MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD N. 107 INHOUD SOMMAIRE. 126 pages/bladzijden

Transcriptie

1 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Publication conforme aux articles 472 à 478 de la loiprogramme du 24 décembre 2002 publiée au Moniteur belge du 31 décembre Le Moniteur belge peut être consulté à l adresse : Direction du Moniteur belge, rue de Louvain 40-42, 1000 Bruxelles, tél Conseiller : A. Van Damme Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 31 december Dit Belgisch Staatsblad kan geconsulteerd worden op : op : Bestuur van het Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42, 1000 Brussel, tel Adviseur : A. Van Damme 175e ANNEE MARDI 5 AVRIL 2005 N e JAARGANG DINSDAG 5 APRIL 2005 SOMMAIRE INHOUD Lois, décrets, ordonnances et règlements Wetten, decreten, ordonnanties en verordeningen Service public fédéral Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au Développement Accord sur le statut des missions et des représentants d Etats tiers auprès de l Organisation du Traité de l Atlantique Nord, fait à Bruxelles le 14 septembre Ratification par la République de Lettonie, p Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Akkoord betreffende het statuut van de missies en de vertegenwoordigers van Derde Staten bij de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, gedaan te Brussel op 14 september Bekrachtiging door de Republiek Letland, bl Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale et Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie 17 MARS Arrêté royal portant modification de l arrêté royal du 9 mars 2003 relatif à la sécurité des ascenseurs, p Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie 17 MAART Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 maart 2003 betreffende de beveiliging van liften, bl Service public fédéral Sécurité sociale 7 MARS Arrêté royal relatif à la pension complémentaire des travailleurs indépendants et portant exécution de l article 234 de la loi-programme du 9 juillet 2004, p Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid 7 MAART Koninklijk besluit met betrekking tot het aanvullend pensioen voor zelfstandigen en houdende uitvoering van artikel 234 van de programmawet van 9 juli 2004, bl Service public fédéral Justice 10 MARS Arrêté ministériel portant prolongation des réserves de recrutement des sélections d assesseur réinsertion sociale et d assesseur exécution des peines auprès des commissions de libération conditionnelle, p Federale Overheidsdienst Justitie 10 MAART Ministerieel besluit tot verlenging van de wervingsreserves van de wervingsexamens van assessor sociale reïntegratie en assessor strafuitvoering bij de commissies voor de voorwaardelijke invrijheidstelling, bl MARS Arrêté ministériel modifiant l arrêté ministériel du 18 janvier 2005 déterminant l équipement et le matériel mis à la disposition des agents de sécurité du corps de sécurité, des agents pénitentiaires et infirmiers du Service public fédéral Justice, p MAART Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 18 januari 2005 bepalende de uitrusting en het materiaal dat ter beschikking wordt gesteld van de veiligheidsbeambten van het veiligheidskorps, van de penitentiaire beambten en van de verplegers van de Federale Overheidsdienst Justitie, bl pages/bladzijden

2 14354 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Gouvernements de Communauté et de Région Communauté flamande Ministère de la Communauté flamande 25 FEVRIER Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l arrêté du Gouvernement flamand du 10 juillet 2001 réglant le subventionnement des services d aide logistique et de soins à domicile complémentaires, p MARS Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l arrêté du Gouvernement flamand du 28 septembre 2001 concernant l agrément, l enregistrement, le mandat, l affiliation, la demande et la prise en charge dans le cadre de l assurance soins, p Gemeenschaps- en Gewestregeringen Vlaamse Gemeenschap Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 25 FEBRUARI Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2001 tot regeling van de subsidiëring van de diensten voor logistieke hulp en aanvullende thuiszorg, bl MAART Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 september 2001 houdende de erkenning, de registratie en de machtiging, en houdende de aansluiting, de aanvraag en de tenlasteneming in het kader van de zorgverzekering, bl Communauté française Ministère de la Communauté française 21 JANVIER Arrêté du Gouvernement de la Communauté française modifiant l arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 19 mai 2004 fixant la liste des masters complémentaires du secteur de la santé, p Franse Gemeenschap Ministerie van de Franse Gemeenschap 21 JANUARI Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 19 mei 2004 tot vaststelling van de lijst van bijkomende masters in de gezondheidssector, bl Région wallonne Ministère de la Région wallonne 17 MARS Arrêté du Gouvernement wallon autorisant la Société wallonne du Logement à contracter, sous la garantie de la Région wallonne, un emprunt d un montant de euros, pour le financement de ses programmes d investissements, p Waals Gewest Ministerie van het Waalse Gewest 17 MAART Besluit van de Waalse Regering waarbij de Société wallonne du Logement (Waalse Huisvestingsmaatschappij) ertoe gemachtigd wordt een lening van euro onder garantie van het Waalse Gewest aan te gaan voor de financiering van haar investeringsprogramma s, bl Gemeinschafts- und Regionalregierungen Wallonische Region Ministerium der Wallonischen Region 17. MÄRZ 2005 Erlass der Wallonischen Regierung, durch den die Société wallonne du Logement (Wallonische Wohnungsbaugesellschaft) ermächtigt wird, eine Anleihe in Höhe von Euro mit der Bürgschaft der Wallonischen Region zur Finanzierung ihrer Investitionsprogramme aufzunehmen, S Région de Bruxelles-Capitale Ministère de la Région de Bruxelles-Capitale 18 MARS Arrêté ministériel établissant un programme de réduction de la pollution des eaux générée par certaines substances dangereuses. Hydrocarbures Aromatiques Polycycliques (HAP), p Brussels Hoofdstedelijk Gewest Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 18 MAART Ministerieel besluit tot vastlegging van een programma voor de vermindering van watervervuiling veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke stoffen. Policyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK s), bl Autres arrêtés Andere besluiten Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale Juridictions du travail. Démission, p Juridictions du travail. Démission, p Juridictions du travail. Démission, p Commission administrative nationale visée à l article 7 de l arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage. Renouvellements des mandats, p Comité de gestion du Pool des marins de la marine marchande. Démission. Remplacement, p Direction générale Relations collectives de travail. Arrêtés concernant les membres des commissions paritaires, p Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Arbeidsgerechten. Ontslag, bl Arbeidsgerechten. Ontslag, bl Arbeidsgerechten. Ontslag, bl Nationale Administratieve Commissie bedoeld in artikel 7 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering. Hernieuwingen van mandaten, bl Beheerscomité van de Pool van de zeelieden ter koopvaardij. Ontslag. Vervanging, bl Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen. Besluiten betreffende de leden van de paritaire comités, bl Service public fédéral Sécurité sociale Caisses d Assurances sociales pour Travailleurs indépendants. Modification aux statuts. Approbation, p Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid Sociale Verzekeringsfondsen voor Zelfstandigen. Statutenwijzigingen. Goedkeuring, bl

3 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement 23 FEVRIER Arrêté royal modifiant l arrêté royal du 3 avril 2003 portant nomination du président, du vice-président et des membres de la Structure multipartite en matière de politique hospitalière, p Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu 23 FEBRUARI Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 april 2003 houdende benoeming van de voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van de Multipartitestructuur betreffende het ziekenhuisbeleid, bl Personnel. Mise à la retraite, p Personnel. Mises à la retraite, p Personeel. Pensionering, bl Personeel. Pensioneringen, bl Service public fédéral Justice Ordre judiciaire, p Ordre judiciaire. Ordres nationaux, p Federale Overheidsdienst Justitie Rechterlijke Orde, bl Rechterlijke Orde. Nationale Orden, bl Service public fédéral de Programmation politique scientifique 22 MARS Arrêté ministériel portant désignation des membres du Comité de gestion du Centre d Etudes et de Documentation «Guerre et Sociétés contemporaines» (CEGES), p Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid 22 MAART Ministerieel besluit tot aanwijzing van de leden van het Beheerscomité van het Studie- en Documentatiecentrum «Oorlog en Hedendaagse Maatschappij» (SOMA), bl Gouvernements de Communauté et de Région Communauté française Ministère de la Communauté française 11 SEPTEMBRE Arrêté du Gouvernement de la Communauté française portant nomination des membres du conseil d administration de la Haute Ecole de la Communauté française du Hainaut, p Gemeenschaps- en Gewestregeringen Franse Gemeenschap Ministerie van de Franse Gemeenschap 11 SEPTEMBER Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende benoeming van de leden van de raad van bestuur van de Haute Ecole de la Communauté française du Hainaut (Hogeschool van de Franse Gemeenschap van Henegouwen), bl FEVRIER Arrêté du Gouvernement de la Communauté française accordant une notoriété professionnelle à un membre du personnel d une Haute Ecole, p FEBRUARI Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap waarbij een beroepsbekendheid wordt toegekend aan een personeelslid van een Hogeschool, bl FEVRIER Arrêté du Gouvernement de la Communauté française accordant une notoriété professionnelle à un membre du personnel d une Haute Ecole, p FEBRUARI Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap waarbij een beroepsbekendheid wordt toegekend aan een personeelslid van een Hogeschool, bl FEVRIER Arrêté du Gouvernement de la Communauté française accordant une notoriété professionnelle à un membre du personnel d une Haute Ecole, p FEBRUARI Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap waarbij een beroepsbekendheid wordt toegekend aan een personeelslid van een Hogeschool, bl FEVRIER Arrêté du Gouvernement de la Communauté française portant nomination des membres du Conseil supérieur de l Enseignement supérieur artistique, p FEBRUARI Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende benoeming van de leden van de Hoge Raad voor het Hoger Kunstonderwijs, bl SEPTEMBRE Arrêté du Gouvernement de la Communauté française modifiant l arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 19 décembre 2002 portant nomination des membres des Conseils supérieurs des Hautes Ecoles. Erratum, p SEPTEMBER Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 19 december 2002 tot benoeming van de leden van de Hoge Raden voor Hogescholen. Erratum, bl

