Brandbeschermingsklep BKA-EN

Transcriptie

1 Brandbeschermingsklep BKA-EN getest conform EN overeenkomstig prestatieverklaring nr DoP-BKA-EN Technische documentatie Inbouw-, montage- en gebruikshandleiding Ferdinand Schad KG Steigstraße 2-27 D Kolbingen Telefoon +49 (0) Fax +49 (0) info@schako.de

2 Brandbeschermingsklep BKA-EN Inhoud Beschrijving...3 Kwaliteitsbewaking... 3 Onderhoudsrichtlijn... 3 Opgelet... 3 Uitvoeringen en afmetingen...4 Afmetingen... 4 Frameboring... Uitsteken van het klepblad... Toepassing... 6 Algemene instructies... 7 Inbouwgegevens...7 Inbouw in massieve muren... 7 Inbouw verwijderd van massieve muren... 9 Inbouw in massieve plafonds Inbouw in lichte scheidingsmuren met metalen constructie en beplanking aan beide zijden Inbouw in brandmuren Inbouw in schachtmuren Inbouwinstructies Aansluiting van verluchtingsleidingen Minimale afstanden Ophanging van de afsluitinrichting Technische gegevens Snelle selectie LWA : 3-4 db(a) Drukverlies en geluidsniveau Vrije doorsnede (m²) Gewichtstabel (kg) Toebehoren eindschakelaar type ES Eindschakelaar type ES-Ex Eindschakelaar type Easy-Eco-Tx Elektro-veerterugslagaandrijving type ELD-BLF Elektrische veerterugslagaandrijving type ELD-I-B Elektro veerterugslagaandrijving ELD-24-TL... 4 Elektrische veeraandrijving Typ ATEX-ELD... 4 Pneumatica zwenkaandrijving type PND 6 bar Hecht-/ impulsmagneet (24V DC, 230 V AC) Rookmeldingssysteem type RMS Verlengonderdeel type VT Inbouwonderdeel van het type EBT Flexibele aftakking FS Aansluitaftakking voor buis type RS Afsluitend beschermrooster type ASG Inbouwframe type ER... 0 Standaanwijzer type MSZ... 0 Legende... 0 Aanbestedingstekst... 1 CE-certificaat... 3 Onderhoud resp. controle van de functie... 4 Buitenlandse vertegenwoordiging Afbeeldings-, tabel- en diagramlijst /19-2

3 Beschrijving Bandbeveiligingskleppen, ingebouwd in verluchtingsleidingen (kamerluchttechnische installaties) dienen voor het automatisch blokkeren van brandsecties. De brandbeveiligingsklep BKA-EN voldoet aan DIN EN 160, DIN EN en DIN EN De BKA-EN is getest conform EN overeenkomstig prestatieverklaring nr DoP-BKA-EN Ze beschikt over het EG-conformiteitscertificaat CPD De classificatie volgens EN is EI 90 (v e, h o i o) S. Conform richtlijn 94/9/EG, EG-conformiteitsverklaringsnummer EPS 09 ATEX 2 13 X, is het gebruik in omgevingen met explosiegevaar, zowel met veerterugaandrijving ATEX-ELD inclusief veiligheidstemperatuurbegrenzer (FireSafe/ExPro-TT), als ook met mechanische smeltloodactivering (handbediening met of zonder ATEX-eindschakelaar ES-Ex) toegestaan. De brandbeveiligingsklep heeft de volgende aanduiding conform ATEX: II 2 G IIC T6 II 2 D T80 C EPS 09 ATEX 2 13 X II 3 D T80 C *) * ) bij gebruik van de veiligheidstemperatuurbegrenzer FireSafe van Schischek. De nationale normen en richtlijnen moeten in verband met deze technische documentatie, inbouw-, montage- en gebruikshandleiding in acht worden genomen. Voor onderhoud, instandhouding, herstel enz. moeten door de installateur revisieopeningen in onderplafonds, schachtwanden, aansluitende verluchtingsleidingen enz. worden voorzien. Deze moeten in een voldoende aantal en groot genoeg worden uitgevoerd en mogen de functionaliteit van de brandbeveiligingskleppen niet beïnvloeden. De brandbeveiligingskleppen moeten ofwel aan één zijde ofwel aan beide zijden met verluchtingsleidingen op het ventilatiesysteem worden aangesloten. Bij eenzijdige aansluitingen moeten telkens op de tegenoverliggende zijden afsluitende beschermingsroosters uit niet-brandbare bouwstoffen (EN ) worden voorzien. De brandbeveiligingskleppen kunnen zowel aan niet-brandbare als ook aan brandbare verluchtingsleidingen worden aangesloten. - Behuizing uit verzinkt plaatstaal (standaard); optioneel (tegen meerprijs): - behuizing uit verzinkt edelstaal werkstofnr resp Behuizing met DD-lakering (twee componenten-polyurethaan deklak) binnen/buiten - aangevormde aansluitflens met gemiddelde doorboring, hoeksteun met lange boringen voor eenvoudige kanaalmontage en hoge stabiliteit - thermische scheiding uit silicaatbouwplaten - Blokkeringsklep uit glasvezelversterkte, asbestvrij snelbeton: - optioneel (tegen meerprijs): bekleding van de blokkeringsklep met aluminium- of plaatstaal (verzinkt)/dd-lakering (RAL 703/lichtgrijs) - Omlopende buis- en uitzettende dichtingen voldoen aan de koude- en warmtelekkagevoorschriften volgens DIN EN Horizontale of verticale plaatsing van de klepbladas mogelijk - Inbouwplaats is onafhankelijk van de luchtstroomrichting - Thermische activering met smeltlood 72 C of 98 C; - optioneel (tegen meerprijs) met activeringsinstallatie elektrisch, magnetisch of pneumatisch - Met twee tegenoverliggende inspectieopeningen - Gebruik: max Pa bedrijfsdruk bij 10 m/s - Gebruik resp. aansluiting van een rookactiveringsinstallatie met algemene bouwgoedkeuring (bijv. SCHAKO rookmeldingssysteem RMS, zie technische documentatie rookmeldingssysteem RMS) in combinatie met geschikte activeringsinstallaties -elektrisch, magnetisch (hechtmagneet) of pneumatisch- van de brandbeveiligingsklep mogelijk; aan het RMS-systeem mogen enkel volgens het principe "Stroomloos toe/drukloos toe" werkende activeringsinstallaties aangesloten worden; uitbreiding van vuur en rook wordt effectief verhinderd. Optimale integratie in de gebouwenbeheertechniek door het meldings- en schakelbussysteem Easy- Bus van SCHAKO (zie technische documentatie EasyBus). Kwaliteitsbewaking De productie gebeurt volgens de gecertificeerde QM-procedure EN ISO Verder vindt er een fabriekseigene productiecontrole (WPK) en een doorlopende controle hiervan door een geaccrediteerde instantie. Onderhoudsrichtlijn We wijzen erop dat voor de reiniging van brandbeveiligingskleppen in edelstaaluitvoering enkel geschikte onderhoudsmiddelen mogen worden gebruikt! Opgelet Bouwkundige installaties moeten o.a. zo worden geplaatst, opgesteld, gewijzigd en onderhouden, dat het ontstaan van een brand en de uitbreiding van vuur en rook (branduitbreiding) wordt voorkomen en bij een brand de redding van mensen en dieren alsook effectieve bluswerken mogelijk zijn. Een rookuitbreiding via de verluchtings- en klimatiseringsinstallaties kan effectief enkel met brandbeveiligingskleppen met geschikte activeringsinstallaties - elektrisch, magnetisch (hechtmagneet) of pneumatisch-, in combinatie met een rookmeldingssysteem worden voorkomen. Het is daarom aanbevolen om de brandbeveiligingskleppen bijv. met veerterugslagaandrijvingen uit te rusten die geactiveerd kunnen worden via de rookmelder. 09/19-3

4 Uitvoeringen en afmetingen Afmetingen GE OPE Leverbare afmetingen B H Afbeelding 1: afmetingen BKA-EN 1 Behuizing 2 Klepblad 3 Handhendel 4 Vergrendelingsprofiel Activeringsinrichting 6 Smeltlood 7 Inspectieopeningen tegenover elkaar liggend B < 800 x = B/2 B 800 x ~ 260 mm y ~ 100 mm van de aansluitflens 8 Aandrijfeenheid - Behuizingslengte L = 37 resp. 00 mm (standaard). - Totale breedtes en hoogte combineerbaar. - Activeringsinstallatie steeds op H-zijde. - Inspectieopeningen steeds op B-zijde. B-/H-afmetingen op aanvraag in 10 mm rooster leverbaar. - 09/19-4

5 Frameboring Uitsteken van het klepblad BS NBS Aansluitflens met bijkomende lange boringen 9, x 16 mm VT FS RS ASG VT FS RS ASG De brandbeveiligingsklep type BKA-EN wordt met vooraan aangebrachte hoekboringen voor schroeven M8-M12 geleverd. BS NBS Detail A a = 0 mm: Minimale afstand tussen voorkant van het geopende klepblad en het afsluitende beschermingsrooster (ASG), flexibele aftakkingen (FS) resp. buisaansluitingsaftakkingen (RS). SCHAKO ASG/VT/FS/RS: flensboringen passend op BKA-EN Afbeelding 3: klepbladoversteek Hoeksteun met slobgat geschikt voor schroeven M8 - M12 Afbeelding 2: frameboringen Bedieningszijde Niet-bedieningszijde (NBS) H (BS) L=37 L= * 146 y * * * * x 42 * 84 y * * * 46 * * 104 * y1 21 * 00 4 * 129 * 4 * 0 21 * 14 * 29 * * 179 * 4 * * 204 * 79 * y1 x * 229 * 104 * * 24 * 129 * * 279 * 14 * * Verlengstuk (VT) nodig Tabel 2: klepbladoversteek 09/19 -

6 Toepassing De brandbeveiligingsklep type BKA-EN kan volgens volgende tabel worden ingebouwd. MUUR PLA- FOND Toepassing Inbouw Materiaal/uitvoering massief ruwe dichtheid 40 kg/m³ lichte scheidingsmuur massief ruwe dichtheid 00 kg/m³ in verwijderd van 1) in Minimale dikte [mm] Minimale afstand tussen twee BKA- Vuurbestendigheidsklasse EN tot elkaar [mm] bijv. beton, metselwerk conform EN 1996 resp. DIN 103; massieve gipsblokken conform EN 1289 resp. DIN EI 90(v e,i o)s bijv. beton, metselwerk conform EN 1996 resp. DIN 103; massieve gipsblokken conform EN 1289 resp ) EI 90(v e,i o)s DIN in lichte scheidingsmuren met metalen constructie en aan beide zijden beplanking overeenkomstig classificatie conform EN of vergelijkbare nationale EI 90(v e,i o)s normen, zonder bijkomend inbouwframe in lichte scheidingsmuren met metalen constructie en aan beide zijden beplanking overeenkomstig classificatie conform EN of vergelijkbare nationale ) EI 90(v e,i o)s normen, met bijkomend inbouwframe ) in lichte scheidingsmuren met metalen constructie en aan één zijde beplanking overeenkomstig classificatie conform EN of vergelijkbare nationale normen EI 90(v e,i o)s 4) Brandmuren met volgende bouwgoedkeuringen (abp): abp nr. P-3391/170/08-MPA BS (Knauf) EI 90(v e,i o)s abp Nr. P-3020/0109-MPA BS (Rigips) abp Nr. P-3796/7968-MPA BS (Promat) in lichte scheidingsmuren met metalen constructie en aan beide zijden beplanking overeenkomstig classificatie conform EN of vergelijkbare nationale normen EI 30(v e,i o)s in bijv. beton, poriebeton EI 90(h o,i o)s De BKA-EN mag ook in muren of in plafonds met een lagere vuurbestendigheidsklasse worden ingebouwd. De BKA-EN heeft dan dezelfde vuurbestendigheidsklasse als de muur of het plafond. 1) Inbouw enkel in combinatie met openingsloze verluchtingsleiding (vuurbestendigheidsduur 90 min) tussen de BKA-EN en de te beschermen vuurbestendige muur. 2) betreffende de constructie 3) Een minimale afstand tussen de brandbeveiligingskleppen van minimaal 200 mm is toegestaan. Toch moet de afstand, afhankelijk van de constructie, volgens de betreffende uitvoering van de plaatbekleding worden uitgevoerd. 4) Maximale muurhoogte 000 mm ) Het gebruik van de inbouwframe is uitsluitend bij BKA-EN L=00 mogelijk. Tabel 3: inzetbaarheid 09/19-6

7 Algemene instructies - Bij de montage resp. bij de inbouw bestaat gevaar op letsels. Om eventuele letsels te vermijden moet een persoonlijke beschermingsuitrusting (PSA) worden gedragen. - Brandbeveiligingskleppen moeten zo in de vorm worden geplaatst, dat externe krachten de functionaliteit op termijn niet beïnvloeden. - Bij de montage moeten indien nodig verstijvingselementen voor de behuizing of dergelijke worden voorzien. De vereiste van statisch dragende lateien moet ook in acht worden genomen. - Verkeerd transport/omgang kan zorgen voor beschadigingen/ beïnvloeding van de functionaliteit. Bovendien moet de folie van de transportverpakking worden verwijderd en moet de levering worden gecontroleerd op volledigheid. - Brandbeveiligingskleppen moeten bij de opslag worden beschermd tegen stof, verontreiniging, vocht en temperatuurinvloeden (bijv. direct zonlicht, warmteafgevende lichtbronnen enz.). Ze mogen niet rechtstreeks aan weersinvloeden worden blootgesteld en mogen niet onder -40 C resp. boven 0 C worden opgeslagen. - De brandbeveiligingsklep moet worden beschermd tegen verontreinigingen en beschadigingen. Na inbouw moeten eventuele verontreinigingen onmiddellijk worden verwijderd. - De plaatsverhoudingen bij het inbouwen, inmortelen enz. moeten voldoende groot zijn. - Voer voor en na de montage een werkingscontrole van de brandbeveilingingsklep uit, hiervoor moet worden gelet op een adequate toegankelijkheid. - Elektrische installaties, resp. werken aan elektrische onderdelen mogen enkel door geautoriseerde elektriciens worden uitgevoerd, hiertoe moet de voedingsspanning worden uitgeschakeld. - Inbouw deelse uitmorteling aan aangrenzende muren en/of plafond (1- resp. 2-zijdige mineraalwolopvulling, niet brandbaar (EN ) smeltpunt 1000 C, ρ 10 kg/m 3 ). afstand van de omlopende openingen 0 mm. Inbouw van flexibele aftakkingen - beide zijden- vereist (alternatief: flexibele verluchtingsleiding uit aluminium). - Minimale afstand van de brandbeveiligingskleppen tot elkaar moet ten minste 70 mm bedragen. - De minimale afstand tot dragende bouwonderdelen (muur/ massief plafond) bedraagt tenminste 40 mm. Inbouw zonder afstand "Flens aan flens" Inbouw van de brandbeveiligingskleppen in beschikbare resp. nog te maken muuruitsparingen. Deze moet zo worden uitgevoerd dat de minimale openingsafmeting tussen de behuizing en de massieve muur s min 40 mm bedraagt. De openingen "s" en de holle ruimte tussen de brandbeveiligingskleppen moeten met mortel van categorie M1 conform EN 998-2, NM II DIN V 1880 (tot nog toe: MG III conform DIN 103) resp. brandwerende mortel van overeenkomstige kwaliteit volledig in de minimale muurdikte worden opgevuld. Wanneer de brandbeveiligingskleppen na het bouwen van de muur worden ingebouwd, moet de opening "s" worden voorzien, de holle ruimte tussen de brandbeveiligingskleppen moet steeds, zoals eerder beschreven, worden opgevuld. Inbouw onder elkaar Inbouwgegevens Inbouw in massieve muren - Inbouw in massieve muren (schachtmuren, schachten, kanalen en brandmuren) uit bijv. beton, metselwerk conform EN 1996 resp. DIN 103; massieve gipsblokken conform EN 1289 resp. DIN 18163; ruwe dichtheid 40 kg/m³ en muurdikte W 100 mm. - Inbouw zonder afstand "Flens aan flens" in massieve muren van max. 2 BKA-EN naast en/of onder elkaar. De omlopende voegen en de voeg tussen de behuizing van de brandbeveiligingskleppen moeten met mortel van categorie M1 conform EN 998-2, NM II DIN V 1880 (tot nog toe: MG III conform DIN 103) resp. brandwerende mortel van overeenkomstige kwaliteit volledig in de minimale muurdikte worden opgevuld. - Omlopende openingen "s" moeten met mortel van categorie M2, tot M1 conform EN 998-2, NM II tot III DIN V 1880 (tot nog toe: MG II tot III conform DIN 103 resp. brandwerende mortel van overeenkomstige kwaliteit of geschikt voor een muursoort met beton, met gipsmortel worden opgevuld. De minimale spleetafmeting s min bedraagt 40 mm (voor de eenvoudigere uitvoering van de uitmorteling in de regel s regel = 60 mm). Wanneer na het bouwen van de muur de blokkeringsinstalaltie wordt ingebouwd, dan moet de opening "s" worden voorzien. De mortelbeddiepte moet conform de minimale muurdikte zijn en mag deze niet onderschrijden. Inbouw naast elkaar Afbeelding 4: inbouw zonder afstand "Flens aan flens" in massieve muren 09/19-7

