Mobiliteit en bewegen in WJK

Transcriptie

1 Mobiliteit en bewegen in WJK

2 van der Velden, 29 augustus 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van Panteia. Panteia aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. The responsibility for the contents of this report lies with Panteia. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of Panteia. Panteia does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Achtergrond Doel Onderzoeksopzet Respons Herweging Leeswijzer 9 2 Uitkomsten van het onderzoek Inleiding Situatie op het werk Werken aan arbeidsmarktfitheid Scholing en ontwikkeling Andere werkkring Ondersteuning vanuit de organisatie Ondersteuning FCB Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 2.8 Leidinggevenden 102 Bijlage 1 Vragenlijst 109 Bijlage 2 Achtergrondvariabelen 130 3

4 1 Inleiding 1.1 Achtergrond FCB - een initiatief van de sociale partners in Welzijn & Maatschappelijk Dienstverlening (W&MD), Jeugdzorg en Kinder (WJK) - is de A&O-organisatie van en voor werkgevers en werknemers in genoemde branches. De organisatie is voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor de uitvoering van het arbeidsmarktbeleid in WJK. De missie van FCB is het verzamelen, ontwikkelen en delen van arbeidsmarktinformatie en praktische instrumenten, voor een gezonde arbeidsmarkt, nu en in de toekomst. De sector WJK bevindt zicht momenteel in onrustig vaarwater. In de branches Welzijn en Jeugdzorg zijn een transitie en transformatie gaande waarin de organisatie van de zorg verandert en de opdrachtverlening verschuift van Rijk en provincies richting gemeenten. Voor de Jeugdzorg komt daar nog eens een jaarlijks oplopende budgetkorting bij. Ook gaan gemeenten het werk in deze branche anders inrichten. Hoe, is nog niet duidelijk. In ieder geval zullen veel jeugdzorgmedewerkers te maken krijgen met andere manieren van organiseren van het werk en/of andere typen werkzaamheden. De branche Kinder is de afgelopen jaren geconfronteerd met een sterke vraaguitval door kabinetsingrepen in de financiering van de kinder branche en de fors toegenomen werkloosheid. De gevolgen hiervan zullen de komende tijd nog na-ijlen. Naar verwachting leiden de hierboven beschreven ontwikkelingen de komende jaren tot een (verdere) afname van de werkgelegenheid. Dat betekent dat voor een deel van de huidige medewerkers in de sector WJK vermoedelijk geen plaats meer zal zijn. Een deel van de boventalligen zal via natuurlijk verloop kunnen afvloeien. Voor een ander deel is gedwongen ontslag onontkoombaar. Deze laatste groep moet zich voorbereiden op werk in andere sectoren en/of andere vakgebieden. Medewerkers die in de sector WJK blijven werken zullen in veel gevallen van functie moeten wisselen. Die functies zijn vervolgens zelf weer aan allerlei veranderingen onderhevig. Al met al zullen werknemers in WJK dus in beweging moeten komen. Naar aanleiding hiervan zetten sociale partners in WJK zich in voor het begeleiden van medewerkers in van Werk naar Werk (vwnw) trajecten. Ook richten zijn hun pijlen op bewustwording bij medewerkers van de ingrijpende veranderingen in hun branches en de gevolgen daarvan voor de organisatie waar ze werken en hun (toekomstige) functie. Voor FCB, als uitvoerder van een belangrijk deel van het arbeidsmarktbeleid in WJK, is hierbij een belangrijke ondersteunende rol weggelegd. FCB organiseert diverse activiteiten om medewerkers in beweging te krijgen en hen te ondersteunen in bijvoorbeeld om- en bijscholing en van Werk naar Werk trajecten. Ook verstrekt FCB subsidies voor initiatieven van derden gericht op dit doel en ondersteunt zij organisaties die hun medewerkers in het proces van veranderingen van Werk naar Werk willen begeleiden. Het door SZW gehonoreerde - en mede gefinancierde - sectorplan voor WJK van FCB betekent een extra boost voor de activiteiten van organisatie in 2014 en 2015 gericht op het in beweging krijgen van medewerkers. Mede met het oog op de uitvoering van 4

5 dit plan heeft FCB in de zomermaanden onder medewerkers onderzoek laten uitvoeren naar mobiliteit en bewegen. Dit tabellenrapport doet verslag van dit meest recente medewerkersonderzoek. 1.2 Doel Het onderzoek biedt inzicht in hoe medewerkers in WJK omgaan met de huidige veranderingen in hun branche. Het onderzoek zoomt in op de mobiliteit van medewerkers en de mate waarin zij bezig zijn met hun loopbaan. Centraal thema is in hoeverre medewerkers in de huidige onzekere tijden daadwerkelijk in beweging komen. De centrale probleemstelling van het onderzoek is daarmee als volgt te formuleren; Wat is de kennis/bewustwording, de houding en het gedrag van medewerkers in de sector WJK t.a.v. (het belang van) mobiliteit en loopbaanontwikkeling? Het onderzoek richt zich op medewerkers in de drie branches Welzijn, Jeugdzorg en Kinder in Nederland. Het gaat daarbij om de huidige medewerkers; de respondenten zijn ten tijde van het onderzoek werkzaam in de sector WJK. 1.3 Onderzoeksopzet De onderzoekspopulatie bestaat uit alle huidige medewerkers in de branches Welzijn, Jeugdzorg en Kinder. In 2013 telden deze branches respectievelijk zo n , en medewerkers. In overleg met FCB is Panteia voor dit onderzoek uit gegaan van een gestratificeerde steekproef van ten minste netto respectievelijk 900 medewerkers in Welzijn, 800 in Jeugdzorg en 800 in Kinder. Een netto steekproef van in totaal minimaal WJK-medewerkers. tabel 1 Omvang en samenstelling netto steekproef Netto Branche N % Welzijn en maatschappelijke dienstverlening % Jeugdzorg % Kinder % Totaal % Panteia kon voor dit onderzoek niet beschikken over de NAW gegevens van WJKmedewerkers, en ook niet over de adressen van deze medewerkers. Daarom is er gekozen voor een benadering via de werkgevers. De onderzoeksaanpak was als volgt: Panteia belde met werkgevers uit de 3 relevante branches. Tijdens dit telefonisch contact lichtte Panteia het onderzoek toe en benadrukte het belang van deelname. Van de werkgevers die aangaven te willen meewerken, noteerde Panteia het adres en het aantal relevante werknemers. Vervolgens stuurde Panteia deze werkgevers een e- mail, met daarin (opnieuw) een toelichting op het onderzoek en een link naar de digitale vragenlijst. De werkgevers kregen het verzoek deze door te sturen naar hun medewerkers (voor wie deze vragenlijst van belang is). 5

6 Om voldoende netto respons te behalen ging Panteia er vanuit dat er circa werkgevers benaderd moesten worden. Op basis van onze ervaringen met vergelijkbare trajecten, zou ongeveer 70% van deze werkgevers instemmen met deelname, 30% niet. FCB leverde de adressen aan van werkgevers uit de branches WMD, Kinder en Jeugdzorg. Van deze aangeleverde adressen bleken na eerste opschonings-ronde adressen beschikbaar/geschikt te zijn voor de telefonische ronde. Om de vragenlijsten onder een representatieve steekproef uit te kunnen zetten, heeft Panteia alle adressen telefonische benaderd. Deze telefonische benadering vond plaats in de periode 18 juni tot en met 16 juli 2014 vanuit het callcenter van Panteia (te Zoetermeer). 280 adressen bleken niet bruikbaar; fax, niet bereikbaar tijdens veldwerkperiode of foutief adres. Van de resterende adressen (lees: werkgevers) geeft 82% aan te willen meewerken aan het onderzoek. Onderstaande tabel toont de responsverantwoording van de telefonische ronde. tabel 2 Responsverantwoording telefonische ronde Absoluut % Aantal benaderde adressen, waarvan Niet-bruikbaar totaal % Fax/infotoon % Niet bereikbaar tijdens de veldwerkperiode 21 8% Fout/dubbel adressen % Bruikbaar totaal % Gesprek; willen meewerken aan het onderzoeken % Weigering % Geen gehoor (meer dan 5 belpogingen) 40 3% Taalprobleem 3 0% Losse afspraak 15 1% % participatie (= gesprek/gesprek + weigering) 86% De werkgevers die tijdens het telefonisch onderhoud aangaven te willen meewerken aan het onderzoek zijn redelijk verdeeld over de verschillende grootteklassen. Tabel 3 toont de verdeling van de werkgevers over de grootteklassen. 6