4 14356 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Région wallonne Ministère de la Région wallonne 25 FEVRIER Arrêté ministériel relatif à l expropriation de terrains à Aiseau-Presles pour travaux de pose du collecteur de la Biesme, p er MARS Arrêté ministériel relatif à l expropriation de terrains à Florenville pour travaux de pose du collecteur de Lacuisine, p er MARS Arrêté ministériel relatif à l expropriation de terrains à Ham-sur-Heure-Nalinnes pour travaux de construction de la station d épuration de Nalinnes-Moulin, p MARS Arrêté ministériel relatif à l expropriation de terrains à Mont-Saint-Guibert pour travaux de construction de la station d épuration de Louvain-la-Neuve, p er MARS Arrêté ministériel relatif à l expropriation de terrains d Aiseau-Presles pour travaux de construction de la station de pompage d Aiseau, p er MARS Arrêté ministériel relatif à l expropriation de terrains à Namur/Jambes pour travaux de construction de la station de pompage Vortex/Orjo, p er MARS Arrêté ministériel relatif à l expropriation de terrains à Durbuy pour travaux de sécurisation de la station d épuration de Bomal, p er MARS Arrêté ministériel relatif à l expropriation de terrains à Juprelle pour travaux de reprise des eaux d orage du bassin versant de la station d épuration de Wihogne, p er MARS Arrêté ministériel relatif à l expropriation de terrains à Nalinnes pour travaux de pose du collecteur d Ham-sur-Heure, p er MARS Arrêté ministériel relatif à l expropriation de terrains à Verlaine pour travaux d aménagements du collecteur de l Yerne et du collecteur de Seraing-le-Château et Chapon-Seraing, p er MARS Arrêté ministériel relatif à l expropriation de terrains à Jemeppe-sur-Sambre pour travaux de construction de la station d épuration de Saint-Martin, p er MARS Arrêté ministériel relatif à l expropriation d emprises à Wellin et Tellin destinées à la pose d une conduite, p Région de Bruxelles-Capitale Ministère de la Région de Bruxelles-Capitale Plan communal de développement de Saint-Josse-ten-Noode. Approbation, p Brussels Hoofdstedelijk Gewest Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Gemeentelijk ontwikkelingsplan van Sint-Joost-ten-Noode. Goedkeuring, bl Avis officiels Banque Nationale de Belgique Nouvelle version des documents normalisés Schéma complet pour entreprises et Schéma abrégé pour entreprises édités par la Banque Nationale de Belgique, p Officiële berichten Nationale Bank van België Nieuwe versie van de standaardformulieren Volledig schema voor ondernemingen en Verkort schema voor ondernemingen uitgegeven door de Nationale Bank van België, bl

5 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Commission bancaire, financière et des Assurances 24 MARS Arrêté modifiant la liste des entreprises d investissement agréées en Belgique, p MARS Arrêté modifiant la liste des entreprises d investissement agréées en Belgique, p Autorisation de fusion entre un établissement de crédit et une entreprise d investissement (articles 30 et 31 de la loi du 22 mars 1993 relative au statut et au contrôle des établissements de crédit ainsi que 73 et 74 de la loi du 6 avril 1995 relative au statut des entreprises d investissement et à leur contrôle, aux intermédiaires et conseillers en placements), p Liste des bureaux de change enregistrés en Belgique (article 7 de l arrêté royal du 27 décembre 1994 relatif aux bureaux de change et au commerce des devises), p Acte d approbation d une cession partielle des droits et obligations d une entreprise d assurances, p Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen 24 MAART Besluit tot wijziging van de lijst van beleggingsondernemingen waaraan in België een vergunning is verleend, bl MAART Besluit tot wijziging van de lijst van de beleggingsondernemingen waaraan in België een vergunning is verleend, bl Toestemming voor de fusie tussen een kredietinstelling en een beleggingsonderneming (de artikelen 30 en 31 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, evenals de artikelen 73 en 74 van de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs), bl Lijst van de in België geregistreerde wisselkantoren (artikel 7 van het koninklijk besluit van 27 december 1994 betreffende de wisselkantoren en de valutahandel), bl Akte tot goedkeuring van een gedeeltelijke overdracht van de rechten en verplichtingen van een verzekeringsonderneming, bl Service public fédéral Intérieur Police intégrée, structurée à deux niveaux. Recrutement de membres du personnel statutaires (arrêté royal du 30 mars 2001, Moniteur belge du 31 mars 2001), p Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus. Aanwerving van statutaire personeelsleden (koninklijk besluit van 30 maart 2001, Belgisch Staatsblad van 31 maart 2001), bl Service public fédéral Finances Administration de la Trésorerie. Avis, p Situation globale des établissements de crédit au 31 janvier 2005, p Federale Overheidsdienst Financiën Administratie van de Thesaurie. Bericht, bl Algemene staat der kredietinstellingen per 31 januari 2005, bl Service public fédéral Mobilité et Transports Indices du prix de revient du transport professionnel de marchandises par route. Erratum, p Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Indexcijfers van de kostprijs van het beroepsgoederenvervoer over de weg. Erratum, bl Service public fédéral Sécurité sociale Direction générale Indépendants. Avis aux organisations représentatives de travailleurs indépendants, p Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid Directie-generaal Zelfstandigen. Bericht aan de representatieve organisaties van zelfstandigen, bl Service public fédéral Justice Loi du 15 mai 1987 relative aux noms et prénoms. Publications, p Federale Overheidsdienst Justitie Wet van 15 mei 1987 betreffende de namen en voornamen. Bekendmakingen, bl Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie Institut belge de normalisation (IBN). Enquêtes publiques, p Avis. Notification préalable d une opération de concentration. Affaire n MEDE C/C 05/0014 : Kroymans Corporation B.V./Van Heck Investments B.V./Newco, p Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Belgisch instituut voor normalisatie (BIN). Publicaties ter kritiek, bl Kennisgeving. Voorafgaande aanmelding van een concentratie. Zaak nr. MEDE C/C 05/0014 : Kroymans Corporation B.V./ Van Heck Investments B.V./Newco, bl Gouvernements de Communauté et de Région Communauté française Ministère de la Communauté française Avis annuel concernant la délivrance du rapport d inscription d un enfant dans l enseignement spécialisé, p Gemeenschaps- en Gewestregeringen Vlaamse Gemeenschap Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het overwelven van baangrachten, bl Les Publications légales et Avis divers ne sont pas repris dans ce sommaire mais figurent aux pages à De Wettelijke Bekendmakingen en Verschillende Berichten worden niet opgenomen in deze inhoudsopgave en bevinden zich van bl tot bl

6 14358 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN SERVICE PUBLIC FEDERAL AFFAIRES ETRANGERES, COMMERCE EXTERIEUR ET COOPERATION AU DEVELOPPEMENT F [2005/15051] Accord sur le statut des missions et des représentants d Etats tiers auprès de l Organisation du Traité de l Atlantique Nord, fait à Bruxelles le 14 septembre (1) Ratification par la République de Lettonie Le 2 mars 2005 a été reçu au Service public fédéral Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au Développement de Belgique, l instrument de ratification de la République de Lettonie concernant l Acte international susmentionné. Le dépôt de l instrument de ratification a été effectué conformément aux dispostions de l article 3, paragraphe a de l Accord. L Accord est entré en vigueur à l égarddelarépublique de Lettonie, le 2 mars FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING N [2005/15051] Akkoord betreffende het statuut van de missies en de vertegenwoordigers van Derde Staten bij de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, gedaan te Brussel op 14 september 1994 (1) Bekrachtiging door de Republiek Letland Op 2 maart 2005 werd bij de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van België, het instrument van bekrachtiging van de Republiek Letland betreffende voornoemde internationale Akte neergelegd. De neerlegging van het instrument van bekrachtiging is gebeurd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3, lid a van het Akkoord. Het Akkoord is ten aanzien van de Republiek Letland op 2 maart 2005 in werking getreden. Note (1) Voir Moniteur belge du 21 octobre Nota (1) Zie Belgisch Staatsblad van 21 oktober * SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTA- TION SOCIALE ET SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE F [C 2005/11156] 17 MARS 2005 Arrêté royal portant modification de l arrêté royal du 9 mars 2003 relatif à la sécurité des ascenseurs ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 9 février 1994 relative à la sécurité des produits et des services, notamment l article 4, 1 er, remplacé par par la loi du 18 décembre 2002; Vu la loi du 4 août 1996 relative au bien-être des travailleurs lors de l exécution de leur travail, notamment l article 4; Vu le règlement général pour la protection du travail, approuvé par les arrêtés du Régent des 11 février 1946 et 27 septembre 1947, notamment les articles 270 et 271, remplacé par l arrêté royal du 2 septembre 1983 et modifié par l arrêté royal du 12 décembre 1984; Vu l arrêté royal du 9 mars 2003 relatif à la sécurité des ascenseurs; Vu l avis de la Commission de la Sécurité des Consommateurs, donné le 21 février 2005; Vu l avis du Conseil supérieur pour la prévention et la protection au travail, donné le 25 février 2005; Vu l urgence motivée par le fait qu il s est avéré que certaines dates limites imposées par l arrêté royal du 9 mars 2003 relatif à la sécurité des ascenseurs n étaient pas réalistes en pratique et qu il est donc nécessaire de prolonger ces périodes imposées. FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE N [C 2005/11156] 17 MAART Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 maart 2003 betreffende de beveiliging van liften ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten, inzonderheid op artikel 4, 1, vervangen bij de wet van 18 december 2002; Gelet op de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, inzonderheid op artikel 4; Gelet op het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming, goedgekeurd bij de besluiten van de Regent van 11 februari 1946 en 27 september 1947, inzonderheid op de artikelen 270 en 271, vervangen bij het koninklijk besluit van 2 september 1983 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 december 1984; Gelet op het koninklijk besluit van 9 maart 2003 betreffende de beveiliging van liften; Gelet op het advies van de Commissie voor de Veiligheid van de Consumenten, gegeven op 21 februari 2005; Gelet op het advies van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk, gegeven op 25 februari 2005; Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat bepaalde limietdata die werden opgelegd door het koninklijk besluit van 9 maart 2003 betreffende de beveiliging van liften in de praktijk niet haalbaar bleken te zijn en het dus noodzakelijk is om deze opgelegde periodes te verlengen.