8 Minimale openingsafmeting bij volledige uitmorteling Inbouw van de brandbeveiligingskleppen in de beschikbare resp. nog te maken muuruitsparing. Deze moet zo worden uitgevoerd dat de minimale openingsafmeting tussen de behuizing en de massieve muur s min 40 mm bedraagt. De opening "s" moet met mortel van categorie M2, tot M1 conform EN 998-2, NM II tot III DIN V 1880 (tot nog toe: MG II tot III conform DIN 103) resp. brandwerende mortel van overeenkomstige kwaliteit of geschikt voor een muursoort met beton, volledig worden opgevuld. Wanneer de brandbeveiligingsklep wordt ingebouwd na het bouwen van de massieve muur, moet de opening "s" worden voorzien. Afbeelding 6: inbouw in deelse uitmorteling in massieve muren Inbouwplaatsen Bedieningskant rechts links Bij afmetingen Muurdiktes Afbeelding : minimale openingsafmeting volledige uitmorteling in massieve muren Inbouw met deelse uitmorteling Brandbeveiligingskleppen mogen met deelse uitmorteling en aanvullende opvulling met mineraalwol worden gemonteerd, wanneer het volledig opvullen van de holle ruimte tussen de omlopende openingen tussen de brandbeveiligingsklep en de te beschermen massieve muur niet mogelijk is. Bij de montage van de brandbeveiligingsklep moeten volgende voorwaarden in acht worden genomen: - Inbouw van de brandbeveiligingskleppen in beschikbare resp. nog te maken muuruitsparing (muren uit bijv. beton, metselwerk conform EN 1996 resp. DIN 103; massieve gipsblokken conform EN 1289 resp. DIN 18163; ruwe dichtheid 40 kg/m³ en muurdikte W 100 mm. - De muuruitsparing moet zo worden uitgevoerd dat de minimale openingsafmeting van de uit te mortelen openingen s min 40 mm bedraagt. De opening "s" moet met mortel van categorie M2, tot M1 conform EN 998-2, NM II tot III DIN V 1880 (tot nog toe: MG II tot III conform DIN 103) resp. brandwerende mortel van overeenkomstige kwaliteit of geschikt voor een muursoort met beton, volledig worden opgevuld. De opening van de aanvullende minderaalwolopvulling moet met een niet-brandbaar mineraalwol (EN1301-1, ruwe dichtheid 10 kg/m³, smeltpunt 1000 C) gebeuren. - Dit geldt enkel voor de inbouw in massieve muren wanneer de afstand tussen de behuizing van de blokkeringsinstallatie en de muur resp. massief plafond niet groter is dan 0 mm. - Daarvoor moeten de blokkeringsinstallaties aan beide zijden worden ingebouwd met elastische aftakkingen uit minimaal normaal ontvlambaar materiaal (EN1301-1) tussen blokkeringsinstallatie en aan te sluiten verluchtingsleidingen. bovenaan onderaan Afbeelding 7: Inbouwplaatsen in massieve muren Verluchtingsleiding of verlengingsdeel 09/19-8

9 Inbouw verwijderd van massieve muren - Inbouw verwijderd van massieve muren (schachtmuren, schachten, kanalen en brandmuren) uit bijv. beton, metselwerk conform EN 1996 resp. DIN 103; massieve gipsblokken conform EN 1289 resp. DIN 18163; ruwe dichtheid 40 kg/ m³ en muurdikte W 100 mm. - De brandbeveiligingsklep moet bij inbouw verwijderd van massieve muren worden opgehangen aan het plafond - Inbouw enkel in combinatie met openingsloze verluchtingsleiding (vuurbestendigheidsduur 90 min), uit plaatstaal met buitenste isolatie uit plaatmateriaal. - De vuurbestendige verluchtingsleiding (met gecontroleerde vuurbestendigheidsduur van 90 minuten) tussen de brandbeveiligingskleppen en de te beschermen, vuurbestendige muur moeten in het bereik van de muurdoorvoering vormvast, maar niet krachtvast gebeuren. - Verluchtingsaansluiting aan de vuurvaste leiding achterzijde van de BKA-EN (bedieningszijde) door middel van flexibele aftakking vereist (alternatief: flexibele verluchtingsleiding uit aluminium of in uitzonderlijke gevallen uit staal). - Een minimale afstand tussen de brandbeveiligingskleppen van ten minste 200 mm moet in acht worden genomen. Afhankelijk van de constructie moet de afstand afhankelijk van de betreffende uitvoering van de plaatbekleding worden geselecteerd. Hetzelfde geldt ook voor de afstand tot dragende bouwdelen (muur/massief plafond) Aansluiting aan plaatstaal verluchtingsleidingen met plaatisolatie 4 Detail A 4 Detail B Afbeelding 9: leidingsaansluiting verwijderd van massieve muren Inbouwafvoer - Montage van de BKA-EN (pos. 1) aan de beschikbare verluchtingsleiding uit plaatstaal indien nodig met behulp van montageophangingen enz. - Mineraalwol (pos. 4) omlopend op de niet-bedieningszijde aanbrengen. - Brandbeveiligingstechnische isolatie uit plaatmateriaal (pos. 2) aan de beschikbare verluchtingsleiding volgens informatie van de leidingfabrikant aanbrengen. - Ophangingen en bevestigingen (pos. 3/6/7) van de leidingen en de isolatie uit plaatmateriaal moeten volgens leidingfabrikant met voldoende grote schroefdraadstangen worden uitgevoerd. - Opening tussen BKA-EN en plaatmateriaal dichtmaken (pos. ) - Verwijderen van montagehulpjes (montageophangingen enz.) 2 2 Afbeelding 8: inbouw verwijderd van massieve muren Ka- Muuraansluiting volgens leidingsfabrikant. Vormvast, maar niet krachtvast 3 1 Brandwerende klep van het type BKA-EN 2 Vuurbestendige verluchtingleiding (met gecontroleerde vuurbestendigheidsduur van 90 minuten) 3 U-profiel 0 conform DIN 1026 resp. Hilti MQ 41/3 of gelijkwaardig. 4 Mineraalwol (niet brandbaar conform EN , ρ 100 kg/m³, smeltpunt 1000 C) Gips dicht gesmeerd 6 Bevestiging met brandbeveiligingstechnisch gecontroleerde bevestigingsmiddelen 7 Ophangingen moeten met voldoende grote schroefdraadstangen worden uitgevoerd. 8 massieve plafonds 09/19-9

10 Inbouw in massieve plafonds - Inbouw in massieve plafonds uit bijv. beton, poriebeton, ruwe dichtheid 00 kg/m³ en plafonddikte D 12 mm. - Inbouw zonder afstand "Flens aan flens" in massieve plafonds, van max. 2 BKA-EN naast elkaar. De omlopende voegen en de voeg tussen de behuizing van de brandbeveiligingskleppen moeten met mortel van categorie M1 conform EN 998-2, NM III DIN V 1880 (tot nog toe: MG III conform DIN 103) in de minimale plafonddikte worden opgevuld. - Omlopende openingen "s" moeten met mortel van categorie M2, tot M1 conform EN 998-2, NM II tot III DIN V 1880 (tot nog toe: MG II tot III conform DIN 103 resp. brandwerende mortel van overeenkomstige kwaliteit of geschikt voor een plafondsoort met beton, volledig worden opgevuld. De minimale openingsafmeting s min bedraagt 40 mm (voor eenvoudigere doorvoering van de uitmorteling in de regel s Regel = 60 mm). Wanneer na het bouwen van het plafond de blokkeringsinstallatie wordt ingebouwd, moet de opening "s" worden voorzien. - Minimale afstand van de brandbeveiligingskleppen tot elkaar moet ten minste 70 mm bedragen. - de minimale afstand tot dragende bouwdelen (muur) bedraagt ten minste 40 mm Inbouw zonder afstand "Flens aan flens" Inbouw in de brandbeveiligingskleppen in beschikbare resp. nog te maken plafonduitsparingen. Deze moet zo worden uitgevoerd dat de minimale openingsafmeting tussen de behuizing en het massieve plagond s min 40 mm bedraagt. De openingen "s" en de holle ruimte tussen de brandbeveiligingskleppen moeten met mortel van categorie M1 conform EN 998-2, NM II DIN V 1880 (tot nog toe: MG III conform DIN 103) in de minimale plafonddikte worden opgevuld. Wanneer de inbouwklep wordt ingebouwd na het opbouwen van het massieve plafond, dan moet de opening "s" worden voorzien, de holle ruimte tussen de brandbeveiligingskleppen moet steeds zoals hiervoor beschreven worden opgevuld. Minimale openingsafmeting bij volledige uitmorteling Inbouw van de brandbeveiligingskleppen in beschikbare resp. nog te maken plafonduitsparing. Deze moet zo worden uitgevoerd dat de minimale openingsafmeting tussen behuizing en het massieve plafond s min 40 mm bedraagt. De opening "s" moet met mortel van categorie M2, tot M1 conform EN 998-2, NM II tot III DIN V 1880 (tot nog toe: MG II tot III conform DIN 103) resp. brandwerende mortel van overeenkomstige kwaliteit of geschikt voor een plafondsoort met beton, volledig worden opgevuld. Wanneer de brandbeveiligingsklep wordt ingebouwd na het bouwen van het massieve plafond, dan moet de opening "s" worden voorzien. Afbeelding 11: minimale openingsafmeting volledige uitmorteling in massieve plafonds Inbouwplaatsen staand hangend Bij grote plafonddiktes staand hangend Afbeelding 12: inbouwplaatsen in massieve plafonds Afbeelding 10: inbouw zonder afstand "Flens aan flens" in massieve plafonds 09/19-10

11 Inbouw in lichte scheidingsmuren met metalen constructie en beplanking aan beide zijden - Inbouw in lichte scheidingsmuren met metalen constructie en beplanking aan beide zijden (gipsgebonden platen, muurdikte 100 mm) overeenkomstig classificatie conform EN of vergelijkbare nationale normen. - Inbouw van flexibele aftakkingen - beide zijden - vereist (alternatief: flexibele verluchtingsleiding uit aluminium). - Geen bijkomende ophangingen of bevestigingen van de BKA- EN toegestaan, inbouw- en montagehulpjes moeten worden verwijderd. - Minimale afstand van de brandbeveiligingskleppen tot elkaar moet tenminste 200 mm bedragen. - De minimale afstand tot dragende bouwelementen bedraagt (afhankelijk van de constructies) min. 90 mm tot de muur en min. 80 mm tot het massieve plafond. De effectieve minimale afstand kan in beperkte mate afwijken van de hierboven vernoemde afstanden en moet afhankelijk van het muuraansluitingstype worden uitgevoerd en aangepast. Doorsnede Doorsnede Detail X Detail Y Montage-instructie: Op overlappende plaatsen van de wisselprofielen moeten deze aan beide zijden eenmaal worden vastgeniet, genageld of vastgeschroefd. Deze verbindingen dienen voor de schonen montagebe- Afbeelding 13: metalen constructie met vereiste uitwisselingen 9 9 Natte inbouw De algemene instructies bij inbouw in lichte scheidingsmuren met metalen frame en beplanking aan beide zijden (gipsgebonden platen, muurdikte 100 mm) overeenkomstig classificatie conform EN of vergelijkbare nationale normen moeten in acht worden genomen. Afbeelding 14: natte inbouw in lichte scheidingsmuur Inbouwafvoer: Metalen constructie en muur volgens informatie van de 11 1 muurfabrikant maken en uitwisselingen overeenkomstig afbeelding 13 voorzien. - Uitsparing voor de natte inbouw van de BKA-EN (pos.1) voorzien - Aan de beide B-zijden van de wisselprofielen moeten telkens 2 stuks gebogen geperforeerde platen ( t 0,mm; breedte x lengte = 40 x 70 mm), als mortelanker (pos. 11) te bevestigen. Deze moeten in het midden van de muur aan de metalen profielen met telkens een snelbouwschroeven worden vastgeschroefd en in de betonnen vulling worden vastgemaakt. - BKA-EN in de uitsparing van de muur plaatsen (bedieningszijde - inbouwafmeting 210 in acht nemen). Omlopende ringspleet tussen muur en BKA-EN gelijkmatig opvullen. Montage van de BKA-EN met behulp van montage ophangingen enz. - Aanbrengen van mortel (pos. 12) in de 40 mm brede omlopende opening tussen de behuizing van de BKA-EN en de omlopende metalen profielen (pos. ). Voor zover er kozijnen (pos. 13) worden gebruikt, is een mortelbeddiepte van 100 mm voldoende. Bij gebruik van kozijnen moeten de uitwisselingen met betrekking tot de inbouwopeningsafmeting worden aangepast. - Na het uitharden van de morten moeten de montagehulpjes (montageophangingen enz.) worden verwijderd 09/19-11

12 Drooginbouw De algemene instructies bij inbouw in lichte scheidingsmuren met metalen frame en beplanking aan beide zijden (gipsgebonden platen, muurdikte 100 mm) overeenkomstig classificatie conform EN of vergelijkbare nationale normen moeten in acht worden genomen. De drooginbouw van de brandbeveiligingsklep moet na het opbouwen van de muur gebeuren. Doorsnede 6 Detail X De inbouw direct onder het massieve plafond moet na het opbouwen van de muur gebeuren en is geen glijdende plafondaansluiting. - Minimale afstand van de brandbeveiligingskleppen tot elkaar moet tenminste 200 mm bedragen. - De minimale afstand tot dragende bouwelementen bedraagt (afhankelijk van de constructies) min. 90 mm tot de muur en min. 80 mm tot het massieve plafond. De effectieve minimale afstand kan in beperkte mate afwijken van de hierboven vernoemde afstanden en moet afhankelijk van het muuraansluitingstype worden uitgevoerd en aangepast. Natte inbouw De algemene instructies bij inbouw in lichte scheidingsmuren met metalen frame en beplanking aan beide zijden (gipsgebonden platen, muurdikte 100 mm) overeenkomstig classificatie conform EN of vergelijkbare nationale normen rechtstreeks onder massief plafond moeten in acht worden genomen. Doorsnede Detail X Afbeelding 1: droge inbouw in lichte scheidingsmuur Inbouwafvoer: - Metalen constructie en muur volgens informatie van de muurfabrikant maken en uitwisselingen overeenkomstig afbeelding 13 voorzien. - BKA-EN (pos. 1) in de uitsparing van de muur plaatsen (bedieningszijde - inbouwafmeting 210 mm in acht nemen). Omlopende ringopening tussen muur en BKA-EN gelijkmatig opvullen. Montage van de BKA-EN met behulp van montageophangingen enz. - Aanbrengen van mineraalwol (pos. 7) (niet brandbaar conform EN , opstoppingsdichtheid 80 kg/m³, smeltpunt 1000 C) in de 40 mm brede omlopende opening tussen de behuizing van de BKA-EN en de omlopende metalen profielen (pos. ). - Maken van de muurbeplankingen aan beide zijden (pos. 3) en de verdubbelingen op de niet-bedieningszijde (pos. 2). Aansluitings- en stootvoegen moeten worden dichtgesmeerd met muureigen materiaal. - Verwijderen van montagehulpjes (montageophangingen enz.) Doorsnede Detail Y Inbouw direct onder het massieve plafond - Inbouw in lichte scheidingsmuren met metalen frame en beplanking aan beide zijden (gipsgebonden platen, muurdikte 100 mm) overeenkomstig classificatie conform EN of vergelijkbare nationale normen. - Inbouw van flexibele aftakkingen - beide zijden - vereist (alternatief: flexibele verluchtingsleiding uit aluminium). - Geen bijkomende ophangingen of bevestigingen van de BKA- EN toegestaan, inbouw- en montagehulpjes moeten worden verwijderd. Afbeelding 16: natte inbouw in liche scheidingsmuur direct onder massief plafond Inbouwafvoer: - Metalen constructie en muur volgens informatie van de muurfabrikant maken en uitwisselingen overeenkomstig afbeelding 13 voorzien. Voor het aanbrengen van de voor de omlopende metalen profielframes benodigde UW-profielen (pos. ) aan het plafond moet overeenkomstig de informatie van de muurfabrikant een mineraalwolstrook van ca. 0 x 40 mm (pos. 4) in het UW-profiel aan het plafond worden aangebracht. 09/19-12

