U sluit de drukregelaar aan op een wegwerpfles met nulgas of kalibratiegas. Deze handleiding is bij Priva verkrijgbaar via artikelnummer

Transcriptie

1 Drukregelaar Deze drukregelaar gebruikt u bij het kalibreren van: de CO2-Module van de E-Meetbox, zie CO2-Module kalibreren de CO2-monitor, zie CO2-monitor kalibreren (pag. 5) U sluit de drukregelaar aan op een wegwerpfles met nulgas of kalibratiegas. Deze handleiding is bij Priva verkrijgbaar via artikelnummer CO 2 -Module kalibreren De CO2-Module moet eenmaal per 6 maanden worden gekalibreerd. Laat de E-Meetbox bij voorkeur 24 uur (maar minimaal 1 uur) opwarmen alvorens de CO2-Module te kalibreren. Adem tijdens het kalibreren niet in de E-Meetbox. Bij het uitademen komt CO2 vrij met concentraties van ppm. Bij de E-Meetbox BACnet is het niet mogelijk om een SPI-converter aan te sluiten om de door de E-Meetbox gemeten CO2-waarde lokaal uit te lezen. Wilt u deze waarde controleren, dan moet u dit op de procescomputer doen. CO 2 -Module kalibreren met wegwerpflessen Benodigdheden CO2-kalibratieset (exclusief kalibratiegassen) (Artikelnummer ) Wegwerpfles nulgas 0 ppm (Artikelnummer ) Wegwerpfles kalibratiegas 900 ppm (Artikelnummer ) Drukregelaarset 17 liter-fles (Artikelnummer ) Stopwatch of horloge met secondenaanduiding Schroevendraaier plat middelmaat Als u tijdens het kalibreren de meetwaarde van de CO2-module bekijkt, kunt u besparen op nulgas en kalibratiegas. Het bekijken van de meetwaarde is mogelijk met de procescomputer of een laptop in combinatie met een SPI-Converter. Zie SPI-Converter. CO2-kalibratieset CO2-kalibratieset A. Slang B. Nippel voor CO2-monitor (niet nodig voor de CO2-Module) C. Nippel voor CO2-Module D. Magneet en opzetstukje voor CO2-Module Draai de eerste keer dat u de set gebruikt, het opzetstukje op de magneet D (zie afbeelding CO2-kalibratieset (pag. 1)).

2 Wegwerpfles kalibratiegas/nulgas Wegwerpfles De wegwerpfles kalibratiegas of nulgas heeft een inhoud van 1 liter. Een nieuwe fles bevat 17 liter kalibratiegas onder druk. Per kalibratie wordt ongeveer 1 liter gas onder druk gebruikt. U kunt de resterende inhoud van de fles aflezen op de manometer van de drukregelaar. Een volle fles van 17 liter heeft een druk van ongeveer 250 psi. Drukregelaar Drukregelaar A. Uitgang naar CO2-Module B. Instelknop volumedebiet (vooraf ingesteld; NIET verdraaien!) C. On/off-knop D. Manometer Draai nooit aan de instelknop volumedebiet (B). Verstellen van deze knop heeft een onjuiste kalibratie tot gevolg. Deze knop is verzegeld; bij verbreking van het zegel kan Priva niet aansprakelijk worden gesteld voor gevolgschade door onjuiste kalibratie. Haal na het kalibreren altijd de drukregelaar van de fles. De fles wordt automatisch afgesloten door zijn eigen afsluitventiel. De drukregelaar is niet geschikt om de fles langere tijd goed af te sluiten.

