BIBLIOTHEEK KITLV. Hl «

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BIBLIOTHEEK KITLV. Hl «"

Transcriptie

1 r; i

2 BIBLIOTHEEK KITLV Hl «8 'O)

3

4

5 ... A <c i Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen. VOLK S VOOR L EZ INGEN. SCHETS III. (GESCHIEDENIS! )»E EKRSTE VE8TIOIIG DEB M IM: It Li > IM KM IM IVIIII De Dejjartementen ontvingen onlangs liet gedrukt Handschrift van de Tweede Reeks Volksvoorlezingen Schets III, Geschiedenis, Schets IV, Natuurwetenschap. Het doel dier toezending werd in de Punten van Beschrijving voor het jaar 1858 in 't breede uiteengezet (zie bovenal blz. 33, 36 en 37, 42 en 43). Dat doel, beknopt aangeduid, was : elk der Departementen in de gelegenheid te stellen om. voor zooveel zij zulks begeerden, deze Voorlezingen in hunne Vergaderingen door een met het onderwerp meer of min bekend Spreker uit hun midden te doen voordragen, en in gemeenzaam onderhoud, na afloop der lezing, te doen toelichten. Bij die toezending werd herinnerd (gelijk ook in enkele noten aan de hand is gedaan), dat eene breedere mondelinge behandeling dezer Schetsen het daarover voor de vuist spreken even als zulks den Lector vrijbleef, ook aan de Sprekers in die Departementen, waar de Lector zelf niet optreed, werd overgelaten. Thans wordt een te zaûmgevoegdcn overdruk dier Schetsen den Dejjartementen verstrekt ter voorloopige bewaring in hun Archief of in Imune Volks-Bibliotheek. Moge datgene, wat de Maatschappij : Tot Nut van 't Algemeen, zich, ten bate des Nederlandschen Volks, met die Voorlezingen heeft voorgesteld, ook door deze toezending aan elk hnrrr Departementen in ruime mate worden bereikt!

6 OËDKUKT lll.l C. A. Sl'IN $' ZOON.

7 1. G. T.! 't Is zeker benijdenswaard, aan het hoofd van een groot Handelshuis te staan! Oost en West, Noord en Zuid voeren U hunne schatten toe; in alle Landen hebt ge kantoren, die voor u werkzaam zijn; uwe schepen dragen uw naam langs alle zeeën; het netwerk uwer handelsbetrekkingen omvat eene Wereld, en ge behoeft slechts een enkel uwer magazijnen te ontsluiten, om eene geheele stad te voorzien. Zulke groothandelaars echter zijn zeldzaam. Talrijker is die klasse welke men de fusschenkand noemt. Zij hare roeping niet zoo schitterend, ze is desniettemin voor de zamenleving onmisbaar tot het in omloop brengen van de kostbare en nuttige zaken, die in de reusachtige bergplaatsen waren opgetast. Wat die tusschenhand is in verhouding tot den groothandel, zij de Vdknoorlem in verhouding tot de Wetenschap! Verg dus niet van mij, nu ik u weder op 't gebied der Vaderlandsche Geschiedenis voer, dat ik tot u kome met eigen diepgaand onderzoek, met scherpzinnige wetenschappelijke opheldering, met schitterend-vernuftige gissingen. Het dadelijk voor het leven bruikbare heb ik uit het Magazijn der Wetenschap voor u te zafim gezocht, opdat de Geschiedenis van uw Geboorteland u een even begeerlijk en onontbeerlijk voedsel des Gcestes worde, als dat wat de Handel u verschaft tot voeding des Ligchaams. En waarom zou zij dat niet worden? Is er één Volk dat, uit geringe beginselen en met geringe middelen, zich tot eene der meest eervolle plaatsen in de rij der Natiën heeft opgeheven en wat men ook klagen moge zieh nóg kan opheffen, dan is het ons Volk : 't vrije Volk van Nederland. Toch kan men veilig aannemen, dat de belangstelling in- en vooral de kennis van- onze, Geschiedenis niet zoo groot en zoo algemeen is, als bij zulk een roemrijk verleden niet regt te verwachten ware. Of is het den Mensch niet eigen (ten zij hij tot de laagsten en minstontwikkelden bchoore) zijne afstamming tot in ververwijderde geslachten na te sporen, zich het leven en bedrijf zijner Ouders en Voorouders te vertegenwoordigen en met liefde en eerbied te staren op 't geen zij groots en goeds deden? Zie maar den flinken knaap, hoe hij aan Vaders lippen hangt, wanneer deze verhaalt van Grootvaders krjjgamoed of wetenschap, kunstzin of handelsondernemingen. In het schitterend oog van den Jongen leest ge de geestdrift om ook zóó" te worden, om ook dât te doen, en

8 - 4 - terwijl ge inziet, dat de Geschiedenis der Voorvaderen hetzelfde gevoel kan en moet opwekken bij ccne Natie, betreurt gij 't dubbel dat ze, bij ons, niet meer en inniger een bestanddeel van de Volks-opvoeding is. Wat mag er de reden van zijn? Zeker loopen er vele oorzaken te zamen, maar eene der voornaamste ligt misschien in de wijze waarop de Geschiedenis onzes Vaderlands doorgaans ons werd medegedeeld. Herinnert u de dagen uwer jeugd! Was 't geen ware plagerij die beschrijving der Batavieren, Bructeren, Friezen, Katten, Taxßndricrs, en hoe die stammen en stammetjes verder heeten mogten? En wat dan werd er u van meegedeeld? Ze gingen bijzonder ongekleed bij den weg, ze dronken ontzettend veel gerstenbier en vochten dapper tegen de Romeinen! Dàn komen de Franken! Waarvandaan wordt ons wel niet regt duidelijk, maar al die andere voorvader-stammen, met hunne wonderlijke namen, verdwijnen ten minste. Hoe en waarheen zegt men ons niet; ofschoon dat juist 't meest der moeite waard zou zijn geweest. Met KAKEL den Grooten scheppen wc een weinig lucht. Met hem gaan we de Heidenen bevechten en bekeeren, scholen bouwen en 't Volk beschaven : doch na zijn dood begint het schaduwspel op nieuws. Nu we eindelijk hoopten aan de Geschiedenis van Nederland te beginnen, komt het Leenstelsel en de Graven van Holland, uit ik weet niet hoevéél Huizen en de Hertogen van Gelderland kortom de Geschiedenis van allerlei krijgshoofden, stammen en Gewesten, maar nog altoos niet de Geschiedenis des Vaderlands, de Geschiedenis van het Nederlandsche Volk. En alweder verder voort, door het tijdvak der Bourgondische en Oostenrijkscho Vorsten! Mogten we onder KAIIEL den V de eindelijk meenen, het Nederlandsche Folk te zien ontstaan, en in den opstand tegen Spanje zich als éénheid te zien ontwikkelen kort na dien opstand en zoodra het éérste gevaar geweken is, gaat, in allerlei splitsing, de Nalie weder gedeeltelijk onder; heeft weer elk Gewest, ja bijna elke Stad eigene belangen en dus eigene Geschiedenis en op nieuws is die des Vaderlands, evenzeer voor onze weetgierigheid als voor onze geestdrift, vaneengescheurd en verbrokkeld. Toch ontbreekt die diepere éénheid in onze Geschiedenis niet zóó zeer, als het daar even gezegde zou doen vermoeden. He fijne draad echter die door het geheel heenloopt en het te zaâmbindt, is aan bijna al onze vroegere Geschiedschrijvers ontsnapt. Wees ik op 't voetspoor van anderen u dien reeds aan bij de beschouwing van onzen Opstand tegen Spanje, hij moge u evenzeer duidelijk worden in de navolgende Schets van de eerde vestiging der Nederlanders in ludic. 't Werd vroeger bijzonder opmerkelijk gevonden, dat een Volk, zulk een strijd voerende tegen Spanje, te gclijker tijd zulk eene vlugt kon nemen in de ontwikkeling van handel, scheepvaart en nijverheid. Men ziet daarbij geheel over 't hoofd, hoe reeds in den aanvang der 14 de eeuw Handel en Scheepvaart tot merkwaardige hoogte waren gestegen, hoe beiden zich nog steeds hadden uitgebreid, hoe in de worsteling tegen Spanje niet de strijd tot den handel maar de handel tot den strijd had geprikkeld, en het volharden in dien strijd tevens mogelijk en onvermijdelijk had gemaakt. Terwijl bij onze Geschiedschrijven alzoo op 't einde der 16 de eeuw de bloei des Handels en de ondernemingszueht der kooplieden als plotseling uit de lucht komen vallen, laat het zich verklaren, dat er evenzeer allerlei verkeerde voorstellingen en zonderlinge verhalen in omloop zijn gekomen, omtrent de eerste pogingen der Nederlander; om zich in Indië te vestigen.

9 5 Hie voorstellingen en verhalen komen hierop neer: "FiLirs zegt men had in 1584 een Edikt doen afkondigen, waarbij aan alle Hollanders de vaart op Spaansche en Portugesche havens (Portugal was sedert 1580 met Spanje verbonden) scherpelijk werd verboden. "Als gehoorzame kinderen hadden we nu maar terstond die vaart nagelaten, en naar andere middelen uitgezien, om de schade, onzen Handel toegebragt, te herstellen. "En zie! juist nu was een zekere HOUTMAN achter de geheimen van den Spaansch-Portugeschen Indischen Handel gekomen doch, ongelukkig genoeg, te gelijker tijd door de achterdochtige Portugezen gevangen gezet." Hij schrijft aan de Kegering van Amsterdam men koopt den onsehatbaren man los de verblinde Portugezen laten hem gaan en op zijne racdedcelingen waagt men het vier kleine scheepjes uit te rusten, die als ter sluik naar de Indien varen, om den grooten Koning van Spanje daar eene vlieg af te vangen. Aan den 'Koning van Spanje dus in de eerste plaats, en aan HOUTMAN in de tweede, zou Nederland bezittingen te danken hebben, die nog in eene verre toekomst voor ons van onberekenbaar belang kunnen zijn. Laat ons zien wat er van is! Wc doen reeds in 't voorbijgaan opmerken en ieder die met den Handel bekend is zal 't ons toestemmen hoc onwaarschijnlijk 't zij, dat we aan 't Edikt van FILIPS (indien het al gegeven is) zoo ineens en zoo gedwee zouden gehoorzaamd hebben, en hoe veel onwaarschijnlijker nog, dat de Spaanschc en Portugesche kooplieden zulk een Edikt zoo streng zonden hebben opgevolgd. Immers deze hadden evenveel belang bij den Handel met ons, als wij zelve hadden, en terwijl wij gemakkelijk het verbod konden ontduiken onder vreemde vlag en met nagemaakte stukken, is het te vermoeden, dat zij in de havensteden wel scherper oog zullen hebben gehad voor hun eigen voordeel, dan voor de echtheid onzer schecpspapieren. Maar er is meer; en wij moeten om dit verduidelijken, een denkbeeld geven van onzen handelstoestand in de 15^ en 16 de eeuw ', en de bijzonder gunstige ligging van de Nederlanden voor den Handel in die dagen herinneren. De verschillende volken van Europa vormden toen als 't ware drie groepen, te midden waarvan onze Gewesten lagen, ltondom de Oostzee had men do Noren, de Denen en de Moscoviërs ; welke volken men toen, met een algemecnen naam, Oosterlingen noemde. De tweede «roep werd gevormd door de volken rondom de Middellandsehe Zee : Italianen, Spanjaard«, Portugezen; dien men den naam van Westerlingen gaf. Met beide groepen waren we verbonden door de Noordzee, die ons tevens gelegenheid schonk tot de vaart op Engeland en Frankrijk, terwijl onze talrijke rivieren ons met de derde groep, de volken van Duitschland, in betrekking stelden. Neemt men nu in aanmerking, dat verre Handelsreizen toen, om verschillende redenen, niet in gebruik waren, dan zal het ons geenszins verwonderen, dat de zoo gunstig gelegen Nederlanden al zeer vroeg de markt werden der Volken. Zoo bragten de Westerlingen ons olie, honig, was, zout en wijn en de producten van Indië, die toen (de leeweg was nog onbekend) over Constantinopcl en Alexandrie naar Genua en Venetië, en van daar, 't zij over land door DuiUohland, of (door bemiddeling van Spanje en Portugal) 1 Grootendeelt werd deze schets ontleend aan 't wei k van FIUIN: Tit* jam uit an tachtigjarig*» oorlog, 't Geschiedde mot fe merr vrijheid, wijl.lat belangrijk Geschrift nog niet in den hendel is, en dus, jammer genoeg, ontoegankelijk voor grooter publiek.

