RMG F/B notice technique destinée à l installateur technische handleiding voor installateurs

Transcriptie

1 chaudières à gaz gasketels RMG F/B notice technique destinée à l installateur technische handleiding voor installateurs

2 Die komplette technische Dokumentation in deutscher Sprache des Geräts steht beim Importeur zur Verfügung. TABLE DES MATIERES - INHOUD 1 CARACTERISTIQUES TECHNIQUES - TECHNISCHE KENMERKEN 1.1 DESCRIPTION DE LA CHAUDIERE - BESCHRIJVING VAN DE KETEL DIMENSIONS D ENCOMBREMENT - BUITENAFMETINGEN 1.3 CARACTERISTIQUES TECHNIQUES - TECHNISCHE KENMERKEN DONNEES RELATIVES AUX AGREATIONS DES APPAREILLAGES MONTES SUR LES CHAUDIERES GEGEVENS MET BETREKKING TOT DE GOEDKEURING VAN DE APPARATEN DIE OP DE KETELS WORDEN GEMONTEERD 1.5 VUE INTERIEURE - BINNENAANZICHT PERTE DE CHARGE DE LA CHAUDIERE - LADINGSVERLIES IN DE KETEL 1.7 ACCESSOIRES EN DOTATION CHAUDIERE BIJ DE KETEL GELEVERDE TOEBEHOREN CONTROLE ET ETALONNAGE EFFECTUES A L USINE CONTROLES EN IJKINGEN IN DE FABRIEK 2 INSTALLATION - INSTALLATIE 2.1 INSTRUCTIONS DE MONTAGE - MONTAGE INSTRUCTIES INSTRUCTIONS POUR LE RACCORDEMENT DE CHAUFFAGE INSTRUCTIES VOOR DE VERWARMINGSINSTALLATEUR 2.3 INSTRUCTIONS POUR LE RACCORDEMENT GAZ INSTRUCTIES VOOR DE GASAANSLUITING CARACTERISTIQUES DE L EAU D ALIMENTATION KENMERKEN VAN HET KETELVOEDINGSWATER AQUASTAT DE SECURITE ET INTERRUPTION THERMOCOUPLE VEILIGHEIDSAQUASTAAT EN THERMOKOPPELONDERBREKING 2.6 DISPOSITIF DE SECURITE DES FUMEES ROOKGASBEVEILIGING 2.7 BRANCHEMENT ELECTRIQUE - ELEKTRISCHE AANSLUITING PRESSOSTAT GAZ - GASPRESSOSTAAT FILTRE SUR LE TUYAU A GAZ - FILTER OP DE GASLEIDING MODE D EMPLOI ET ENTRETIEN - GEBRUIK EN ONDERHOUD 3.1 CONTROLES AVANT L ALLUMAGE - CONTROLES VOOR DE ONTSTEKING ALLUMAGE DE LA CHAUDIERE - DE KETEL ONTSTEKEN 3.3 EXTINCTION DE LA CHAUDIERE - DE KETEL DOVEN CHANGEMENT DU GAZ D ALIMENTATION EEN ANDER VOEDINGSGAS GEBRUIKEN 3.5 CONTROLE ET ENTRETIEN - CONTROLE EN ONDERHOUD PRINCIPALES ANOMALIES: CAUSES ET REMEDES VOORNAAMSTE STORINGEN: OORZAKEN EN REMEDIES

3 1 Caractéristiques techniques - Technische kenmerken 1.1 DESCRIPTION DE LA CHAUDIERE La série de chaudières pour chauffage au gaz RMG F/B a été conçue pour garantir à l utilisateur le maximum de confort et de tranquillité; une disposition rationnelle permet aussi de simplifier le travail de l installateur pendant les opérations de montage et d entretien. Ces groupes sont dotés de tous les organes de sécurité et de contrôle prévus par les règlements et, de part leurs caractéristiques techniques et fonctionnelles, répondent aux termes de la loi concernant la sécurité et l emploi de gaz combustible. Ce manuel contient toutes les instructions pour l emploi et l entretien indispensables au fonctionnement correct et à la fiabilité de la chaudière. Les chaudières sont commercialisées en France et en Belgique. 1.1 BESCHRIJVING VAN DE KETEL De reeks RMG F/B verwarmingsketels op gas werd ontworpen om de gebruiker maximaal comfort en zekerheid te waarborgen. De rationele schikking van alle elementen vergemakkelijkt ook het werk van de installateur bij de montage en bij het onderhoud. De verwarmingsketels zijn uitgerust met alle reglementair voorschreven veiligheids- en controle-organen. Door hun technische en functionele kenmerken beantwoorden ze aan de wettelijke voorschriften inzake de veiligheid en het gebruik van stookgas. Deze handleiding bevat alle instructies voor het gebruik en het onderhoud, noodzakelijk voor een correcte en betrouwbare werking van de verwarmingsketel. De verwarmingsketels worden in Frankrijk en België verkocht. 1.2 DIMENSIONS D ENCOMBREMENT - BUITENAFMETINGEN Fig. 1 TABLEAU - TABEL1 MODELE Dimensions Départ Retour Vidange Raccord. gaz Conten. d eau Poids MODEL Afmetingen Vertrek Retour Aftapleiding Gasaansluiting Waterinhoud Gewicht L D H M - Ø R - Ø S - Ø G - Ø l kg RMG / 2 1 1/ 2 3/4 3/4 26,5 238 RMG / 2 1 1/ 2 3/4 3/4 29,7 266 RMG / 2 1 1/ 2 3/4 3/4 33,