7 tabel 3 Werkgevers die willen meewerken aan het onderzoek (netto), uitgesplitst naar branche en grootteklasse Aantal medewerkers < Grootteklasse Klein Middel Groot Onbekend totaal Welzijn en maatschappelijke dienstverlening Jeugdzorg Kinder Totaal aantal werkgevers die tijdens het telefonisch onderhoud hebben aangeven te willen meewerken; De 953 werkgevers, die toestemming hadden gegeven voor het onderzoek, ontvingen direct na afloop van het telefoongesprek een met daarin een link naar de online vragenlijst. De werkgevers is gevraagd deze doorsturen naar al hun medewerkers. Werkgevers en werknemers die meer wilden weten over het onderzoek konden tijdens de veldwerkperiode terecht bij de telefonische helpdesk. Naast de telefonische helpdesk, heeft Panteia een flyer gemaakt. Deze flyer is gelijktijdig met de uitnodigings verstuurd aan de werkgevers en kon worden meegestuurd aan de werknemers wanneer de uitnodigingsmail werd ge-forward. Een kopie van de flyer is als bijlage aan dit rapport toegevoegd. 1.4 Respons Hoeveel werknemers in totaal zijn benaderd is niet exact bekend. Wel hebben meer werknemers de vragenlijst volledig ingevuld dan was beoogd. In totaal hebben werknemers meegedaan met het onderzoek. In bijlage 2 wordt nader ingegaan op de achtergronden van deze werknemers. tabel 4 Respons online onderzoek onder werknemers WJK Beoogd Gerealiseerd Grootteklasse Absolute % Absolute % WMD % % Jeugdzorg % % Kinder % % Totaal % % 1.5 Herweging Om voor de sector WJK als geheel, een representatief beeld te kunnen schetsen, is weging van de data nodig geweest. Weging houdt in dat waarden van data van groepen die zijn oververtegenwoordigd in de respons naar onderen, en van groepen die zijn ondervertegenwoordigd in de respons naar boven worden geherwaardeerd. Doel is de verdeling van de steekproef aan te passen aan de verdeling van de totale onderzoekspopulatie. De wegingsfactoren zijn bepaald aan de hand van door FCB aangeleverde informatie over de samenstelling van de werkgelegenheid in de drie WJKbranches. Voor de weging van de branches in het totaalbeeld is uitgegaan van de volgende aantallen op populatieniveau medio 2014 (ten tijde van het onderzoek): 7

8 WMD: medewerkers Jeugdzorg: medewerkers Kinder: medewerkers tabel 5 Herweging totaal sector Branches Populatie Steekproef Herweging WMD ,35% % 0, JZ ,90% % 0, KO ,75% % 1, totaal ,00% % De resultaten van sub-branches binnen Welzijn, Jeugdzorg en Kinder zijn in overleg met FCB niet gewogen. Voor het berekenen van totalen voor WMD en de Kinder hebben alle respondenten evenveel gewicht gekregen. Voor de Jeugdzorg geldt dat de sub-branches niet gewogen zijn, maar het gemiddelde van de branche Jeugdzorg is berekend op basis van twee categorieën (n=715), te weten Bureaus Jeugdzorg (n= 164) en Organisaties voor Jeugd en Opvoedhulp (n=551). De respondenten uit Jeugdzorg worden wel (apart) in de tabellen getoond (n=92), maar deze respondenten doen niet mee in het branchebeeld. Tabel 6 toont de alle respondenten, uitgesplitst naar de hoofd- en subbranches. 8

9 tabel 6 Steekproef naar branche en sub-branches (in aantallen en %) Branche Subbranches aantal aantal % WMD Algemeen Breed welzijn % Maatschappelijke dienst en hulpverlening % Maatschappelijke, vrouwen en beschermt wonen % Peuterspeelzalen % welzijn 80 5% Totaal % Jeugdzorg Bureaus Jeugdzorg % Organisaties voor Jeugd en Opvoedhulp % Jeugdzorg 92 12% Totaal % Kinder Dag 0-4 jaar % BSO 4-12 jaar % Gastouder % % Totaal % 1.6 Leeswijzer Hoofdstuk 2 toont alle uitkomsten van het onderzoek. Per uitkomst is een uitsplitsing gemaakt naar sector, branche en sub-branche. De achtergrondgegevens (zoals leeftijd, opleidingsniveau, aantal werkzame jaren) van de werknemers die mee hebben gedaan aan dit werknemersonderzoek 2014, staan vermeld in bijlage 2. Per achtergrondvariabele is een uitsplitsing gemaakt naar sector, branche en sub-branche. Een kopie van de gebruikte vragenlijst en (informatie-)flyer zijn als bijlagen aan dit rapport toegevoegd. Rechte tellingen, kruistabellen en antwoorden op de open vragen zijn als een separate bijlage beschikbaar. 1 De sub-branche Maatschappelijke, vrouwen en beschermt wonen wordt hierna afgekort tot Maatschappelijke (MO+VO+BW) 2 De resultaten voor de gastouderen geven gezien de lagere steekproefomgang geen representatief beeld van alle gastouders. Deze groep is wel vertegenwoordigd in verhouding met aanwezigheid in populatie. De gegevens worden steeds getoond om een indruk te geven van deze sub-branche. 9

10 Dit rapport is een tabellen-rapport. De uitkomsten van het onderzoek worden per vraag, aan de hand van 4 samengestelde tabellen getoond. De 4 tabellen zijn als volgt samengesteld: tabel 1: toont de uitkomsten sector WJK (gewogen data) en die van de 3 branches WMD, Jeugdzorg en Kinder, tabel 2: toont de uitkomsten van de sub-branches WMD, tabel 3: toont de uitkomsten van de sub-branches Jeugdzorg, tabel 4: toont de uitkomsten van de sub-branches Kinder. Bovenaan elke tabel staat de vraagstelling en naar welke groepen (branches/subbranches) de tabel is uitgesplitst. Met oog op ruimte, vormgeving en leesbaarheid worden de labels van enkele groepen afgekort. Welzijn en maatschappelijke dienstverlening wordt WMD Maatschappelijke, Vrouwen en Beschermt wonen wordt Maatschappelijke (MO+VO+BW) Ook staat boven de tabel hoe de getoonde percentages zijn samengesteld. Als de vraag uit meerdere stellingen bestaat is er voor gekozen om een samengesteld percentage te tonen. In het voorbeeld hieronder (figuur 1) zijn de percentages de optelling van altijd en regelmatig. Daar de N (=steekproefomvang) niet bij elke vraag gelijk is, staat boven elke tabel welke respondenten antwoord gegeven hebben op de vraag/stelling (= basis) en wordt per uitsplitsing ook het aantal respondenten vermeld. In dit voorbeeld (figuur 1) gaat het om totaal 317 leidinggevenden die hun medewerkers ondersteunen bij duurzame inzetbaarheid. figuur 1 Toelichting op de tabellen 10

