BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Transcriptie

1 BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 24 juli 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet gemeente Maasdriel Activiteit : het wijzigen in een geitenveehouderij aan Schoofbandweg 10, 5328 JA Rossum Verlenen/weigeren : verlenen vergunning Aanvrager : Van der Schans Melkgeiten B.V. Zaaknummer : Documentnummers inzagestukken: , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,

2 Beslissing van GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND op het verzoek van Van der Schans Melkgeiten B.V., Molenstraat 37 te Hurwenen, hierna te noemen aanvrager, van 15 juli 2014 om een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998, hierna de Nbw Aanvraag en procesverloop De aanvraag voorziet in het wijzigen van een varkenshouderij in een geitenhouderij. De inrichting is gelegen op circa meter van het Natura 2000-gebied Rijntakken. Voor de beoordeling van de aanvraag is het aanvraagformulier Nbw 1998 agrarische bedrijven inclusief bijlagen, d.d. 15 juli 2014, gebruikt. Op 27 november 2014, 19 december 2014, 20 januari 2015 en 18 februari 2015 hebben wij van de aanvrager aanvullende stukken ontvangen waarom wij bij brief van 3 november 2014 hebben verzocht. Het ontwerpbesluit heeft in de periode van 20 april 2015 tot 1 juni 2015 ter inzage gelegen. Het ontwerpbesluit is tevens toegezonden aan het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Maasdriel. Op: 2 juni 2015 heeft Coöperatie Mobilisation for the Environment U.A (MOB), 29 mei 2015 hebben: o o Stichting dorpen en landschap Bommelerwaard, Buurtbewoners: M. Ropars en M. Ropars-van Hemert Schoofbandweg 8 te Rossum, W. Hoskam en J. Hoskam-van Beurden Schoofbandweg 12 te Rossum, J.W. van Drunen Schoofbandweg 5 te Rossum, G. van Doorn Schoofbandweg 6 te Rossum, J.C.T.G. Steenbekkers en D.M. Vergeer Schoofbandweg 2 te Rossum, J. van Houten en M. van Houten-van Gendt Schoofbandweg 3a te Rossum, J. Sterk en A. Sterk Schoofbandweg 3 te Rossum, J. Ackermans Schoofbandweg 2a te Rossum, P.R.M. van Haren en A.M. van Dongen Schoofbandweg 1 te Rossum, C. van Doorn en M. Moonen Schoofbandweg 1a te Rossum, 28 mei 2015 heeft de Vereniging Gelderse Natuur en Milieufederatie (GNMF), zienswijzen ingediend. Op deze vergunningaanvraag is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing verklaard. 2

3 Besluit Gedeputeerde Staten van Gelderland; Gelet op de artikelen 10a, 16, 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b van de Nbw 1998; HEBBEN BESLOTEN Van der Schans Melkgeiten B.V. een vergunning conform de beschrijving in de aanvraag te verlenen onder de volgende voorschriften: 1 Deze vergunning dient op het bedrijf aanwezig te zijn. 2 Op het moment dat deze vergunning in werking treedt, vervangt deze de op 11 april 2012 verleende Nbw-vergunning met zaaknummer De start en de oplevering van de bouwwerkzaamheden moeten een week van te voren worden gemeld bij post@gelderland.nl, onder vermelding van de naam van het betrokken Natura 2000-gebied, de naam van de locatie en het zaaknummer van de vergunning. 4 De vergunning treedt in werking als de verzoeken tot intrekking voor de saldeerbedrijven aan de Jannestraat 3 te Hurwenen en Ketelsteeg 21 te Hurwenen, zijn bevestigd door de gemeente. Beoordeling van de aanvraag De aanvraag betreft een varkenshouderij die wordt gewijzigd in een geitenhouderij met geiten. Ter realisatie hiervan wordt gebruik gemaakt van de ammoniakrechten van vier stoppende of krimpende bedrijven. De mogelijk schadelijke effecten op de instandhoudingsdoelstellingen worden uitsluitend veroorzaakt door stikstofdepositie. Mogelijke effecten kunnen optreden op het Natura 2000-gebied Rijntakken. De instandhoudingsdoelstellingen van het voor deze aanvraag relevante Natura 2000-gebied zijn vermeld in bijlage 1. Toetsing Depositie Binnen de Natura 2000-gebieden zijn verschillende habitattypen aanwezig. Deze hebben een kritische depositiewaarde. Als de ammoniakdepositie boven deze waarde uitkomt, kunnen er soorten verdwijnen die kenmerkend zijn voor deze habitattypen. Nu sprake is van een wijziging van de bestaande activiteit kan, ondanks de te treffen maatregelen, een depositietoename op de stikstofgevoelige habitattypen per saldo niet op voorhand worden uitgesloten. Voor de inrichting is de onderstaande vergunning verleend: Tabel 1 Vergunningenhistorie aanvrager Vergunning Datum Emissie (kg) Vergunning Natuurbeschermingswet 1998, zaaknummer april ,3 3