10 over zee hierheen kwamen. Daarentegen kwam men bij ons de lakens ruilen, die in de tallooze Vlaamsche fabrieken vervaardigd werden van de wol, die we haalden uit Engeland ; of men bevrachtte zijne schepen weer met hout, graan en visch, door de Oosterlingen hier aangevoerd, die op hunne beurt weer ruilden wat uit het Westen tot ons kwam. Eerst Brugge, later Gent, nog later weer Antwerpen, konden in die dagen reeds onder de grootste koopsteden der wereld worden geteld. Wat Antwerpen onder anderen was, kunnen we 't best zien uit de beschrijving van GUICCIARDINI, een Italiaan, die in de eerste helft der zestiende eeuw ons Vaderland bezocht. Onder de 104,000 inwoners waren kooplieden, die 200,000 kroonen per hoofd bezaten, geene zeldzaamheid; een kapitaal dat, in dien tijd, toen de waarde van 't geld zooveel hooger was dan thans, zeker van belang moet worden gerekend. Uit Duitschland werd er gemeenlijk voor lè mülioen kroonen Eijnwijn doorgevoerd. Den handel in wol uit Engeland schatte men doorgaans op 250,000 kroonen, 't koren uit de Oostzee op li millioen, de specerijen uit Portugal op 1,000,000. Jaarlijks werd er voor ongeveer 500 millioen omgezet. Een tijdgenoot en ooggetuige verzekert, dat hij meer dan eens 2500 schepen op de Schelde heeft zien liggen, en dat de laatstaangekomene soms drie weken moesten wachten eer ze de kade konden naderen om te lossen. Op de Beurs kwamen dagelijks 5000 schepelingen van allerlei natiën; en door dat druk verkeer met vreemdelingen was 't spreken van vreemde talen zoo algemeen, dat men zelfs niet zelden vrouwen aantrof, die er vijf, zes, ja zeven verstonden. Doch al was Antwerpen toen de Koningin van 't Noorden, er bleef tusschen de Vlaamsche gewesten en onze Noordelijke een belangrijk verschil, worden zou na 't uitbreken van den oorlog met Spanje. dat vooral van gewigt Van de tallooze schepen, die in Antwerpen af en aan op de reede lagen, behoorden de meeste elders f huis. Al dreef Antwerpen een aanzienlijken handel, de Italianen en Spanjaarden van Zuiden en de Hanse-steden van het Noorden hadden 't meest de Vaart in ; en in Antwerpen stelde men zich er meê tevreden, dat iedereen er heem het koopen en verkoopen. In de Noordelijke gewesten was dit anders. In de vette weiden van Holland en Friesland, Zeeland en Utrecht behoefde men de tallooze Vlaamsche fabrieken niet, om tot welvaart te komen. Hier dreef men handel in boter en kaas, en in visch, artikelen zeker minder geurig dan de Indische specerijen en minder voornaam, maar die den grond hebben gelegd tot iets wat Antwerpen schaars bezat onze SCHEEPVAART. Dewijl we nu zelve die producten uitvoerden, behoeft het niemand te bevreemden, reeds in de meeste steden van Friesland, Groningen en Gelderland in verbond te vinden met de steden der Oostzee, en later, toen ook Holland en Zeeland meer waren opgekomen, met de Hanse-steden. 't Meest echter ging de Scheepvaart bloeijen, toen de Visscherij (die tot dusverre op betrekkelijk kleine schaal was uitgeoefend) opeens eene hooge vingt nam. In 1:397 vond WILLEM BEUKELSZOON van Biervliet het haringkaken uit. De haringvangst was aanvankelijk een weinig belangrijke tak van nijverheid geweest. Wel vinden we reeds in de 8",e eeuw in Engeland van dien visch gewag gemaakt, en ook bij ons wordt hij reeds in zeer oude stukken vermeld: doch de gebrekkige wijze van zouten maakte hem toen ongeschikt voor verdere verzending, Intusschen werd, door de uitvinding MUI BEUKELSZ., de haring opeens een belang-r rijk handelsartikel; en toen kort daarop, in 1416, te Hoorn voor 't eerst grootere en betere haringnetten werden gebreid, bereikte de Hollondsche visscherij binnen korten tijd

11 ren ongekenden trap van bloei. Keeds vroeg werd het aantal haringbuizen op 700 begroot, waarvan er 400 in Holland, 200 in Zeeland en slechts 100 in Vlaanderen t'lmis behoorden. had men er van 46 last. Ook waren de Zeeuwsche en Vlaamsche booten alle klein, maar in Holland We lezen onder anderen dat Enkhuizen alleen in 1547 acid oorlogschepen uitrustte, om zijne visschers te beschermen. De opbrengst der visscherij werd met den handel in Indische specerijen gelijkgesteld, en de lijfarts van KAUEL V schrijft, opgetogen van bewondering: "Meer goud en zilver, dan andere Natiën met den zwaarsten arbeid uit den "grond delven, visschen de Hollanders uit de zee." Die uitgebreide haringnering gaf weer tot andere zaken aanleiding. Om zooveel haring te bereiden, had men natuurlijk zout noodig; méér zout dan hier door Fransche en Spaansche schepen werd aangevoerd. De Hollanders haalden 't dus zelve. De Oosterlingen kwamen 't weer bij ons koopen, en betaalden met koren, waarmede wij op onze beurt weer handel dreven naar 't Westen. Jaar op jaar werden er dus meer en beter schepen gebouwd, en de koopvaardijvloot van Holland alléén werd spoedig op 800 tot 1000 schepen begroot. Waar zooveel nering was, moest welvaart en rijkdom toenemen. De vreemdelingen die on'; Laid bezochten, waren dan ook uitbundig in hun lof en konden bijna seen woorden vinden, om hunne bewondering uit te drukken van 't geen ze hier zagen. Intusschen was met betrekking tot den Indischen Handel eene groote verandering voorgevallen '. Antwerpen bleef (voor 't Noorden) nog wel de hoofdzetel van dien handel, maar de Indische specerijen kwamen er langs anderen weg. In vroeger tijd was de regtstreeksche handel op Indië geheel in handen der Arabieren geweest. Ze kochten de specerijen en kostbaarheden van de inboorlingen en bragten ze naar de lloode Zee, naar Alexandrie en Constantinopel. Daar werden ze gehaald door de Italianen, vooral uit Venetië en Genua, en verder door Europa verspreid. In de 15 äe eeuw echter gebeurden twee gewigtige zaken. De Spanjaards ontdekten, onder COLUMBUS, een nieuw werelddeel, en de Portugezen vonden, na eene reeks van proeven, eindelijk onder BARTHOLOMEO DIAZ, of liever onder VASCO DE GAMA, den zeeweg naar Oostindië. Ze bleven daarvan meester, niettegenstaande de Arabieren, gesteund door 't geld der Italianen (wier tussehenhandel door deze ontdekking ernstig bedreigd werd) daartegen met alle kracht in verzet kwamen. Van welk gvwigt beide gebeurtenissen ook voor onten Handel moesten zijn, is ligt te zien, wanneer we de betrekkingen nagaan, waarin we toen tot beide Volken stonden. 2 De oudste Koning van Portugal had in 11 17, met behulp van Nederlanders en Vlamingen, die ten kruistogt waren uitgevaren tegen de Mooren in Spanje, zijne latere hoofdstad Lissabon veroverd. Sedert dien tijd genoten de Nederlanders daar vele en belangrijke vrijdommen in en pri- 1 Dit gedeelte mijner beschouwing hoeft veel te danken aan eene Verhandeling tan Mr. J. A. \ VN DIR DHIJ8: OeseMedenu der Stirhttu.j tan tie vereeiiigde O. 1. Compagnie, t' Druk, Leydcn, 1S57. Waar ik in opvatting van dien Schryrei verschil, heef! Inj mij njeesta) lelf den weg gewezen. 2 JAS IIUTOHEN VAN LIKSCHOTEN verhaalt dit in ïjjn: Cort relaea van de Coiiingen van Portug drukt achter 't Utyi-geichrift van de navigatii. gal t/3/trs in Oriinlen, blz. 144, \crgelijk «uk SCHLÖSSE» Mgemeent Geschiedenis (Holl. uitgave), Deel VI, blz. 880, 281 en Deel VIII, bh. 286.

12 privilegiën ', "om daardoor te betoonen (als henlieder eygen Cronijcken verhalen) door wiens, ende met wiens hulpe, de Portugesen besitten, het gene sy huydensdaegs bewoonen." Reeds dit gaf dus waarschijnlijk aanleiding tot een levendig verkeer tusschen beide natiën. Nadat de zeeweg naar Indië was gevonden, moest dit nog toenemen. De ondernemingen naar Indië waren in Portugal uitgegaan van de Kroon, en de Koning bleef ook later de eenige reeder van de vijf of zes schepen, die jaarlijks naar Indië stevenden. Slechts tegen betaling van hoogo pachten mogten Portugesche kooplieden in de bevrachting dier schepen deelen; terwijl weer aan den anderen kant de uitvoer van Indische producten uit Lissabon naar het overig Europa voor Portugesche schepen verboden was 2. Dit verbod schijnt vreemd, en men heeft dan ook allerlei verklaring van het raadsel gezocht. Ik geloof de oplossing eenigermate te hebben gevonden. We lezen, dat in 1503, kort na 't ontdekken van den zeeweg, een Gezant van den Koning van Portugal in Antwerpen is geweest, om de groote handelshuizen aldaar tot den tusschenhandel in Indische specerijen uit te noodigen. Dit kan dus reeds op het vermoeden brengen, dat het verbod althnnc niet was uitgevaardigd, om de Nederlanders, die nu eenmaal hun kapitaal in dien handel hadden gestoken Tte benadeelen. Dat vermoeden wordt echter zeer waarschijnlijk door eene uit dit oogpunt belangrijke plaats bij VAN LINSCHOTEN 3, over wiens merkwaardig boek ik straks nader spreek. In elk geval zal men, na 't meegedeelde, niet vreemd vinden, dat jaar op jaar méér Nederlandsche schepen den Taag inliepen, en Lissabon binnen zijne muren eene vrij welvarende Nederlandsche kolonie bezat. Met Spanje waren onze betrekkingen bijna dezelfde als met Portugal. Men weet, hoe COLÜMBUS voor zijne plannen vergeefsche pogingen aanwendde bij den Konino- van Portugal 4. Daarna had hij zich vervoegd bij de beheerschers van Spanje. (Spanje was toen nog tusschen twee Vorsten verdeeld : FERDINAND regeerde in Arragon, ISABELLA in Castilië.) Toen ook FERDINAND zijnen bijstand weigerde, had ISABELLA uit eigen middelen COLÜM- BUS ondersteund. Een gevolg daarvan was, dat alle latere expeditiën, die ('t voorbeeld van COLUMBUS volgend) den weg naar Amerika insloegen, de havens van Andaluzië, San Lucar, Cadix en Seville 5 uitzeilden ; daar dit landschap tot de Kroon behoorde van Castilië, die de kosten der eerste onderneming had gedragen. Eeeds onder KAREL V werd de geheele Westindische vaart der Spanjaarden tot Seville beperkt, daar hij op straffe des doods en confiscatie der goederen beval, dat elk Spanjaard, waar hij ook mögt zijn uitgezeild, bij zijne terugkomst slechts te Seville binnenloopen 1 Onder anderen: "Vrijdom van Imposten en Chijnsen van al 't geen ze voor henlieder personen, huysen en familie van doen hebben, te mogen draghen sodanigben cleercn en juweelen, ende van soodanighen stof alst hen ghelieft, als oock henlieder huysvrouwen al sijnse schoon Portughesen. Item te moghen gaan bij nacht en ontijden alst hen te pas comt, met vijf ofte ses Dienaars, met licht of sonder licht, en met soodanighe wapenen en geweer alst hen belieft: 't welcke d' ingheborenen in ghecnderley manier toegelaten wert," enz. enz. 2 VAN DER CHUS, blz. 2. Vergelijk de Noot op blz Vooral op bladz. 128 en 129 van zijn Ilinerarium spreekt LINSCHOTEN zeer uitvoerig over dien handel. Wij zien er tevens uit, hoe LINSCHOTEN reeds zoo vele Nederlanders in Indië vinden kon, waar ze facteurs waren van de pachters der peper, "van weghe die Fuckarc en Velsares van Augsburgh, die op dien tijdt part en deel hadden aan de peper." De FLGCEKS en VELSEKS hadden ook kantoren iu A ntwerpen. 4 PHESCOTT, Eislory af Ferdinand and Isabella (uitg. van ROUTLEDGE), Deel f, blz s PBE»COTI aid Deel II, blz 140.