7 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Il est également nécessaire de fixer au plus vite les nouvelles dates limites parce que certaines des dates limites d origine ont déjà expiré,ce qui donne lieu à une insécurité juridique considérable dans le chef des gestionnaires des ascenseurs concernés; Vu l avis /1. du Conseil d Etat, donné le 8 mars 2005, en application de l article 84, 1 er, alinéa 1 er,2, des lois coordonnées sur le Conseil d Etat; Sur la proposition de Notre Ministre de l Emploi, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. L article 2, alinéa 1 er,del arrêté royal du 9 mars 2003 relatif à la sécurité des ascenseurs, est complété comme suit : «4 installations à câbles, y compris les funiculaires, pour le transport public ou non public de personnes; 5 ascenseurs spécialement conçus et construits à des fins militaires ou de maintien de l ordre; 6 élévateurs de machinerie théâtrale; 7 ascenseurs installés dans des moyens de transport; 8 ascenseurs qui font partie de machines ou d installations industrielles et qui sont exclusivement utilisés par des travailleurs pour se rendre à des postes de commande, ou à des endroits pour l entretien, la réparation ou l inspection; 9 trains à crémaillères; 10 ascenseurs de chantier.» Art. 2. L article 5, 3, du même arrêté royal est abrogé. Art. 3. Dans l article 6, 3, du même arrêté, les mots «danger grave, une infraction ou la non-exécution du planning des travaux de modernisation, prévus à l article 5, 3» sont remplacés par les mots «danger grave ou une infraction». Art. 4. Dans l article 13 du même arrêté, les mots «six mois» sont remplacés par les mots «trente mois». Art. 5. Dans l article 14 du même arrêté sont apportées les modifications suivantes : 1 au 1, les mots «douze mois» sont remplacés par les mots «trois ans»; 2 au 2, les mots «deux ans» sont remplacés par les mots «quatre ans»; 3 le 3 est remplacé par la disposition suivante : «3 les cinq ans suivant la date d entrée en vigueur du présent arrêté pour les ascenseurs mis en service entre le 1 er avril 1984 et le 10 mai 1998.» Art. 6. Dans l annexe I re du même arrêté sont apportées les modifications suivantes : 1 Dans l alinéa 1 er, les mots «lorsque les risques correspondants existent» sont remplacés par les mots «lorsqu elles s avèrent nécessaires au regard des résultats de l analyse de risque»; 2 au 2, les mots «sont prises avant le 1 er janvier 2008» sont remplacés par les mots «ou des mesures garantissant un niveau de sécurité équivalent, sont prises avant le 1 er janvier 2013»; 3 au 3, les mots «1 er janvier 2013» sont remplacés par les mots «1 er janvier 2018». Art. 7. Un article 15bis, rédigé comme suit, est inséré dans le même arrêté : «Art. 15bis. L article 281 du même règlement général est abrogé.» Het is tevens noodzakelijk om de nieuwe limietdata zo snel mogelijk vast te leggen omdat een aantal van de oorspronkelijke limietdata reeds zijn verstreken en dit aanleiding geeft tot grote rechtsonzekerheid voor de beheerders van de betrokken liften; Gelet op het advies /1 van de Raad van State, gegeven op 8 maart 2005, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 9 maart 2003 betreffende de beveiliging van liften, wordt aangevuld als volgt : «4 kabelinstallaties, met inbegrip van kabelsporen, voor openbaar of niet-openbaar personenvervoer; 5 liften die speciaal zijn ontworpen en gebouwd voor militaire doeleinden of het handhaven van de orde; 6 toneelhefwerktuigen; 7 liften die in vervoermiddelen zijn ingebouwd; 8 liften die deel uitmaken van machines of industriële installaties en die uitsluitend gebruikt worden door werknemers om zich te begeven naar bedieningsposten, of plaatsen voor onderhoud, herstelling of inspectie; 9 tandradbanen; 10 bouwliften.» Art. 2. Artikel 5, 3, van hetzelfde besluit wordt opgeheven. Art. 3. In artikel 6, 3, van hetzelfde besluit worden de woorden «ernstige gevaren, inbreuken of het niet uitvoeren van de in artikel 5, 3, vermelde planning van de modernisatiewerken» vervangen door de woorden «ernstige gevaren of inbreuken». Art. 4. In artikel 13 van hetzelfde besluit worden de woorden «zes maanden» vervangen door de woorden «dertig maanden». Art. 5. In artikel 14 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1 in 1 worden de woorden «twaalf maanden» vervangen door de woorden «drie jaar»; 2 in 2 worden de woorden «twee jaar» vervangen door de woorden «vier jaar»; 3 de bepaling onder 3 wordt vervangen als volgt : «3 vijf jaar na de datum van inwerkingtreding van dit besluit voor de liften die in gebruik genomen werden tussen 1 april 1984 en 10 mei 1998.» Art. 6. In bijlage I bij ditzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1 In het eerste lid worden de woorden «indien de overeenkomstige risico s bestaan» door «indien dit nodig blijkt uit de resultaten van de risicoanalyse»; 2 in 2 worden de woorden «worden genomen vóór 1 januari 2008» vervangen door de woorden «of maatregelen die een evenwaardig veiligheidsniveau waarborgen, worden genomen voor 1 januari 2013»; 3 in 3 worden de woorden «1 januari 2013» vervangen door de woorden «1 januari 2018». Art. 7. In ditzelfde besluit wordt een artikel 15bis ingevoegd, luidende : «Art. 15bis. Artikel 281 van ditzelfde algemeen reglement wordt opgeheven.»

8 14360 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Art. 8. Un article 15ter, rédigé comme suit, est inséré dans le même arrêté : «Art. 15ter. Dans l article 281bis du même règlement général, les mots «la réception et les visites de contrôle prescrites par les articles 280 et 281 de ce règlement», sont remplacés par les mots «la réception et les visites de contrôles légalement prescrites». Les dispositions, autres que les dispositions précitées, qui renvoient, en ce qui concerne les inspections préventives ou les visites périodiques, à l application de l article 281 du RGPT, sont supposées renvoyer à l application de l article 6, 2, du présent arrêté.» Art. 9. Notre Ministre de l Emploi, chargée de la Protection de la Consommation, est chargée del exécution du présent arrêté. Donné àbruxelles, le 17 mars ALBERT Art. 8. In ditzelfde besluit wordt een artikel 15ter ingevoegd, luidende : «Art. 15ter. In artikel 281bis van ditzelfde algemeen reglement worden de woorden «de onderzoekingen bij de ontvangst en de controleonderzoekingen van de hefwerktuigen, voorgeschreven bij de artikelen 280 en 281», vervangen door de woorden «de wettelijke onderzoekingen en de controleonderzoekingen van de hefwerktuigen». Bepalingen, andere dan de hoger vernoemde bepalingen, die, wat de preventieve inspectie of de periodieke controles betreft, naar de toepassing van artikel 281 van het ARAB verwijzen, worden geacht te verwijzen naar de toepassing van artikel 6, 2, van dit besluit.» Art. 9. Onze Minister van Werk, belast met consumentenzaken, is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 17 maart ALBERT Par le Roi : La Ministre de l Emploi, chargée de la Protection de la Consommation, Mme F. VAN DEN BOSSCHE * Van Koningswege : De Minister van Werk, belast met Consumentenzaken, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE F SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE [C 2005/22306] N FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID [C 2005/22306] 7 MARS Arrêté royal relatif à la pension complémentaire des travailleurs indépendants et portant exécution de l article 234 de la loi-programme du 9 juillet 2004 ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi-programme du 9 juillet 2004, notamment l article 234; Vu l avis de l Inspecteur des Finances, donné le 28 octobre 2004; Vu l accord de Notre Ministre du Budget, donné le 23 décembre 2004; Vu l urgence; Considérant que le présent arrêté a pour but de valider les versements effectués en 2004 pour la pension complémentaire par les travailleurs indépendants à titre complémentaire, dont les cotisations dues dans le cadre du statut social sont au moins égales au minimum des cotisations versées par les travailleurs indépendants à titre principal; Considérant que les caisses d assurances sociales pour travailleurs indépendants commenceront dès le premier trimestre de 2005 à délivrer à leurs affiliés des attestations en vue de permettre la déductibilité fiscale des cotisations versées dans le cadre de la pension complémentaire; Considérant que ces caisses doivent être informées sans délai de l admission au régime de la pension complémentaire des travailleurs indépendants concernés; Vu l avis /3 du Conseil d Etat, donné le 12 janvier 2005, en application de l article 84, 1 er, alinéa 1 er,2, des lois coordonnées sur le Conseil d Etat, modifié par la loi du 2 avril 2003; Sur la proposition de Notre Ministre des Classes moyennes et de Notre Ministre des Pensions, et de l avis de Nos Ministres qui en ont délibéré en Conseil, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. L article 232 de la loi-programme du 9 juillet 2004 produit ses effets le 1 er janvier MAART Koninklijk besluit met betrekking tot het aanvullend pensioen voor zelfstandigen en houdende uitvoering van artikel 234 van de programmawet van 9 juli 2004 ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de programmawet van 9 juli 2004, inzonderheid op artikel 234; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 oktober 2004; Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 23 december 2004; Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Overwegende dat dit besluit tot doel heeft de stortingen voor het aanvullend pensioen die in 2004 gedaan werden door zelfstandigen in bijberoep wier verschuldigde bijdragen in het kader van het sociaal statuut ten minste gelijk zijn aan de minimumbijdragen gestort door de zelfstandigen in hoofdberoep, te valideren; Overwegende dat de sociale verzekeringsfondsen voor zelfstandigen tijdens het eerste kwartaal van 2005 zullen beginnen hun aangeslotenen attesten af te leveren teneinde de fiscale aftrekbaarheid van de bijdragen die in het kader van het aanvullend pensioen werden gestort, mogelijk te maken; Overwegende dat deze fondsen onverwijld moeten worden verwittigd van de toelating van de betrokken zelfstandigen tot het stelsel van het aanvullend pensioen; Gelet op het advies /3 van de Raad van State, gegeven op 12 januari 2005, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gewijzigd bij de wet van 2 april 2003; Op de voordracht van Onze Minister van Middenstand en Onze Minister van Pensioenen, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Artikel 232 van de programmawet van 9 juli 2004 heeft uitwerking op 1 januari 2004.

