapport (verder MER) opgesteld. Over de inhoud van het MER is een Notitie Reikwijdte en Detailniveau (verder NRD) opgesteld. De gemeenteraad van de gemeente Brummen heeft de Commissie voor de milieueffectrapportage om advies gevraagd over de inhoud van het MER en heeft gevraagd de zienswijzen op de NRD hierbij te betrekken. Achtergrond De Commissie voor de milieueffectrapportage 1 (hierna de Commissie ) heeft op 15 oktober 2015 een bezoek gebracht aan het plangebied. Daarbij is duidelijk geworden dat in Eerbeek een bijzondere situatie is ontstaan. Vanwege de ligging nabij de Veluwe en beschikbaarheid van water dat door de beek wordt afgevoerd zijn van oudsher in Eerbeek papierfabrieken gevestigd. Door de vraag naar arbeid in de fabrieken groeide het aantal woningen, deze werden rondom de fabrieken gebouwd. Fabrieken en woningen staan hierdoor dicht bij elkaar. Met de introductie van de recentere milieuwetgeving is het niet eenvoudig deze historisch gegroeide situatie juridisch-planologisch goed te verankeren en te voldoen aan de milieunormen. De vigerende bestemmingsplannen, die soms lang geleden zijn vastgesteld, bieden geen adequaat kader meer en zijn aan vernieuwing toe. De (papier)industrie wil voor een gezonde en toekomstbestendige bedrijfsvoering vernieuwings- en uitbreidingsmogelijkheden hebben en houden. De gemeente wil vrijkomende (fabrieks)locaties binnen de milieucontour van de papierfabriek benutten voor woningbouw, voorzieningen en centrumfuncties en daarnaast ruimte bieden voor zowel innovatie als uitbreiding van de al eeuwen gevestigde papierindustrie en de daaraan gelieerde bedrijvigheid (bedrijventerrein Eerbeek-Zuid). Bewoners van Eerbeek willen een prettige leefomgeving zonder teveel overlast; sommigen ervaren de huidige overlast als mild, anderen als storend. 2 De beek waarlangs de papierindustrie en Eerbeek is ontstaan, levert een historisch verbindend element maar is tegenwoordig nauwelijks meer zichtbaar en beleefbaar in het gebied. Herziening van de vigerende bestemmingsplannen en aanpassing van de geluidzone rond het bedrijventerrein Eerbeek Zuid zijn noodzakelijk om bovengenoemde ontwikkelingen (uitbreiding en vernieuwing van de industrie, belevingswaarde van de beek en vernieuwing van het huizenbestand) mogelijk te maken. Daarnaast is de geurnormering van de provincie Gelderland bepalend omdat deze de ruimte inkadert waarbinnen woningbouw en ontwikkeling van voorzieningen mogelijk zijn, voor zover geurgevoelig. 1 Voor de samenstelling van de werkgroep van de Commissie m.e.r., haar werkwijze en verdere projectgegevens, zie bijlage 1 bij dit advies. Projectgegevens en bijbehorende stukken, voor zover digitaal beschikbaar, zijn ook te vinden via onder Advisering of door in het zoekvak het projectnummer 3029 in te geven. 2 Zoals ook blijkt uit de diverse zienswijzen die op de huidige overlast ingaan.
4 Van milieugebruiksruimte en ambities naar alternatieven In de NRD staan al drie alternatieven beschreven, terwijl de uitgangssituatie nog niet compleet in beeld is. De Commissie is van mening dat alle mogelijke ontwikkelingen en gevolgen daarvan op de omgeving goed voor het voetlicht gebracht moeten worden en inzichtelijk gemaakt moeten worden in al haar facetten. Daarmee worden de hoeken van het speelveld duidelijk, waarbinnen onderscheidende alternatieven ontwikkeld kunnen worden. Milieugebruiksruimte Het speelveld voor alternatieven wordt in eerste instantie bepaald door de op dit moment feitelijke beschikbare milieuruimte, met name op de aspecten geluid en geur. Om de milieuruimte te bepalen adviseert de Commissie de volgende stappen te doorlopen: 1. breng zowel de huidige feitelijke situatie als de vergunde situatie helder in beeld; 2. ga in op de wettelijke eisen en het geurbeleid van de provincie; 3. breng de huidige geluid- en geurgevoelige functies in het gebied in kaart; 4. geef een goede beschrijving van de autonome ontwikkelingen in het gebied en in de directe omgeving; 5. geef aan welke milieu(gebruiks)ruimte de huidige activiteiten in het gebied innemen, en beschrijf de eventuele beperkingen die deze opleveren voor de realisatie van nieuwe activiteiten (zoals woningbouw). Hierdoor ontstaat een helder en eenduidig beeld (op kaart en in tekst) van de milieuruimte. Ambities en doelen Het speelveld van alternatieven wordt daarnaast bepaald door de ambities voor en de gewenste ontwikkelingen in en van het gebied van zowel de gemeente, de (papier)industrie als andere partijen. 3 Tijdens het locatiebezoek is aangegeven dat er in de (papier)industrie enkele innovatie- en uitbreidingsplannen bestaan. Onderbouw de noodzaak en beschrijf de reikwijdte van deze innovatie- en uitbreidingsplannen en geef zoveel mogelijk op kaart aan welke effecten daarvan het gevolg (kunnen) zijn. De gemeente heeft aangegeven dat er in Eerbeek behoefte is aan 350 woningen tot Onderbouw deze behoefte en geef aan in welk gebied deze behoefte gerealiseerd moet worden, mede op grond van de beoogde verhuismobiliteit. Beantwoord de vraag of de behoefte zich tot de kern Eerbeek beperkt of dat er sprake is van een subregionale behoefte die ook in bijvoorbeeld Loenen opgevangen kan worden. Geef ook aan wat de meest recente visie is op het omzetten van recreatie- en bedrijfswoningen naar burgerwoningen. De NRD is (deels) gebaseerd op het Masterplan Centrumgebied Eerbeek. Het is de vraag in hoeverre dit Masterplan uit 2009 nog actueel is, gelet op de positie van het Burgerslocatie en de omgeving daarvan. Geef in het MER, zoveel mogelijk op kaart, aan welke delen van het Masterplan al in uitvoering zijn, welke nog actueel zijn en met welke delen geen rekening meer hoeft te worden gehouden. 3 In de vele zienswijzen worden deze belangen duidelijk naar voren gebracht.
5 Alternatievenontwikkeling Ontwikkel vervolgens de alternatieven binnen de milieugebruiksruimte waarbij de overeenkomsten en de verschillen in de ambities en gewenste ontwikkelingen tot hun recht komen. De Commissie denkt daarbij, in aanvulling op de NRD, aan: Cultuurhistorische onderlegger Het vergroten van de zichtbaarheid van de beek, waarmee de historische context van de papierindustrie zichtbaar wordt wat bijdraagt aan het vergroten van de identiteit van het centrumgebied en de herkenbaarheid van de herkomst van Eerbeek; Micro-oplossingen Duiden van de - soms kleine locaties waar het slopen van woningen, uitbreiding van papierindustrie en verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving kan samenvallen; Burgerslocatie en woningen De ontwikkeling van de Burgerslocatie als uitbreidingslocatie voor de papierindustrie, en het verkennen van mogelijke alternatieve locaties in Eerbeek voor het realiseren van het gewenste aantal woningen (juist ook op locaties met minder belasting); Benutten investeringsplannen industrie Neem in de alternatievenontwikkeling ook investeringsplannen van de industrie mee die per saldo leiden tot een lagere milieubelasting; Milieuruimte Het vergroten van de milieuruimte door het toepassen van BBT+ en BBT++ technieken om zo emissies en/of immissies te verlagen voor geluid 4 en geur. Hiermee wordt milieuruimte gecreëerd die toegepast kan worden voor andere doelen zoals uitbreiding van de industrie en/of uitbreiding van woonfuncties. Alternatieven en mogelijkheden om de milieuruimte te vergroten geven belanghebbenden en bestuurders inzicht in de (on)mogelijkheden en randvoorwaarden waarbinnen ontwikkelingen gestalte kunnen krijgen. Dit zal de zoektocht naar een gezamenlijk belang, waarmee het centrum van Eerbeek toekomstbestendig wordt, faciliteren. Met deze informatie kan bovendien een besluit genomen kan worden over de beoogde ontwikkelingen in het bestemmingsplan waarbij het milieu volwaardig kan worden meegewogen. De Commissie adviseert daarbij niet op voorhand bestaande eigendomssituaties en ontwikkelafspraken in het tripartietoverleg leidend te laten zijn. Beschrijf de afwegingen die gemaakt worden bij de ontwikkeling van maatregelen en alternatieven zo expliciet mogelijk. Omgeving De Commissie adviseert de inhoudelijk relevante aspecten uit de overleggen die in aanloop naar de NRD met verschillende belanghebbenden hebben plaatsgevonden weer te geven en met name hoe deze hebben meegewogen bij de ontwikkeling van alternatieven en maatregelen. Zo wordt in het MER voor alle partijen duidelijk wat met hun bijdrage is gedaan. 5 Besluitvormers en belanghebbenden lezen in de eerste plaats de samenvatting. Daarom verdient dit onderdeel bijzondere aandacht. Het moet zelfstandig leesbaar zijn en een goede afspiegeling zijn van de inhoud van het MER. 4 In het kader van het geluidsreductieplan. 5 In de zienswijzen kwam enkele malen naar voren dat hier onduidelijkheid over bestaat.