4 1.3 CARACTERISTIQUES TECHNIQUES - TECHNISCHE KENMERKEN TABLEAU - TABEL 2 Nombre Puissance Débit Puissance Press. maxi Débits gaz (*) MODELE d éléments utile calorifique électrique d utilisation Gasdebiet (*) MODEL Aantal Nuttig Warmte- Elektrisch Max. elementen vermogen debiet vermogen gebruiksdruk G20 G25 G30 G31 kwkw W bar m 3 /h m 3 /h kg/h kg/h RMG ,8 82, ,75 10,18 6,52 6,42 RMG ,0 94, ,97 11,60 7,43 7,31 RMG ,3 105, ,21 13,04 8,35 8,22 (*) Ces valeurs sont donées pour gaz à 15 C mbar - Deze waarden gelden voor gas op 15 C mbar TABLEAU - TABEL 3 Température Débit Injecteurs principales Injecteur veilleuse MODELE fumées fumées Hoofinspuitstuk Inspuitstuk waakvlam MODEL Rookgas- Rookgas- Quantité G20 G25 G30 G31 Gaz Naturel Gaz Liquide temperatuur debiet Hoeveelheid G20 G25 G30 G31 Aardgas Vloeibaar gas C gr/s Ø mm Ø mm Ø mm Ø mm Ø mm Ø mm RMG ,0 7 3,20 3,50 1,75 1,75 0,29 x 2 0,24 RMG ,6 8 3,20 3,50 1,75 1,75 0,29 x 2 0,24 RMG ,3 9 3,20 3,50 1,75 1,75 0,29 x 2 0,24 TABLEAU - TABEL 4 Pression d alimentation - Voedingsdruk MODELE Nominale - Nominale Minimale - Minimale (*) Pression brûleur - Branderdruk MODEL G20 G25 G30 G31 Gaz Naturel Gaz Liquide G20 G25 G30 G31 G20 G25 G30 G31 Aardgas Vloeibaar gas G20 G25 G30 G31 mbar mbar mbar mbar mbar mbar mbar mbar mbar mbar RMG RMG RMG (*) Valeur à laquelle doit être réglé le pressostat gaz - Op deze waarde moet de gaspressostaat worden ingesteld 1.4 DONNEES RELATIVES AUX AGREATIONS DES APPAREILLAGES MONTES SUR LES CHAUDIERES GEGEVENS MET BETREKKING TOT DE GOEDKEURING VAN DE APPARATEN DIE OPDE KETELS WORDEN GEMONTEERD TABLEAU - TABEL 5 Appareillage - Apparatuur Constructeur - Constructeur Modèle - Model Approbation - Goedkeuring Vanne gaz - Gasafsluiter HONEYWELL V4400C GASTEC - E 3090/2 Pressostat gaz Gaspressostaat BECK PG DIN DVGW Aquastat de réglage IMIT TR DIN DGWK - TR83289 Instelaquastaat PRODIGY TR 4TW N DIN VDE Aquastat de sécurité IMIT LS DIN DGWK - STB83189 Veiligheidsaquastaat FIRT STB/901 BEAB RANCO LM7 BEAB Thermostat fumées Rookgasthermostaat IMIT LS DIN DVGW - STB

5 1.5 VUE INTERIEURE - BINNENAANZICHT LEGENDE 1 Vanne gaz - Gasafsluiter 2 Douille 1/2 - Aansluitbus 3 Dispositif anti-débordement des fumées Beveiliging tegen terugstromen van rookgassen 4 Aquastat de réglage - Instelaquastaat 5 Interrupteur général - Hoofdschakelaar 7 Thermomètre - Thermometer 8 Aquastat de sécurité - Veiligheidsaquastaat 9 Prise de pression 1/8 - Drukaansluiting 1/8 10 Collecteur brûleurs - Hoofdpijp branders 11 Allumeur piézo-électrique Piëzo-elektrische ontsteker 12 Veilleuse - Waakvlam 13 Pressostat gaz - Gaspressostaat 14 Thermocouple interrompu Onderbroken thermokoppel 15 Tuyau d alimentation veilleuse Voedingsleiding gaswaakvlam Fig PERTE DE CHARGE DE LA CHAUDIERE - LADINGSVERLIES IN DE KETEL p mm H 2 O DEBIT - DEBIET (l/h) Fig. 3 3

