Jozua 1. Jozua wordt de nieuwe leider

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jozua 1. Jozua wordt de nieuwe leider"

Transcriptie

1 Jozua 1 Jozua wordt de nieuwe leider De Heer helpt Jozua 1 Mozes, de dienaar van de Heer, was gestorven. Jozua, de zoon van Nun, had Mozes altijd bij zijn werk geholpen. Nu zei de Heer tegen Jozua: 2 Mijn dienaar Mozes is gestorven. Daarom moet jij je klaarmaken om met de Israëlieten de rivier de Jordaan over te steken. Ga naar het land dat ik aan jullie zal geven. 3 Ik zal elke plek waar jullie komen, aan jullie geven. Dat heb ik aan Mozes beloofd. 4 Jullie land zal heel groot zijn. Vanaf de woestijn in het zuiden tot aan de Libanonbergen in het noorden. En vanaf de Middellandse Zee in het westen tot aan de rivier de Eufraat in het oosten. Dus ook het hele land van de Hethieten hoort erbij. 5 Ik zal altijd bij jou zijn, zoals ik ook altijd bij Mozes was. Ik zal je nooit alleen laten. En niemand zal van jou kunnen winnen. Jozua moet sterk en dapper zijn 6 Je moet sterk en dapper zijn. Onder jouw leiding zullen de Israëlieten het land veroveren dat ik aan hun voorouders beloofd heb. 7 Maar dan moet jij wel sterk en dapper zijn. Je moet je precies houden aan de wetten die Mozes je geleerd heeft. Dan zul je succes hebben bij alles wat je doet. 8 Dag en nacht moet je aandachtig lezen in het boek met de wetten van Mozes. Je mag het boek nooit wegleggen. Alleen dan kun je je precies houden aan de dingen die erin staan. En dan zul je succes hebben bij alles wat je doet. 9 Daarom zeg ik nog een keer: Je moet sterk en dapper zijn. Je hoeft nergens bang voor te zijn. Want ik ben je God. Ik ben altijd bij je, waar je ook heen gaat. Het volk moet de Jordaan oversteken 10 Toen zei Jozua tegen een aantal leiders van het volk: 11 Ga het hele kamp door, en zeg tegen de mensen dat ze zich klaar moeten maken. Want over drie dagen zullen we de Jordaan oversteken. We zullen het land in bezit nemen dat de Heer, onze God, aan ons zal geven. 12 En daarna zei hij tegen de stammen Ruben en Gad, en tegen de helft van de stam Manasse: 13 Vergeet niet wat Mozes, de dienaar van de Heer, gezegd heeft: De Heer, jullie God, zal jullie dit land geven, aan deze kant van de Jordaan. Jullie zullen hier in vrede wonen. 14 Jullie vrouwen, kinderen en dieren mogen hier blijven. Maar zelf moeten jullie eerst naar de overkant van de Jordaan gaan. Daar moeten jullie de andere Israëlieten in de oorlog helpen.

2 15 En daar moeten jullie blijven totdat ook zij veilig in hun land kunnen wonen. Als zij het land gekregen hebben van de Heer, jullie God, dan mogen jullie hier terugkomen. Pas dan mag je gaan wonen in je eigen land ten oosten van de Jordaan. Want Mozes heeft dat land aan jullie gegeven. De drie stammen luisteren naar Jozua 16 Toen zeiden de stammen Ruben en Gad, en de helft van de stam Manasse tegen Jozua: We zullen alles doen wat u tegen ons gezegd hebt. En we zullen overal heen gaan waar u ons heen stuurt We zullen net zo goed naar u luisteren als we naar Mozes geluisterd hebben. Iedereen die niet naar u luistert en zich tegen u verzet, zal gedood worden. We hopen dat de Heer, uw God, u zal helpen. Net zoals hij Mozes geholpen heeft. Wees sterk en dapper! Jozua 2 Rachab helpt de spionnen Jozua stuurt spionnen naar Jericho 1 Jozua, de zoon van Nun, stuurde vanuit de stad Sittim twee spionnen op pad. Zij moesten in het g heim naar het land Kanaän gaan. Jozua zei tegen hen: Kijk goed rond in het hele gebied, maar vooral in de stad Jericho. De mannen gingen op weg. Toen ze in Jericho kwamen, gingen ze naar het huis van Rachab, een hoer. Daar bleven ze slapen. 2 Maar iemand waarschuwde de koning van Jericho: Er zijn vannacht spionnen uit Israël gekomen om overal in ons land rond te kijken. 3 Toen stuurde de koning een paar soldaten naar Rachab toe. Die zeiden tegen haar: Breng de mannen hier die bij jou zijn. Wij komen ze gevangennemen, want het zijn spionnen! Rachab verstopt de spionnen 4 Maar Rachab had de twee spionnen verstopt. Ze zei tegen de soldaten: Er waren inderdaad twee mannen bij mij. Maar ik weet niet waar ze vandaan kwamen. 5 Toen het donker werd, hebben ze de stad verlaten. Dat was nog voordat de stadspoort gesloten werd. Ik weet niet waar ze naartoe gegaan zijn. Als jullie snel zijn, kunnen jullie ze nog inhalen. 6-7 De soldaten gingen meteen de stad uit. Ze liepen snel naar de plekken waar je de Jordaan kunt oversteken. Zodra de soldaten de stad uit waren, werd de poort van de stad gesloten. Rachab wil haar familie redden Rachab had de spionnen verstopt op het dak van haar huis, onder een laag koren. Dat lag daar te drogen. 8 Voordat de spionnen gingen slapen, ging Rachab het dak op. 9 Ze zei tegen de mannen: Ik weet dat de Heer dit land aan jullie zal geven. Daarom zijn we hier in Jericho zo bang. Ja, iedereen in het land is bang voor jullie.

3 10 Want we weten wat de Heer gedaan heeft met de Rietzee. Hij heeft die zee laten opdrogen, zodat jullie uit Egypte konden wegvluchten. En we weten ook dat jullie Sichon en Og gedood hebben, de twee koningen van de Amorieten aan de overkant van de Jordaan. 11 We weten dat we nooit van jullie kunnen winnen. Want de Heer, jullie God, heeft de macht over hemel en aarde. Daarom zijn we zo bang voor jullie. 12 Beloof me alsjeblieft dat jullie mijn familie en mij goed zullen behandelen. Ik heb jullie toch ook goed behandeld? Beloof het me plechtig! Geef me een bewijs 13 dat jullie mijn ouders en mijn broers en zussen niet zullen doden. En jullie moeten ook hun kinderen met rust laten. Red ons van de dood! 14 Toen zeiden de spionnen: We zullen je helpen. Maar vertel niemand over onze plannen. Als de Heer dit land aan ons gegeven heeft, zullen we jou en je familie redden. En als we dat niet doen, moeten we zelf sterven. Rachab krijgt een rood touw 15 Rachab woonde in een huis in de stadsmuur. Ze maakte een touw vast aan haar raam. Zo wilde ze de spionnen aan de buitenkant van de stadsmuur naar beneden laten zakken. 16 Ze zei tegen hen: Ga naar de bergen, zodat de soldaten jullie niet kunnen vinden. Verstop je daar drie dagen, totdat de soldaten weer terug zijn in Jericho. Dan kunnen jullie weggaan Toen gaven de spionnen een rood touw aan Rachab, en ze zeiden: We zullen ons houden aan onze belofte. Maar dan mag jij niemand iets over onze plannen vertellen. En je moet dit rode touw vastbinden aan dit raam. Als ons leger de stad aanvalt, moet je hele familie bij jou in huis zijn. Als er dan iemand naar buiten gaat en gedood wordt, is dat zijn eigen schuld. Maar als er in jouw huis iemand gedood wordt, dan is dat onze schuld. 21 Rachab vond dat een goed plan, en ze liet de mannen naar beneden zakken. Ze maakte meteen het rode touw vast aan haar raam. De spionnen vertellen alles aan Jozua 22 De spionnen gingen naar de bergen en verstopten zich daar drie dagen. De soldaten zochten overal, maar ze vonden de spionnen niet. Toen de soldaten teruggingen naar de stad, 23 staken de spionnen de Jordaan over. Ze gingen terug naar Jozua en vertelden hem alles. 24 En ze zeiden: De Heer heeft ons nu al de macht gegeven over het hele land. Alle bewoners zijn doodsbang voor ons! Jozua 3 Het wonder bij de Jordaan De heilige kist wijst de weg

4 1 De volgende ochtend ging Jozua al heel vroeg met alle Israëlieten weg uit Sittim. Ze kwamen bij de plek waar ze de Jordaan wilden oversteken. Daar rustten ze eerst drie dagen uit. 2-3 Op de derde dag kregen de Israëlieten in het kamp een opdracht van hun leiders. De leiders zeiden: Straks zullen de priesters de heilige kist van de Heer wegdragen. Als dat gebeurt, moeten jullie meegaan en achter de kist aan lopen. 4 Maar zorg wel dat jullie niet te dicht bij de heilige kist komen. Jullie moeten een kilometer afstand houden. De kist zal jullie de weg wijzen, want jullie zijn nog nooit in dit gebied geweest. 5 Daarna zei Jozua tegen het volk: Bereid je voor op een ontmoeting met de Heer, want morgen zal hij wonderen voor jullie doen. 6 En tegen de priesters zei Jozua: Til de heilige kist op en ga op weg. Het volk zal jullie volgen. Zo gebeurde het. De Heer maakt een pad door de Jordaan 7 Toen zei de Heer tegen Jozua: Vanaf vandaag zal ik alle Israëlieten laten zien dat jij hun leider bent. Ze zullen merken dat ik jou help, net zoals ik Mozes geholpen heb. 8 Geef aan de priesters de volgende opdracht: Ga een paar stappen de rivier in, en blijf daar dan staan. 9 Toen zei Jozua tegen de Israëlieten: Kom hier en luister naar de woorden van de Heer, jullie God Kies twaalf mannen uit, van elke stam één. De heilige kist van de Heer zal de Jordaan in gaan. Zodra de priesters hun voeten in het water zetten, zal het water stoppen met stromen. Zo zal de Heer van de hele aarde een pad door de rivier maken. Op dat moment zullen jullie merken dat de levende God bij jullie is. En dan weten jullie dat hij het land aan jullie zal geven. Hij zal alle volken wegjagen: de Kanaänieten, de Hethieten, de Chiwwieten, de Perizzieten, de Girgasieten, de Amorieten en de Jebusieten. Het water stopt met stromen 14 Toen ging het volk op weg naar de Jordaan. De priesters liepen voorop met de heilige kist. 15 Ze kwamen bij de rivier. Het water stond heel hoog, zoals altijd in het voorjaar. Toen de priesters hun voeten in de rivier zetten, 16 stopte het water met stromen. Dat gebeurde daar ver vandaan, bij de steden Adam en Saretan. Daar werd het water tegengehouden, zodat het niet meer naar de Dode Zee kon stromen. En zo kon het hele volk de rivier oversteken, vlak bij Jericho. 17 Het hele volk liep over het droge stuk naar de overkant. Intussen bleven de priesters in het midden van de droge rivier staan. Ze hadden de heilige kist van de Heer vast, en wachtten totdat iedereen aan de overkant was. Jozua 4 Twaalf mannen maken een monument

5 1 Toen alle Israëlieten aan de overkant van de Jordaan waren, zei de Heer tegen Jozua: 2 Kies uit het volk twaalf mannen, uit elke stam één. 3 Zeg tegen die mannen dat ze naar het midden van de Jordaan moeten gaan. Op de plek waar de priesters staan, moeten ze twaalf grote stenen pakken. Die moeten ze neerleggen in het kamp waar ze vannacht gaan slapen. 4 Dus Jozua koos twaalf mannen uit, één uit elke stam. Hij riep hen bij zich 5 en zei: Ga naar het midden van de Jordaan, naar de heilige kist van de Heer, jullie God. Daar moet ieder van jullie één steen pakken, voor elke stam één. Die moet je op je schouder hierheen dragen. 6 De stenen zullen later voor jullie een teken zijn. Als jullie kinderen dan vragen wat die stenen betekenen, 7 dan moet je zeggen: Het water van de Jordaan werd tegengehouden door de heilige kist van de Heer. Want zodra de kist de Jordaan in ging, stopte het water met stromen. Deze stenen zullen ons daar voor altijd aan herinneren. 8 De twaalf mannen deden wat Jozua gezegd had. Ze haalden twaalf stenen uit de Jordaan, één voor elke stam. Ze brachten de stenen naar hun kamp en legden ze daar neer. Zo deden ze precies wat de Heer tegen Jozua gezegd had. Jozua maakt ook een monument 9 Jozua maakte een monument midden in de rivier, op de plek waar de priesters stonden. Dat monument bestond ook uit twaalf stenen, en het staat daar nog steeds. 10 De priesters moesten midden in de Jordaan blijven staan totdat de opdracht van de Heer helemaal uitgevoerd was. Mozes had vroeger al tegen Jozua gezegd dat het zo moest gebeuren. De priesters lopen voorop De Israëlieten waren zo snel mogelijk naar de overkant van de rivier gegaan Daarna gingen ook de priesters naar de overkant, met de heilige kist van de Heer. Toen gingen de Israëlieten verder. De priesters liepen voorop, en het volk liep achter hen aan. Maar helemaal vooraan liep een groep van soldaten. Dat waren de soldaten van de stammen Ruben en Gad, en van de helft van de stam Manasse. Want zo had Mozes het gezegd. De soldaten liepen voorop om te gaan vechten in de buurt van Jericho. 14 Op die dag kregen alle Israëlieten veel respect voor Jozua. Net zo veel respect als ze vroeger voor Mozes hadden. Daar zorgde de Heer voor. De rivier stroomt weer vol 15 De Heer had tegen Jozua gezegd: 16 Zeg tegen de priesters dat ze met de heilige kist uit de Jordaan moeten komen. 17 Dat had Jozua gedaan, 18 en de priesters waren de Jordaan uit gekomen. Meteen ging de rivier weer stromen, en het water stond weer net zo hoog als eerst. 19 De Israëlieten bereikten de overkant van de Jordaan op de tiende dag van de eerste maand. Ze maakten een kamp bij de stad Gilgal, ten oosten van Jericho.

