Addendum Uniformeringsbestek

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Addendum Uniformeringsbestek"

Simona Lemmens
5 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Addendum Uniformeringsbestek Documentnr: 05/ GBKN werkveld LSV Addendum Uniformeringsbestek Datum Aan Van Kopie Onderwerp Het blijkt dat het Uniformeringsbestek, zoals in oktober 2000 door het LSV als bijlage bij de Eindrapportage Uniformering is gepubliceerd, in de praktijk in sommige situaties tot verschillende interpretaties kan leiden. Dit document beschrijft een aantal geconstateerde problemen en de bijbehorende oplossingen er van. In de kleurenvoorbeelden ziet u ten behoeve van een duidelijke weergave van de verschillende situaties toepassing van 'intelligent' kleurgebruik. 1. Het bestek geeft aan dat de eerste fase van het structureren bestaat uit een bestandsopschoning van alle lijnvormige elementen in het bestand. Het blijkt dat voor de start van het structureren de lijnelementen welke niet worden bijgehouden, uit het bestand verwijderd moeten worden. Dit voorkomt problemen in de vervolgfasen van het structureren, bijvoorbeeld in het geval van uniek gecodeerde extra topografie B03 (overig opstal), die vanaf vervaardiging niet is afgewerkt en ook niet is bijgehouden. Overigens moet men hierbij de afweging maken of met het verwijderen van bepaalde elementen de oriëntatie in het terrein met behulp van het kaartbeeld mogelijk blijft. Bijvoorbeeld bij (grote) inritten op particulier terrein. Het bestek beschrijft in het kader op bladzijde 11 wanneer een tussenpunt op een rechte lijn overbodig is. In de praktijk blijkt dat de vermelde cartografische precisie daarbij voor problemen kan zorgen, met name bij krommen en gedetailleerde topografie. Om ongewenste verstoring in de afbeelding van topografie te voorkomenmoet als maximale maat (A) voor de tolerance aangehouden worden: 2 cm voor bebouwing en kunstwerken 10 cm voor overige topografie 2. Bij de volgende structureringsstap vindt een knooppuntberekening plaats, waarbij het bestek een aantal elementen beschrijft dat daarvan uitgezonderd moet blijven. Er ontstaan in ieder geval knooppunten door het sluiten van polygonen rond objecten uit de LSV-objecten-catalogus 1998, die een functie vervullen in de uniformering van de GBKN. Er blijken ook knooppunten door gemeentelijke beheerstaken te ontstaan. Bijvoorbeeld de overgang in een groenstrook van gras naar struiken of een luifel aan een winkelpand. De praktijk geeft aan dat samenwerkingsverbanden geen belang bij deze knooppunten hebben. Het LSV adviseert GBKN-gebruikers deze beheeractiviteiten in een afzonderlijke laag uit te voeren en op te slaan. Deze laag (lagen) wordt (worden) niet uitgewisseld met andere participanten of afnemers. Extra knooppunten die ontstaan door het weergeven en/of inrekenen van tussenmuren Pagina 1 van 9

2 van niet-gestapelde aan elkaar gebouwde opstallen vervullen wel een functie in de uniformering en zijn dus acceptabel. 3. Lijnstukken die ontstaan omdat door structureren één of meer knooppunten in het oorspronkelijke lijnelement voorkomen, behouden de inwinningsdatum van het oorspronkelijke element. Er vindt dus géén wijziging van de inwinningsdatum plaats door het structureren. 4. Door het structureren wijzigen géén classificatiecodes. 5. In het geval een raster doorloopt voorbij kant insteek of waterkant ontstaat door structurering een nieuw knooppunt ter plaatse van de snijding. Wanneer het resterende deel van het raster kleiner dan de ingestelde tolerantie voor toegestane vervorming is (volgens het Uniformeringsbestek:?15 cm), eindigt het raster op het nieuwe knooppunt. Bedraagt het resterende deel > 15 cm dan blijft dat deel in het bestand aanwezig. Voorbeeld: Pagina 2 van 9