6 1.7 ACCESSOIRES EN DOTATION CHAUDIERE Aquastat de réglage, thermomètre, câble d alimentation électrique avec fiche, robinet de vidange chaudière, allumeur piézo-électrique, aquastat de sécurité avec réarmément manuel avec interruption thermocouple, dispositif anti-débordement des fumées, vanne gaz, veilleuse, brûleurs atmosphériques, antirefouleur externe. 1.7 BIJ DE KETEL GELEVERDE TOEBEHOREN Instelaquastaat, thermometer, stroomsnoer met stekker, aftapkraantje van de ketel, piëzo-elektrische ontsteking, veiligheidsaquastaat met manuele reset, met thermokoppelonderbreking en beveiliging tegen terugstromen van rookgassen, gasafsluiter, gaswaakvlam, atmosferische branders, externe trekonderbreker. 1.8 CONTROLE ET ETALONNAGE EFFECTUES A L USINE Tous les composants des chaudières sont testés pièce par pièce avant d être montés. Chaque chaudière est soumise à un contrôle supplémentaire d étanchéité pour vérifier qu il n y ait pas de fuites d eau ou de gaz; en plus du contrôle de l étalonnage de la pression de fonctionnement des brûleurs aux valeurs indiquées au tableau 4 et du fonctionnement parfait des organes de contrôle et de sécurité. 1.8 CONTROLES EN IJKINGEN IN DE FABRIEK Alle componenten van de verwarmingsketel worden stuk voor stuk getest vóór ze worden gemonteerd. Daarenboven wordt elke verwarmingsketel op dichtheid gecontroleerd, om na te gaan of er geen water- of gaslekken zijn; ook de ijking van de bedrijfsdruk van de branders volgens de in tabel 4 opgegeven waarden wordt gecontroleerd en er wordt nagegaan of de controle- en beveiligingsvoorzieningen perfect werken. 4

7 2 Installation - Installatie 2.1 INSTRUCTIONS DE MONTAGE Pour toutes les installations de chaudières à gaz il faut tenir compte des prescriptions suivantes: seul un installateur qualifié peut installer l appareil; l installation doit être effectuée en tenant compte de: les normes concernant les installations au gaz et les éventuelles prescriptions locales; des ouvertures nécessaires pour permettre l arrivée d air à la chaufferie en quantité suffisante; la réglementation pour les installations électriques doit être respectée; la chaudière doit être placée aussi près que possible de la cheminée. La cheminée doit avoir une section suffisante. Dans le cas de montage de plusieurs appareils sur la même cheminée, la section de la cheminée doit être suffisamment grande pour les appareils en fonctionnement simultané; en cas de situations difficiles contactez la compagnie distributrice du gaz. La livraison de la chaudière s effectue dans une caisse-à-claire voie. Cette dernière peut être utilisée comme protection de la chaudière après le montage. La chaudière ne peut être utilisée que dans des installations avec une pression hydraulique suffisante (3 m C.E. au minimum). 2.1 MONTAGE INSTRUCTIES In elke installatie met een verwarmingsketel op gas moet met de volgende voorschriften rekening worden gehouden: de ketel mag alleen door een bevoegd verwarmingsinstallateur worden geïnstalleerd; het installeren moet gebeuren in overeenstemming met: norm betreffende gasinstallaties, en eventueel met de lokale voorschriften; er moeten voldoende openingen zijn waardoor er voldoende lucht bij de verwarmingsketel kan komen; de reglementering betreffende elektrische installaties moet worden nageleefd; de ketel moet zo dicht mogelijk bij de schoorsteen worden gemonteerd. De doorsnede van de schoorsteen moet voldoende zijn om de verbrandingsprodukten af te voeren. Wanneer verschillende ketels op dezelfde schoorsteen worden aangesloten, moet de doorsnede van de schoorsteen volstaan om de verbrandingsprodukten van alle ketels af te voeren; in moeilijke omstandigheden of in geval van twijfel, is het beter advies in te winnen bij de gasmaatschappij. De verwarmingsketel wordt geleverd in een open kist die na de montage gebruikt kan worden om de ketel te beschermen. De verwarmingsketel mag alleen worden gebruikt in installaties met voldoende hydraulische druk (minimum 3 m C.E.). 2.2 INSTRUCTIONS POUR LE RACCORDEMENT DE CHAUFFAGE Avant de placer la chaudière consultez le plan indiquant les distances minimales à respecter (fig. 4). Si vous voulez diminuer ces distances vous devez tenir compte: que la température des parois voisines ne peut dépasser la température ambiante de plus que 50 C; qu un espace minimun doit être conservé en vue des travaux d entretien et de réparation. En cas de montage de la chaudière sur un sol inflammable il y a lieu de placer un socle en matière anti-feu. La porte et le dessus de la chaudière doivent toujours être accessibles pour l entretien de la chaudière. 2.2 INSTRUCTIES VOOR DE VERWARMINGSINSTALLATEUR Voordat men de verwarmingsketel plaatst, moet men nagaan welke minimumafstanden gerespecteerd moeten worden (fig. 4). Als u met kleinere afstanden werkt, moet u er rekening mee houden dat: de temperatuur van de nabije wanden de kamertemperatuur niet met meer dan 50 C mag overstijgen; er rond de ketel voldoende vrije ruimte moet zijn om de onderhouds- en herstelwerkzaamheden uit te voeren. Als de verwarmingsketel op een brandbare vloer wordt gemonteerd, moet er een brandwerende sokkel worden aangebracht. De deur, de bovenkant en de zijkant van de ketel waarop men de verbindingen aanbrengt, moeten voor het onderhoud van de ketel altijd toegankelijk zijn. Fig. 4 5