13 9 mögt, welk bevel kort daarop door een tweede werd gevolgd, dat namelijk geen schip op Amerika elders dan van Seville mögt uitzeilen *. Te Seville nu woonden eveneens vele Nederlanders, die door KAREL V zelfs met de Spaansche kooplieden waren gelijkgesteld. Neemt men daarbij in aanmerking, wat een Aardrijkskundige uit die dagen van de Spanjaarden zegt: dat ze namelijk "liever ten oorlog gaan dan aan den bouw, liever achter de trommel dan achter den ploegh, en liever een sweert of lancie dragen dan eene zweep" 2, dan vinden we 't zeer begrijpelijk, dat de Spanjaarden spoedig meer smaak vonden in de Amerikaansche veroveringstogten, dan in den zedigen handel op Nederland, welke dus van zelf den reeds in Seville gevestigden Nederlanders in handen viel 3. Wanneer men nu die uitgebreide betrekkingen der Nederlanders met beide natiën nagaat, dan moet het ons verwonderen, niet dat de Hollanders» onder HOUTMAN, wagen dorsten naar Indië te stevenen, maar dat ze niet reeds veel vroeger naar Indië hebben koers gezet. Immers, al hield het Spaansche en Portugesche "hof werkelijk dien weg naar de Indien zoo zoro-vuldig verborgen, als men dit doet voorkomen, zou dan geen enkele Nederlander, te Seville of Lissabon woonachtig, den gouden sleutel hebben gekend, die hem (bij een van de talrijke zeelieden, welke dien weg reeds hadden afgelegd) dit belangrijke geheim kon ontsluiten? Waarlijk! HOUTMAN behoefde later niet naar Lissabon te gaan, om 't geheim van den Indischen handel uit te vorsehen! Niet alleen waren de Nederlanders lang genoeg in Spanje en Portugal geweest, om te weten wat ze noodig hadden, maar straks zal 't ons blijken, dat men die wetenschap in 't geheel zoo verborgen niet hield, en dat zelfs reeds verscheiden Nederlanders in de Indien waren geweest. Ja zelfs Nederlandsche schepen hadden reeds een aanmerkelijk deel van dien zeeweg afgelegd. De behoefte aan zout dreef ons al spoedig naar de plaatsen, waar dat zout uit de eerste hand te vinden was, naar de Kaapverdische eilanden, waar 't zoo overvloedig op de klippen lag, dat men 't maar voor 't opscheppen had. Van daar leidde de weg als van zelf naar 't goudrijke Guinea, naar de Peperkust en Ivoorkust en naar 't suikerrijke St. Thomas; welke laatste vaarten echter iets later vallen. In 1450 vinden we reeds eene Nederlandsche kolonie op de Azoren, die daarom (niet omdat ze door een Nederlander zijn ontdekt) langen tijd de Vlaamsche eilanden hebben geheeten 4. Ontbrak 't dus den Nederlanders niet aan moed (en aan moed voor zulke togten heeft het ons nooit ontbroken) ontbrak 't ons welligt evenmin aan kennis van 't vaarwater, terwijl men schepen, voor zulk een togt noodig, even goed nu als later had kunnen bouwen (en Antwerpen althans, om van 't Noorden niet te spreken, kapitaal genoeg bezat), dan is er schijnbaar geen enkele reden, waarom niet reeds een vijftig jaar vroeger de een of andere ondernemende HOUTMAN den boeg naar 't Oosten wendde. Doch, eene groote verandering valt, om zoo te spreken, niet eensklaps uit de 1 KOSCHER, Kolonien, Kolonial politik, u. s. w., blz ' DAMIANUS, aangehaald in eene merkwaardige Aardrijksbeschrijving uit dien tijd: Cosmographie of le leschrijvinghe der icereld, van JACOBUS VIVERIUS, Medecijn van Amsterdam, Hij zegt ook terzelfder plaatse, blz. 70: "Het dunckt den Fransoysen eene Barbarische wijsc dat de Spacnsche vrouwen haer ooren doorsteken om eenich juweel daaraan te hangen. Sy draghen oock een houten hoep om 't lijf (schrijft ML'NSTERUS) om met een grootcn tred wat heerlijckcr te gaan." Maar reeds toen viveitits M-lirref was de l'ranscbe smaak in dit opzigt veranderd, en hadden ze 't de Spaansche vrouwen nagedaan. 3 ZiiNir.A, Annales de Sevilla, blz 415, aangehaald hij PRESCÓTT, 2 C Deel, blz JAN HCTGHEM VAN LINSCHOTEN, tlinerarium, blz. 1 L.

14 10 lucht. Elke gebeurtenis is 't gevolg eener reeks van zamenwerkende oorzaken; voor het toeval is in 's werelds loop geen plaats, en eene gezonde wereldbeschouwing moet dan ook, door 't opsporen dier oorzaken, dat toevallige zooveel mogelijk uit de Geschiedenis trachten te verwijderen. Bij de behandeling van dit onderwerp was mij 't inprenten dezer waarheid nevendoel ; want wat geeft eene bloote opsomming van feiten en jaartallen? 't Vult boeken, maar wekt geene denkbeelden! Zal eene onderneming, van welken aard ook, tot stand komen, dan moet er in de eerste plaats iets zijn wat tot die onderneming aanspoort, er moet, zoo als we 't noemen, eene drijfveer zijn. Behoefte dwingt den mensch tot handelen, tot arbeid. De zucht om zijn lot te verbeteren, de begeerte naar welstand, naar genot, dringen hem krachten in te spannen, die hij anders ongebruikt zou laten. Maar die drijfveer is op zich zelve niet genoeg. Er kunnen tegenwerkende oorzaken in 't spel zijn, die ons alle handeling beletten. Uit de verhalen der Indische reizen bleek, dat die togten buitengewoon groote winsten afwierpen, maar tevens, dat er groote gevaren aan waren verbonden. De scheepsbouw stond in die daaen nog op zóó lagen trap, dat het ons niet verwonderen moet, te lezen van schepen, die, pas gebouwd, kort na 't uitzeilen zóó van de wormen waren doorknaagd, dat ze bij de 20 span water inhadden '. LE PETIT vertelt van een schip 2, dat, onder 't lossen van het geschut bij de Engelsen«kust, zonk, omdat men bij vergissing de geschutpoorten openliet (?) en waarschijnlijk slecht had gewend; zoodat het water door de geschutpoorten naar binnen liep. Een Portugeesch schip viel om op de reê, wijl het slecht geballast was, enz. 3 Daarenboven koos men uit onkunde een weg, dien men tegenwoordig zorgvuldig vermijdt. Men voer, wat men kon, langs de kust van Guinea, "waar 't ongemeen veel dondert en blixemt en waar vlagen van wint met haestichheyt overkomen en passeeren, en soo sterk vallen dat men telken reis de seylen moet strijken, en de gtoote rae halvermast, soms geheel neder, dikwijls 10 of 12 maal op een dag. Hier is ook onvcrdragelijke hitte, en al 't water, dat op het schip is, wordt er zoo, dat men de neus moet toehouden als men drinct. Hoe men dichter bij 't land komt hoe meer dat het regent, en soms zijn er stilten, zoodat al te mets de schepen wel een paar maanden moeten liggen eer ze door de linie zijn." Deze mededeeling uit LINSCHOTEN kan doen zien, dat men, wat de scheepvaart betrof, niet bijzonder op de hoogte was. Men hield zoo digt aan de kust, omdat men anders vreesde te vervallen op de droogten, die op de kust van Brazilië zijn. Dan toch kon men in 't geheel de linie niet passeren, maar moest wcêr omkeeren naar Portugal ; iets wat het vorige jaar nog den Admiraal van de vloot, waarop LINSCHOTEN voer, was gebeurd. 't Zonderlingste geval is wel dit: op een schip' 4, dat van Indië huiswaarts keerde, brak onderweg, toen men Mosambiquc voorbij was, in een storm de roerpen. Ziende, dat het schip niet rnagtig genoeg was om de Kaap te passeren, besloot men naar Mosambique terug te kecren, om daar te overwinteren. De bootsgezellen vloekten niet wei- 1 JAN IIUYGÏIEN, ltinerariam, blz. DÎ9. - Grande Chronique de il Mande cl Zeelande, blz. fi99. 't M'as 't schip de M w n van de Compagnie van TIN iiaei i en O'., te Middelburg; waarover later. 3 JAN HUYGHEN, Itïnerarium. 4 't Was 't schip, waarop LINSCUOTIM n-iar Europa terugkeerde l'y»erbaall bel in /ijn Itinerariwn, WE. 137.

15 11 ia- op den Kapitein en de Officieren, die 't schip zóó kwalijk voorzien hadden, "dat er niet een koordeken, noch (de stof) om er een van te maken aan boord was, zoo er iets kwam te breken". Hun vloeken hielp echter weinig, en men wendde den steven. Vijf dagen later was men tot aller verwondering eenige graden digter bij de Kaap, dan toen men\ad omgekeerd. Zonder dat iemand er iets van gemerkt had, was men, tegen den koers in, achteruit gedreven, "door de cracht van het water, die in die contreijen altoos met sulcken stereken stroom naar de Cabo toetreckt." ' Bij zulke tastbare voorbeelden van gebrekkige stuurmanskunst en uitrusting van schepen is 't niet vreemd te hooren, hoe het scorbut soms de manschap zoo plaagde, dat er met één in staat was om aan 't roer te gaan; in welk geval men maar aan wal stapte en er eene maand of wat bleef, om weer op zijn verhaal te komen: terwijl 't als doorgaande regel d dat er van de 400 schepelingen aan boord der Portugesche schepen 60 stierven op reis'uit en t'huis. Men kan dus wel nagaan, dat de vertellingen, die van de Indische vaart in omloop werden gebragt, juist niet bijzonder uitlokkend waren. Daarenboven, de geheele weg was in handen der Portugezen. Op elke aanlegplaats liep men «evaar Portugezen te ontmoeten, en, als bevriende natie, diende men 't regt te eerbiedigen dat ze zich nu eenmaal op die vaart aanmatigden. Althans kon men vrij zeker verwachten, dat ze bij eene inbreuk op dit regt evenmin lijdelijk zouden toezien, als vroeger de Mooren. Konden dus de voordeden van den regtstreekschen handel op Indië een scherpe prikkel zijn tot mededingen, - daartegenover stond de kennis van, of liever 't geloof aan de ontzettende moeijelijkheden, met die togten gepaard. Maar bovendien kon in 't eerst die prikkel zoo sterk niet zijn. Ook zonder dat wij naar Indië voeren, vloeiden groote voordeelen van den handel ons toe. Spanjaarden en Portugezen deden den langen en gevaarvollen togt; maar Hollanders, Zeeuwen en Vlamingen waren 't, die, 't geen te Seville en te Lissabon was opgehoopt, verder door de wereld verspreidden. Sedert den opstand tegen Spanje kwam echter langzamerhand in dezen staat van zaken vcranderin»', vooral toen Portugal in 1580 aan de Spaansche Kroon was gehecht. Of er Toit eenig bevel door EILIPS is uitgevaardigd, dat ons, na 't uitbreken van den oorlog, de vaart op Spanje verbood, schijnt twijfelachtig <-. Sommige onzer oudere Schrijvers spreken daarvan in 't geheel niet, anderen noemen daarvoor allerlei jaartallen. In elk o-cval blijkt er weinig van de uitwerking van zulk een verbod, 't Is waar. dat men, van Regeringswege althans, onze kooplieden niet meer met dezelfde voorkomendheid bejegende als vroeger. Nu eens nam men onze zeelieden in arrest, "onder 't deksel dat ze uit 's vijands land kwamen en dus van de inquisitie dienden te worden geëxamineerd." Dan weer legde men beslag op onze schepen, als de Koning ze soms noodig had om soldaten hier of daar heen te vervoeren, en men noodzaakte dus onze Schippers wel eens tot reizen, die geheel buiten hun plan lagen. Maar toch schijnt alles niet zóó erg te zijn geweest, of jaarlijks bezochten nog honderden Nederlandsche bodems de vijandelijke havens en deden er goede zaken. De handel was dan ook voor de Spanjaarden even voordeelig als voor ons. Men kon ons niet best missen, en de Spaansche autoriteiten in de havensteden knepen beide oogen toe, als onze Srhippers slechts papieren vertoonden uit de Oostzee-steden, al waren die ook nog zoo lomp door Amaterdamsohe Notarissen nagemaakt. 1 VAK»EB CHUS, blz. 12 en 13.