6 20 En de twaalf stenen die de mannen uit de Jordaan gehaald hadden, werden daar rechtop gezet. 21 Toen zei Jozua tegen de Israëlieten: Als jullie kinderen later vragen wat die stenen betekenen, 22 zeg dan het volgende: Wij zijn dwars door de Jordaan naar de overkant gelopen, over droge grond. 23 Want de Heer hield het water tegen. Op dezelfde manier heeft hij ons volk vroeger naar de overkant van de Rietzee gebracht. 24 Door die wonderen zullen alle volken op aarde weten hoe machtig de Heer, onze God, is. En door die wonderen zullen jullie hem altijd dienen. Jozua 5 Veel koningen zijn bang voor Israël 1 In het gebied tussen de Jordaan en de Middellandse Zee woonden de Amorieten en de Kanaänieten. De koningen van die volken hoorden dat de God van Israël het water van de Jordaan tegengehouden had. En dat de Israëlieten de Jordaan overgestoken waren. Toen werden die koningen bang. Ze durfden geen oorlog meer te voeren tegen de Israëlieten. Alle mannen worden besneden Jozua laat alle mannen besnijden 2 Toen zei de Heer tegen Jozua: Pak stenen en maak daar messen van. Ik wil dat je alle mannen en jongens gaat besnijden. 3 Jozua ging naar de Voorhuidenheuvel, en hij deed wat de Heer gezegd had. 4-7 Alle mannen moesten besneden worden. Want de mannen die in Egypte besneden waren, leefden niet meer. En tijdens de reis door de woestijn was niemand besneden. Die reis had veertig jaar geduurd. Dat kwam zo: In het begin van de reis hadden de Israëlieten niet naar de Heer geluisterd. Daarom had de Heer tegen hen gezegd: Jullie zullen het land Kanaän nooit te zien krijgen. Jullie kinderen zullen er gaan wonen. Maar dat gebeurt pas als jullie allemaal gestorven zijn. Dan zullen jullie kinderen het vruchtbare land krijgen dat ik aan jullie voorouders beloofd heb. Nu, na veertig jaar, waren alle mannen uit het begin van de reis gestorven. En nu werden hun zonen door Jozua besneden. 8 Toen alle mannen besneden waren, bleven ze in hun tenten totdat hun wonden genezen waren. 9 De Heer zei tegen Jozua: Het was verschrikkelijk voor jullie om slaaf te zijn van de Egyptenaren. Vanaf vandaag zorg ik ervoor dat jullie zoiets nooit meer hoeven mee te maken. Jozua noemde de plaats waar ze toen waren, Gilgal. Die plaats heet nog steeds zo. De Israëlieten vieren het Paasfeest

7 10 Toen de Israëlieten in het kamp bij Gilgal waren, vlak bij Jericho, vierden ze het Paasfeest. Dat was op de avond van de veertiende dag van de eerste maand Na het Paasfeest viel er geen manna meer uit de hemel. Vanaf toen bakten de Israëlieten brood van het graan dat in het land groeide. Het hele jaar door aten ze voedsel dat van de akkers in Kanaän kwam. Jericho wordt veroverd Jozua ontmoet Gods legerleider 13 Toen Jozua eens in de buurt van Jericho liep, stond er plotseling een man voor hem. De man had een zwaard in zijn hand. Jozua liep naar hem toe en vroeg: Hoor je bij ons of ben je een vijand? 14 De man antwoordde: Geen van beide. Ik ben de leider van Gods leger. Daarom ben ik hier. Toen knielde Jozua en maakte een diepe buiging. Jozua zei: Ik ben uw dienaar, heer. Zeg me wat ik moet doen. 15 De legerleider zei: Trek je schoenen uit, want je staat op een heilige plek. En Jozua trok zijn schoenen uit. Jozua 6 Jericho moet veroverd worden 1 De inwoners van Jericho hadden de poorten van hun stad gesloten. Dat hadden ze gedaan uit angst voor de Israëlieten. Niemand kon de stad in en niemand kon de stad uit. 2 Toen zei de Heer tegen Jozua: Ik zal ervoor zorgen dat jij de koning van Jericho met zijn hele leger verslaat. Jullie zullen Jericho veroveren. 3 Je moet met al je soldaten zes dagen lang om Jericho heen lopen. Elke dag moet je één keer om de stad heen lopen. 4 Voorop moeten zeven priesters met trompetten lopen. Daarachter lopen dan de andere priesters met de heilige kist van de Heer. Op de zevende dag moeten jullie zeven keer om de stad heen lopen. Intussen blazen de priesters op hun trompetten. 5 Als jullie een lange toon horen, moeten jullie allemaal heel hard gaan schreeuwen. Dan zal de stadsmuur instorten, en dan kunnen jullie van alle kanten de stad in gaan. Het volk loopt om Jericho heen 6 Toen riep Jozua, de zoon van Nun, de priesters bij zich. Hij zei tegen hen: Jullie moeten de heilige kist van de Heer dragen. En zeven priesters moeten met trompetten voor de heilige kist uit lopen. 7 Daarna zei Jozua tegen de soldaten: Ga op weg naar Jericho. Loop om de stad heen en stuur de sterkste soldaten naar voren. Zij moeten voor de heilige kist van de Heer uit lopen. 8-9 Zo gebeurde het. Voorop liepen de sterkste soldaten. Daarachter liepen de zeven priesters met trompetten. Achter hen liepen de priesters met de heilige kist van de Heer.

8 En daarna volgde de rest van de soldaten. Het geluid van de trompetten was de hele tijd te horen. 10 Maar verder was iedereen stil. Want Jozua had gezegd: Jullie mogen niet schreeuwen, jullie moeten stil blijven. Pas als ik het zeg, moeten jullie schreeuwen. 11 De Israëlieten liepen met de heilige kist één keer om de stad heen. Daarna kwamen ze terug in hun kamp, en ze bleven daar de hele nacht. Het volk doet zes dagen hetzelfde 12 De volgende ochtend stonden Jozua en de Israëlieten vroeg op. De priesters tilden de heilige kist van de Heer op. 13 En iedereen begon weer te lopen. Voorop liepen de sterkste soldaten. Daarachter liepen de zeven priesters met trompetten. Toen kwamen de priesters met de heilige kist, en daarna de rest van de soldaten. Het geluid van de trompetten was de hele tijd te horen. 14 Ook op die tweede dag liepen de Israëlieten één keer om de stad heen, en gingen ze daarna terug naar het kamp. Dat deden ze in totaal zes dagen achter elkaar. De zevende dag 15 Op de zevende dag stonden de Israëlieten op zodra het licht werd. En ze liepen op dezelfde manier om de stad heen. Maar nu deden ze dat zeven keer achter elkaar. 16 Intussen bliezen de priesters steeds op hun trompetten. Bij de zevende keer riep Jozua tegen de soldaten: Straks moeten jullie schreeuwen. De Heer zorgt ervoor dat we de stad kunnen veroveren! Maar denk erom: de stad, en ook alles in de stad, is niet voor ons. Alles is voor de Heer. Daarom moeten jullie alles vernietigen. Jullie moeten al het zilver en goud, en alle voorwerpen van koper, brons en ijzer bij de kostbare schatten van de Heer bewaren. Maar al het andere moet vernietigd worden. Alles is voor de Heer. Jullie mogen echt niets voor jezelf houden. Als je dat wel doet, zal ons eigen kamp ook vernietigd worden! Alleen de hoer Rachab mag blijven leven, samen met de mensen die bij haar in huis zijn. Want Rachab heeft onze spionnen geholpen. De Israëlieten veroveren Jericho 20 Toen bliezen de priesters lang op de trompetten, en alle soldaten schreeuwden zo hard mogelijk. Meteen stortte de stadsmuur in. De soldaten gingen van alle kanten de stad in. 21 Daar doodden ze alles en iedereen: mannen, vrouwen, kinderen, oude mensen, koeien, schapen en ezels. 22 Jozua zei tegen de twee spionnen: Doe wat jullie aan Rachab beloofd hebben. Ga naar haar huis, en breng haar samen met haar hele familie naar buiten. 23 De spionnen brachten Rachab naar buiten, samen met haar vader en moeder en haar broers, en met de rest van de familie. Ze mochten bij het kamp van de Israëlieten wonen. 24 Intussen staken de Israëlieten de stad in brand. Alleen het zilver en goud, en de voorwerpen van koper, brons en ijzer bewaarden ze bij de kostbare schatten van de Heer. De rest werd verbrand.

9 25 Maar Rachab en iedereen die bij haar hoorde, lieten ze in leven. Want Rachab had de spionnen geholpen die Jozua naar Jericho gestuurd had. De nakomelingen van Rachab wonen nu nog steeds bij de Israëlieten. 26 Toen Jericho veroverd was, waarschuwde Jozua de Israëlieten. Hij zei: Niemand mag deze stad opnieuw opbouwen. De man die dat toch probeert, zal gestraft worden: zijn oudste en zijn jongste zoon zullen sterven. Daar zal de Heer voor zorgen. 27 De Heer hielp Jozua bij alles wat hij deed, en Jozua werd beroemd in het hele land. Jozua 7 Achan doet niet wat God wil Achan houdt iets voor zichzelf 1 Jozua had gezegd dat alles in Jericho voor de Heer was. Niemand mocht iets voor zichzelf houden. Maar de Israëlieten gehoorzaamden Jozua niet. Daarom werd de Heer woedend op hen. Er was namelijk één man die toch iets voor zichzelf hield. Die man heette Achan, en hij kwam uit de stam Juda. Achan was een zoon van Karmi en een kleinzoon van Zabdi. Zabdi was een zoon van Zerach. Er worden 36 Israëlieten gedood 2 Vanuit Jericho stuurde Jozua een paar spionnen naar Ai. Die stad ligt vlak bij Bet-Awen, ten oosten van Betel. Jozua gaf de spionnen de opdracht om te gaan kijken hoe sterk Ai was. Dat deden ze. 3 Toen ze terugkwamen bij Jozua, zeiden ze: Het is niet nodig om het hele leger daarheen te sturen. Een paar duizend soldaten is al genoeg om de stad te verslaan, want er wonen maar weinig mensen in Ai. 4-5 Toen gingen er ongeveer drieduizend Israëlieten naar Ai. Maar bij de stadspoort werden ze verslagen door de soldaten van Ai. De Israëlieten vluchtten weg en de soldaten van Ai achtervolgden hen. Op de heuvel bij de steile rotsen doodden ze 36 Israëlieten. Toen werden de Israëlieten bang. Ze wisten niet meer wat ze moesten doen. Jozua is wanhopig 6 Jozua en de leiders van Israël scheurden hun kleren. Daarna lieten ze zich voor de heilige kist van de Heer op de grond vallen. Ze gooiden zand over hun hoofd als teken van rouw. En ze bleven tot de avond bij de heilige kist liggen. 7 Jozua riep: Heer, mijn God! Waarom hebt u ons de Jordaan laten oversteken? Wilde u soms dat de Amorieten ons zouden verslaan, en ons zouden doden? Waren we maar aan de andere kant van de Jordaan gebleven! 8 Heer, wat kan ik nog tegen u zeggen? We zijn voor onze vijanden gevlucht! 9 Als de inwoners van Kanaän dat horen, zullen ze ons van alle kanten aanvallen. Ze zullen ons doden! Dan zal uw volk niet meer bestaan. En dan zal niemand meer eerbied voor u hebben! De Heer vertelt waarom hij boos is