9 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Art. 2. Notre Ministre des Classes moyennes et Notre Ministre des Pensions sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l exécution du présent arrêté. Donné àbruxelles, le 7 mars ALBERT Par le Roi : La Ministre des Classes moyennes, Mme S. LARUELLE Le Ministre des Pensions, B. TOBBACK Art. 2. Onze Minister van Middenstand en Onze Minister van Pensioenen zijn, ieder wat hem (haar) betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 7 maart ALBERT Van Koningswege : De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLE De Minister van Pensioenen, B. TOBBACK * SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE F [C 2005/09238] 10 MARS Arrêté ministériel portant prolongation des réserves de recrutement des sélections d assesseur réinsertion sociale et d assesseur exécution des peines auprès des commissions de libération conditionnelle FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE N [C 2005/09238] 10 MAART Ministerieel besluit tot verlenging van de wervingsreserves van de wervingsexamens van assessor sociale reïntegratie en assessor strafuitvoering bij de commissies voor de voorwaardelijke invrijheidstelling La Ministre de la Justice, De Minister van Justitie, Vu l article 107 de la Constitution; Vu la loi du 5 mars 1998 relative à la libération conditionnelle et modifiant la loi du 9 avril 1930 de défense sociale à l égard des anormaux et des délinquants d habitude, remplacée par la loi du 1 er juillet 1964 modifiée par les lois des 7 mai 1999 et 28 novembre 2000; Vu la loi du 18 mars 1998 instituant les commissions de libération conditionnelle modifiée par les lois des 29 avril 1999 et 10 avril 2003; Vu l arrêté royal du 10 août 1998 fixant la procédure de désignation et d évaluation des assesseurs et de leurs suppléants au sein des commissions de libération conditionnelle, modifié par les arrêté royaux du 20 février 2004 et 2 mars 2005, notamment l article 8, deuxième alinéa; Vu les lois sur le Conseil d Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, notamment l article 3, 1 er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et modifié par la loi du 4 août 1996; Vu l urgence; Considérant qu aux termes de l article 8 de l arrêté royal du 10 août 1998 fixant la procédure de désignation et d évaluation des assesseurs et de leurs suppléants au sein des commissions de libération conditionnelle, la durée de validité des réserves de recrutement des sélections d assesseur en matière de réinsertion sociale et d assesseur en matière d exécution des peines est fixée à cinq ans ; que le Ministre de la Justice peut prolonger la réserve à deux reprises pour une durée maximale d un an; Considérant que les réserves de recrutement dont les procès-verbaux ont été établis les 14 septembre 1999 et 14 octobre 1999 sont arrivées à échéance les 13 septembre 2004 et 13 octobre 2004; Considérant que pour garantir la continuité du fonctionnement des commissions de libération conditionnelle, il est indispensable, en attendant la constitution d une nouvelle réserve de recrutement, que les réserves de recrutement expirées puissent être prolongées; Gelet op het artikel 107 van de Grondwet; Gelet op de wet van 5 maart 1998 betreffende de voorwaardelijke invrijheidstelling en tot wijziging van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen door de wet van 1 juli 1964, gewijzigd bij wetten van 7 mei 1999 en 28 november 2000; Gelet op de wet van 18 maart 1998 tot instelling van de commissies voor de voorwaardelijke invrijheidstelling, gewijzigd bij wetten van 29 april 1999 en 10 april 2003; Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 betreffende de aanwijzingsprocedure en de evaluatie van de assessoren en hun plaatsvervangers in de commissies voor de voorwaardelijke invrijheidstelling, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 20 februari 2004 en 2 maart 2005, inzonderheid artikel 8, tweede lid; Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; Gelet op de hoogdringendheid; Overwegende dat overeenkomstig artikel 8 van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 betreffende de aanwijzingsprocedure en de evaluatie van de assessoren en hun plaatsvervangers in de commissies voor de voorwaardelijke invrijheidstelling de wervingsreserves van de wervingsexamens van assessor sociale reïntegratie en assessor strafuitvoering geldig zijn voor een periode van vijf jaar; dat de Minister van Justitie de reserve twee maal mag verlengen voor een maximale duur van één jaar; Overwegende dat de wervingsreserves waarvan de processenverbaal afgesloten werden op 14 september 1999 en op 14 oktober 1999 verstreken zijn op 13 september 2004 en op 13 oktober 2004; Overwegende dat met het oog op het verzekeren van de continuïteit van de werking van de commissies voor de voorwaardelijke invrijheidstelling het onontbeerlijk is dat, in afwachting van de samenstelling van een nieuwe wervingsreserve, de verstreken wervingsreserves verlengd worden;

10 14362 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Considérant que ceci est extrêmement urgent car comme qu il n existe plus aucune réserve de recrutement, il n est plus possible en cas de démission d un assesseur de procéder à la désignation d un nouvel assesseur, ce qui compromettrait gravement le fonctionnement des commissions de libération conditionnelle, Overwegende dat dit hoogdringend is nu er geen wervingsreserve meer bestaat zodat in geval van ontslag van een assessor niet langer meer kan worden overgegaan tot de aanwijzing van een nieuwe assessor, waardoor de werking van de commissies voor de voorwaardelijke invrijheidstelling ernstig in het gevaar zou worden gebracht, Arrête : Article 1 er. En application de l article 8 de l arrêté royal du 10 février 1998 fixant la procédurededésignation et d évaluation des assesseurs et de leurs suppléants au sein des commissions de libération conditionnelle, modifié par les arrêté royaux du 20 février 2004 et 2 mars 2005, la durée de validité des réserves de recrutement des sélections d assesseur en matière de réinsertion sociale et d assesseur en matière d exécution des peines dont les procès-verbaux ont été établis le 14 septembre 1999 est prolongée pour une période d un an à partir du 14 septembre Art. 2. En application de l article 8 de l arrêté royal du 10 février 1998 fixant la procédurededésignation et d évaluation des assesseurs et de leurs suppléants au sein des commissions de libération conditionnelle, modifié par les arrêté royaux du 20 février 2004 et 2 maart 2005, la durée de validité des réserves de recrutement des sélections d assesseur en matière de réinsertion sociale et d assesseur en matière d exécution des peines dont les procès-verbaux ont été établis le 14 octobre 1999 est prolongée pour une période d un an à partir du 14 octobre Bruxelles, le 10 mars Mme L. ONKELINX * Besluit : Artikel 1. In toepassing van artikel 8 van het koninklijk besluit van 10 februari 1998 betreffende de aanwijzingsprocedure en de evaluatie van de assessoren en hun plaatsvervangers in de commissies voor de voorwaardelijke invrijheidstelling, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 20 februari 2004 en 2 maart 2005, wordt de geldigheidsduur van de wervingsreserves van de wervingsexamens van assessor sociale reïntegratie en assessor strafuitvoering waarvan de processen-verbaal afgesloten werden op 14 september 1999 verlengd voor een periode van één jaar, met ingang vanaf 14 september Art. 2. In toepassing van artikel 8 van het koninklijk besluit van 10 februari 1998 betreffende de aanwijzingsprocedure en de evaluatie van de assessoren en hun plaatsvervangers in de commissies voor de voorwaardelijke invrijheidstelling, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 20 februari 2004 en 2 maart 2005, wordt de geldigheidsduur van de wervingsreserves van de vergelijkende wervingsexamens van assessor sociale reïntegratie en assessor strafuitvoering waarvan de processenverbaal afgesloten werden op 14 oktober 1999 verlengd voor een periode van één jaar, met ingang vanaf 14 oktober Brussel, 10 maart Mevr. L. ONKELINX SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE F [C 2005/09237] 15 MARS Arrêté ministériel modifiant l arrêté ministériel du 18 janvier 2005 déterminant l équipement et le matériel mis à la disposition des agents de sécurité du corps de sécurité, des agents pénitentiaires et infirmiers du Service public fédéral Justice FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE N [C 2005/09237] 15 MAART Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 18 januari 2005 bepalende de uitrusting en het materiaal dat ter beschikking wordt gesteld van de veiligheidsbeambten van het veiligheidskorps, van de penitentiaire beambten en van de verplegers van de Federale Overheidsdienst Justitie La Ministre de la Justice, Le Ministre du Budget, Vu l arrêté royal du 18 janvier 2005 déterminant l équipement et le matériel mis à la disposition des agents de sécurité du corps de sécurité, des agents pénitentiaires et des infirmiers de la Direction générale Exécution des Peines et Mesures du Service public fédéral Justice; Vu l arrêté royal du 26 mars 1965 portant réglementation générale des indemnités et allocations quelconques accordées au personnel des services publics fédéraux; Vu l article 2, 7, del arrêté royal du 14 mai 1971 portant instructions spéciales applicables aux agents des services extérieurs de la Direction générale Exécution des Peines et Mesures; Vu l arrêté ministériel du 18 janvier 2005 déterminant l équipement et le matériel mis à la disposition des agents de sécurité du corps de sécurité, des agents pénitentiaires et infirmiers du Service public fédéral Justice; Vu l avis de l Inspecteur des Finances, donné le 9 juin 2004; Vu l accord de Notre Ministre du Budget, donné le 24 septembre 2004; Vu l accord de Notre Ministre de la Fonction publique, donné le 2 septembre 2004, Arrête : Article 1 er. L article 2, a) de l arrêté ministériel du 18 janvier 2005 déterminant l équipement et le matériel mis à la disposition des agents de sécurité du corps de sécurité, des agents pénitentiaires et infirmiers du Service public fédéral Justice est compléte comme suit : «1. Pull-over Insignes....2 De Minister van Justitie, De Minister van Begroting, Gelet op het koninklijk besluit van 18 januari 2005 bepalende de uitrusting en het materiaal dat ter beschikking gesteld wordt van de veiligheidsbeambten van het veiligheidskorps, van de penitentiair beambten en verplegers van het Directoraat-generaal Uitvoering van Straffen en Maatregelen van de Federale Overheidsdienst Justitie; Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan personeel van de ministeries; Gelet op artikel 2, 7, van het koninklijk besluit van 14 mei 1971 zijnde de bijzondere instructie van toepassing op de personeelsleden van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Uitvoering van Straffen en Maatregelen; Gelet op het ministerieel besluit van 18 januari 2005 bepalende de uitrusting en het materiaal dat ter beschikking gesteld wordt van de veiligheidsbeambten van het veiligheidskorps, de penitentiaire beambten en verplegers van de Federale Overheidsdienst Justitie; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 juni 2004; Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 24 september 2004; Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 2 september 2004, Besluit : Artikel 1. Artikel 2, a) van het ministerieel besluit van 18 januari 2005 bepalende de uitrusting en het materiaal dat ter beschikking gesteld wordt van de veiligheidsbeambten van het veiligheidskorps, de penitentiaire beambten en verplegers van de Federale Overheidsdienst Justitie wordt aangevuld als volgt : «1. Pull-over Schouderkenteken... 2