8 Il est indispensable de prévoir une pompe pour la circulation de l eau de chauffage à travers la chaudière. Pour éviter la mise en sécurité du géneratéur à cause de l inertie thermique, il est préférable de tener la pompe en marche quand l ensemble est en fonction. La hauteur manométrique de la pompe doit être proportionnée à la perte de charge de la chaudière. La pression hydraulique maximale de la chaudière est 4 bar. Le robinet de vidange se trouve sur le côté droit de la chaudière, au niveau du collecteur inférieur. Il faut noter que les raccordements du départ et du retour peuvent être déplacés sur le côté droit à condition que tous les deux y soient délacés. Evidemment dans ce cas le robinet de vidange sera déplacé sur le côté gauche et le tuyau distributeur d eau du retour sur le côté droit; la position des trous du collecteur sera toujours vers le haut et vers l avant de la chaudière. Sur le canalisations de départ et de retour il est conseillé d insérer des vannes qui permettent, si nécessaire, d isoler la chaudière. Il faudra avoir la précaution de raccorder le vase d expansion à la chaudière avant les dites vannes. Montez le conduit de fumées et raccordez-le sur la cheminée. Le matériau du conduit de fumées doit être choisi selon les normes. Assurez-vous que les raccords de la cheminée sont étanches. Quand l installation est terminée, la chaudière peut être remplie d eau. Rincez bien toute l installation pour éliminer les impuretés pouvant perturber le bon fonctionnement du circulateur. Contrôlez l installation pour les fuites éventuelles. IMPORTANT: Chaque douille est montée sur la chaudière avec un produit d étanchéité liquide. Ne modifiez rien; vous évitez ainsi des fuites sur le circuit d eau de la chaudière. N utilisez jamais de chanvre pour raccorder les tuyaux de l installation sur la chaudière; la fonte casse facilement. Quand l aquastat de réglage et/ou l aquastat de sécurité doit être remplacé, on doit monter le bulbe de l aquastat de réglage à l arrière dans la douille spéciale et le bulbe du l aquastat de sécurité en avant dans la douille. Er moet een pomp worden aangebracht om het verwarmingswater door de ketel te laten stromen. Om te vermijden dat de ketel door thermische traagheid op de veiligheidsstand overschakelt, verdient het aanbeveling om de pomp te laten draaien zolang de installatie werkt. De opvoerhoogte van de pomp moet in verhouding staan tot het ladingsverlies van de ketel. De maximum hydraulische druk in de ketel bedraagt 4 bar. De aftapkraan bevindt zich aan de rechterzijde van de ketel, in de buurt van de onderste branderhoofdpijp. De aansluitingen van de vertrek-en retourleidingen kunnen worden verplaatst naar de rechter zijkant, op voorwaarde dat beide aansluitingen worden verplaatst. In dat geval wordt de aftapkraan natuurlijk naar de linker zijkant verplaatsten de waterverdeelleiding van de retourleiding naar de rechter zijkant. De gaatjes van de branderhoofdpijp moeten daarbij naar boven en naar de voorzijde van de ketel gericht blijven. Het verdient aanbeveling om in de vertrek-en retourleiding afsluiters op te nemen waarmee de ketel indien nodig van de waterleiding en het CV-circuit kan worden geïsoleerd. Men mag daarbij niet vergeten om het expansievat vóór deze afsluiters op de ketel aan te sluiten. Installeer het rookkanaal en verbind het met de schoorsteen. Het materiaal van het rookkanaal moet beantwoorden aan de geldende normen. Controleer altijd of de verbindingen met de schoorsteen rookdicht zijn. Als de installatie klaar is, moet u er water inbrengen. Spoel goed na om alle onzuiverheden te verwijderen die de goede werking van de circulatiepomp in het gedrang kunnen brengen. Controleer de hele installatie; ga naar of er geen lekkages zijn. BELANGRIJK: Bij het monteren van elke mof op de verwarmingsketel moet een vloeibaar afdichtingsprodukt worden aangebracht. Breng geen veranderingen aan; zo vermijdt u lekkages in het watercircuit. Gebruik nooit hennep om de leidingen van de installatie op de ketel aan te sluiten; gietijzer breekt gemakkelijk. Wanneer de instelaquastaat en/of de veiligheidsaquastaat vervangen moeten worden, moet men de sensor van de instelaquastaat aan de achterkant monteren in de daartoe voorziene bus, en de sensor van de veiligheidsaquastaat vooraan in de bus INSTRUCTIONS POUR LE RACCORDEMENT GAZ Le débit du compteur à gaz doit être contrôlé avant de commencer le montage. N oubliez pas la capacité des autres appareils de ménage. Le compteur doit avoir une capacité suffisante pour le fonctionnement simultané de tous les appareils gaz qu il alimente. Le raccordement de gaz est en 3/4 M et se trouve sur le côté gauche de la chaudière. Evitez lors du montage des tractions sur les tuyauteries à gaz déjà montées. Effectuez le raccordement du gaz conformément aux normes d installation: voir les normes locales. Tenez compte des prescriptions de la société de distribution du gaz. Le raccord gaz de la chaudière n est pas indicatif pour 2.3 INSTRUCTIES VOOR DE GASAANSLUITING Het debiet van de gasmeter moeten worden gecontroleerd voordat men met de montage begint. Vergeet niet rekening te houden met het verbruik van de andere toestellen op gas. Het debiet van de gasmeter moet voldoende zijn om alle toestellen op gas tegelijk te laten werken. De gasaansluiting wordt uitgevoerd in 3/4 M en bevindt zich aan de linkerkant van de ketel. Bij het monteren moet men vermijden trekkrachten uit te oefenen op de reeds gemonteerde gasleidingen. De gasaansluiting moet conform de installatienormen worden uitgevoerd. Houd rekening met de voorschriften van de gasdistributiemaatschappij. De diameter van de gasverbinding naar de ketel is niet noodzake-