11 2 Uitkomsten van het onderzoek 2.1 Inleiding De bespreking van de uitkomsten volgt de verschillende onderdelen die in de vragenlijst aan bod zijn gekomen: 1. Onderdeel 2: Situatie op het werk 2. Onderdeel 3: Werken aan arbeidsmarktfitheid 3. Onderdeel 4: Scholing en ontwikkeling 4. Onderdeel 5: Andere werkkring 5. Onderdeel 6: Ondersteuning organisatie 6. Onderdeel 7: Ondersteuning FCB 7. Onderdeel 8: Vragen voor leidinggevenden 2.2 Situatie op het werk Verwachtingen ten aanzien van de organisatie en functie Bij de eerste vraag van dit onderdeel zijn vijf stellingen voorgelegd aan de werknemers. Per stelling kon men aangeven in hoeverre dat op hunzelf of eigen organisatie van toepassing is. De organisatie waar ik werk krijgt in de nabije toekomst naar verwachting te maken met meer concurrentie van (andere) aanbieders dan nu het geval is. Er is veel onzekerheid over de toekomstige vraag naar onze dienstverlening. De functie die ik vervul binnen mijn organisatie gaat binnen enige tijd ingrijpend veranderen. In mijn organisatie is op dit moment veel onduidelijkheid over hoeveel en wat voor soort medewerkers er nodig zullen zijn om het werk in de toekomst gedaan te krijgen. De functie die ik vervul zal binnen mijn organisatie de komende tijd gaan verdwijnen. In de tabellen 7 t/m 10 staan de resultaten op deze stellingen vermeld. Een meerderheid van de respondenten verwacht dat hun organisatie méér concurrentie krijgt en geeft aan dat er onzekerheid is over de toekomstige vraag naar de geboden dienstverlening. Over de functie die men vervult, heeft men meer zekerheid; ongeveer een derde denkt dat hun huidige functie ingrijpend gaat veranderen en 11% denkt dat de eigen functie gaat verdwijnen. Medewerkers uit de Jeugdzorg zijn het meest bezorgd; hier verwacht men méér concurrentie, méér onzekerheid en méér onduidelijkheid. Bijna twee derde verwacht dat zijn of haar functie gaat veranderen en een kwart verwacht dat de functie zelfs helemaal verdwijnt. Medewerkers uit de kinder maken zich het minste zorgen, een op de vijf denkt dat zijn of haar functie verandert en 6% is bang dat de functie verdwijnt. 11

12 tabel 7 Stellingen over de werksituatie, naar sector en branche (% dat aangeeft dat de stelling van toepassing is). Totaal Naar branches Sector WJK WMD Jeugdzorg Kinder N= N=1.651 N=715 N=966 1: meer concurrentie 60% 69% 87% 45% 2: onzekerheid over de vraag 73% 65% 85% 74% 3: functie gaat veranderen 34% 40% 62% 20% 4: onduidelijkheid aantal medewerkers 66% 64% 86% 60% 5: functie gaat verdwijnen 11% 13% 23% 6% tabel 8 Stellingen over de werksituatie, WMD (% dat aangeeft dat de stelling van toepassing is) WMD Alg. Maat- Maat- Peuter- Breed schappelij- schappelij- speel welzijn welzijn ke dienst ke zalen en hulp- (MO+VO+ verlening BW) N=1.651 N= 747 N=226 N=267 N=331 N=80 1: meer concurrentie 69% 72% 78% 67% 59% 57% 2: onzekerheid over de vraag 3: functie gaat veranderen 4: onduidelijkheid soort medewerkers 5: functie gaat verdwijnen 65% 63% 65% 59% 74% 66% 40% 39% 56% 41% 32% 33% 64% 59% 74% 78% 60% 50% 13% 14% 17% 11% 10% 14% 12

13 tabel 9 Stellingen over de werksituatie, Jeugdzorg (% dat aangeeft dat de stelling van toepassing is) Jeugdzorg Bureaus Jeugd- Organisaties Jeugd- zorg voor zorg Jeugd en Opvoedhulp N=715 N=164 N=551 N=92 1: meer concurrentie 87% 84% 88% 67% 2: onzekerheid over de vraag 85% 87% 85% 76% 3: functie gaat veranderen 62% 72% 59% 52% 4: onduidelijkheid soort medewerkers 86% 92% 84% 73% 5: functie gaat verdwijnen 23% 37% 19% 15% tabel 10 Stellingen over de werksituatie, Kinder (% dat aangeeft dat de stelling van toepassing is) Kinder Dag BSO 4-12 Gastouder- 0-4 jaar jaar N=966 N=594 N=229 N=14 N=129 1: meer concurrentie 45% 45% 42% 57% 50% 2: onzekerheid over de vraag 74% 74% 74% 71% 77% 3: functie gaat veranderen 20% 18% 21% 14% 22% 4: onduidelijkheid soort medewerkers 60% 62% 58% 43% 62% 5: functie gaat verdwijnen 6% 4% 5% 14% 11% 13

14 2.2.2 Verwachting over de organisatie waar men werkt Aan de respondenten is gevraagd om aan te geven wat de situatie van hun organisatie is over één jaar van nu. De tabellen 11 t/m 14 laten de resultaten zien: een minderheid denkt dat de organisatie over een jaar groter is, ongeveer een derde denkt dat de organisatie in zijn huidige vorm bestaat en 2% denkt dat de organisatie er volgend jaar niet meer is. tabel 11 Verwachtingen over de organisatie waar men werkt, naar sector en branche (in % mee eens). Totaal Sector WJK Naar branches WMD Jeugdzorg Kinder N= N=1.651 N=715 N=966...nog steeds bestaan en zal groter zijn dan nu 15% 22% 12% 11%...nog steeds bestaan in (ongeveer) zijn huidige vorm....nog steeds bestaan en ongeveer even groot zijn, maar georganiseerd in een andere vorm dan nu....mogelijk nog steeds bestaan, maar zal kleiner zijn dan nu. 32% 29% 8% 42% 19% 25% 23% 13% 30% 18% 51% 32%...niet meer bestaan. 2% 3% 5% 1% Anders 2% 3% 3% 2% Total 100% 100% 100% 100% 14

15 tabel 12 Verwachtingen over de organisatie waar men werkt, WMD (in % mee eens). WMD Alg. Maat- Maat- Peuter- Breed schappelij- schappelij- speel welzijn welzijn ke dienst ke zalen en hulp- (MO+VO+ verlening BW) N=1.651 N= 747 N=226 N=267 N=331 N=80...nog steeds bestaan en zal groter zijn dan nu...nog steeds bestaan in (ongeveer) zijn huidige vorm....nog steeds bestaan en ongeveer even groot zijn, maar georganiseerd in een andere vorm dan nu....mogelijk nog steeds bestaan, maar zal kleiner zijn dan nu. 22% 25% 31% 15% 14% 18% 29% 29% 18% 23% 39% 39% 25% 28% 23% 29% 20% 24% 18% 14% 19% 32% 19% 13%...niet meer bestaan. 3% 2% 4% 0% 4% 3% Anders 3% 3% 5% 2% 3% 5% Total 100% 100% 100% 100% 100% 100% 15