16 12 Nog in 1595 * beklaagde zich de Eransche Ambassadeur bij de Staten over dien drukken Handel der Nederlanders op Spanje. Men kon zich niet begrijpen, dat we zoo onvaderlandlievend konden zijn, den vijand 't koren en 't hout te bezorgen, dat hij noodig had! De Hollanders echter zagen wijsselijk in, dat men den Spanjaard toch niet beletten kon zich daarvan te voorzien. Men had dus de keus, zelf van die behoefte zooveel mogelijk voordeel te trekken, of den handel in andere handen te zien overgaan, waarbij natuurlijk niet de Spanjaarden, maar wij zelve de schade zouden lijden. De Staten antwoordden dus : "dat dezer Landen welvaart op den Handel was gegrond en anders de penningen om den oorlog te voeren zouden ontbreken." De onzekerheid echter, waarin onze handel met Spanje, door den oorlog en de arresten en plagerijen der Spaansche Eegering toch altijd eenigzins verkeerde, nam toe sedert In 1578 namelijk was de avontuurlijke Don SEBASTIAAN, Kroonprins van Portugal, in Afrika gesneuveld, in een slag tegen de Mooren. Hij werd opgevolgd door zijn Oom, die echter reeds in 1580 overleed, en den troon ledig liet. Onderscheidene pretendenten maakten daarop aanspraak. EILIPS II echter, die aan 't Portugesche Koningshuis vermaagschapt was, zette door een leger onder den Hertog van A Iva aan zijne aanspraken zoo veel kracht bij, dat Portugal eindelijk met Spanje werd verbonden. Sedert begonnen voor ons in de Portugesche havens dezelfde moeijelijkheden, die we reeds in Spanje hadden ondervonden. Ditmaal raakte 't meer dadelijk de voordeelen van den Indischen handel, en van dien tijd af dagteckenen dan ook alle ernstige pogingen om die voordeelen regtstreeks in Indië te gaan zoeken. "Langsamerhand begon de gedachte daaraan plaatse te krijgen onder de gemeene man," (om de woorden van LINSCHOTEN te gebruiken 2 ) "voornamelijk onder de ghene die 't haar professie is nacht ende dagh te practiseren, haer goet ende have door de koopmanschappen te vermeerderen. Ende 't is niet alleen daarbij gebleven, maer, door-kruipende noch verder, is gekomen tot in de herten ende ghemoet derghener die 's Lants regeringe en welvaart van des Alderoppersten macht aanbevolen is: welcke vermerekende dat met soodanighe vreemde vaerten andere Natiën, als oock sommige particulieren persoonen soo seer floreren ende soo vermoghent door geworden zijn, hebben eindelijck voorgenomen en zijn begonnen seer te soliciteren (= ter harte te nemen) oock ijet sulcks te beginnen, daar men eenighsins (ja grootelijcken) niet alleen cenighe in 't bijsonder, maar onses gantschen Vaderlandts welvaart met souden moghen stijven, ende andere natiën ghelijck maken in 't kas van de Zeevaart ende onderhandelinghe van dien; daar doch dese onse Natie en Landen in bequaamheijt (geschiktheid) en gheleghenheijt (niemant te na gesproken)" [waar 't anders nog al van heeft!] "alle d'andere der wereld ghenoegh te boven gaan na de streckinghe van hare limiten." Daarop verhaalt LINSCHOTEN verder, dat reeds toen, nog bij 't leven van Prins WILLEM, en dus zeker 10 jaar vóór HOUTMAN, "ettelijcke avonturiers" daartoe hadden aangepord, en de Prins "in dit plan een sonderlingh welbehaghen had." Door de troebelen was er echter niets van gekomen, hoewel men 't nooit uit de gedachten had verloren. Men wenschte namelijk, met hulp van de Staten, een doortogt te zoeken naar Indië, 1 FBDIN, Tien jaren, enz, 2 e Gedeelte. '-' In zijne Voyage of/c schipvaar/ van hij Noorden om; gedrukt achter 't Ilinerarium, in de latere uitgaven, blz. 1.

17 13 bij 't Noorden om ; een plan wat moeijelijk alleen door particulieren kon worden ten uitvoer gelegd. De toestand van 't Land was echter toen waarschijnlijk te verward (vooral sedert den noodlottigen moord van WILLEM, in 1584) om den Staten tijd te geven, aan dergelijke ondernemingen te denken. Van llegeringswege gebeurde dus vooreerst niets, maar daarom gaven de avonturiers de zaak niet op. Wie waren die avonturiers? Men zou zich bedriegen als men aan dit Woord de twijfelachtige beteckenishechtte,*die't tegenwoordig heeft. In vroeger tijd noemde men zóó ieder koopman, die zich, met zijn kapitaal of met zijne goederen, in vreemde landen waagde (of avontureerde)». Zeer waarschijnlijk waren de hier bedoelde avonturiers, de Gebroeders DE MOUCHEKON, Edellieden uit Normandie, die echter, om de godsdienst hun Vaderland ontvlugt, zich te ter Veere hadden neergezet en daar een uitgebreiden handel dreven op Moscovië. Eeeds n-eruimen tijd hadden ze zich onledig gehouden om aldaar, door middel hunner facteurs en bedienden, berigten in te winnen omtrent den doortogt naar lndic om de Noord. Te o-elijk ontzagen ze moeite noch kosten om in Engeland daaromtrent 't een en ander te hooren, en in 1584 alzoo, nadat het plan, WILLEM voorgelegd, (wegens den verwarden toestand des Lands) bij de Eegering geen steun had kunnen vinden waagden ze op eigen kosten eene kleine proef, die echter niet gelukte -. Immers men was al spoedig genoodzaakt geweest om te koeren, en de Dwina in te loopen, maar gaf daarom den moed niet op ; en in de geschiedenis van onzen Handel komt dan ook de naam der MOUCHERONS nog verscheiden malen voor. Toch was de kennis van Indië tot dusverre slechts in 't bezit van enkelen. Eerst in 't jaar 1594 kwam grooter publiek in 't geheim. In 1592 was een zekere JAN HUYGHEN VAN LINSCHOTEN, die in 1563 te Haarlem was, na 13 jaar uitlandig te zijn geweest, in 't vaderland teruggekeerd. In 1595 gaf hij van zijne lotgevallen eene beschrijving in 't licht, onder den titel: Itinera rimn. ofte sc/djjvaert naar Oost ofte Portuyaalsch Indien. Inhoudende eene beschrijving dier lauden, zeek uden, havens, rivieren, /wecken en plaatsen., met de gedenkwaardigste historiën derzelve. Heeft men slechts eene enkele maal dit voor dien tijd onschatbare werk van LINSCHOTEN doorbladerd, dan is zulks genoeg, om ons geheel van de dwaling te genezen, dat men hielte Lande met de Indische toestanden zoo geheel onbekend zou zijn geweest en dat de Portugezen met hunne wetenschap zoo bijzonder achterhoudend waren. Voor lezers van den tegenwoordigen tijd is 't boek van JAN HUYGHEN niet bijzonder uitlokkend ; bovendien is 't zeldzaam geworden, en ik deel er dus 't een en ander uit mede ;l. Van zijne eerste jeugd af zegt JAN HUYGHEN geneigd tot het lezen van vreemde dingen en geschiedenissen, had hij daardoor "eene groote vcrwecking der begeerte gekregen om vreemde en onbekende landen te bezien ofte eenige avonturen te versoecken." 1 ANDERSON, History of Commerce, op 't jaar LE PETIT Grande Chronique, p "Ayant longues années auparavant fait grand' déligeuce pour deseouvrir le passage, et l'entre'e de la mer de Tartane" (PETIT spreekt in 1594); "outre la petite épreuve que dix ans auparavant il en avait déjà faite." 3 Over LINSCHOTEN kan men ook nalezen: o. MOLL, Verhandeling over eenige vroegere zeelogten der Nederlander», 't Is een onafgewerkt antwoord op eene prijsvraag der Maatschappij: TOT NUT VAN 'T AL- GEMEEN, liet Hoofdbestuur noodigde den Schrijver uit den begonncu arbeid te voltooijen, doch 't ontbrak aan tijd, en 't handschrift werd dus door MOLL, zoo als 't daar lag, uitgegeven. Zie wijders VAN KAMPEN (veel uitvoeriger), Levens van beroemde Nederlandtri, CULALTS: Verhandelingen en berigten over de Zeevaar/, 1834.

18 14 Die trek was destijds zoo als onlangs is opgemerkt * bij onze Natie vrij algemeen. Een eenigzins langdurig buitenlandsch verblijf behoorde tot eene beschaafde opvoeding, en geen man was er van eenigen naam of hij had althans gedeeltelijk zijne opleiding aan eene vreemde Academie ontvangen. JAN HUYGHEN had alzoo ook "geresolveert zich eenigen tijd te absenteeren van het vadersland en van zijne magen en vrinden; en oorlof gekregen hebbende van zijne ouders, die toen woonachtig waren te Enckhuijsen, had hij zich begeven op een schip dat naar St. Lucar zou zeilen." San Lucar was als 't ware de voorstad van Seville. Hij had in die laatste plaats twee broers, die er ettelijke jaren waren geweest en met wier hulp hij, "beter hoopte teregt te komen en ervarenheid te krijgen van het land en de Spaansche tale." Den 6"«1 Dec zeilden ze uit Texel, "wesende in compagnie 80 schepen, onsen cours nemende naar Spanien." Op Kersdag liep de vloot te San Lucar binnen, en te Seville vond LINSCHOTEN een zijner broeders. De andere was afgereisd naar Madrid. "Intusschen gebeurde 't alsdat in Portugal aflijvig werd de Koning door wiens dood een groot oproer en oneenigheijd ontstond, overmits dezelfde overleden koning in zijn testament voor erfgenaam liet, den koning van Spanien FILIPS, zijns zusters zoon, niettegenstaande de Portugalezers, zijnde altoos doodvijanden der Spaansche natie, daar meest tegen waren." Hoe dit afliep hebben we boven reed3 gemeld, en we kunnen JAN HUYGHEN ook niet voet voor voet bij zijn verhaal volgen. Genoeg, dat hij zich eerst in dienst begaf van een "Duijts (d. i. : een Hollandsen) Edelman," die over land naar Portugal wilde reizen "om hetzelve land te bezien ;" dat hij in Portugal, aan het Hof, zijn tweeden broeder vond de eerste was intusschen overleden en den Edelman verliet, om zich in dienst te begeven van "een Coopman, ten einde de trafijk van den handel te leeren kennen, tot zich iets anders offereerde." In Mei 1581 woonde hij aldaar den intogt bij van FILIPS, "waar de Duijlsche natie" (de Nederlanders werden toen steeds zoo genoemd) "den prijs had van 't beste werk (vuurwerk?) en spectakel." Door de oneenigheid was echter in Lissabon "de handel cleijn" en JAN HUYGHEN "practiseerde dus met alle neerstigheijd" in dienst te komen bij den pas benoemden Aartsbisschop van Indië, die spoedig daarheen zou vertrekken. Dit gelukte: "overmits den Heer van zijn broer, die een Secretaris was van FILIPS en een groote en especiale vrind van voorzeijden Aartsbisschop." Op den 8 stra April van 't jaar 1583, 't welk de dag was dat gemeenlijk de schepen zeil gingen, "liepen ze in compagnie van 5 schepen, van de grootte van 7 à 800 last, uit de rivier van Lisbonen zeewaert ; stellende onze saecken in Gods hand : zonder wiens faveur en hulp wij niet en cunnen uitrechten." Op reis gebeurde niet veel merkwaardigs, alleen passeerde 25 Meij een Eransch jacht, 't geen (NB.) 't Portugesche schip "met 500 man zoo soldaten als zeevolk" geheel in oproer bragt, "overmits 't meeste volk ziek was ; gelijk door de groote hitte daar (op de kust van Guinea) meestal gebeurde." Ze "schoten" echter "een paar schoten na hem" waarop hij hen verliet! In September was men in lndic, en deed de Bisschop zijne intrede in Goa (in 't tegenwoordige vóór-indië), toen de hoofdplaats der Portugesche magt. JAN HUYGHEN bleef aldaar 5 jaar, om te onderzoeken "de manieren, wesen en gedaanten van dezelve land en lieden, vruchten, waren en coopman schappen en andere dingen, die hij allen op zijn tijd, na de waarheid, slecht en eenvoudig in zijn boek verklaren zou, 1 ritere, Tien jaren, enz. bit. 133,