10 10 Toen zei de Heer tegen Jozua: Sta op! Houd op met klagen! 11 Want jullie hebben iets verschrikkelijks gedaan. Jullie hebben je niet gehouden aan mijn regels. Ik had gezegd dat alles uit Jericho voor mij was. En dat daarom alles vernietigd moest worden. Maar iemand heeft iets tussen zijn eigen spullen verstopt. 12 Daarom zijn jullie door je vijanden verslagen en moesten jullie vluchten. Dat is jullie straf. Ik wil dat jullie de gestolen voorwerpen aan mij geven en vernietigen. Anders zal ik jullie niet meer helpen. 13 Sta op, en zorg ervoor dat de Israëlieten zich voorbereiden. Want morgen zullen ze mij ontmoeten, de Heer, de God van Israël. Vertel hun dat er iets uit Jericho gestolen is. En dat ze pas weer kracht zullen hebben om de vijanden te verslaan als de gestolen voorwerpen vernietigd zijn. Jozua moet het volk bij elkaar roepen 14 Jozua, morgenochtend moeten alle stammen naar je toe komen. Ik zal dan één stam aanwijzen. Van die stam moeten alle familiegroepen naar voren komen. Dan zal ik één familiegroep aanwijzen. Van die familiegroep moeten alle families naar voren komen. Dan zal ik één familie aanwijzen. Van die familie moeten alle mannen naar voren komen. 15 Uiteindelijk zal ik aanwijzen wie van hen er iets gestolen heeft. Die man moet gedood en verbrand worden, samen met zijn hele familie en al zijn bezittingen. Want hij heeft zich niet aan mijn regels gehouden. Hij heeft iets verschrikkelijks gedaan. De Heer wijst Achan aan 16 De volgende ochtend liet Jozua alle stammen van Israël bij zich komen. Eerst werd de stam Juda aangewezen. 17 En Jozua liet alle familiegroepen van de stam Juda naar voren komen. Toen werd de familiegroep van Zerach aangewezen. Daarna liet Jozua alle families van Zerach naar voren komen. Toen werd de familie van Zabdi aangewezen. 18 En Jozua liet alle mannen uit de familie van Zabdi naar voren komen. Uiteindelijk werd Achan aangewezen. Achan kwam uit de stam Juda. Hij was een zoon van Karmi en een kleinzoon van Zabdi. Zabdi was een zoon van Zerach. Achan vertelt wat hij gedaan heeft 19 Toen zei Jozua: Achan, vertel me wat je gedaan hebt. Probeer het niet te verbergen. Heb eerbied voor de Heer en vertel alles! 20 Achan antwoordde: Ik ben schuldig. Ik heb me niet gehouden aan de regels van de Heer, de God van Israël. Dit heb ik gedaan: 21 Toen we Jericho veroverd hadden, zag ik een prachtige mantel uit Sinear, 2 kilo zilver en een stuk goud van een halve kilo. Ik wilde dat allemaal zo graag hebben, dat ik het meegenomen heb. Ik heb het verstopt in mijn tent, onder de grond. Het zilver ligt onder de mantel. 22 Jozua stuurde een paar mannen naar de tent. Daar vonden ze inderdaad de mantel, het goud en het zilver. 23 De mannen pakten de gestolen spullen uit de tent en brachten ze naar Jozua en de Israëlieten. Ze legden alles neer voor de heilige kist van de Heer.

11 Achan en zijn familie worden gedood 24 Toen werd Achan naar het Achor-dal gebracht. Ook de mantel, het goud en het zilver werden meegenomen, samen met alle bezittingen van Achan: zijn tent, zijn koeien, ezels, schapen en geiten, en ook zijn zonen en dochters. 25 En Jozua zei: Jij hebt ons een heleboel ellende gebracht. Daarom zal de Heer jou vandaag een heleboel ellende brengen. Toen werd Achan samen met zijn hele familie met stenen doodgegooid. Daarna werden alle lichamen en alle bezittingen verbrand. 26 De Israëlieten bedekten alles met een grote berg stenen. Toen was de Heer niet meer kwaad. Die stenen liggen er nog steeds, en die plek heet nog steeds het Achor-dal. Jozua 8 De aanval op de stad Ai Jozua moet de stad Ai aanvallen 1 De Heer zei tegen Jozua: Je moet niet bang zijn! Neem het hele leger met je mee en val de stad Ai aan. Ik zal ervoor zorgen dat je de koning van Ai en zijn volk verslaat. En dat je zijn stad en zijn land verovert. 2-3 Doe hetzelfde als in Jericho: vernietig de stad en dood de koning. Maar deze keer mogen jullie de bezittingen en het vee voor jezelf houden. Een deel van het volk verstopt zich Jozua en het leger maakten zich klaar om de stad Ai aan te vallen. De Heer had ook gezegd dat een deel van de soldaten zich bij de stad moest verstoppen. Dan konden zij de stad plotseling aanvallen. Daarom gaf Jozua soldaten de volgende opdracht: Jullie moeten vannacht naar Ai gaan 4 en je daar verstoppen. Verstop je zo dicht mogelijk bij de stad, zodat jullie meteen kunnen aanvallen. 5 Ik zal met de rest van het leger de stad aanvallen. Dan zal het leger van Ai de stad uit komen, net als de vorige keer. En dan zullen wij wegrennen. 6 Dan denken zij dat we weer vluchten, net als de vorige keer. En dan zullen ze ons achtervolgen. We zullen blijven rennen tot ze allemaal de stad uit zijn. 7 Dan moeten jullie tevoorschijn komen en de stad veroveren. De Heer, jullie God, zal zorgen dat de stad van jullie wordt. 8 Dus verover Ai en steek de stad in brand. Want dat is het bevel van de Heer. Jullie moeten doen wat ik zeg. 9 Daarna stuurde Jozua de soldaten op weg. Ze gingen naar een plek tussen Betel en Ai, ten westen van Ai. Daar verstopten ze zich. Jozua bleef die nacht in het kamp bij de rest van het leger. De Israëlieten gaan op weg naar Ai De volgende ochtend stond Jozua vroeg op om de soldaten te controleren en te tellen. Daarna ging het leger op weg naar de stad Ai. Jozua en de leiders van Israël

12 liepen voorop. Toen kwamen ze bij de noordkant van de stad. Daar maakten ze een nieuw kamp. Tussen de stad en het kamp lag alleen een dal. 12 Jozua had ongeveer vijfduizend soldaten de opdracht gegeven om zich te verstoppen. Ze hadden zich verstopt bij de westkant van de stad, tussen Betel en Ai. 13 Het leger was dus op de volgende manier verdeeld: een klein deel stond klaar aan de westkant van de stad, en de rest stond klaar aan de noordkant. De mannen van Ai verlaten de stad Die nacht ging Jozua met zijn leger naar de overkant van het dal. 14 Toen de koning van Ai hen zag, ging hij meteen met zijn leger de stad uit. Hij ging naar het dal van de Jordaan en viel de Israëlieten aan. Maar hij wist niet dat er ook soldaten in de buurt van de stad verstopt zaten. 15 Jozua en zijn leger lieten zich wegjagen en vluchtten de woestijn in Toen stuurde de koning van Ai een bericht naar alle mannen die nog in de stad waren. Ook zij moesten Jozua en zijn leger gaan achtervolgen. Ze gingen allemaal achter de Israëlieten aan. Daardoor lieten ze de stad Ai onbeschermd achter. Er bleef in Ai niet één man achter. De Israëlieten veroveren Ai 18 Toen zei de Heer tegen Jozua: Wijs met je zwaard in de richting van Ai. Want ik zal ervoor zorgen dat die stad van jou wordt. Dus wees Jozua met zijn zwaard naar Ai. 19 Dat was het teken voor de soldaten die zich in de buurt van de stad verstopt hadden. Ze kwamen meteen tevoorschijn en renden de stad binnen. Ze veroverden Ai en staken de stad in brand Toen de mannen van Ai omkeken, zagen ze rook uit hun stad omhoogkomen. Ze schrokken zo erg, dat ze geen kracht meer hadden om weg te vluchten. En toen de Israëlieten in de woestijn de rook zagen, wisten ze dat de stad veroverd was. Op dat moment kwamen zij terug om de mannen van Ai aan te vallen. 22 En de Israëlieten die de stad veroverd hadden, verlieten de stad. Ook zij vielen de mannen van Ai aan. Het leger van Ai werd dus van twee kanten aangevallen door de Israëlieten. Alle inwoners worden gedood De Israëlieten doodden alle mannen van Ai. Niemand van hen kon vluchten, niemand van hen bleef in leven. 23 Alleen de koning van Ai werd door de Israëlieten gevangengenomen en naar Jozua gebracht. 24 Maar verder werd het hele leger van Ai gedood. Dat gebeurde in de woestijn, waar de Israëlieten eerst zelf achtervolgd waren. Daarna gingen de Israëlieten weer naar Ai en doodden er alle andere inwoners. 25 Er stierven op die dag mannen en vrouwen uit Ai. 26 De hele tijd had Jozua met zijn zwaard naar de stad gewezen, totdat alle inwoners gedood waren.

13 27 Maar al het vee en de bezittingen mochten de Israëlieten voor zichzelf houden. Dat had de Heer tegen Jozua gezegd. 28 Toen liet Jozua de stad Ai helemaal afbranden. Er bleef alleen nog een hoop stenen over. Die stenen liggen er nog steeds. 29 En de koning van Ai werd opgehangen aan een boom. Pas toen de zon onderging, liet Jozua het lichaam van de boom af halen. Het lichaam werd bij de stadspoort op de grond gegooid, en het werd bedekt met een grote hoop stenen. Die stenen liggen daar nog steeds. Jozua maakt een altaar voor de Heer 30 Daarna maakte Jozua op de berg Ebal een altaar voor de Heer, de God van Israël Op dat altaar brachten de Israëlieten offers aan de Heer. Het altaar was gemaakt van stenen die niet bewerkt waren met gereedschap van ijzer. Want dat was de opdracht van Mozes, de dienaar van de Heer. En zo stond het ook in zijn wetboek. Alle Israëlieten waren erbij geweest toen Mozes die wetten opschreef. Nu schreef Jozua de wetten op de stenen van het altaar. Jozua zegent alle Israëlieten 33 Mozes had gezegd dat de Israëlieten gezegend moesten worden. Dat moest gebeuren in het dal tussen de berg Gerizim en de berg Ebal. Dus alle Israëlieten waren daarheen gegaan. Ook hun leiders en rechters, en ook alle vreemdelingen die bij hen woonden. In het midden van het dal stonden de priesters met de heilige kist van de Heer. De Israëlieten gingen eromheen staan. De ene helft van de Israëlieten ging aan de kant van de berg Gerizim staan. De andere helft ging aan de kant van de berg Ebal staan. Toen zegende Jozua de Israëlieten, 34 en daarna las hij alle wetten van Mozes voor. Hij las precies voor wat er stond, ook alle beloningen en straffen. 35 Hij las alles voor uit het wetboek. Iedereen hoorde het. Ook de vrouwen en kinderen, en ook de vreemdelingen die bij de Israëlieten woonden. Jozua 9 De Chiwwieten uit Gibeon Het plan om Israël aan te vallen 1-2 Verschillende koningen uit het gebied ten westen van de Jordaan hoorden over de overwinningen van de Israëlieten. Ze spraken met elkaar af om Jozua en de Israëlieten aan te vallen. Het waren de koningen van de Hethieten, de Amorieten, de Kanaänieten, de Perizzieten, de Chiwwieten en de Jebusieten. Ze kwamen niet alleen uit de bergen en de heuvels, maar ook uit de gebieden bij de Middellandse Zee en uit de Libanonbergen. De Chiwwieten bedenken een ander plan 3 Maar de Chiwwieten uit Gibeon deden niet mee. Toen zij hoorden dat Jozua de steden Jericho en Ai vernietigd had,