16 tabel 13 Verwachtingen over de organisatie waar men werkt, Jeugdzorg (in % mee eens). Jeugdzorg Bureaus Organisaties Jeugdzorg voor Jeugdzorg Jeugd en Opvoedhulp N=715 N=164 N=551 N=92...nog steeds bestaan en zal groter zijn dan nu....nog steeds bestaan in (ongeveer) zijn huidige vorm....nog steeds bestaan en ongeveer even groot zijn, maar georganiseerd in een andere vorm dan nu....mogelijk nog steeds bestaan, maar zal kleiner zijn dan nu. 12% 8% 13% 21% 8% 1% 10% 21% 23% 18% 24% 22% 51% 51% 50% 27%...niet meer bestaan. 5% 14% 2% 4% Anders 3% 7% 2% 5% Total 100% 100% 100% 100% tabel 14 Verwachtingen over de organisatie waar men werkt, Kinder (in % mee eens). Kinder- Dag BSO 4-12 Gastouder- 0-4 jaar jaar N=966 N=594 N=229 N=14 N=129...nog steeds bestaan en zal groter zijn dan nu....nog steeds bestaan in (ongeveer) zijn huidige vorm....nog steeds bestaan en ongeveer even groot zijn, maar georganiseerd in een andere vorm dan nu....mogelijk nog steeds bestaan, maar zal kleiner zijn dan nu. 11% 10% 11% 14% 17% 42% 42% 43% 64% 34% 13% 13% 14% 0% 12% 32% 33% 30% 21% 31%...niet meer bestaan. 1% 1% 1% 0% 2% Anders 2% 1% 2% 0% 3% Total 100% 100% 100% 100% 100% 16

17 2.2.3 Huidige werksituatie Bij de derde vraag van dit onderdeel zijn zeven stellingen voorgelegd over de werksituatie. Men kon aangeven in hoeverre men het hier mee (on)eens was. In mijn huidige functie ben ik goed beschermd, ik ga niet weg uit eigen beweging. Als ik te maken krijg met ontslag dan heb ik (nog steeds) voldoende zekerheid van inkomen, ik wacht af wat er gebeurt. In mijn huidige werk heb ik een goede balans tussen werk en privé. Ik accepteer alleen een andere baan als de balans tussen werk en privé niet slechter wordt. Omdat ik al lang werk in deze organisatie zal een reorganisatie mij niet zo snel treffen. Binnen mijn organisatie kan ik het beter niet hebben over mobiliteit, anders ben ik de eerste die eruit moet. Ik ben bang dat ik door de veranderingen mijn baan ga verliezen. Wat de veranderingen mij brengen is niet zo belangrijk omdat ik (mijn gezin) niet erg afhankelijk ben (is) van mijn inkomen bij mijn werkgever. In de tabellen 15 t/m 18 staan de resultaten op deze stellingen vermeld. Drie op de tien werknemers is bang dat hij/zij door de veranderingen zijn/haar baan gaat verliezen. Medewerkers uit de Jeugdzorg maken zich hier het meest zorgen over; 41% is bang zijn of haar baan te verliezen. Ongeveer negen op de tien werknemers geeft aan dat een reorganisatie ook hen kan treffen. tabel 15 Huidige werksituatie, naar sector en branche (% (zeer) mee eens). Totaal Naar branches Sector WMD Jeugd Kinder- WJK zorg N= N=1.651 N=715 N=966 - Ben goed beschermd, ga zelf niet weg 59% 58% 50% 62% - Voldoende zekerheid, ik wacht af 21% 22% 20% 20% - Nu goede balans werk/privé; alleen een andere baan als deze balans niet slechter wordt 56% 58% 54% 55% - Reorganisatie zal mij niet snel treffen 13% 12% 10% 14% - Kan niet praten over mobiliteit 6% 6% 5% 7% - Ben bang dat ik mijn baan verlies 31% 27% 41% 31% - Ik ben niet afhankelijk van het inkomen 8% 9% 6% 8% 17

18 tabel 16 Huidige werksituatie, WMD (% (zeer) mee eens). WMD Alg. Maat- Maat- Peuter- Breed schappe- schappe- speel welzijn welzijn lijke lijke zalen dienst en hulpver- (MO+VO lening +BW) N=1.651 N= 747 N=226 N=267 N=331 N=80 - Ben goed beschermd, ga zelf niet weg - Voldoende zekerheid, ik wacht af - Nu goede balans werk/privé; alleen een andere baan als deze balans niet slechter wordt - Reorganisatie zal mij niet snel treffen - Kan niet praten over mobiliteit - Ben bang dat ik mijn baan verlies - Ik ben niet afhankelijk van het inkomen 58% 57% 56% 54% 67% 56% 22% 20% 28% 22% 25% 18% 58% 56% 58% 60% 63% 54% 12% 13% 9% 12% 15% 8% 6% 6% 7% 7% 7% 0% 27% 22% 35% 33% 32% 20% 9% 7% 6% 8% 16% 6% tabel 17 Huidige werksituatie, Jeugdzorg (% (zeer) mee eens). Jeugdzorg Bureaus Organisaties Jeugd- Jeugdzorg voor zorg Jeugd en Opvoed-hulp N=715 N=164 N=551 N=92 - Ben goed beschermd, ga zelf niet weg 50% 44% 52% 57% - Voldoende zekerheid, ik wacht af 20% 18% 21% 16% - Nu goede balans werk/privé; alleen een andere baan als deze balans niet slechter wordt - Reorganisatie zal mij niet snel treffen 54% 55% 54% 60% 10% 12% 9% 17% - Kan niet praten over mobiliteit 5% 7% 4% 6% - Ben bang dat ik mijn baan verlies 41% 48% 39% 35% - Ik ben niet afhankelijk van het inkomen 6% 5% 6% 7% 18

19 tabel 18 Huidige werksituatie, Kinder (% (zeer) mee eens). Kinder- Dag BSO 4-12 Gastouder- 0-4 jaar jaar N=966 N=594 N=229 N=14 N=129 - Ben goed beschermd, ga zelf niet weg - Voldoende zekerheid, ik wacht af - Nu goede balans werk/privé; alleen een andere baan als deze balans niet slechter wordt - Reorganisatie zal mij niet snel treffen 62% 65% 58% 57% 61% 20% 19% 19% 29% 22% 55% 53% 57% 79% 58% 14% 14% 12% 36% 15% - Kan niet praten over mobiliteit 7% 8% 6% 0% 6% - Ben bang dat ik mijn baan verlies - Ik ben niet afhankelijk van het inkomen 31% 31% 33% 29% 23% 8% 8% 7% 7% 6% 19

20 2.2.4 Verwachtingen ten aanzien van de vaste aanstelling In de vragenlijst zijn aan degenen die een vast dienstverband hebben, drie verwachtingen voorgelegd met de vraag wat hun verwachting was met betrekking tot hun dienstverband. In de tabellen 19 t/m 22 staan de resultaten: een meerderheid (70%) is van mening dat ze hun huidige vaste aanstelling behouden, 5% verwacht een ontslag. Jeugdzorg-medewerkers zijn het minst gerust (62%) op het behoud van hun aanstelling. tabel 19 Verwachtingen over de vaste aanstelling, naar sector en branche (in %). Totaal Naar branches Sector WMD Jeugd- Kinder- WJK zorg N= N=1363 N=628 N=748 Ik behoud naar verwachting mijn vaste dienstverband. 70% 74% 62% 70% Ik verwacht dat ik te maken zal krijgen met een verzoek om beëindiging van dienstverband/schikkingsvoorstel. 6% 6% 7% 6% Ik verwacht dat ik te maken krijg met ontslag. 5% 3% 8% 5% Nog anders 7% 7% 10% 8% Weet niet/geen mening 12% 10% 13% 11% Total 100% 100% 100% 100% tabel 20 Verwachtingen over de vaste aanstelling, WMD (in %). WMD Alg. Maat- Maat- Peuter- Breed schappe- schappe- speel welzijn welzijn lijke lijke zalen dienst en hulpver- (MO+VO lening +BW) N=1363 N=614 N=173 N=215 N=297 N=64 Ik behoud naar verwachting mijn vaste dienstverband. Ik verwacht dat ik te maken zal krijgen met een verzoek om beeindiging van dienstverband/schikkingsvoorstel. Ik verwacht dat ik te maken krijg met ontslag. 74% 77% 70% 69% 73% 73% 6% 6% 7% 6% 6% 5% 3% 2% 6% 6% 2% 6% Nog anders 7% 8% 5% 7% 8% 8% Weet niet/geen mening 10% 8% 12% 12% 10% 8% Total 100% 100% 100% 100% 100% 100% 20