4 Uit de aanvraag blijkt dat aanvrager wenst te salderen met de bedrijven gelegen aan de volgende adressen: - Dhr. R. en mw. I. Höppener Fijneman, H.C. de Jonghweg 16, 5328 JD te Rossum - De heer C.A.M. Schoenmakers, Helvoirtseweg 25a, 5076 PK te Haaren - V.O.F. Burggraaf, Jannestraat 3, 5327 KR te Hurwenen - Dhr. D. en mw. J. Bronkhorst, Ketelsteeg 21, 5327 KN te Hurwenen Voor de saldeerbedrijven zijn de onderstaande vergunningen verleend (tabel 2a-2d): Saldering met H.C. de Jonghweg 16 te Rossum Tabel 2a Vergunningenhistorie saldeerbedrijf H.C. de Jonghweg 16 te Rossum Vergunningen Datum Emissie (kg) Oprichtingsvergunning Hinderwet 11 juni ,3 Actualisatie vergunning Wet milieubeheer 7 april ,0 Op grond hiervan stellen wij vast dat ten tijde van de plaatsing als Habitatrichtlijngebied op de lijst van communautair belang danwel de aanwijzing in het kader van de Vogelrichtlijn nationale toestemming was verleend. Voor het bedrijf is op 7 april 2005 een vergunning op grond van de Wet milieubeheer verleend waarbij de ammoniakemissie lager is dan in de situatie op de referentiedatum. Bij de toetsing voor de vergunde rechten is uitgegaan van deze vergunning. Uit de aangeleverde stukken blijkt dat 1.275,0 kg van de ammoniakemissierechten, van de inrichting aan H.C. de Jonghweg 16, worden gebruikt ten behoeve van de aangevraagde saldering. Uit de aangeleverde stukken blijkt dat op 13 oktober 2014 voor dit adres bij de gemeente Maasdriel een verzoek tot intrekking is ingediend. Bij besluit van 22 januari 2015 heeft de gemeente Maasdriel deze intrekking geformaliseerd. Saldering met Helvoirtseweg 25a te Haaren Tabel 2b Vergunningenhistorie saldeerbedrijf Helvoirtseweg 25a te Haaren Vergunning Datum Emissie (kg) Vergunning Wet milieubeheer 17 mei ,0 Op grond hiervan stellen wij vast dat ten tijde van de plaatsing als Habitatrichtlijngebied op de lijst van communautair belang danwel de aanwijzing in het kader van de Vogelrichtlijn nationale toestemming was verleend. Voor het bedrijf is geen situatie vergund of gemeld waarin de ammoniakemissie lager is dan in de situatie op de referentiedatum. Uit de aangeleverde stukken blijkt dat 1.254,3 kg van de ammoniakemissierechten, van de inrichting aan Helvoirtseweg 25a te Haaren, worden gebruikt ten behoeve van de aangevraagde saldering. Uit de aangeleverde stukken blijkt dat op 23 september 2014 door deze inrichting bij de gemeente Haaren een verzoek tot intrekking is ingediend. Bij besluit van 19 januari 2015 heeft de gemeente Haaren deze intrekking geformaliseerd. 4