14 4 bedachten ze een plan: een paar Chiwwieten zouden doen alsof ze boodschappers waren uit een ver land. Dat gebeurde op de volgende manier: De Chiwwieten legden oude tassen en gescheurde wijnzakken op hun ezels. 5 Ze deden kapotte schoenen en oude kleren aan. En voor onderweg namen ze alleen wat droog brood mee. 6 Zo gingen ze naar het kamp in Gilgal, naar Jozua. De Chiwwieten zeiden tegen Jozua en de Israëlieten: We komen uit een ver land en we willen vrede met jullie sluiten. 7 De Israëlieten zeiden: Maar misschien wonen jullie wel in een gebied dat van ons is. Als dat zo is, kunnen we geen vrede met jullie sluiten. 8 Toen zeiden de Chiwwieten tegen Jozua: Heer, wij doen alles voor u. Laat ons uw slaven zijn. Jozua zei: Maar wie zijn jullie en waar komen jullie vandaan? 9 Ze antwoordden: Wij komen uit een heel ver land. Wij hebben gehoord wat de Heer, uw God, allemaal gedaan heeft. We hebben gehoord over zijn grote daden in Egypte. 10 En we weten wat de Heer gedaan heeft met de twee koningen van de Amorieten ten oosten van de Jordaan: koning Sichon van Chesbon en koning Og van Basan, die in Astarot woonde. Jozua sluit vrede met de Chiwwieten 11 De Chiwwieten vertelden verder: Toen we dat allemaal gehoord hadden, stuurden onze leiders en de rest van het volk ons naar jullie toe. We moesten genoeg eten voor onderweg meenemen en we moesten dit zeggen: Wij doen alles voor jullie. Willen jullie vrede met ons sluiten? 12 Kijk, dit is ons brood. Toen we vertrokken, was het warm en vers. Maar nu is het zo droog dat het uit elkaar valt. 13 En deze wijnzakken waren nieuw toen we ze vulden. Maar kijk, nu zijn ze versleten. En ook onze kleren en schoenen zijn helemaal versleten door de lange reis. 14 Toen namen de leiders van de Israëlieten het brood van de Chiwwieten aan. Daarmee lieten ze zien dat ze vrede wilden sluiten. Maar ze vergaten de Heer om raad te vragen. 15 Toen sloot Jozua vrede met de Chiwwieten. En hij beloofde plechtig, samen met de leiders van Israël, om hen in leven te laten. De Israëlieten ontdekken de waarheid Drie dagen later bereikten de Israëlieten de steden Gibeon, Kefira, Beërot en Kirjat-Jearim. Dat waren steden van de Chiwwieten. Zo ontdekten ze dat de Chiwwieten helemaal niet ver weg woonden. Ze woonden juist dichtbij Maar toch doodden de Israëlieten hen niet. Want hun eigen leiders hadden plechtig beloofd om de Chiwwieten in leven te laten. De Israëlieten klaagden daarover bij hun leiders. Maar die zeiden: Door onze plechtige belofte kunnen we de Chiwwieten niet aanvallen. Dat is zo zeker als de Heer, de God van Israël, leeft! We hebben beloofd om hen in leven te laten. We mogen hen dus niet doden, anders zal de Heer ons straffen. Maar we kunnen hen wel voor ons laten werken. Toen werd besloten dat de Chiwwieten voortaan hout moesten hakken en water moesten halen voor de Israëlieten.

15 De Chiwwieten worden slaven 22 Jozua riep de Chiwwieten bij zich en vroeg: Waarom hebben jullie tegen ons gelogen? Waarom hebben jullie gezegd dat jullie ver weg wonen, terwijl dat niet zo is? 23 Onze God zal jullie daarvoor straffen! Jullie zullen voor altijd onze slaven zijn. Jullie zullen hout moeten hakken en water moeten halen voor de tempel van onze God. 24 Toen zeiden de Chiwwieten tegen Jozua: We waren bang voor u. Want de Heer, uw God, had tegen zijn dienaar Mozes gezegd dat hij het hele land aan u zou geven. En hij had gezegd dat hij alle inwoners zou vernietigen. Daarom hebben we tegen u gelogen. 25 Maar nu zijn wij uw dienaren. Doe met ons wat u goed en eerlijk vindt. 26 Vanaf toen beschermde Jozua de Chiwwieten. De Israëlieten mochten hen dus niet doden. 27 Jozua liet de Chiwwieten voor iedereen houthakken en water halen. Ze moesten ook werken bij het altaar van de Heer. De Chiwwieten doen dat werk nog steeds. Ze werken voor de tempel, op de plaats die de Heer uitgekozen heeft. Jozua 10 De Israëlieten verslaan de Amorieten Adonisedek vraagt vier koningen om hulp 1 In die tijd was Adonisedek de koning van Jeruzalem. Hij hoorde dat Jozua de steden Jericho en Ai veroverd had. Hij wist dat de inwoners en hun koningen gedood waren. Hij wist ook dat de inwoners van Gibeon bij de Israëlieten woonden en vrede met hen gesloten hadden. 2 Hierdoor werden koning Adonisedek en zijn volk heel bang. Want Gibeon was een grote stad, groter dan Ai. Gibeon was net zo belangrijk als de stad van een koning. En alle mannen uit Gibeon waren geweldige vechters. 3 Dus Adonisedek stuurde een brief naar de koningen van vier andere steden: naar koning Hoham van Hebron, naar koning Piram van Jarmut, naar koning Jafia van Lachis en naar koning Debir van Eglon. Dat waren allemaal koningen van de Amorieten. In de brief stond: 4 Kom mij helpen om de inwoners van Gibeon te verslaan! Want zij hebben vrede gesloten met Jozua en de Israëlieten. De Amorieten vallen Gibeon aan 5 Zo kwamen de vijf koningen van de Amorieten bij elkaar, en ze gingen met hun legers op weg. Ze maakten hun kamp bij de stad Gibeon. Daarna vielen ze de stad aan. 6 Toen stuurden de inwoners van Gibeon een brief naar Jozua, die in het kamp in Gilgal was. In de brief stond: Alstublieft, laat ons niet in de steek! Kom ons snel helpen. Want de koningen van de Amorieten uit de bergen zijn hierheen gekomen. Ze vallen onze stad aan! 7 Toen ging Jozua met zijn leger vanuit Gilgal op weg naar Gibeon. Hij nam alle soldaten mee, niemand bleef achter.

16 8 De Heer zei: Jozua, je hoeft niet bang te zijn voor die koningen. Want ik zorg ervoor dat jij van hen wint. Er zal geen enkele Amoriet in leven blijven. De Israëlieten verslaan de Amorieten 9 Jozua en zijn leger gingen in één nacht van Gilgal naar Gibeon. Ze vielen de Amorieten heel plotseling aan. 10 De Heer zorgde ervoor dat de Amorieten in paniek raakten. Daardoor konden de Israëlieten heel veel Amorieten doden. De rest vluchtte weg uit Gibeon. Maar de Israëlieten achtervolgden hen tot voorbij de weg naar Bet-Choron. Ja, zelfs tot vlak bij de steden Azeka en Makkeda. 11 Toen de Amorieten de berg bij Bet-Choron af vluchtten, liet de Heer grote hagelstenen op hen neerkomen. Het hagelde overal, zelfs in de stad Azeka. Er stierven meer Amorieten door de hagel dan door de wapens van de Israëlieten. De zon en de maan staan stil Toen sprak Jozua een gebed uit. Alle Israëlieten hoorden het. Jozua zei: Zon, sta stil boven de stad Gibeon. En maan, blijf staan boven het Ajjalon-dal. Zo gebeurde het. De zon en de maan bleven stilstaan. Ze stonden de hele dag aan de hemel, totdat de Israëlieten hun vijanden verslagen hadden. Die gebeurtenis staat ook in het Boek van Jasar. Het is de enige keer dat de Heer op zo n manier naar het gebed van een mens luisterde. Op die dag vocht de Heer voor de Israëlieten. Hij zorgde ervoor dat de Israëlieten de Amorieten konden verslaan. 15 Na de overwinning ging Jozua met zijn hele leger terug naar het kamp in Gilgal. De vijf koningen worden ontdekt 16 De vijf koningen waren gevlucht en verstopten zich in een grot bij Makkeda. 17 Toen de Israëlieten dat ontdekten, vertelden ze het aan Jozua. 18 Jozua gaf zijn soldaten de volgende opdracht: Sluit de opening van de grot met grote stenen af, en zet er een paar bewakers bij. 19 Maar blijf daar zelf niet. Jullie moeten de vijanden achtervolgen. De Heer, jullie God, zal zorgen dat jullie hen verslaan. Zorg ervoor dat ze hun veilige steden niet bereiken! Zo doodde het leger van Israël bijna alle Amorieten. Er waren maar een paar Amorieten die hun steden konden bereiken. Maar van de Israëlieten was niemand gewond geraakt. Daarna ging het leger naar Jozua, in het kamp in Makkeda. De vijf koningen worden gedood 22 Toen zei Jozua: Haal die vijf koningen uit de grot en breng hen hier. 23 Zo gebeurde het. De koningen werden bij Jozua gebracht. 24 Daarna riep Jozua het hele leger bij zich. Hij liet de legerleiders naar voren komen en zei tegen hen: Zet allemaal je voet op de nek van een koning. Toen de legerleiders dat gedaan hadden, 25 zei Jozua tegen hen: De Heer zal al jullie vijanden net zo behandelen als deze koningen. Daarom moeten jullie nooit bang zijn en altijd dapper blijven.

17 26 Toen doodde Jozua de vijf koningen, en hij liet hen ophangen aan vijf bomen. Tot de avond bleven ze daar hangen. 27 Toen de zon onderging, liet Jozua hun lichamen van de bomen halen. Die werden in de grot gegooid waar de koningen zich verstopt hadden. De opening van de grot werd met grote stenen afgesloten. Die stenen liggen daar nog steeds. Jozua verovert veel steden Jozua verovert Makkeda 28 Op diezelfde dag veroverden Jozua en zijn leger de stad Makkeda. Ze doodden de koning en alle inwoners. Ze doodden iedereen in de stad, ze lieten niemand in leven. Jozua doodde de koning van Makkeda, net zoals hij de koning van Jericho gedood had. Jozua verovert Libna 29 Vanuit Makkeda ging Jozua met zijn hele leger naar de stad Libna. De Israëlieten vielen de stad aan, 30 en de Heer zorgde ervoor dat hun aanval lukte. De Israëlieten doodden alle inwoners, ze lieten niemand in leven. En Jozua doodde de koning van Libna, net zoals hij de koning van Jericho gedood had. Jozua verovert Lachis 31 Vanuit Libna gingen Jozua en zijn hele leger naar de stad Lachis. Ze maakten er een kamp en vielen de stad aan. 32 De Heer zorgde ervoor dat hun aanval lukte. Na twee dagen hadden de Israëlieten de stad veroverd. En ze doodden alle inwoners, net als in Libna. 33 Koning Horam uit Gezer was gekomen om de inwoners van Lachis te helpen. Maar de Israëlieten versloegen Horam en zijn leger. Ook van hen bleef niemand in leven. Jozua verovert Eglon 34 Vanuit Lachis gingen Jozua en zijn hele leger naar de stad Eglon. Ze maakten er een kamp en vielen de stad aan. 35 En nog diezelfde dag veroverden ze de stad. Ze doodden alle inwoners, net als in Lachis. Jozua verovert Hebron 36 Vanuit Eglon gingen Jozua en zijn hele leger naar de stad Hebron. 37 Ze vielen Hebron aan en veroverden de stad. Ze doodden de koning en alle inwoners van Hebron, en ook de inwoners van de steden in de buurt. Ze doodden iedereen, net als in Eglon. Ze lieten niemand in leven. Jozua verovert Debir 38 Op de terugweg naar Makkeda gingen Jozua en zijn hele leger naar de stad Debir. 39 Ze veroverden die stad, en ook alle steden eromheen. Ze doodden alle inwoners, ze lieten niemand in leven. Jozua deed met Debir hetzelfde als met de steden Hebron en