21 tabel 21 Verwachtingen over de vaste aanstelling, Jeugdzorg (in %). Jeugdzorg Bureaus Organisaties Jeugdzorg voor Jeugdzorg Jeugd en Opvoedhulp N=628 N=144 N=484 N=82 Ik behoud naar verwachting mijn vaste dienstverband. Ik verwacht dat ik te maken zal krijgen met een verzoek om beëindiging van dienstverband/schikkingsvoorstel. Ik verwacht dat ik te maken krijg met ontslag. 62% 58% 63% 67% 7% 7% 7% 5% 8% 14% 7% 9% Nog anders 10% 8% 10% 0% Weet niet/ geen mening 13% 13% 13% 20% Total 100% 100% 100% 100% tabel 22 Verwachtingen over de vaste aanstelling, Kinder (in %). Kinder- Dag BSO 4-12 Gastouder- 0-4 jaar jaar N=748 N=481 N=153 N=11 n=103 Ik behoud naar verwachting mijn vaste dienstverband. Ik verwacht dat ik te maken zal krijgen met een verzoek om beëindiging van dienstverband/schikkingsvoorstel. Ik verwacht dat ik te maken krijg met ontslag. 70% 71% 65% 55% 70% 6% 5% 9% 18% 9% 5% 6% 5% 0% 1% Nog anders 8% 6% 8% 9% 8% Weet niet/geen mening 11% 12% 13% 18% 13% Total 100% 100% 100% 100% 100% 21

22 2.2.5 Verwachtingen ten aanzien van een tijdelijk e aanstelling Ook degenen met een tijdelijke aanstelling kregen drie verwachtingen voorgelegd met de vraag wat hun verwachting is ten aanzien van hun tijdelijke aanstelling. In de tabellen 23 t/m 26 staan de resultaten: 48% verwacht een verlenging van de tijdelijke arbeidsovereenkomst, een kwart is van mening dat de tijdelijke aanstelling niet wordt verlengd. 15% gaat uit van een vaste aanstelling. Medewerkers uit de Jeugdzorg maken zich op dit punt de meeste zorgen; ruim de helft denkt dat hun tijdelijke contract wordt beëindigd, een derde denkt aan een verlenging en slechts 6% gaat uit van een vaste aanstelling. tabel 23 Verwachtingen over de tijdelijke aanstelling, naar sector en branche (in %) Totaal Sector WJK Naar branches WMD Jeugdzorg Kinder N = 561 N = 263 N= 81 N=180 Ik ga er vanuit dat mijn tijdelijke arbeidsovereenkomst zal worden omgezet in een vaste aanstelling. Ik ga er vanuit dat mijn tijdelijke arbeidsovereenkomst wordt verlengd met een nieuwe tijdelijke. Ik ga er vanuit dat mijn tijdelijke arbeidsovereenkomst niet wordt verlengd. 15% 15% 6% 17% 48% 47% 31% 53% 24% 24% 51% 18% Nog anders 6% 6% 9% 6% Weet niet/geen mening. 7% 8% 4% 7% Total 100% 100% 100% 100% 22

23 tabel 24 Verwachtingen over de tijdelijke aanstelling, WMD (in %) WMD Alg. Maat- Maat- Peuter- Breed schappe- schappe- speel welzijn welzijn lijke lijke zalen dienst en hulpver- (MO+VO lening +BW) N = 263 N=119 N=50 N=49 N=29 N=16 Ik ga er vanuit dat mijn tijdelijke arbeidsovereenkomst zal worden omgezet in een vaste aanstelling. Ik ga er vanuit dat mijn tijdelijke arbeidsovereenkomst wordt verlengd met een nieuwe tijdelijke. Ik ga er vanuit dat mijn tijdelijke arbeidsovereenkomst niet wordt verlengd. 15% 22% 14% 2% 14% 13% 47% 53% 36% 41% 52% 50% 24% 15% 32% 43% 10% 31% Nog anders 6% 3% 8% 6% 21% 0% Weet niet/geen mening. 8% 8% 10% 8% 3% 6% Total 100% 100% 100% 100% 100% 100% tabel 25 Verwachtingen over de tijdelijke aanstelling, Jeugdzorg (in %) Jeugdzorg Bureaus Organisaties Jeugdzorg voor Jeugdzorg Jeugd en Opvoedhulp N= 81 N=20 N=61 N=8 Ik ga er vanuit dat mijn tijdelijke arbeidsovereenkomst zal worden omgezet in een vaste aanstelling. Ik ga er vanuit dat mijn tijdelijke arbeidsovereenkomst wordt verlengd met een nieuwe tijdelijke. Ik ga er vanuit dat mijn tijdelijke arbeidsovereenkomst niet wordt verlengd. 6% 0% 8% 0% 31% 10% 38% 38% 51% 80% 41% 63% Nog anders 9% 10% 8% 0% Weet niet/geen mening. 4% 0% 5% 0% Total 100% 100% 100% 100% 23

24 tabel 26 Verwachtingen over de tijdelijke aanstelling, Kinder (in %) Kinder- Dagop- BSO 4-12 Gastou- vang 0-4 jaar der- jaar N=180 N=94 N=64 N=3 N=19 Ik ga er vanuit dat mijn tijdelijke arbeidsovereenkomst zal worden omgezet in een vaste aanstelling. Ik ga er vanuit dat mijn tijdelijke arbeidsovereenkomst wordt verlengd met een nieuwe tijdelijke. Ik ga er vanuit dat mijn tijdelijke arbeidsovereenkomst niet wordt verlengd. 17% 18% 17% 33% 5% 53% 49% 59% 33% 53% 18% 22% 13% 0% 21% Nog anders 6% 3% 6% 0% 16% Weet niet/geen mening. 7% 7% 5% 33% 5% Total 100% 100% 100% 100% 100% 24

25 2.2.6 Verwachtingen ten aanzien van de functie die men vervult Wat zijn de verwachtingen van de respondenten over de functie die men nu vervult, over één jaar van nu? De respondenten konden kiezen uit de volgende 5 mogelijkheden: Over één jaar vervul ik nog steeds mijn huidige functie in de organisatie waar ik nu werk. Over één jaar vervul ik (ongeveer) mijn huidige functie in een andere organisatie dan waar ik nu werk. Over één jaar vervul ik een andere functie bij de organisatie waar ik nu werk. Over één jaar vervul ik een andere functie bij een andere organisatie dan waar ik nu werk. Over één jaar heb ik geen werk meer. In de tabellen 27 t/m 30 staan de resultaten vermeld. Te zien is dat meer dan de helft (57%) van de respondenten verwacht dat ze over een jaar nog dezelfde functie vervullen, 5% verwacht dat ze een andere functie hebben bij een andere organisatie en 4% verwacht een ontslag. Jeugdzorg-medewerkers zijn het minst zeker over functie-behoud; 41% verwacht over een jaar nog dezelfde functie te vervullen. tabel 27 Verwachtingen over de functie, naar sector en branche (in %) Totaal Naar branches Over een jaar Sector WJK WMD Jeugdzorg Kinder N= N=1.651 N=715 N=966 Nog steeds huidige functie 57% 58% 41% 61% Andere functie zelfde organisatie 8% 11% 11% 5% Dezelfde functie andere organisatie 6% 8% 11% 3% Andere functie bij andere organisatie 5% 5% 9% 4% Heb ik geen werk meer 5% 4% 9% 5% Weet niet 19% 15% 18% 22% Total 100% 100% 100% 100% 25