19 18 zoo als hij 't zelf met zijne eigene oogen had gezien en genoteert en van andere personen neerstig ondervraagd had." Aan die belofte" werd LINSCHOTEN niet ontrouw. Hij bragt eene fraaije collectie voorwerpen en teekeningen bijeen, die hij bij zijne terugkomst ten geschenke gaf aan zijn vriend den zeer geleerden heer Doctor BERNARD PALUDANUS (anders TEN BROECKE) van Enkhuizen, "die al wat ongemeen was in zijne konstkamer verzamelde '," en in zijn boek geeft hij eene uitvoerige en allernaauwkeurigste beschrijving van al wat hij in de Indien had opgemerkt en er van te weten was gekomen. Verrassend is in dat boek te zien, welk eene menigte Nederlanders HUYGHEN in de Indien aantreft (in 't vasteland van Indië altijd) en die men er volgens de geicone voorstelling van den gang van zaken niet zou zoeken. Ze waren er gekomen, deels als trompetters (voor dat vak schijnt toen bij ons veel liefhebberij te hebben bestaan, want als er van een trompetter gesproken wordt is 't meestal een Nederlander), deels als busschieters in dienst der Portugezen, doch bovenal als factoors van de peper voor de Antwerpsche huizen. 't Meest trof mij echter de kalme toon, die in 't geheele boek heerscht, en die ons gewoon om in dit tijdvak slechts van wapengekletter te hooren, niet zou doen vermoeden, dat onze Gewesten toen met Spanje in feilen krijg waren. Nergens wordt bij HUYGHEN van dien krijg gesproken; geenerlei merkbaren invloed oefent die oorlog op de betrekkingen tusschen afzonderlijke personen der beide natiën, 't Is een bewijs te meer dat de strijd dien men voerde, niet die was van Volk en Volk, maar van eene Natie tegen eene anti-nationale Eegering. Merkwaardig is ook de jammerlijke toestand, waarin de Portugesche schepen meestal verkeeren; een toestand zoo in 't oogloopend verwaarloosd, dat men hier te Lande wel weten moest, hoe weinig men van de Portugezen op den weg naar Indië te vreezen had -. Zoo kwam er (om enkele staaltjes mede te deelen) in 1586 tijding in Goa, dat een schip 't vorige jaar uitgezeild, was verongelukt. "Vermoedelijk" zegt JAN HUYGHEN "was 't onderweg opgebarsten, want meestal overladen ze de schepen; en hoewel men vóór 't afzeilen den schippers en andere officieren een eed doet afleggen, of 't schip sterk en bequaam genoeg is om de lange reis te volbrengen, doen zo dien eed, al is 't dat het schip duizend fouten en letselen heeft, om hunne plaatsen en profijten niet te verliezen." "Dat er één schip behouden overkomt is een mirakel van.god," zegt hij elders, en toch was 't minste schip op de t'huisreis altijd een millioen gouds waard. Als een schip geladen is "leijt het al over bedect met goed, zoodat de hoofdtouwen onder water zijn, en daarenboven staat het opperste of bovenverdek altoos vol; zeven, acht kisten hoog, die geen plaats onder hebben: want onder is 't soo gestout, dat er niet een hoeksken leeg is of 't is vol geparst, zoodat als men onder zeil gaat, niemand weet waar men 't eerst zal beginnen aan te tasten om 't schip te regeren, 't geen ze nog in geen maand tijds, nadat ze onder zeil gegaan zijn, in orde kunnen brengen." Toen een van die schepen, bij voorbeeld, zeilreê was, "zoo waren onder andere rommelingh die op 't bovendek stond, veel hoenderkooijen, waaruit sommige hoenders losbra- 1 VAN DEN iiooff (G. BRANDT), Historie van Enkhuyzen. PALODANUS schreef ook de aanteekeningen op HUYGHENS boek. 2 Om niet al te breedvoerig te worden, zijn de oorzaken van die verwaarloozing weggelaten. Waarschijnlijk lag de schuld uitsluitend in 't stelsel dat in Portugal ten opzigte van den Indischen handel werd gevolgd. Niet alleen was 't alleenhandel, maar 't was alleenhandel van de Kroon. Eigenlijk kon 't niemand schelen wat er van die schepen te regt kwam, als men er 't leven maar afbragt. Alle posten werden door gunst van 't Hof verkregen, en bovendien betaalden de pachters van de peper deze schade. Mcu zou daarover, uit LINSCHOTEN, bladzijden kunnen vullen.

20 16 ken; 't geen aanleiding gaf tot een gevecht onder 't volk, zeggende iedereen dat zij haar toekwamen." "In somma is 't volk overhoop geloopen aan d'eene zijde van 't schip, gelijk het gemeenlijk geschied in eenig gevecht. Met deze alteratie en gewicht van 't volk aan d'eene zijde is 't schip [NB. een schip van 7 à 800 last] omgevallen en gezonken, zoodat er alleen een span van de topsteug boven 't water blijckte." De oorzaak van deze wonderlijke geschiedenis was eenvoudig deze. Al de goederen die op die schepen werden verzonden, waren voor rekening van den Koning of 's Konings pachters. Niemand mögt in de bevrachting deelen; maar nu smokkelde natuurlijk alle ziel die aan boord was, wat hij kon, en bij déze bijzondere gelegenheid had,men eenvoudig aan de eene zijde van 't schip den ballast weggenomen, en er (let wel!) kaneel voor in de plaats gesteld. Meer dergelijke verhalen zouden kunnen bewijzen hoe treurig 't er aan boord van de Portugesche schepen uitzag. 't Belangrijkste echter van HUYGHENS boek is het 2 de gedeelte. In zijn Reijs-geschrifl van de navigatiën der Portugaloijsers in Orienten, geeft hij een beschrijving «van al de verschillende coursen en vaarwaters naar en in die streken." Al die koersen waren "geobserveert en opgeteekent van de piloten en 's konings stuurlieden" en (welk eene geheimhouding der Portugezen en Spanjaarden!) "uit de Portugaalsche en Spaansche tale in de Nederlandsche overgezet, door JAN HUYGHEN VAN LINSCHOTEN." Sedert dat boek was dus zeker in ons Land alles voorhanden, wat den togt naar Indië kon doen wagen. Tevens hadden reeds DE MOUCHERONS en anderen alles gedaan om ook de aandacht van hooge personen op die togten te vestigen. Ontbrak 't ons echter niet aan kapitaal?» In 1586 was de groote koopstad Antwerpen gevallen. Daar ze weinig eigen scheepvaart bezat, had ze de beroemde brug, waarmede PARMA allen toevoer afsneed, niet kunnen verbreken. Evenmin kon ze later, in Spaansche handen, de Geuzen beletten, den mond der Schelde te sluiten en dus alle koopvaarders, die te Antwerpen binnen wilden \allen, weg te kapen, althans te noodzaken naar Hollandsche havens te zeilen. Met Antwerpens handel was 't sedert gedaan. Alle groote kooplieden, dus ook alle groote kapitalen hadden zich, sedert 1585, naar elders, meest naar Holland en Zeeland begeven, en met hen verplaatste zich daarheen de Indische tussehenhandel. IVelijk was die Handel op Spanje en Portugal hoe langer hoe onzekerder geworden. Aan den eenen kant was dus de prikkel verscherpt, die tot de onderneming dreef, aan de andere zijde was veel, wat tot heden in bedwang hield, gevallen. Alles werkte nu zamen, en slechts ontbrak 't aan eene aanleiding die den laatsten stoot zou geven. Die laatste stoot meent men tot nog toe werd gegeven door CORNELIS HOUTMAN. 1 VAN DEB CHYS noemt gebrek aan kapitaal onder de redenen, waarom men eerst zoo laat tot die togten kwam. Doch behalve, dat er toch kapitaal genoeg in 't Zuiden was, en ik niet inzie waarom men dan daar met de zaak heeft aangevat, - is 't nog de vraag, of zulke groote kapitalen zich in 't Noorden werkelijk eerst nu begonnen te vormen? 't Trok mijne aandacht in LEEGHWATERS Kronijk, dat DIBK VAN oss (een der 9 van de Compagnie van Verre) ook voorkomt als een der eerste aandeelhe'bbers in 't droogmaken van de fernster. Die ondernemingen kwamen wel later tot stand, maar waren slechts door den oorlog vertraagd. Eu 't vrouwtje van Dieraeu (BHANDT, lust. der Ref. op 't jaar 1568), dat /4000 inkomen had, zal toch wel niet de eenige zoo gezegende zijn geweest!

Ontdekkingen en uitvindingen

Ontdekkingen en uitvindingen prehistorie 68 oudheid 3000 v. Chr. 2500 v. Chr. 2000 v. Chr. 1500 v. Chr. Steden en Staten Ontdekkingen en uitvindingen Vandaag zijn Jos en Mirthe in de Buitenhaven in Kampen. Mirthe, krijgen we zeebenen

Nadere informatie

Geschiedenis groep 6 Junior Einstein

Geschiedenis groep 6 Junior Einstein De oude Grieken en Romeinen hadden ze al en later ook de Vikingen. Koloniën. Koopmannen voeren met hun schepen over zee om met andere landen handel te drijven. Langs de route richtten ze handelsposten

Nadere informatie

Is Jezus de Enige Weg? Is het christendom de enig ware religie?

Is Jezus de Enige Weg? Is het christendom de enig ware religie? Is Jezus de Enige Weg? Is het christendom de enig ware religie? Johannes 14:6 Jezus zeide tot hem: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij. Genesis 20:1-12 1 Abraham

Nadere informatie

Brief Syt A , Brief no. 82 en 85. Brief 17 oktober 1859

Brief Syt A , Brief no. 82 en 85. Brief 17 oktober 1859 Brief Syt A 1859 050-051. 0056-0057, Brief no. 82 en 85. Brief 17 oktober 1859 Zeer Geachte Heer! Naar t mij voorkomt heb ik mij betreffende het corr n van den tweeden druk niet duidelijk uitgedrukt, of

Nadere informatie

STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN.

STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN. STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN. (ET. 44.) WET van den 2$sten Juli) i85o, ter uitvoering van art, j der Grondwet. WIJ WILLEJI III, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE

Nadere informatie

Lees het verhaal over Columbus de ontdekkingsreiziger (deel 1)

Lees het verhaal over Columbus de ontdekkingsreiziger (deel 1) Lees het verhaal over Columbus de ontdekkingsreiziger (deel 1) Dit is Columbus. Columbus ontdekte in 1492 Amerika. Hij was een ontdekkingsreiziger. Columbus was heel gemeen. Daar lees je straks meer over.

Nadere informatie

Een nieuw lied, op de wonderlijke lotgevallen van een Haarlemsch weesmeisje in de Oost-Indiën.

