Print uitspraak. LJN: BW8480, Gerechtshof Leeuwarden,

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Print uitspraak. LJN: BW8480, Gerechtshof Leeuwarden, 200.102.952"

Transcriptie

1 LJN: BW8480, Gerechtshof Leeuwarden, Print uitspraak regelgeving staan niet in de weg aan het in rekening brengen van administratieko Datum uitspraak: Datum publicatie: Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Administratiekosten. Tegen het in rekening brengen van administratiekosten kan i Vindplaats(en): Rechtspraak.nl Uitspra ak WAHV juni 2012 CJIB Gerechtshof te Leeuwarden Beschikking en arrest op het hoger beroep tegen de beslissingen van de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam van 9 februari 2012 en de kantonrechter van de rechtbank Utrecht van 20 juni 2011 betreffende [betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene), wonende te [woonplaats]. De beslissing van de kantonrechter De kantonrechter van de rechtbank Amsterdam heeft het verzet van de betrokkene tegen de tenuitvoerlegging van een door de officier van justitie in het arrondissement Leeuwarden op 26 augustus 2010 uitgevaardigd dwangbevel gegrond verklaard, het dwangbevel vernietigd, terugbetaling van het griffierecht aan de betrokkene gelast, het beroep van de betrokkene tegen de initiële beschikking ongegrond verklaard behoudens voor wat betreft de opgelegde administratiekosten en bepaald dat het bedrag van de administratiekosten aan de betrokkene dient te worden gerestitueerd. De kantonrechter van de rechtbank Utrecht heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie van 2 (het hof leest: 3) november 2010 gegrond verklaard en deze beslissing vernietigd, onder veroordeling van de officier van justitie in de proceskosten van de betrokkene. De beschikking van de kantonrechter te Amsterdam en de beslissing van de kantonrechter te Utrecht zijn aan deze beschikking en dit arrest gehecht en maken

2 daarvan deel uit. Het procesverloop De officier van justitie heeft tegen de beschikking van de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam hoger beroep ingesteld. De betrokkene heeft een verweerschrift ingediend, waarin hij verzocht heeft om een behandeling ter zitting. De advocaatgeneraal is in de gelegenheid gesteld schriftelijk op het verweerschrift te reageren. Hiervan is geen gebruik gemaakt. De Vereniging Auto van de Zaak heeft verzocht als partij tot de procedure te worden toegelaten. Het hof heeft dit verzoek afgewezen. Bij geschrift van 16 mei 2012 heeft de betrokkene het hof verzocht om deze afwijzing te heroverwegen. Tevens heeft de betrokkene nadere stukken ingediend. Bij brief van 23 mei 2012 heeft de griffier aan de betrokkene bericht dat het hof geen aanleiding ziet om de Vereniging Auto van de Zaak alsnog tot de procedure toe te laten. De zaak is behandeld ter zitting van 1 juni De betrokkene is verschenen. Als gemachtigde van de advocaat-generaal is verschenen mr. M. Heida. Beoordeling derde-belanghebbende 1. Ter zitting heeft de betrokkene zijn verzoek om de Vereniging Auto van de Zaak als partij tot de procedure toe te laten herhaald. De betrokkene heeft in dit verband verwezen naar het bepaalde in artikel 8:26 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 217 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. 2. De WAHV voorziet niet in de mogelijkheid om een partij als derde-belanghebbende tot het geding toe te laten, terwijl hoofdstuk 8 van de Awb niet van toepassing is in deze procedure. Het hof ziet geen aanleiding voor overeenkomstige toepassing van artikel 8:26 van de Awb. Overigens overweegt het hof dat de Vereniging Auto van de Zaak geen (rechtstreeks) belang heeft in dit geding, waarin het gaat om de tenuitvoerlegging van een dwangbevel dat tegen de betrokkene is uitgevaardigd, betreffende de inning van de administratieve sanctie - met inbegrip van de administratiekosten - die aan de betrokkene is opgelegd. 3. Ingevolge artikel 217 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan ieder die een belang heeft bij een tussen andere partijen aanhangig geding vorderen zich daarin te mogen voegen of daarin te mogen tussenkomen. Naar het oordeel van het hof heeft de Vereniging Auto van de Zaak in dit geding geen belang in de zin van deze bepaling. In dit verband herhaalt het hof dat het hier gaat om de tenuitvoerlegging van een dwangbevel dat tegen de betrokkene is uitgevaardigd, betreffende de inning van een administratieve sanctie die aan de betrokkene is opgelegd. Dat de Vereniging Auto van de Zaak belang heeft bij de gevolgen die de uitkomst van de procedure kan hebben, maakt haar nog niet tot belanghebbende in dit geding. toetsingskader in de verzetprocedure 4. Ingevolge artikel 26, derde lid, eerste volzin, van de WAHV kan tegen de