9 le diamètre du tuyau à gaz de l installation; ce dernier doit être déterminé suivant la charge et la longueur de la tuyauterie. Lors du contrôle des fuites de gaz ne mettez pas la rampe à gaz de la chaudière sous pression. La pression de service maximum sur la vanne à gaz est 50 mbar. Pour les tuyaux à gaz la pression d essai maximum est 150 mbar. lijk bepalend voor de diameter van de interne gasleiding; die laatste wordt immers bepaald volgens de belasting en de lengte van de leidingen. Bij het controleren van gaslekken mag men nooit de gasboom onder druk brengen. De maximale bedrijfsdruk voor de gasafsluiter is 50 mbar. De maximale druk bij het testen van gasleidingen bedraagt 150 mbar. 2.4 CARACTERISTIQUES DE L EAU D ALIMENTATION En présence d eau ayant un degré de dureté supérieur à Fr, il est recommandé d utiliser de l eau traitée pour le circuit de réchauffage; en effet, la formation d incrustations dues aux dépôts de calcaire réduisent l échange thermique. Même la plus petite incrustation - quelques millimètres d épaisseur - produit, à cause de sa basse conductivité thermique, une surchauffe considérable des parois de la chaudière et par conséquent de sérieux inconvénients. LE TRAITEMENT DE L EAU UTILISEE DANS L INSTALLA- TION DE CHAUFFAGE EST ABSOLUMENT INDISPEN- SABLE DANS LES CAS SUIVANTS: grandes installations (contenu en eau élevé); introductions fréquentes d eau: intégrations des installations. S il faut vider l installation, partiellement ou complètement, il est vivement conseillé de la remplir successivement avec de l eau traitée. 2.4 KENMERKEN VAN HET KETELVOEDINGSWATER Wanneer de hardheid van het water meer dan Fr bedraagt, wordt aanbevolen om verzacht water te gebruiken voor het verwarmingscircuit; de kalkafzetting beperkt immers de warmteuitwisseling. Zelfs de kleinste kalkafzetting van een paar millimeter dik kan, door het lage warmtegeleidend vermogen, een merkbare oververhitting van de wanden van de ketel voor gevolg hebben, met alle nadelen vandien. HET IS ABSOLUUT NOODZAKELIJK BEHANDELD WATER TE GEBRUIKEN IN DE VERWARMINGSINSTAL- LATIE IN DE VOLGENDE GEVALLEN: grote installaties (hoge waterinhoud); frequente inbreng van water: integratie van installaties. Wanneer de installatie geheel of gedeeltelijk geledigd moet worden, is het ten zeerste aanbevolen om ze weer te vullen met behandeld water Dispositif de sécurité contre l absence d eau La chaudière RMG F/B est equipée d un dispositif de sécurité contre l absence d eau. La fonction de dispositif est assurée limiteur de surchauffe à réarmement manuel Beveiliging tegen waterkort De RMG F/B ketel is voorzien van een beveiliging tegen waterkort. Voor de beveiliging tegen de afwezigneid van water zorgt een oververhittingsbeperking met manuele reset. 2.5 AQUASTAT DE SECURITE ET INTERRUPTION THERMOCOUPLE Sur les chaudières RMG F/B l aquastat de sécurité est monté à côté de la vanne gaz et ne nécessite d aucune régulation. Il sert à mettre en sécurité la chaudière en cas de surchauffe causée par le non-fonctionnement de l aquastat de réglage ou par manque d eau dans la chaudière; l intervention de l aquastat de sécurité provoque l extinction immédiate du brûleur principal et de la veilleuse. Il s agit d un thermostat à réarmément manuel. En cas d intervention du thermostat à réarmément manuel pour rallumer la veilleuse et remettre en marche la chaudière, attendre que la température de l échangeur descende en-dessous de la valeur d étalonnage du thermostat même, puis il faut dévisser le capuchon et réarmer le bouton poussoir pour rallumer la veilleuse. 2.5 VEILIGHEIDSAQUASTAAT EN THERMOKOPPELONDERBREKING Op de RMG F/B -ketels bevindt de veiligheidsaquastaat, die niet moet worden afgeregeld, zich naast de gasafsluiter. Hij heeft tot doel om de ketel te beveiligen indien hij mocht oververhit raken door het uitvallen van de instelaquastaat of door watertekort in de ketel. Als de veiligheidsaquastaat in werking treedt, dooft hij onmiddellijk de hoofbrander en de waakvlam. Het is een thermostaat met manuele reset. Wanneer de thermostaat met manuele reset in werking is getreden, moet men, om de gaswaakvlam en de verwarmingsketel weer in werking te stellen, wachten tot de temperatuur van de warmtewisselaar gezakt is tot onder de ijkwaarde van de thermostaat zelf; daarna moet men de dop losschroeven en de drukknop resetten om de gaswaakvlam weer te doen branden. 2.6 DISPOSITIF DE SECURITE DES FUMEES Les chaudières RMG F/B sont dotées d un thermostat fumées placé dans le panneau de commande. Il s agit d une mesure de sécurité contre le débordement des 2.6 ROOKGASBEVEILIGING De RMG F/B -ketels zijn uitgerust met een rookthermostaat die zich op het bedieningsbord bevindt. Deze beveiliging voorkomt rookvorming in de woonkamer, 7