Een nieuw lied, op de wonderlijke lotgevallen van een Haarlemsch weesmeisje in de Oost-Indiën. Een nieuw lied, op de wonderlijke lotgevallen van een Haarlemsch weesmeisje in de Oost-Indiën bron. T. C. Hoffers, Rotterdam 1826-1837 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_nie118nieu01_01/colofon.php

Nadere informatie

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus 138 Tijdwijzer Het begin Op deze tijdbalk past niet de hele geschiedenis van de mens. Er lopen namelijk al zo n 100.000 jaar mensen rond op aarde. Eigenlijk zou er dus nog 95.000 jaar bij moeten op de

Nadere informatie

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN STUDIONLINE JAARGANG 2, NR. 10 ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN DL 2 D O M I N E E O N L I N E. O R G Vierhonderd jaar geleden vergaderde de synode in Dordrecht. Je weet inmiddels wat een synode is: een

Nadere informatie

Welke les moesten de Egyptenaren leren?

Welke les moesten de Egyptenaren leren? De eerste vier plagen. Welke les moesten de Egyptenaren leren? Exodus 7:2-5 2 U moet alles wat Ik u gebieden zal tegen Aäron zeggen, en Aäron, uw broer, moet tot de farao spreken, dat hij de Israëlieten

Nadere informatie

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties Dit hoofdstuk gaat over opstand in Amerika, Frankrijk en Nederland. Deze opstanden noemen we revoluties. Opstand in Amerika (1775). De

Nadere informatie

De ondergang van de Spaanse Armada een spannend verhaal

De ondergang van de Spaanse Armada een spannend verhaal De ondergang van de Spaanse Armada een spannend verhaal Een volk in opstand, een boze koning, een dappere koningin, een onoverwinnelijke vloot en... een storm. Dit is het spannende verhaal van de Spaanse

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. M.J. Schuurman (Oldebroek)

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. M.J. Schuurman (Oldebroek) Welkom in deze dienst Voorganger is ds. M.J. Schuurman (Oldebroek) Schriftlezing: Romeinen 8 vers 28 t/m 39 Psalm 56 vers 5 en 6 Psalm 86 vers 6 (Schoolpsalm) Psalm 91 vers 1 en 5 Psalm 119 vers 13, 14

Nadere informatie

Samenvatting Gouden Eeuw ABC

Samenvatting Gouden Eeuw ABC Samenvatting Gouden Eeuw ABC Week 1ABC: Gouden Eeuw algemeen Info: De Gouden Eeuw (1600-1700) De 17 e eeuw wordt de Gouden Eeuw genoemd, omdat er in Nederland veel geld werd verdiend. Vooral door de handel.

Nadere informatie

Welke opdracht gaf Jakob aan zijn zonen vanwege de hongersnood?

Welke opdracht gaf Jakob aan zijn zonen vanwege de hongersnood? Jozefs broers bij de onderkoning. Welke opdracht gaf Jakob aan zijn zonen vanwege de hongersnood? Genesis 42:1-2 1 Toen Jakob zag dat er koren in Egypte was, zei Jakob tegen zijn zonen: Waarom kijken jullie

Nadere informatie

Ontdekkingen en uitvindingen

Ontdekkingen en uitvindingen Steden en Staten Ontdekkingen en uitvindingen TIJD VAN VAN STEDEN EN STATEN 900 1000 1100 1200 1300 1300: Uitvinding van het buskruit 1400 1500 1450: Uitvinding van de boekdrukkunst 1492: Columbus in Amerika

Nadere informatie

Werkblad 1 (Bij bladzijde 2 en 3 van het lesboek)

Werkblad 1 (Bij bladzijde 2 en 3 van het lesboek) Naam: Werkboek Werkblad 1 (Bij bladzijde 2 en 3 van het lesboek) Op het plaatje hieronder zie je de beurs nog een keer. Dit keer zie je ook vier tekstballonnetjes. De mannen die een tekstballon boven hun

Nadere informatie

Bijbelteksten Feest van Genade

Bijbelteksten Feest van Genade Week 1 Zoals een hinde smacht naar stromend water, zo smacht mijn ziel naar U, o God. (Psalm 42:2) Mozes sloeg steeds buiten het kamp, op ruime afstand ervan, een tent op die hij de ontmoetingstent noemde.

Nadere informatie

HANDEL LES 2. De Oostzeevaart of de Sontvaart. Aangenaam. De naam is Bicker, Jacob Bicker, directeur bij de Oostzeevaart.

HANDEL LES 2. De Oostzeevaart of de Sontvaart. Aangenaam. De naam is Bicker, Jacob Bicker, directeur bij de Oostzeevaart. Regenten en vorsten LES 2 HANDEL 1600 Aangenaam. De naam is Bicker, Jacob Bicker, directeur bij de Oostzeevaart. 1700 JE LEERT waarom de moederhandel zo belangrijk is; hoe de VOC werkt; hoe de WIC werkt.

Nadere informatie

Naam: DE GOUDEN EEUW en Rembrandt

Naam: DE GOUDEN EEUW en Rembrandt Naam: DE GOUDEN EEUW en Rembrandt De Gouden Eeuw duurde niet precies honderd jaar. Hij begon aan het eind van de 16de eeuw, beleefde zijn hoogtepunt rond 1675 en was in de 18de eeuw voorbij. De Gouden

Nadere informatie

24 Januari 1948, beide uit Paramaribo, hoofdstad van Suriname. Hij verzocht me jou te schrijven

24 Januari 1948, beide uit Paramaribo, hoofdstad van Suriname. Hij verzocht me jou te schrijven Mr. A. J. H. L. ADAM WARNSVELD, 2 Februari 1948 Boschlaan 7 Beste Renzo, Reeds twee brieven kreeg ik van je va.der, de eene gedateerd 19 Januari en de andere 24 Januari 1948, beide uit Paramaribo, hoofdstad

Nadere informatie

EENIGE AANVULLINGEN OP DE ENCYCLOPAED1E VAN WEST-INDIE

EENIGE AANVULLINGEN OP DE ENCYCLOPAED1E VAN WEST-INDIE EENIGE AANVULLINGEN OP DE ENCYCLOPAED1E VAN WEST-INDIE HET MUNTWEZEN IN SURINAME DOOR C. R. WEIJTINGH Kort na het uitbreken van den wereldoorlog in 1914 werd den Gouverneur bij Verordening van 18 Augustus

Nadere informatie

Naam: FLORIS DE VIJFDE

Naam: FLORIS DE VIJFDE Naam: FLORIS DE VIJFDE Floris V leefde van 1256 tot 1296. Hij was een graaf, een edelman. Nederland zag er in de tijd van Floris V heel anders uit dan nu. Er woonden weinig mensen. Verschillende edelen

Nadere informatie

Canonvensters Michiel de Ruyter

Canonvensters Michiel de Ruyter ARGUS CLOU GESCHIEDENIS LESSUGGESTIE GROEP 8 Canonvensters Michiel de Ruyter Michiel Adriaanszoon de Ruyter werd op 23 maart 1607 geboren in Vlissingen. Zijn ouders waren niet rijk. Michiel was een stout

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.P. Blom

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.P. Blom Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.P. Blom Schriftlezing: Romeinen 8 vers 29 en 30 Psalm 5 vers 1 Lied 298 vers 1 t/m 4 Op Toonhoogte Psalm 132 vers 5 en 10 Psalm 68 vers 10 Lied 140 vers 1 en 3

Nadere informatie

Liederen voor zondag 5 oktober 2014

Liederen voor zondag 5 oktober 2014 Liederen voor zondag 5 oktober 204 Lied 224 God wijst mij een weg als ik zelf geen uitkomst zie. Langs wegen die geen mens bedenkt maakt Hij mij zijn wil bekend. Hij geeft elke dag nieuwe liefde, nieuwe

Nadere informatie

geschiedenis geschiedenis

geschiedenis geschiedenis Examen HAVO 2009 tijdvak 1 woensdag 20 mei 9.00-12.00 uur tevens oud programma geschiedenis geschiedenis Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 30 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Wet voor het Natuurkundig Gezelschap te Middelburg. Vastgesteld den 13 december 1869. Artikel 1.

Wet voor het Natuurkundig Gezelschap te Middelburg. Vastgesteld den 13 december 1869. Artikel 1. De oudste nog bewaard gebleven statuten, toen nog wetten, van de vereniging dateren van 1869. Het Gezelschap was nog eigenaar van het Musæum Medioburgense, dat om die reden ook in deze wetten wordt vermeld.

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman Welkom in deze dienst Voorganger is ds. K. Timmerman Schriftlezing: Romeinen 5 vers 12 t/m 21 Romeinen 6 vers 1 t/m 14 Psalm 119 vers 53 (Schoolpsalm) Psalm 103 vers 8 en 9 Lied 100 vers 1, 2, 3 en 4 (Op

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis havo 2009 - I

Eindexamen geschiedenis havo 2009 - I Ten oorlog! Europese oorlogen 1789-1919. Oorlog als maatschappelijk fenomeen In de Coalitieoorlogen voerde de Franse regering de dienstplicht in. 2p 1 Leg uit dat zij hiermee de betrokkenheid van Franse

Nadere informatie

Bij wie vroeg Jakob hulp toen zijn zonen de tweede reis naar Egypte gingen maken?

Bij wie vroeg Jakob hulp toen zijn zonen de tweede reis naar Egypte gingen maken? De tweede reis van Jozefs broers naar Egypte. Bij wie vroeg Jakob hulp toen zijn zonen de tweede reis naar Egypte gingen maken? Genesis 43:14 14 God, de Almachtige, geve jullie barmhartigheid in de ogen

Nadere informatie

Opwekking 346: Opwekking 167:

Opwekking 346: Opwekking 167: Opwekking 346: Maak ons tot een stralend licht een stralend licht Tot de wereld ziet wie haar het leven geeft. Laat het schijnen door ons heen. Maak ons tot een woord van hoop een levend woord dat U verlossing

Nadere informatie

Geschiedenis van Suriname : Suriname van Engelse naar Nederlandse landbouwkolonie

Geschiedenis van Suriname : Suriname van Engelse naar Nederlandse landbouwkolonie Geschiedenis van Suriname 1667-1683: Suriname van Engelse naar Nederlandse landbouwkolonie 581-1795: De Republiek In de 17e en 18e eeuw spraken we nog niet van één Nederland maar, van de Republiek der

Nadere informatie

(Gelden voor de Kweekschool van Militaire Geneeskundigen).

(Gelden voor de Kweekschool van Militaire Geneeskundigen). ^ 1 i>l Caveant consules, ne quid detrimenti res publica capiat!" (Gelden voor de Kweekschool van Militaire Geneeskundigen). Aan de HH. Leden van de Staten-Generaal worden hij al de vorigen nog de volgende

Nadere informatie

Welke angst leefde bij Mozes toen hij alle wetten, regelingen en verordeningen had opgeschreven?

Welke angst leefde bij Mozes toen hij alle wetten, regelingen en verordeningen had opgeschreven? Israël opgeroepen tot gehoorzaamheid. Welke angst leefde bij Mozes toen hij alle wetten, regelingen en verordeningen had opgeschreven? Zie Deuteronomium 4, 5, 6 en 7 Nadat Mozes de wet in het openbaar

Nadere informatie

Hoe heetten de zonen van Adam en Eva?

Hoe heetten de zonen van Adam en Eva? Hoe heetten de zonen van Adam en Eva? Genesis 4:1-2, eerste deel 1 En Adam had gemeenschap met Eva, zijn vrouw, en zij werd zwanger en baarde Kaïn, en zei: Ik heb een man van de HEERE gekregen! 2 En zij

Nadere informatie

10. Bijbel, Lucas 15. Vertaling L. ten Kate. Vertaling NBG/BBG, Haarlem/Brussel 1951.

10. Bijbel, Lucas 15. Vertaling L. ten Kate. Vertaling NBG/BBG, Haarlem/Brussel 1951. 10. Bijbel, Lucas 15. Vertaling L. ten Kate. Vertaling NBG/BBG, Haarlem/Brussel 1951. 5. Bijbel, Lucas 15. Vertaling L. ten Kate. Vertaling NBG/BBG, Haarlem/Brussel 1951. Lucas 15 Vertaling L. ten Kate

Nadere informatie

Hoe zagen de omringende volken David, en waar was de tabernakel op dat moment?