3 tenuitvoerlegging van het dwangbevel verzet worden gedaan, hetwelk niet gericht zal kunnen zijn tegen de beslissing waarbij de administratieve sanctie werd opgelegd. Hieruit volgt, aldus Hoge Raad 23 mei 2006, LJN: AU7141 gepubliceerd op rechtspraak.nl, dat de verzetprocedure slechts het onderzoek naar de rechtmatigheid van de inning door middel van verhaal betreft, zonder dat de rechtmatigheid van de sanctie zelf nog voorwerp van onderzoek kan zijn. In deze omstandigheden kan niet worden gezegd dat de verzetprocedure het vaststellen van een criminal charge betreft. Evenmin is sprake van de determination of civil obligations omdat aan de rechter die in de verzetprocedure beslist niet de bevoegdheid toekomt geldelijke verplichtingen van de betrokkene vast te stellen. Dit betekent dat artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) op de verzetprocedure niet van toepassing is. 5. In de bestreden beschikking heeft de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam het verzet van de betrokkene tegen het dwangbevel gegrond verklaard omdat naar zijn oordeel ten onrechte administratiekosten aan de betrokkene in rekening zijn gebracht. Daarnaast heeft de kantonrechter het beroep tegen de initiële beschikking ongegrond verklaard, behoudens voor wat betreft de administratiekosten. Gelet op hetgeen het hof onder 4. heeft overwogen, was de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam in het kader van de bij hem aanhangige procedure echter niet bevoegd om tot dit oordeel te komen. Dit betekent dat het hoger beroep van de officier van justitie tegen de beschikking van de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam gegrond is en dat deze beschikking moet worden vernietigd. rechtsingang 6. Ingevolge artikel 4, eerste lid, van de WAHV wordt de administratieve sanctie opgelegd bij een gedagtekende beschikking. In de aan het geding ten grondslag liggende beschikking waarbij de administratieve sanctie is opgelegd is, voor zover hier van belang, het volgende vermeld: Opgelegde sanctie : 99,00 Administratiekosten : 6,00 Te betalen : 105,00. Hieruit volgt naar het oordeel van het hof dat de administratiekosten deel uitmaken van de beschikking waarbij de administratieve sanctie is opgelegd. 7. De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat, gelet op de bewoordingen van artikel 6, eerste lid, van de WAHV, geen beroep openstaat tegen het in rekening brengen van de administratiekosten. Ingevolge artikel 6, eerste lid, eerste volzin, van de WAHV kan degene tot wie de beschikking is gericht tegen de oplegging van de administratieve sanctie beroep instellen bij de officier van justitie in het arrondissement waar de gedraging is verricht. Het hof kent aan de bewoordingen van deze volzin niet de betekenis toe die de officier van justitie daaraan toekent en overweegt daartoe het volgende. Bij de invoering van de Wet van 12 juni 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enkele aanverwante wetten in verband

4 met de strafbaarstelling van het deelnemen en meewerken aan training voor terrorisme, uitbreiding van de mogelijkheden tot ontzetting uit het beroep als bijkomende straf en enkele andere wijzigingen (hierna: de Wet van 12 juni 2009), waarin het wettelijk kader is geschapen voor het in rekening brengen van administratiekosten bij administratieve sancties, is geen wijziging aangebracht in de bepalingen van de WAHV betreffende het instellen van beroep. Uit de wetsgeschiedenis blijkt niet dat de wetgever heeft willen uitsluiten dat het in rekening brengen van de administratiekosten in beroep kan worden aangevochten. Het hof overweegt verder dat, waar artikel 26, derde lid, van de WAHV de mogelijkheid uitsluit om in de verzetprocedure bezwaren naar voren te brengen tegen de beslissing waarbij de administratieve sanctie is opgelegd, een wetssystematische interpretatie van artikel 6, eerste lid, eerste volzin, van de WAHV meebrengt dat onder de oplegging van de administratieve sanctie in deze volzin moet worden verstaan de beslissing waarbij de administratieve sanctie is opgelegd. Bij deze beslissing worden (ook) de administratiekosten in rekening gebracht. Voorts wijst het hof op het volgende. Het Europees Hof voor de rechten van de mens heeft geoordeeld dat het EVRM niet in de weg staat aan de administratieve afdoening van lichte overtredingen (EHRM 21 februari 1984, Öztürk, LJN: AC9954; NJ 1988, 937 gepubliceerd op rechtspraak.nl). Indien de verdragsstaten echter vrij zouden zijn om een vergrijp, door het als administratief te kwalificeren, van de werking van de grondbeginselen van artikel 6 en 7 uit te sluiten, zou dit een met het verdrag strijdig resultaat kunnen opleveren: Conferring the prosecution and punishment of minor offences on administrative authorities is not inconsistent with the Convention provided that the person concerned is enabled to take any decision thus made against him before a tribunal that does offer the guarantees of article 6. Naar het oordeel van het hof moet het in rekening brengen van de administratiekosten aan de betrokkene worden aangemerkt als een decision thus made against him in vorenbedoelde zin. Omdat de beschikking waarbij aan de betrokkene een administratieve sanctie is opgelegd tevens inhoudt dat de betrokkene administratiekosten verschuldigd is, kan de betrokkene de bezwaren die hij heeft tegen het in rekening brengen van de administratiekosten naar voren brengen in de procedure tegen de oplegging van de administratieve sanctie. de ontvankelijkheid in beroep 8. De betrokkene heeft niet tijdig beroep ingesteld tegen de oplegging van de administratieve sanctie. In de verzetprocedure tegen de tenuitvoerlegging van het dwangbevel heeft hij bezwaar gemaakt tegen het in rekening brengen van de administratiekosten. Daarnaast heeft de betrokkene in diverse brieven gericht aan het CJIB bezwaar gemaakt tegen het in rekening brengen van de administratiekosten. De eerste brief van de betrokkene aan het CJIB in de onderhavige zaak is gedateerd 31 december 2009 en is voorzien van het opschrift Bezwaarschrift/klacht. Het CJIB heeft de betrokkene er steeds, te beginnen bij brief van 18 januari 2009, op gewezen dat geen beroep openstaat tegen de administratiekosten. Met betrekking tot de thans aan de orde zijnde administratieve sanctie heeft de betrokkene in een brief aan de CVOM van 11