11 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Costume d hiver ou blouson et 2 pantalons supplémentaires Costume d été ou blouson et 2 pantalons supplémentaires Pardessus ou imperméable ou parka ou blouson Chemises bleues ou blanches (manches courtes ou longues) Cravate Paire de chaussures (basses) Paire de chaussettes... 3» Art. 2. Le présent arrêté produit ses effets le 1 er janvier Bruxelles, le 15 mars La Ministre de la Justice, Mme L. ONKELINX Le Ministre du Budget, J. VANDE LANOTTE 3. Winterpak of blouson en 2 bijkomende broeken Zomerpak of blouson en 2 bijkomende broeken Overjas of regenmantel of parka of blouson Blauwe of witte hemden (korte of lange mouwen) Das Paar schoenen (laag) Paar sokken... 3» Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari Brussel, 15 maart De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP N [C 2005/35355] 25 FEBRUARI Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2001 tot regeling van de subsidiëring van de diensten voor logistieke hulp en aanvullende thuiszorg De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 5, 1, II, 1 ; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2001 tot regeling van de subsidiëring van de diensten voor logistieke hulp en aanvullende thuiszorg, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 10 juli 2001, 15 maart 2002, 21 juni 2002 en 12 december 2003; Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 18 januari 2005; Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Overwegende dat de diensten voor logistieke hulp en aanvullende thuiszorg die niet voldoende scoren op de resultaatsindicatoren, subsidies moeten kunnen krijgen vanaf het werkjaar 2004; Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. In artikel 8 paragraaf 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2001 tot regeling van de subsidiëring van de diensten voor logistieke hulp en aanvullende thuiszorg, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2002, worden de woorden «vanaf 1 januari 2002» vervangen door de woorden «vanaf 1 januari 2002 tot en met 31 december 2003». Art. 2. Artikel 14 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2001 tot regeling van de subsidiëring van de diensten voor logistieke hulp en aanvullende thuiszorg wordt vervangen door wat volgt : «Art Als een dienst voor logistieke hulp en aanvullende thuiszorg de in artikel 13, 1, 1, vermelde 95 % niet haalt, dan wordt het deel van de subsidie-enveloppe dat gebaseerd is op artikel 6, 1, 1, artikel 7, 1, 1, artikel 8, 1, 1, artikel 8, 4, 1, en artikel 11, 2, 1, verminderd met : 1 5 % als de dienst een percentage haalt dat lager is dan 95 % en hoger dan of gelijk aan 90 %;

12 14364 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 2 10 % als de dienst een percentage haalt dat lager is dan 90 % en hoger dan of gelijk aan 85 %; 3 (100 % - het behaalde percentage) als de dienst een percentage haalt dat lager is dan 85 %. 2. Als een dienst voor logistieke hulp en aanvullende thuiszorg de in artikel 13, 1, 2, vermelde 90 % niet haalt, dan wordt het deel van de subsidie-enveloppe dat gebaseerd is op artikel 6, 1, 2, 3 en 4, artikel 7, 1, 2, 3 en 4, artikel 8, 1, 2, 3 en 4, artikel 8, 4, 2, 3 en 4, en artikel 11, 2, 2, 3 en 4, verminderd met : 1 5 % als de dienst een percentage haalt dat lager is dan 90 % en hoger dan of gelijk aan 85 %; 2 10 % als de dienst een percentage haalt dat lager is dan 85 % en hoger dan of gelijk aan 80 %; 3 (100 % - het behaalde percentage) als de dienst een percentage haalt dat lager is dan 80 %.» Art. 3. De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 25 februari De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, I. VERVOTTE TRADUCTION MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE F [C 2005/35355] 25 FEVRIER Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l arrêté du Gouvernement flamand du 10 juillet 2001 réglant le subventionnement des services d aide logistique et de soins à domicile complémentaires Le Gouvernement flamand, Vu la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, notamment l article 5, 1 er, II, 1 ; Vu l arrêté du Gouvernement flamand du 10 juillet 2001 réglant le subventionnement des services d aide logistique et de soins à domicile complémentaires, modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 10 juillet 2001, 15 mars 2002, 21 juin 2002 et 12 décembre 2003; Vu l accord du Ministre flamand chargé du Budget, donné le 18 janvier 2005; Vu les lois sur le Conseil d Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, notamment l article 3, 1 er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et modifié par la loi du 4 août 1996; Vu l urgence; Considérant que les services d aide logistique et de soins à domicile complémentaires ayant un score insuffisant selon les indicateurs de résultats, doivent pouvoir recevoir des subventions dès l exercice 2004; Sur la proposition de la Ministre flamande du Bien-être, de la Santé publique et de la Famille; Après délibération, Arrête : Article 1 er. Al article 8, paragraphe 1 er de l arrêté du Gouvernement flamand du 10 juillet 2001 réglant le subventionnement des services d aide logistique et de soins à domicile complémentaires, modifié par l arrêté du Gouvernement flamand du 21 juin 2002, les mots «àpartir du 1 er janvier 2002» sont remplacés par les mots «àpartir du 1 er janvier 2002 jusqu au 31 décembre 2003 inclus». Art. 2. L article 14 de l arrêté du Gouvernement flamand du 10 juillet 2001 réglant le subventionnement des services d aide logistique et de soins à domicile complémentaires est remplacé par ce qui suit : «Art er. Si un service d aide logistique et de soins à domicile complémentaires n obtient pas les 95 % visés à l article 13, 1 er,1, la partie de l enveloppe de subventions basée sur l article 6, 1 er,1, l article 7, 1 er,1, l article 8, 1 er,1, l article 8, 4, 1, etl article 11, 2, 1, est réduite de : 1 5 % si le service obtient un pourcentage inférieur à 95%etsupérieur ou égal à 90 %; 2 10 % si le service obtient un pourcentage inférieur à 90%etsupérieur ou égal à 85 %; 3 (100%-lepourcentage obtenu) si le service obtient un pourcentage inférieur à 85 %. 2. Si un service d aide logistique et de soins à domicile complémentaires n obtient pas les 90 % visés à l article 13, 1 er,2, la partie de l enveloppe de subventions basée sur l article 6, 1 er,2, 3 et 4, l article 7, 1 er,2, 3 et 4, l article 8, 1 er,2, 3 et 4, l article 8, 4, 2, 3 et 4, etl article 11, 2, 2, 3 et 4, est réduite de : 1 5 % si le service obtient un pourcentage inférieur à 90%etsupérieur ou égal à 85 %;

13 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD % si le service obtient un pourcentage inférieur à 85%etsupérieur ou égal à 80 %; 3 (100%-lepourcentage obtenu) si le service obtient un pourcentage inférieur à 80 %.» Art. 3. Le Ministre flamand qui a l Assistance aux personnes dans ses attributions est chargé de l exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 25 février Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, Y. LETERME La Ministre flamande du Bien-être, de la Santé publique et de la Famille, I. VERVOTTE * MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP N [C 2005/35354] 11 MAART Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 september 2001 houdende de erkenning, de registratie en de machtiging, en houdende de aansluiting, de aanvraag en de tenlasteneming in het kader van de zorgverzekering De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering, gewijzigd bij de decreten van 22 december 1999, 8 december 2000, 18 mei 2001, 20 december 2002 en 30 april 2004; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 28 september 2001 houdende de erkenning, de registratie en de machtiging, en houdende de aansluiting, de aanvraag en de tenlasteneming in het kader van de zorgverzekering, zoals gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 14 december 2001, 25 oktober 2002, 13 december 2002, 9 mei 2003, 14 november 2003, 2 april 2004 en 22 oktober 2004; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 1 maart 2005; Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Overwegende dat de mogelijkheid tot bezwaar tegen alle beslissingen na controle vanaf 1 januari 2005 mogelijk moet worden gemaakt, gelet op algemeen geldende termijn waarbinnen een bezwaar mogelijk is, en gelet op de rechtszekerheid die in dit verband dringend aan de burgers en de zorgkassen moet worden geboden; Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. In artikel 37, 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 september 2001 houdende de erkenning, de registratie en de machtiging, en houdende de aansluiting, de aanvraag en de tenlasteneming in het kader van de zorgverzekering, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 2004, wordt het derde lid vervangen door wat volgt : «De zorgkas neemt een beslissing op basis van de in het eerste lid bedoelde indicatiestelling. De bepalingen van artikel 28, 3, en van artikel 30 zijn van overeenkomstige toepassing. De zorgkas deelt haar beslissing onmiddellijk mee aan de gebruiker of zijn vertegenwoordiger. De gebruiker of zijn vertegenwoordiger kan tegen de beslissing een bezwaar bij het Fonds indienen overeenkomstig de bepalingen van afdeling XI.» Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari Art. 3. De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan personen, is gelast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 11 maart De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, I. VERVOTTE TRADUCTION MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE F [C 2005/35354] 11 MARS Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l arrêté du Gouvernement flamand du 28 septembre 2001 concernant l agrément, l enregistrement, le mandat, l affiliation, la demande et la prise en charge dans le cadre de l assurance soins Le Gouvernement flamand, Vu le décret du 30 mars 1999 portant organisation de l assurance soins, modifié par les décrets des 22 décembre 1999, 8 décembre 2000, 18 mai 2001, 20 décembre 2002 et 30 avril 2004;