18 Libna. En hij doodde de koning van Debir, net zoals hij de koningen van Hebron en Libna gedood had. Jozua verovert een groot gebied 40 Zo veroverde Jozua het hele gebied ten westen van de Dode Zee. Dus alle bergen en heuvels, de Negev-woestijn en de steile rotsen. En Jozua doodde iedereen, ook alle koningen. Hij liet niemand in leven. Want dat was de opdracht van de Heer, de God van Israël Jozua veroverde het hele gebied vanaf de stad Kades-Barnea in het zuiden, tot aan de stad Gibeon in het noorden. Dus ook het hele gebied rond de stad Gosen, en de stad Gaza aan de kust. Jozua doodde iedereen in het veroverde gebied. Jozua veroverde de gebieden van die koningen in één keer. Dat lukte omdat de Heer, de God van Israël, voor zijn volk vocht. 43 Daarna ging Jozua met zijn hele leger terug naar het kamp in Gilgal. Jozua 11 Jozua verslaat nog meer koningen Jabin wil de Israëlieten aanvallen 1-2 Jabin, de koning van de stad Hasor, hoorde over de overwinning van Israël. Daarom vroeg hij hulp aan de koningen in het noorden. Dat waren: koning Jobab van Madon, de koningen van Simron en Achsaf, de koningen uit de bergen, de koningen uit het Jordaandal ten zuiden van het Meer van Kinneret, de koningen uit de heuvels, de koning van het kustgebied bij de stad Dor in het westen, 3 de koning van de Kanaänieten in het oosten en westen, de koning van de Amorieten, de koning van de Hethieten, de koning van de Perizzieten, de koning van de Jebusieten in de bergen, en de koning van de Chiwwieten die wonen bij de Hermon-bergen, in het gebied Mispa. Jozua verslaat de koningen 4 De koningen uit het noorden gingen met hun legers op weg. Ze hadden net zo veel soldaten, paarden en wagens als er zand is bij de zee. 5 Al die koningen kwamen bij elkaar, en ze maakten een kamp bij de bronnen van Merom. Vanaf die plek wilden ze Israël aanvallen. 6 De Heer zei tegen Jozua: Je hoeft niet bang te zijn voor die koningen. Want ik zorg ervoor dat jullie hen verslaan. Morgen om deze tijd zullen ze allemaal dood zijn. Dan moet je hun wagens verbranden. En je moet bij hun paarden de pezen doorsnijden, zodat ze niet meer kunnen lopen. 7 Toen ging Jozua met zijn hele leger naar de bronnen van Merom. Daar viel hij de koningen heel plotseling aan. 8 De Heer zorgde ervoor dat de Israëlieten de koningen konden verslaan. De Israëlieten achtervolgden de koningen tot in Groot-Sidon en Misrefot-Maïm in het noorden. En tot in het Mispe-dal in het oosten. Alle koningen werden gedood, niet één bleef er in leven.

19 9 En Jozua deed met hen wat de Heer gezegd had: hij verbrandde hun wagens en hij sneed de pezen door bij hun paarden. Het hele land wordt veroverd Jozua verovert Hasor 10 Op de terugweg ging Jozua naar de stad Hasor, de machtigste stad in het noorden. Hij veroverde Hasor en doodde de koning. 11 Ook alle inwoners werden gedood. De Israëlieten doodden iedereen die er woonde, er bleef niemand in leven. En Jozua stak de hele stad in brand. Jozua verovert de andere steden 12 Daarna veroverde Jozua de andere steden in het land. Hij nam alle koningen gevangen en liet hen doden. Ook alle inwoners werden gedood. Dat moest gebeuren, omdat Mozes, de dienaar van de Heer, dat gezegd had. 13 Maar Hasor was de enige stad die Jozua in brand stak. De andere steden werden niet in brand gestoken. Die steden bestaan nu nog steeds. 14 De Israëlieten doodden alle inwoners, ze lieten niemand in leven. Maar ze hielden alle bezittingen en dieren voor zichzelf. 15 Want de Heer had zijn dienaar Mozes de opdracht gegeven om het zo te doen. Mozes had die opdracht doorgegeven aan Jozua. En Jozua voerde de opdracht uit. Hij deed alles wat de Heer gezegd had. Jozua verovert het hele land 16 Zo veroverde Jozua het hele land. Hij veroverde de bergen van Juda, de hele Negevwoestijn, het hele gebied rond Gosen, de heuvels, het Jordaan-dal, en de bergen van Israël. 17 Dat is het gebied vanaf de Kale Bergen in het zuiden, tot aan Baäl-Gad in het Libanon-dal bij de Hermon-bergen in het noorden. Jozua nam alle koningen gevangen, en hij doodde hen allemaal. De oorlog duurt lang Het enige volk waar Jozua geen oorlog mee voerde, waren de Chiwwieten uit Gibeon. Maar met de koningen van alle andere volken werd hevig gevochten. De oorlog met die volken duurde heel lang. 20 Want de Heer had ervoor gezorgd dat al die volken zich bleven verzetten en geen vrede wilden sluiten. Doordat die volken steeds maar oorlog wilden voeren, konden de Israëlieten ze allemaal doden. Ja, ze konden die volken helemaal vernietigen. Zo konden ze de opdracht uitvoeren die de Heer aan Mozes gegeven had. 21 In die tijd doodde Jozua ook alle Enakieten. De Enakieten woonden in de bergen van Juda, in de bergen van Israël, en in de steden Hebron, Debir en Anab. Nadat Jozua hen gedood had, vernietigde hij hun steden. 22 Nergens in Israël leefden nog Enakieten, behalve in de steden Gaza, Gat en Asdod.

20 Jozua verdeelt het land 23 Jozua veroverde dus het hele land. De Heer had al tegen Mozes gezegd dat dat moest gebeuren. En Jozua verdeelde het land onder de Israëlieten. Elke stam kreeg zijn eigen gebied. Toen was de oorlog voorbij. Jozua 12 De veroverde gebieden Het gebied ten oosten van de Jordaan 1 De Israëlieten hadden in de tijd van Mozes het gebied ten oosten van de Jordaan veroverd. Dat gebied liep van het Arnon-dal in het zuiden, langs het hele Jordaan-dal, tot aan de Hermon-bergen in het noorden. In de tijd daarvoor regeerden er twee koningen in dat gebied. 2 De ene koning was Sichon, de koning van de Amorieten. Zijn paleis stond in de stad Chesbon. Hij heerste over een groot gebied. Dat begon in het zuiden, bij de stad Aroër aan de rivier de Arnon. En het liep tot aan de rivier de Jabbok, die grenst aan het land van de Ammonieten. Bij het gebied van Sichon hoorde ook de helft van het gebied Gilead. 3 En ook het deel van het Jordaan-dal dat begint ten oosten van het Meer van Kinneret en dat loopt tot aan de Dode Zee. Het gebied eindigde bij de stad Bet-Hajjesimot, die bij de berg Pisga ligt. 4 De andere koning was Og, de koning van het gebied Basan. Hij was één van de laatste Refaïeten. Zijn paleizen stonden in Astarot en in Edreï. 5 Ook hij heerste over een groot gebied. Dat liep van het noorden, waar de Hermonbergen zijn, tot aan de stad Salka in het oosten. Og heerste niet alleen over Basan, maar ook over de gebieden Gesur en Maächa, en de helft van het gebied Gilead. Zijn gebied hield op bij de grenzen van het gebied van koning Sichon uit Chesbon. 6 Onder leiding van Mozes, de dienaar van de Heer, waren Sichon en Og verslagen door de Israëlieten. Hun gebieden werden gegeven aan de stammen Ruben en Gad, en aan de helft van de stam Manasse. Het gebied ten westen van de Jordaan 7 Later, onder leiding van Jozua, veroverden de Israëlieten het gebied ten westen van de Jordaan. Dat gebied was heel groot: het begon bij Baäl-Gad in het Libanon-dal in het noordwesten. En het liep tot aan de Kale Bergen en de Seïr-bergen in het zuidoosten. Jozua verdeelde het gebied en gaf elke stam van Israël zijn eigen deel. 8 De Israëlieten veroverden dus de bergen en de heuvels, het westelijke deel van het Jordaan-dal, het gebied met de steile rotsen, en de Negev-woestijn in het zuiden. Dat waren de gebieden van de Hethieten, de Amorieten, de Kanaänieten, de Perizzieten, de Chiwwieten en de Jebusieten. De koningen die verslagen zijn De Israëlieten hadden de volgende koningen verslagen:

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur.

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur. Psalmen Psalm 78 1 Een lied van Asaf. De lessen van het verleden Luister allemaal naar mijn woorden. Luister goed, want ik wil jullie iets leren. 2 Wijze woorden wil ik spreken, wijze woorden over het

Nadere informatie

Hoeveel koningen besloten om Gibeon aan te vallen en wat was de reden hiervoor?

Hoeveel koningen besloten om Gibeon aan te vallen en wat was de reden hiervoor? De slag bij Gibeon. Hoeveel koningen besloten om Gibeon aan te vallen en wat was de reden hiervoor? Jozua:10:4-5 4 Kom naar mij toe en help mij, en laten wij Gibeon verslaan, omdat het vrede gesloten heeft

Nadere informatie

WAAROM STAAN DIE STENEN DAAR? OVERSTAPDIENST

WAAROM STAAN DIE STENEN DAAR? OVERSTAPDIENST WAAROM STAAN DIE STENEN DAAR? OVERSTAPDIENST Overstap van Geeske Vader Iris van Noord Joëlle van den Doel Meerle van Groningen Zondag 17 juni 2018 Exoduskerk Voorganger: ds. Rob van der Plicht Organist:

Nadere informatie

1 Maleachi was een profeet. Hij moest een boodschap van de Heer doorgeven aan Israël. Hier volgen de woorden van Maleachi.

1 Maleachi was een profeet. Hij moest een boodschap van de Heer doorgeven aan Israël. Hier volgen de woorden van Maleachi. Maleachi 1 1 Maleachi was een profeet. Hij moest een boodschap van de Heer doorgeven aan Israël. Hier volgen de woorden van Maleachi. De liefde van de Heer 2-3 De Heer zegt: Ik houd van jullie, Israëlieten!

Nadere informatie

Welke opdracht gaf God aan Jozua?

Welke opdracht gaf God aan Jozua? De ondergang van Ai. Welke opdracht gaf God aan Jozua? Jozua 8:1-2 1 Daarna zei de HEERE tegen Jozua: Wees niet bevreesd en wees niet ontsteld. Neem al het krijgsvolk met u mee en sta op, trek op naar

Nadere informatie

1. Bij een nieuw begin

1. Bij een nieuw begin Inhoudsopgave Bij een nieuw begin 13 Een bijeenkomst beginnen 37 Bij het begin van de dag 59 Bij een goed gesprek 85 Bij verdriet 119 Bij vreugde 147 Bij twijfel 183 Bij zorgen 215 Bij ziekte 245 Om troost

Nadere informatie

Het verhaal van de schepping (Genesis 1 en 2)

Het verhaal van de schepping (Genesis 1 en 2) Het verhaal van de schepping (Genesis 1 en 2) Toen God begon met zijn schepping, was het donker en leeg. Maar God zei: Laat er licht zijn! En opeens was er licht. Nu was het niet donker meer, maar nog

Nadere informatie

Thema van vandaag : Vraag iemand je te helpen!

Thema van vandaag : Vraag iemand je te helpen! Kinder Woord Dienst van Oase Elke keer dat je komt, krijg je een Bijbel verhaal, Verzamel ze en je hebt je eigen Bijbel! Op weg naar Pasen Thema van vandaag : Vraag iemand je te helpen! Eerste lezing:

Nadere informatie

JOZUA WORDT DE NIEUWE LEIDER

JOZUA WORDT DE NIEUWE LEIDER Bijbel voor Kinderen presenteert JOZUA WORDT DE NIEUWE LEIDER Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Janie Forest Aangepast door: Ruth Klassen Vertaald door: Importantia Publishing Geproduceerd

Nadere informatie

Hoe reageerden de inwoners van Gibeon op de overwinning van Israël dankzij de Hulp van God?

Hoe reageerden de inwoners van Gibeon op de overwinning van Israël dankzij de Hulp van God? De list van de Gibeonieten. Hoe reageerden de inwoners van Gibeon op de overwinning van Israël dankzij de Hulp van God? Jozua 9:3-6 3 Toen de inwoners van Gibeon hoorden wat Jozua met Jericho en Ai gedaan

Nadere informatie

Na welk voorval en van wie kreeg Jozua bevel om de Jordaan over te steken?

Na welk voorval en van wie kreeg Jozua bevel om de Jordaan over te steken? De tocht door de Jordaan. Na welk voorval en van wie kreeg Jozua bevel om de Jordaan over te steken? Jozua 1:2 2 Mijn dienaar Mozes is gestorven. Nu dan, sta op, steek deze Jordaan over, u en heel dit

Nadere informatie

Maand 10 week 1: Mozes sterft.

Maand 10 week 1: Mozes sterft. Maand 10 week 1: Mozes sterft. Lees eerst het Bijbelverhaal in Deuteronomium 32:45-52 en 34:1-12 - Sterven van Mozes - Jozua de nieuwe leider Zet in de goede volgorde: Esau Mozes Levi Welke naam hoort

Nadere informatie

Deuteronomium 1. Toespraak van Mozes

Deuteronomium 1. Toespraak van Mozes Deuteronomium 1 Toespraak van Mozes Het volk komt aan in Moab 1 In dit boek staat opgeschreven wat Mozes tegen de Israëlieten gezegd heeft toen ze in Moab aangekomen waren. Moab ligt ten oosten van de

Nadere informatie

Welke opdracht gaf Jozua en wat was de conclusie?