13 - Uitsparing voor de natte inbouw van de BKA-EN (pos.1) voorzien - Aan de beide B-zijden van de wisselprofielen moeten telkens 2 stuks gebogen geperforeerde platen ( t 0,mm; breedte x lengte = 40 x 70 mm), als mortelanker (pos. 11) te bevestigen. Deze moeten in het midden van de muur aan de metalen profielen met telkens een snelbouwschroeven worden vastgeschroefd en in de betonnen vulling worden vastgemaakt. - BKA-EN in de uitsparing van de muur plaatsen (bedieningszijde - inbouwafmeting 210 in acht nemen). Omlopende ringspleet tussen muur en BKA-EN gelijkmatig opvullen. Montage van de BKA-EN met behulp van montage ophangingen enz. - Aanbrengen van mortel (pos. 12) in de 40 mm brede omlopende opening tussen de behuizing van de BKA-EN en de omlopende metalen profielen (pos. ). Voor zover kozijnen worden gebruikt (pos. 13) is een mortelbeddiepte van 100 mm voldoende. Bij gebruik van kozijnen moeten de uitwisselingen met betrekking tot de inbouwopeningsafmeting worden aangepast. - Na het uitharden van de morten moeten de montagehulpjes (montageophangingen enz.) worden verwijderd Drooginbouw De algemene instructies bij inbouw in lichte scheidingsmuren met metalen frame en beplanking aan beide zijden (gipsgebonden platen, muurdikte 100 mm) overeenkomstig classificatie conform EN of vergelijkbare nationale normen rechtstreeks onder massief plafond moeten in acht worden genomen. De droge inbouw direct onder massieve plafonds moeten na het opbouwen van de muur gebeuren en is geen glijdende plafondaansluiting. Doorsnede Afbeelding 17: droge inbouw in lichte scheidingsmuur direct onder massief plafond Inbouwafvoer: Detail Y Montage muureigen UW-profiel (pos. ) aan het plafond - Aanbrengen van mineraalwolstroken (overeenkomstig de informatie van de muurfabrikant) ca. 0x40 mm (pos. 4) in het hierboven beschreven UW-profiel en aanbrengen van het UWprofiel dat nodig is voor het omlopende metalen profielframe aan het plafond 8 09/ Vastschroeven van de beplankingen (pos. 3) aan beide verdubbelingen (pos. 2) L behuizingsbreedte B op de niet-bedieningszijde - Aanbrengen van mineraalwolstroken ca. 0 x 40 mm (pos. 7) tussen de voordien vastgeschroefde beplankingen - Montage van de BKA-EN (pos. 1) met behulp van montageophangingen enz. voor de montage moet op de bovenste B-zijde van de thermische scheiding (pos. 10) en op vlak van de beplanking (pos. 3) en verdubbeling (pos. 2) op de niet-bedieningszijde kegelvormig gips resp. gipsmortel zo worden aangebracht, de openingen (pos. 6) volledig worden opgevuld. De BKA-EN moet met een hoogteafstand van ca. 80 mm tot het plafond woden geplaatst. - Montage van het resterende metalen constructie met de aangegeven afstanden. - Inbrengen van het mineraalwol (pos ) - Maken van de muurbeplanking aan beide zijden (pos. 3) en verdubbelingen (pos. 2) - Verwijderen van montagehulpjes (ophangingen enz) 1 Brandbeveiligingsklep BKA-EN 2 Verdubbeling (gipskartonplaten GKF, 2 x d = 12, mm) - Eerste verdubbeling, bevestiging: snelbouwschroeven TN 3,x, a 20 mm, resp. min. telkens 2 schroeven per zijde aansluitings- en stootvoegen van de verdubbelingen moeten met muureigen materiaal worden dichtgespateld. - Tweede verdubbeling, bevestiging: snelbouwschroeven TN 4,x70, a 20 mm, resp. min. telkens 2 schroeven per zijde, aansluitings- en stootvoegen van de verdubbelingen moeten met muureigenmateriaal worden dichtgesmeerd. 3 Beplanking van de lichte scheidingsmuur uit gipsgebonden platen. 4 Mineraalwol (overeenkomstig informatie muurfabrikant) Profiel UW 0/40/0,6 (bij muurdikte = 100 mm, voor grotere muurdiktes moeten profielen overeenkomstig worden gelijkgemaakt) 6 Gips-dichtsmering met muureigen dichtsmeringsmateriaal, max. openingsbreedte mm, dichtsmering na het opbouwen uitvoeren 7 Mineraalwol, (niet brandbaar conform EN1301-1, opstoppingsdichtheid ca. 80 kg/m³, smeltpunt 1000 C, dikte 40 mm) 8 massieve plafonds 9 Profiel CW 0/0/0,6 (bij muurdikte = 100 mm voor grotere muurdiktes moeten profielen overeenkomstig worden gelijkgemaakt) 10 Thermische scheiding 11 Mortelanker (geperforeerde plaat t 0, mm; breedte x lengte = 40 x 70 mm) 12 Mortel van de categorie M1 conform EN 998-2, NM III DIN V 1880 (tot nog toe: MG III conform DIN 103) 13 Kozijn, optioneel

14 Inbouw direct onder massief plafond met "Plaatsing mineraalwol" - Inbouw in lichte scheidingsmuren met metalen frame en beplanking aan beide zijden (gipsgebonden platen, muurdikte 100 mm) overeenkomstig classificatie conform EN of vergelijkbare nationale normen. - Inbouw van flexibele aftakkingen - beide zijden - vereist (alternatief: flexibele verluchtingsleiding uit aluminium). - Geen bijkomende ophangingen of bevestigingen van de BKA- EN toegestaan, inbouw- en montagehulpjes moeten worden verwijderd. - Minimale afstand van de brandbeveiligingskleppen tot elkaar moet tenminste 200 mm bedragen. - De minimale afstand tot dragende bouwdelen bedraagt 40 mm tot massieve plafonds en min. 90 mm tot de muur. De daadwerkelijke minimale afstand tot de muur kan in beperkte mate afwijken van de hiervoor beschreven afstand en moet afhankelijk van het muur aansluitingstype worden uitgevoerd en aangepast Afbeelding 19: inbouw in lichte scheidingsmuur direct onder massief plafond met "plaatsing mineraalwol" Montage-instructie: Op overlappende plaatsen van de wisselprofielen moeten deze aan beide zijden eenmaal worden vastgeniet, genageld of vastgeschroefd. Deze verbindingen dienen voor de schonen montagebevestiging van de afzonderlijke metaalprofielen. Afbeelding 18: metalen constructie met vereiste uitwisselingen (inbouw direct onder massief plafond met "plaatsing mineraalwol") Inbouwafvoer: - Metalen constructie en muur volgens informatie van de muurfabrikant maken en uitwisselingen overeenkomstig afbeelding 16 voorzien. Uitsparing voor de inbouw van de BKA- EN (pos. 1) voorzien. - Op de bovenzijde van de BKA-EN wordt mineraalwol (pos. 18) geplaatst. Mineraalwol op de plaats van de thermische scheiding (pos. 13) uitsnijden. BKA-EN in de uitsparing van de muur gebruiken (bedieningszijde - inbouwafmeting 210 mm in acht nemen) en nauw aan het plafond plaatsen. - Montage van de BKA-EN met behulp van de montageophangingen enz. - Montage van de verdubbeling (pos. 17, bedieningszijde) bestaand uit GKF-platen 2x 12, mm, breedte = 60 mm op beide H-zijden en de onderste B-zijde. - Inbouw mineraalwol (pos. 16) tussen brandbeveiligingsklep en muurkozijn in de muur in de betreffende muurdikte voor het opvullen van de holle ruimte. - Montage van de verdubbeling (pos. 19 niet-bedieningszijde) bestaande uit GKF-platen 2 x 12, mm, breedte = 80 mm op beide H-zijden en de onderste B-zijden. Schroeftype en afstanden overeenkomstig (afbeelding 17). - Verwijderen van montagehulpjes (ophangingen enz) 09/19-14

15 1 Brandbeveiligingsklep BKA-EN 11 Profiel UW 0/40/0, (bij muurdikte = 100 mm; voor grotere muurdiktes moeten profielen overeenkomstig worden gelijk gemaakt). 12 Profiel CW 0/0/0,6 (bij muurdikte = 100 mm; voor grotere muurdiktes moeten profielen overeenkomstig worden gelijk gemaakt). 13 Thermische scheiding 14 Lichte scheidingsmuur met metalen frame en beplanking aan beide zijden (gipsgebonden platen, muurdikte 100 mm) overeenkomstig classificatie conform EN of vergelijkbare nationale normen. 16 Mineraalwol ρ = 30 kg/m³ op dichtheid ca. 60 kg/m³ opgestopt, niet brandbaar EN , smeltpunt 1000 C 17 Verdubbeling (gipskartonplaten GKF, 2 x 12, mm, breedte = 60 mm) bevestiging: snelbouwschroeven ø 3,9 x 7 a 200 mm, resp. min. telkens 2 schroeven per zijde 18 Mineraalwol ρ = 100 kg/m³, niet brandbaar EN , smeltpunt 1000 C 19 Verdubbeling (gipskartonplaten GKF, 2 x 12, mm, breedte = 80 mm) bevestiging: snelbouwschroeven ø 3,9x7, a 200 mm resp. min. telkens 2 schroeven per zijde 21 massieve plafonds Inbouw met inbouwframe (BKA-EN L = 00) - Inbouw met inbouwframe in lichte scheidingsmuren met metalen frame en beplanking aan beide zijden (gipsgebonden platen, muurdikte 100 mm) overeenkomstig classificatie conform EN of vergelijkbare nationale normen. - Het gebruik van de inbouwframe is uitsluitend bij BKA-EN L=00 mogelijk. - Inbouw van flexibele aftakkingen - beide zijden - vereist (alternatief: flexibele verluchtingsleiding uit aluminium). - Geen bijkomende ophangingen of bevestigingen van de BKA- EN toegestaan, inbouw- en montagesteunen moeten worden afgebroken (hoekplaten zijn geen inbouw- en montagehulpjes en moeten gemonteerd blijven). - Minimale afstand van de brandbeveiligingskleppen tot elkaar moet tenminste 20 mm bedragen (betreffende de constructie). - De minimale afstand tot dragende bouwdelen bij een muurdikte = 100 mm bedraagt ten minste 12 mm tot massieve plafonds en tenminste 13 mm tot de muur. De daadwerkelijke minimale afstand kan in beperkte mate afwijken en moet afhankelijk van het muuraansluitingstype worden uitgevoerd en aangepast. - De minimale afstand tot dragende bouwdelen bij een muurdikte > 100 mm bedraagt tenminste 140 mm tot massieve plafonds en tenminste 10 mm tot de muur. De daadwerkelijke minimale afstand kan in beperkte mate afwijken en moet afhankelijk van het muuraansluitingstype worden uitgevoerd en aangepast. Inbouw in muurdikte = 100 mm Montage-instructie: Op overlappende plaatsen van de wisselprofielen moeten deze aan beide zijden eenmaal worden vastgeniet, genageld of vastgeschroefd. Deze verbindingen dienen voor de schonen montagebevestiging van de afzonderlijke metaalprofielen. Afbeelding 20: metalen constructie met vereiste uitwisselingen (voor BKA-EN met inbouwframe, muurdikte = 100 mm) 09/19-1

16 Inbouwafvoer (muurdikte = 100 mm) - Metalen constructie en muur volgens informatie van de muurfabrikant maken en uitwisselingen overeenkomstig afbeelding 20 voorzien. Uitsparing voor de inbouw van de BKA- EN met inbouwframe voorzien. Bij muurdiktes > 100 mm op afwijkende grootte van de uitsparing tegenover de uitspating bij een muurdikte van = 100 mm letten. - BKA-EN (pos.1) in de uitsparing van de muur plaatsen (bedieningszijde - inbouwafmeting 210 mm in acht nemen). Omlopende ringspleet "s" tussen muur en inbouwframe gelijkmatig opvullen. Montage van de BKA-EN met behulp van montageophangingen, - De hoekplaten (pos. 8) op de bedieningszijde van de BKA-EN kort aan de behuizing alsook aan het inbouwframe (pos. 7) plaatsen, en met behulp van de meegeleverde schroef (pos. 9) aan de inbouwframes en met snelbouwschroeven (pos door de installateur te voorzien- afbeelding 19) aan de metalen constructie bevestigen. De lengte van de snelbouwschroeven moet zo worden geselecteerd dat een bevestiging aan de metalen constructie plaatsvindt (bijv. ø 3,9 x mm). - De ringopening "s" omlopend op beide zijden van de muur met de meegeleverde lijm op waterbasis opvullen (pos. 13 ("s"); min. 108 g/lfm). - Verwijderen van montagehulpjes (ophanging, keilen enz.) Doorsnede muur Detail Y Afbeelding 22: BKA-EN met inbouwframe ingebouwd (muurdikte = 100 mm) Inbouw in muurdikte > 100 mm Hoekplaat kort aan de behuizing plaatsen Detail X Afbeelding 21: BKA-EN met inbouwframe en gemonteerde hoekplaten (muurdikte = 100 mm) 10 Montage-instructie: Op overlappende plaatsen van de wisselprofielen moeten deze aan beide zijden eenmaal worden vastgeniet, genageld of vastgeschroefd. Deze verbindingen dienen voor de schonen montagebevestiging van de afzonderlijke metaalprofielen. Afbeelding 23: metalen constructie met vereiste uitwisselingen (voor BKA-EN met frame, muurdikte > 100 mm) 09/19-16

17 Inbouwafvoer (muurdikte > 100 mm) - Metalen constructie en muur volgens informatie van de muurfabrikant maken en uitwisselingen overeenkomstig afbeelding 23 voorzien. Uitsparing voor de inbouw van de BKA- EN met inbouwframe voorzien. Bij muurdiktes > 100 mm op afwijkende grootte van de uitsparing tegenover de uitspating bij een muurdikte van = 100 mm letten. - Bijkomende omlopend kozijn (pos. 1) met 12, mm GKF-platen herstellen en met omlopende metalen profielframe in het midden vastschroeven (bevestigen: bijv. snelbouwschroeven ø 3,x2; schroefafstand = 20 mm resp. min telkens 2 schroeven per zijde). - BKA-EN (pos.1) in de uitsparing van de muur plaatsen (bedieningszijde - inbouwafmeting 210 mm in acht nemen). Omlopende ringspleet "s" tussen muur en inbouwframe gelijkmatig opvullen. Montage van de BKA-EN met behulp van montageophangingen, - De hoekplaten (pos. 8) op de bedieningszijde van de BKA-EN kort aan de behuizing alsook aan de inbouwframe (pos. 7) plaatsen, en met behulp van de meegeleverde schroef (pos. 9) aan de inbouwframes en met snelbouwschroeven (pos door de installateur te voorzien- afbeelding 22) aan de metalen constructie bevestigen. De lengte van de snelbouwschroeven moet zo worden geselecteerd dat een bevestiging aan de metalen constructie plaatsvindt (bijv. ø 3,9 x mm). - De ringopening "s" omlopend op beide zijden van de muur met de meegeleverde lijm op waterbasis opvullen (pos. 13 ("s"); min. 108 g/lfm). - Verwijderen van montagehulpjes (ophanging, keilen enz.) Doorsnede muur Detail Y Afbeelding 2: BKA-EN met inbouwframe ingebouwd (muurdikte > 100 mm) Hoekplaat kort aan de behuizing plaatsen Detail X Brandbeveiligingsklep BKA-EN 7 Inbouwframe van de brandbeveiligingsklep BKA-EN (L=00) 8 Hoekplaat (-door de installateur te voorzien- 4 stuks/brandbeveiligingsklep BKA-EN) 9 Schroeven met verzonken kop ø x40mm (-door de fabriek te voorzien- 2 stuks / hoekplaat) 10 Snelbouwschroeven (-door de installateur te voorzien- 3 stuks / hoekplaat, bijv. ø3,9x mm 11 Profiel UW 0/40/0, (bij muurdikte = 100 mm; voor grotere muurdiktes moeten profielen overeenkomstig worden gelijk gemaakt). 12 Profiel CW 0/0/0,6 (bij muurdikte = 100 mm; voor grotere muurdiktes moeten profielen overeenkomstig worden gelijk gemaakt). 13 Kleefstof op waterglasbasis (-door de fabriek te voorzienmin. 108 g/lfm een minimale opvuldiepte van ca. 1 mm bij een ringopening "s" van 4 mm) 14 Lichte scheidingsmuur met metalen frame en beplanking aan beide zijden (gipsgebonden platen, muurdikte 100 mm) overeenkomstig classificatie conform EN of vergelijkbare nationale normen. 1 Kozijn, omlopend (-door de installateur te voorzien- 12, mm GKF-platen) Afbeelding 24: BKA-EN met inbouwframe en gemonteerde hoekplaten (muurdikte > 100 mm) 09/19-17