5 september 2010 zijn bezwaren tegen de administratiekosten herhaald en daarbij verzocht zijn brief zo nodig door te zenden aan de bevoegde autoriteiten. De officier van justitie heeft dit schrijven aangemerkt als administratief beroepschrift tegen de oplegging van de administratieve sanctie. De officier van justitie heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. De betrokkene heeft vervolgens beroep ingesteld bij de kantonrechter van de rechtbank Utrecht, die bij beslissing van 20 juni 2011 het beroep gegrond heeft verklaard, de beslissing van de officier van justitie heeft vernietigd en de initiële beschikking in stand heeft gelaten. De kantonrechter te Utrecht heeft overwogen dat de officier van justitie ten onrechte heeft geoordeeld dat de betrokkene administratief beroep heeft ingesteld tegen de opgelegde sanctie en dat de betrokkene zijn overige bezwaren aan de orde kan stellen in de aanhangig zijnde verzetprocedure. 9. Voor zover de betrokkene in zijn verweerschrift bezwaar heeft gemaakt tegen het in rekening brengen van de administratiekosten, zal het hof dit aanmerken als een te laat ingediend hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter te Utrecht van 20 juni Ingevolge artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) blijft ten aanzien van een na afloop van de termijn ingediend beroepschrift niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest. In dit verband is van belang dat de kantonrechter te Utrecht ten onrechte heeft overwogen dat bezwaren tegen de administratiekosten in de ondertussen aanhangige verzetprocedure bij de kantonrechter te Amsterdam aan de orde kunnen komen. Aldus is naar het oordeel van het hof sprake van omstandigheden op grond waarvan redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de betrokkene in verzuim is geweest. 10. De beschikking waarbij de administratieve sanctie is opgelegd bevat, voor zover hier van belang, de volgende rechtsmiddelverwijzing: Niet eens met de opgelegde sanctie? Dan kunt u schriftelijk beroep instellen bij de officier van justitie. U kunt geen beroep instellen tegen de administratiekosten. Uit de overwegingen van het hof onder 7. volgt dat de laatst aangehaalde volzin ten onrechte is opgenomen in de rechtsmiddelverwijzing bij de beschikking waarbij de administratieve sanctie is opgelegd. Gelet hierop en mede in aanmerking genomen dat de betrokkene in diverse brieven gericht aan het CJIB bezwaar heeft gemaakt tegen het in rekening brengen van de administratiekosten, acht het hof de termijnoverschrijding van de betrokkene bij het instellen van beroep bij de officier van justitie tegen de inleidende beschikking (eveneens) verschoonbaar. Dit betekent dat de beslissing van de officier van justitie, waarbij het beroep niet-ontvankelijk is verklaard, moet worden vernietigd. Voorts, gelet op de overwegingen van het hof onder 4. en 7., moet worden geconcludeerd dat de kantonrechter te Utrecht ten onrechte een beoordeling van de gronden van het beroep van de betrokkene achterwege heeft gelaten en de betrokkene ten onrechte heeft verwezen naar de kantonrechter te Amsterdam. Het hof zal doen wat de kantonrechter had moeten doen. beoordeling van het beroep

6 11. Het hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter te Utrecht van 20 juni 2011 beperkt zich tot de vraag of het bij het opleggen van de administratieve sanctie in rekening brengen van de administratiekosten in strijd is met het recht. Het hof overweegt als volgt. 12. Bij de Wet van 12 juni 2009 is het wettelijk kader geschapen voor het in rekening brengen van administratiekosten bij administratieve sancties. Ingevolge artikel 22, tweede lid, van de WAHV worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur voorschriften gegeven omtrent de inning van de administratieve sanctie en hebben deze voorschriften in ieder geval betrekking op de plaats en wijze van betaling van de administratieve sanctie, de administratiekosten, de verantwoording van de ontvangen geldbedragen, alsmede op de kosten van verhaal, de invorderingskosten daaronder begrepen. Artikel 11a van het Besluit administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften 1994 luidt als volgt: Degene aan wie een administratieve sanctie wordt opgelegd, is administratiekosten verschuldigd. De omvang van deze kosten wordt bepaald bij ministeriële regeling. Op de betaling van de administratiekosten zijn de artikelen van dit besluit betreffende de betaling van de administratieve sanctie, het toezicht en de verantwoording van de gelden van overeenkomstige toepassing. De administratiekosten worden samen met de administratieve sanctie in rekening gebracht. Artikel 1 van de Regeling van de Staatssecretaris van Justitie van 18 juni 2009, nr , houdende vaststelling van de administratiekosten, bedoeld in artikel 11a van het Besluit administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften 1994 (hierna: de Regeling), luidt als volgt: De administratiekosten, bedoeld in artikel 11a van het Besluit administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften 1994, bedragen per administratieve sanctie Naar het oordeel van het hof berust het samen met de administratieve sanctie in rekening brengen van administratiekosten op een deugdelijke wettelijke grondslag. Niet gebleken is dat de Regeling de door de wet gestelde grenzen overschrijdt. 14. In zijn door het hof als hoger beroepschrift aangemerkt verweerschrift stelt de betrokkene dat de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam op juiste gronden tot zijn oordeel is gekomen. Deze kantonrechter heeft geoordeeld dat de Regeling buiten toepassing moet worden gelaten. Hiertoe heeft de kantonrechter overwogen dat de wetgever als uitgangspunt hanteert dat de kosten van handhaving van wettelijke bepalingen waarin enige gedraging met straf is gesanctioneerd ten laste van de Staat komen en dat de wetgever ten aanzien van administratieve sancties en geldboetes hierop een uitzondering mogelijk heeft gemaakt, terwijl bedoeld uitgangspunt geen uitzondering verdraagt. Volgens de kantonrechter is het een algemeen beginsel van strafrecht dat de kosten van tenuitvoerlegging van straffen, waaronder mede te verstaan administratieve sancties, bij de overheid liggen en is de regeling van de administratiekosten niet neergelegd in een formele wet. 15. Anders dan de kantonrechter heeft overwogen, berust de regeling van de