10 LEGENDE 1 Bulbe - Voeler 2 Contre écrou - Borgmoer 3 Bride support bulbe - Steunflens voeler 4 Raccord - Verbinding Fig. 5 fumées dû à un bouchage partiel ou total de la cheminée ou à un manque de tirage de celle-ci. L intervention de ce dispositif de contrôle provoque le blocage de la vanne à gaz, en cas de retour des fumées à l intérieur du local. Pour remettre en marche la chaudière il faudra couper la tension au panneau de commande, dévisser le capuchon du thermostat placé au-dessous du tableau de bord et réactiver le bouton-poussoir (3 fig. 2); Si les interventions de ce dispositif devaient se répéter, contrôlez la cheminée et éventuellement modifiez-la afin qu elle puisse fonctionner de façon optimale. Le bulbe du thermostat fumées doit être monté à l arrière de la chaudière sur la bride support de l antirefouleur et fixé avec le contre-écrou déjà prévu sur le bulbe. NOTE: il est absolument interdit de désactiver, d enlever ou d altérer le dispositif de contrôle. Ce type d intervention annule automatiquement la garantie. Pour le contrôle ou la substitution de ce dispositif, adressez-vous aux S.A.V. veroorzaakt door een slechte schouwafvoer of door een gedeeltelijke of volledig verstopping ervan. De rookthermostaat sluit de stroomtoevoer naar de gaskraan af wanneer er regelmatig rook terugstroomt naar de woonkamer en er een gevaarlijke situatie zou kunnen ontstaan. Om de ketel opnieuw op te starten moet men de stroomtoevoer naar het bedieningsbord onderbreken en vervolgens de bescherming van de thermostaat verwijderen om er op de knop te kunnen drukken (3 fig. 2). Mocht de rookthermostaat herhaaldelijk werken, dan moet u de schoorsteen controleren en eventueel wijzigen, zodat er opnieuw voldoende trek is. De voeler van de rookgasthermostaat moet aan de achterkant van de verwarmingsketel op de steunflens van de terugslagklep worden gemonteerd en vastgezet met de borgmoer op de voeler. OPMERKING: het is strikt verboden de rookthermostaat buiten werking te stellen, hem te verwijderen of te wijzigen zoniet verwerpen wij elke vorm van waarborg. Gelieve u te wenden tot de technische dienst voor het nakijken of vervangen van de rookthermostaat BRANCHEMENT ELECTRIQUE Le raccordement électrique doit être effectué conformément aux normes nationales locales, au schéma électrique ci-dessous et au règlement technique en vigueur. L aquastat de sécurité est branché dans le circuit du thermocouple. Le pressostat gaz est déjà câblé en usine en série avec l aquastat de réglage, le thermostat fumées et la vanne gaz. NOTE: la chaudière doit nécessairement être branchée sur une prise de courant avec terre; dans le cas contraire, SIME décline toute responsabilité en cas de dommages corporels ou matériels. 2.7 ELEKTRISCHE AANSLUITING De elektrische aansluiting moet worden uitgevoerd conform de normen, onderstaand elektrisch schema en het geldende technisch reglement. De veiligheidsaquastaat wordt in het thermokoppelcircuit opgenomen. De gaspressostaat is reeds in de fabriek in serie aangesloten op de instelaquastaat, de rookgasthermostaat en de gasafsluiter NOOT: de verwarmingsketel moet verplicht aangesloten zijn op een stopcontact met aarding; als dat niet het geval is, wijst SIME elke verantwoordelijkheid af voor lichamelijke of materiële schade.