18 Inbouw in lichte scheidingsmuren met metalen frame en beplanking aan beide zijden - Inbouw in lichte scheidingsmuren met metalen frame en beplanking aan beide zijden (gipsgebonden platen, muurdikte 7 mm) overeenkomstig classificatie conform EN of vergelijkbare nationale normen. - Inbouw van flexibele aftakkingen - beide zijden - vereist (alternatief: flexibele verluchtingsleiding uit aluminium). - Geen bijkomende ophangingen of bevestigingen van de BKA- EN toegestaan, inbouw- en montagehulpjes moeten worden verwijderd. - Minimale afstand van de brandbeveiligingskleppen tot elkaar moet tenminste 200 mm bedragen. - De minimale afstand tot dragende bouwelementen bedraagt ten minste 80 mm tot het massieve plafond en ten minste 90 mm tot de muur. De effectieve minimale afstand kan in beperkte mate afwijken van de hiervoor genoemde afstanden en moet afhankelijk van het muuraansluitingstype worden uitgevoerd en aangepast Montage-instructie: Op overlappende plaatsen van de wisselprofielen moeten deze aan beide zijden eenmaal worden vastgeniet, genageld of vastgeschroefd. Deze verbindingen dienen voor de schonen montagebevestiging van de afzonderlijke metaalprofielen. Afbeelding 26: metalen constructie met vereiste uitwisselingen Inbouwafvoer: - Metalen constructie en muur volgens informatie van de muurfabrikant maken en uitwisselingen overeenkomstig afbeelding 26 voorzien. - BKA-EN (pos. 1) in de uitsparing van de muur plaatsen (bedieningszijde - inbouwafmeting 210 mm in acht nemen). Omlopende ringopening tussen muur en BKA-EN gelijkmatig opvullen. Montage van de BKA-EN met behulp van montageophangingen enz. - Aanbrengen van mineraalwol (pos. 7) (niet brandbaar conform EN , opstoppingsdichtheid 30 kg/m³, smeltpunt 1000 C) in de 40 mm brede omlopende opening tussen de behuizing van de BKA-EN en de omlopende metalen profielen (pos. ). - Maken van de muurbeplankingen aan beide zijden (pos. 3) en de verdubbelingen op de niet-bedieningszijde (pos. 2). Aansluitings- en stootvoegen moeten worden dichtgesmeerd met muureigen materiaal. - Verwijderen van montagehulpjes (montageophangingen enz.) Inbouw direct onder massief plafond - Inbouw in lichte scheidingsmuren met metalen constructie en beplanking aan beide zijden (gipsgebonden platen, muurdikte 7 mm) overeenkomstig classificatie conform EN of vergelijkbare nationale normen. - Inbouw van flexibele aftakkingen - beide zijden - vereist (alternatief: flexibele verluchtingsleiding uit aluminium). - Geen bijkomende ophangingen of bevestigingen van de BKA- EN toegestaan, inbouw- en montagehulpjes moeten worden verwijderd. - Minimale afstand van de brandbeveiligingskleppen tot elkaar moet tenminste 200 mm bedragen. - De minimale afstand tot dragende bouwelementen bedraagt ten minste 80 mm tot het massieve plafond en ten minste 90 mm tot de muur. De effectieve minimale afstand kan in beperkte mate afwijken van de hiervoor genoemde afstanden en moet afhankelijk van het muuraansluitingstype worden uitgevoerd en aangepast. - De inbouw direct onder het massieve plafond moet na het opbouwen van de muur gebeuren en is geen glijdende plafondaansluiting. Doorsnede Detail X Doorsnede Detail Y Afbeelding 27: muurbeplanking en verdubbeling (lichte scheidingsmuur) Afbeelding 28: inbouw in lichte scheidingsmuur direct onder massief plafond 09/19-18

19 Inbouwafvoer: - Montage muureigen UW-profiel (pos. ) aan het plafond - Aanbrengen van mineraalwolstroken (overeenkomstig de informatie van de muurfabrikant) ca. 0x40 mm (pos. 4) in het hierboven beschreven UW-profiel en aanbrengen van het UWprofiel dat nodig is voor het omlopende metalen profielframe aan het plafond - Vastschroeven van de beplanking aan beide zijden (pos. 3) en de beide verdubbelingen (pos. 2) L behuizingsbreedte B op de niet-bedieningszijde - Aanbrengen van mineraalwolstroken ca. 0 x 40 mm (pos. 7) tussen de voordien vastgeschroefde beplankingen - Montage van de BKA-EN met behulp van montageophangingen enz. voor de montage moet op de bovenste B-zijde de thermische scheiding (pos. 10) en op vlak van de beplanking en verdubbeling op de niet-bedieningszijde keilvormig gips resp. gipsmortel worden aangebracht om zo de openingen (pos. 6) volledig op te vullen. De BKA-EN moet met een hoogteafstand van ca. 80 mm tot het plafond worden geplaatst. - Montage van het resterende metalen constructie met de aangegeven afstanden. - Aanbrengen van de mineraalwol (pos. 4 volgens de informatie van de muurfabrikant en pos. 7) - Maken van de muurbeplankingen (pos. 3) en de verdubbeling (pos. 2) - Verwijderen van montagehulpjes (ophangingen enz) 1 Brandbeveiligingsklep BKA-EN 2 Verdubbeling (gipskartonplaten GKF, 2 x d = 12, mm) - Eerste verdubbeling, bevestiging: snelbouwschroeven ø 3,9x, a 20 mm, resp. min. telkens 2 schroeven per zijde, aanlsuitings- en stootvoegen van de verdubbelingen moeten met muureigen materiaal worden dichtgesmeerd. - tweede verdubbeling, bevestiging: snelbouwschroeven ø 3,9x, a 20 mm resp. min. telkens 2 schroeven per zijde, aansluitings- en stootvoegen van de verdubbelingen moeten met muureigen materiaal worden dichtgesmeerd. 3 Beplanking van de lichte scheidingsmuur uit gipsgebonden platen. 4 Mineraalwol, volgens de informatie van de muurfabrikant Profiel UW 0/40/0,6 6 Gips-dichtsmering met muureigen dichtsmeringsmateriaal, max. openingsbreedte mm, dichtsmering na het opbouwen uitvoeren 7 Mineraalwol, (niet brandbaar conform EN , ruw/opstoppingsdichtheid ca. 30 kg/m³, smeltpunt 1000 C, dikte 40 mm) 8 massieve plafonds 9 Profiel CW 0/0/0,6 10 Thermische scheiding 09/19-19

20 Inbouw in brandmuren - Inbouw in brandmuren van bouwtype van lichte scheidingsmuren met metalen constructie en beplanking aan beide zijde, alsook intern plaatstaalinzetstuk met volgende algemene bouwgoedkeuringen: abp nr. P-3391/170/08-MPA BS (Knauf) abp Nr. P-3020/0109-MPA BS (Rigips) abp Nr. P-3796/7968-MPA BS (Promat) - Inbouw van flexibele aftakkingen -beide zijden- vereist (alternatief: flexibele verluchtingsleiding uit aluminium). - Geen bijkomende ophangingen of bevestigingen van de BKA- EN toegestaan, inbouw- en montagehulpjes moeten worden verwijderd. - Minimale afstand van de brandbeveiligingskleppen tot elkaar moet tenminste 200 mm bedragen. - De minimale afstand tot dragende bouwelementen bedraagt ten minste 80 mm tot het massieve plafond en ten minste 90 mm tot de muur. De effectieve minimale afstand kan in beperkte mate afwijken van de hiervoor genoemde afstanden en moet afhankelijk van het muuraansluitingstype worden uitgevoerd en aangepast. Inbouw BKA-EN van het maken van de brandmuur BKA-EN volgens muuropbouw ingeschoven Muuropbouw volgens abp: Knauf P-3391/170/08-MPA BS resp. Rigips P-3020/0109-MPA BS 2 3 3a a a a 6 1 Afbeelding 30: muurbeplanking en verdubbeling (na het maken van de brandmuur - Knauf resp. Rigips) Montage-instructie: Op overlappende plaatsen van de wisselprofielen moeten deze aan beide zijden eenmaal worden vastgeniet, genageld of vastgeschroefd. Deze verbindingen dienen voor de schonen montagebe- Afbeelding 29: metalen constructie met vereiste utiwisselingen (brandmuur) 8 Inbouwafvoer: - Metalen constructie van de muur volgens informatie van de muurfabrikant maken en uitwisselingen overeenkomstig afbeelding 29 voorzien. - Aanbrengen van de muureigen mineraalwol (pos. 4 - volgens de informatie van de muurfabrikant). Maken van de muurbeplanking (pos. 3) met interne plaatstaalplaatsing en inbouwopeningen voor de inbouw van de BKA-EN. Bij externe plaatsing van de muurbeplanking moet wordengelet op een verspringing van de plaatplaats. - BKA-EN (pos. 1) in de uitsparing van de muur plaatsen (bedieningszijde - inbouwmaat 210 mm voor de verdubbeling in acht nemen). Ringopening tussen omlopende UA-profielen (pos. ) van de muur en behuizing van de BKA-EN gelijkmatig opvullen. Montage van de BKA-EN met behulp van montageophangingen enz. - Aanbrengen van mineraalwol (pos.7) (niet brandbaar conform EN , ruwe/opstoppingsdichtheid 100 kg/m³, smeltpunt 1000 C) in de 40 mm brede omlopende opening tussen de behuizing van de BKA-EN en de omlopende UA-profielen (pos. ). 09/19-20

21 - Maken van omlopende muurbeplanking aan beide zijde (pos. 3a) en de verdubbelingen (pos. 2) zowel op de bedieningszijde alsook op de niet-bedieningszijde. Aansluiting- en stootvoegen moet met muureigen materiaal worden dichtgesmeerd (pos. 6). - Verwijderen van montagehulpjes (montageophangingen enz.) Inbouw BKA-EN na het opbouwen van de muur BKA-EN bij muuropbouw ingebouwd, Muuropbouw overeenkomstig abp: Knauf P-3391/170/08-MPA BS resp. Rigips P-3020/0109-MPA BS 4 Promat P-3796/7968-MPA BS a a Afbeelding 31: muurbeplanking en verdubbeling (na het maken van de brandmuur - Promat) Inbouwafvoer: - Metalen constructie van de muur volgens informatie van de muurfabrikant maken en uitwisselingen overeenkomstig afbeelding 29 voorzien. - Aanbrengen van de muureigen mineraalwol (pos. 4 - volgens de informatie van de muurfabrikant). Maken van de muurbeplanking (pos. 3) met interne plaatstaalplaatsing en inbouwopeningen voor de inbouw van de BKA-EN. Bij externe plaatsing van de muurbeplanking moet wordengelet op een verspringing van de plaatplaats. - BKA-EN (pos. 1) in de uitsparing van de muur plaatsen (bedieningszijde - inbouwmaat 210 mm voor de verdubbeling in acht nemen). Ringopening tussen omlopende UA-profielen (pos. ) van de muur en behuizing van de BKA-EN gelijkmatig opvullen. Montage van de BKA-EN met behulp van montageophangingen enz. - Aanbrengen van mineraalwol (pos.7) (niet brandbaar conform EN , ruwe/opstoppingsdichtheid 100 kg/m³, smeltpunt 1000 C) in de 40 mm brede omlopende opening tussen de behuizing van de BKA-EN en de omlopende UA-profielen (pos. ). - Maken van omlopende muurbeplanking aan beide zijde (pos. 3a) en de verdubbelingen (pos. 2) zowel op de bedieningszijde alsook op de niet-bedieningszijde. Aansluiting- en stootvoegen moet met muureigen materiaal worden dichtgesmeerd (pos. 6). - Verwijderen van montagehulpjes (montageophangingen enz.) Afbeelding 32: muurbeplanking en verdubbeling (na het bouwen van de brandmuur - Knauf resp. Rigips) Inbouwafvoer: - Metalen constructie van de muur volgens informatie van de muurfabrikant maken en uitwisselingen overeenkomstig afbeelding 29 voorzien. - BKA-EN (pos. 1) in de inbouwopening van de muur plaatsen (bedieningszijde - inbouwafmeting 210 mm voor de muurbeplanking in acht houden). Ringopening tussen omlopende UA-profielen (pos. ) van de muur en behuizing van de BKA- EN gelijkmatig opvullen Montage van de BKA-EN met behulp van montageophangingen enz. - Aanbrengen van mineraalwol (pos.7) (niet brandbaar conform EN , ruwe/opstoppingsdichtheid 100 kg/m³, smeltpunt 1000 C) in de 40 mm brede omlopende opening tussen de behuizing van de BKA-EN en de omlopende UA-profielen (pos. ). - Aanbrengen van de muureigen mineraalwol (pos. 4 - volgens de informatie van de muurfabrikant). Maken van de muurbeplanking (pos. 3) met interne plaatstaalplaatsing en de verdubbeling op de niet-bedieningszijde (pos. 2). Aansluitingsen stootvoegen moeten met muureigen materiaal worden dichtgesmeerd (pos. 6). - Verwijderen van montagehulpjes (montageophangingen enz.) 09/19-21

22 Promat P-3796/7968-MPA BS De inbouw direct onder het massieve plafond moet na het opbouwen van de muur gebeuren en is geen glijdende plafondaansluiting. - Minimale afstand van de brandbeveiligingskleppen tot elkaar moet tenminste 200 mm bedragen. - De minimale afstand tot dragende bouwelementen bedraagt ten minste 80 mm tot het massieve plafond en ten minste 90 mm tot de muur. De effectieve minimale afstand kan in beperkte mate afwijken van de hiervoor genoemde afstanden en moet afhankelijk van het muuraansluitingstype worden uitgevoerd en aangepast Muuropbouw overeenkomstig abp: Knauf P-3391/170/08-MPA BS resp. Rigips P-3020/0109-MPA BS Afbeelding 33: muurbeplanking en verdubbeling (na het maken van de brandmuur - Promat) Inbouwafvoer: - Metalen constructie van de muur volgens informatie van de muurfabrikant maken en uitwisselingen overeenkomstig afbeelding 29 voorzien. - BKA-EN (pos. 1) in de inbouwopening van de muur plaatsen (bedieningszijde - inbouwmaat 210 mm voor de muurbeplanking in acht nemen). Ringopening tussen omlopende UA-profielen (pos. ) van de muur en behuizing van de BKA-EN gelijkmatig opvullen Montage van de BKA-EN met behulp van montageophangingen enz. - Aanbrengen van mineraalwol (pos.7) (niet brandbaar conform EN , ruwe/opstoppingsdichtheid 100 kg/m³, smeltpunt 1000 C) in de 40 mm brede omlopende opening tussen de behuizing van de BKA-EN en de omlopende UA-profielen (pos. ). - Aanbrengen van de muureigen mineraalwol (pos. 4 - volgens de informatie van de muurfabrikant). Maken van de muurbeplanking (pos. 3) met interne plaatstaalplaatsing en de verdubbeling op de niet-bedieningszijde (pos. 2). Aansluitingsen stootvoegen moeten met muureigen materiaal worden dichtgesmeerd (pos. 6). - Verwijderen van montagehulpjes (montageophangingen enz.) Inbouw direct onder massief plafond - Inbouw in brandmuren van bouwtype van lichte scheidingsmuren met metalen constructie en beplanking aan beide zijde, alsook intern plaatstaalinzetstuk met volgende algemene bouwgoedkeuringen: abp nr. P-3391/170/08-MPA BS (Knauf) abp Nr. P-3020/0109-MPA BS (Rigips) abp Nr. P-3796/7968-MPA BS (Promat) - Inbouw van flexibele aftakkingen -beide zijden- vereist (alternatief: flexibele verluchtingsleiding uit aluminium). - Geen bijkomende ophangingen of bevestigingen van de BKA- EN toegestaan, inbouw- en montagehulpjes moeten worden verwijderd Afbeelding 34: muurbeplanking en verdubbeling direct onder het plafond (na het maken van de brandmuur - Knauf resp. Rigips) Inbouwafvoer: Montage muureigen UW-profiel (pos. 8) aan het plafond volgens de informatie van de muurfabrikant (zie afbeelding 34). - Aanbrengen van mineraalwolstroken (overeenkomstig de informatie van de muurfabrikant) ca. 0x40 mm (pos. 4) in het hierboven beschreven UW-profiel en aanbrengen van het UAprofiel (pos. ) dat nodig is voor het omlopende metalen profielframe aan het plafond (De metalen profielen en de mineraalwolstroken moeten worden aagepast aan de muurdiktes). - Vastschroeven van de muurbeplanking aan beide zijden (pos. 3) met interne plaatstaalplaatsing en de verdubbelingen op de niet-bedieningszijde (pos. 2) (L behuizingsbreedte B). - Aanbrengen van mineraalwolstroken ca. 0 x 40 mm (pos. 7) tussen de voordien vastgeschroefde muurbeplankingen (de mineraalwolstroken moeten worden aangepast aan de overeenkomstige muurdiktes). 2 09/19-22