5 Saldering met Jannestraat 3 te Hurwenen Tabel 2c Vergunningenhistorie saldeerbedrijf Jannestraat 3 te Hurwenen Vergunning/melding Datum Emissie (kg) Vergunning Wet milieubeheer 28 oktober ,0 Op grond hiervan stellen wij vast dat ten tijde van de plaatsing als Habitatrichtlijngebied op de lijst van communautair belang danwel de aanwijzing in het kader van de Vogelrichtlijn nationale toestemming was verleend. Voor het bedrijf is geen situatie vergund of gemeld waarin de ammoniakemissie lager is dan in de situatie op de referentiedatum. Uit de aangeleverde stukken blijkt dat 2.017,0 kg van de ammoniakemissierechten, van de inrichting aan de Jannestraat 3 te Hurwenen, worden gebruikt ten behoeve van de aangevraagde saldering. Uit de aangeleverde stukken blijkt dat op 5 februari 2015 door deze inrichting bij de gemeente Maasdriel een verzoek tot intrekking is ingediend. Saldering met Ketelsteeg 21 te Hurwenen Tabel 2d Vergunningenhistorie saldeerbedrijf Ketelsteeg 21 te Hurwenen Vergunning/melding Datum Emissie (kg) Melding Besluit melkrundveehouderijen milieubeheer 23 december ,0 Op grond hiervan stellen wij vast dat ten tijde van de plaatsing als Habitatrichtlijngebied op de lijst van communautair belang danwel de aanwijzing in het kader van de Vogelrichtlijn nationale toestemming was verleend. Voor het bedrijf is geen situatie vergund of gemeld waarin de ammoniakemissie lager is dan in de situatie op de referentiedatum. Uit de aangeleverde stukken blijkt dat 817,0 kg van de ammoniakemissierechten, van de inrichting aan Ketelsteeg 21 te Hurwenen, worden gebruikt ten behoeve van de aangevraagde saldering. Uit de aangeleverde stukken blijkt dat op 5 februari 2015 door deze inrichting bij de gemeente Maasdriel een verzoek tot intrekking is ingediend. Veebezetting In tabel 3 is de vergunde veebezetting 23 maart 2010 en de aangevraagde veebezetting van het aangevraagde bedrijf weergegeven. In tabel 4a t/m 4d zijn de vergunde veebezettingen en de veebezettingen na saldering weergegeven voor de bedrijven waarmee de aanvrager wenst te salderen. 5

6 Tabel 3 Veebezetting aanvrager Schoofbandweg 10 te Rossum Vergunde veebezetting op 23 maart 2010 (Nbw vergunning) Diersoort Rav-code / BWL Aantal Schapen B 1 14 Gespeende biggen D / GL BB V1 504 Gespeende biggen D Kraamzeugen D Guste en dragende zeugen D Dekberen D Opfokzeugen D Vleesvarkens D / BWL V1 200 Paarden ouder dan 3 jaar K 1 1 Aangevraagde veebezetting Diersoort Rav-code Aantal Geiten ouder dan 1 jaar C Tabel 4a Veebezetting van het bedrijf aan de H.C. de Jonghweg 16 te Rossum dat N- rechten overdraagt Vergunde veebezetting op 7 april 2005 Diersoort Rav-code Aantal Vleesvarkens D Tabel 4b Veebezetting van het bedrijf aan de Helvoirtseweg 25a te Haaren dat N-rechten overdraagt Vergunde veebezetting op 24 maart 2000 Diersoort Rav-code/BWL Aantal Gespeende biggen D Kraamzeugen D Guste en dragende zeugen D Dekberen D Opfokzeugen D Vleesvarkens D / BWL Paaren ouder dan 3 jaar K 1 1 Veebezetting na saldering * Diersoort Rav-code/BWL Aantal Gespeende biggen D Kraamzeugen D Guste en dragende zeugen D Dekberen D Opfokzeugen D Vleesvarkens D / BWL Paarden ouder dan 3 jaar K 1 1 * In dit besluit is alleen rekening gehouden met de feitelijke saldering met Schoofbandweg 10. Verkoop van ammoniak ten behoeve van andere adressen is buiten beschouwing gelaten. 6

7 Tabel 4c Veebezetting van het bedrijf aan de Jannestraat 3 te Hurwenen dat N-rechten overdraagt Vergunde veebezetting op 24 maart 2000 Diersoort Rav-code/BWL Aantal Vleesvarkens D / BWL Vleesvarkens D Tabel 4d Veebezetting van het bedrijf aan de Ketelsteeg 21 te Hurwenen dat N-rechten overdraagt Vergunde veebezetting op 24 maart 2000 Diersoort Rav-code Aantal Melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar A Veebezetting na saldering * Diersoort Rav-code Aantal Volwassen paarden K1 25 * In dit besluit is alleen rekening gehouden met de feitelijke saldering met Schoofbandweg 10. Verkoop van ammoniak ten behoeve van andere adressen is buiten beschouwing gelaten. Depositie Voor de dichtstbijzijnde habitattypen, die voor deze aanvraag relevant zijn, is de depositie in de verschillende situaties weergegeven in tabel 5. Een negatieve waarde in de kolom gemiddeld houdt in dat er sprake is van een afname van de depositie op het betreffende habitattype. Tabel 5 NH 3 -depositie van de bedrijven in mol/ha/jr Habitattypen Depositie (berekening incl. saldering) RIJNTAKKEN Vergund Aanvraag Verschil H6510A Glanshaverhooilanden 9,0 9,0 0,0 H91E0A Rivierbegeleidende zachthoutooibossen 59,6 31,9-27,7 H6120 Stroomdalgraslanden 9,5 9,3-0,2 Uit tabel 5 blijkt dat de aanvraag niet tot gevolg heeft dat de stikstofdepositie op de aanwezig stikstofgevoelige habitattypen toeneemt. Vanwege de directe samenhang tussen de bedrijven, zijn de beëindiging het bedrijf gelegen aan de H.C. de Jonghweg 16 te Rossum en de vermindering van de veebezetting van de bedrijven aan de Helvoirtseweg 25a te Haaren, de Jannestraat 3 te Hurwenen en de Ketelsteeg 21 te Hurwenen, te beschouwen als een mitigerende maatregel op grond waarvan is verzekerd dat de stikstofdepositie per saldo niet zal toenemen. Zienswijzen MOB Op 2 juni 2015 heeft Coöperatie Mobilisation for the Environment U.A (MOB) zienswijzen ingediend. Aangezien de zienswijzen buiten de hiervoor gestelde wettelijke termijn zijn ingediend, zijn de zienswijzen niet ontvankelijk en daarom verder buiten beschouwing gelaten. St. dorpen en landschap Bommelerwaard De Stichting dorpen en landschap Bommelerwaard stelt dat: 1. Niet alle gegevens naar waarheid zijn verstrekt. In tegenstelling tot de aanvraag betreft het een nieuw op te richten geitenhoudenrij. Er worden op deze locatie helemaal geen 7

8 geiten gehouden. Met V.O.F. Burggraaf wordt de aankoop afhankelijk gesteld van het verkrijgen van de benodigde vergunningen voor een nieuw op te richten geitenhouderij; 2. De aanvrager niet geheel voldoet aan de eis om alle tijdens de referentiedatum en daarna verleende milieuvergunningen en meldingen, bij de aanvraag te voegen; 3. Het toetsingskader ammoniak en Natura 2000 niet consequent wordt toegepast. 50% van de emissie/depositie dient te worden ingeleverd; 4. Niet wordt gemotiveerd of onderbouwd waarom toepassing wordt gegeven aan artikel 15 van de Verordening Stikstof en Natura 2000 Gelderland; 5. De aangevraagde situatie in strijdt is met het vigerende bestemmingsplan. Ad 1 Er is sprake van een bestaande inrichting omdat voor deze inrichting een van kracht zijnde en onherroepelijke Nbwet vergunning is verleend op 11 april De wijziging van een varkenshouderij naar een geitenhouderij, zoals consequent genoemd in deze vergunning, laat dit onverlet. Ad 2 Uit de bij de aanvraag overgelegde gegevens maken wij niet op dat de vergunningenhistorie niet compleet is. Door de Stichting dorpen en landschap Bommelerwaard worden geen concrete gegevens overgelegd waaruit blijkt dat dit wel het geval zou zijn. Ad 3 Provinciale Staten heeft bij besluit van 9 juli 2015 de Verordening ingetrokken. Gelet hierop is het niet meer vereist deze vergunningaanvraag aan deze Verordening te toetsen. Het betreffende toetsingskader is daarom niet toegepast voor deze vergunningaanvraag. Ad 4 Aangezien op 9 juli 2015 de gehele verordening is ingetrokken, zoals vermeld onder Ad 3, hebben wij de betreffende passage uit onze overweging gehaald. Ad 5 RO-aspecten vormen geen toetsingskader voor de Nbwet en derhalve ook geen weigeringsgrond. Buurtbewoners De buurtbewoners stellen zowel gezamenlijk als afzonderlijk van elkaar dat: 1. De aanvrager nog geen vergunninghouder is waardoor Schoofbandweg 10 als saldeerlocatie moet worden opgenomen; 2. De actualisatie uit 2005, met betrekking tot saldeerlocatie aan de H.C. de Jonghweg 16 te Rossum, is meer dan 10 jaar geleden en is mogelijk daardoor niet representatief. De bevindingen van de controlerende ambtenaren zijn ook mogelijk niet meegenomen; 3. De inrichting aan de Helvoirtseweg 25a te Haaren wordt al sinds jaren gebruikt als opslag. De opgegeven vergunde situatie is niet representatief; 4. De vergunningenhistorie van de locatie Jannestraat 3 te Hurwenen is niet representatief voor de actuele situatie; 5. De vergunning niet in overeenstemming is met de Verordening Stikstof en Natura 2000 Gelderland; 6. Niet wordt gemotiveerd of onderbouwd waarom toepassing wordt gegeven aan artikel 15 van de Verordening Stikstof en Natura 2000 Gelderland; 7. De transportbeweging zal enorm toenemen op de (kleine) Schoofbandweg; 8. Door de aankoop van de grote hoeveelheid ammoniak, zal de heer W. Hoskam zijn ammoniakrechten moet laten vastleggen (enkel door de heer Hoskam, Schoofbandweg 12 te Rossum ingebrachte zienswijze). 8

9 Ad 1 De vergunning wordt aangevraagd voor de locatie aan de Schoofbandweg 10. Voor deze locatie is reeds eerder een Nbwet vergunning verleend. Het is daarom niet logisch om de betreffende locatie ook als saldeerlocatie aan te merken. Het feit dat de verkoop nog niet definitief is, doet daar niets aan af. Ad 2 Bij de Nbwet vergunningaanvraag wordt de vergunde situatie betrokken ten tijde van de referentiedatum en daarna. Tenzij dit van invloed is op de vergunde situatie wordt hierbij geen rekening gehouden met de feitelijke situatie. Ad 3 Zie onze reactie bij punt 2. Ad 4 Zie onze reactie bij punt 2. Ad 5 Provinciale Staten heeft bij besluit van 9 juli 2015 de Verordening ingetrokken. Gelet hierop is het niet meer vereist deze vergunningaanvraag aan deze Verordening te toetsen. Ad 6 Aangezien op 9 juli 2015 de gehele verordening is ingetrokken, zoals vermeld onder Ad 5, hebben wij de betreffende passage uit onze overweging gehaald. Ad 7 Aangezien in onderhavige situatie de transportbeweging geen invloed heeft op de instandhoudingsdoelstellingen van de Natura 2000-gebieden, wordt dit onderwerp niet betrokken in de beoordeling van de aanvraag. Een dergelijk aspect zal worden beoordeeld in een WABOprocedure. Ad 8 Het strekt tot aanbeveling om, voor zover het bedrijf van de heer Hoskam nog geen Nbwetvergunning heeft, onder het PAS een vergunning aan te vragen, melding te doen of de huidige bedrijfsomvang vast te leggen (middels Aerius) ongeacht de in de aanvraag opgenomen aankoop van ammoniak. De aangevraagde situatie heeft geen invloed daarop. GNMF Het GNMF stelt dat: 1. Niet wordt gemotiveerd of onderbouwd waarom toepassing wordt gegeven aan artikel 15 van de Verordening Stikstof en Natura 2000 Gelderland; 2. In het besluit een salderingsformule wordt opgevoerd die buiten de kaders van de Verordening Stikstof en Natura2000 Gelderland valt. Er wordt niet gemotiveerd op grond van welke beleidskaders GS in dit geval deze toepassing verantwoord. Het slechts wijzen op de hardheidsclausule is in die zin onvoldoende als onderbouwing en motivatie; 3. Niet duidelijk is of per saldo het besluit leidt tot een significante afwaartse beweging in de stikstofbelasting van natuurgebieden; 4. Uit de stukken niet is op te maken: a. Wat de daadwerkelijke veebezetting is; b. Wat dus het huidige feitelijk gebruik is en wat het feitelijke gebruik was op de peildatum NB-wet; c. Waarom de opgevoerde salderingsruimte niet in de provinciale salderingsbank zit; 9

10 d. Wat het feitelijk gebruik is van de opgevoerde vergunningen waarmee de salderingsruimte wordt gecreëerd, ook op de peildatum Nb-wet; e. Of wel, hoe lang geleden de onderhavige bedrijven al zijn gestopt met hun activiteiten en welke zekerheden/bewijzen hiervoor zijn; f. Wat dus per saldo de feitelijk concrete toe- of afname in stikstofemissie en depositie op beschermde leefgebieden/habitats is; 5. slechts aan artikel 6 lid 3 van de Habitatrichtlijn en daaruit volgend artikel 19d en verder van de Natuurbeschermingswet is voldaan indien aan artikel 6 lid 2 is voldaan. In dat kader dient naast de vergunde situaties ook de huidige feitelijke situatie en de feitelijke situaties ten tijde van de referentiedata van zowel de aanvrager als saldeerbedrijven betrokken te worden. De feitelijke situaties zijn niet beoordeeld. 6. Bij de beoordeling, voor zover zichtbaar, geen rekening is gehouden met de emissies ten gevolge van beweiding en uitrijden van mest; 7. Voor zover zichtbaar, geen rekening is gehouden met de onzekerheden in de berekende deposities. Volgens het RIVM-rapport ( ; M. van Zanten) 'Grootschalige concentratie- en depositiekaarten Nederland' (pagina 8, 'Onzekerheden') moet rekening worden gehouden met variaties en onzekerheden. Zo wordt o.a. geconcludeerd: De onzekerheid in de lokale depositie bedraagt ongeveer 70%'. Hiermee wordt gedoeld op een onzekerheidsmarge van 70 % in het toegepaste AAgro Stacksmodel om de depositie te berekenen. Dit betekent dat tenminste 70% bij de uitkomst dient te worden opgeteld om met enige zekerheid negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstellingen uit te kunnen sluiten. Ad 1 en 2 Provinciale Staten heeft bij besluit van 9 juli 2015 de Verordening ingetrokken. Gelet hierop is het niet meer vereist deze vergunningaanvraag aan deze Verordening te toetsen. Wij hebben derhalve de betreffende passage uit het definitieve besluit verwijderd. Ad 3 Uit zowel tabel 5 als bijlage 2 en 3 blijkt duidelijk dat met de aanvraag een gelijk blijvende / afnemende stikstofdepositie wordt bewerkstelligd. Ad 4 Voor zover de zienswijze betrekking heeft op het feitelijk gebruik van de bedrijven, wordt ons standpunt verwoord onder Ad 5. Voor wat betreft de salderingsbank (3c) zie onze reactie onder Ad 1 en 2. Ad 5 Feitelijke emissie als uitgangspunt in plaats van vergunde emissie Uitgangspunt voor het vaststellen van de bestaande rechten in deze procedure zijn de vergunde milieurechten ten tijde van de Europese referentiedata tenzij deze nadien zijn verlaagd. De feitelijke emissie kan slechts als uitgangspunt worden genomen wanneer onomstotelijk is vastgesteld, dat de aanvrager en/of de saldogever structureel een lagere dierenbezetting houdt of heeft gehouden dan is vergund. Wij hebben in deze zaak geen concrete indicaties op grond waarvan moet worden aangenomen dat van laatstgenoemde situatie sprake is. Directe toetsing aan Europees Habitatrichtlijn(Hrl) De Natuurbeschermingswet 1998 vormt de Nederlandse implementatie van de Europese Habitatrichtlijn voor zover het gebiedsbescherming betreft. De artikelen 19d en 19 e Natuurbeschermingswet 1998 zijn de Nederlandse implementatie van artikel 6 lid 2 en lid 3 Habitatrichtlijn. Directe toetsing aan de Europese Habitatrichtlijn is gelet hierop niet meer aan de orde. 10

11 Ad 6 De hoeveelheid mest die mag worden aangewend op agrarische grond en de wijze waarop de mest op het land wordt gebracht is vastgelegd in de mestwetgeving. Een eventueel overschot aan mest dient te worden afgevoerd naar gebieden waar behoefte is aan mest of naar mestverwerkingsinstallaties. Aanscherping van deze wetgeving heeft een generieke vermindering van ammoniakemissie tot gevolg gehad. Wij zijn van mening dat (de wijze van) het bemesten ten opzichte van de situatie ten tijde van de referentieperiode, geen schadelijke effecten voor de instandhoudingsdoelstellingen tot gevolg heeft omdat: Het minder en nuttig toepassen van stikstof (als gevolg van aanscherping van de mestwetgeving) evenwel minder emissie/depositie van ammoniak tot gevolg heeft. De landbouwgronden (graslanden) welke niet worden beweid, normaliter wel worden bemest. Aan het al dan niet beweiden kan daarom in het kader van Nbwet geen fysieke betekenis (qua ammoniakemissie) worden toegekend. Het toepassen van beweiding geeft ten opzichte van het uitrijden van mest een betere benutting van stikstof en daarmee een niet gekwantificeerde lagere ammoniakemissie. Vanwege de afstand tot het Natura2000-gebied, is uitspoeling van meststoffen uitgesloten. Ad 7 In zekere zin onderkennen wij de onzekerheden van het rekenprogramma AAgrostacks. Mede hierdoor ronden wij de resultaten van de depositieberekeningen af op 0,1 mol/ha/jaar waarmee de betrouwbaarheid van het resultaat wordt vergroot. Kleinere veranderingen in de depositie kunnen niet op een enigszins betrouwbare wijze worden berekend, waardoor daaraan geen fysieke betekenis kan worden toegekend. Het enkel verhogen van de depositie met 70% is een eenzijdige benadering waarmee op geen enkele wijze de betrouwbaarheid van de berekening wordt vergroot. Conclusie Op grond van het vorenstaande hebben wij gezien de passende beoordeling en de getroffen mitigerende maatregelen de zekerheid verkregen dat het project geen significant negatieve effecten heeft op de instandhoudingsdoelen van de betrokken Natura 2000-gebieden. Nu tevens de belangen zoals vermeld in artikel 19 e sub c Nbw 1998 niet aan de orde zijn, kan de vergunning worden verleend. Hoogachtend, namens Gedeputeerde Staten van Gelderland, H. Boerdam Beroep Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na de dag waarop het besluit ter inzage is gelegd hiertegen beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (postbus 20019, 2500 EA s-gravenhage). Zij die partij zijn in de hoofdzaak kunnen bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak een verzoek indienen om een voorlopige voorziening te treffen. Voor het behandelen van het beroepschrift en voor het behandelen van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt griffierecht geheven. 11

12 Over de hoogte en de wijze van betaling van het griffierecht kunt u informatie verkrijgen bij de Raad van State, telefoonnummer (070) bijlagen: - Bijlage 1: Instandhoudingsdoelstellingen. - Bijlage 2: AAgro-Stacksberekening vergunde situatie inclusief saldering - Bijlage 3: AAgro-Stacksberekening aangevraagde situatie inclusief saldering 12

13 BIJLAGE 1: Instandhoudingsdoelstellingen van het voor deze aanvraag relevante Natura 2000-gebied Natura 2000-gebied Rijntakken (Dit omvat de Habitatrichtlijn- en Vogelrichtlijngebieden Uiterwaarden IJssel, Uiterwaarden Waal, Uiterwaarden Neder-Rijn en Gelderse Poort) Aanwijzing en aanmelding De Rijntakken is op 24 maart 2000 aangewezen als Vogelrichtlijngebied en daarnaast op 20 mei 2003 aangemeld als Habitatrichtlijngebied. Op 7 december 2004 heeft de Europese Commissie de communautaire lijst vastgesteld op basis waarvan Nederland het gebied moet aanwijzen. Het gebied is op 29 april 2014 aangewezen. De aanwijzing als staatsnatuurmonument is hiermee van rechtswege komen te vervallen. In onderstaande tabel staan de voor NH 3 gevoelige instandhoudingsdoelstellingen voor het Natura 2000-gebied Rijntakken. Tabel 1 Instandhoudingsdoelstellingen (Bron: aanwijzingsbesluit Rijntakken) (= behouddoelstelling; > ontwikkelingdoelstelling; =(<) behouddoelstelling maar achteruitgang toegestaan ten gunste van specifieke ontwikkeldoelstelling) Habitattypen Doelstelling Doelstelling kwaliteit oppervlakte H3150 Meren met krabbenscheer en > > fonteinkruiden H3260B Beken en rivieren met waterplanten > = H6120 Stroomdalgraslanden 1 > > H6430C Ruigten en zomen, droog = = H6510A Glanshaverhooilanden > > H6510B Vossenstaarthooilanden > > H91E0A Rivierbegeleidende = > zachthoutooibossen H91E0B Essen-iepenbossen > > H91F0 Droge hardhoutooibossen > > 1 Prioritair habitattype 13

14 BIJLAGE 2: AAgro-Stacksberekening vergunde situatie inclusief saldering Naam van de berekening: Referentie situatie incl saldering Gemaakt op: :11:50 Zwaartepunt X: 147,400 Y: 420,100 Cluster naam: Van der Schans, Schoofbandweg 10 te Rossum Berekende ruwheid: 0,26 m Emissie Punten: Volgnr. BronID X-coord. Y-coord. Hoogte Gem.geb. Diam. Uittr. Emissie hoogte snelheid 1 Schoofband Stal ,1 2,8 0,5 4, Schoofband Stal ,5 1,5 0,5 0, Schoofband Stal ,5 1,5 0,5 0, Schoofband Stal ,2 3,2 0,5 4, Schoofband Stal ,6 3,2 0,5 4, Schoofband Stal ,4 3,6 0,5 4, Schoofband Stal ,4 3,6 0,5 4, Schoofband Stal ,0 2,9 0,5 4, HC Jonghweg ,5 2,9 0,5 4, Helvoirts Stal ,5 1,5 0,5 0, Helvoirts Stal ,0 4,0 0,5 4, Jannestraat ,5 4,5 0,5 4, Ketelsteeg ,5 1,5 0,5 0, Gevoelige locaties: Volgnummer Naam X coordinaat Y coordinaat Depositie Rijntakken 1 H6510A Glanshaverhooilanden ,04 2 H91E0A Zachthoutooibossen ,58 3 H6120 Stroomdalgraslanden ,48 Details van Emissie Punt: Schoofband Stal 3 (22) 1 D Gespeende biggen Details van Emissie Punt: Schoofband Stal 4 (23) 1 B1 Schapen Details van Emissie Punt: Schoofband Stal 5 (24) 1 K1 Paarden

15 Details van Emissie Punt: Schoofband Stal 6.1 (25) 1 D Vleesvarkens Details van Emissie Punt: Schoofband Stal 6.2 (26) 1 D Gespeende biggen D Kraamzeugen Details van Emissie Punt: Schoofband Stal 7.1 (27) 1 D Guste en dragende zeugen D2.100 Dekberen Details van Emissie Punt: Schoofband Stal 7.2 (28) 1 D Opfokzeugen Details van Emissie Punt: Schoofband Stal 8 (29) 1 D Opfokzeugen Details van Emissie Punt: HC Jonghweg (30) 1 D Vleesvarkens Details van Emissie Punt: Helvoirts Stal 1 (31) 1 K1 Paarden Details van Emissie Punt: Helvoirts Stal 2+3 (32) 1 D Gespeende biggen D Kraamzeugen D Guste en dragende zeugen D2.100 Dekberen D Opfokzeugen D Vleesvarkens

16 Details van Emissie Punt: Jannestraat (33) 1 D3.1.1 Vleesvarkens D Vleesvarkens Details van Emissie Punt: Ketelsteeg (34) 1 A Melkkoeien

17 BIJLAGE 3: AAgro-Stacksberekening aangevraagde situatie inclusief saldering Naam van de berekening: Aangevraagde situatie Gemaakt op: :36:17 Zwaartepunt X: 147,300 Y: 418,300 Cluster naam: Van der Schans, Schoofbandweg 10 te Rossum Berekende ruwheid: 0,28 m Emissie Punten: Volgnr. BronID X-coord. Y-coord. Hoogte Gem.geb. Diam. Uittr. Emissie hoogte snelheid 1 Schoofband Stal A ,0 6,5 0,8 7, Schoofband Stal B ,0 6,5 0,8 7, Schoofband Stal C ,0 6,5 0,8 7, HC Jonghweg ,5 2,9 0,5 4, Helvoirts Stal ,5 1,5 0,5 0, Helvoirts Stal ,0 4,0 0,5 4, Jannestraat ,5 4,5 0,5 4, Ketelsteeg ,5 1,5 0,5 0, Gevoelige locaties: Volgnummer Naam X coordinaat Y coordinaat Depositie Rijntakken 1 H6510A Glanshaverhooilanden ,00 2 H91E0A Zachthoutooibossen ,88 3 H6120 Stroomdalgraslanden ,34 Details van Emissie Punt: Schoofband Stal A (6) 1 C1 Geiten Details van Emissie Punt: Schoofband Stal B (7) 1 C1 Geiten Details van Emissie Punt: Schoofband Stal C (8) 1 C1 Geiten Details van Emissie Punt: HC Jonghweg (14) 1 D Vleesvarkens

18 Details van Emissie Punt: Helvoirts Stal 1 (15) 1 K1 Paarden Details van Emissie Punt: Helvoirts Stal 2+3 (16) 1 D Gespeende biggen D Kraamzeugen D Guste en dragende zeugen D2.100 Dekberen D Opfokzeugen D Vleesvarkens Details van Emissie Punt: Jannestraat (17) 1 D3.1.1 Vleesvarkens D Vleesvarkens Details van Emissie Punt: Ketelsteeg (18) 1 K1 Volw paarden

19 19