3 Kalibreren met nulgas CO2-Module kalibreren A. Kalibratie-LED B. Magneetvlak voor kaliberen met kalibratiegas C. Magneetvlak voor kalibreren met nulgas D. Aansluiting kalbratiegas (afgesloten door kunststof schroef) 1. Controleer of de kalibratie-led van de CO2-Module groen is. 2. Verwijder de kunststofschroef van de CO2-Module en draai de nippel voor de CO2-Module (zie afbeelding CO2-kalibratieset (pag. 1)) op de gastoevoer van de CO2-Module. 3. Stop de ventilator met behulp van de afdelingsinstellingen: 1. Open de rubriek I 101 Afdeling instellingen. 2. Zet bij instelling 9 Tijdsduur de tijd op 60 minuten. 3. Zet instelling 8 Meetbox ventilator uitschakelen op JA (de ventilator schakelt na 60 minuten automatisch weer in). 4. Als de rubriek I 9101 bestaat, moet u bovenstaande instellingen ook aanpassen in rubriek I Voor een juiste kalibratie moet de ventilator van de Base-Module gedurende de gehele procedure stilstaan. 4. Houd de magneet bij de hand voor de kalibratie, bijvoorbeeld op de gasfles. 5. Neem de drukregelaar en controleer of de on/off-knop geheel dichtgedraaid is. 6. Draai de drukregelaar op de fles. Als de manometer een druk aangeeft lager dan 50 psi, neem dan een nieuwe fles. 7. Sluit de slang aan op de drukregelaar en op de nippel op de CO2-Module. 8. Start de gastoevoer door de on/off-knop helemaal open (richting "on") te draaien. Blijf gedurende de gehele kalibratieprocedure gas toevoeren. Als de gastoevoer stopt, zal door diffusie omgevingslucht de meetkamer binnendringen en de kalibratie beïnvloeden. 9. Wacht 90 seconden of bekijk de meting met de procescomputer of een laptop/spi en wacht totdat de meting stabiel is. 10. Houd na deze periode de magneet rechts van de kalibratie-led op de stip met de aanduiding 0 ppm. De kalibratie-led zal na 3 seconden oranje gaan branden en na nog eens 5 seconden rood gaan branden. Na ongeveer 10 seconden gaat de kalibratie-led uit en wordt daarna weer rood. Gaat de led niet oranje branden na 3 seconden, verschuif de magneet dan enigszins. Het komt voor dat de magneetsensor iets verschoven is. 11. Haal de magneet weg. De kalibratie-led gaat nu groen branden. 12. De nulgrens van de CO2-Module is nu gekalibreerd. 13. Sluit de gastoevoer door de on/off-knop op de drukregelaar dicht te draaien. 14. Draai de drukregelaar van de fles als er geen andere modules meer moeten worden gekalibreerd. Kalibreren met kalibratiegas Kalibreer altijd eerst met nulgas daarna met kalibratiegas.

4 1. Neem de drukregelaar en controleer of de on/off-knop geheel dichtgedraaid is. 2. Draai de drukregelaar op de fles. Als de manometer een druk aangeeft lager dan 50 psi, neem dan een nieuwe fles. 3. Sluit de slang aan op de drukregelaar en op de nippel op de CO2-Module. 4. Start de gastoevoer door de on/off-knop helemaal open (richting "on") te draaien. Blijf gedurende de gehele kalibratieprocedure gas toevoeren. Als de gastoevoer stopt, zal door diffusie omgevingslucht de meetkamer binnendringen en de kalibratie beïnvloeden. 5. Wacht 90 seconden of bekijk de meting met de procescomputer of een laptop/spi en wacht totdat de meting stabiel is. 6. Houd na deze periode de magneet links van de LED aan de achterkant op de stip met de aanduiding 900 ppm. De LED zal na 3 seconden oranje gaan branden en na nog eens 5 seconden rood gaan branden. Na ongeveer 10 seconden gaat de LED uit en wordt daarna weer rood. Gaat de led niet oranje branden na 3 seconden, verschuif de magneet dan enigszins. Het komt voor dat de magneetsensor iets verschoven is. 7. Haal de magneet weg. De kalibratie-led gaat nu groen branden. 8. De module is nu gekalibreerd. 9. Sluit de gastoevoer door de on/off-knop op de drukregelaar dicht te draaien. 10. Draai de drukregelaar van de fles als er geen andere modules meer moeten worden gekalibreerd. 11. Verwijder de nippel van de gastoevoer van de CO2-Module en plaats de kunststofschroef op de CO2-Module. 12. Start de ventilator met behulp van de afdelingsinstellingen: 1. Open de rubriek I 101 Afdeling instellingen. 2. Zet instelling 8 Meetbox ventilator uitschakelen op NEE 3. Als de rubriek I 9101 bestaat, moet u bovenstaande instelling ook aanpassen in rubriek I 9101.