11 LEGENDE L/N Câble d alimentation électrique Stroomsnoer IG Interrupteur général Hoofdschakelaar TR Aquastat de réglage Instelaquastaat TF Thermostat fumées Rookgasthermostaat PG Pressostat gaz - Gaspressostaat VG Vanne gaz - Gasafsluiter TS Aquastat de sécurité Veiligheidsaquastaat TI Thermocouple interrompu Onderbroken thermokoppel TA Thermostat d ambiance Kamerthermostaat REMARQUE: Lors de l installation du thermostat d ambiance il faut enlever le pont entre les bornes 2 et 3. OPMERKING: Wanneer met en kamerthermostaat wordt gewerkt, moet de brug tussen de klemmen 2 en 3 worden weggenomen. Fig. 6 PRESSOSTAT GAZ - GASPRESSOSTAAT PG 911 Fig PRESSOSTAT GAZ Le pressostat gaz type BECK PG 911 n est pas adjustable et peut être utilisé soit pour gaz naturel soit pour propane. 2.8 GASPRESSOSTAAT De gaspressostaat type BECK PG 911 is niet instelbaar en mag zowel voor aardgas als voor propaan worden gebruikt. 9

12 2.9 FILTRE SUR LE TUYAU A GAZ Les vannes à gaz, utilisées sur les chaudières RMG F/B, sont équipées de série de filtre à l entrée de la vanne qui toutefois n est pas en mesure de filtrer toutes les impuretés du gaz et celles des tuyaux du réseau. Pour éviter tout mauvais fonctionnement de cette vanne, ou, dans certains cas, l exclusion du système de sécurité de sûreté dont elle est pourvue, il est conseillé de monter à l entrée du tuyau d alimentation gaz de la chaudière un filtre à gaz. 2.9 FILTER OP DE GASLEIDING De gasafsluiters die gebruikt worden op de RMG F/B - ketels zijn standaard voorzien van een filter aan de ingang van de afsluiter, maar deze filter kan niet alle onzuiverheden van het gas en van de leidingen van het net tegenhouden. Om te vermijden dat de afsluiter slecht zou gaan functioneren of dat in bepaalde gevallen het veiligheidssysteem waarmee de afsluiter is uitgerust zou worden uitgesloten, verdient het aanbeveling om aan de ingang van de gastoevoerleiding van de ketel een gasfilter aan te brengen. 10

13 3 Mode d emploi et entretien - Gebruik en onderhoud 3.1 CONTROLES AVANT L ALLUMAGE Avant d allumer la chaudière pour la première fois, il est conseillé d effectuer les contrôles suivants: vérifiez qu il y ait de l eau dans l installation; il ne doit pas y avoir de l air dans les tuyauteries, si nécessaire purgez-les; vérifiez que les vannes soient ouvertes; vérifiez que le conduit d évacuation (carneau, cheminée) des produits de la combustion soit libre; ouvrez le robinet gaz et vérifiez l étanchéité des raccords y compris celui du brûleur; eliminez l air se trouvant dans le tuyau gaz à travers le purgeur prise de pression placé à l entrée de la vanne à gaz; vérifiez que le branchement électrique ait été correctement effectué; le fil de terre doit être branché à une bonne installation de mise à terre; assurez-vous que la pompe installationne soit pas bloquée: si nécessaire, débloquez-la; sécurité: il ne doit pas y avoir des liquides ou des matériaux inflammables tout près de la chaudière; assurez-vous que tout le contrôle extérieur (par exemple: thermostat d ambiance) soit en position de demande de chaleur. 3.1 CONTROLES VOOR DE ONTSTEKING Vóór men de verwarmingsketel voor het eerst ontsteekt, moet men de volgende punten controleren: nagaan of er water in de installatie is; er mag geen lucht in de leidingen zitten; zonodig ontluchten; nagaan of de afsluiters open zijn; nagaan of de afvoerleiding (rookkanaal, schoorsteen) van de verbrandingsprodukten niet verstopt is; de gaskraan openen en controleren of alle verbindingen, ook die met de brander, volkomen dicht zijn; de lucht in de gasleidingen verwijderen via de drukaansluiting aan de ingang van de gasafsluiter; nagaan of de elektrische aansluitingen correct werden uitgevoerd; de aardingsdraad moet aangesloten zijn op een degelijke aardingsinstallatie; nagaan of de installatiepomp niet geblokkeerd is; indien nodig, ze deblokkeren; veiligheid: er mogen zich geen brandbare materialen of vloeistoffen in de buurt van de verwarmingsketel bevinden; controleer of de volledige uitwendige besturing (de kamerthermostaat bijvoorbeeld) warmte vraagt. 3.2 ALLUMAGE DE LA CHAUDIERE Allumage de la veilleuse Pour allumer les chaudière RMG F/B equipées d une vanne gaz HONEYWELL V4400C, après avoir exécutées les opérations décrites aux points 3.1, procéder de la façon suivante: couper le courant au moyen de l interrupteur général (5 fig. 2) du tableau de commande ; réglez l aquastat chaudière (4 fig. 2) au minimum.; appuyer à fond sur le bouton d allumage de la vanne à gaz (1 fig. 8) et actionnez en même temps et plusieurs fois de suite le poussoir d allumage piézo-électrique (11 fig. 2). Assurez-vous que la flamme de la veilleuse enveloppe la thermocouple sur une longueur de 10 mm à peu près et, si nécessaire, agisser sur la vis de réglage de la veilleuse (6 fig. 8): pour baisser la flamme tournez la vis à droite, tournez-la en sense inverse pour l augmenter; tenez le poussoir de la vánne enfoncé pendant sec., puis, relâchez-le et contrôlez à travers le judas que la veilleuse reste bien allumée. Si elle s eteint, répétez l opération. 3.2 DE KETEL ONTSTEKEN De gaswaakvlam ontsteken Bij het ontsteken van RMG F/B -verwarmingsketels die met een HONEYWELL V4400C gasafsluiter zijn uitgerust, moet men na de verrichtingen beschreven in punt 3.1, als volgt te werk gaan: met de hoofdschakelaar op het bedieningspaneel (5 fig. 2) de stroom onderbreken; de ketelaquastaat (4 fig. 2) op de minimumwaarde instellen; de ontstekingsknop van de gasafsluiter (1 fig. 8) helemaal indrukken en tegelijk, een paar keer na elkaar, de drukknop van de piëzo-elektrische ontsteking indrukken (11 fig. 2). Controleer of de waakvlam volledig het thermokoppel omsluit over een lengte van ongeveer 10 mm. Gebruik indien nodig de regelschroef van de waakvlam om de waakvlam bij te regelen (6 fig. 8): draai naar rechts om de vlam te verkieinen, draai naar links om de vlam te vergroten; de drukknop van de afsluiter sec. ingedrukt houden, hem loslaten en door het kijkgaatje kijken of de gaswaakvlam goed blijft branden. Als zij dooft, de hele operatie herhalen Allumage du brûleur principal Pour allumer le brûleur principal il faut mettre l interrupteur général (5 fig. 2) en position ON et régler l aquastat chaudière (4 fig. 2) à la température maxi. La veilleuse étant allumée, le brûleur principal de la chaudière s allumera. Si le brûleur ne démarre pas il y a un manque de courant dû ou au pressostat gaz (pression d alimentation trop basse) ou à l aquastat de sécurité qui doit être réarmé. Avec le brûleur en marche vérifier l étancheité de la De hoofdbrander ontsteken Om de hoofdbrander te ontsteken, moet men de hoofdschakelaar (5 fig. 2) op ON zetten en de ketelaquastaat (4 fig. 2) op de maximumtemperatuur. Daar de gaswaakvlam brandt, zal de hoofdbrander automatisch gaan branden en weer doven volgens de warmtevraag. Als de brander niet begint te werken, is er geen stroom. Dit is te wijten ofwel aan de gaspressostaat (te lage voedingsdruk) ofwel aan de veiligheidsaquastaat die moet worden gereset. Controleer met een schuimende vloei- 11