26 tabel 28 Verwachtingen over de functie, WMD (in %) Over een jaar WMD Algemeen Maatschap- Maatschap- Peuter- Breed wel- pelijke pelijke speelzalen welzijn zijn dienst en hulpverle- (MO+VO+ ning BW) N=1.651 N= 747 N=226 N=267 N=331 N=80 Nog steeds huidige functie Andere functie zelfde organisatie Dezelfde functie andere organisatie Andere functie bij andere organisatie Heb ik geen werk meer 58% 60% 47% 51% 67% 61% 11% 13% 10% 13% 4% 10% 8% 7% 13% 9% 4% 11% 5% 5% 8% 6% 1% 5% 4% 4% 5% 5% 3% 1% Weet niet 15% 12% 17% 17% 20% 11% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% tabel 29 Verwachtingen over de functie, Jeugdzorg (in %) Over een jaar Jeugdzorg Bureaus Jeugdzorg Organisaties voor Jeugd en Opvoedhulp Jeugdzorg N=715 N=164 N=551 N=92 Nog steeds huidige functie 41% 23% 47% 47% Andere functie zelfde organisatie Dezelfde functie andere organisatie Andere functie bij andere organisatie 11% 8% 12% 11% 11% 23% 8% 8% 9% 14% 8% 5% Heb ik geen werk meer 9% 14% 8% 7% Weet niet 18% 19% 18% 23% Nog steeds huidige functie 100% 100% 100% 100% 26

27 tabel 30 Verwachtingen over de functie, Kinder (in %) Over een jaar Kinder- Dag BSO 4-12 Gastouder- 0-4 jaar jaar N=966 N=594 N=229 N=14 N=129 Nog steeds huidige functie 61% 63% 58% 57% 60% Andere functie zelfde organisatie Dezelfde functie andere organisatie Andere functie bij andere organisatie 5% 4% 8% 7% 5% 3% 3% 3% 7% 5% 4% 4% 7% 0% 3% Heb ik geen werk meer 5% 5% 3% 7% 5% Weet niet 22% 22% 21% 21% 23% Nog steeds huidige functie 100% 100% 100% 100% 100% 27

28 2.2.7 Tijd nodig voor het vinden van een nieuwe baan In de tabellen 31 t/m 34 staan de resultaten op de vraag hoeveel tijd men nodig denkt te hebben om een nieuwe baan te vinden: 80% van respondenten denkt binnen een jaar een andere baan te kunnen vinden, als dat nodig is, 5% denkt daar 3 jaar of meer voor nodig te hebben. Gemiddeld over alle respondenten verwacht men 10 maanden bezig te zijn met het zoeken van een nieuwe baan. De medewerkers uit de WMD denken de meeste tijd nodig te hebben als het gaat om het vinden van een nieuwe baan; ruim een kwart denkt meer dan een 1 jaar nodig te hebben. tabel 31 Gemiddelde zoektijd (in maanden), naar sector en branche (in %) Totaal Naar branches Sector WJK WMD Jeugdzorg Kinder N= N=1.651 N=715 N=966 Gemiddelde tijd (maanden) Binnen 1 jaar 80% 74% 82% 84% 1 2 jaar 10% 12% 9% 9% 2 3 jaar 4% 5% 3% 3% Meer dan 3 jaar 5% 7% 6% 3% Geen maanden 1% 1% 0% 1% Totaal 100% 100% 100% 100% tabel 32 Gemiddelde zoektijd (in maanden), WMD (in %) WMD Algemeen Maatschap- Maatschap- Peuter- Breed wel- pelijke pelijke speelzalen welzijn zijn dienst en hulpverle- (MO+VO+ ning BW) N=1.651 N= 747 N=226 N=267 N=331 N=80 Gemiddelde tijd (maanden) Binnen 1 jaar 74% 74% 77% 78% 70% 73% 1 2 jaar 12% 12% 12% 8% 17% 11% 2 3 jaar 5% 5% 4% 6% 3% 6% Meer dan 3 jaar 7% 8% 4% 8% 8% 10% Geen maanden 1% 1% 2% 1% 2% 0% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 3 Bij de berekening van het gemiddeld aantal maanden zijn uitsluitend respondenten meegenomen die een zoektijd van 1 tot 36 maanden hebben aangegeven. Respondenten met een zoek-tijd van maanden (meer dan 3 jaar) zijn hierin niet mee genomen. Dit betreft 5% van de totale steekproef. 28

29 tabel 33 Gemiddelde zoektijd (in maanden), Jeugdzorg (in %) Jeugdzorg Bureaus Jeugd- Organisaties voor Jeugdzorg zorg Jeugd en Opvoedhulp N=715 N=164 N=551 N=92 Gemiddelde tijd (maanden) Binnen 1 jaar 82% 77% 84% 75% 1 2 jaar 9% 10% 9% 17% 2 3 jaar 3% 4% 3% 3% Meer dan 3 jaar 6% 9% 5% 4% Geen maanden 0% 0% 0% 0% Totaal 100% 100% 100% 100% tabel 34 Gemiddelde zoektijd (in maanden), Kinder (in %) Kinder Dag 0- BSO 4-12 Gastouder- 4 jaar jaar N=966 N=594 N=229 N=14 N=129 Gemiddelde tijd (maanden) Binnen 1 jaar 84% 85% 86% 71% 79% 1 2 jaar 9% 9% 8% 29% 12% 2 3 jaar 3% 3% 1% 0% 5% Meer dan 3 jaar 3% 3% 4% 0% 3% Geen maanden 1% 2% 1% 0% 0% Totaal 100% 100% 100% 100% 100% 29

30 2.3 Werken aan arbeidsmarktfitheid Wat doet men aan arbeidsmarktfitheid? Na een korte introductie over het begrip arbeidsmarktfitheid werden aan de WJKmedewerkers 13 activiteiten voorgelegd met de vraag wat men op dit moment zelf doet om de arbeidsmarktpositie te behouden of te versterken. Hieronder staan de 13 activiteiten. Mezelf informeren over wat er gebeurt binnen mijn organisatie. Nadenken over wat ik wil met mijn werk in de toekomst. Mezelf informeren over wat er gebeurt binnen mijn sector. Mezelf de vragen stellen: wie ben ik, wat wil ik en wat kan ik? Werken aan mijn ontwikkeling door leren op de werkplek. Nadenken over en verwoorden van mijn waarde voor cliënten en/of werkgevers. Deelnemen aan projecten die gaan over de veranderingen die eraan komen. Een pad uitstippelen voor mijn toekomstige loopbaan. Gesprekken voeren met anderen over mogelijkheden voor iemand met mijn achtergrond. Mezelf oriënteren op de arbeidsmarkt (bijvoorbeeld via vacaturesites). Mij voorbereiden op een andere manier van werken, (bijvoorbeeld door deelname aan experiment, of proeftuin). Mezelf vindbaar maken (bijvoorbeeld door een profiel op LinkedIn, op een vacaturesite, of via andere (social) media). Mijn netwerk inzetten in de zoektocht naar een nieuwe functie. In de tabellen 35 t/m 38 staan de resultaten vermeld van deze 13 activiteiten: te zien is dat driekwart nadenkt over wat men wil met het werk in de toekomst, 28% zich oriënteert op de arbeidsmarkt en dat 20% zichzelf vindbaar maakt via social media. 30