7 administratiekosten op een wet in formele zin. Ingevolge artikel 11 van de Wet van 15 mei 1829, houdende algemene bepalingen der wetgeving van het Koninkrijk, moet de rechter volgens de wet recht spreken: hij mag in geen geval de innerlijke waarde of billijkheid der wet beoordelen. Nog daargelaten dat ingevolge artikel 2, eerste lid, laatste volzin, van de WAHV voorzieningen van strafrechtelijke of strafvorderlijke aard zijn uitgesloten ingeval een administratiefrechtelijke sanctie wordt opgelegd, kan niet in het Wetboek van Strafrecht, noch in het Wetboek van Strafvordering een bepaling worden gevonden die erop neerkomt dat de invorderingskosten van geldboetes ten laste van de Staat dienen te blijven. In zijn memorie van antwoord aan de Eerste Kamer heeft de minister van Justitie over het in rekening brengen van administratiekosten bij boetes het volgende gesteld (vergaderjaar , , nr. D): Uitgangspunt van het doorberekenen van de administratiekosten als voorzien in dit wetsvoorstel is dat van betrokkene een bescheiden bijdrage kan worden verlangd voor de kosten die de overheid maakt bij de inning van boetes. Dat is een nauw omlijnde, alleen voor boetes geldende, uitzondering op de hoofdregel dat de kosten van tenuitvoerlegging van strafrechtelijke sancties ten laste van de Staat komen. Deze hoofdregel is neergelegd in de door deze leden genoemde wetsartikelen [hof: de artikelen 35 en 36a van het Wetboek van Strafrecht], alsmede in artikel 37e Sr, waarin is bepaald dat de kosten van de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf, de hechtenis, de tbs, de schadevergoedingsmaatregel, de ontnemingsmaatregel en de onttrekking aan het verkeer in beginsel ten laste van de Staat komen. Deze artikelen laten bij of krachtens de wet gemaakte uitzonderingen, onderscheidenlijk uitzonderingen voor de kosten van verhaal, waaronder de invorderingskosten, toe. Geldboetes zijn bovendien niet in die artikelen genoemd. Deze artikelen verzetten zich niet tegen het doorberekenen van administratiekosten van geldboetes. Het hof stelt vast dat geen wettelijke bepaling in de weg staat aan het in rekening brengen van administratiekosten bij het opleggen van een administratieve sanctie. Het is aan de wetgever om te bepalen in welke gevallen een uitzondering wordt gemaakt op de hoofdregel dat de kosten van tenuitvoerlegging van (strafrechtelijke) sancties ten laste van de Staat komen. 16. Ingevolge artikel 94 van de Grondwet vinden binnen het Koninkrijk geldende wettelijke voorschriften geen toepassing, indien deze toepassing niet verenigbaar is met een ieder verbindende bepalingen van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties. De betrokkene stelt in zijn verweerschrift dat het in rekening brengen van administratiekosten zich niet verdraagt met het beginsel van nemo tenetur, zoals dit voortvloeit uit artikel 6 van het EVRM en artikel 14 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. De strekking van dit beginsel is dat niemand kan worden gedwongen om tegen zichzelf te getuigen of een bekentenis af te leggen. Naar het oordeel van het hof is het in rekening brengen van de administratiekosten bij het opleggen van de administratieve sanctie niet in strijd met dit beginsel. Het in rekening brengen van de administratiekosten is niet gebaseerd op enige verklaring van betrokkene. Evenmin is bij het opleggen van de administratieve sanctie gebruik gemaakt

8 van een verklaring van de betrokkene, zodat reeds daarom geen sprake kan zijn van strijd met het beginsel van nemo tenetur. Het hof kan de betrokkene niet volgen in zijn opvatting dat uit dit beginsel moet worden afgeleid dat als uitgangspunt dient te gelden dat niemand hoeft bij te dragen aan de kosten van tenuitvoerlegging van de aan hem opgelegde straf. Daarnaast stelt de betrokkene dat het in rekening brengen van de administratiekosten in strijd is met het beginsel dat niemand voor een tweede keer mag worden berecht of gestraft voor een strafbaar feit waarvoor hij reeds is veroordeeld of waarvan hij is vrijgesproken ( ne bis in idem ). Anders dan de betrokkene kennelijk meent, is het hof van oordeel dat het in rekening brengen van de administratiekosten niet als het opleggen van een tweede straf kan worden beschouwd, maar als een door de wetgever aan het opleggen van een administratieve sanctie gekoppeld gevolg, ertoe strekkend dat de kosten die met de inning zijn gemoeid bij de persoon aan wie de sanctie is opgelegd in rekening worden gebracht. Dat de betrokkene het in rekening brengen van de administratiekosten kennelijk als een (zelfstandige) straf ervaart, maakt dit niet anders. De door de betrokkene aangevoerde gronden kunnen niet leiden tot de vaststelling dat het in rekening brengen van de administratiekosten strijdig is met internationale regelgeving. In dit kader ziet het hof geen aanleiding voor het stellen van prejudiciële vragen. Ook anderszins acht het hof niet gebleken dat internationale regelgeving in de weg staat aan het in rekening brengen van administratiekosten. 17. De betrokkene stelt dat bij de bestraffing van verkeersovertredingen de voor de betrokkene minst bezwarende procedure moet worden gevolgd, waarbij hij ervan uitgaat dat bestraffing door middel van het strafrecht het minst bezwarend is. Anders dan de betrokkene kennelijk meent, stelt het hof vast dat het opleggen van administratieve sancties wegens lichte verkeersovertredingen door de wetgever onder de werking van de WAHV is gebracht en dat deze overtredingen in beginsel niet via het strafrecht kunnen worden afgedaan. Het staat de verbalisant, gelet op artikel 2, eerste lid, van de WAHV en de bij dit artikellid behorende bijlage niet vrij om in deze bijlage genoemde overtredingen via het strafrecht af te doen. Overigens wijst het hof er in dit verband op dat bij de Wet van 12 juni 2009 eveneens een wettelijk kader is geschapen voor het in rekening brengen van administratiekosten bij strafrechtelijke geldboetes. 18. Voor zover de betrokkene heeft aangevoerd dat het recht op berechting binnen een redelijke termijn is geschonden, overweegt het hof als volgt. Het hof stelt vast dat er weliswaar sprake is geweest van perioden van inactiviteit aan de zijde van justitie, maar dat van geen van die perioden op zichzelf kan worden gezegd dat er sprake is van een dermate lange periode van inactiviteit dat er sprake is van een onredelijke vertraging in de berechting. Het hof is bovendien van oordeel dat de duur van de gehele procedure evenmin een schending oplevert van de redelijke termijn van berechting, zoals neergelegd in artikel 6, eerste lid, van het EVRM. In het geval er overigens wel sprake zou zijn van onredelijke vertraging in de berechting, zou dat ook niet leiden tot het door de betrokkene daaraan verbonden gevolg van verlaging van het sanctiebedrag. Het hof heeft bij arrest van 21 juli 2009 (WAHV , LJN BJ3210, gepubliceerd op rechtspraak.nl) geoordeeld dat herijking van