14 14366 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Vu l arrêté du Gouvernement flamand du 28 septembre 2001 concernant l agrément, l enregistrement, le mandat, l affiliation, la demande et la prise en charge dans le cadre de l assurance soins, tel que modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 14 décembre 2001, 25 octobre 2002, 13 décembre 2002, 9 mai 2003, 14 novembre 2003 et 2 avril 2004 et 22 octobre 2004; Vu l avis de l Inspection des Finances, donné le 1 er mars 2005; Vu les lois sur le Conseil d Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, notamment l article 3, 1 er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et modifié par la loi du 4 août 1996; Vu l urgence; Considérant que la possibilité de recours contre toutes les décisions doit être disponible après contrôle dès le 1 er janvier 2005, vu le délai général en vigueur dans lequel un recours est possible, et vu que la sécurité juridique des citoyens et des caisses d assurance soins doit être assurée sans tarder; Sur la proposition de la Ministre flamande du Bien-être, de la Santé publique et de la Famille; Après délibération, Arrête : Article 1 er. Dans l article 37, 1 er,del arrêté du Gouvernement flamand du 28 septembre 2001 concernant l agrément, l enregistrement, le mandat, l affiliation, la demande et la prise en charge dans le cadre de l assurance soins, modifié par l arrêté du Gouvernement flamand du 2 avril 2004,le troisième alinéa est remplacé par la disposition suivante : «La caisse d assurance soins statue sur la base de l indication visée à l alinéa premier. Les dispositions de l article 28, 3etdel article 30, s appliquent par analogie. La caisse d assurance soins notifie sadécision immédiatement à l usager ou son représentant. L usager ou son représentant peut présenter auprès du Fonds une réclamation contre la décision, conformément aux dispositions de la section XI.» Art. 2. Le présent arrêté produit ses effets le 1 er janvier Art. 3. Le Ministre flamand qui a l Assistance aux personnes dans ses attributions est chargé de l exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 11 mars Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, Y. LETERME La Ministre flamande du Bien-être, de la Santé publique et de la Famille, I. VERVOTTE COMMUNAUTE FRANÇAISE FRANSE GEMEENSCHAP F MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE [2005/200733] 21 JANVIER Arrêté du Gouvernement de la Communauté française modifiant l arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 19 mai 2004 fixant la liste des masters complémentaires du secteur de la santé Le Gouvernement de la Communauté française, Vu le décret du 31 mars 2004 définissant l enseignement supérieur, favorisant son intégration à l espace européen de l enseignement supérieur et refinançant les universités, notamment ses articles 18 et 33; Vu l arrêté royal du 6 juin 1960 relatif à la fabrication, à la préparation et à la distribution en gros des médicaments et à leur dispensation, notamment son article 12; Vu l arrêté royal n o 78 du 10 novembre 1967 relatif à l exercice des professions des soins de santé; Vu l arrêté royal du 21 avril 1983 fixant les modalités de l agréation des médecins spécialistes et des médecins généralistes; Vu l arrêté royal du 25 novembre 1991 établissant la liste des titres professionnels particuliers réservés aux praticiens de l art médical, en ce compris l art dentaire; Vu l arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 19 mai 2004 fixant la liste des masters complémentaires du secteur de la santé; Vu l arrêté ministériel du 3 septembre 1984 fixant les critères d habilitation et d agréation d agrément des pharmaciens appelés à effectuer des prestations de biologie clinique et d agréation des maîtres de stage et des services de stage pour la spécialité de biologie clinique; Vu l arrêté ministériel du 11 juin 2003 fixant les critères d agrément du titre professionnel particulier de pharmacien hospitalier; Vu l avis collégial des recteurs du 16 septembre 2004 et l avis du Conseil interuniversitaire de la Communauté française du 6 octobre 2004; Vu l avis de l Inspection des Finances, donné le 14 octobre 2004;

15 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Vu la concertation préalable du 19 novembre 2004 avec les organisations représentatives des étudiants organisée conformément à l article 32 du décret du 12 juin 2003 définissant et organisant la participation des étudiants au sein des institutions universitaires et instaurant la participation des étudiants au niveau communautaire; Vu l avis n o /2 du Conseil d Etat, donné le 22 décembre 2004 en application de l article 84, 1 er, alinéa 1 er, 1 o des lois coordonnées sur le Conseil d Etat. Sur la proposition de la Ministre de l Enseignement supérieur, de la Recherche scientifique et des Relations internationales; Après délibération, Arrête : Article 1 er. Al annexe de l arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 19 mai 2004 fixant la liste des masters complémentaires du secteur de la santé, il est apporté la modification suivante : 1 o Le domaine sciences pharmaceutiques est ajouté àla liste à la suite du domaine sciences vétérinaires ; 2 o Il comprend les intitulés suivants : MC en biologie clinique; MC en pharmacie d industrie; MC en pharmacie hospitalière. Art. 2. Le présent arrêté produit ses effets à partir de l année académique Art. 3. La Ministre qui a l Enseignement supérieur, de la Recherche scientifique et des Relations internationales dans ses attributions est chargée del exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 21 janvier Pour le Gouvernement de la Communauté française : La Ministre de l Enseignement supérieur, de la Recherche scientifique et des Relations internationales, Mme M.-D. SIMONET VERTALING MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP N [2005/200733] 21 JANUARI Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 19 mei 2004 tot vaststelling van de lijst van bijkomende masters in de gezondheidssector De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 31 maart 2004 betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten, inzonderheid op de artikelen 18 en 33; Gelet op het koninklijk besluit van 6 juni 1960 betreffende de fabricage, de bereiding en de distributie in het groot en de terhandstelling van geneesmiddelen, inzonderheid op artikel 12; Gelet op het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen; Gelet op het koninklijk besluit van 21 april 1983 tot vaststelling van de nadere regels voor de erkenning van geneesheren-specialisten en van huisartsen; Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde, met inbegrip van de tandheelkunde; Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 19 mei 2004 tot vaststelling van de lijst van bijkomende masters in de gezondheidssector; Gelet op het ministerieel besluit van 3 september 1984 tot vaststelling van de criteria voor de machtiging en de erkenning van apothekers die bevoegd zijn om verstrekkingen te verrichten die tot de klinische biologie behoren en de erkenning van stagemeesters en stagediensten voor de specialiteit klinische biologie; Gelet op het ministerieel besluit van 11 juni 2003 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker; Gelet op het collegiaal advies van de rectoren van 16 september 2004 en het advies van de Interuniversitaire Raad van de Franse Gemeenschap van 6 oktober 2004; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 oktober 2004; Gelet op het voorafgaande overleg van 19 november 2004 met de representatieve studentenorganisaties overeenkomstig artikel 32 van het decreet van 12 juni 2003 tot bepaling en organisatie van de deelneming van de studenten binnen de universitaire instellingen en tot instelling van de deelneming van de studenten op gemeenschapsniveau;

16 14368 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Gelet op het advies nr /2 van de Raad van State, gegeven op 22 december 2004 bij toepassing van artikel 84, 1, 1 e lid, 1 o, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State. Op de voordracht van de Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. In de bijlage van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 19 mei 2004 tot vaststelling van de lijst van bijkomende masters in de gezondheidssector, wordt de volgende wijziging aangebracht : 1 o Het domein farmaceutische wetenschappen wordt toegevoegd aan de lijst na het domein diergeneeskundige wetenschappen ; 2 o Het omvat de volgende opschriften : BM in de klinische biologie; BM in de industriële farmacie; BM in de ziekenhuisfarmacie. Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van het academiejaar Art. 3. De Minister tot wier bevoegdheid het Hoger Onderwijs, het Wetenschappelijk Onderzoek en de Internationale Betrekkingen behoren, wordt belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 21 januari Voor de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET REGION WALLONNE WALLONISCHE REGION WAALS GEWEST MINISTERE DE LA REGION WALLONNE F [2005/200874] 17 MARS Arrêté du Gouvernement wallon autorisant la Société wallonne du Logement à contracter, sous la garantie de la Région wallonne, un emprunt d un montant de euros, pour le financement de ses programmes d investissements Le Gouvernement wallon, Vu le décret du 29 octobre 1998 instituant le Code wallon du Logement; Vu le décret du 22 décembre 2004 contenant le budget général des dépenses de la Région wallonne pour l année budgétaire 2005, notamment l article 79; Vu l arrêté du Gouvernement wallon du 25 février 1999 établissant les conditions d octroi de l intervention de la Région dans le financement des programmes de création de nouveaux logements par les sociétés de service public; Vu l avis de l Inspection des Finances, donné le 9 mars 2005; Vu l accord du Ministre du Budget, donné le 17 mars 2005; Considérant que la Société wallonne du Logement et les sociétés agréées par elles doivent être en mesure d assurer leur objet social sans délai, Arrête : Article 1 er. La Région wallonne autorise, sous sa garantie de bonne fin, la Société wallonne du Logement à recourir aux marchés des capitaux, pour un montant maximum de euros et ce en vue d assurer le financement du programme 2004 de création de nouveaux logements sociaux par les sociétés de logement de service public. La Région wallonne accorde sa garantie de bonne fin aux produits dérivés utilisés dans le cadre de la couverture du risque de taux sur le sous-jacent de euros. Art. 2. L emprunt peut être émis par tranches. Chaque demande de levée est accompagnée d un échéancier prévisionnel justifiant le besoin de trésorerie. Art. 3. Le Ministre du Budget est associé àtous les stades de la procédure, conformément au protocole de collaboration entre les départements financiers de la Société wallonne du Logement et la Région wallonne, en matière de financement de la Société wallonne du Logement, du 11 décembre Cette procédure nécessite notamment l analyse des dossiers par l Administration régionale de la Trésorerie. Art. 4. Le conseil d administration de la Société wallonne du Logement peut décider du recours aux produits dérivés, notamment les swaps et options sur taux, dans un but de couverture uniquement. Cette décision devra se baser sur l avis d un Comité ALM (Asset Liabiliaty Management). Le Ministre du Budget sera informé de ce recours aux produits dérivés, conformément au protocole de collaboration financière. Art. 5. L Inspection des Finances sera insérée dans le circuit de reporting concernant la levée des emprunts et les techniques de couvertures des risques financiers. Art. 6. Le Gouvernement charge le Ministre du Budget de signer la documentation contractuelle relative à ce financement au nom de la Région wallonne.