Welke opdracht gaf Jozua en wat was de conclusie? Nederlaag bij Ai en de verborgen zonde. Welke opdracht gaf Jozua en wat was de conclusie? Jozua 7:2-3 2 Toen Jozua mannen stuurde van Jericho naar Ai, dat bij Beth-Aven ligt, ten oosten van Bethel, zei

Nadere informatie

Welke stad lag dichtbij de legerplaats van Israël?

Welke stad lag dichtbij de legerplaats van Israël? Rachab en de verkenners. Welke stad lag dichtbij de legerplaats van Israël? Enkele kilometers over de rivier, juist tegenover de legerplaats van Israël, lag de sterke stad Jericho. Wie gaf opdracht om

Nadere informatie

1 Joël, de zoon van Petuel, was een profeet. De Heer sprak tegen hem. Nu volgt wat Joël van de Heer moest zeggen.

1 Joël, de zoon van Petuel, was een profeet. De Heer sprak tegen hem. Nu volgt wat Joël van de Heer moest zeggen. Joël 1 1 Joël, de zoon van Petuel, was een profeet. De Heer sprak tegen hem. Nu volgt wat Joël van de Heer moest zeggen. De Heer straft zijn volk Sprinkhanen hebben alles opgegeten 2-4 Leiders en inwoners

Nadere informatie

EEN PRINS WORDT EEN HERDER

EEN PRINS WORDT EEN HERDER Bijbel voor Kinderen presenteert EEN PRINS WORDT EEN HERDER Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: M. Maillot en Lazarus Aangepast door: E. Frischbutter en Sarah S. Vertaald door: Erna van Barneveld

Nadere informatie

Ruth 1. Ruth en Noömi

Ruth 1. Ruth en Noömi Ruth 1 Ruth en Noömi Elimelech en zijn familie 1 Toen de rechters het land bestuurden, was er eens hongersnood in Juda. Daarom besloot een man uit Betlehem naar het land Moab te gaan. Zijn vrouw en zijn

Nadere informatie

ORDE. voor afscheidsdienst van. Theo Cornelis Heus. Theo. Maranathakerk, Lunteren 30 november 2017

ORDE. voor afscheidsdienst van. Theo Cornelis Heus. Theo. Maranathakerk, Lunteren 30 november 2017 ORDE voor afscheidsdienst van Theo Cornelis Heus Theo Maranathakerk, Lunteren 30 november 2017 Voorganger: ds. Jaap Hansum Orgel: mw. Margret Spelt Intochtsmuziek: George Samphire - The Lonely Shepherd

Nadere informatie

Welke voorbereidingen trof Jozua; wat valt daarbij op en is het goed om alles grondig uit te zoeken?

Welke voorbereidingen trof Jozua; wat valt daarbij op en is het goed om alles grondig uit te zoeken? De profetische aspecten uit het boek Jozua deel 2 Welke voorbereidingen trof Jozua; wat valt daarbij op en is het goed om alles grondig uit te zoeken? Zie Jozua 2:1, zie Jozua 2:10-11, 24 Voordat Jozua

Nadere informatie

Waarom ging het fout bij het veroveren van het stadje Ai?

Waarom ging het fout bij het veroveren van het stadje Ai? De profetische aspecten uit het boek Jozua, deel 3. Waarom ging het fout bij het veroveren van het stadje Ai? Jozua 7:1, eerste deel; Zie Jozua 1:4-5 1 Maar de Israëlieten pleegden trouwbreuk met wat door

Nadere informatie

EEN PRINS WORDT EEN HERDER

EEN PRINS WORDT EEN HERDER Bijbel voor Kinderen presenteert EEN PRINS WORDT EEN HERDER Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: M. Maillot en Lazarus Aangepast door: E. Frischbutter en Sarah S. Vertaald door: Erna van Barneveld

Nadere informatie

12 Maart De Algemene Verovering van Kanaän

12 Maart De Algemene Verovering van Kanaän 12 Maart De Algemene Verovering van Kanaän De eerste golf van de invasie is succesvol afgerond en de Israëlieten zullen nu twee grote campagnes uitvoeren de eerste tegen een verbond van zuidelijke koningen,

Nadere informatie

De profetische aspecten uit het boek Jozua. Wanneer speelt de geschiedenis, die beschreven wordt, in het boek Jozua zich af?

De profetische aspecten uit het boek Jozua. Wanneer speelt de geschiedenis, die beschreven wordt, in het boek Jozua zich af? De profetische aspecten uit het boek Jozua. Wanneer speelt de geschiedenis, die beschreven wordt, in het boek Jozua zich af? Welke immens wonderlijke gebeurtenissen had Gods volk ervaren op het moment

Nadere informatie

God houdt zijn belofte Genesis 21:1-6. De berg op Genesis 22:1-8. God heeft me heel gelukkig gemaakt! Ze noemden hun zoon Izak. Dat betekent: lachen.

God houdt zijn belofte Genesis 21:1-6. De berg op Genesis 22:1-8. God heeft me heel gelukkig gemaakt! Ze noemden hun zoon Izak. Dat betekent: lachen. 35 God houdt zijn belofte Genesis 21:1-6 Abraham wist dat God zich met Sodom en Gomorra aan Zijn woord gehouden had. Hij vertrouwde erop dat God Zijn belofte aan hem en Sara ook zou houden. Ze zouden een

Nadere informatie

1 Tessalonicenzen 1. Begin van de brief

1 Tessalonicenzen 1. Begin van de brief 1 Tessalonicenzen 1 Begin van de brief Paulus groet de christenen in Tessalonica 1 Dit is een brief van Paulus, Silvanus en Timoteüs, aan de christenen in de stad Tessalonica. Jullie horen bij God, de

Nadere informatie

Wat zei God tegen Jozua?

Wat zei God tegen Jozua? De val van Jericho en de belofte aan Rachab. Wat zei God tegen Jozua? Jozua 6:2-5 2 Toen zei de HEERE tegen Jozua: Zie, Ik heb Jericho met zijn koning en zijn strijdbare helden in uw hand gegeven. 3 U,

Nadere informatie

Door welke gebeurtenis waren de vijanden van Israël bang geworden voor Gods volk?

Door welke gebeurtenis waren de vijanden van Israël bang geworden voor Gods volk? Besnijdenis en Pascha in Gilgal. Door welke gebeurtenis waren de vijanden van Israël bang geworden voor Gods volk? Jozua 5:1 1 Toen al de koningen van de Amorieten aan deze zijde van de Jordaan, namelijk

Nadere informatie

2

2 1 2 3 4 5 6 Mt 16,21 7 8 9 10 Ze spraken met elkaar over alles wat er gebeurd was. 15 Terwijl ze zo liepen te praten, kwam er iemand bij hen lopen. Het was Jezus, 16 maar de leerlingen herkenden hem niet.

Nadere informatie

Laatste voorbereidingen 1. Besnijdenis, niet op basis van eigen kracht 2. Pascha, verbond wordt hersteld 3. Begin van een nieuw tijdperk

Laatste voorbereidingen 1. Besnijdenis, niet op basis van eigen kracht 2. Pascha, verbond wordt hersteld 3. Begin van een nieuw tijdperk Gideon Rechters 6 1 De Jordaan oversteken 1. Focus op Gods woord 2. Zorg dat je de Heer ieder moment kunt ontmoeten 3. Volg Jezus, wees een Jozua generatie 4. Kom in beweging Stenen oprichten 1. Gods grote

Nadere informatie

GOD EERT JOZEF, DE SLAAF

GOD EERT JOZEF, DE SLAAF Bijbel voor Kinderen presenteert GOD EERT JOZEF, DE SLAAF Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: M. Maillot en Lazarus Aangepast door: M. Maillot en Sarah S. Vertaald door: Arnold Krul Geproduceerd

Nadere informatie

De steen die verhalen vertelt.

De steen die verhalen vertelt. De steen die verhalen vertelt. Heel lang geleden kenden de mensen geen verhalen, er waren geen verhalenvertellers. Het leven zonder verhalen was heel moeilijk, vooral gedurende de lange winteravonden,

Nadere informatie

ORDE VAN DIENST zondag 14 april 2019

ORDE VAN DIENST zondag 14 april 2019 ORDE VAN DIENST zondag 14 april 2019 Voorganger: Ds. Ruben van Zwieten Cantor-organist: Anneke Jansen [ Opgang Orgelspel Aanvangslied: Lied 280 : 1, 2 en 3 Gemeente gaat staan Bemoediging V: Onze hulp

Nadere informatie

2 U geeft mij moed, God! Ik wil muziek maken en zingen, met heel mijn hart.

2 U geeft mij moed, God! Ik wil muziek maken en zingen, met heel mijn hart. 108 1 Een lied van David. God geeft mij moed 2 U geeft mij moed, God! Ik wil muziek maken en zingen, met heel mijn hart. 3 Ik wil mijn harp laten klinken, ik wil de zon wakker maken met mijn lied. 4 Heer,

Nadere informatie

Wat was de reden dat het volk van God begon te klagen en wat riepen de mensen uit?

Wat was de reden dat het volk van God begon te klagen en wat riepen de mensen uit? Het volk van God gestraft. Wat was de reden dat het volk van God begon te klagen en wat riepen de mensen uit? Numeri 14:1-3 1 Toen begon heel de gemeenschap luid te weeklagen en bleef het volk in die nacht

Nadere informatie

Wie gaf het bevel om Kanaän te verkennen en hoeveel mensen moesten dat gaan doen en wat viel bij de samenstelling op?

Wie gaf het bevel om Kanaän te verkennen en hoeveel mensen moesten dat gaan doen en wat viel bij de samenstelling op? Bevel om Kanaän te verkennen. Wie gaf het bevel om Kanaän te verkennen en hoeveel mensen moesten dat gaan doen en wat viel bij de samenstelling op? 1 De HEERE sprak tot Mozes: 2 Stuur mannen voor u uit

Nadere informatie

4 Heer, u hebt aan de mensen uw regels gegeven. Zo weet ik wat ik moet doen. 5 Ik wil leven volgens uw wetten, en dat volhouden, elke dag weer.

4 Heer, u hebt aan de mensen uw regels gegeven. Zo weet ik wat ik moet doen. 5 Ik wil leven volgens uw wetten, en dat volhouden, elke dag weer. Psalmen Psalm 119 Heer, ik wil leven volgens uw wetten 1 Gelukkig zijn mensen die altijd het goede doen, die leven volgens de wet van de Heer. 2 Gelukkig zijn mensen die altijd denken aan de woorden van

Nadere informatie

1 Habakuk was een profeet. God liet hem in een droom weten wat er zou gebeuren.

1 Habakuk was een profeet. God liet hem in een droom weten wat er zou gebeuren. Habakuk 1 1 Habakuk was een profeet. God liet hem in een droom weten wat er zou gebeuren. Habakuk stelt vragen aan God Habakuk begrijpt niet wat God doet 2 Habakuk zei: Heer, hoe lang moet ik nog om hulp

Nadere informatie

De exodus. Foto s van het materiaal

De exodus. Foto s van het materiaal De exodus Focus van dit verhaal De focus van dit verhaal ligt bij de uittocht van het volk van God (Exodus 11:1 15:21). Het verhaal is één van de heilige verhalen en behoort tot de kernpresentatie. Lesdoelen

Nadere informatie

GOD EERT JOZEF, DE SLAAF

GOD EERT JOZEF, DE SLAAF Bijbel voor Kinderen presenteert GOD EERT JOZEF, DE SLAAF Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: M. Maillot en Lazarus Aangepast door: M. Maillot en Sarah S. Vertaald door: Arnold Krul Geproduceerd

Nadere informatie

Welkom in de Pauluskerk

Welkom in de Pauluskerk Welkom in de Pauluskerk Voorganger Organist : ds. A. Molenaar : Anja van der Ploeg Combo : Zingen: Liedboek 280: vers 1, 4 en 5 Zingen: Liedboek 280: vers 1, 4 en 5 Zingen: Liedboek 280: vers 1, 4 en 5

Nadere informatie

Filippenzen 1. Begin van de brief

Filippenzen 1. Begin van de brief Filippenzen 1 Begin van de brief Paulus groet de christenen in Filippi 1 Dit is een brief van Paulus, aan alle mensen in de stad Filippi die dankzij Jezus Christus bij God horen. De brief is ook voor de

Nadere informatie

JEREMIA, DE MAN VAN TRANEN

JEREMIA, DE MAN VAN TRANEN Bijbel voor Kinderen presenteert JEREMIA, DE MAN VAN TRANEN Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Jonathan Hay Aangepast door: Mary-Anne S. Vertaald door: Erna van Barneveld Geproduceerd door:

Nadere informatie

Nieuwjaarsdienst. Dr. J.C. Borst uit Sleen

Nieuwjaarsdienst. Dr. J.C. Borst uit Sleen Nieuwjaarsdienst Dr. J.C. Borst uit Sleen Woord van welkom Lied 150a: 1 Lied 150a: 2 Votum en Groet Lied 150a: 3 Lied 150a: 4 Gebed Lied 25: 2 Here, maak mij uwe wegen door uw Woord en Geest bekend; leer

Nadere informatie

Voorganger: Ds. Nelleke Beimers Organist: Gerrit Blekkenhorst Pianist: Marc van der Meulen

Voorganger: Ds. Nelleke Beimers Organist: Gerrit Blekkenhorst Pianist: Marc van der Meulen Voorganger: Ds. Nelleke Beimers Organist: Gerrit Blekkenhorst Pianist: Marc van der Meulen 2 HET BEGIN. WELKOM EN MEDEDELINGEN. KLOKGELUI EN VERSTILLING. Lied 18: BIJEEN GEROEPEN UIT ONZE HUIZEN melodie

Nadere informatie

Bijbelstudie Door het geloof I

Bijbelstudie Door het geloof I Bijbelstudie 1 Bijbelstudie Door het geloof I Kaïn en Abel Genesis 4:1-16 Wat voor werk deed Kaïn? Een welk beroep deed zijn broer Abel? Kain- landbouwer Abel- schaapherder a. Waarom niet, denk je? De

Nadere informatie

Hoe oud was David toen hij koning werd en hoe lang heeft David leiding mogen geven?