9 de regels inzake overschrijding van de redelijke termijn in strafzaken door de Hoge Raad, het hof noopt tot herziening van zijn rechtspraak met betrekking tot de gevolgen van overschrijding van de redelijke termijn in WAHV-zaken, in die zin dat de geconstateerde verdragschending voldoende is gecompenseerd met de enkele vaststelling dat inbreuk is gemaakt op artikel 6, eerste lid, van het EVRM. conclusie ten aanzien van het beroep 19. Uit de voorgaande overwegingen volgt dat het door de officier van justitie in zijn beroepschrift ingenomen standpunt, dat geen beroep kan worden ingesteld tegen het in rekening brengen van de administratiekosten, onjuist is. Het bezwaar van de betrokkene hiertegen, dat had moeten worden aangemerkt als een beroep tegen de inleidende beschikking, slaagt in zoverre. Het standpunt van de betrokkene, dat het in rekening brengen van de administratiekosten in strijd is met het Nederlandse en het internationale recht, is echter onjuist. Een en ander brengt mee dat de inleidende beschikking in stand kan blijven. Nu het hof heeft geoordeeld dat het beroep van de betrokkene tegen de inleidende beschikking tijdig is ingesteld, is het bedrag van de administratieve sanctie ten onrechte tweemaal verhoogd. Het hof zal de beslissing van de kantonrechter te Utrecht vernietigen, het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond verklaren en deze beslissing vernietigen, het beroep tegen de inleidende beschikking ongegrond verklaren en de advocaat-generaal opdragen de verhogingen van de administratieve sanctie (tot een bedrag van 86,63) ongedaan te maken. Het hof ziet aanleiding voor vergoeding van de proceskosten van de betrokkene in beroep bij de kantonrechter te Utrecht, bestaande uit de kosten van rechtsbijstand en reiskosten, en de reiskosten in hoger beroep. De reiskosten [woonplaats]-utrecht v.v. bedragen 13,60 en van [woonplaats]-leeuwarden v.v. 46,- op basis van openbaar vervoer (volgens Anders dan de kantonrechter te Utrecht, ziet het hof aanleiding om het gewicht van de zaak als licht te bestempelen in de zin van het Besluit proceskosten bestuursrecht, zodat aan de betrokkene een vergoeding voor de kosten van rechtsbijstand zal worden toegekend tot een bedrag van 218,50. conclusie ten aanzien van het verzet 20. Het hof heeft vastgesteld dat de betrokkene voorafgaand aan het uitvaardigen van het dwangbevel bij het CJIB bezwaren naar voren heeft gebracht tegen het in rekening brengen van administratiekosten in deze zaak. Het CJIB had deze bezwaren moeten doorzenden naar de CVOM ter behandeling als beroep tegen de beslissing waarbij de administratieve sanctie is opgelegd. In deze omstandigheden oordeelt het hof dat het dwangbevel prematuur is uitgevaardigd. Het hof zal de beschikking van de kantonrechter te Amsterdam vernietigen, het verzet gegrond verklaren, het dwangbevel vernietigen en bepalen dat het griffierecht aan de betrokkene wordt terugbetaald. Beslissing Het gerechtshof: vernietigt de beschikking van de kantonrechter te Amsterdam van 9 februari 2012;

10 verklaart het verzet gegrond en vernietigt het dwangbevel van 26 augustus 2010; gelast de teruggave van het griffierecht aan de betrokkene; vernietigt de beslissing van de kantonrechter te Utrecht van 20 juni 2011; verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie van 3 november 2010 gegrond en vernietigt deze beslissing; verklaart het beroep tegen de inleidende beschikking ongegrond; bepaalt dat de aan de betrokkene opgelegde eerste en tweede verhoging van de sanctie van in totaal 86,63 door de advocaat-generaal ongedaan worden gemaakt; veroordeelt de advocaat-generaal in de proceskosten van de betrokkene in beroep en in hoger beroep tot een bedrag van in totaal 278,10. Deze beschikking is gegeven en dit arrest is gewezen door mrs. De Witt, Dijkstra en Van Schuijlenburg, in tegenwoordigheid van mr. Samplonius als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.

ECLI:NL:CRVB:2017:2833

ECLI:NL:CRVB:2017:2833 ECLI:NL:CRVB:2017:2833 Instantie Datum uitspraak 09-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/8007 ZVW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:7005

ECLI:NL:GHARL:2015:7005 ECLI:NL:GHARL:2015:7005 Instantie Datum uitspraak 21-09-2015 Datum publicatie 15-01-2016 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer WAHV 200.158.203 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursprocesrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0609

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0609 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0609 Instantie Datum uitspraak 06-02-2013 Datum publicatie 06-02-2013 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 200.085.406, 200.085.407, 200.085.408 en 200.085.409 Rechtsgebieden Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220 ECLI:NL:RBMNE:2014:5220 Instantie Datum uitspraak 23-10-2014 Datum publicatie 28-10-2014 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer AWB - 14 _ 2227 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 14 mei 2004 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 14 mei 2004 in het geding tussen: LJN: AT7485, Raad van State, 200405147/1 (Printbare versie) Datum uitspraak: 15-06-2005 Datum publicatie: 15-06-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij

Nadere informatie

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB Datum uitspraak: 20-01-2009 Datum publicatie: 04-02-2009 Rechtsgebied: Bijstandszaken Soort procedure:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 Instantie Datum uitspraak 28-05-2009 Datum publicatie 22-06-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-4976 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694

ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694 ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694 Instantie Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 02-08-2007 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 05-4212 WVG Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:3387

ECLI:NL:RVS:2016:3387 ECLI:NL:RVS:2016:3387 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-12-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201507118/1/A1 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890

ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890 ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890 Instantie Rechtbank Groningen Datum uitspraak 21-10-2010 Datum publicatie 24-12-2010 Zaaknummer AWB 09/1378 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:1283

ECLI:NL:CRVB:2017:1283 ECLI:NL:CRVB:2017:1283 Instantie Datum uitspraak 23-03-2017 Datum publicatie 07-04-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/4862 ANW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:3463

ECLI:NL:CRVB:2014:3463 ECLI:NL:CRVB:2014:3463 Instantie Datum uitspraak 21-10-2014 Datum publicatie 28-10-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 12-3170

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413 ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 19-04-2011 Datum publicatie 13-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie awb 09-5337 wwb en awb 10-4936

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden.

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden. LJN: AU3784, Raad van State, 200501342/1 Print uitspraak Datum uitspraak: 05-10-2005 Datum publicatie: 05-10-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:3297

ECLI:NL:CRVB:2016:3297 ECLI:NL:CRVB:2016:3297 Instantie Datum uitspraak 06-09-2016 Datum publicatie 12-09-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/1772 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:7216

ECLI:NL:GHARL:2013:7216 ECLI:NL:GHARL:2013:7216 Instantie Datum uitspraak 26-09-2013 Datum publicatie 28-02-2014 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer WAHV 200.110.573 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2012:BY4592

ECLI:NL:CRVB:2012:BY4592 ECLI:NL:CRVB:2012:BY4592 Instantie Datum uitspraak 29-11-2012 Datum publicatie 30-11-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10/4918 MPW en 11/4917

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824

ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824 ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824 Instantie Datum uitspraak 02-01-2008 Datum publicatie 15-01-2008 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-319 WW Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:3651

ECLI:NL:CRVB:2016:3651 ECLI:NL:CRVB:2016:3651 Instantie Datum uitspraak 04-10-2016 Datum publicatie 10-10-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/5 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2013:2879

ECLI:NL:CRVB:2013:2879 ECLI:NL:CRVB:2013:2879 Instantie Datum uitspraak 17-12-2013 Datum publicatie 19-12-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 13-211 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:130. Uitspraak. Permanente link:

ECLI:NL:HR:2017:130. Uitspraak. Permanente link: ECLI:NL:HR:2017:130 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecli:nl:hr:2017:130 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10 02 2017 Datum publicatie 10 02 2017 Zaaknummer 16/02729 Formele

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 15-06-2009 Datum publicatie 06-07-2009 Zaaknummer AWB 08/5874 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 12-05-2016 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 7447 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:5327

ECLI:NL:GHARL:2017:5327 ECLI:NL:GHARL:2017:5327 Instantie Datum uitspraak 27-06-2017 Datum publicatie 28-07-2017 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 16/00521 en 16/00522 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) te Leeuwarden. Datum: 20 december Rapportnummer: 2013/198

Rapport. Rapport over een klacht over het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) te Leeuwarden. Datum: 20 december Rapportnummer: 2013/198 Rapport Rapport over een klacht over het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) te Leeuwarden. Datum: 20 december 2013 Rapportnummer: 2013/198 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat zij op 22 mei 2013

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:2145

ECLI:NL:CRVB:2017:2145 ECLI:NL:CRVB:2017:2145 Instantie Datum uitspraak 15-06-2017 Datum publicatie 20-06-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/3245 AW Ambtenarenrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 927 Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, strekkende

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 200 25 927 Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, strekkende

Nadere informatie

GERECHTSHOF AMSTERDAM

GERECHTSHOF AMSTERDAM Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM kenmerk 13/00004 en 13/00005 30 juli 2014 uitspraak van de negende enkelvoudige belastingkamer op het hoger beroep van [X] te Uithoorn, belanghebbende, gemachtigde: [A]

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:1049

ECLI:NL:CRVB:2017:1049 ECLI:NL:CRVB:2017:1049 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 16-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/1171 WSF Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2013:8696

ECLI:NL:RBAMS:2013:8696 ECLI:NL:RBAMS:2013:8696 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-12-2013 Datum publicatie 03-04-2014 Zaaknummer AMS 13-2085 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 Raad vanstatc 201203196/1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:3233

ECLI:NL:RVS:2015:3233 ECLI:NL:RVS:2015:3233 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-10-2015 Datum publicatie 21-10-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500429/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345

ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345 ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345 Instantie Datum uitspraak 16-04-2004 Datum publicatie 26-04-2004 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-hertogenbosch Awb 03 / 930 GEMWT

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2015:872

ECLI:NL:CRVB:2015:872 ECLI:NL:CRVB:2015:872 Instantie Datum uitspraak 24-03-2015 Datum publicatie 25-03-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14-2865 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2014:7213

ECLI:NL:RBOBR:2014:7213 ECLI:NL:RBOBR:2014:7213 Instantie Datum uitspraak 27-11-2014 Datum publicatie 13-01-2015 Zaaknummer 14 _ 2026 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200501988/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2012:BW6565

ECLI:NL:CRVB:2012:BW6565 ECLI:NL:CRVB:2012:BW6565 Instantie Datum uitspraak 22-05-2012 Datum publicatie 29-05-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-1542 WWB + 10-1557

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:3643

ECLI:NL:CRVB:2016:3643 ECLI:NL:CRVB:2016:3643 Instantie Datum uitspraak 18-05-2016 Datum publicatie 04-10-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15-103 WSF Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682

ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682 ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 09-03-2006 Datum publicatie 30-03-2006 Zaaknummer AWB 05/4258 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ambtenarenrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2799