17 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Art. 7. Le Ministre du Budget ainsi que le Ministre du Logement sont chargés, chacun pour ce qui le concerne, de l exécution du présent arrêté. Namur, le 17 mars Le Ministre-Président, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE Le Ministre du Logement, des Transports et du Développement territorial, A. ANTOINE Le Ministre du Budget, des Finances, de l Equipement et du Patrimoine, M. DAERDEN ÜBERSETZUNG MINISTERIUM DER WALLONISCHEN REGION D [2005/200874] 17. MÄRZ 2005 Erlass der Wallonischen Regierung, durch den die Société wallonne du Logement (Wallonische Wohnungsbaugesellschaft) ermächtigt wird, eine Anleihe in Höhe von Euro mit der Bürgschaft der Wallonischen Region zur Finanzierung ihrer Investitionsprogramme aufzunehmen Die Wallonische Regierung, Aufgrund des Dekrets vom 29. Oktober 1998 zur Einführung des Wallonischen Wohngesetzbuches; Aufgrund des Dekrets vom 22. Dezember 2004 zur Festlegung des allgemeinen Ausgabenhaushaltsplanes der Wallonischen Region für das Haushaltsjahr 2005, insbesondere des Artikels 79; Aufgrund des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 25. Februar 1999 zur Festsetzung der Bedingungen für die Beteiligung der Region an der Finanzierung der Programme für die Schaffung neuer Sozialwohnungen durch Wohnungsbaugesellschaften öffentlichen Dienstes; Aufgrund des am 9. März 2005 abgegebenen Gutachtens der Finanzinspektion; Aufgrund des am 17. März 2005 gegebenen Einverständnisses des Ministers des Haushalts; In der Erwägung, dass die Société wallonne du Logement und die von ihr zugelassenen Gesellschaften imstande sein müssen, unverzüglich ihre soziale Aufgabe zu erfüllen, Beschließt: Artikel 1 - Mit ihrer Ausfallbürgschaft erlaubt die Wallonische Region der Société wallonne du Logement für einen Höchstbetrag von Euro die Kapitalmärkte in Anspruch zu nehmen, zur Finanzierung des Programms 2004 zum Bau von neuen, durch die Wohnungsbaugesellschaften öffentlichen Dienstes verwalteten Sozialwohnungen. Die Wallonische Region gewährt ihre Ausfallbürgschaft für die Derivate, die im Rahmen der Deckung des Risikos einer Schwankung der Zinsen in Bezug auf den Basiswert von Euro verwendet werden. Art.2-Die Anleihe kann in Teilbeträgen ausgegeben werden. Jedem Aufnahmeantrag ist ein Fälligkeitsplan zur Begründung des Finanzbedarfs beizufügen. Art.3-Der Minister des Haushalts wird gemäß dem Zusammenarbeitsprotokoll zwischen den Finanzabteilungen der Société wallonne du Logement und der Wallonischen Region in Sachen Finanzierung der Société wallonne du Logement vom 11. Dezember 2003 an jedem Abschnitt des Verfahrens beteiligt. Zu diesem Verfahren gehört die Überprüfung der Akten durch die regionale Finanzverwaltung. Art.4-Der Verwaltungsrat der Société wallonne du Logement kann über die Inanspruchnahme der Derivate, insbesondere der Swaps und der Optionen auf Zinsen entscheiden, dies ausschließlich im Hinblick auf die Risikodeckung. Diese Entscheidung wird auf das Gutachten eines ALM-Ausschusses (Asset Liability Management) begründet sein müssen. Der Minister des Haushalts wird über diese Inanspruchnahme der Derivate gemäß dem finanziellen Zusammenarbeitsprotokoll informiert werden. Art.5-Die Finanzinspektion wird in das Reporting bezüglich der Kreditaufnahme und der Techniken zur Deckung der Finanzrisiken integriert. Art.6-Die Regierung beauftragt den Minister des Haushalts, die vertraglichen Unterlagen bezüglich dieser Finanzierung im Namen der Wallonischen Region zu unterzeichnen. Art.7-Der Minister des Haushalts und der Minister des Wohnungswesens werden in ihrem jeweiligen Zuständigkeitsbereich mit der Durchführung des vorliegenden Erlasses beauftragt. Namur, den 17. März 2005 Der Minister-Präsident, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE Der Minister des Wohnungswesens, des Transportwesens und der räumlichen Entwicklung, A. ANTOINE Der Minister des Haushalts, der Finanzen, der Ausrüstung und des Erbes, M. DAERDEN

18 14370 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST N [2005/200874] 17 MAART Besluit van de Waalse Regering waarbij de Société wallonne du Logement (Waalse Huisvestingsmaatschappij) ertoe gemachtigd wordt een lening van euro onder garantie van het Waalse Gewest aan te gaan voor de financiering van haar investeringsprogramma s De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 29 oktober 1998 tot invoering van de Waalse Huisvestingscode; Gelet op het decreet van 22 december 2004 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2005, inzonderheid op artikel 79; Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 25 februari 1999 waarbij de voorwaarden worden bepaald voor de toekenning door het Gewest van een tegemoetkoming in de financiering van de programma s voor het optrekken van nieuwe sociale woningen door openbare huisvestingsmaatschappijen; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 9 maart 2005; Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 17 maart 2005; Overwegende dat de Société wallonne du Logement en de door haar erkende maatschappijen onverwijld hun doel moeten kunnen bestendigen, Besluit : Artikel 1. De Société wallonne du Logement wordt door het Waalse Gewest en met zijn waarborg van honorering gemachtigd om tot maximum euro een beroep te doen op de kapitaalmarkt voor de financiering van het programma 2004 betreffende het optrekken van nieuwe sociale woningen door openbare huisvestingsmaatschappijen. Het Waalse Gewest verleent zijn waarborg van honorering aan de derivaten die gebruikt worden om het renterisico op het onderliggende actief van euro te dekken. Art. 2. De lening mag in tranches uitgegeven worden. Iedere opnameaanvraag gaat vergezeld van een tijdschema voor de betalingen waarbij het bewijs van de kasbehoefte wordt geleverd. Art. 3. De Minister van Begroting wordt bij alle stappen van de procedure betrokken overeenkomstig het samenwerkingsprotocol van 11 december 2003 tussen de financiële departementen van de Société wallonne du logement en van het Waalse Gewest inzake de financiering van de Société wallonne du Logement. Deze procedure vereist o.a. de analyse van de dossiers door de gewestelijke administratie van de Schatkist. Art. 4. De raad van bestuur van de Société wallonne du Logement kan beslissen dat derivaten, zoals swaps en rente-opties, uitsluitend als dekkingsmiddelen gebruikt mogen worden. Hij beslist op grond van het advies van een ALM-comité (Asset Liability Management). De Minister van Begroting wordt overeenkomstig het protocol van financiële samenwerking in kennis gesteld van het derivatengebruik. Art. 5. De Inspectie van Financiën wordt betrokken in het reportingcircuit betreffende de opname van de leningen en de technieken ter dekking van financiële risico s. Art. 6. De Regering gelast de Minister van Begroting de contractuele documenten betreffende die financiering namens het Waalse Gewest te ondertekenen. Art. 7. De Minister van Begroting en de Minister van Huisvesting zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. Namen, 17 maart De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE De Minister van Begroting, Financiën, Uitrusting en Patrimonium, M. DAERDEN REGION DE BRUXELLES-CAPITALE BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST MINISTERE DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE F [C 2005/31111] 18 MARS Arrêté ministériel établissant un programme de réduction de la pollution des eaux générée par certaines substances dangereuses Hydrocarbures Aromatiques Polycycliques (HAP) La Ministre de l Environnement, de la Politique de l Eau et de l Energie, Vu la Directive 76/464/CEE du Conseil des Communautés européennes du 4 mai 1976 concernant la pollution causée par certaines substances dangereuses dans le milieu aquatique de la Communauté; MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST N [C 2005/31111] 18 MAART Ministerieel besluit tot vastlegging van een programma voor de vermindering van watervervuiling veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke stoffen - Policyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK s) De Minister van Leefmilieu, Waterbeleid en Energie, Gelet op Richtlijn 76/464/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 4 mei 1976 inzake de vervuiling die veroorzaakt wordt door bepaalde gevaarlijke stoffen in het aquatisch milieu van de Gemeenschap worden geloosd;