23 - Montage van de BKA-EN (pos. 1) met behulp van montageophangingen enz. voor de montage moet op de bovenste B-zijde van de thermische scheiding (pos. 10) alsook op het vlak van muurbeplanking (pos. 3) en verdubbeling op de niet-bedienignszijde (pos. 2) keilvormig gips resp. gipsmortel zo worden aangebracht dat de openingen (pos. 6) volledig worden opgevuld. De BKA-EN moet met een hoogteafstand van ca. 80 mm tot het plafond worden geplaatst. - Montage van de overige metalen constructie met de aangegeven afstanden. - Aanbrengen zowel van de muureigen mineraalwol volgesnde informatie van de muurfabrikant), alsook de mineraalwol (niet brandbaar EN ruwe/opstoppingsdichtheid 100 kg/ m³, smeltpunt 1000 C) in de 40 mm brede omlopende opening tussen de behuizing van de BKA-EN en de omlopende UA-profielen. - Maken van de overige beplankingen aan beide zijden (pos. 3) met interne plaatstaalplaatsing en de verdubbeling (pos. 2) op de niet-bedienzijde. Aansluitings- en stootvoegen moeten met muureigen materiaal worden dichtgesmeerd. - Verwijderen van montagehulpjes (montageophangingen enz.) - Montage van de BKA-EN (pos. 1) met behulp van montageophangingen enz. voor de montage moet op de bovenste B-zijde van de thermische scheiding (pos. 10) alsook op vlak van de muurbeplanking (pos. 3) en verdubbeling op de niet-bedieningszijde (pos. 2) keilvormig gips resp. gipsmortel zo worden aangebracht dat de openingen (pos. 6) volledig worden opgevuld. De BKA-EN moet met een hoogteafstand van ca. 80 mm tot het plafond worden geplaatst. - Montage van de resterende metalen constructie en de daartussen liggende beplanking volgens de aangegeven afstanden. - Aanbrengen zowel van de muureigen mineraalwol volgesnde informatie van de muurfabrikant), alsook de mineraalwol (niet brandbaar EN ruwe/opstoppingsdichtheid 100 kg/ m³, smeltpunt 1000 C) in de 40 mm brede omlopende opening tussen de behuizing van de BKA-EN en de omlopende UA-profielen. - Maken van de resterende muurbeplankingen met interne plaatstaalplaatsing en de verdubbeling op de niet-bedieningszijde. Aansluitings- en stootvoegen moeten met muureigen materiaal worden dichtgesmeerd. - Verwijderen van montagehulpjes (montageophangingen enz.) Promat P-3796/7968-MPA BS 6 10 Afbeelding 3: muurbeplanking en verdubbeling direct onder het plafond (na het maken van de brandmuur - Promat) Inbouwafvoer: Montage muureigen UW-profiel (pos. 8) aan het plafond met daartussen liggende beplanking (zie afbeelding 3) volgens de muurfabrikant. - Aanbrengen van mineraalwolstroken (volgens de informatie van de muurfabrikant) ca. 0 x 40 mm (pos. 4) in de hierboven beschreven UW-profielen en aanbrengen van de voor de omlopende metalen profielframes benodigde UA-profielen aan het plafond. - Vastschroeven van de muurbeplanking aan beide zijden (pos. 3) met interne plaatstaalplaatsing en de verdubbelingen op de niet-bedieningszijde (pos. 2) (L behuizingsbreedte B). - Aanbrengen van mineraalwolstroken ca. 110x40 mm (pos. 7) tussen de hiervoor vastgeschroefde muurbeplanking. 1 Brandbeveiligingsklep BKA-EN 2 Verdubbeling (niet-bedieningszijde) 3 Muurbeplanking 3a Muurbeplankingsstroken 4 Mineraalwol, volgens de informatie van de muurfabrikant Profiel UA 0/7/100 (selectie overeenkomstig muurdikte/ muurfabrikant) 6 Gipsdichtsmering met muureigen dichtsmeringsmateriaal, openingsbreedte ca. 10 mm 7 Mineraalwol, (niet brandbaar conform EN , ruwe/opstoppingsdichtheid 100 kg/m³, smeltpunt 1000 C, dikte 40 mm) 8 Profiel UW 0/7/100 (AeW/W) 9 Profiel CW 0/7/100 (AeW/W) 10 Thermische scheiding 09/19-23

24 Inbouw in schachtmuren - Inbouw in lichte scheidingsmuren met metalen constructie en beplanking aan één zijde (gipsgebonden platen, muurdikte 12 mm, maximale muurhoogte 000 mm) overeenkomstig classificatie conform EN of vergelijkbare nationale normen. - Inbouw van flexibele aftakkingen - beide zijden - vereist (alternatief: flexibele verluchtingsleiding uit aluminium). - Geen bijkomende ophangingen of bevestigingen van de BKA-EN toegestaan, inbouw- en montagehulpjes moeten worden verwijderd. - Minimale afstand van de brandbeveiligingskleppen tot elkaar moet tenminste 200 mm bedragen. - De minimale afstand tot dragende bouwelementen (muur/ massieve plafond) bedraagt min. 90 mm (betreffende de constructie). De effectieve minimale afstand kan in beperkte mate afwijken van de hierboven vernoemde afstanden en moet afhankelijk van het muuraansluitingstype worden uitgevoerd en aangepast Montage-instructie: Op overlappende plaatsen van de wisselprofielen moeten deze aan beide zijden eenmaal worden vastgeniet, genageld of vastgeschroefd. Deze verbindingen dienen voor de schonen montagebe- 6 6 Doorsnede A-A Afbeelding 37: muurbeplanking en verdubbeling (schachtmuur) 2 Detail X Inbouwafvoer: - Metalen constructie van de muur volgens informatie van de muurfabrikant maken en uitwisselingen overeenkomstig afbeelding 36 voorzien. - Maken van de muurbeplanking (pos. 3) en verdubbeling (pos. 2) alsook inbouwopening voor de inbouw van de BKA-EN. - Op de niet-bedieningszijde van de BKA-EN (pos. 1) indien nodig een opvulaanslag aanbrengen (! mag niet met de behuizing van de BKA-EN worden vastgeschroefd. Opvulaanslag is brandbeveiligingstechnisch niet vereist). - Montage van de BKA-EN met behulp van montageophangingen enz. - BKA-EN in de uitsparing van de muur plaatsen (bedieningszijde - inbouwafmeting 210 mm op de verdubbeling letten). Ringopening tussen omlopende metalenprofielen van de muur en behuizing van de BKA-EN gelijkmatig opvullen. - Dichtsmering met muureigen dichtsmeringsmateriaal (pos. 4) doorvoeren. Aansluitings- en stootvoegen van de verdubbelingen moeten eveneens met muureigen dichtsmeringsmateriaal worden dichtgesmeerd. - Verwijderen van montagehulpjes (montageophangingen enz.) Afbeelding 36: metalen constructie met vereiste uitwisselingen (schachtmuur) 09/19-24

25 Inbouw direct onder massief plafond - Inbouw in lichte scheidingsmuren met metalen constructie en beplanking aan één zijde (gipsgebonden platen, muurdikte 12 mm, maximale muurhoogte 000 mm) overeenkomstig classificatie conform EN of vergelijkbare nationale normen. - Inbouw van flexibele aftakkingen - beide zijden - vereist (alternatief: flexibele verluchtingsleiding uit aluminium). - Geen bijkomende ophangingen of bevestigingen van de BKA-EN toegestaan, inbouw- en montagehulpjes moeten worden verwijderd. - De inbouw direct onder het massieve plafond moet na het opbouwen van de muur gebeuren en is geen glijdende plafondaansluiting. - Minimale afstand van de brandbeveiligingskleppen tot elkaar moet tenminste 200 mm bedragen. - De minimale afstand tot dragende bouwelementen (muur/ massieve plafonds) bedraagt tenminste 90 mm (betreffende de constructie). De effectieve minimale afstand kan in beperkte mate van de hierboven genoemde afstanden afwijken en moet afhankelijk van het muuraansluitingstype worden uitgevoerd en aangepast. Doorsnede Detail Y Montage van de BKA-EN met behulp van montageophangingen enz. voor de montage moet op de bovenste B-zijde in het bereik van de thermische scheiding (pos. 8) keilvormig gips resp. gipsmortel zo worden aangebracht, dat de opening (pos. 4) volledig wordt opgevuld. De BKA-EN moet met een hoogteafstand van ca. 90 mm tot het plafond worden geplaatst. De behuizing van de BKA-EN moet daarbij tegen de gipsgebonden platenconstructiematerialen (pos ) worden aangedrukt (bedieningszijde - inbouwafmeting 210 mm tot de verdubbeling in acht nemen). - Omlopende dichtsmering met muureigen dichtsmeringmateriaal (pos. 4) uitvoeren. Aansluit- en stootvoegen van de verdubbelingen moeten met muureigen dichtingsmateriaal worden dichtgesmeerd. - Verwijderen van montagehulpjes (montageophangingen enz.) 1 Brandbeveiligingsklep BKA-EN 2 Verdubbeling (gipsgebonden platen, d=2 mm) - Bevestiging: snelbouwschroeven ø 4,2x90, a 300mm, resp. min. telkens 2 schroeven per zijde, aansluitings- en stootvoegen van de verdubbeling moeten met muureigen materiaal worden dichtgesmeerd. 3 Beplanking van de schatmuur uit gipsgebonden platen. De informatie van de muurfabrikant moet in acht worden genomen. 4 Gipsdichtsmering, opening volledig met gips gevuld, dichtsmering bij inbouw direct onder massief plafond en na het opbouwen uitvoeren Profiel UW 7/40/0,6-10 Profielen 6 Profiel CW 7/0/0,6-10 Profielen 7 massieve plafonds 8 Thermische scheiding Afbeelding 38: muurbeplanking en verdubbeling direct onder het massief plafond (schachtmuur) Inbouwafvoer: - Metalen constructie van de muur volgens informatie van de muurfabrikant maken en de uitwisselingen overeenkomstig afbeelding 36 voorzien (montage muureigen UW-profiel (pos. ) aan het plafond en aanbrengen van het voor het omlopende profielframe benodigde UW-profiel aan het plafond). - Maken van de muurbeplanking (pos. 3) en verdubbeling (pos. 2) alsook inbouwopening voor de inbouw van de BKA-EN. - Op de niet-bedieningszijde van de BKA-EN (pos. 1) indien nodig een opvulaanslag aanbrengen (! mag niet worden vastgeschroefd aan de behuizing van de BKA-EN Opvulaanslag is brandbeveiligingstechnisch niet vereist). 09/19-2

26 Inbouwinstructies Aansluiting van verluchtingsleidingen De brandbeveiligingskleppen moeten ofwel aan één zijde ofwel aan beide zijden met verluchtingsleidingen op het ventilatiesysteem worden aangesloten. Bij eenzijdige aansluitingen moeten telkens op de tegenoverliggende zijden afsluitende beschermingsroosters uit niet-brandbare bouwstoffen (EN ) worden voorzien. De brandbeveiligingskleppen kunnen zowel aan niet-brandbare alsook aan brandbare verluchtingsleidingen worden aangesloten. Er gelden nationale wettelijke voorschriften resp. nationale normen voor verluchtingsinstallaties (bijv. LüAR). In het bijzonder mogen, ook in geval van brand, geen ontoegestane krachten op de blokkeringsinstallatie alsook op de kamerafsluitende elementen inwerk en hun vuurbestendigheidsduur beïnvloeden. Vereiste compensatoren (flexibele aftakkingen) moeten als brandbare, elastische aftakkingen uit minimaal normaal ontvlambare bouwstoffen (EN ) worden uitgevoerd en moeten tussen de blokkeringsinstallatie en de verluchtingsleiding worden geïnstalleerd. Flexibel deel van de aftakking (polyesterweefsel) moet in ingebouwde toestand een minimale lengte van l min = 100 mm hebben, daardoor ontstaat de inbouwafmeting van ca. L = 160 mm. Alternatief kunnen in het geval van de inbouw van flexibele aftakkingen, ook flexibele verluchtingsleidingen uit aluminium worden aangesloten. Verluchtingsleidingen moeten afzonderlijk worden opgehangen. in massieve schachtmuren (afsluitend beschermingsrooster op de bedieningszijde) ASG 1.) BK SW SR Afbeelding 39: aansluitvoorbeeld van een verluchtingsleiding in massieve schachtmuren LR met eenzijde geordende verluchtingsleiding en afsluitend beschermingsrooster ASG 1.) indien BK indien LL aan beide kanten met ventilatieleidingen LL BK Afbeelding 41: aansluit voorbeeld beide zijden met verluchtingsleidingen beide zijden met flexibele aftakkingen en verluchtingsleidingen. LL FS 2.) BK indien nodig VT FS 2.) indien nodig VT Afbeelding 42: Aansluitvoorbeeld beide zijden met flexibele aftakkingen en verluchtingsleidingen BK Brandbeveiligingsklep BKA-EN ASG Afsluitend beschermingsrooster type ASG 1.) VT Verlengingsdeel type VT FS Flexibele aftakking type FS 2.) LL Verluchtingsleiding SW Schachtmuur SR Sluitrichting LR Verluchtingsrichting 1.) uit niet-brandbare bouwstoffen (EN ) 2.) min. normaal ontvlambaar conform EN LL a = 0 mm: Minimale afstand tussen de voorkant van het geopende klepblad en het afsluitend beschermingsrooster (ASG), flexibele aftakking (FS) resp. buisaansluitingsaftakking (RS). LL Afbeelding 40: aansluitvoorbeeld van een eenzijdig geordende verluchtingsleiding en afsluitend beschermingrooster 09/19-26

27 Minimale afstanden Aangegeven maten moeten worden bekeken als inbouwaanbeveling van de BKA-EN en kunnen plaatselijk afwijken. De brandbeveiligklep moet ter garantie van de brandbeveiliging overeenkomstig de technische documentatie, inbouw- montage- en gebruikshandleiding worden ingebouwd. Revisieopeningen van de blokkeringsinstallatie moeten vrij toegankelijk zijn, anders moeten deze inspectieopeningen in de aangesloten verluchtingsleidingen in onmiddellijke omgeving worden uitgevoerd. Er moet in het bijzonder op worden gelet bij de inbouw van minstens 2 brandbeveiligingskleppen naast resp. onder elkaar of bij de inbouw in deonmiddellijke omgeving van dragende, flankerende bouwdelen. Inbouw met horizontale klepbladas: inbouw met verticale klepbladas: Afbeelding 43: minimale afstanden, tot muren, plafond en BKA-EN tot elkaar 1.) Door SCHAKO aanbevolen minimale afstanden voor latere onderhoudsmogelijkheden 2.) De afstand tussen brandbeveiligingsklep en dragend bouwelement (muur/plafond) moet overeenkomstig de inbouwsituatie worden vastgelegd. 3.) Bij de inbouw in massieve muren en massieve plafond, kunnen zonder afstand "Flens aan flens" max. 2 BKA-EN worden ingebouwd. Daardoor kan het voorkomen dat inspectieopeningen niet meer vrij toegankelijk zijn. Bij andere inbouwsituaties kan er een vergroting van die afstand komen betreffende de constructie. Er moet worden gelet op voldoende afstand tussen aanbouwdelen. De maat x bedraagt bij: - Handmatige activering, hecht-/impulsmagneet telkens ca. 80 mm - Veerterugloopaandrijving ELD-BLF/ELD-I-B ca. 90 mm - Explosiebeveiligde veerterugslagaandrijving ATEX-ELD max. ca. 170 mm - Pneumatica (zonder eindschakelaar) ca. 17 mm De maat y bedraagt bij: - Explosiebeveiligde veerterugslagaandrijving ATEX-ELD max. ca. 100 mm 09/19-27

28 Ophanging van de afsluitinrichting Ophangingen moeten met voldoende grote schroefdraadstangen worden uitgevoerd. Vanaf ophangingslengtes van I 100 mm (UK ruwplafond tot UK kanaal) moeten ophangingen en dwarsbalken brandbeveiligingstechnisch worden geïsoleerd. Uitvoering volgens informatie van de fabrikant van telkens het geselecteerde systeem. Traversenplaats Plug met brandbeveiligingstechnische eigenschappen moeten volgens hun toelatingsdocumenten resp. controlecertificaten worden vormgegeven en ingebouwd. Plug zonder brandbeveiligingstechnische eigenschappen moeten uit staal bestaan, nominale diameter min. M8. Minimale inbouwdiepte moet dubbel zo groot zijn, zoals in het betreffende toelatingsdocument vereist, minstens telkens 60 mm diep; max. trekbelasting 00 N. 1 1 Trekstang 2 Schijf DIN EN ISO 7089/ Zeskantmoer DIN EN ISO U-profiel 0 conform DIN 1026 resp. Hilti MQ 41/3 of gelijkwaardig massieve plafonds Afbeelding 44: Traversenplaats Detail X 4 Afbeelding 4: detail van de traverse Doorlopende bevestiging (detail A) Trekstangafstand zo kiezen dat de trekstangen zo kort mogelijk bij de isolatie plaatsen. Bij montagerails moet de bevestiging van de trekstangen in onbeschadigde externe bevestigingsopeningen gebeuren. Tabel "toegestane lasten F zul [N] voor ophangingen - trekstangen uit staaldraadstangen, bij een brandwerendheidsduur van 90 minuten Afmetingen per stuk per paar M M M M M M Tabel 4: toegestane lasten De berekende trekspanningen in ophangingen 6 N/mm² en berekende schuifspanningen 10 N/mm² Afbeelding 46: doorlopende bevestiging bij massieve plafonds Plugbevestiging 1 Afbeelding 47: Plugbevestiging in massieve plafonds 09/19-28

29 Technische gegevens Snelle selectie: L WA = 3 db(a) Hoogte (H) Snelle selectie L WA : 3-4 db(a) Breedte (B) [m³ h] [m³ h] [m³ h] [m³ h] ,1 10, , 9, ,8 7, ,8 6, ,7 13, ,2 12, ,1 7, ,0, ,1 1, ,6 11, ,, , 4, ,3 1, ,6 11, ,9 4, , 4, ,3 13, ,7 11, ,7 4, ,4 4, ,4 14, , 10, ,7 4, ,3 3, ,2 13, , 10, ,7 4, ,3 3,8 Breedte (B) [m³/u] [m³/u] [m³/u] [m³/u] ,7, ,8, ,6, ,2 4, ,3, ,2 4, ,0 3, ,0 3, ,1 4, ,0 3, ,3 3, ,0 3, ,9 3, ,0 3, ,3 3, ,9 3, ,9 3, ,0 3, ,1 3, ,9 3, ,9 3, ,9 3, ,9 3, ,8 3, ,9 3, ,8 3, ,7 3, ,7 2,8 Hoogte (H) Breedte (B) [m³/u] [m³/u] [m³/u] [m³/u] ,3 4, ,6 4, ,6 4, , 4, ,0 3, ,2 3, ,0 3, ,0 3, ,0 3, ,1 3, ,1 3, ,0 3, ,0 3, ,1 3, ,9 3, ,0 3, ,0 3, ,0 3, ,0 3, ,9 3, ,8 2, ,0 3, ,8 2, ,8 2, ,6 2, ,8 2, ,6 2, ,6 2,4 Hoogte (H) Breedte (B) [m³/u] [m³/u] ,9 4, ,0 3, ,9 3, ,0 3, ,0 3, ,0 3, ,0 3, ,0 3, ,9 3, ,0 3, ,7 2, ,8 2, ,6 2, ,4 2,2 Hoogte (H) Tabel : snelle selectie L WA = 3 db(a) 09/19-29