ECLI:NL:GHARL:2017:2799 ECLI:NL:GHARL:2017:2799 Instantie Datum uitspraak 31-03-2017 Datum publicatie 20-04-2017 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer WAHV 200.167.464 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursstrafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2015:8351

ECLI:NL:RBMNE:2015:8351 ECLI:NL:RBMNE:2015:8351 Instantie Datum uitspraak 27-11-2015 Datum publicatie 23-12-2015 Zaaknummer UTR 15/612 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2014:6996

ECLI:NL:RBGEL:2014:6996 ECLI:NL:RBGEL:2014:6996 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 11-11-2014 Datum publicatie 20-11-2014 Zaaknummer AWB - 14 _ 1957 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:4181

ECLI:NL:CRVB:2014:4181 pagina 1 van 5 ECLI:NL:CRVB:2014:4181 Instantie Datum uitspraak 12-12-2014 Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Centrale Raad van Beroep 14-1024 AKW Socialezekerheidsrecht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2007:BA2284

ECLI:NL:CRVB:2007:BA2284 ECLI:NL:CRVB:2007:BA2284 Instantie Datum uitspraak 28-03-2007 Datum publicatie 05-04-2007 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 04-5151 WAO Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:1169

ECLI:NL:RVS:2014:1169 ECLI:NL:RVS:2014:1169 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-04-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201306413/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:4517

ECLI:NL:CRVB:2016:4517 ECLI:NL:CRVB:2016:4517 Instantie Datum uitspraak 23-11-2016 Datum publicatie 29-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/4198 WW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287 ECLI:NL:RVS:2001:AB2287 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-05-2001 Datum publicatie 13-11-2001 Zaaknummer 200003521/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Omgevingsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2003:AF3863

ECLI:NL:CRVB:2003:AF3863 ECLI:NL:CRVB:2003:AF3863 Instantie Datum uitspraak 07-01-2003 Datum publicatie 04-02-2003 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 01/2345 WAO Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2007:BC1229

ECLI:NL:RBSHE:2007:BC1229 ECLI:NL:RBSHE:2007:BC1229 Instantie Datum uitspraak 11-12-2007 Datum publicatie 07-01-2008 Rechtbank 's-hertogenbosch Zaaknummer AWB 06/2511, AWB 06/2530 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3026

ECLI:NL:RVS:2014:3026 ECLI:NL:RVS:2014:3026 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-08-2014 Datum publicatie 13-08-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201311562/1/A3 Eerste

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 15 november 2012, nummer AWB 12/4016, in het geding tussen

tegen de uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 15 november 2012, nummer AWB 12/4016, in het geding tussen Uitspraak GERECHTSHOF VHERTOGENBOSCH Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Uitspraak op het hoger beroep van * ^ p n i a w a ï i i b.v., gevestigd te > hierna: belanghebbende, tegen de uitspraak

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:2994

ECLI:NL:CRVB:2014:2994 ECLI:NL:CRVB:2014:2994 Instantie Datum uitspraak 10-09-2014 Datum publicatie 16-09-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 12-1100 WIA Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2010:BM6743

ECLI:NL:CRVB:2010:BM6743 ECLI:NL:CRVB:2010:BM6743 Instantie Datum uitspraak 21-05-2010 Datum publicatie 08-06-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 06-3679 WAO + 09-4841

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 3 mei 2016 in zaak nr. 15/6422 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 3 mei 2016 in zaak nr. 15/6422 in het geding tussen: ECLI:NL:RVS:2017:659 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604395/1/A2 Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:1379

ECLI:NL:GHSHE:2015:1379 ECLI:NL:GHSHE:2015:1379 Instantie Datum uitspraak 17-04-2015 Datum publicatie 17-04-2015 Zaaknummer 14/01065 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 20-000702-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246

ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246 ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 25-02-2011 Datum publicatie 18-03-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10 / 938 Wmo Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2002:AE4462

ECLI:NL:CRVB:2002:AE4462 ECLI:NL:CRVB:2002:AE4462 Instantie Datum uitspraak 10-04-2002 Datum publicatie 03-07-2002 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 00/5247 WW, 00/5248 WW

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:3478

ECLI:NL:CRVB:2014:3478 ECLI:NL:CRVB:2014:3478 Uitspraak 14/5824 WWB-VV 27 oktober 2014 Centrale Raad van Beroep Voorzieningenrechter Uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening Partijen: [Verzoekster]te [woonplaats] (verzoekster)

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2010:BO7264

ECLI:NL:CRVB:2010:BO7264 ECLI:NL:CRVB:2010:BO7264 Instantie Datum uitspraak 10-12-2010 Datum publicatie 14-12-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-3338 WSF Bestuursrecht

Nadere informatie

pagina 1 van 5 ECLI:NL:RBDHA:2014:6145 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 20-05-2014 Datum publicatie 04-06-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden AWB-13_10151 Belastingrecht Bijzondere kenmerken Bodemzaak

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:3050

ECLI:NL:RVS:2016:3050 ECLI:NL:RVS:2016:3050 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-11-2016 Datum publicatie 16-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601834/1/R2 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2011:BQ1956

ECLI:NL:RBALK:2011:BQ1956 ECLI:NL:RBALK:2011:BQ1956 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 14-04-2011 Datum publicatie 20-04-2011 Zaaknummer 10/719 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2012:BY6930

ECLI:NL:RBAMS:2012:BY6930 ECLI:NL:RBAMS:2012:BY6930 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 30-11-2012 Datum publicatie 20-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 12-1613 WWB Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:1035

ECLI:NL:CRVB:2014:1035 ECLI:NL:CRVB:2014:1035 Instantie Datum uitspraak 20-03-2014 Datum publicatie 07-04-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 13-4228 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2011:BQ3477

ECLI:NL:CRVB:2011:BQ3477 ECLI:NL:CRVB:2011:BQ3477 Instantie Datum uitspraak 29-04-2011 Datum publicatie 04-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-1393 WIA + 10-2553