5 CO 2 -monitor kalibreren Kalibreer minimaal één maal per jaar en bij twijfel vaker. Bij het kalibreren moet de CO2-monitor op bedrijfstemperatuur zijn. Kalibreer het liefst pas 24 uur na het aanzetten van de CO2-monitor om een stabiel meetresultaat te bereiken. Een verkeerde kalibratie geeft onnauwkeurige meetresultaten! Laat het kalibreren alleen door geschoold, vakkundig personeel uitvoeren. Gebruik eerst het nulgas en daarna het kalibratiegas. De overdruk op de luchtingang mag niet groter zijn dan 250 hpa. Let op dat de monitor niet onder een te hoge druk gezet wordt! Gebruik de bijgeleverde kalibratieslang met reduceerventiel van de Priva-kalibratiegasbussen (5000 hpa!). Bediening Keuze submenu's enter-toets escape-toets omhoog omlaag Door herhaald de Meting. -toets in te drukken, komt u altijd terug in het hoofdmenu Ontgrendel een menu door de toets in te drukken en vast te houden en dan de toets in te drukken. Instelling van het nulpunt en kalibratiepunt Met dit bedieningsmenu kan het nulpunt en het kalibratiepunt worden ingesteld.

6 Menustructuur Meting Menu xxxx ppm Submenu Kalibreren - vergrendeld - instellingen - vergrendeld - Apparaat info Nulpunt Instel. Meting xxxx ppm Kalibreren meting xxxx ppm Nulpunt Instel. meting nulgas Kalibreren gemeten kal.gas +/- Nulpunt Instel. meting nulgas Zeker weten? Kalibreren gemeten kal.gas zeker weten? Benodigdheden CO2-kalibratieset (exclusief kalibratiegassen) (Artikelnummer ) Wegwerpfles nulgas 0 ppm (Artikelnummer Wegwerpfles kalibratiegas, keuze uit: 900 ppm (Artikelnummer ) 1600 ppm (Artikelnummer ppm (Artikelnummer ) Drukregelaarset 17 liter-fles (Artikelnummer ) Kies voor een kalibratiegas met een CO2-gehalte rondom het werkgebied, bijvoorbeeld een kalibratiegas van 900 ppm CO2 bij meting rondom 1000 ppm CO2. CO2-kalibratieset CO2-kalibratieset A. Slang B. Nippel voor CO2-monitor C. Nippel voor CO2-Module (niet nodig voor de CO2-monitor) D. Magneet voor CO2-Module, en bijbehorend opzetstukje (niet nodig voor de CO2-monitor) Zet de eerste keer dat u de set gebruikt, de juiste nippel op de slang. Voor de CO2-monitor is dit nippel B (zie afbeelding CO2-kalibratieset (pag. 6)).

7 Wegwerpfles kalibratiegas/nulgas Wegwerpfles Een wegwerpfles kalibratiegas of nulgas heeft een inhoud van 1 liter. Een nieuwe fles bevat 17 liter kalibratiegas onder druk. Per kalibratie wordt ongeveer 1 liter gas onder druk gebruikt. U kunt de resterende inhoud van de fles aflezen op de manometer van de drukregelaar. Een volle fles van 17 liter heeft een druk van ongeveer 250 psi. Drukregelaar Drukregelaar A. Uitgang naar CO2-monitor B. Instelknop volumedebiet (vooraf ingesteld; NIET verdraaien!) C. On/off-knop D. Manometer Draai nooit aan de instelknop volumedebiet (B). Verstellen van deze knop heeft een onjuiste kalibratie tot gevolg. Deze knop is verzegeld; bij verbreking van het zegel kan Priva niet aansprakelijk worden gesteld voor gevolgschade door onjuiste kalibratie. Haal na het kalibreren altijd de drukregelaar van de fles; de fles wordt dan door zijn eigen afsluitventiel automatisch afgesloten. De drukregelaar is niet geschikt om de fles langere tijd goed af te sluiten.