30 Snelle selectie: L WA = 40 db(a) Breedte (B) [m³ h] [m³ h] [m³ h] [m³ h] ,7 14, ,9 13, ,6 10, ,6 9, ,4 18, ,9 16, ,0 10, ,7 7, ,8 20, ,3 1, ,9 9, , 6, ,1 21, , 16, ,1 7, ,4 6, ,2 20, ,6 16, ,9 7, ,4, ,4 21, ,4 1, ,9 7, ,3, ,2 20, ,4 14, ,9 7, ,3 6,1 Hoogte (H) Breedte (B) [m³/u] [m³/u] [m³/u] [m³/u] ,3 8, ,6 8, , 7, ,0 6, ,1 8, ,9 6, ,0, ,0, ,9, ,8 4, , 6, ,0, ,7 4, ,8 4, ,4 6, ,9, ,7 4, ,8 4, ,3, ,9, ,7 4, ,7 4, ,0, ,8 4, ,7 4, , 4, ,8, ,6 4,4 Hoogte (H) Breedte (B) [m³/u] [m³/u] [m³/u] [m³/u] ,0 6, ,9 9, ,8 8, ,7 8, ,9, ,2, , 6, ,1, ,1, ,1, ,3, ,2, ,1, ,1, ,1, ,2, ,0, ,2, ,1, ,1, ,8 4, ,1, ,9 4, ,9 4, , 4, ,9 4, ,7 4, ,7 4,1 Hoogte (H) Breedte (B) [m³/u] [m³/u] ,2 7,.8 1.1,2, ,1, ,2, ,1, ,1, ,2, ,2, ,1, ,2, ,8 4, ,9 4, ,6 4, , 3,8 Hoogte (H) Tabel 6: snelle selectie L WA = 40 db(a) 09/19-30

31 Snelle selectie: L WA = 4 db(a) Breedte (B) [m³ h] [m³ h] [m³ h] [m³ h] ,3 19, , 17, , 1, ,6 13, ,1 2, ,7 22, ,0 1, ,6 10, , 27, ,2 21, ,6 14, ,8 9, ,1 31, , 23, ,7 11, ,6 9, ,3 30, ,6 23, ,4 11, , 8, , 31, ,4 21, ,4 11, ,4 8, ,3 30, ,4 21, ,4 11, , 8,8 Hoogte (H) Breedte (B) [m³/u] [m³/u] [m³/u] [m³/u] ,1 11, ,7 12, , 12, ,9 9, ,0 11, ,9 8, ,1 7, ,3 8, ,8 8, ,8 6, ,1 10, ,3 8, , 6, ,8 6, ,9 10, ,2 8, ,6 6, ,8 6, ,8 9, ,1 7, , 6, ,6 6, ,3 9, ,9 7, ,6 6, ,4 6, ,1 9, ,7 6,9 Hoogte (H) Breedte (B) [m³/u] [m³/u] [m³/u] [m³/u] ,9 9, ,7 16, ,6 16, ,4 1, ,1 7, , 8, ,6 12, ,6 8, ,6 8, ,3 7, ,8 9, ,7 8, ,6 8, ,4 7, ,6 8, ,7 8, ,4 8, ,8 8, ,7 8, ,6 8, ,1 7, ,7 8, ,3 7, ,4 7, , 6, ,4 7, ,0 7, ,0 6,9 Hoogte (H) Breedte (B) [m³/u] [m³/u] ,8 12, ,8 8, ,6 8, ,7 8, ,7 8, ,6 8, ,8 8, ,7 8, ,7 8, ,7 8, ,3 7, ,3 7, ,0 7, ,8 6, Hoogte (H) Tabel 7: snelle selectie L WA = 4 db(a) 09/19-31

32 Drukverlies en geluidsniveau Stromingsgeluiden Klepbreedte B = 200 mm Klepbreedte B = 300 mm Diagram 1: klepbreedte B = 200 en B = 300 Correctiewaarden B = 200 mm met afsluitend beschermingsrooster (-ASG): L WA x 1,0 Δp x 1,66 Correctiewaarden B = 300 mm met afsluitend beschermingsrooster (-ASG): L WA x 1,09 Δp x 1,72 Afgestraald geluid: L WA - 7 [db(a)] Afgestraald geluid: L WA - 7 [db(a)] 09/19-32

33 Klepbreedte B = 400 mm Klepbreedte B = 00 mm Diagram 2: klepbreedte B = 400 en B=00 Correctiewaarden B = 400 mm met afsluitend beschermingsrooster (-ASG): L WA x 1,11 Δp x 2,8 Correctiewaarden B = 00 mm met afsluitend beschermingsrooster (-ASG): L WA x 1,08 Δp x 2,8 Afgestraald geluid: L WA - 8 [db(a)] Afgestraald geluid: L WA - 8 [db(a)] 09/19-33

34 Klepbreedte B = 600 mm Klepbreedte B = 700 mm Diagram 3: Klepbreedte B=600 en B=700 Correctiewaarden B = 600 mm met afsluitend beschermingsrooster (-ASG): L WA x 1,08 Δp x 2,8 Correctiewaarden B = 700 mm met afsluitend beschermingsrooster (-ASG): L WA x 1,08 Δp x 2,8 Afgestraald geluid: L WA - 8 [db(a)] Afgestraald geluid: L WA - 9 [db(a)] 09/19-34

35 Klepbreedte B = 800 mm Klepbreedte B = 900 mm Diagram 4: klepbreedte B=800 en B=900 Correctiewaarden B = 800 mm met afsluitend beschermingsrooster (-ASG): L WA x 1,08 Δp x 2,8 Correctiewaarden B = 900 mm met afsluitend beschermingsrooster (-ASG): L WA x 1,08 Δp x 2,8 Afgestraald geluid: L WA - 9 [db(a)] Afgestraald geluid: L WA - 9 [db(a)] 09/19-3

36 Klepbreedte B = 1000 mm Klepbreedte B = 1100 mm Diagram : klepbreedte B=1000 en B=1100 Correctiewaarden B = 1000 mm met afsluitend beschermingsrooster (-ASG): L WA x 1,08 Δp x 2,8 Correctiewaarden B = 1100 mm met afsluitend beschermingsrooster (-ASG): L WA x 1,08 Δp x 2,8 Afgestraald geluid: L WA - 9 [db(a)] Afgestraald geluid: L WA - 9 [db(a)] 09/19-36

37 Klepbreedte B = 1200 mm Klepbreedte B = 1300 mm Diagram 6: klepbreedte B = 1200 en B = 1300 Correctiewaarden B = 1200 mm met afsluitend beschermingsrooster (-ASG): L WA x 1,08 Δp x 2,8 Correctiewaarden B = 1300 mm met afsluitend beschermingsrooster (-ASG): L WA x 1,08 Δp x 2,8 Afgestraald geluid: L WA - 9 [db(a)] Afgestraald geluid: L WA - 9 [db(a)] 09/19-37

38 Klepbreedte B = 1400 mm Klepbreedte B = 100 mm Diagram 7: Klepbreedte B=1400 en B=100 Correctiewaarden B = 1400 mm met afsluitend beschermingsrooster (-ASG): L WA x 1,08 Δp x 2,8 Correctiewaarden B = 100 mm met afsluitend beschermingsrooster (-ASG): L WA x 1,08 Δp x 2,8 Afgestraald geluid: L WA - 9 [db(a)] Afgestraald geluid: L WA - 9 [db(a)] 09/19-38

39 Vrije doorsnede (m ² ) hoogte Breedte ,029 0,033 0,036 0,040 0,044 0,047 0,01 0,04 0,08 0,06 0,073 0,080 0,087 0,094 0,102 0,109 0,116 0,131 0,14 0,160 0,174 0,189 0,203 0, ,034 0,038 0,043 0,047 0,01 0,0 0,060 0,064 0,068 0,077 0,08 0,094 0,102 0,111 0,119 0,128 0,136 0,13 0,170 0,187 0,204 0,221 0,238 0,2 20 0,039 0,044 0,049 0,04 0,09 0,063 0,068 0,073 0,078 0,088 0,098 0,107 0,117 0,127 0,137 0,146 0,16 0,176 0,19 0,21 0,234 0,24 0,273 0, ,044 0,00 0,0 0,061 0,066 0,072 0,077 0,083 0,088 0,099 0,110 0,121 0,132 0,143 0,14 0,16 0,176 0,198 0,220 0,242 0,264 0,286 0,308 0, ,049 0,0 0,061 0,067 0,074 0,080 0,086 0,092 0,098 0,110 0,123 0,13 0,147 0,19 0,172 0,184 0,196 0,221 0,24 0,270 0,294 0,319 0,343 0, ,04 0,061 0,068 0,074 0,081 0,088 0,09 0,101 0,108 0,122 0,13 0,149 0,162 0,176 0,189 0,203 0,216 0,243 0,270 0,297 0,324 0,31 0,378 0, ,09 0,066 0,074 0,081 0,089 0,096 0,103 0,111 0,118 0,133 0,148 0,162 0,177 0,192 0,207 0,221 0,236 0,266 0,29 0,32 0,34 0,384 0,413 0, ,064 0,072 0,080 0,088 0,096 0,104 0,112 0,120 0,128 0,144 0,160 0,176 0,192 0,208 0,224 0,240 0,26 0,288 0,320 0,32 0,384 0,416 0,448 0, ,069 0,078 0,086 0,09 0,104 0,112 0,121 0,129 0,138 0,1 0,173 0,190 0,207 0,224 0,242 0,29 0,276 0,311 0,34 0,380 0,414 0,449 0,483 0, ,079 0,089 0,099 0,109 0,119 0,128 0,138 0,148 0,18 0,178 0,198 0,217 0,237 0,27 0,277 0,296 0,316 0,36 0,39 0,43 0,474 0,14 0,3 0, ,089 0,100 0,111 0,122 0,134 0,14 0,16 0,167 0,178 0,200 0,223 0,24 0,267 0,289 0,312 0,334 0,36 0,401 0,44 0,490 0,34 0,79 0,623 0, ,099 0,111 0,124 0,136 0,149 0,161 0,173 0,186 0,198 0,223 0,248 0,272 0,297 0,322 0,347 0,371 0,396 0,446 0,49 0,4 0,94 0,644 0,693 0, ,109 0,123 0,136 0,10 0,164 0,177 0,191 0,204 0,218 0,24 0,273 0,300 0,327 0,34 0,382 0,409 0,436 0,491 0,4 0,600 0,64 0,709 0,763 0, ,119 0,134 0,149 0,164 0,179 0,193 0,208 0,223 0,238 0,268 0,298 0,327 0,37 0,387 0,417 0,446 0,476 0,36 0,9 0,6 0,714 0,774 0,833 0, ,129 0,14 0,161 0,177 0,194 0,210 0,226 0,242 0,28 0,290 0,323 0,3 0,387 0,419 0,42 0,484 0,16 0,81 0,64 0,710 0,774 0,839 0,903 0, ,139 0,16 0,174 0,191 0,209 0,226 0,243 0,261 0,278 0,313 0,348 0,382 0,417 0,42 0,487 0,21 0,6 0,626 0,69 0,76 0,834 0,904 0,973 1, ,149 0,168 0,186 0,20 0,224 0,242 0,261 0,279 0,298 0,33 0,373 0,410 0,447 0,484 0,22 0,9 0,96 0,671 0,74 0,820 0,894 0,969 1,043 1,118 Tabel 8: vrije doorsnede [m²] 09/19-39

40 Gewichtstabel (kg) L=37mm, met handmatige activering (gewichtstoeslag voor aandrijvingen max. 4 kg) hoogte Breedte Tabel 9: gewichtstabel [kg] BKA-EN L= 37 L=00, met handmatige activering (gewichtstoeslag voor aandrijvingen: max. 4kg) hoogte Breedte Tabel 10: gewichtstabel [kg] BKA-EN L= 00 09/19-40

41 Toebehoren tegen meerprijs verkrijgbaar:: - Uitvoering in edelstaal werkstofnr (V2A) resp (V4A) - Uitvoering met bijkomende DD-lak (oplosmiddelbevattende twee-componenten-polyurethaan deklak RAL 703/lichtgrijs) binnen/buiten - thermische activering met smeltlood 98 C (warme luchtverwarming) - Eindschakelaar type ES, eindschakelaar type ES-Ex, Easy- Eco-Tx eindschakelaar (EasyBus) - Elektrische veerterugslagaandrijving ELD-BLF, ELD-I-B, ELD- 24-TL, ATEX-ELD, Joventa - aandrijvingen op aanvraag - Pneumatische zwenkaandrijving type PND 6 bar - Hecht- resp. impulsmagneet (24 V DC, 230 V AC) - Rookmeldingssysteem type RMS met abz nr. Z Bruikbaarheid afhankelijk van de klepafmeting. Technische beschrijving en bijlagen zie technische documentatie rookmeldsysteem RMS. - Meldings- en schakelbussysteem type EasyBus - verlengstuk type VT 1.) - Inbouwdeel type EBT 1.) - vereist voor inbouw voor inbouw van het rookmeldsysteem type RMS - Buisaansluitingsaftakkingen type RS 1.) - Flexibele aftakkingen type FS; pvc (normaal ontvlambaar conform EN , aansluitprofiel plaatstaal 2.) - Afsluitend beschermingsrooster type ASG 1.) 1.) Standaarduitvoering plaatstaal -verzinkt-, uitvoering werkstofnr resp , poeder coating (RAL 9010/wit) en DD-lak (RAL 703/lichtgrijs) mogelijk. 2.) Standaarduitvoering plaatstaal -verzinkt-, uitvoering werkstofnr resp mogelijk. eindschakelaar type ES Elektrische eindschakelaar voor standaanduiding "OPEN" of/en "DICHT". Schakelelement met telkens een open- en sluitcontact, 4 aansluitingen schroefklemmen M3, voor max. 2 mm². 20 V AC, I e 6A, IP67 -bij gebruik van geschikte kabelbevestigingen (M20 (door de installateur). Schakelbeeld ES Afbeelding 48: schakelplan eindschakelaar type ES Eindschakelaar type ES-Ex Eindschakelaar voor gebruik in zones met ontploffingsgevaar, II 2G Ex d IIC T6/T Gb, II 2D Ex tb liic T 80 C/ 9 C Db IP6; 20V / 6A AC1; 230V / 0,2A DC13; -20 C Ta +6 C Schakelbeeld ES 1(2) Z(A) EX Weergegeven klepstanden: Type ES-Ex 1 Z:"DICHT" Type ES-Ex 1A:"OPEN" Type ES-Ex 2: "OPEN" en "DICHT" Afbeelding 49: schakelplan eindschakelaar type ES-Ex Weergegeven klepstanden: Type ES 1 Z: "DICHT" Type ES 1 A: "OPEN" "OPEN" en Typ ES 2 : "DICHT" Eindschakelaar type Easy-Eco-Tx Technische beschrijving en bijlagen zie technische documentatie meldings- en schakelbussysteem EasyBus. 09/19-41