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAM:2016:86

ECLI:NL:OGEAM:2016:86 ECLI:NL:OGEAM:2016:86 Instantie Datum uitspraak 19-12-2016 Datum publicatie 12-01-2017 Zaaknummer Lar 78/2016 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Nadere informatie

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel:

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: R.T. Wiegerink Belastingblad (BB), maart, Nr. 6, BB 2019/112 16 januari 2019 Gerechtshof Den Haag Belanghebbende heeft onderzoek ter zitting van de rechtbank

Nadere informatie

Uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen:

Uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen: LJN: BD6158, Rechtbank Arnhem, AWB 06/6029 Datum uitspraak: 04-12-2007 Datum publicatie: 03-07-2008 Rechtsgebied: Sociale zekerheid Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie: AWBZ -

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1997

ECLI:NL:RVS:2017:1997 ECLI:NL:RVS:2017:1997 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 26-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604542/1/A1 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234

ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234 ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 08-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 09/3509 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2006:AY4086

ECLI:NL:CRVB:2006:AY4086 ECLI:NL:CRVB:2006:AY4086 Instantie Datum uitspraak 07-07-2006 Datum publicatie 18-07-2006 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 03/1299 AOW en 04/1342

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513

ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513 ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 12-06-2008 Datum publicatie 24-07-2008 Zaaknummer AWB 07/3464 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM MEERVOUDIGE FAMILIEKAMER. BESCHIKKING van 20 december 2011 in de zaak met zaaknummer

Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM MEERVOUDIGE FAMILIEKAMER. BESCHIKKING van 20 december 2011 in de zaak met zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2011:BV6082 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 20-12-2011 Datum publicatie 16-02-2012 Zaaknummer 200.089.788-01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 Instantie Datum uitspraak 02-03-2007 Datum publicatie 05-09-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 06/30391, 06/30389 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Tussenuitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 10 november 2011, 11/512 (aangevallen uitspraak)

Tussenuitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 10 november 2011, 11/512 (aangevallen uitspraak) LJN: BZ9358, Centrale Raad van Beroep, 11/7248 AWBZ-T Datum uitspraak: 01-05-2013 Datum publicatie: 03-05-2013 Rechtsgebied: Sociale zekerheid Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Tussenuitspraak.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 19-12-2006 Datum publicatie 02-02-2007 Zaaknummer SBR 06-1767 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. locatie Leeuwarden. Arrest. op het hoger beroep tegen de beslissing. van de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. locatie Leeuwarden. Arrest. op het hoger beroep tegen de beslissing. van de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam arrest WAHVr 18 november 2015 CJIB Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden locatie Leeuwarden Arrest op het hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam van 19 februari 2015 betreffende

Nadere informatie

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding Essentie uitspraak: Beëindiging verkoop LPG. Het college had moeten beoordelen welke schade aan de juridische beëindiging van de activiteit was toe te schrijven. In het thans bestreden besluit heeft het

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:2895

ECLI:NL:CRVB:2014:2895 ECLI:NL:CRVB:2014:2895 Instantie Datum uitspraak 02-09-2014 Datum publicatie 03-09-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 13-615 WIJ Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:819

ECLI:NL:CRVB:2014:819 ECLI:NL:CRVB:2014:819 Instantie Datum uitspraak 12-03-2014 Datum publicatie 13-03-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-2179

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2000:AA7143

ECLI:NL:RVS:2000:AA7143 ECLI:NL:RVS:2000:AA7143 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-08-2000 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 199900390/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:3181

ECLI:NL:CRVB:2016:3181 ECLI:NL:CRVB:2016:3181 Instantie Datum uitspraak 22-08-2016 Datum publicatie 29-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/3877 PW-VV Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant,

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant, Raad vanstate 200700246/1. Datum uitspraak: 6 juni 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant, tegen de uitspraak in zaak

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2012:BX3339

ECLI:NL:RBAMS:2012:BX3339 ECLI:NL:RBAMS:2012:BX3339 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 21-05-2012 Datum publicatie 01-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 11-3232 WWB Bestuursrecht

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer. een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen Y, de inspecteur.

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer. een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen Y, de inspecteur. Kenmerk: 99/03616 GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer UITSPRAAK op het beroep van X B.V. te Z, belanghebbende, tegen een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:3059

ECLI:NL:RBDHA:2015:3059 ECLI:NL:RBDHA:2015:3059 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10-03-2015 Datum publicatie 10-04-2015 Zaaknummer AWB - 14 _ 7359 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken Bodemzaak Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie. Datum: 27 februari Rapportnummer: 2014/012

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie. Datum: 27 februari Rapportnummer: 2014/012 Rapport Rapport betreffende een klacht over de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie. Datum: 27 februari 2014 Rapportnummer: 2014/012 2 Klacht Verzoeker ontving een bekeuring vanwege een verkeersovertreding.

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:1612

ECLI:NL:CRVB:2016:1612 ECLI:NL:CRVB:2016:1612 Instantie Datum uitspraak 03-05-2016 Datum publicatie 09-05-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/6719 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2012:BV2849

ECLI:NL:CRVB:2012:BV2849 ECLI:NL:CRVB:2012:BV2849 Instantie Datum uitspraak 31-01-2012 Datum publicatie 06-02-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 11-3700 WWB Bestuursrecht

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=br1...

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=br1... pagina 1 van 5 LJN: BR1463, Raad van State, 201011448/1/H1 Datum 13-07-2011 uitspraak: Datum 13-07-2011 publicatie: Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van

Nadere informatie

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. locatie Leeuwarden. Arrest. op het hoger beroep tegen de beslissing. van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. locatie Leeuwarden. Arrest. op het hoger beroep tegen de beslissing. van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag arrest WAHV 7 april2016 CJIB Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden locatie Leeuwarden Arrest op het hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag van 18 febmari 2015 betreffende

Nadere informatie