Hoe oud was David toen hij koning werd en hoe lang heeft David leiding mogen geven? David koning in Jeruzalem. Hoe oud was David toen hij koning werd en hoe lang heeft David leiding mogen geven? 2 Samuel 5:4-5 4 Dertig jaar oud was David toen hij koning werd; veertig jaar heeft hij geregeerd.

Nadere informatie

Exodus 17:8-16 Geloven doe je samen!

Exodus 17:8-16 Geloven doe je samen! Exodus 17:8-16 Geloven doe je samen! 5e Preek in het gemeenteproject feest van genade bij het weekthema verbondenheid. De duivel wil je geloof graag aanvallen. Maar samen sta je sterk en kun je elkaar

Nadere informatie

Met welk verschijnsel uit de natuur werd het zeer grote vijandelijk leger vergeleken?

Met welk verschijnsel uit de natuur werd het zeer grote vijandelijk leger vergeleken? Hoe God Gideon leidt. Met welk verschijnsel uit de natuur werd het zeer grote vijandelijk leger vergeleken? Richteren 6:3-5 3 Want het gebeurde, telkens als Israël gezaaid had, dat Midian optrok. Ook Amalek

Nadere informatie

Galaten 1. Begin van de brief

Galaten 1. Begin van de brief Galaten 1 Begin van de brief Paulus groet de christenen in Galatië 1-3 Dit is een brief van Paulus aan de christenen in de provincie Galatië. Allereerst dit: Ik ben niet door mensen aangesteld als apostel,

Nadere informatie

2 Koningen 7: De Heer had namelijk in het Aramese kamp het geluid laten klinken van paarden en wagens, van een groot leger, en de Arameeërs hadd

2 Koningen 7: De Heer had namelijk in het Aramese kamp het geluid laten klinken van paarden en wagens, van een groot leger, en de Arameeërs hadd 2 Koningen 7:3-16 3 Nu waren er bij de stadspoort vier mannen die aan huidvraat leden. Ze zeiden tegen elkaar: Waarom zouden we hier de dood blijven afwachten? 4 Als we de stad binnengaan, zullen we van

Nadere informatie

Door wie werd Samaria belegerd en welke economische situaties ontstonden er?

Door wie werd Samaria belegerd en welke economische situaties ontstonden er? De wonderbare redding van Samaria. Door wie werd Samaria belegerd en welke economische situaties ontstonden er? 2 Koningen 6:24-25 24 Het gebeurde daarna, dat Benhadad, de koning van Syrië, zijn hele leger

Nadere informatie

Mededelingen door de ouderling van dienst. Margreet Reitsma Pastoraal Ouderling, sectie 7

Mededelingen door de ouderling van dienst. Margreet Reitsma Pastoraal Ouderling, sectie 7 Mededelingen door de ouderling van dienst Margreet Reitsma Pastoraal Ouderling, sectie 7 Lied 221 vers 1, 2 en 3 (Nieuwe Liedboek) Lied 221 vers 1, 2 en 3 (Nieuwe Liedboek) Lied 221 vers 1, 2 en 3 (Nieuwe

Nadere informatie

Is de verdeling van Kanaän onder Gods volk volgens Gods woord uitgekomen?

Is de verdeling van Kanaän onder Gods volk volgens Gods woord uitgekomen? Vreemde berichten. Is de verdeling van Kanaän onder Gods volk volgens Gods woord uitgekomen? Jozua 23:43-45 43 Zo gaf de HEERE aan Israël heel het land dat Hij gezworen had hun vaderen te geven. Zij namen

Nadere informatie

LES 6. De Tempel opbouwen

LES 6. De Tempel opbouwen LES De Tempel opbouwen Sabbat Doe Lees Ezra 4- goed door. Heeft iemand jou ooit afgeremd toen je enthousiast was over een project? Hoe ging je met die persoon om? Hoe zou jij je voelen als je bij de Tempel

Nadere informatie

God, laat ons uw liefde zien en maak ons gelukkig.

God, laat ons uw liefde zien en maak ons gelukkig. zondag 1 januari NIEUWJAARSDAG God, laat ons uw liefde zien en maak ons gelukkig. Psalm 67:2 God, laat ons uw liefde zien en maak ons gelukkig. Wees bij ons en bescherm ons. Dan zal iedereen zien dat u

Nadere informatie

Efeziërs 1. Begin van de brief

Efeziërs 1. Begin van de brief Efeziërs 1 Begin van de brief Paulus groet de christenen in Efeze 1 Dit is een brief van Paulus aan de christenen in de stad Efeze. Ik ben een apostel van Jezus Christus. Dat is Gods wil. Jullie horen

Nadere informatie

Wie belegerde de stad Jabes en wat stelden de inwoners van Jabes aan de aanvallers voor?

Wie belegerde de stad Jabes en wat stelden de inwoners van Jabes aan de aanvallers voor? Saul verslaat de Ammonieten en bevrijdt de stad Jabes. Wie belegerde de stad Jabes en wat stelden de inwoners van Jabes aan de aanvallers voor? 1 Samuel 11:1 1 Toen trok Nahas, de Ammoniet, ten strijde

Nadere informatie

Liturgie 6 januari 2019

Liturgie 6 januari 2019 Liturgie 6 januari 2019 Votum en groet Zingen Hemelhoog 234 Vader, mijn God, ik aanbid U Vader, mijn God, ik aanbid U, heel mijn hart is op U gericht. Neem mijn leven in uw hand, hoed mijn ziel en mijn

Nadere informatie

DAG 1: Een nieuw begin Lees Jozua 1:1-6 De vakantie is (bijna) voorbij. Het is weer tijd voor school. Je staat aan het begin van een nieuw schooljaar. Misschien zijn er veel dingen nieuw voor je: een nieuwe

Nadere informatie

VERTEL NOG EENS. Themadienst kerk en school Zondag 25 september 2016 Voorganger: ds. D. Dekker Organist: dhr. A. van Dijk Aanvang: 9.

VERTEL NOG EENS. Themadienst kerk en school Zondag 25 september 2016 Voorganger: ds. D. Dekker Organist: dhr. A. van Dijk Aanvang: 9. ! VERTEL NOG EENS Themadienst kerk en school Zondag 25 september 2016 Voorganger: ds. D. Dekker Organist: dhr. A. van Dijk Aanvang: 9.30 uur! 1 Orgelspel Welkom en mededelingen Zingen: OTH 45 Als een hert

Nadere informatie

Samen met Jezus op weg

Samen met Jezus op weg Samen met Jezus op weg KERK & WERELD Korte Schipstraat 16 2800 Mechelen Tekst: Myrjam De Keyser 1. De laatste keer samen Jezus en zijn leerlingen willen graag het paasfeest vieren. Daarvoor zijn ze naar

Nadere informatie

JESAJA ZIET IN DE TOEKOMST

JESAJA ZIET IN DE TOEKOMST Bijbel voor Kinderen presenteert JESAJA ZIET IN DE TOEKOMST Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Jonathan Hay Aangepast door: Mary-Anne S. Vertaald door: Erna van Barneveld Geproduceerd door:

Nadere informatie

DAG 1: Veranderingen Lees Deuteronomium 1:1-8 Soms zijn er veranderingen in je leven. Grote veranderingen: als er iemand sterft. Of als je verhuist. Of als je naar een andere school gaat en afscheid neemt

Nadere informatie

5 juli 2015, Vredebergkerk

5 juli 2015, Vredebergkerk 5 juli 2015, Vredebergkerk Orgelspel Welkom en mededelingen Aansteken van de kaarsen De Voorbereiding Moment van stilte Intochtspsalm (gemeente gaat staan) Psalm 72: 2 en 4 Bemoediging v: Onze Hulp Is

Nadere informatie

Boek1. Les 1. Dit is het verhaal van Maria. Dit is het verhaal van de engel. Dit is het verhaal van Jezus.

Boek1. Les 1. Dit is het verhaal van Maria. Dit is het verhaal van de engel. Dit is het verhaal van Jezus. Boek1. Les 1. Dit is het verhaal van Maria. Dit is het verhaal van de engel. Dit is het verhaal van Jezus. De engel zei: God zal jou een kind geven. God zal jou Zijn Kind geven. God zal jou Jezus geven.

Nadere informatie

Om 9.55 uur zingen we samen met de muziekgroep: U bent heilig

Om 9.55 uur zingen we samen met de muziekgroep: U bent heilig Westlanddienst op zondag 28 mei in de Dorpskerk te s-gravenzande m.m.v. de Muziekgroep; Schriftlezer is Sjaan van der Kaaij Thema: Kopje onder Voor de dienst zingt en speelt de muziekgroep Om 9.55 uur

Nadere informatie

Simone Foekens. met illustraties van Melanie Broekhoven SpecialBooX, Zuid-Beijerland. Kinderbijbel

Simone Foekens. met illustraties van Melanie Broekhoven SpecialBooX, Zuid-Beijerland.  Kinderbijbel Kinderbijbel 2017 SpecialBooX, Zuid-Beijerland www.specialboox.nl Kinderbijbel Tekst: Simone Foekens Illustraties: Melanie Broekhoven Ontwerp en vormgeving: SpecialBooX Simone Foekens met illustraties

Nadere informatie

Numeri 13:1-3 1 De HEER zei tegen Mozes: 2 Stuur er een aantal mannen op uit om Kanaän, het land dat ik de Israëlieten geven zal, te verkennen.

Numeri 13:1-3 1 De HEER zei tegen Mozes: 2 Stuur er een aantal mannen op uit om Kanaän, het land dat ik de Israëlieten geven zal, te verkennen. Numeri 13:1-3 1 De HEER zei tegen Mozes: 2 Stuur er een aantal mannen op uit om Kanaän, het land dat ik de Israëlieten geven zal, te verkennen. Kies daartoe uit elke stam één man, een familiehoofd. 3 Mozes

Nadere informatie

DE GEBOORTE VAN JEZUS

DE GEBOORTE VAN JEZUS Bijbel voor Kinderen presenteert DE GEBOORTE VAN JEZUS Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: M. Maillot Aangepast door: E. Frischbutter en Sarah S. Vertaald door: Arnold Krul Geproduceerd door:

Nadere informatie

Baalderdienst Zondag 6 november 2016

Baalderdienst Zondag 6 november 2016 Baalderdienst Zondag 6 november 2016 Welkom! Wie durft 1 Orde voor de Baalderdienst Voorganger: Muziek: Organist: ds. Wim van der Wel de-nu-je-onderweg-band Bert Slijkhuis Voor de dienst: Muziek Welkomstwoord

Nadere informatie

Maand 9 week 1: De tabernakel.