31 Tabel 35 Arbeidsmarktfitheid, naar sector en branche (in %) Totaal Naar branches Sector WJK WMD Jeugdzorg Kinder Vaak en regelmatig N= N=1.651 N=715 N=966 - Informeren organisatie 87% 88% 91% 86% - Nadenken toekomst 76% 76% 80% 74% - Informeren sector 71% 72% 81% 67% - Wie ben ik/wat wil ik? 69% 68% 75% 67% - Doorleren werkplek 61% 65% 67% 55% - Wat is mijn waarde voor cliënten/werkgevers? 49% 52% 53% 45% - Deelname verandertrajecten 39% 49% 47% 29% - Loopbaan uitstippelen 34% 32% 40% 33% - Gesprekken met anderen 28% 25% 34% 29% - Oriënteren arbeidsmarkt 28% 24% 36% 28% - Voorbereiden op andere manier van werken 24% 31% 32% 16% - Mezelf vindbaar maken 20% 21% 28% 17% - Netwerk inzetten 17% 15% 22% 16% 31

32 tabel 36 Arbeidsmarktfitheid, WMD (in %) WMD Algemeen Maat- Maat- Peuter- totaal Breed schappe- schappe- speel- welzijn welzijn lijke lijke zalen dienst en hulpver- (MO+VO lening +BW) Vaak en regelmatig N=1.651 N= 747 N=226 N=267 N=331 N=80 - Informeren organisatie 88% 87% 91% 90% 87% 91% - Nadenken toekomst 76% 75% 77% 79% 75% 74% - Informeren sector 72% 72% 74% 67% 73% 70% - Wie ben ik/wat wil ik? 68% 69% 69% 73% 64% 69% - Doorleren werkplek 65% 65% 62% 65% 71% 60% - Wat is mijn waarde voor cliënten/werkgevers? - Deelname verandertrajecten 52% 55% 47% 59% 44% 56% 49% 57% 51% 46% 37% 39% - Loopbaan uitstippelen 32% 31% 31% 41% 28% 31% - Voorbereiden op andere manier van werken 31% 38% 34% 28% 15% 21% - Gesprekken met anderen 25% 25% 24% 28% 23% 23% - Oriënteren arbeidsmarkt 24% 23% 27% 31% 18% 28% - Mezelf vindbaar maken 21% 24% 24% 21% 9% 35% - Netwerk inzetten 15% 15% 17% 19% 11% 19% 32

33 tabel 37 Arbeidsmarktfitheid, Jeugdzorg (in %) Jeugdzorg Bureaus Organisaties Jeugd- totaal Jeugdzorg voor zorg Jeugd en Opvoedhulp Vaak en regelmatig N=715 N=164 N=551 N=92 - Informeren organisatie 91% 90% 91% 80% - Informeren sector 81% 81% 81% 69% - Nadenken toekomst 80% 81% 80% 77% - Wie ben ik/wat wil ik? 75% 69% 76% 71% - Doorleren werkplek 67% 61% 69% 71% - Wat is mijn waarde voor cliënten/werkgevers? 53% 51% 54% 58% - Deelname verandertrajecten 47% 46% 47% 41% - Loopbaan uitstippelen 40% 43% 39% 37% - Oriënteren arbeidsmarkt 36% 46% 33% 27% - Gesprekken met anderen 34% 36% 34% 29% - Voorbereiden op andere manier van werken 32% 30% 33% 20% - Mezelf vindbaar maken 28% 33% 26% 23% - Netwerk inzetten 22% 29% 20% 19% 33

34 tabel 38 Arbeidsmarktfitheid, Kinder (in %) Kinder- Dag BSO 4-12 Gastouder- 0-4 jaar jaar totaal Vaak en regelmatig N=966 N=594 N=229 N=14 N=129 - Informeren organisatie 86% 84% 85% 93% 93% - Nadenken toekomst 74% 74% 74% 71% 77% - Informeren sector 67% 66% 58% 79% 81% - Wie ben ik/wat wil ik? 67% 64% 70% 64% 71% - Doorleren werkplek 55% 54% 56% 21% 60% - Wat is mijn waarde voor cliënten/werkgevers? 45% 43% 46% 36% 53% - Loopbaan uitstippelen 33% 30% 37% 36% 39% - Gesprekken met anderen 29% 28% 30% 21% 32% - Deelname verandertraject 29% 28% 24% 14% 44% - Oriënteren arbeidsmarkt 28% 25% 37% 21% 30% - Mezelf vindbaar maken 17% 13% 21% 29% 25% - Netwerk inzetten 16% 14% 21% 14% 19% - Voorbereiden op andere manier van werken 16% 16% 14% 7% 20% 34

35 2.3.2 Vertrouwen in de toekomst De respondenten kregen acht stellingen te zien met de vraag om aan te geven in welke mate zij het hiermee eens zijn. In de tabellen 39 t/m 42 staan de resultaten vermeld van degenen die het (zeer) eens waren met de betreffende stellingen. Te zien is dat de meeste medewerkers (82%) vinden dat zij zelf goed in staat zijn om, indien nodig, hun manier van werken aan te passen. Driekwart gelooft in een blijvende vraag naar hun vakkennis/deskundigheid. 62% is op de hoogte van de mogelijkheden binnen de eigen organisatie. En iets meer dan de helft denkt dat zij zichzelf gemakkelijk kunnen omscholen om elders inzetbaar te zijn. Een minder goed beeld heeft men van een toekomst buiten de eigen organisatie: 39% is op de hoogte van de mogelijkheden buiten de eigen organisatie en 11% denkt daar eenvoudig een vergelijkbare functie te kunnen vinden. Iets minder dan een kwart heeft een duidelijk plan voor de eigen loopbaan. Tabel 39 Vertrouwen in de toekomst, naar sector en branche (in %) Totaal Naar branches (zeer) mee eens - Zelfs wanneer mijn organisatie zou gaan krimpen, heb ik er vertrouwen in dat ik zal worden behouden. - Ik ben goed in staat om op een andere manier te gaan werken wanneer dat nodig is. - Ik ben op de hoogte van de mogelijkheden in deze organisatie, ook /zelfs wanneer ze verschillend zijn van wat ik nu doe. - De wereld kan veranderen, maar mensen met mijn vakkennis en/of deskundigheid blijven altijd nodig. - Ik zou me gemakkelijk kunnen omscholen om elders inzetbaar te zijn. - Ik ben goed op de hoogte van mogelijkheden buiten mijn organisatie, ook/zelfs wanneer ze verschillend zijn van wat ik nu doe. - Als het nodig zou zijn dan vind ik eenvoudig een vergelijkbare functie in een andere organisatie. - Ik heb een duidelijk plan voor mijn loopbaan voor de komende jaren. Sector WJK WMD Jeugdzorg Kinder N= N=1.651 N=715 N=966 36% 39% 29% 35% 82% 84% 86% 81% 62% 67% 60% 59% 73% 74% 79% 69% 55% 56% 55% 54% 39% 42% 40% 37% 11% 12% 11% 11% 23% 25% 23% 23% 35

36 tabel 40 Vertrouwen in de toekomst, WMD (in %) WMD Alg. Maat- Maat- Peuter- totaal Breed schappe- schappe- speel welzijn welzijn lijke lijke zalen dienst en hulpver- (MO+VO lening +BW) (zeer) mee eens N=1.651 N= 747 N=226 N=267 N=331 N=80 - Zelfs wanneer mijn organisatie zou gaan krimpen, heb ik er vertrouwen in dat ik zal worden behouden. - Ik ben goed in staat om op een andere manier te gaan werken wanneer dat nodig is. - Ik ben op de hoogte van de mogelijkheden in deze organisatie, ook /zelfs wanneer ze verschillend zijn van wat ik nu doe. - De wereld kan veranderen, maar mensen met mijn vakkennis en/of deskundigheid blijven altijd nodig. - Ik zou me gemakkelijk kunnen omscholen om elders inzetbaar te zijn. - Ik ben goed op de hoogte van mogelijkheden buiten mijn organisatie, ook/zelfs wanneer ze verschillend zijn van wat ik nu doe. - Als het nodig zou zijn dan vind ik eenvoudig een vergelijkbare functie in een andere organisatie. - Ik heb een duidelijk plan voor mijn loopbaan voor de komende jaren. 39% 41% 29% 40% 39% 39% 84% 84% 81% 87% 82% 85% 67% 73% 59% 67% 58% 69% 74% 71% 73% 77% 79% 68% 56% 59% 53% 58% 49% 55% 42% 44% 38% 42% 37% 52% 12% 11% 11% 17% 8% 13% 25% 24% 23% 30% 26% 15% 36