19 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Vu la Directive 2000/60/CE du Parlement européen et du Conseil du 23 octobre 2000 établissant un cadre pour une politique communautaire dans le domaine de l eau; Vu la loi du 26 mars 1971 sur la protection des eaux de surface contre la pollution, notamment l article 3; Vu l arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 20 septembre 2001 relatif à la protection des eaux de surface contre la pollution causée par certaines substances dangereuses, notamment les articles 13 et 14; Vu le rapport de l Institut bruxellois pour la Gestion de l Environnement du 4 septembre 2002 sur les programmes de réduction de la pollution causée par les substances dangereuses de la liste II de la Directive 76/464/CEE; Vu l avis du Conseil de l Environnement, donné le 9 mars 2005; Considérant que la Commission estime que la Belgique est en infraction pour nonexécution d arrêt quant à la Directive 76/464/CEE alors que la Région de Bruxelles-Capitale a remis un rapport contenant le programme de réduction de la pollution causée par les substances dangereuses de la liste II de la Directive 76/464/CEE intitulé «Résultats du réseau de mesures 2001 Substances présentes dans les eaux de surface»; Considérant que la Commission exige que ce rapport revête la forme d un arrêté, Arrête : Article 1 er. Le programme de réduction des émissions d hydrocarbures polycycliques aromatiques (HAP), dénommés «6 de Borneff», est arrêté tel que défini en annexe du présent arrêté. Art. 2. Le programme de réduction vise à atteindre l objectif de qualité de 0,1 micro gramme par litre fixé pour les eaux de surface. Art. 3. Le programme de réduction est applicable à l ensemble du territoire de la Région de Bruxelles-Capitale dans les cinq années suivant la date de sa parution au Moniteur belge. Art. 4. Une évaluation du programme de réduction sera établie annuellement, la première évaluation étant effectuée au plus tard le 31 décembre Art. 5. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge. Bruxelles, le 18 mars Pour le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale : La Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargée del Environnement, de l Energie et de la Politique de l Eau, Mme E. HUYTEBROECK Gelet op Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 23 oktober 2000 tot vastlegging van een kader voor communautaire maatregel betreffende het waterbeleid; Gelet op de wet van 26 maart 1971 inzake de bescherming van de oppervlaktewateren tegen vervuiling, inzonderheid op artikel 3, Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 september 2001 inzake de bescherming van oppervlaktewateren tegen de vervuiling die veroorzaakt wordt door bepaalde gevaarlijke stoffen, inzonderheid op artikelen 13 en 14; Gelet op het rapport van het Brussels Instituut voor Milieubeheer van 4 september 2002 inzake de programma s voor vermindering van de verontreiniging veroorzaakt door de gevaarlijke stoffen van lijst II van Richtlijn 76/464/EEG; Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu gegeven op 9 maart 2005; Overwegende dat de Commissie van mening is dat België in overtreding is wegens het niet uitvoeren van besluiten voor wat betreft de Richtlijn 76/464/EEG terwijl het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een rapport heeft overhandigd betreffende programma voor de vermindering van watervervuiling veroorzaakt door de gevaarlijke stoffen van lijst II van Richtlijn 76/464/EEG met als titel «Resultaten van het geheel aan maatregelen 2001 Bestanddelen die aanwezig zijn in de oppervlaktewateren»; Overwegende dat de Commissie eist dat dit verslag de vorm van een besluit aanneemt, Besluit : Artikel 1. Het programma voor vermindering van uitstoot van polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK s), ook de «6 van Borneff» genoemd wordt goedgekeurd zoals bepaald in de bijlage van dit Besluit. Art. 2. Het programma voor vermindering beoogt het behalen van de kwaliteitsdoelstelling van 0,1 microgram per liter, vastgesteld voor oppervlaktewateren. Art. 3. Het programma voor vermindering is toepasbaar op het gehele grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest binnen de vijf jaar die volgen op de datum van de verschijning ervan in het Belgisch Staatsblad. Art. 4. Een evaluatie van het programma voor vermindering zal jaarlijks vastgesteld worden, een eerste evaluatie wordt ten laatste doorgevoerd op 31 december Art. 5. Dit besluit treedt in werking de dag van zijn verschijning in het Belgisch Staatsblad. Brussel, 18 maart Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK Annexe Programme de réduction de la pollution causée par les Hydrocarbures Aromatiques Polycycliques (6 de Borneff) dans les eaux de surface Le programme de réduction comprend les mesures suivantes : Action 1 Etude préalable de caractérisation du bilan des HAP en Région de Bruxelles-Capitale et recherche de mesures de réduction des HAP dans les eaux de surface. Délai d exécution : au plus tard deux ans à dater de la parution du présent arrêté au Moniteur belge. a) Recherche et synthèse bibliographique sur les HAP : caractéristiques et propriétés physiques et chimiques des HAP (volatilité, Ks,élimination naturelle,...); Bijlage Programma voor de vermindering van watervervuiling van het oppervlaktewater veroorzaakt door Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (6 van Borneff) Dit programma voor vermindering omvat de volgende maatregelen : Actie 1 Voorafgaande typeringsstudie van de balans aan PAK s in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en onderzoek naar de verminderingsmaatregelen voor PAK s in de oppervlaktewateren. Uitvoeringstermijn : ten laatste twee jaar, te tellen vanaf de verschijning van dit besluit in het Belgisch Staatsblad. a) Onderzoek en bibliografische synthese betreffende de PAK s : eigenschappen en fysische karakteristieken van PAK s (vluchtigheid, Ks, natuurlijke afbraak, );

20 14372 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD identification des sources majeures d émission (sources ponctuelles et diffuses); informations sur la biodégradation des HAP dans les sols, la colonne d eau et les sédiments; informations sur la génération des HAP par la biomasse épuratoire des sols, de la colonne d eau et des sédiments; recensement des éléments pertinents et exploitables pour la prise de mesures utiles à une diminution de leur présence dans le milieu aquatique. b) Etablissement du bilan des HAP en Région de Bruxelles-Capitale : identification et évaluation quantitative des sources d émissions et d apports dans l environnement en Région de Bruxelles-Capitale (entreprises, apports atmosphériques et hydrauliques provenant des autres Régions, contribution de la station d épuration sud et de la future station nord, pollution historique); établissement du lien entre les émissions et les mesures d immission; établissement du lien entre les concentrations en HAP dans la colonne d eau et dans les sédiments (pollution historique); établissement du lien entre les rejets directs dans l atmosphère et les retombées sur les milieux aquatiques. c) Rédaction d un projet de liste des mesures concrètes à prendre pour réduire les émissions de HAP et les modalités de mise en œuvre (BAT, produits de substitution envisagés, limitation ou suppression des pollutions ponctuelles par fermeture d entreprises ou assainissement de sites et de friches industrielles ). Action 2 Etablissement d une liste des mesures existantes ou envisagées sur le plan réglementaire et faisant référence aux HAP. Cette liste concernera notamment les mesures relatives à l assainissement des sites d activités économiques désaffectés en se basant sur des études de sols qui ont déjà été réalisées ou qui le seront prochainement, à l utilisation des goudrons pour les revêtements routiers, à l utilisation de produits dans la protection du bois (créosote) et dans la navigation, aux autorisations de déversement d eaux usées industrielles et au recours à des produits de substitution. Délai d exécution : au plus tard dans les deux ans à dater de la parution du présent arrêté au Moniteur belge. Action 3 Mise en place de campagnes d analyses des HAP dans les principaux rejets de stations publiques d épuration des eaux usées domestiques. Délai d exécution : au plus tard dans les quatre ans à dater de la parution du présent arrêté au Moniteur belge. Action 4 Mise en place d une campagne d échantillonnage des sédiments de la Senne durant une année afin dedéterminer si une partie des HAP remis en suspension dans la Senne pourrait être due à une pollution historique. Délai d exécution : au plus tard dans les deux ans à dater de la parution du présent arrêté au Moniteur belge. Vu pour être annexé àl arrêté ministériel du 18 mars 2005 établissant un programme de réduction de la pollution des eaux générée par les Hydrocarbures Aromatiques Polycycliques. Bruxelles, le 18 mars Pour le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale : La Ministre de l Environnement, de la Politique de l Eau et de l Energie, Mme E. HUYTEBROECK identificatie van de grootste uitstootbronnen (plaatselijke en verspreide bronnen); informatie betreffende de biologische afbreekbaarheid van PAK s in de bodem, de waterkolom en de afzettingen; informatie betreffende de generatie van PAK s door de zuiverende biologische massa van de gronden, de waterzuil en de afzettingen; inventarisering van relevante en uitbaatbare elementen voor het nemen van maatregelen voor een vermindering van hun aanwezigheid in het aquatisch milieu. b) Opstellen van een PCB-PCT balans in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : identificatie en kwantitatieve evaluatie van de uitstootbronnen en de toevoegbronnen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (ondernemingen, atmosferische en hydraulische toevoegbronnen uit andere Gewesten, bijdrage aan het waterzuiveringsstation zuid en het toekomstige station noord, historische vervuiling); vaststellen van een verband tussen de uitstoot en de immissiemaatregelen; vaststellen van een verband tussen de concentraties aan PAK s in de waterkolom en in de afzettingen (historische verontreiniging); vaststellen van een verband tussen de directe uitstoot in de atmosfeer en de gevolgen voor aquatische milieus. c) Opstellen van een ontwerplijst van concrete te nemen maatregelen voor een vermindering van de uitstoot van PAK s en de modaliteiten van de tenuitvoerlegging (BAT, overwogen vervangingsmiddelen, beperking of wegwerken van plaatselijke vervuiling door het sluiten van ondernemingen of sanering van sites of ongebruikt industrieel terrein ). Actie 2 Opstellen van een lijst van bestaande of te overwegen maatregelen op reglementair vlak betreffende de PAK s. Deze lijst zal meer bepaald betrekking hebben op een aantal maatregelen inzake de sanering van verlaten bedrijfsruimten waarbij men zich baseert op eerder uitgevoerde bodemstudies of bodemstudies die binnenkort zullen gestart worden, op het gebruik van teerasfalt voor wegbekleding, op het gebruik van producten in de houtbescherming (creosoot) en in de navigatie, op de vergunningen voor het lozen van industrieel afvalwater en op het gebruik van vervangingsproducten. Uitvoeringstermijn : ten laatste twee jaar vanaf de verschijning van dit besluit in het Belgisch Staatsblad. Actie 3 Opstarten van campagnes voor PAK-analyse in wat afgestoten wordt door de openbare waterzuiveringsstations van afvalwater van huishoudelijk gebruik. Uitvoeringstermijn : ten laatste vier jaar te rekenen vanaf de verschijning van dit besluit in het Belgisch Staatsblad. Actie 4 Opstarten voor een campagne voor het nemen van stalen van de afzettingen van de Zenne gedurende een jaar om zo vast te stellen of een deel van de PAK s aanwezig als suspensie in de Zenne, voortkomen uit een historische vervuiling. Uitvoeringstermijn : ten laatste twee jaar te rekenen vanaf de verschijning van dit besluit in het Belgisch Staatsblad. Gezien om te worden toegevoegd aan het ministerieel besluit van 18 maart 2005 tot vastlegging van een programma voor de vermindering van watervervuiling veroorzaakt Polycyclische Aromatische Waterstoffen (PAK s). Brussel, 18 maart Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK