Werken als decorateur

Transcriptie

1 Profielvak Bouwen, Wonen en Interieur Serienummer: Licentie: Voor het activeren van de licentie kijk op pagina 5 van dit werkboek. Te activeren tot:

2 COLOFON Uitgeverij: Auteur(s): Inhoudelijke redactie: Illustraties: Edu Actief b.v Martijn Potters, Jelle Viergever Harry Ousen Shutterstock.com: Bannafarsai_Stock, Jaroslav Moravcik, Review News, vengerof, solomon7, Barry Blackburn. Titel: ISBN: Eerste druk / eerste oplage Edu Actief b.v (Martijn Potters, Jelle Viergever, ) Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht ( Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO ( De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu Actief, te vinden op

3 Inhoud WERKEN MET EDU4ALL... 5 Deel A Kleur- en interieurstijlen herkennen en ontwerpen... 7 Oriënteren... 7 Taak 1 Kennismaken met de decorateur... 7 Taak 2 De leerdoelen bij Deel A... 9 Taak 3 Taken plannen Aan de slag Taak 4 Een kleurencirkel maken Taak 5 Interieurstijlen adviseren Taak 6 Adviseren over kleur en lettertype Evalueren & Reflecteren Taak 7 Terugkijken en verder kijken Taak 8 Voorbereiden op de toets Deel B Muren decoratief schilderen Oriënteren Taak 1 Kennismaken met decoratieve schildertechnieken Taak 2 De leerdoelen bij Deel B Taak 3 Taken inplannen Aan de slag Taak 4 Ondergrond voorbereiden Taak 5 Decoratieve kwasttechnieken en rol- en sponstechnieken toepassen Taak 6 Decoratieve spaan- en kloptechniek toepassen Evalueren & Reflecteren Taak 7 Terugkijken en verder kijken Taak 8 Voorbereiden op de toets Deel C Schilderwerk voorbereiden en uitvoeren Oriënteren Taak 1 Kennismaken met houten ondergronden schilderen Taak 2 De leerdoelen bij Deel C Taak 3 Taken plannen Aan de slag Taak 4 De juiste keuzes maken Taak 5 Schilderwerk van houten ondergronden voorbereiden Taak 6 Het bedkastje schilderen

4 Evalueren & Reflecteren Taak 7 Terugkijken en verder kijken Taak 8 Voorbereiden op de toets Deel D Sign-uitingen ontwerpen en aanbrengen Oriënteren Taak 1 Kennismaken met sign-uitingen Taak 2 De leerdoelen bij Deel D Taak 3 Taken plannen Aan de slag Taak 4 Vormen schilderen Taak 5 Een lettertype schilderen Taak 6 Sign-uitingen ontwerpen Taak 7 Sign-uitingen aanbrengen Evalueren & Reflecteren Taak 8 Terugkijken en verder kijken Taak 9 Voorbereiden op de toets

5 Werken met Edu4all BRONNEN In dit werkboek staan opdrachten. Om deze opdrachten te maken, heb je soms bronnen nodig, zoals tekstbronnen, films, websites en de Theek-iT. Wanneer je een bron gaat gebruiken, staat er een pictogram in je werkboek: BRON Achter het pictogram staat in paarse, dikgedrukte tekst welke bron je nodig hebt. Bijvoorbeeld: BRON Lees Tekstbron 1.2 Persoonlijke verzorging. Maak daarna opdracht 13 tot en met 16. BRON Bekijk de Film Werken in de thuiszorg bij ouderen. Maak daarna opdracht 1. Bij het eerste voorbeeld ga je een tekstbron lezen. Bij het tweede voorbeeld ga je een film bekijken. Op wordt uitgelegd hoe je werkt met de bronnen op de website. OVERLEG MET JE DOCENT Soms is het nodig om te overleggen met je docent. Je ziet dan dit pictogram in je werkboek: Achter het pictogram staat waarover je met je docent gaat overleggen. Bijvoorbeeld: 61. In Taak 3 heb je een planning ingevuld. Bekijk deze. a. Kijk in kolom 5. Taak 12 tot en met 14 ga je nog maken. Zijn alle andere taken af? Zo nee, overleg met je docent welke taken je nog moet doen. OPDRACHTEN VOOR KB EN GL Doe jij de kaderberoepsgerichte of gemengde leerweg? Dan zitten er speciale opdrachten voor jou in het werkboek. Je herkent deze opdrachten aan de volgende pictogrammen: KB opdracht voor leerlingen van de kaderberoepsgerichte leerweg GL opdracht voor leerlingen van de gemengde leerweg. We wensen je veel succes en plezier met het maken van de opdrachten! Team Edu4all 5

6 6

7 Deel A Kleur- en interieurstijlen herkennen en ontwerpen Oriënteren Taak 1 Kennismaken met de decorateur Het werk van de decorateur is zeer gevarieerd. Je kunt gevraagd worden om een kleuradvies te geven of om een speciale decoratieve schildertechniek uit te voeren. Soms moet je schilderwerk volgens meetkundige figuren kunnen uitwerken of met sjablonen kunnen werken. Een stoel of andere meubels decoreren hoort ook bij het werk van een decorateur. En naast het schilderen moet je belettering van plakfolie kunnen aanbrengen, die je eerst op een plotter uitsnijdt. In dit deel maak je kennis met het beroep decorateur. Elke keer weer decoreer je een andere ruimte of ander meubel. Omdat je zelf verantwoordelijk bent voor de kwaliteit van jouw werk, moet je als decorateur veel vakkennis hebben. Zo moet je weten welke kleur, welke interieurstijl en welk lettertype het best bij een bedrijf past. Ook moet je weten wat het effect van een bepaalde kleurencombinatie is. Uiteindelijk ga je in dit deel een interieurstijl met een bijpassend kleuradvies en lettertype adviseren. 1. Welke werkzaamheden voert een decorateur uit? 2. Welke kennis heb je nodig om als decorateur te kunnen werken? Als decorateur ben je er zelf verantwoordelijk voor dat jouw werk goed uitgevoerd wordt. Geef twee voorbeelden van eerdere situaties waarin jij verantwoordelijkheid moest tonen

8 Deel A Kleur- en interieurstijlen herkennen en ontwerpen 4. Je moet kunnen adviseren over welke kleur, welke stijl en welk lettertype het best bij een bedrijf past. De volgende afbeeldingen hebben een bepaalde stijl. Welke afbeeldingen zijn klassiek en welke zijn modern? a. Klassiek / Modern b. Klassiek / Modern c. Klassiek / Modern 8

9 Deel A Kleur- en interieurstijlen herkennen en ontwerpen d. Klassiek / Modern 5. Wat lijkt jou leuk aan het vak van de decorateur? 6. Heb je alle opdrachten van Taak 1 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Taak 2 De leerdoelen bij Deel A Als je als decorateur gaat werken, moet je: 1. creatief zijn 2. kunnen meedenken met de klant 3. een interieurstijl kunnen adviseren 4. kennis hebben van de kleurenleer 5. een kleuradvies kunnen geven 6. een passend lettertype bij een interieurstijl kunnen kiezen 7. netjes en precies kunnen werken. 7. Als decorateur moet je creatief zijn. Wat is creativiteit? 8. Als decorateur moet je netjes en precies kunnen werken. Geef een reden daarvoor. 9. Aan de genoemde leerdoelen kun je zien dat het werk van de decorateur gevarieerd is. Wat is hier het gevolg van? Omcirkel in elke zin het goede (ant)woord. a. Het zal veel / weinig tijd duren voordat je alle werkzaamheden van de decorateur kunt uitvoeren. b. Het werk van de decorateur is saai / afwisselend werk. c. Een decorateur heeft ook / nooit contact met de klant. d. Een kleuradvies geven gaat beter / niet goed als je kleurenblind bent. 9

10 Deel A Kleur- en interieurstijlen herkennen en ontwerpen 10. Welk leerdoel lijkt jou het leukst om mee aan de slag te gaan? BRON Lees Inleiding van Tekstbron 5.14 Kleurencirkel. Maak daarna opdracht 11 tot en met Wat zijn de basiskleuren van de kleurencirkel? paars, ultraviolet en cyaan groen, bruin, zwart en grijs rood, blauw en geel wit, zwart, roze en paars 12. Wat zijn de primaire kleuren? paars, ultraviolet en cyaan groen, bruin, zwart en grijs rood, blauw en geel wit, zwart, roze en paars 13. Hoe ontstaan secundaire kleuren? 14. Wat zijn de drie secundaire kleuren? cyaan, geel en magenta rood, blauw en geel wit, zwart en grijs groen, oranje en paars BRON Lees Tekstbron 5.15 Kleursysteem CMYK. Maak daarna opdracht 15 tot en met Waar staan de letters CMYK voor? C =. M =. Y =. K =. 16. Waarop is de CMYK-kleurmenging gebaseerd? subtractieve kleurmenging secundaire kleurmenging veranderende kleurmenging additieve kleurmenging 10