6 2. Milieuaspecten 2.1 Beoordelingskader De Commissie vindt het beter de meest bepalende aspecten (geur en geluid) mee te laten wegen in de totstandkoming van de alternatieven, zie ook het vorige hoofdstuk. Werk de effecten van álle aspecten vervolgens gelijkwaardig uit voor de alternatieven; de positie van de aspecten verkeer en natuur ligt naar oordeel van de Commissie niet op een ander niveau dan bijvoorbeeld de aspecten als bodem, water of maatschappelijke aspecten. 2.2 Geur Milieugebruiksruimte/referentiesituatie Om inzicht te krijgen in de milieugebruiksruimte voor geur adviseert de Commissie allereerst de huidige feitelijke situatie te beschrijven. Breng daarbij de relevante verschillende bedrijfssituaties gedurende het jaar met verschillende geuremissies in beeld. Maak duidelijk in hoeverre de bedrijven op dit moment al de Beste Beschikbare Technieken toepassen. Deze technieken (BBT) zijn noodzakelijk om een hoog beschermingsniveau conform art van het Besluit omgevingsrecht (Bor) te verkrijgen. Het begrip hoog beschermingsniveau uit het Bor is voor geurhinder gelijkgesteld aan het aanvaardbaar geurhinderniveau. Gebruik in het MER de Europese geureenheid (OUe). Beschrijf vervolgens de vergunningensituatie en hoe het bevoegd gezag de afweging heeft gemaakt om tot het aanvaardbaar geurhinderniveau te komen, waarop de voorschriften met betrekking tot de geuremissie en/of immissie betrekking hebben. Geef ook aan in hoeverre het geurbeleid van de provincie Gelderland al is toegepast in de vergunningen. Beschrijf hoe de gecumuleerde geurcontour tot stand is gekomen en hoe deze zich verhoudt tot het aanvaardbaar geurhinderniveau. Maak duidelijk of verdergaande technieken (BBT+ en BBT++) beschikbaar en toepasbaar zijn. Geef ten slotte de voorziene autonome ontwikkelingen aan. Beleving geurbelasting Zoals ook in de NRD aangegeven is de werkelijk beleving van geurbelasting relevant bij het bepalen van wat in de specifieke Eerbeekse situatie nog aanvaardbaar is en wat niet. Compenserende maatregelen geur In de NRD wordt relatief veel aandacht besteed aan de zogenoemde compenserende maatregelen geur (voor geuroverlast). De Commissie adviseert deze zoals die nu in de NRD genoemd zijn duidelijker te formuleren zodat de toepasbaarheid duidelijker wordt. Aandachtspunten zijn: Huizen moeten permanent geventileerd worden; het is niet duidelijk hoe de keuze om de balansventilatie uit te zetten zich tot deze noodzaak verhoudt. Een particuliere vernevelinstallatie in de gevel om maskerende geur te verspreiden: is dit een milieuhygiënisch gewenste maatregel en in hoeverre levert dit het gewenste effect op gezien de onvoorspelbare luchtcirculatie om een woning en in een tuin. In hoeverre kunnen openbare voorzieningen een soort ontsnappingsmogelijkheid bieden voor sterke geurhinder in en om de eigen woning.
7 2.3 Geluid en trillingen In de NRD is beperkt aandacht voor geluid en geen aandacht voor trillingen. De Commissie adviseert om inzicht te geven in de milieuruimte voor het aspect geluid. Beschrijf daartoe voor geluid en trillingen de huidige feitelijke situatie, de vergunde situatie en eventuele autonome ontwikkelingen. Geef aan op welke locaties op dit moment klachten over geluids- en/of trillingsoverlast zijn en welke maatregelen bedrijven nu al nemen om overlastsituaties te voorkomen. Maak duidelijk in hoeverre de bedrijven op dit moment al de Beste Beschikbare Technieken toepassen en of verdergaande technieken (BBT+ en BBT++) beschikbaar en toepasbaar zijn. 2.4 Verkeer Ten aanzien van verkeer, specifiek de mogelijke omlegging van de N786, merkt de Commissie op dat de NRD niet eenduidig is. De Commissie begrijpt uit het locatiebezoek dat er sprake is van een mogelijke maar niet waarschijnlijke omlegging van de west- naar de oostzijde van Eerbeek. In het geval van een omlegging naar de oostzijde is er sprake van een situatie die bepalend is voor het centrumplan, en waarmee in de bepaling van de milieugebruiksruimte en de ruimtelijke uitwerking van het voornemen terdege rekening moet worden gehouden. Alle andere omleggingen of aanpassingen van de N786 zijn niet of nauwelijks relevant voor het voornemen en dus het MER. De Commissie adviseert het onwaarschijnlijke geval dat de omlegging van de N786 naar de oostzijde zal gaan als een scenario mee te nemen bij de beoordeling van de alternatieven. De wens voor een nieuwe ontsluiting voor de Burgerslocatie komt voort uit het Masterplan Centrumgebied De toegevoegde waarde van deze nieuwe ontsluiting kan pas beoordeeld worden als de hoeken van het speelveld en de alternatieven bekend zijn. De Commissie adviseert om een eventuele verandering van de verkeersstructuur binnen de kern integraal deel uit te laten maken van een of meer uitgewerkte alternatieven.
8 BIJLAGE 1: Projectgegevens reikwijdte en detailniveau MER Initiatiefnemer: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brummen Bevoegd gezag: gemeenteraad van de gemeente Brummen Besluit: wijziging/vaststelling bestemmingsplan Categorie Besluit m.e.r.: plan-m.e.r. vanwege kaderstelling voor categorie C20.2 en D20.2 plan-m.e.r. vanwege passende beoordeling Activiteit: het mogelijk maken van diverse ruimtelijke ontwikkelingen (vernieuwing en uitbreiding van de (papier)industrie, woningbouw en versterking centrum) in Eerbeek. Procedurele gegevens: aankondiging start procedure in Brummense Berichten van: 29 juli 2015 ter inzage legging van de informatie over het voornemen: 30 juli t/m 23 september 2015 adviesaanvraag bij de Commissie m.e.r.: 31 maart 2015 advies reikwijdte en detailniveau uitgebracht: 7 december 2015 Samenstelling van de werkgroep: Per project stelt de Commissie een werkgroep samen bestaande uit enkele deskundigen, een voorzitter en een werkgroepsecretaris. Bij dit project bestaat de werkgroep uit: ir. C.J.M. Anzion drs. R.J. van Kerkhoff prof. dr. ir. R. Rabbinge (voorzitter) drs. W. Smal (werkgroepsecretaris) Werkwijze Commissie bij advies reikwijdte en detailniveau: In dit advies geeft de Commissie aan welke onderwerpen naar haar mening behandeld dienen te worden in het MER en met welke diepgang. De Commissie heeft de hierna genoemde informatie van het bevoegde gezag ontvangen. Deze informatie vormt het uitgangspunt van haar advies. Om zich goed op de hoogte te stellen van de situatie heeft de Commissie een locatiebezoek afgelegd. Zie voor meer informatie over de werkwijze van de Commissie op de pagina Commissie m.e.r. Betrokken documenten: De Commissie heeft de volgende documenten betrokken bij haar advies : Notitie reikwijdte en detailniveau PlanMER Eerbeek, Royal HaskoningDHV, referentie P&SBD6887R001F01, 1 juli De Commissie heeft kennis genomen van de zienswijzen en adviezen, die zij tot en met 12 oktober 2015 van het bevoegd gezag heeft ontvangen. Zij heeft deze, voor zover relevant voor m.e.r., in haar advies verwerkt.