Maand 9 week 1: De tabernakel. Maand 9 week 1: De tabernakel. Lees het Bijbelverhaal in Exodus 40. Als je de tekening die hiernaast staat voor je houdt terwijl het Bijbelverhaal voorgelezen wordt zul je waarschijnlijk beter begrijpen

Nadere informatie

Bijbel voor Kinderen presenteert VEERTIG JAREN LANG

Bijbel voor Kinderen presenteert VEERTIG JAREN LANG Bijbel voor Kinderen presenteert VEERTIG JAREN LANG Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Janie Forest Aangepast door: Lyn Doerksen Vertaald door: Importantia Publishing Geproduceerd door:

Nadere informatie

Bijbellezing: Johannes 14 vers 1 tot 12. Tom, Tom is altijd goed Kom, kom nou zeg, is dat zo?

Bijbellezing: Johannes 14 vers 1 tot 12. Tom, Tom is altijd goed Kom, kom nou zeg, is dat zo? Bijbellezing: Johannes 14 vers 1 tot 12 Tom, Tom is altijd goed Kom, kom nou zeg, is dat zo? Heb een Tom, Tom gekocht Bij de ANWB winkel in Drachten Nou ja ik heb hem eigenlijk gekregen Voor mijn verjaardag

Nadere informatie

Voorganger: Ds. W. Gugler Ouderling: Jan Grift Muziek: Double DJ Music Koster: D. Bruggeman Beamer: Coen Robbertsen

Voorganger: Ds. W. Gugler Ouderling: Jan Grift Muziek: Double DJ Music Koster: D. Bruggeman Beamer: Coen Robbertsen Voorganger: Ds. W. Gugler Ouderling: Jan Grift Muziek: Double DJ Music Koster: D. Bruggeman Beamer: Coen Robbertsen Welkom Opwekking 623 met wierook van aanbidding. met de wolk van mijn Geest. met het

Nadere informatie

7 juli uur Mijndert Blijdorp orgel: Jannes Munneke; cantorij en muziekgroep o.l.v. Jolanda Brus schriftlezing: Marieke Urbach

7 juli uur Mijndert Blijdorp orgel: Jannes Munneke; cantorij en muziekgroep o.l.v. Jolanda Brus schriftlezing: Marieke Urbach 7 juli 2019 10.00 uur Mijndert Blijdorp orgel: Jannes Munneke; cantorij en muziekgroep o.l.v. Jolanda Brus schriftlezing: Marieke Urbach Votum, zegengroet, gezongen door de cantorij (gemeente blijft eerst

Nadere informatie

Bijbel voor Kinderen presenteert JAKOB DE BEDRIEGER

Bijbel voor Kinderen presenteert JAKOB DE BEDRIEGER Bijbel voor Kinderen presenteert JAKOB DE BEDRIEGER Geschreven door: E. Duncan Hughes Illustraties door: M. Maillot en Lazarus Aangepast door: M. Kerr en Sarah S. Vertaald door: Arnold Krul Geproduceerd

Nadere informatie

Vraag 6 Moeder van de dode baby zegt: dat is goed Moeder van de levende baby zegt: nee, geef hem dan maar aan haar

Vraag 6 Moeder van de dode baby zegt: dat is goed Moeder van de levende baby zegt: nee, geef hem dan maar aan haar Antwoorden 22.1: Gods geschenk aan koning Salomo a. Eigen antwoord b. Dat we het aan de Heere vragen. Hij voelt zich (te) jong om leiding te geven aan dit grote volk. Hij erkent en belijdt dat hij de hulp

Nadere informatie

DE GEBOORTE VAN JEZUS

DE GEBOORTE VAN JEZUS Bijbel voor Kinderen presenteert DE GEBOORTE VAN JEZUS Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: M. Maillot Aangepast door: E. Frischbutter en Sarah S. Vertaald door: Arnold Krul Geproduceerd door:

Nadere informatie

De grote familie. Foto s van het materiaal

De grote familie. Foto s van het materiaal De grote familie Focus van dit verhaal De focus in dit verhaal ligt bij God en het volk van God (Genesis 12 15, 24). Dit verhaal is één van de heilige verhalen en behoort tot de Kernpresentatie. Lesdoelen

Nadere informatie

2 Petrus 1. Begin van de brief

2 Petrus 1. Begin van de brief 2 Petrus 1 Begin van de brief Petrus groet alle christenen 1 Dit is een brief van Simon Petrus, een dienaar en apostel van Jezus Christus. Aan alle mensen die zijn gaan geloven. Jullie geloof is net zo

Nadere informatie

Bij wie waren David en zijn mannen toen de oorlog tussen de Filistijnen en Israël begon?

Bij wie waren David en zijn mannen toen de oorlog tussen de Filistijnen en Israël begon? David door koning Achis weggestuurd en God geeft David een tik op de vingers. Bij wie waren David en zijn mannen toen de oorlog tussen de Filistijnen en Israël begon? 1 Samuel 29:2 2 De stadsvorsten van

Nadere informatie

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN STUDIONLINE JAARGANG 2, NR. 2 ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN RICHTEREN 2 D O M I N E E O N L I N E. O R G RICHTEREN 2 Richteren 2 geeft eigenlijk een korte samenvatting van de inhoud van het boek. Het

Nadere informatie

De aanbidding van het gouden kalf Een feest voor de HEER? Een gouden kalf voor de HEER?

De aanbidding van het gouden kalf Een feest voor de HEER? Een gouden kalf voor de HEER? De aanbidding van het gouden kalf Een feest voor de HEER? Een gouden kalf voor de HEER? Een geschiedenis om van te leren Dit alles strekt ons tot voorbeeld: wij moeten niet uit zijn op het kwade, zoals

Nadere informatie

EEN FAVORIETE ZOON WORDT EEN SLAAF

EEN FAVORIETE ZOON WORDT EEN SLAAF Bijbel voor Kinderen presenteert EEN FAVORIETE ZOON WORDT EEN SLAAF Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Byron Unger en Lazarus Aangepast door: M. Kerr en Sarah S. Vertaald door: Arnold Krul

Nadere informatie

Zondag 17 maart Voorganger: Ds. Jennie Lambers-Niers. Organist: Eril Nijzink

Zondag 17 maart Voorganger: Ds. Jennie Lambers-Niers. Organist: Eril Nijzink Zondag 17 maart 2019 Voorganger: Ds. Jennie Lambers-Niers Organist: Eril Nijzink Liederen in deze dienst: Intochtslied: Psalm 25: 1 en 2 Psalm 25: 3 en 4 Lied 273: 1, 2 en 3 Lied 825: 1, 2 en 3 Lied 825:

Nadere informatie

Wie is Jezus, deel 2. les 5b FOLLOW

Wie is Jezus, deel 2. les 5b FOLLOW Wie is Jezus, deel 2 les 5b DEEL 2B FOLLOW JEZUS, DE REDDER Joh 4:7-9,22 Jezus deed in dit verhaal een aantal dingen die niet gebruikelijk waren. Hij sprak alleen met een vrouw. Dit was ook nog eens een

Nadere informatie

Waar was Mozes mee bezig, welke berg naderde hij en tot welk inzicht kwam Mozes?

Waar was Mozes mee bezig, welke berg naderde hij en tot welk inzicht kwam Mozes? Waar was Mozes mee bezig, welke berg naderde hij en tot welk inzicht kwam Mozes? Exodus 3:1 1 En Mozes hoedde het kleinvee van zijn schoonvader Jethro, de priester van Midian. Hij dreef het kleinvee tot

Nadere informatie

(t)op survival. Zondag 3 september. Voorganger: Ds. Jan Hermes Medewerking: vrijwilligers en kinderen van de VBW

(t)op survival. Zondag 3 september. Voorganger: Ds. Jan Hermes Medewerking: vrijwilligers en kinderen van de VBW (t)op survival Zondag 3 september Voorganger: Ds. Jan Hermes Medewerking: vrijwilligers en kinderen van de VBW Welkom Zingen: Kom in de kring Kom in de kring van Gods gezin, geef mij een hand en kom, want

Nadere informatie

Wie kreeg de opdracht voor de ark te zorgen?

Wie kreeg de opdracht voor de ark te zorgen? De Filistijnen verslagen in Mizpa. Wie kreeg de opdracht voor de ark te zorgen? 1 Samuel 7:1 1 Toen kwamen de mannen van Kirjath-Jearim, haalden de ark van de HEERE en brachten die in het huis van Abinadab,

Nadere informatie

Mieke Lansbergen. Op een dag leek het me een goed idee om een offer te maken voor God. Uit dankbaarheid voor alles wat groeit, en omdat

Mieke Lansbergen. Op een dag leek het me een goed idee om een offer te maken voor God. Uit dankbaarheid voor alles wat groeit, en omdat Mieke Lansbergen Hallo? Ha! Zie je mij? Kijk! Kijk even naar mij. Ik ben Kaïn. Fijn dat ik even iemand tegenkom! Ik loop hier al een tijd te dwalen, en het is zo saai in je eentje. Ik kom daar vandaan.

Nadere informatie

Wie kreeg van God de ingeving om de Filistijnen een lesje te leren?

Wie kreeg van God de ingeving om de Filistijnen een lesje te leren? Jonathan verslaat met de hulp van God de Filistijnen. Wie kreeg van God de ingeving om de Filistijnen een lesje te leren? 1 Samuel 14:1, eerste deel 1 Op een dag gebeurde het dat Jonathan, de zoon van

Nadere informatie

y02 Marcus 15.2 Rinze IJbema - Marcus 15, 2-5. Gemeente van Jezus Christus,

y02 Marcus 15.2 Rinze IJbema - Marcus 15, 2-5. Gemeente van Jezus Christus, Rinze IJbema - Marcus 15, 2-5. Gemeente van Jezus Christus, het is al bijna 8 april, het is al bijna Pasen. Met Pasen vieren we feest, omdat Koning Jezus de dood overwint. Onze Koning is sterker dan de

Nadere informatie

KONING DAVID (DEEL 1)

KONING DAVID (DEEL 1) Bijbel voor Kinderen presenteert KONING DAVID (DEEL 1) Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Lazarus Aangepast door: Ruth Klassen Vertaald door: Importantia Publishing Geproduceerd door: Bible

Nadere informatie

David wil de kist van het verbond ophalen 1 Toen verzamelde David opnieuw alle jongemannen van Israël, mannen. 2 Met dat leger trok hij naar

David wil de kist van het verbond ophalen 1 Toen verzamelde David opnieuw alle jongemannen van Israël, mannen. 2 Met dat leger trok hij naar David wil de kist van het verbond ophalen 1 Toen verzamelde David opnieuw alle jongemannen van Israël, 30.000 mannen. 2 Met dat leger trok hij naar Baäl-Juda om de kist van het verbond van God op te halen,

Nadere informatie

Klaagliederen 1. Het eerste lied

Klaagliederen 1. Het eerste lied Klaagliederen 1 Het eerste lied Jeruzalem is verlaten 1 Ach, wat is Jeruzalem leeg geworden, de stad die vroeger zo veel inwoners had! De stad die ooit zo beroemd was, is verlaten. Vroeger was Jeruzalem

Nadere informatie

Exodus 17,1-7 - Water uit de rots voor mensen met een kort lontje

Exodus 17,1-7 - Water uit de rots voor mensen met een kort lontje Exodus 17,1-7 - Water uit de rots voor mensen met een kort lontje Aangepaste dienst Liturgie Voor de dienst speelt de band drie liederen Opwekking 11 Er is een Heer Opwekking 277 Machtig God, sterke Rots

Nadere informatie

ORDE VAN DIENST VOOR ZONDAG 2 SEPTEMBER 2018 IN DE MENTEKERK TE SCHOONEBEEK

ORDE VAN DIENST VOOR ZONDAG 2 SEPTEMBER 2018 IN DE MENTEKERK TE SCHOONEBEEK ORDE VAN DIENST VOOR ZONDAG 2 SEPTEMBER 2018 IN DE MENTEKERK TE SCHOONEBEEK VOORGANGER: Dr. J.C. Borst OUDERLING: Greetje Hubers-Hekhuis DIAKEN: Roelie Meyering-Rougoor ORGANIST: Anja Wolbers-Kuilder LECTOR:

Nadere informatie

Wat ontdekten de broers op de terugweg naar Kanaän?

Wat ontdekten de broers op de terugweg naar Kanaän? Wat heeft God ons aangedaan? Wat ontdekten de broers op de terugweg naar Kanaän? Genesis 42:27 27 Toen een van hen zijn zak opendeed om in de herberg zijn ezel voer te geven, zag hij zijn geld; zie, het

Nadere informatie

Maandag. God is toch sterker

Maandag. God is toch sterker Gezinsdagboek Biddag 2018 Maandag God is toch sterker Bijbel lezen Leesvraag: Wat doet de koning met de brief? Lees samen: 2 Koningen 19: 14-19 Het is oorlog. Oorlog is iets verschrikkelijks. Jeruzalem

Nadere informatie