37 tabel 41 Vertrouwen in de toekomst, Jeugdzorg (in %) (zeer) mee eens - Zelfs wanneer mijn organisatie zou gaan krimpen, heb ik er vertrouwen in dat ik zal worden behouden. - Ik ben goed in staat om op een andere manier te gaan werken wanneer dat nodig is. - Ik ben op de hoogte van de mogelijkheden in deze organisatie, ook /zelfs wanneer ze verschillend zijn van wat ik nu doe. - De wereld kan veranderen, maar mensen met mijn vakkennis en/of deskundigheid blijven altijd nodig. - Ik zou me gemakkelijk kunnen omscholen om elders inzetbaar te zijn. - Ik ben goed op de hoogte van mogelijkheden buiten mijn organisatie, ook/zelfs wanneer ze verschillend zijn van wat ik nu doe. - Als het nodig zou zijn dan vind ik eenvoudig een vergelijkbare functie in een andere organisatie. - Ik heb een duidelijk plan voor mijn loopbaan voor de komende jaren. Jeugdzorg totaal Bureaus Jeugdzorg Organisaties voor Jeugdzorg Jeugd en Opvoedhulp N=715 N=164 N=551 N=92 29% 26% 30% 38% 86% 81% 88% 78% 60% 56% 61% 61% 79% 80% 79% 77% 55% 56% 54% 63% 40% 45% 38% 45% 11% 14% 10% 15% 23% 17% 24% 25% 37

38 tabel 42 Vertrouwen in de toekomst, Kinder (in %) Kinder- Dag- BSO 4-12 Gastou- jaar der- totaal 0-4 jaar (zeer) mee eens N=966 N=594 N=229 N=14 N=129 - Zelfs wanneer mijn organisatie zou gaan krimpen, heb ik er vertrouwen in dat ik zal worden behouden. - Ik ben goed in staat om op een andere manier te gaan werken wanneer dat nodig is. - Ik ben op de hoogte van de mogelijkheden in deze organisatie, ook /zelfs wanneer ze verschillend zijn van wat ik nu doe. - De wereld kan veranderen, maar mensen met mijn vakkennis en/of deskundigheid blijven altijd nodig. - Ik zou me gemakkelijk kunnen omscholen om elders inzetbaar te zijn. - Ik ben goed op de hoogte van mogelijkheden buiten mijn organisatie, ook/zelfs wanneer ze verschillend zijn van wat ik nu doe. - Als het nodig zou zijn dan vind ik eenvoudig een vergelijkbare functie in een andere organisatie. - Ik heb een duidelijk plan voor mijn loopbaan voor de komende jaren. 35% 34% 34% 43% 39% 81% 79% 83% 64% 84% 59% 60% 54% 36% 66% 69% 69% 72% 50% 68% 54% 53% 53% 57% 59% 37% 34% 38% 50% 47% 11% 11% 12% 14% 12% 23% 23% 20% 7% 26% 38

39 2.3.3 Houding ten aanzien van veranderingen De respondenten kregen vervolgens weer acht stellingen te zien met de vraag om aan te geven in welke mate men het ermee eens was. In de tabellen 43 t/m 46 staan de resultaten vermeld van degenen die het (zeer) eens waren met de betreffende stellingen. Te zien is dat 77% graag mee wil in de veranderingen die de organisatie gaat doormaken en dat 36% ervaart stress door de veranderingen in de organisatie. Tabel 43 Houding veranderingen, naar sector en branche (in %) Totaal Naar branches (zeer) mee eens - Ik wil graag mee in de veranderingen die mijn organisatie gaat doormaken. - Ik ervaar stress door de veranderingen in mijn organisatie. - Een (inhoudelijk) andere functie lijkt me een fijne afwisseling van wat ik nu doe. - Ik doe al jaren hetzelfde werk en wil dat graag zou houden. - Ik wacht af met in beweging komen tot mijn werkgever aangeeft wat de bedoeling is. - Bij veranderingen voel ik mij als een vis in het water. - Ik heb al veel veranderingen in mijn werk meegemaakt en alles keert uiteindelijk terug naar het oude. - Ik ben bang dat de veranderingen betekenen dat ik anders moet gaan werken en dat ik dat niet goed kan. Sector WJK WMD Jeugdzorg Kinder N= N=1.651 N=715 N=966 77% 82% 79% 72% 36% 29% 41% 39% 33% 33% 35% 33% 31% 23% 22% 41% 27% 24% 24% 30% 20% 26% 22% 14% 17% 17% 26% 13% 7% 6% 7% 8% 39

40 tabel 44 Houding veranderingen, WMD (in %) WMD Alg. Maat- Maat- Peuter- totaal Breed schappe- schappe- speel welzijn welzijn lijke lijke zalen dienst en hulpver- (MO+VO lening +BW) (zeer) mee eens N= N= 747 N=226 N=267 N=331 N=80 - Ik wil graag mee in de veranderingen die mijn organisatie gaat doormaken. - Een (inhoudelijk) andere functie lijkt me een fijne afwisseling van wat ik nu doe. - Ik ervaar stress door de veranderingen in mijn organisatie. - Bij veranderingen voel ik mij als een vis in het water. - Ik wacht af met in beweging komen tot mijn werkgever aangeeft wat de bedoeling is. - Ik doe al jaren hetzelfde werk en wil dat graag zou houden. - Ik heb al veel veranderingen in mijn werk meegemaakt en alles keert uiteindelijk terug naar het oude. - Ik ben bang dat de veranderingen betekenen dat ik anders moet gaan werken en dat ik dat niet goed kan. 82% 84% 77% 87% 75% 83% 33% 35% 27% 41% 24% 36% 29% 27% 34% 27% 32% 24% 26% 31% 19% 29% 13% 33% 24% 20% 21% 27% 33% 12% 23% 15% 24% 19% 44% 21% 17% 19% 23% 14% 13% 15% 6% 6% 8% 5% 7% 3% 40

41 tabel 45 Houding veranderingen, Jeugdzorg (in %) Jeugdzorg Bureaus Organisaties totaal Jeugdzorg voor Jeugdzorg Jeugd en Opvoedhulp (zeer) mee eens N=715 N=164 N=551 N=92 - Ik wil graag mee in de veranderingen die mijn organisatie gaat doormaken. - Ik ervaar stress door de veranderingen in mijn organisatie. - Een (inhoudelijk) andere functie lijkt me een fijne afwisseling van wat ik nu doe. - Ik heb al veel veranderingen in mijn werk meegemaakt en alles keert uiteindelijk terug naar het oude. - Ik wacht af met in beweging komen tot mijn werkgever aangeeft wat de bedoeling is. - Ik doe al jaren hetzelfde werk en wil dat graag zou houden. - Bij veranderingen voel ik mij als een vis in het water. - Ik ben bang dat de veranderingen betekenen dat ik anders moet gaan werken en dat ik dat niet goed kan. 79% 73% 81% 85% 41% 47% 40% 34% 35% 38% 34% 35% 26% 35% 24% 17% 24% 26% 24% 28% 22% 29% 19% 33% 22% 23% 21% 22% 7% 11% 6% 8% 41