9 Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport Centrumplan Eerbeek
10 Centrumplan Eerbeek Tussentijds toetsingsadvies over het milieueffectrapport 9 december 2016 / projectnummer: 3029
11
12 1. Tussentijds oordeel over het concept milieueffectrapport De gemeente Brummen wil diverse ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk maken in Eerbeek. Het gaat om vernieuwing en uitbreiding van de (papier)industrie, woningbouw en versterking van het centrum. Hiervoor moet het bestemmingsplan worden gewijzigd. Voor de besluitvorming over het bestemmingsplan wordt een Plan-milieueffectrapport (verder MER) opgesteld. De gemeenteraad van Brummen is bevoegd gezag voor deze procedure. De gemeenteraad heeft de Commissie voor de milieueffectrapportage (hierna de Commissie ) 1 gevraagd het concept MER tussentijds te toetsen. Het definitieve MER kan eventueel nog aangepast worden op basis van dit advies. Wat is het tussentijds oordeel van de Commissie? In dit advies spreekt de Commissie zich tussentijds uit over de juistheid en de volledigheid van het concept MER. Het concept MER is zeer uitgebreid en bevat een grote hoeveelheid bijlagen, waarin het verrichte onderzoek goed is gedocumenteerd. Daarmee ligt veel goede informatie op tafel die nodig is om een besluit te nemen, waarin het milieubelang volwaardig is meegewogen. In de kern van Eerbeek is de situatie historisch zo gegroeid dat bedrijven en woningen dicht bij elkaar staan. Daarom is het belangrijk eerst goed te weten wat de huidige situatie voor geur- en geluidsoverlast is. Dit is in het concept MER goed in beeld gebracht. Ook de door omwonenden ervaren hinder is goed in beeld en blijkt laag te zijn. De alternatieven in het concept MER brengen de verschillende mogelijke oplossingen voor ontwikkeling van wonen, industrie en voorzieningen in het centrumgebied in beeld. De Commissie is desondanks van oordeel dat het concept MER op drie punten nu nog niet de informatie bevat om een besluit te kunnen nemen over het plan Eerbeek waarin het milieubelang volwaardig wordt meegewogen. De Commissie adviseert deze informatie in het definitieve MER alsnog op te nemen. Het gaat om de volgende punten: De onderbouwing van de woningvraag en de totstandkoming van het voorkeursalternatief is niet goed navolgbaar. Maatregelen om effecten van verdroging op de Veluwe te voorkomen zijn niet voldoende uitgewerkt. Het plan zorgt voor extra stikstofdepositie op streng beschermde natuurgebieden. Deze natuurgebieden zijn reeds overbelast. In het concept MER wordt niet voldoende aangetoond dat het plan ondanks deze toename uitvoerbaar is binnen de kaders van de Natuurbeschermingswet (1998). Ook zijn geen maatregelen om uitstoot te voorkomen uitgewerkt. Relatie bestemmingsplan Deze tussentijdse toetsing vindt plaats voordat het bestemmingsplan wordt opgesteld. Hierdoor heeft de Commissie geen oordeel kunnen vellen over de wijze waarop de maatregelen 1 De samenstelling en werkwijze van de werkgroep van de Commissie m.e.r. en verdere projectgegevens staan in bijlage 1 van dit advies. U vindt de projectstukken die bij het advies zijn gebruikt, via de link 3029 of door dit nummer op in te vullen in het zoekvak. -1-
13 die in het concept MER worden beschreven, worden geborgd in het bestemmingsplan. De Commissie hecht eraan aan op te merken dat de wijze waarop de uitkomsten van het onderzoek in het bestemmingsplan worden opgenomen, in dit geval zeer bepalend is voor de uitvoerbaarheid van het plan en dat dit, door de bijzondere situatie in Eerbeek, geen eenvoudige zaak is. Leeswijzer In hoofdstuk 2 licht de Commissie haar tussentijds oordeel toe. In hoofdstuk 3 zijn enkele aanbevelingen voor het vervolg opgenomen op het gebied van geur, geluid en duurzaamheid en klimaat. 2. Informatie die nog in het concept MER ontbreekt De Commissie wil met onderstaande punten aangeven welke informatie nog aan het concepot MER ontbreekt. 2.1 Onderbouwing behoefte woningen en totstandkoming voorkeursalternatief De informatie uit het concept MER In het concept MER wordt teruggegrepen op een recent onderzoek in het kader van de woonvisie, waarin een behoefte van 355 woningen voor Eerbeek is aangetoond. Deze behoefte is gestoeld op provinciale prognoses en goed navolgbaar. Vervolgens wordt er een verdeling gemaakt binnen Eerbeek tussen Centrum en Dorp. Het deelgebied Centrum beslaat daarbij vrijwel de gehele kom van Eerbeek inclusief het bedrijventerrein. De enige wijken die niet in 'Centrum' vallen zijn de nieuwbouwwijk Lombok, de wijk Werfakker ten noorden van het centrum en de verspreide (deels recreatie) woningen in de bossen rondom. Het verschil tussen de deelgebieden Centrum en Dorp is weinig onderscheidend; ze liggen allebei wel binnen bestaand stedelijk gebied en in die zin wordt formeel voldaan aan de ladder voor duurzame verstedelijking. De in het woningbehoefteonderzoek berekende behoefte wordt normaal gesproken verder onderverdeeld in de voorkeur voor nieuwbouw in specifieke woonmilieus. Dat is in dit geval niet gedaan. De onderverdeling vindt plaats op grond van het nieuwbouwprogramma en niet op grond van de woningbehoefte. In het concept MER wordt alleen gekeken of het programma realiseerbaar is. In het MER moet eigenlijk de vraag worden beantwoord op welke wijze en op welke locatie de woningbehoefte van 355 woningen optimaal kan worden opgevangen in Eerbeek. Onderbouwing behoefte specifieke woonmilieus Uit de stukken is niet af te leiden in hoeverre aan voorkeuren vanuit verschillende doelgroepen voor specifieke woonmilieus kan worden voldaan. De ambitie van de gemeente om de juiste woning op de juiste plek te krijgen wordt niet navolgbaar vervuld. De enkele opmer- -2-
14 king dat de woningvraag verandert in de komende jaren, is daarvoor onvoldoende. De rapportage over de woningvraag 2 is onvoldoende specifiek geënt op Eerbeek. Vanuit de groeiende behoefte van eenpersoonshuishoudens (oud en jong) is een stevigere onderbouwing van de verdeling van de behoefte over woonmilieus, bijvoorbeeld wonen boven winkels of zorgwoningen bij maatschappelijke en commerciële voorzieningen, af te leiden. Deze behoefteverdeling kan vervolgens afgezet worden tegen beschikbare locaties. Verdeling specifieke behoefte naar beschikbare locaties Van oudsher kent Eerbeek geen echt centrum 3. In de huidige situatie is door de investeringen in de Stuijvenburchstraat een aanzet voor een winkel- en horecaconcentratie tot stand gekomen. Deze kan worden versterkt door de ontwikkeling van de Kerstenlocatie, de hoek Ilinckstraat en wellicht de eerste schil van het Burgersterrein. Daarmee wordt met de plannen bewust een centrum gecreëerd. Op deze centrumlocaties passen specifieke typen woningen. De overige, reguliere woningbouw kan dan - volgens het gedachtegoed van alternatief 3 - zoveel mogelijk in de minder belaste geurzones 1, 2 of 3 worden gesitueerd, bijvoorbeeld in Lombok (deelgebied Dorp) of op de te herstructureren schoollocaties (deelgebied Centrum). De locatie Loenenseweg biedt in de geurzone 3 mogelijkheden voor zorgwoningen. Onderbouwing aantal woningen voorkeursalternatief Het voorkeursalternatief geeft ten opzichte van alternatief 3C nog een vergroting van de netto toevoeging van woningen binnen de geurcontour door op de Eerbeekse Enk per saldo geen woningen te onttrekken. De enige onderbouwing daarvoor is dat "het tekort aan woningen in werkgebied centrum daardoor een stuk lager wordt" (pagina 159 concept MER). Deze onderbouwing schiet in het licht van het voorgaande tekort, omdat het onderscheidend vermogen tussen de werkgebieden Centrum en Dorp te klein is en omdat niet duidelijk is of er elders in de geurzones 1, 2 of 3 ruimte is voor vervangende woningbouw van hetzelfde type als op de Eerbeekse Enk. De Commissie adviseert in het MER nader te onderbouwen aan welke woonmilieus (bijvoorbeeld zorgwoningen nabij voorzieningen of wonen boven winkels) behoefte is en op welke wijze en op welke locaties deze behoefte aan verschillende woonmilieus ingevuld kan worden. Geef verder explicieter aan dat de keuze om commerciële voorzieningen te concentreren in het centrum van Eerbeek reeds in gang is gezet en uit een oogpunt van afname van het detailhandelsaanbod doorgezet moet worden. Maak, mede op basis van deze onderbouwing, navolgbaar hoe tot het voorkeursalternatief is gekomen. 2.2 Hydrologie Veluwe Eerbeek ligt praktisch in het beschermde natuurgebied de Veluwe. Dit gebied is gevoelig voor verdroging. In het concept MER wordt beschreven dat een verdere onttrekking van grondwater door uitbreiding van papierfabrieken significante verdrogingseffecten kan hebben voor het Natura 2000-gebied Veluwe. In het concept MER wordt gesteld dat maatregelen mogelijk 2 Woningmarkt in Brummen, ABF Research, Zie de cultuurhistorische onderlegger en de nota ruimtelijke kwaliteit (welstandsnota). -3-
15 zijn om deze negatieve effecten te voorkomen. Men denkt daarbij aan gespreide onttrekkingen op verschillende dieptes en op verschillende locaties. De effectiviteit en praktische uitvoerbaarheid van deze maatregelen wordt echter niet beschreven. De extra onttrekking heeft mogelijk ook invloed op bestaande beheermaatregelen van het gebied en de instandhoudingsmaatregelen die in het kader van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) reeds worden genomen. Deze invloed is niet beschreven in het concept MER. Daarnaast worden er geen onttrekkingsalternatieven besproken waarbij men overschakelt van grondwater naar gefilterd oppervlaktewater op een plaats buiten de kwetsbare Veluwenatuur, zoals het Apeldoorns Kanaal. Ook verdergaande waterbesparingsmogelijkheden van de papierindustrie waarbij het huidige waterverbruik als maximum wordt genomen, worden niet voldoende aan de orde gesteld. De Commissie stelt vast dat er hiermee in het concept MER geen alternatief is beschreven, waarvan met zekerheid gesteld kan worden dat die niet leidt tot aantasting van natuurlijke kenmerken van Natura 2000-gebieden. De Commissie adviseert om in het MER tenminste één alternatief te beschrijven dat niet leidt tot aantasting van natuurlijke kenmerken van Natura 2000-gebieden. Beschrijf hierbij ook maatregelen die genomen kunnen worden om effecten te voorkomen. Denk hierbij aan maatregelen om het waterverbruik te verminderen, hergebruik van water te bevorderen en ten slotte ook aan maatregelen om de effecten van de toch nog noodzakelijke onttrekkingen te voorkomen. 2.3 Stikstofdepositie Achtergrond In de buurt van Eerbeek heeft een aantal beschermde natuurgebieden, zoals de Veluwe, last van de hoeveelheid stikstof die in het gebied neerkomt. Voor deze zogenaamde Natura 2000-gebieden is bepaald hoeveel stikstof de planten en dieren in het gebied nog kunnen verdragen. Op dit moment wordt in ieder geval in het Natura 2000-gebied Veluwe deze grens al overschreden. Elke toename van stikstof die in het gebied terecht komt, leidt tot verdere overbelasting en heeft meteen een negatief effect. Het concept MER Uit het concept MER blijkt dat de onderdelen van het plan, zoals papierfabrieken, woningen en scholen een toename van stikstofdepositie kunnen veroorzaken. In het concept MER zijn niet alle maatregelen beschreven die genomen kunnen worden om stikstofdepositie te verminderen. De Commissie adviseert in het MER maatregelen te beschrijven die de uitstoot van stikstof kunnen voorkomen of teniet doen. De Commissie kan zich voorstellen dat er bij papierfabrieken technische maatregelen mogelijk zijn om de emissie van stikstof te verlagen. Ook voor woningen en scholen zijn er, zij het beperkter, wellicht bronmaatregelen mogelijk. Deze maatregelen zijn ook met het oog op duurzaamheid en klimaat wellicht nuttig (zie ook paragraaf 3.3 hierover). -4-
16 Uitvoerbaarheid Sommige bedrijven hebben al een Nb-wet vergunning voor hun activiteiten. Andere bedrijven zijn opgenomen als prioritair project bij het landelijke Programma Aanpak Stikstof (PAS) 4. Voor deze bedrijven is de conclusie getrokken dat aantasting van natuurlijke kenmerken als gevolg van stikstofdepositie is uitgesloten, omdat in het PAS maatregelen worden genomen om de effecten van projecten uit het PAS op de Natura-2000 gebieden tegen te gaan. In de Passende beoordeling moet daarbij wel worden aangetoond dat op dit moment voor deze bedrijven ook nog ontwikkelruimte beschikbaar is. Op de website van de Provincie zijn deze bedrijven overigens als prioritair project niet terug te vinden 5. Voor andere bedrijven, woningen en scholen (door stikstofuitstoot van CV-ketels en verkeer) beschrijft het concept MER dat voor deze activiteiten een beroep op segment 2 van het PAS wordt gedaan (via het aanvragen van een Nb-wet vergunning). Sommige planonderdelen zullen een bijdragen aan stikstofdepositie hebben kleiner dan 0,05 mol/ja/jr. 6 Deze planonderdelen kunnen met een melding binnen het PAS doorgang vinden in segment 1 van het PAS. In het concept MER/Passende beoordeling is echter niet aangetoond dat op dit moment deze ontwikkelruimte beschikbaar is in segment 1 en 2. De Commissie stelt vast dat er hiermee in het concept MER nog geen alternatief is beschreven, waarvan met zekerheid gesteld kan worden dat die niet leidt tot aantasting van natuurlijke kenmerken van Natura 2000-gebieden. De Commissie adviseert om in het MER tenminste één alternatief te presenteren dat niet leidt tot aantasting van de natuurlijke kenmerken van Natura 2000-gebieden. Doe dit door aan te tonen dat alle planonderdelen onder het PAS vallen, en dat ook nog ontwikkelruimte is in het PAS. Een andere mogelijkheid is de praktische haalbaarheid van maatregelen om stikstofemissies te voorkomen, verder te onderbouwen. 3. Aanbevelingen voor het vervolg In dit hoofdstuk doet de Commissie aanbevelingen om de kwaliteit van de vervolgbesluitvorming te verbeteren. Het betreft geen tekortkomingen van de informatie in het concept MER. 3.1 Geur Telefonische Leefsituatie Onderzoek Er is een Telefonisch Leefsituatie Onderzoek (TLO) uitgevoerd om de geurhinder en de aanvaarding daarvan door de inwoners van Eerbeek vast te stellen. Het onderzoek is gedegen uitgevoerd. De percentages hinder komen overeen met een onderzoek dat door de GGD in de monitor van 2012 is gerapporteerd. 4 In het PAS zijn verschillende type projecten in 4 segmenten. Voor elk segment is ontwikkelruimte gereserveerd. 5 Pas.Natura2000.nl/pages/prioritaire-projecten.aspx 6 De grenswaarde voor het Natura 2000-gebied De Veluwe. -5-
17 Een opvallend hoog percentage van de (ernstig) gehinderden geeft aan de geur aanvaardbaar te vinden, namelijk 71% gemiddeld en in de zones 3 tot en met 6 zo n 60-70%. De situatie met betrekking tot de vergunde versus de actuele geurbelasting is ook onderzocht om na te gaan in hoeverre de geurbelasting bij het volledig benutten, dan wel uitbreiden van de vergunde productiecapaciteit zal toenemen. De Commissie kan zich vinden in de conclusie dat de geurbelasting slechts beperkt zal toenemen ten opzichte van de situatie in Het voorgaande betekent dat het concept MER de essentiële informatie bevat over de geursituatie om een besluit te kunnen nemen over het Centrumplan Eerbeek waarin het milieubelang volwaardig kan worden meegewogen. Toepassing technische maatregelen industrie Uit het concept MER blijkt dat er een uitgebreid onderzoek heeft plaatsgevonden naar de toepassing van BBT 7 - en BBT-plus-maatregelen en de mogelijkheden om de geuremissie verder te beperken. Het onderzoek is goed en grondig uitgevoerd. Uit het onderzoek blijkt dat de papierfabrieken al BBT-plus-maatregelen toepassen. Een belangrijke geurbron van de papierindustrie, namelijk de afvalwaterzuivering, is bij geen van de bedrijven nog in het plangebied aanwezig. Het afvalwater wordt extern door een ander bedrijf behandeld. Uit het onderzoek naar nageschakelde technieken 8 blijkt dat er geen praktische ervaring is met nageschakelde technieken anders dan genoemd bij de BBT-plus-maatregelen (het toepassen van condensors als warmtewisselaars). Verder blijkt dat door de samenstelling van de afgassen, de relatief lage geurconcentratie, de hoge debieten en het grote aantal emissiepunten de toepassing van nageschakelde technieken technisch complex is om uit te voeren en veel geld kost. Ook een schoorsteenverhoging is erg duur. De conclusie dat emissie- en/of immissievermindering door toepassing van nageschakelde technieken en/of schoorsteenverhoging op dit moment geen reële optie is, wordt onderschreven door de Commissie. De Commissie beveelt wel aan om in de toekomst bij wijzigingen in de installaties in de papierfabrieken telkens te onderzoeken of het mogelijk is de geuremissie te verminderen door proces-geïntegreerde maatregelen te nemen. Als dat niet mogelijk is, onderzoek dan in tweede instantie in hoeverre nageschakelde technieken de emissie kunnen verminderen. 3.2 Geluid Het geluidreductieplan dat als bijlage bij het concept MER is gevoegd geeft aan dat er voor geluid overschrijdingen zijn op meerdere punten. Ook wordt aangetoond dat alleen maatregelen bij meerdere bedrijven de knelpunten (deels) kunnen oplossen. Ook met deze maatregelen is er nog geen uitbreidingsruimte mogelijk waarbij geen normen worden overschreden. In het MER wordt ook de mogelijkheid van dezoneren beschreven; in het plan is nu een geluidszone vastgesteld waarin alle geluidsbronnen in worden meegenomen. Na dezoneren zullen de geluidsbronnen per bedrijf worden beoordeeld. Daardoor zijn er geen knelpunten meer met de geluidszone, maar verandert de feitelijke geluidssituatie niet. Als er nog wel 7 Best Beschikbare Technieken. 8 Dit zijn technieken als luchtwassers, die niet in het bedrijfsproces zelf zijn opgenomen, maar bij de luchtuitlaat kunnen worden ingebouwd. -6-
18 knelpunten zijn, kunnen ontheffingen worden verleend. Het plan voegt echter geen grote geluidsbronnen toe aan het plangebied, en de Commissie is daarom van oordeel dat de geluidseffecten van het plan goed in beeld zijn. De Commissie beveelt aan om in de vergunningverlening voor bedrijfsuitbreidingen aandacht te besteden aan de mogelijkheid maatregelen te nemen om geluidsoverlast te voorkomen of te verminderen. 3.3 Kansen voor duurzaamheid en klimaat Duurzaamheid en klimaat zijn onderwerpen die steeds belangrijker worden, mede gezien de ambitieuze doelstellingen in het klimaatakkoord van Parijs. De Minister van Economische zaken heeft mede als uitvloeisel daarvan al aangegeven ruimte te willen laten voor experimenten met woonwijken die geen gasaansluiting meer hebben, maar gebruik maken van restwarmte. De historisch gegroeide korte afstand tussen woningen en fabrieken in Eerbeek kan op dit vlak juist kansen bieden. Dat geldt niet alleen voor het gebruik van restwarmte, maar ook voor het hergebruik van water en het toepassen van restproducten (biogas). Dit is op een aantal plaatsen in Eerbeek al toegepast, maar kan in de toekomst wellicht nog uitgebreid worden. De Commissie adviseert daarom in het MER en in de toelichting van het bestemmingsplan aan te geven: o of, en zo ja op welke wijze, er ruimte is voor hergebruik van restwarmte, water of andere reststromen en voor de toepassing van hernieuwbare energie (zon, wind en/of geothermie); o of, en zo ja op welke wijze, er ruimte is voor een klimaatrobuuste inrichting van het plan (piekbuien, overstromingsrisico s conform laatste scenario s). -7-
19 BIJLAGE 1: Projectgegevens tussentijdse toetsing MER Initiatiefnemer: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brummen Bevoegd gezag: gemeenteraad van de gemeente Brummen Besluit: vaststellen of wijzigen van een bestemmingsplan Categorie Besluit m.e.r.: plan-m.e.r. vanwege kaderstelling voor categorie C20.2 en D20.2 plan-m.e.r. vanwege passende beoordeling Activiteit: De gemeente Brummen wil in Eerbeek verschillende ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk maken, zoals vernieuwing en uitbreiding van de (papier)industrie, woningbouw en versterking van het centrum. Procedurele gegevens: Adviesaanvraag bij de Commissie m.e.r.: 31 maart 2015 Aankondiging start procedure: 9 september 2015 Ter inzage legging van de informatie over het voornemen: 9 september t/m 7 oktober 2015 Advies reikwijdte en detailniveau uitgebracht: 7 december 2015 Aanvraag tussentijds toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.: 7 oktober 2016 Tussentijds toetsingsadvies uitgebracht: 9 december 2016 Samenstelling van de werkgroep: Per project stelt de Commissie een werkgroep samen bestaande uit enkele deskundigen, een voorzitter en een werkgroepsecretaris. Bij dit project bestaat de werkgroep uit: mw. ir. C.J.M. Anzion dhr. drs. S.R.J. Jansen dhr. drs. R.J. van Kerkhoff dhr. prof. dr. ir. R. Rabbinge (voorzitter) mw. drs. W. Smal (secretaris) Werkwijze Commissie bij toetsing: Tijdens de tussentijdse toetsing gaat de Commissie na of het concept MER voldoende juiste informatie bevat om het milieubelang volwaardig mee te kunnen wegen in het besluit. De Commissie gaat bij het toetsen uit van de wettelijke eisen voor de inhoud van een MER, zoals aangegeven in artikel 7.7 dan wel 7.23 van de Wet milieubeheer, en van eventuele documenten over de reikwijdte en het detailniveau van het MER. Indien informatie ontbreekt, onvolledig of onjuist is, beoordeelt de Commissie of zij dit een essentieel vindt. Daarvan is sprake als de ontbrekende informatie in de ogen van de Commissie kan leiden tot andere afwegingen. In die gevallen adviseert de Commissie deze informatie in het definitieve MER te verwerken. De Commissie richt zich in het advies dus op hoofdzaken die van belang zijn voor de besluitvorming en gaat niet in op onjuistheden of onvolkomenheden van ondergeschikt belang. Zie voor meer informatie over de werkwijze van de Commissie: Betrokken documenten: U vindt de projectstukken die bij het advies zijn gebruikt, door op projectnummer 3029 in te vullen in het zoekvak. De Commissie heeft geen zienswijzen of adviezen via bevoegd gezag ontvangen.
20
Centrumplan Eerbeek. Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport. Gemeente Brummen: documentnummer 16.
Gemeente Brummen: documentnummer 16.006861 Centrumplan Eerbeek Advies over reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport 7 december 2015 / projectnummer 3029 1. Advies over de inhoud van het MER
Bestemmingsplan Maastricht Aachen Airport, Businesspark AviationValley
Bestemmingsplan Maastricht Aachen Airport, Businesspark AviationValley Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 17 augustus 2016 / projectnummer: 3103 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER)
Havenkwartier Zeewolde
Havenkwartier Zeewolde Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 8 september 2011 / rapportnummer 2459 60 Oordeel over het MER Voor de aanleg van de woonwijk Polderwijk te Zeewolde is in 2003 de procedure
Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld
Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 11 april 2016 / projectnummer: 3109 1. Oordeel over het Milieueffectrapport De gemeente Simpelveld heeft
Uitbreiding bedrijventerrein De Kooi, Woensdrecht
Uitbreiding bedrijventerrein De Kooi, Woensdrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 25 juni 2015 / rapportnummer 3027 13 1. Oordeel over het MER De gemeente Woensdrecht wil bedrijventerrein
Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem
Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 10 juni 2013 / rapportnummer 2779 31 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De Gemeente Doetinchem wil verschillende
Bestemmingsplan Landelijk Gebied Vlist, gemeente Krimpenerwaard
Bestemmingsplan Landelijk Gebied Vlist, gemeente Krimpenerwaard Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 29 juli 2015 / rapportnummer 3060 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente
Uitbreiding pluimveehouderij Buijs VOF te Emmer-Compascuum
Uitbreiding pluimveehouderij Buijs VOF te Emmer-Compascuum Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 9 november 2016 / projectnummer: 3157 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Landbouwbedrijf
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl)
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvullingen wind en geur 16 mei 2017 / projectnummer: 3041 1. Toetsingsadvies
Bestemmingsplan bedrijventerrein Stormpolder, gemeente Krimpen aan den IJssel
Bestemmingsplan bedrijventerrein Stormpolder, gemeente Krimpen aan den IJssel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 6 mei 2013 / rapportnummer 2761 32 1. Oordeel over het MER De gemeente Krimpen
Bestemmingsplan buitengebied gemeente Kampen
Bestemmingsplan buitengebied gemeente Kampen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 29 november 2013 / rapportnummer 2844 24 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Kampen wil
Bestemmingsplan buitengebied Wageningen
Bestemmingsplan buitengebied Wageningen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 12 augustus 2013 / rapportnummer 2755 40 1. Oordeel over het MER De gemeente Wageningen wil haar bestemmingsplan voor
Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur
Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 31 mei 2012 / rapportnummer 2529 60 1. Oordeel over het MER De gemeente Etten-Leur wil het bestemmingsplan voor haar
Foodpark Veghel. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 21 juli 2016 / projectnummer: 3080
Foodpark Veghel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 21 juli 2016 / projectnummer: 3080 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Veghel heeft het voornemen om in het gebied De
Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe
Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 9 maart 2011 / rapportnummer 2382 81 1. Oordeel over het MER De gemeente Midden-Drenthe is van plan een nieuw bestemmingsplan
Herziening Bestemmingsplan buitengebied Bergeijk 2016
Herziening Bestemmingsplan buitengebied Bergeijk 2016 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 30 augustus 2016 / projectnummer: 3127 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) De gemeente Bergeijk
Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk
Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 15 mei 2017 / projectnummer: 2732 1. Toetsingsadvies Inleiding De gemeente Moerdijk
Windenergie Goeree-Overflakkee
Windenergie Goeree-Overflakkee Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 27 februari 2014 / rapportnummer 2800 59 1. Oordeel over het MER Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland en het college
Vleeskuikenhouderij Spijk-Kolholsterweg 14, gemeente Delfzijl
Vleeskuikenhouderij Spijk-Kolholsterweg 14, gemeente Delfzijl Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 27 december 2016 / projectnummer: 3159 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De familie
Varkensbedrijf Broekkantsestraat 7-9, Beek en Donk
Varkensbedrijf Broekkantsestraat 7-9, Beek en Donk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16 december 2016 / projectnummer: 3163 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Varkensbedrijf Wiljan
Uitbreiden van veehouderij Van Deuveren, Beitelweg 5-7 te Putten
Uitbreiden van veehouderij Van Deuveren, Beitelweg 5-7 te Putten Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 1 september 2016 / projectnummer: 2736 1. Oordeel over het milieueffectrapport Maatschap van
Uitbreiding pluimveehouderij Mts. Van der Cruijsen te Sambeek
Uitbreiding pluimveehouderij Mts. Van der Cruijsen te Sambeek Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 3 januari 2011 / rapportnummer 1965-63 1. Oordeel over het MER en de
Dijkversterking Capelle aan den IJssel
Dijkversterking Capelle aan den IJssel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16 oktober 2014 / rapportnummer 2681 36 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Het Hoogheemraadschap van Schieland
Herinrichting Bemmelse Waard
Herinrichting Bemmelse Waard Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 31 mei 2016 / projectnummer: 3077 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De initiatiefnemers 1, vertegenwoordigd door K3delta,
Pluimveehouderij Van Deurzen, gemeente Groesbeek
Pluimveehouderij Van Deurzen, gemeente Groesbeek Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 18 november 2014 / rapportnummer 2941 18 1. Oordeel over het MER en de aanvulling
Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest
Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 september 2014 / rapportnummer 2820 43 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) De provincies
Bestemmingsplan buitengebied Roosendaal - Nispen
Bestemmingsplan buitengebied Roosendaal - Nispen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 4 september 2014 / rapportnummer 2950 25 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Roosendaal
Pluimveehouderij Duinkerken te Zuidwolde, gemeente De Wolden
Pluimveehouderij Duinkerken te Zuidwolde, gemeente De Wolden Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 26 september 2014 / rapportnummer 2971 26 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Maatschap
Varkenshouderij Hendriks te Ter Apel, gemeente Vlagtwedde
Varkenshouderij Hendriks te Ter Apel, gemeente Vlagtwedde Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 1 oktober 2014 / rapportnummer 2960 10 Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Initiatiefnemer,
Bestemmingsplan Wijk aan Zee (gemeente Beverwijk)
Bestemmingsplan Wijk aan Zee (gemeente Beverwijk) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 30 juni 2017 / projectnummer: 3022 1. Advies over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Beverwijk wil
Bestemmingsplan Rotterdam The Hague Airport
Bestemmingsplan Rotterdam The Hague Airport Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 17 augustus 2015 / rapportnummer 2885 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Rotterdam heeft
Motorcrossterrein Arnhem
Motorcrossterrein Arnhem Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 14 december 2015 / rapportnummer 3083 1. Oordeel over het milieueffectrapport De Stichting Motorsport Park Gelderland Midden (een fusie
Vestiging intensieve veehouderij Beemte-Vaassen
Vestiging intensieve veehouderij Beemte-Vaassen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 5 maart 2015 / rapportnummer 2988 22 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De provincie Gelderland
Bestemmingsplan Omgeving Nauerna, gemeente Zaanstad
2017/5525 Bestemmingsplan Omgeving Nauerna, gemeente Zaanstad Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 22 december 2016 / projectnummer: 2872 1. Oordeel over het milieueffectrapport
Varkenshouderij J.F.M. van Gisbergen, De Gagel 16, Hooge Mierde
Varkenshouderij J.F.M. van Gisbergen, De Gagel 16, Hooge Mierde Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 31 juli 2012 / rapportnummer 2635 37 1. Oordeel over het MER J.F.M. Van Gisbergen is voornemens
Vermeerderingsbedrijf Exterkate, Slaghekkeweg 18 te Bentelo
Vermeerderingsbedrijf Exterkate, Slaghekkeweg 18 te Bentelo Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 10 september 2013 / rapportnummer 2819 28 1. Oordeel over het MER Vermeerderingsbedrijf Exterkate
Uitbreiding pluimveehouderij Harmes BV te Klazienaveen, gemeente Emmen
Uitbreiding pluimveehouderij Harmes BV te Klazienaveen, gemeente Emmen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 9 november 2016/ projectnummer: 3156 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Harmes
GEMEENTE SOEST. ingek. Nr. / Q ^f?t> \ 1 JUNi Ondemerp: Toetsingsadvies over het MER Bestemmingsplan buitengebied Soest
(Jer Commissie voorde milieueffectrapportage Gemeenteraad Soest Postbus 2000 3760 CA SOEST GEMEENTE SOEST ingek. Nr. / Q ^f?t> Afd.: \ 1 JUNi 2013 13 uw kenmerk 1037808 uw brief 22 april 2013 ons kenmerk
Verplaatsing varkenshouderij van de Geerstraat naar de Begijnenstraat te Winssen, gemeente Beuningen
Verplaatsing varkenshouderij van de Geerstraat naar de Begijnenstraat te Winssen, gemeente Beuningen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 28 januari 2013 / rapportnummer 2725 31 1. Oordeel over
Bestemmingsplan buitengebied Drimmelen VOORLOPIG. Voorlopig Toetsingsadvies over het MER. 18 december 2013 / rapportnummer
Bestemmingsplan buitengebied Drimmelen Voorlopig Toetsingsadvies over het MER 18 december 2013 / rapportnummer 2851-23 -1- 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Drimmelen heeft het
Uitbreiding agrarisch bedrijf Winschoterweg Groningen
Uitbreiding agrarisch bedrijf Winschoterweg Groningen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 13 november 2014 / rapportnummer 2970 23 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Het agrarisch
Bedrijvenpark IBF Heerenveen
Bedrijvenpark IBF Heerenveen Toetsingsadvies over het PlanMER voor de 1 e partiële herziening van het bestemmingsplan 4 februari 2013 / rapportnummer 2120 93 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER)
Bedrijvenpark IBF Heerenveen
Bedrijvenpark IBF Heerenveen Toetsingsadvies over het planmer voor de 2 e partiële herziening van het bestemmingsplan 11 juli 2013 / rapportnummer 2120 110 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER)
VOORLOPIG. Bestemmingsplan buitengebied Skarsterlân, gemeente De Friese Meren. Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Bestemmingsplan buitengebied Skarsterlân, gemeente De Friese Meren Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 13 oktober 2014 / rapportnummer 2972 38 1. Oordeel over het MER De gemeente De
Bestemmingsplan buitengebied Boxtel
Bestemmingsplan buitengebied Boxtel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 26 januari 2012 / rapportnummer 2438 76 1. Oordeel over het MER De gemeente Boxtel wil het bestemmingsplan
Ontwikkeling Skûlenboarch en Westkern
Ontwikkeling Skûlenboarch en Westkern Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 3 december 2013 / rapportnummer 2270 74 1. Oordeel over het MER In samenwerking met de gemeenten Tytsjerksteradiel en
27 juli 2010 / rapportnummer 2308-69
Toetsingsadvies over de 2e aanvulling van het geactualiseerde milieueffectrapport Uitbreiding pluimveehouderij maatschap Kersten, Boxmeer en de aanvulling daarop 27 juli 2010 / rapportnummer 2308-69 1.
Windpark Fryslân. Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport. 14 juli 2016 / projectnummer: 2673
Windpark Fryslân Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport 14 juli 2016 / projectnummer: 2673 1. Oordeel over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport (MER) Windpark
Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen
Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 30 oktober 2015/ rapportnummer 3070 1. Oordeel over het milieueffectrapport De gemeente Cromstrijen
Bestemmingsplan buitengebied Baarle-Nassau
Bestemmingsplan buitengebied Baarle-Nassau Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 1 september 2011 / rapportnummer 2322 83 1. Oordeel over het MER De gemeente Baarle-Nassau
Windpark Wieringermeer
Windpark Wieringermeer Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 31 oktober 2014 / rapportnummer 2850 50 1. Oordeel over het aangevulde milieueffectrapport Windkracht Wieringermeer
Uitbreiding van de Hydrocrackerinstallatie
Uitbreiding van de Hydrocrackerinstallatie ExxonMobil Raffinaderij Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 29 april 2015 / rapportnummer 2964 40 1. Oordeel over het milieueffectrapport
Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 21 januari 2010 / rapportnummer 2147-57 1. OORDEEL OVER HET MER Banken B.V. (dhr. N. van Roessel)
Bestemmingsplan Brouwerseiland, gemeente Schouwen-Duiveland
Bestemmingsplan Brouwerseiland, gemeente Schouwen-Duiveland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 22 april 2016 / projectnummer: 3049 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Brouwerseiland
Uitbreiding kuikenmesterij Haan VOF in Nieuw Weerdinge, gemeente Emmen
Uitbreiding kuikenmesterij Haan VOF in Nieuw Weerdinge, gemeente Emmen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 8 november 2016 / projectnummer: 3144 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) VOF
Holland Casino Utrecht
Holland Casino Utrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 14 oktober 2011 / rapportnummer 2550 38 1. Oordeel over het MER en de aanvulling daarop De gemeente Utrecht
Bestemmingsplan Buitengebied Ooststellingwerf
Bestemmingsplan Buitengebied Ooststellingwerf Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 3 december 2015 / rapportnummer 3040 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Ooststellingwerf
Anna's Hoeve RWZI, gemeente Hilversum
Anna's Hoeve RWZI, gemeente Hilversum Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 23 mei 2011 / rapportnummer 2530 23 Oordeel over het MER Het College van Burgemeester en Wethouders van Hilversum wil
Bestemmingsplan Sluiskil Oost, gemeente Terneuzen
Bestemmingsplan Sluiskil Oost, gemeente Terneuzen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 5 april 2012 / rapportnummer 2619 35 1. Oordeel over het MER De gemeente Terneuzen heeft het voornemen het
Bestemmingsplan buitengebied gemeente Terneuzen
Bestemmingsplan buitengebied gemeente Terneuzen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 april 2013 / rapportnummer 2762 22 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Terneuzen stelt
Bestemmingsplan buitengebied gemeente Bergen (LB)
Bestemmingsplan buitengebied gemeente Bergen (LB) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 24 oktober 2013 / rapportnummer 2832 19 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Bergen
Stedelijke ontwikkeling Overamstel, Amsterdam
Stedelijke ontwikkeling Overamstel, Amsterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 22 augustus 2013 / rapportnummer 2564 58 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Amsterdam
Vleeskuikenhouderij Haambergweg 11 te Beringe, gemeente Peel en Maas
Vleeskuikenhouderij Haambergweg 11 te Beringe, gemeente Peel en Maas Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 30 juni 2015 / rapportnummer 2999 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De firma
Windvisie Gelderland. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop. 21 augustus 2014 / rapportnummer
Windvisie Gelderland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 21 augustus 2014 / rapportnummer 2934 28 1. Oordeel over het MER en de aanvulling daarop De provincie Gelderland
Dijkversterking Hellevoetsluis
Dijkversterking Hellevoetsluis Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 15 mei 2013 / rapportnummer 2596 51 1. Oordeel over het MER Het Waterschap Hollandse Delta heeft het voornemen om twee dijkvakken
Uitbreiding van de opslagvoorzieningen voor radioactief afval bij COVRA op industrieterrein Vlissingen-Oost
Uitbreiding van de opslagvoorzieningen voor radioactief afval bij COVRA op industrieterrein Vlissingen-Oost Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 30 december 2014 / rapportnummer 2617 39 1. Oordeel
Structuurvisie Windenergie gemeente Dordrecht
Structuurvisie Windenergie gemeente Dordrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 3 maart 2016 / projectnummer: 2910 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Dordrecht wil in