8 Voorbereiding 1. Ga met de -toets vanuit het meetscherm naar het hoofdmenu Meting. 2. Kies vanuit het hoofdmenu Meting met de -toets het hoofdmenu Kalibreren. 3. Ontgrendel het menu door de toets in te drukken en vast te houden en dan de toets in te drukken. In het scherm komt te staan: Nulpunt instel. Meting met daaronder de meetwaarde. Instelling van het nulpunt 1. Ga met de -toets naar het submenu Nulpunt instel. > meting nulgas. 2. Neem de drukregelaar en controleer of de on/off-knop geheel dichtgedraaid is. 3. Draai de drukregelaar op de fles. Als de manometer een druk aangeeft lager dan 50 psi, neem dan een nieuwe fles. 4. Sluit de slang aan op de drukregelaar en op de CAL-ingang van de CO2-monitor. Het uiteinde met de nippel wordt aangesloten op de CO2-monitor. 5. Start de gastoevoer door de on/off-knop helemaal open (richting "on") te draaien. Blijf gedurende de gehele kalibratieprocedure gas toevoeren. Als de gastoevoer stopt, zal door diffusie omgevingslucht de meetkamer binnendringen en de kalibratie beïnvloeden. 6. Na ruim een minuut het nulgas aan de CO2-monitor te hebben toegevoerd zal de meting stabiel zijn. 7. Toets de -toets in. Onderin het scherm verschijnt de vraag: Zeker weten? Toets dan nogmaals de -toets in. De actuele meetwaarde wordt als nulpunt overgenomen. De aanwijzing springt terug naar het submenu Nulpunt Instel. > meting. 8. Sluit de gastoevoer door de on/off-knop op de drukregelaar dicht te draaien. 9. Draai de drukregelaar van de fles als er geen andere apparaten meer moeten worden gekalibreerd.

9 Kalibreren met kalibratiegas Ga met de toets naar het submenu Kalibreren > meting met daaronder de meetwaarde. Ga met de toets naar het submenu Kalibreren > gemeten kal.gas. 3. Neem de drukregelaar en controleer of de on/off-knop geheel dichtgedraaid is. 4. Draai de drukregelaar op de fles. Als de manometer een druk aangeeft lager dan 50 psi, neem dan een nieuwe fles. 5. Sluit de slang aan op de drukregelaar en op de CO2-monitor. Het uiteinde met de nippel wordt aangesloten op de CAL-ingang van de CO2-monitor. 6. Stel de concentratie van het kalibratiegas in met de toetsen en. Neem daarvoor de waarde over van de fabrikant van dit kalibratiegas. Bij het kalibreren hoeft niet voor de luchtdruk gecompenseerd te worden. 7. Start de gastoevoer door de on/off-knop helemaal open (richting "on") te draaien. Blijf gedurende de gehele kalibratieprocedure gas toevoeren. Als de gastoevoer stopt, zal door diffusie omgevingslucht de meetkamer binnendringen en de kalibratie beïnvloeden. 8. Na ruim een minuut het nulgas aan de CO2-monitor te hebben toegevoerd zal de meting stabiel zijn. 9. Door het indrukken van de -toets wordt de ingestelde waarde als setpoint in het display overgenomen. Onderin het scherm verschijnt de vraag: Zeker weten? Toets dan nogmaals de -toets in om de instelling te bevestigen. De aanwijzing springt terug naar het submenu Kalibreren > meting. 10. Sluit de gastoevoer door de on/off-knop op de drukregelaar dicht te draaien. 11. Ga met de -toets terug naar het hoofdmenu Meting en van daaruit met de -toets naar het submenu meting. In het scherm verschijnt de actuele meetwaarde. 12. Draai de drukregelaar van de fles als er geen andere apparaten meer moeten worden gekalibreerd.