3 6. De verwachting is dat het Kadaster medio 2001 de classificatie T22 voor vlakaflsluiter zal accepteren in aangeleverde GBKN-bestanden. Bij leveringen vóór die tijd is men dus gedwongen T20 daarvoor te gebruiken. In het formaat NEN1878 worden voor een vlakafsluiter de volgende attributen ingevuld bij: Recordsoort 03 subrecord D (het datumveld): Als datum in het bestand wordt de datum van het plaatsen van de vlakafsluiter aangehouden. Recordsoort 03 subrecord G: G 12 (string) 2 (onzichtbaar vanuit de lucht) 1 (gefiatteerd) 0 (wijze van inwinning: niet bekend) 1 (nieuw object) (drie spaties) En bij recordsoort 04 subrecord Q: Q (twee spaties) 0 (precisieklasse onbekend) (twee spaties) 0 (idealisatieklasse onbekend) (twee spaties) 0 (betrouwbaarheid onbekend) 7. Het plaatsen van vlakafsluiters heeft tot doel een vlakgericht bestand te verkrijgen. Ze worden in ieder geval geplaatst voor het sluiten van gebouwen, verhardingen van openbare wegen, spoorwegen, wateroppervlakten en terreinen. In en/of langs wegen op particulier terrein worden geen vlakafsluiters geplaatst, tenzij anders is overeengekomen tussen participanten. Inritten worden altijd alleen langs de openbare weg afgesloten, ook wanneer beide dezelfde verhardingssoort hebben. De achterzijde van de inrit wordt niet afgesloten. Pagina 3 van 9

4 Voorbeeld vóór plaatsen vlakafsluiters: Hetzelfde voorbeeld ná plaatsen vlakafsluiters: Pagina 4 van 9

Niet afgesloten worden de overgang van inrit naar rijwielpad of trottoir, tenzij daar materiaalscheiding voorkomt.

5 Inritten die van rijbaan naar erf lopen en daarbij rijwielpad, trottoir en eventueel daartussen gelegen bermen kruisen, worden afgesloten langs rijbaan en langs (achterkant) trottoir. Niet afgesloten worden de overgang van inrit naar rijwielpad of trottoir, tenzij daar materiaalscheiding voorkomt. Voorbeeld van gebruik van dezelfde verhardingssoort bij rijwielpad en trottoir: Voorbeeld bij gebruik van verschillend verhardingsmateriaal: Pagina 5 van 9

Bij naast de openbare weg gelegen parkeervakken, parkeerplaatsen en grote inritten binnen en buiten de bebouwde kom gelden de volgende regels:

gebruikt is). WEL afsluiten: wanneer de inritten/parkeerplaatsen (kennelijk) op particulier terrein liggen.

6 Bij naast de openbare weg gelegen parkeervakken, parkeerplaatsen en grote inritten binnen en buiten de bebouwde kom gelden de volgende regels: NIET afsluiten: Openbare weg en naastgelegen parkeervak(ken), Grote inritten/parkeerplaatsen in bebouwd gebied (waar dezelfde verhardingssoort gebruikt is). WEL afsluiten: wanneer de inritten/parkeerplaatsen (kennelijk) op particulier terrein liggen. Voorbeeld van het NIET afsluiten van parkeerplaats en -vakken langs Freerk Bosgraafstraat en parkeervakken langs Noordersingel: Hetzelfde kaartfragment, maar nu gekleurd: Pagina 6 van 9

7 Het volgende voorbeeld toont een parkeerplaats bij Glinstra State, kennelijk op particulier terrein, die WEL afgesloten wordt: Pagina 7 van 9

8 Voorbeeld van afsluiten van een onverharde (zand)weg met naastgelegen rijwielpad. Vóór plaatsen vlakafsluiters: Ná plaatsen vlakafsluiters: Pagina 8 van 9

9 8. Omtrent de toepassing van het Adres Coördinatenbestand Nederland (ACN), als ingang naar de GBKN en het creëren van een koppelmogelijkheid met externe gegevensverzamelingen, is het LSV in onderhandeling met de eigenaar; het Kadaster. 9. Wanneer bestandsbeheerders de stap naar objectgerichtheid maken, moet lijngericht uitwisselen mogelijk blijven. Pagina 9 van 9

Vergelijkbare documenten

Uniformeringsbestek GBKN

Uniformeringsbestek GBKN versie 1.0 Landelijk Samenwerkingsverband GBKN Apeldoorn, oktober 2000 Documentnummer: 00/05.138 Inhoudsopgave 1 Inleiding...5 2 Inhoud GBKN...7 2.1 Doorgroei naar objectgerichtheid...7