Hoe zagen de omringende volken David, en waar was de tabernakel op dat moment? Het erfelijk koningschap aan David toegezegd. Hoe zagen de omringende volken David, en waar was de tabernakel op dat moment? Zie 2 Samuel 7 Veel van de omringende volken, die de voorspoed van Israël zagen,

Nadere informatie

QUIZ. geschiedenis hoofdstuk 1

QUIZ. geschiedenis hoofdstuk 1 QUIZ vraag 1: Over welke eeuw gaat dit hoofdstuk? A. De 20 ste eeuw B. De 14 de eeuw C. De 16 de eeuw D. De 18 de eeuw vraag 2: Hoe wordt deze tijd ook wel genoemd? A. Tijd van de Azteken en de Maya s.

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.P. Blom

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.P. Blom Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.P. Blom Schriftlezing: 1 Timotheüs 1 vers 18 t/m 1 Timotheüs 2 vers 15 Lied 410 vers 1 en 2 (Op Toonhoogte) Psalm 21 vers 5 (Schoolpsalm) Gezang 323 vers 1, 7

Nadere informatie

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel Willibrord Willibrord werd geboren als zoon van pas bekeerde ouders en werd als zevenjarige jongen door zijn vader Wilgis toevertrouwd aan het klooster van Ripon nabij

Nadere informatie

GROTE VERRASSING Efeze 3:9; Colosse 1:26

GROTE VERRASSING Efeze 3:9; Colosse 1:26 DE GROTE VERRASSING Efeze 3:9; Colosse 1:26 De bovenvermelde Bijbelteksten spreken van het geheimenis dat eeuwen en geslachten lang verborgen is ge weest en verborgen is gebleven in God. Dit geheimenis

Nadere informatie

Stofomschrijving Deze opdracht hoort bij 2.1-3.1 en 3.2 van De Republiek in tijd van Vorsten (Geschiedenis Werkplaats).

Stofomschrijving Deze opdracht hoort bij 2.1-3.1 en 3.2 van De Republiek in tijd van Vorsten (Geschiedenis Werkplaats). Het verhaal van 1588 Bodystorming Inleiding Het jaar 1588 is een belangrijk jaar in de geschiedenis van de Republiek. De gebeurtenissen die eraan vooraf gaan worden als feiten voorgelezen en tussen de

Nadere informatie

Waar in de Bijbel vraagt God aan Abraham om een opmerkelijk offer? Genesis 22. Abraham wordt door God op de proef gesteld!

Waar in de Bijbel vraagt God aan Abraham om een opmerkelijk offer? Genesis 22. Abraham wordt door God op de proef gesteld! Waar in de Bijbel vraagt God aan Abraham om een opmerkelijk offer? Genesis 22 Abraham wordt door God op de proef gesteld! Wat verzoekt God aan Abraham? Genesis 22:2 2 En Hij zeide: Neem toch uw zoon, uw

Nadere informatie

Is Jezus God? De namen van God de Vader en God de Zoon

Is Jezus God? De namen van God de Vader en God de Zoon Is Jezus God? De namen van God de Vader en God de Zoon 1 Johannes 5: 20 (Statenvertaling) Doch wij weten, dat de Zoon van God gekomen is, en heeft ons het verstand gegeven, dat wij den Waarachtige kennen;

Nadere informatie

Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden

Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden Soorten vragen, vraagwoorden, signaal- en sleutelwoorden Schema 1 Soorten vragen Open vraag

Nadere informatie

Liturgie voor de dienst van het Woord waarin we de uitstorting van de Heilige Geest gedenken. EENSGEZIND!

Liturgie voor de dienst van het Woord waarin we de uitstorting van de Heilige Geest gedenken. EENSGEZIND! Liturgie voor de dienst van het Woord waarin we de uitstorting van de Heilige Geest gedenken. EENSGEZIND! Voorganger: ds. P. Molenaar Aanvang van de dienst: 10.45 uur. Ouderling van dienst: M. van Maanen

Nadere informatie

Dr. M. van Staveren. Nog een en ander over Mr. Jonannes Basius.

Dr. M. van Staveren. Nog een en ander over Mr. Jonannes Basius. Dr. M. van Staveren. Nog een en ander over Mr. Jonannes Basius. Dr. M. van. Staveren. Met een weemoedig gevoel zet ik mij neer om een kort woord te schrijven tot nagedachtenis van den waardigen man, wiens

Nadere informatie

1 Korintiërs 12 : 27. dia 1

1 Korintiërs 12 : 27. dia 1 1 Korintiërs 12 : 27 kerk in deze (21 e ) eeuw een lastige combinatie? want juist in deze tijd hoor je veel mensen zeggen: ik geloof wel in God maar niet in de kerk kerk zijn lijkt niet meer van deze tijd

Nadere informatie

2 Zo sprak Abraham tot zijn knecht, den oudste van zijn huis, regerende over alles, wat hij had:

2 Zo sprak Abraham tot zijn knecht, den oudste van zijn huis, regerende over alles, wat hij had: 1 Abraham nu was oud en wel bedaagd; en de HEERE had Abraham in alles gezegend. 2 Zo sprak Abraham tot zijn knecht, den oudste van zijn huis, regerende over alles, wat hij had: Leg toch uw hand onder mijn

Nadere informatie

Wie heeft niet weder Schinkel s kinematograaf bezocht? Neen maar, dringen en nog eens dringen om er in te komen.

Wie heeft niet weder Schinkel s kinematograaf bezocht? Neen maar, dringen en nog eens dringen om er in te komen. Cinema Schinkel Wie heeft niet weder Schinkel s kinematograaf bezocht? Neen maar, dringen en nog eens dringen om er in te komen. De kermisbioscoop van Schinkel circa 1910 Om een goed plaatsje te krijgen

Nadere informatie

Een greep uit een presentatieviering met als thema: Licht zijn voor anderen

Een greep uit een presentatieviering met als thema: Licht zijn voor anderen Een greep uit een presentatieviering met als thema: Licht zijn voor anderen Openingstekst: (Door een ouder en kind) A. Zeg zou jij het licht aandoen? Je moet opschieten, want het is bijna tijd. Dadelijk

Nadere informatie

Geschiedenisproefwerk groep 7 Hoofdstuk 5 Een nieuwe wereld: Amerika

Geschiedenisproefwerk groep 7 Hoofdstuk 5 Een nieuwe wereld: Amerika Geschiedenisproefwerk groep 7 Hoofdstuk 5 Een nieuwe wereld: Amerika In het vroegere Amerika woonden Indianenstammen. Columbus ontdekte dit land van de Indianen in 1492. Het waren de Azteken, de Inca s

Nadere informatie

De Hollander zoo als 'er wel meer zijn

De Hollander zoo als 'er wel meer zijn De Hollander zoo als 'er wel meer zijn Robert Hendrik Arntzenius bron. A. Loosjes Pz., Haarlem 1814 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/arnt001holl01_01/colofon.php 2011 dbnl 5 De Hollander

Nadere informatie

De klassieke tijdlijn

De klassieke tijdlijn De klassieke tijdlijn In de lessen geschiedenis heb je waarschijnlijk al gehoord over de tijdlijnen, of de historische periodes en waarschijnlijk ook over exacte datums zoals 476. In dit documentje kom

Nadere informatie

1 En het geschiedde ten einde van twee volle jaren, dat Farao droomde,

1 En het geschiedde ten einde van twee volle jaren, dat Farao droomde, 1 En het geschiedde ten einde van twee volle jaren, dat Farao droomde, en ziet, hij stond aan de rivier. 2 En ziet, uit de rivier kwamen op zeven koeien, schoon van aanzien, en vet van vlees, en zij weidden

Nadere informatie

Geloof Brengt Verandering Toets 1 - antwoorden

Geloof Brengt Verandering Toets 1 - antwoorden Toets 1 - antwoorden Geloof (1-11) Lesstof: Hoofdstuk 1 1. Wat is noodzakelijk om van God te kunnen ontvangen? Geloof [1] 2. Noem vier uitingen van geloof. - Geloof voor redding [1.2] - Geloof en werken

Nadere informatie

Calvijn. Vrede van Augsburg. Margaretha van Parma. Hertog van Alva. De keurvorst van Saksen. Karel V. Buitenlandse zaken en oorlog

Calvijn. Vrede van Augsburg. Margaretha van Parma. Hertog van Alva. De keurvorst van Saksen. Karel V. Buitenlandse zaken en oorlog In welk jaar publiceerde Luther zijn 95 stellingen? Welke Frans-Zwitserse hervormer kreeg veel aanhang in de Nederlanden? Welke vrede bepaalde, dat de vorst de religie van zijn volk bepaalt? 1517 Calvijn

Nadere informatie

Liturgie voor de ochtenddienst van zondag 26 november

Liturgie voor de ochtenddienst van zondag 26 november Liturgie voor de ochtenddienst van zondag 26 november Gezang 1 [LB 1973] 1.God heeft het eerste woord. Hij heeft in den beginne het licht doen overwinnen, Hij spreekt nog altijd voort. 2.God heeft het

Nadere informatie

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon Op weg met Jezus eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 5 Bidden Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 5 blz. 1 Joris is vader aan het helpen in de tuin. Ze zijn

Nadere informatie

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. Eerst lezen. Daarna volgen er vragen en opdrachten. Gelijkenissen Toen de Heere Jezus op aarde was, heeft Hij gelijkenissen verteld om de mensen veel dingen

Nadere informatie

Gehele lied 2x zingen 1. We zijn hier bij elkaar om de Koning te ontmoeten. We zijn hier bij elkaar om te eren onze Heer.

Gehele lied 2x zingen 1. We zijn hier bij elkaar om de Koning te ontmoeten. We zijn hier bij elkaar om te eren onze Heer. Gehele lied 2x zingen 1. We zijn hier bij elkaar om de Koning te ontmoeten. We zijn hier bij elkaar om te eren onze Heer. 2. We zijn hier bij elkaar om te vieren dat Hij goed is. En wij prijzen en aanbidden

Nadere informatie

Door welke oorzaak voelde Saul zich alleen en onbeschermd? En wat had hij vernomen?

Door welke oorzaak voelde Saul zich alleen en onbeschermd? En wat had hij vernomen? Dood van Saul en zijn zonen. Door welke oorzaak voelde Saul zich alleen en onbeschermd? En wat had hij vernomen? Zie 1 Samuel 30 en 31 Saul echter voelde zich alleen en onbeschermd, omdat God hem verlaten

Nadere informatie

Naam: DE BEELDENSTORM Ketters Luther en Calvijn

Naam: DE BEELDENSTORM Ketters Luther en Calvijn Naam: DE BEELDENSTORM Ketters Luther en Calvijn Filips II In 1566, meer dan vierhonderd jaar geleden, zijn veel mensen boos. Er is onrust in de Nederlanden. Er zijn spanningen over het geloof, veel mensen

Nadere informatie

- 1 - Abraham: zijn roeping. 30 Sarai nu was onvruchtbaar; zij had geen kinderen.

- 1 - Abraham: zijn roeping. 30 Sarai nu was onvruchtbaar; zij had geen kinderen. - 1 - Abraham: zijn roeping De vader van Abraham heette Terach en deze woonde met zijn familie in de plaats Ur in het tegenwoordige Irak bij de rivier de Eufraat, één van de rivieren die door het vroegere

Nadere informatie

Maria, de moeder van Jezus

Maria, de moeder van Jezus Maria, de moeder van Jezus Kerstoverdenking Rotary 2014 1. Maria in de kerkgeschiedenis 2. Maria in de Bijbel 3. Boodschap 1. Wees gegroet Wees gegroet Maria, vol van genade. De Heer is met u. Gij zijt

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. P. Molenaar

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. P. Molenaar Welkom in deze dienst Voorganger is ds. P. Molenaar Schriftlezing: Exodus 14 vers 1 t/m 22 Gezang 343 vers 1 t/m 5 (Liedboek) Psalm 130 vers 3 (Schoolpsalm) Psalm 65 vers 1 en 2 (Nieuwe Psalmberijming)

Nadere informatie

F r a n c i s c u s. v a n. Leven met aandacht. w e g D e. Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot

F r a n c i s c u s. v a n. Leven met aandacht. w e g D e. Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot Leven met aandacht Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot w e g D e v a n F r a n c i s c u s 2 Leven met aandacht Inhoud 1 De weg van Franciscus 9 2 De oprichting van de congregatie

Nadere informatie

Is het Christendom de ene ware religie, of, een van vele en is Jezus de enige weg?