42 Elektro-veerterugslagaandrijving type ELD-BLF ELD-BLF (BLF24-T-ST SO, BLF230-T SO) Elektrische veerterugslagaandrijving type ELD-I-B ELD-I-B (BF24-T-ST SO, BF230-T SO) Afbeelding 0: BKA-EN met elektrische veerterugslagaandrijving ELD-BLF Aansluitschema ELD-BLF Opgelet: Aansluiting 24 V via veiligheidstransformator BLF24-T-ST SO: Stekkerversie o.a. tot aansluiting aan het communicatie- en netapparaat BKN Afbeelding 2: BKA-EN met elektrische veerterugslagaandrijving type ELD-I-B Aansluitschema ELD-I-B Opgelet: Aansluiting 24 V via veiligheidstransformator BF24-T-ST SO: Stekkerversie o.a. tot aansluiting aan het communicatie- en netapparaat BKN Afbeelding 1: aansluitschema ELD-BLF Parallelaansluiting verdere aandrijvingen mogelijk. Houd rekening met de Elektrische veerterugslagaandrijving met thermo-elektrische activeringsinstallaties BAE-72B-S. Afbeelding 3: aansluitingsschema ELD-I-B Parallelaansluiting verdere aandrijvingen mogelijk. Houd rekening met de Opgelet! Veiligheidsfunctie is enkel gegarandeerd wanneer de aandrijving volgens de voorschriften is aangesloten aan de voedingsspanning. - Activeringstemperatuur 72 C optioneel 9 C (voor warm luchtverwarming) - Werkstand (klep "OPEN") en spannen van de terugslagveer door aanzetten van de stroomvoeding (230 V AC, 24 V AC/DC) - 24 V aandrijving met stekkers - Veiligheidsstand (klep "DICHT") door veerenergie bij onderbreking van de voedingsspanning of activeren van de temperatuurbeveiligingen Tf1 (omgevingstemperatuur) resp. Tf2/ Tf3 (kanaal-interne temperatuur). Bij het aanspreken van de temperatuurszekeringen Tf1, Tf2/Tf3 wordt de voedingsspanning langdurig en onherroepelijk onderbroken. - Weergave van de klepeindstand door geïntegreerde microschakelaar (S1 - S3 "DICHT" toont gesloten stand; S4 - S6 "OPEN" toont geopende stand) - Manuele bediening en bevestiging in gewenste stand in stroomloze toestand mogelijk. Ontgrendeling gebeurt manueel of door het aanzetten van de spanningsvoeding. - Functiecontrole ter plaatse door middel van controletoets van de BAE-72 B-S mogelijk. - Reserveonderdelen: temperatuurbeveiliging Tf2/Tf3 met grondplaat (ZBAE72 resp. ZBAE9 - interne kanaaltemperatuurbeveiliging). De vervanging gebeurt door beide schroeven uit de thermo-elektrische activeringsinstallatie te schroeven. Verwijder de thermo-elektrische activeringsinstallatie van de aandrijfinrichting. Trek de interne kanaaltemperatuurbeveiliging van de thermo-elektrische activeringsinstallatie af en vervang deze door een nieuwe interne kanaaltemperatuurbeveiliging (ZBAE72 resp. ZBAE9). Schroef de thermo-elektrische activeringsinstallatie weer vast op de aandrijfinrichting. Bij andere beschadigingen enz. moet de volledige unit "aandrijving thermische activeringsinstallatie" worden vervangen. 09/19-42

43 ELD-BLF 24 (BLF24-T-ST SO) Leverbaar tot afmetingen: breedte 800 mm x hoogte 440 mm Elektrische gegevens Nominale spanning AC/DC 24 V Nominale spanning frequentie 0/60 Hz Functiebereik AC 19,2...28,8 V / DC 21,6...28,8 V Elektriciteitsverbruik Veeropname nominaal moment Stilstand 2, W Afmetingen 7 VA / I max,8 ms Hulpschakelaar 2 x EPU Contactbelasting (Contact zilver, verguld) 1 ma...3 A (0,A), DC V...AC 20 V Schakelpunten / 80 Aansluiting Motor Kabel 1 m, 2 x 0,7 mm², halogeenvrij, met stekker 3-polig Hulpschakelaar Kabel 1m, 6x0,7 mm², halogeenvrij, met stekker 6-polig Functiegegevens Draaimoment Motor min. 6 Nm/90 Veeraandrijving min. 4 Nm Draairichting motor selecteerbaar door montage L/R Draaihoek max. 9 (incl. veervoorspanning) Looptijd Motor s (0...6 Nm) Veeraandrijving C /max. -30 C Geluidsvermogenniveau motormax. 4 db(a) Veerterugslag max. 63 db(a) Asmeename Vormsluiting 12 mm (10 mm met bijgeleverde adapter) Positie-indicator Mechanisch met aanduiding Levensduur min veiligheidsinstellingen Veiligheid Aanspreektemperatuur van Tf1: kanaalexterne temperatuur 72 C de temperatuurzekeringen Tf2 en Tf3: kanaalinterne temperatuur 72 C Optioneel Tf2 en Tf3 kanaalinterne temperatuur 9 C Beveiligingsklasse IEC/EN III beveiligingskleinspanning Beschermingstype IEC/EN IP 4 in alle montageplaatsen EMV CE volgens 2004/108/EG Laagspanningsrichtlijn CE volgens 2006/9/EG IEC/EN-certificering Getest volgens: IEC/EN en IEC/EN Werkwijze Type 1.AA.B Bemetingsstootspanning 0,8 kv Vervuilingsgraad van de omgeving 3 Omgevingstemperatuur Normale werking C Veiligheidsgeval Het bereiken van de veiligheidsstand is tot max. 7 C gegarandeerd Opslagtemperatuur C Omgevingsvochtigheid 9% r.v., niet-condenserend (EN ) Onderhoud onderhoudsvrij Gewicht Gewicht 1,6 kg Tabel 11: technische gegevens ELD-BLF 24 ELD-BLF 230 (BLF230-T SO) Leverbaar tot afmetingen: breedte 800 mm x hoogte 440 mm Elektrische gegevens Nominale spanning AC 230 V Nominale spanning frequentie 0/60 Hz Functiebereik AC V Elektriciteitsverbruik Veeropname 6 nominaal moment Stilstand 3 W Afmetingen 7 VA / I max ms Hulpschakelaar 2 x EPU Contactbelasting (Contact zilver, verguld) 1 ma...3 A (0,A), DC V...AC 20 V Schakelpunten / 80 Aansluiting Motor Kabel 1 m, 2 x 0,7 mm², halogeenvrij Hulpschakelaar Kabel 1 m, 6 x 0,7 mm², halogeenvrij Functiegegevens Draaimoment Motor min. 6 Nm Veeraandrijving min. 4 Nm Draairichting motor selecteerbaar door montage L/R Draaihoek max. 9 (incl. veervoorspanning) Looptijd Motor s (0...6 Nm) Veeraandrijving C /max. -30 C Geluidsvermogenniveau motormax. 4 db(a) Veerterugslag max. 63 db(a) Asmeename Vormsluiting 12 mm (10 mm met bijgeleverde adapter) Positie-indicator Mechanisch met aanduiding Levensduur min veiligheidsinstellingen Veiligheid Aanspreektemperatuur van Tf1: kanaalexterne temperatuur 72 C de temperatuurzekeringen Tf2 en Tf3: kanaalinterne temperatuur 72 C Optioneel Tf2 en Tf3 kanaalinterne temperatuur 9 C Beveiligingsklasse IEC/EN II schutzisoliert Beschermingstype IEC/EN IP 4 in alle montageplaatsen EMV CE volgens 2004/108/EG Laagspanningsrichtlijn CE volgens 2006/9/EG IEC/EN-certificering Getest volgens: IEC/EN en IEC/EN Werkwijze Type 1.AA.B Bemetingsstootspanning 4 kv Vervuilingsgraad van de omgeving 3 Omgevingstemperatuur Normale werking C Veiligheidsgeval Het bereiken van de veiligheidsstand is tot max. 7 C gegarandeerd Opslagtemperatuur C Omgevingsvochtigheid volgens EN Onderhoud onderhoudsvrij Gewicht Gewicht 1,73 kg Tabel 12: technische gegevens ELD-BLF /19-43

44 ELD-I-B 24 (BF24-T-ST SO) Leverbaar tot afmetingen: Breedte > 800 mm x hoogte 440 mm Breedte 200 mm x hoogte > 440 mm Elektrische gegevens Nominale spanning AC/DC 24 V Nominale spanning frequentie 0/60 Hz Functiebereik AC 19,2...28,8 V / DC 21,6...28,8 V Elektriciteitsverbruik Veeropname 7 nominaal moment Stilstand 2 W Afmetingen 10 VA / I max 8,3 ms Hulpschakelaar 2 x EPU Contactbelasting (Contact zilver, verguld) 1 ma...6 A (3 A), DC V...AC 20 V Schakelpunten / 80 Aansluiting Motor Kabel 1 m, 2 x 0,7 mm², halogeenvrij, met stekker 3-polig Hulpschakelaar Kabel 1m, 6x0,7 mm², halogeenvrij, met stekker 6-polig Functiegegevens Draaimoment Motor min. 18 Nm Veeraandrijving min. 12 Nm Draairichting motor selecteerbaar door montage L/R Draaihoek max. 9 (incl. veervoorspanning) Looptijd Motor <120 s / 90 Veeraandrijving 16 s (t amb = 20 C) Geluidsvermogenniveau motormax. 4 db(a) Veerterugslag max. 63 db(a) Asmeename Vormparing 12 mm (10 mm met meegeleverde adapter) Positie-indicator Mechanisch met aanduiding Levensduur min veiligheidsinstellingen Veiligheid Aanspreektemperatuur van Tf1: kanaalexterne temperatuur 72 C de temperatuurzekeringen Tf2 en Tf3: kanaalinterne temperatuur 72 C Optioneel Tf2 en Tf3 kanaalinterne temperatuur 9 C Beveiligingsklasse IEC/EN III beveiligingskleinspanning Beschermingstype IEC/EN IP 4 in alle montageplaatsen EMV CE volgens 2004/108/EG Laagspanningsrichtlijn CE volgens 2006/9/EG IEC/EN-certificering Getest volgens: IEC/EN en IEC/EN Werkwijze Type 1.AA.B Bemetingsstootspanning 0,8 kv) Vervuilingsgraad van de omgeving 3 Omgevingstemperatuur Normale werking C Veiligheidsgeval Het bereiken van de veiligheidsstand is tot max. 7 C gegarandeerd Opslagtemperatuur C Omgevingsvochtigheid 9% r.v., niet-condenserend (EN ) Onderhoud onderhoudsvrij Gewicht Gewicht 2,8 kg Tabel 13: technische gegevens ELD-I-B 24 ELD-I-B 230 (BF230-T SO) Leverbaar tot afmetingen: Breedte > 800 mm x hoogte 440 mm Breedte 200 mm x hoogte > 440 mm Elektrische gegevens Nominale spanning AC 230 V Nominale spanning frequentie 0/60 Hz Functiebereik AC V Elektriciteitsverbruik Veeropname 8, nominaal moment Stilstand 3 W Afmetingen 11 VA / I max 00 ms Hulpschakelaar 2 x EPU Contactbelasting (Contact zilver, verguld) 1 ma...6 A (3 A), DC V...AC 20 V Schakelpunten / 80 Aansluiting Motor Kabel 1 m, 2 x 0,7 mm², halogeenvrij Hulpschakelaar Kabel 1 m, 6 x 0,7 mm², halogeenvrij Functiegegevens Draaimoment Motor min. 18 Nm Veeraandrijving min. 12 Nm Draairichting selecteerbaar door montage L/R Draaihoek max. 9 (incl. veervoorspanning) Looptijd Motor <120 s / 90 Veeraandrijving 16 s (t amb = 20 C) Geluidsvermogenniveau motormax. 4 db(a) Veerterugslag max. 63 db(a) Asmeename Vormparing 12 mm (10 mm met meegeleverde adapter) Positie-indicator Mechanisch met aanduiding Levensduur min veiligheidsinstellingen Veiligheid Aanspreektemperatuur van Tf1: kanaalexterne temperatuur 72 C de temperatuurzekeringen Tf2 en Tf3: kanaalinterne temperatuur 72 C Optioneel Tf2 en Tf3 kanaalinterne temperatuur 9 C Beveiligingsklasse IEC/EN II Schutzkleinspannung Beschermingstype IEC/EN IP 4 in alle montageplaatsen EMV CE volgens 2004/108/EG Laagspanningsrichtlijn CE volgens 2006/9/EG IEC/EN-certificering Getest volgens: IEC/EN en IEC/EN Werkwijze Type 1.AA.B Bemetingsstootspanning 4 kv Vervuilingsgraad van de omgeving 3 Omgevingstemperatuur Normale werking C Veiligheidsgeval Het bereiken van de veiligheidsstand is tot max. 7 C gegarandeerd Opslagtemperatuur C Omgevingsvochtigheid volgens EN Onderhoud onderhoudsvrij Gewicht Gewicht 3,1 kg Tabel 14: technische gegevens ELD-I-B /19-44

45 Elektro veerterugslagaandrijving ELD-24-TL Aansluitschema ELD-24-TL (BF24TL-T-ST SO) Afbeelding 4: aansluitschema ELD-24-TL Elektrische veeraandrijving met thermo-elektrische activeringsinrichting BAE-72TL. Activeringstemperatuur 72 C optioneel 9 C (voor heteluchtverwarming) - - Voedingsspanning 24V AC/DC inclusief stekkers - Aansluiting op LON- of Belimo MP-bussystemen via communicatie- en voedingsapparaten BKN230-24LON of BKN230-24MP mogelijk Elektrische veeraandrijving Typ ATEX-ELD ATEX-ELD-K2 (Ex Max-1-BF) Elektrische explosieveilige veeraandrijving met FireSafe-veiligheidstemperatuurbegrenzer. - Activeringstemperaturen 72 C optioneel 9 C (voor heteluchtverwarming) - Bedrijfsstand (klep "OPEN") en spannen van de terugtrekveer door uitvoering van de voedingsspanning (universele spanningsvoorziening VAC/DC) - Veiligheidsstand (klep "DICHT" door veerenergie bij onderbreking van de voedingsspanning of activering van de temperatuurbeveiligingen Tf1 (omgevingstemperatuur) resp. Tf2/Tf3 (binnentemperatuur kanaal). Bij activering van de temperatuurbeveiligingen Tf1, Tf2 of Tf3 wordt het sensorstroomcircuit duurzaam en onherroepelijk onderbroken. - Eindstandsignalisatie door geïntegreerde hulpschakelaar, die schakelt bij een draaiingshoek en 8 draaiingshoek. - Functiecontrole ter plaatse met controletoets van de FireSafesensor mogelijk Opgelet! Veiligheidsfunctie is enkel gegarandeerd wanneer de aandrijving volgens de voorschriften is aangesloten aan de voedingsspanning. Andere technische gegevens op aanvraag beschikbaar. Andere technische gegevens beschikbaar op aanvraag. 09/19-4

46 Pneumatica zwenkaandrijving type PND 6 bar (Ruststroomprincipe) Op afstand bediend openen en sluiten door pneumatische zwenkaandrijving (permanente druk). Volledig verstelmechanisme voor eenvoudige inbouw met 4 schroeven. Indien het smeltlood intact is, kan de afsluitklep zo nodig worden gesloten en opnieuw worden geopend door de externe persluchtafvoer af te sluiten. Middels inbouw van een magneetklep (toebehoren) kan de afsluitklep onder spanning worden geopend of bij spanningsonderbreking worden gesloten; extern geplaatste schakelaars, rookmelders enz. kunnen zo worden aangesloten. Opening van de afsluitklep onder perslucht en spanning. Sluiten via thermische activering (72 C / 98 C) of drukverlaging. Thermische operationaliteit door thermoschakelaar 72 C/98 C. Opgelet! - Lekkage bij 6 bar max. 2 Nl/h (nieuw), max. 10 NI/h (na cycli). (aanvoerleiding moet voldoende worden gedimensioneerd). Ter plaatse ingebouwde kleppen moeten afhankelijk van hun afstand tot het pneumatische ver- en ontgrendelingsmechanisme worden gedimensioneerd. - De aansluiting wordt ter plaatse uitgevoerd via een in de handel verkrijgbare aansluitfitting G1/8 - Om transporttechnische redenen en ter preventie van schade tijdens de montage kan (indien gewenst) het volledige verstelmechanisme gescheiden worden geleverd. Daarbij moet voldoende plaats beschikbaar zijn voor inbouw achteraf. De inbouw is zonder problemen mogelijk, het volledige verstelmechanisme wordt op een montageplaat (op aanvraag met aangesloten elektrische bedrading) gemonteerd. - Het is raadzaam dat de monteurs bij ons in de fabriek een opleiding komen volgen. Schakelschema Standaarduitvoering bijkomend met magneetklep (toebehoren tegen meerprijs) 1 Eenvoudig werkende pneumatische cylinder (werkingsdruk 6 bar) 2 pneumatische ventielklep 3 pneumatische thermoschakelaar met smeltloodbeveiliging 72 C/ 98 C; 3/2 weegklep, aansluiting G1/8 4 voedingsdruk 6 bar Elektro-pneumatische 3/2 weegklep, aansluiting G1/8 Afbeelding : Schakelschema pneumatische zwenkaandrijvingen type PND 6 bar (ruststroomprincipe) Inbouwvoorbeeld: Pneumatische zwenkaandrijving type PND 6 bar Uitvoering tot afmetingen: Breedte 800 mm x hoogte 440mm Afbeelding 6: pneumatische zwenkaandrijvingen type PND 6 bar (uitvoering tot afmetingen: breedte < 800 mm x hoogte < 440 mm) Uitvoering tot afmetingen: Breedte > 800mm x hoogte 440mm Breedte 200mm x hoogte > 440mm Afbeelding 7: pneumatische zwenkaandrijvingen type PND 6 bar (uitvoering tot afmetingen: breedte > 800 mm x hoogte < 440 mm / breedte > 200 mm x hoogte > 440 mm) Toebehoren (tegen meerprijs): - Magneetklep - Micro-eindschakelaar "OPEN/DICHT" voor postitieweergave (bij montage af fabriek). - Eindschakelaarsbox "OPEN/DICHT" voor postitieweergave (bij latere aanpassingen ter plaatse enz.). - Montage van een drukschakelaar voor controle van de perslucht. - Bedrading van alle door ons ingebouwde elektrische componenten. Bij gebruik van de voornoemde eindschakelaar worden de inbouwcomponenten groter. Thermische-pneumatische activering Bij thermische activering breekt het smeltlood, de ingebouwde wegklep onderbreekt de persluchttoevoer naar de cilinder en het klepblad sluit. Openingssnelheid instelbaar. Na succesvolle thermische activering is het openen van de afsluitklep met de vijzel pas mogelijk als de smeltloodbeveiliging is vervangen. Elektrisch-pneumatische activering Bij elektrisch-pneumatische activering wordt de stroomtoevoer naar de magneetklep onderbroken. Wanneer het smeltlood niet gescheurd is, wordt de afsluitklep opnieuw geopend van zodra de stroomtoevoer naar de magneetklep is hersteld. 09/19-46

47 Hecht-/ impulsmagneet (24V DC, 230 V AC) Impulsmagneet IM / IM Instructie voor bedrading: IM (230V AC) IM (24V DC) Elektrische schakelaar, ter plaatse (BK sluiten) Afbeelding 8: hecht-/impulsmagneet gemonteerd op BKA-EN (weergegeven met optionele toebehoren) Magneetactiveringen De activeringswip van het activeringsmechanisme wordt aan één zijde door middel van een ankerplaat boven een hecht- of impulsmagneet gehouden. Aan de andere zijde van de activeringswip wordt de vergrendelingsbout van de manuele hendel vastgezet. Bij activering van de hechtmagneet, door onderbreking van de stroomtoevoer, wordt de activeringswip door een aan de zijkant aangebrachte spiraalschroefveer zo gekanteld dat de vergrendelingsbout van de manuele hendel wordt ontgrendeld - de klep wordt nu gesloten. De impulsmagneet wordt geactiveerd door een korte stroomimpuls, die ervoor zorgt dat de ankerplaat van de magneet loskomt. Hechtmagneet HA / HA Instructie voor bedrading: HA (230V AC) Elektrische schakelaar, ter plaatse (BK sluiten) HA (24V DC) Afbeelding 60: instructie voor bedrading impulsmagneet IM resp. IM Werkingsprincipe: Impulsmagneten (permanente elektro-hechtmagneten) bestaan uit een permanent magnetisch hechtsysteem voor het vasthouden van ferromagnetische materialen en een bekrachtigingswikkeling, die in uitgeschakelde toestand het magnetisch veld aan het hechtoppervlak neutraliseert en daardoor het wegnemen van het materiaal of het neerzetten van lasten mogelijk maakt. Op basis van het ingebouwde permanent magnetische hechtsysteem, dat in stroomloze toestand van het apparaat werkzaam is, wordt deze impulsmagneet (hechtmagneet) bij voorkeur gebruikt wanneer lange hechtingstijden nodig zijn en het apparaat slechts voor korte tijd of per gelegenheid worden ingeschakeld. Het sluiten van het blokkeermechanisme gebeurt door "kort" toepassen van een spanning (impuls). Magneetactivering: Activeringstijd min. 1,s. Bij het activeren door impulsmagneten mag de bedrijfsspanning slechts kortstondig worden toegepast. Afbeelding 9: instructie voor bedrading van de hechtmagneet HA resp. HA Werkingsprincipe: Hechtmagneten bestaan uit een elektromagnetisch hechtsysteem. De in ingeschakelde toestand open magnetische kring zorgt ervoor dat ferromagnetische materialen worden vastgehouden. Het afsluitmechanisme sluit zich wanneer de spanning wordt onderbroken. 09/19-47

48 Rookmeldingssysteem type RMS Technische beschrijving en documenten: zie technische documentatie RMS-rookmeldingssysteem. Rookmelder alleen in verbinding met de relaismodule en ook de veeraandrijvingen, hecht-/impulsmagneet of pneumatiek mogelijk. Bij gebruik van het rookmeldingssysteem type RMS moet worden gelet op de bijkomende gegevens in de technische documentatie van de rookmelder, aangezien het gebruik bij kleine afmetingen van de BKA-EN slechts voorwaardelijk mogelijk is. In dit geval geeft de technische documentatie van de rookmelder aan dat er niets aanwezig mag zijn in de aangegeven radius, dit kan een reflectie van de uitgezonden sensorsignalen veroorzaken. Het inbouwonderdeel type EBT is vereist voor gebruik van de RMS. Inbouwonderdeel van het type EBT Verlengonderdeel type VT Afbeelding 62: inbouwdeel type EBT - Inbouwdeel uit geprofileerd plaatstaal met aansluitflenzen en inbouwopening voor SCHAKO-rookmeldingssysteem RMS - Toepassing: bij inbouw van het SCHAKO-rookmeldingssysteem RMS - De rookmelding moet in het inbouwdeel type EBT altijd op dezelfde kleppenhelft als de activeringsinrichting worden gemonteerd. Afbeelding 61: verlengonderdeel type VT - Verlengonderdeel uit geprofileerd plaatstaal met aansluitflenzen - Toepassing: bij grote wand- of plafonddiktes; voor het behouden van de minimumafstand a min = 0 mm tot het geopende klepblad bij inbouw van een afsluitend beschermrooster type ASG-E, flexibele aftakkingen en aansluitaftakking type RS H L Maat L is afhankelijk van de hoogte Tabel 1: lengte van het verlengonderdeel type VT resp. inbouwdeel type EBT afhankelijk van de hoogte van de brandklep 09/19-48

49 Flexibele aftakking FS - Als alternatief kunnen in plaats van de inbouw van flexibele aftakkingen ook flexibele ventilatieleidingen uit aluminium worden aangesloten - Flexibele aftakkingen moeten gebalgd worden ingebouwd. Daardoor kan een verkleining van de vrije doorsnede ontstaan. Indien nodig wordt een verlengstuk vereist. Aansluitaftakking voor buis type RS Afbeelding 63: flexibele aftakking type FS Potentiaalvereffe- - Flexibele aftakking bestaand uit geprofileerde aansluitflenzen (verzinkt plaatstaal) met elastisch tussenstuk uit -aan beide kanten- PVC-gecoat polyesterweefsel, normaal ontvlambaar conform EN , met gelaste dichtlippen (dichtheidsgraad C conform EN / EN 107; temperatuurbestendig van - 20 tot 80 C). Flexibel gedeelte van de aftakking (polyesterweefsel) moet ingebouwd een lengte hebben van l min = 100 mm, dit leidt tot een inbouwmaat van ongeveer L = 160 mm. - Vereiste potentiaalbalans moet door de installateur worden uitgevoerd volgens VDE-bepalingen. Mechanische belastingen op de brandbeveiligingsklep mogen in geen geval voorkomen. - Gebruiksdoeleinde;: voor het verhinderen van het inwerken van krachten op ingebouwde brandkleppen resp. bouwonderdelen die de ruimte afsluiten -ook bij brand-. De federale voorschriften met betrekking tot ventilatie-installaties zijn van toepassing. Bijkomend zijn flexibele aftakkingen vereist bij de volgende inbouwsituaties: -aan beide zijden- flexibele aftakkingen vereist bij inbouw: - in massieve muren volgens EN 1996 resp. DIN 103 bij d wand <100 mm - met of zonder inbouwframe in lichte scheidingsmuren met metalen constructie en aan beide zijden beplanking overeenkomstig classificatie conform EN of vergelijkbare nationale normen. - direct onder het plafond met plaatsing mineraalwol in lichte scheidingsmuren met metalen constructie en aan beide zijden beplanking overeenkomstig classificatie conform EN of vergelijkbare nationale normen. - in lichte scheidingsmuren met metalen constructie en aan één zijde beplanking overeenkomstig classificatie conform EN of vergelijkbare nationale normen. - in massieve wanden gedeeltelijk afgesmeerd met mortel (een- resp. dubbelzijdige vulling met minerale wol) -eenzijdig- flexibele aftakking bij inbouw: - verwijderd van volle wanden Afbeelding 64: aansluitaftakking voor buizen type RS Afsluitend beschermrooster type ASG B x H ød 200x x x x x x x x x x x Aansluitaftakking voor buizen met aansluitplaat - verzinkt plaatstaal- - Toepassing: Aansluiting/overgang brandklep naar ronde leidingen - andere afmetingen op aanvraag Afbeelding 6: afsluitend beschermingsrooster type ASG - Draad- of gestanst rooster, maaswijdte 20 mm - Toepassing: Inbouw bij eenzijdige aansluiting leidingen - Minimale afstand a min = 0 mm tot geopend klepblad in acht nemen, indien nodig verlengonderdeel type VT gebruiken. Aan de B-zijde is vanaf B 1000 mm in het midden van de flens een extra slobgat beschikbaar. 09/19-49

50 Inbouwframe type ER Het eerste H-deel (pos.3) ook tegen de BKA-EN (pos. 1) leggen en in het overlappingsbereik met de meegeleverde schroeven met verzonken kop (pos. 6) met het eerste B-deel (pos. 2) vastschroeven. - Het tweede B-deel (pos. 4) tegen de BKA-EN (pos. 1) leggen en het eerste H-deel (pos. 3) met het tweede B-deel (pos. 4) vastschroeven. - Ten slotte het tweede H-deel (pos. ) tegen de BKA-EN (pos. 1) leggen en zowel met het eerste (pos. 2) als het tweede (pos. 4) B-deel vastschroeven. Standaanwijzer type MSZ Afbeelding 66: BKA-EN met inbouwframe type ER (los) 1 Brandbeveiligingsklep BKA-EN 2+4 Afzonderlijk onderdeel inbouwframe B-zijde 3+ Afzonderlijk onderdeel inbouwframe H-zijde 6 Schroef met verzonken kop,0 x 70 mm (-af fabriek- 8 stuks) - ER uit bouwplaten uit silicaat incl. bevestigingsmateriaal en lijm op waterglasbasis, centraal op het frame bevindt zich rondom een intumescentiedichting. - Toepassing: Voor de inbouw van de BKA-EN in lichte scheidingsmuren met metalen constructie en aan beide zijden beplanking overeenkomstig classificatie conform EN of vergelijkbare nationale normen. Het inbouwframe kan zowel als los bouwset of, tegen meerprijs, af fabriek gemonteerd worden geleverd. Als het inbouwframe al af fabriek op de BKA-EN werd gemonteerd, kan de inbouw onmiddellijk worden uitgevoerd. Als het inbouwframe als los bouwet wordt besteld of geleverd, moet dit nog aan de hand van bijhorende handleiding op de BKA-EN (afbeelding 67) worden gemonteerd. Afbeelding 67: standaanwijzer type MSZ Staalkabel -verzinkt- (pos. 1) met kabelklem (pos. 2) en standaanwijzer (pos.3) uit kunststof; staalkabel en standaanwijzer moeten loodrecht worden geplaatst. - Toepassing: mechanische standaanwijzer voor verlaagde plafonds (pos.4). Bruikbaarheid bij elke mechanisch bediende BKA-EN met manuele hendel mogelijk. 2 1 Om schade bij de montage van het inbouwframe aan de componenten te vermijden, moet een geschikte ondergrond (bijv. karton, pallet enz.) worden gebruikt om de brandklep op te plaatsen bij montage. Alle voor het vastschroeven nodige boorgaten zijn af fabriek voorgeboord, er moeten geen andere boorgaten worden voorzien. Het inbouwframe mag niet rechtstreeks tegen de behuizing van de brandklep worden geschroefd. De plaatsing van de afzonderlijke onderdelen van het inbouwframe verloopt omlopend bij 210 mm. 1 Staalkabel -verzinkt- 3 Standaanwijzer 2 Kabelklem 4 Verlaagde plafonds Legende V DICH (m³/u) = Luchttoevoervolumes T Δp (Pa) = Statisch drukverschil L WA [db(a)] = geluidsvermogenniveau in functie van A (m/s) = Eindsnelheid Inbouwproces ρ (kg/m³) = Dichte - De brandklep op de flens van de bedieningszijde (BS) plaatsen. B (mm) = Breedte - Het eerste B-deel (pos. 2) tegen de behuizing van de BKA-EN H (mm) = hoogte (pos. 1) leggen. min. = Minstens respectievelijk = respectievelijk ca. = circa 09/19-0

51 Aanbestedingstekst De brandbeveiligingsklep BKA-EN voldoet aan de EN 160, EN en EN De BKA-EN is getest conform EN overeenkomstig prestatieverklaring nr DoP-BKA-EN Ze beschikt over het EG-conformiteitscertificaat CPD De classificatie volgens EN is EI 90 (v e, h o i o) S. Conform richtlijn 94/9/EG, EG-conformiteitsverklaringsnummer EPS 09 ATEX 2 13 X, is het gebruik in omgevingen met explosiegevaar, zowel met veerterugaandrijving ATEX-ELD alsook met mechanische smeltloodactivering (handbediening met of zonder ATEX-eindschakelaar ES-Ex) toegestaan. De brandbeveiligingsklep heeft de volgende aanduiding conform ATEX: II 2 G IIC T6 II 2 D T80 C EPS 09 ATEX 2 13 X II 3 D T80 C *) * ) bij gebruik van de veiligheidstemperatuurbegrenzer FireSafe van Schischek. Behuizing uit verzinkt plaatstaal - tweedelig-, zonder omlopend aanslagprofiel voor de grootst mogelijke vrije doorsnede, thermische scheiding uit silicaatbouwplaten, 2 tegenoverliggende inspectieopeningen. Klepblad uit scheurvast glasvezelbewapend lichtbeton met omlopende buis- en opzwellende dichtingen zodat wordt voldaan aan de koude- en warmtelekkagevereisten conform DIN EN Eventueel vereiste toebehoren voor verschillende inbouwsituaties (flexibele aftakkingen, ophangingen, traversen enz.) moeten in afzonderlijke LV-positie worden opgenomen. Voor aansluiting aan verluchtingsleidingen (een- of tweezijdig), luchtstroomrichting naar keuze. Aansluiting van rookactiveringsinstallatie met algemene bouwgoedkeuring mogelijk. Inbouw: - in massiven Wänden und massiven Decken - verwijderd van volle wanden - in lichte scheidingsmuren met metalen constructie en aan beide zijden beplanking overeenkomstig classificatie conform EN of vergelijkbare nationale normen. - met inbouwframe in lichte scheidingsmuren met metalen constructie en aan beide zijden beplanking overeenkomstig classificatie conform EN of vergelijkbare nationale normen. (Het gebruik van het inbouwframe is uitsluitend bij bei BKA-EN L=00 mogelijk.) - direct onder het plafond met plaatsing mineraalwol in lichte scheidingsmuren met metalen constructie en aan beide zijden beplanking overeenkomstig classificatie conform EN of vergelijkbare nationale normen. - in lichte scheidingsmuren met metalen constructie en beplanking aan beide zijden alsook intern plaatstaalinzetstuk (brandmuur) met volgende algemene bouwgoedkeuringscertificaten: - abp nr. P-3391/170/08-MPA BS (Knauf) - abp Nr. P-3020/0109-MPA BS (Rigips) - abp Nr. P-3796/7968-MPA BS (Promat) - in lichte scheidingsmuren met metalen constructie en aan één zijde beplanking overeenkomstig classificatie conform EN of vergelijkbare nationale normen. - Flens aan Flens (bij inbouw in massieve muren en plafonds) - deelse uitmorteling (bij inbouw in massieve muren) product: SCHAKO type BKA-EN Prestatieverklaring nr DoP-BKA-EN Afmetingen: Breedte (B):... mm Hoogte (H):... mm Lengte (L): 37/00 mm Uitvoering: Rechts/links (Zonder bijkomende bestellingsinformatie wordt de mechanische uitvoering "rechts", lengte 00 mm en activeringstemperatuur smeltlood 72 C geleverd) Alternatieve uitvoering resp. toebehoren (tegen meerprijs) ( naar behoefte ) - Uitvoering in edelstaal grondstofnr (V2A) - Uitvoering in edelstaal grondstofnr (V4A) - Behuizing met DD-lak (oplosmiddelhouden twee-componenten-polyurethaan deklak - RAL 703 / lichtgrijs) - DD-lak -binnen/buiten- - Thermische activering met mechanisch smeltlood 98 C activeringstemperatuur (voor warme luchtverwarming) - Elektrische eindschakelaar type ES voor standaanduiding "OPEN" of/en "DICHT", schakelelement met telkens een openings- en sluitcontact: - Type ES 1 Z: "DICHT" - Type ES 1 A: "OPEN" - Type ES 2: "OPEN" en "DICHT" - Endschakelaar type ES-Ex voor standaanduiding "OPEN" en/of "DICHT" gebruik in omgevingen met explosiegevaar: - Type ES Ex 1 Z : "DICHT" - Type ES Ex 1 A: "OPEN" - Type ES Ex 2 : "OPEN" en "DICHT" - Eindschakelaar type Easy-Eco-Tx, voor verbinding met het SCHAKO meldings- en schakelbussysteem EasyBus, de status van de klepstand wordt via radiosignalen overgedragen. Bijkomende radio-ontvanger Easy-Eco-Rx vereist. - Elektrische veerterugslagaandrijving met thermo-elektrische activeringsinstallatie BAE-72(9)B-S -activeringstemperatuur 72 C (9 C) - en geïntegreerde microschakelaar ter aanduiding van de klepeindstand (24V aandrijving inclusief stekker): - Type ELD-BLF (230V AC, 24 V AC/DC), leverbaar tot afmetingen: Klepbreedte 800 mm x klephoogte 440 mm - Type ELD-IB (230 V AC, 24 V AC/DC) leverbaar vanaf afmetingen: klepbreedte > 800 mm x klephoogte 440 mm en Klepbreedte 200 mm x klephoogte > 440 mm 09/19-1