Regionaal Bedrijvenpark Laarakker- Zuid
Regionaal Bedrijvenpark Laarakker- Zuid Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 20 maart 2015 / rapportnummer 2993 23 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente
Bestemmingsplan buitengebied Asten
Bestemmingsplan buitengebied Asten Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 13 december 2016 / projectnummer: 3164 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Asten herziet het bestemmingsplan
CCS Maasvlakte (ROAD-project)
CCS Maasvlakte (ROAD-project) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 13 maart 2012 / rapportnummer 2479 107 1. Oordeel over het MER Maasvlakte CCS project CV (verder MCP 1 ) wil het Rotterdam Opslag
Uitbreiding pluimveehouderij Van Beek, gemeente Nijkerk
Uitbreiding pluimveehouderij Van Beek, gemeente Nijkerk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 15 december 2011 / rapportnummer 2279 49 1. Oordeel over het MER en de aanvulling
Eiland van Schalkwijk en 't Goy eo
Eiland van Schalkwijk en 't Goy eo Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 augustus 2014 / rapportnummer 2958 14 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Houten actualiseert de
Bestemmingsplan buitengebied Breda Oost (Bavel)
Bestemmingsplan buitengebied Breda Oost (Bavel) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 11 januari 2016 /projectnummer 3084 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) De gemeente Breda heeft het
Bestemmingsplan buitengebied gemeente Lingewaard
Bestemmingsplan buitengebied gemeente Lingewaard Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 13 juni 2013 / rapportnummer 2691 54 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) De gemeente Lingewaard
Pilot Stabilisatie Cavernes Twente
Pilot Stabilisatie Cavernes Twente Tussentijds toetsingsadvies over het milieueffectrapport 2 augustus 2013 / rapportnummer 2655 98 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Sinds 1933 wint AkzoNobel
Varkenshouderij Lavi te Vogelwaarde
Varkenshouderij Lavi te Vogelwaarde Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 7 augustus 2012 / rapportnummer 1813 61 1. Oordeel over het MER en de aanvulling daarop Lavi BV
Provinciaal Inpassingsplan bedrijventerrein Medel, provincie Gelderland
Provinciaal Inpassingsplan bedrijventerrein Medel, provincie Gelderland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 7 juli 2014 / rapportnummer 2889 56 1. Oordeel over het milieueffectrapport
Herinrichting Neherkade Den Haag
Herinrichting Neherkade Den Haag Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 24 mei 2013 / rapportnummer 2486 66 1. Oordeel over het milieueffectrapport MER De gemeente Den Haag heeft het voornemen de
N266, Randweg Nederweert
N266, Randweg Nederweert Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 21 oktober 2014 / rapportnummer 2718 74 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De provincie Limburg wil samen met onder meer
LOG Graspeel. Toetsingsadvies over het geactualiseerde milieueffectrapport. 4 maart 2013 / rapportnummer
LOG Graspeel Toetsingsadvies over het geactualiseerde milieueffectrapport 4 maart 2013 / rapportnummer 2220 75 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Landerd heeft het voornemen een
Uitbreiding golfbaan De Haar, gemeente Utrecht
Uitbreiding golfbaan De Haar, gemeente Utrecht Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 19 november 2012 / rapportnummer 2019 75 1. Oordeel over het MER De gemeente Utrecht wil Golfclub
Uitbreiding van de Hydrocrackerinstallatie
Uitbreiding van de Hydrocrackerinstallatie ExxonMobil Raffinaderij Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 29 april 2015 / rapportnummer 2964 40 1. Oordeel over het milieueffectrapport
Helikopter start- en landingsplaats Eemshaven
Helikopter start- en landingsplaats Eemshaven Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 7 april 2016 / projectnummer: 2935 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Groningen Seaports (GSP) wil
Oprichting pluimveebedrijf Maatschap Huisman, gemeente Dalfsen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Oprichting pluimveebedrijf Maatschap Huisman, gemeente Dalfsen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 22 januari 2010 / rapportnummer 2138-54 1. OORDEEL OVER HET MER Maatschap Huisman is voornemens
Uitbreiding pluimveebedrijf Adams te Ell, gemeente Leudal
Uitbreiding pluimveebedrijf Adams te Ell, gemeente Leudal Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 8 februari 2010 / rapportnummer 2193-63 1. OORDEEL OVER HET MER R. en T.
Aanpassen centrale E.on Galileïstraat Rotterdam
Aanpassen centrale E.on Galileïstraat Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 2 april 20121 / rapportnummer 2568 52 1. Oordeel over het MER E.on exploiteert op dit moment een aardgasgestookte
Uitbreiding pluimveebedrijf Wegdam BV, gemeente Hof van Twente
Uitbreiding pluimveebedrijf Wegdam BV, gemeente Hof van Twente Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 14 oktober 2010 / rapportnummer 2273-70 1. Oordeel over het MER en de
Maximabrug Alphen aan den Rijn - Rijnwoude
Maximabrug Alphen aan den Rijn - Rijnwoude Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16 februari 2012 / rapportnummer 2557 72 1. Oordeel over het MER De gemeenten Rijnwoude en Alphen aan den Rijn willen
Bestemmingsplan buitengebied Sint Anthonis
Bestemmingsplan buitengebied Sint Anthonis Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 14 juni 2016 / projectnummer: 3116 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) 5 De gemeente Sint Anthonis herziet
Bestemmingsplan buitengebied Gorinchem
Bestemmingsplan buitengebied Gorinchem Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 7 september 2017 / projectnummer: 3017 1. Oordeel over het Milieueffectrapport De gemeente Gorinchem wil het bestemmingsplan
Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum
Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16-12-2010 / rapportnummer 2302-55 1. Oordeel over het MER Rijkswaterstaat Zuid-Holland heeft het voornemen om
Buitengebied Salland. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop. 1 juli 2010 / rapportnummer 2301-79
Buitengebied Salland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 1 juli 2010 / rapportnummer 2301-79 1. OORDEEL OVER HET MER De gemeenten Deventer, Olst-Wijhe en Raalte stellen
Bestemmingsplan Timmerfabriek stadsvernieuwing Belvédère Maastricht
Bestemmingsplan Timmerfabriek stadsvernieuwing Belvédère Maastricht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 17 augustus 2010 / rapportnummer 1330-351 Oordeel over het MER De gemeente Maastricht gaat
Bestemmingsplan Nauernasche Polder en omgeving, gemeente Zaanstad
Bestemmingsplan Nauernasche Polder en omgeving, gemeente Zaanstad Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 27 mei 2015 / rapportnummer 2872 21 1. Voorlopig oordeel over het milieueffectrapport
Uitbreiding pluimveehouderij maatschap Van der Cruijsen, gemeente Boxmeer Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop
Uitbreiding pluimveehouderij maatschap Van der Cruijsen, gemeente Boxmeer Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 12 oktober 2009 / rapportnummer 1972-18 1. OORDEEL OVER HET
Varkenshouderij Van Deijne Zeeland BV, gemeente Landerd
Varkenshouderij Van Deijne Zeeland BV, gemeente Landerd Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 19 juni 2013 / rapportnummer 2787 31 Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Van Deijne Zeeland
Omgevingsvisie provincie Groningen
Omgevingsvisie provincie Groningen 2016-2020 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 24 maart 2016 / projectnummer: 2980 1. Oordeel over de aanvulling op het milieueffectrapport
Varkenshouderij Geven te Vortum-Mullem
Varkenshouderij Geven te Vortum-Mullem Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 19 december 2007 / rapportnummer 1792-56 1. OORDEEL OVER HET MER De heer Geven heeft het voornemen zijn zeugenbedrijf
Bestemmingsplan buitengebied Baarle-Nassau
Bestemmingsplan buitengebied BaarleNassau Voorlopig Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 28 april 2011/ rapportnummer 231168 1. Voorlopig oordeel over het MER De gemeente BaarleNassau wil het bestemmingsplan
Bestemmingsplannen Dordtse Kil IV en A16-N3
Bestemmingsplannen Dordtse Kil IV en A16-N3 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 21 april 2017 / projectnummer: 2984 1. Toetsingsadvies Inleiding De gemeente Dordrecht wil de bestaande bedrijventerreinen