Is het Christendom de ene ware religie, of, een van vele en is Jezus de enige weg? Is het Christendom de ene ware religie, of, een van vele en is Jezus de enige weg? 1. Hindoeisme 2. Jainisme 3. Boeddhisme 4. Sikhisme 5. Confucianisme 6. Taoisme 7. Shinto 8. Judaisme 9. Zoroastrianisme

Nadere informatie

4. Welk geloof wordt bedoeld? Het gaat om het zaligmakende geloof. Dus niet om een historiëel, tijd- of wondergeloof.

4. Welk geloof wordt bedoeld? Het gaat om het zaligmakende geloof. Dus niet om een historiëel, tijd- of wondergeloof. NGB artikel 1: DE ENIGE GOD Wij geloven allen met het hart en belijden met de mond, dat er een Enig en eenvoudig geestelijk Wezen is, dat wij God noemen: eeuwig, ondoorgrondelijk, onzienlijk, onveranderlijk,

Nadere informatie

Goede voorgangers van de Juridische faculteit.

Goede voorgangers van de Juridische faculteit. Goede voorgangers van de Juridische faculteit. Welverdiend is de goede naam, waarin de Leidsche zich op het gebied der rechtswetenschap mag verheugen, en groot is het aantal beroemde rechtsgeleerden, wier

Nadere informatie

Deel het leven Johannes 4:1-30 & 39-42 7 december 2014 Thema 4: Gebroken relaties

Deel het leven Johannes 4:1-30 & 39-42 7 december 2014 Thema 4: Gebroken relaties Preek Gemeente van Christus, Het staat er een beetje verdwaald in dit hoofdstuk De opmerking dat ook Jezus doopte en leerlingen maakte. Het is een soort zwerfkei, je leest er ook snel overheen. Want daarna

Nadere informatie

verzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen

verzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen Zondag 52 Zondag 52 gaat over de zesde bede. Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, in der eeuwigheid. Amen. Lees de tekst

Nadere informatie

Waarom is deze avond

Waarom is deze avond Waarom is deze avond Het doel Kinderen, vanavond ga ik jullie een verhaal vertellen wat mij lang geleden eens overkomen is. Of het iets goeds was, dat mij was overkomen? Ja het was iets goeds. Hoewel,

Nadere informatie

Lyy^j^s, In het Algemeen Handelsblad van den 5 December 187G ko7nt het navolgend opstel voor:

Lyy^j^s, In het Algemeen Handelsblad van den 5 December 187G ko7nt het navolgend opstel voor: Lyy^j^s,. ^ «In het Algemeen Handelsblad van den 5 December 187G ko7nt het navolgend opstel voor: Er zijn er in den lande, vooral onder de rechterlijke ambtenaren en jongere rechtsgeleerden, die het der

Nadere informatie

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren Geschiedenis kwartet jagers en boeren jagers en boeren jagers en boeren Reusachtige stenen die door mensen op elkaar gelegd zijn. Zo maakten ze een begraafplaats. * Hunebedden * Drenthe * Trechterbekers

Nadere informatie

De Franse keizer Napoleon voerde rond 1800 veel oorlogen in Europa. Hij veroverde verschillende gebieden, zoals Nederland en België. Maar Napoleon leed in 1813 een zware nederlaag in Duitsland. Hij trok

Nadere informatie

De Ontdekkingsreiziger III

De Ontdekkingsreiziger III De Ontdekkingsreiziger I De Slaaf De Ontdekkingsreiziger II De Ontdekkingsreiziger III De Uitkijk De Cartograaf De Scheepsbouwer De Scheepskok De Matroos De Geestelijke De Koopvaarder De Scheepsdokter

Nadere informatie

- Waarom contacten met de Arabische wereld belangrijk waren voor nieuwe kennis (6.1.2)

- Waarom contacten met de Arabische wereld belangrijk waren voor nieuwe kennis (6.1.2) Samenvatting door M. 1312 woorden 8 oktober 2012 5,5 14 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Bronnen 6.1 De renaissance in Italie Lakense stoffen = kostbare wollen stoffen. Renaissance = periode van

Nadere informatie

Or, W. J, LEYDn /!Nnl«msJag 8J7. ,...c F \ '- EEN TEHUIS VOOR WEEZEN IN ZUID-AFRIKA 1!.

Or, W. J, LEYDn /!Nnl«msJag 8J7. ,...c F \ '- EEN TEHUIS VOOR WEEZEN IN ZUID-AFRIKA 1!. Or, W. J, LEYDn /!Nnl«msJag 8J7,...c F \ '- EEN TEHUIS VOOR WEEZEN IN ZUID-AFRIKA 1!. L. S. Het is velen in Holland wellicht bekend, hoe ik, eerst onlangs uit Zuid-Afrika teruggekeerd, den langen en b'!ngen

Nadere informatie

Ontdek de Wereld. Hoofdstuk 1C7

Ontdek de Wereld. Hoofdstuk 1C7 Ontdek de Wereld Hoofdstuk 1C7 Cursus 7.1 Wij en de wereld Wat leer je deze cursus? Wat internationale handel inhoudt Hoe de evenaar de aardbol verdeelt Wat en welke kaartprojecties er zijn Internationale-

Nadere informatie

- 1 - Abraham: zijn roeping

- 1 - Abraham: zijn roeping - 1 - Abraham: zijn roeping De vader van Abraham heette Terah en deze woonde met zijn familie in de plaats Ur in het tegenwoordige Irak bij de rivier de Eufraat, één van de rivieren die door het vroegere

Nadere informatie

Romeinen 3:1-31 1 Wat is dan het voorrecht van de Jood, of wat is het nut van de besnijdenis? 2 Velerlei in elk opzicht. In de eerste plaats [toch]

Romeinen 3:1-31 1 Wat is dan het voorrecht van de Jood, of wat is het nut van de besnijdenis? 2 Velerlei in elk opzicht. In de eerste plaats [toch] Romeinen 3:1-31 1 Wat is dan het voorrecht van de Jood, of wat is het nut van de besnijdenis? 2 Velerlei in elk opzicht. In de eerste plaats [toch] dit, dat hun de woorden Gods zijn toevertrouwd. 3 Wat

Nadere informatie

De Bijbel open 2012 37 (22-09)

De Bijbel open 2012 37 (22-09) 1 De Bijbel open 2012 37 (22-09) Onlangs kreeg ik een vraag over twee genezingen in de bijbel. De ene gaat over de verlamde man in Lukas 5 die door het dak van een huis tot Jezus wordt gebracht en door

Nadere informatie

Trok Moab ten oosten of ten westen van Moab en wat mocht Israël beslist niet veroorzaken?

Trok Moab ten oosten of ten westen van Moab en wat mocht Israël beslist niet veroorzaken? Israël verslaat Sihon en Og. Trok Moab ten oosten of ten westen van Moab en wat mocht Israël beslist niet veroorzaken? Nadat de Israëlieten ten zuiden om Edom heen waren getrokken, keerden ze naar het

Nadere informatie

Philadelphiadienst Zondag 8 november 2015 Dorpskerk Bodegraven Aanvang: 17.00 uur

Philadelphiadienst Zondag 8 november 2015 Dorpskerk Bodegraven Aanvang: 17.00 uur Philadelphiadienst Zondag 8 november 2015 Dorpskerk Bodegraven Aanvang: 17.00 uur Voorganger: Organiste: Koster: Ds. M.J. van Oordt Bep Veenstra Dirk Bouwman 2 Voorzang: Psalm 116 vers 1 en 11 God heb

Nadere informatie

Verblijdt u. Onze neus zit gelukkig op de juiste plaats, maar wij als christenen, hebben zinvoller dingen om ons over te verblijden.

Verblijdt u. Onze neus zit gelukkig op de juiste plaats, maar wij als christenen, hebben zinvoller dingen om ons over te verblijden. - 1 - Verblijdt u Er zijn volgens de bijbel veel redenen om ons te kunnen verblijden. Wanneer wij ons er in gaan verdiepen, vallen we zogezegd van de ene reden tot blijdschap in de andere. Wij als christenen

Nadere informatie

Ananias & Saffira. Het leven van de eerste christengemeente, openbaarde en meewerkte, ja, daar kunnen wij naar verlangen.

Ananias & Saffira. Het leven van de eerste christengemeente, openbaarde en meewerkte, ja, daar kunnen wij naar verlangen. - 1 - Ananias & Saffira Het leven van de eerste christengemeente, zoals God zich daar openbaarde en meewerkte, ja, daar kunnen wij naar verlangen. Maar het waren niet enkel genezingen die onder hen plaats

Nadere informatie

Een woord (wer e^'»^ keeraiide der ont?el"tins^ uil clr

Een woord (wer e^'»^ keeraiide der ont?eltins^ uil clr Een woord (wer e^'»^ keeraiide der ont?el"tins^ uil clr OUüFiRiJJKI. i'fk/i.«^ 1 i 1 DOOR MEVROUW VLIELANDER HEIN COUPERUS. 'S-GRAVENHAGE, W. P. VAN STOCKUM & ZOON 1908 Prijs 25 cent. Een woord over eene

Nadere informatie

Zondag 28 gaat over het Heilig Avondmaal (1)

Zondag 28 gaat over het Heilig Avondmaal (1) Zondag 28 Zondag 28 gaat over het Heilig Avondmaal (1) Lees de tekst van Zondag 28 Vraag 75 : Hoe wordt gij in het Heilig Avondmaal vermaand en verzekerd, dat gij aan de enige offerande van Christus, aan

Nadere informatie

Vijf redenen waarom dit waar is

Vijf redenen waarom dit waar is Les 14 Eeuwige zekerheid Vijf redenen waarom dit waar is In deze bijbelstudies wordt gebruik gemaakt van de NBG-vertaling Dag 1 Is de echte (ware) gelovige voor eeuwig veilig en geborgen in Christus? Voor

Nadere informatie

DE HEILIGE GEEST OVERTUIGD VAN RECHTVAARDIGHEID

DE HEILIGE GEEST OVERTUIGD VAN RECHTVAARDIGHEID DE HEILIGE GEEST OVERTUIGD VAN RECHTVAARDIGHEID Romeinen 8: 13 Want indien gij naar het vlees leeft, zult gij sterven; maar indien gij door de Geest de werkingen des lichaams doodt, zult gij leven. 14

Nadere informatie

15 februari: Ik ben het brood dat leven geeft (Johannes 6:32-40)

15 februari: Ik ben het brood dat leven geeft (Johannes 6:32-40) Liturgisch bloemstuk bij de 40 dagen tijd en Pasen 2015 Elke week wordt één kaars gedoofd, van de kandelaar met 8 kaarsen. Er is elke week een boog bekleed met klimop, als beeld van het verbond van God

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 990 woorden 24 februari 2018 4,2 7 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Geschiedenis samenvatting hoofdstuk 3 + kenmerkende

Nadere informatie

germaans volk), een sterke Franse groepering. Ze verkochten haar aan de Engelsen die haar beschuldigden van ketterij (het niet-geloven van de kerk).

germaans volk), een sterke Franse groepering. Ze verkochten haar aan de Engelsen die haar beschuldigden van ketterij (het niet-geloven van de kerk). Jeanne d'arc Aan het begin van de 15de eeuw slaagden de Fransen er eindelijk in om de Engelsen uit hun land te verdrijven. De strijd begon met een vrouw die later een nationale heldin werd, van de meest

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis VOC in de gouden eeuw

Werkstuk Geschiedenis VOC in de gouden eeuw Werkstuk Geschiedenis VOC in de gouden eeuw Werkstuk door een scholier 1373 woorden 1 december 2004 5,2 619 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Deelvraag 1: Wat is de geschiedenis van de VOC? De VOC (Verenigd

Nadere informatie

Sindbad. De Vier Windstreken

Sindbad. De Vier Windstreken Nieuwsgierig naar de wereld achter de horizon, vertrekt Sindbad op een schip naar Oost-Indië. Hij bevaart alle zeeën en oceanen waar de zon op schijnt en beleeft de meest fantastische avonturen. Hongerige

Nadere informatie

Kennismaking met de bijbel

Kennismaking met de bijbel Kennismaking met de bijbel 1. De Bijbel, wat is dat voor boek? 2. Wat heb ik met God te maken? 3. Wie is Jezus Christus? 4. Hoe kom ik in de hemel? 5. Wat is de christelijke doop? 16 Wat heb ik met God

Nadere informatie