14 LEGENDE 1 Bouton d allumage - Ontstekingsknop 2 Bouton d extinction - Uitschakelknop 3 Régulateur de pression - Drukregeling 4 Raccord du thermocouple Aansluiting thermokoppel 5 Vis de réglage veilleuse Regelschroef waakvlam 6 Bornes d alimentation électrique Klemmen van de voeding waakvlam 7 Raccord d alimentation veilleuse Aansluiting voor de voeding waakvlam Fig. 8 canalisation gaz jusqu au brûleur en utilisant en liquide moussant (par exemple eau et savon). Le réglage de la pression à le brûleur principal se fait agissant sur le régulateur de pression (2 fig. 11): pour augmenter la pression tournez a droite, pour réduir-la tournez en sense inverse. 3.3 EXTINCTION DE LA CHAUDIERE Extinction du brûleur principal Pour éteindre le brûleur principal sans éteindre la veilleuse il suffit de ramener la commande de l aquastat chaudière (4 fig. 2) à la température mini, ou mettre l interrupteur général (5 fig. 2) en position OFF. stof (bijvoorbeeld water en zeep), terwijl de brander werkt, of de gasleiding tot aan de brander volledig gasdicht is. De druk aan de hoofbrander kan worden ingesteld met behulp van de drukregelaar (2 fig. 11): draai naar rechts om de druk te verhogen, naar links om de druk te verlagen. 3.3 DE KETEL DOVEN De hoofdbrander doven Om de hoofdbrander te doven zonder de gaswaakvlam te doven, moet men de ketelaquastaat (4 fig. 2) op de minimumtemperatuur zetten of de hoofdschakelaar (5 fig. 2) op OFF zetten Extinction de la veilleuse Pour éteindre complètement la chaudière (brûleur et veilleuse) appuyer sur le bouton d extinction de la vanne gaz (2 fig. 8) dans le sens des aiguilles d une montre. En cas d absence prolongée il est conseillé de fermer également le robinet de barrage du gaz et de couper le courant électrique De gaswaakvlam doven Om de verwarmingsketel volledig te doven (brander en gaswaakvlam), moet men op de uitschakelknop van de gasafsluiter (2 fig. 8) drukken, in wijzerzin. Bij langdurige afwezigheid is het beter ook de gaskraan dicht te draaien en de elektriciteit af te sluiten CHANGEMENT DU GAZ D ALIMENTATION Passage du gaz G20 au gaz G25 ou inversement Le passage du gaz G20 au gaz G25 se fait par changement des injecteurs principaux accompagné d une modification de la pression d alimentation à l entrée de l appareil et, le cas échéant, à la nourrice des brûleurs en agissant sur le régulateur de pression de la vanne gaz (2 fig. 11). Pour le changement des injecteurs principaux, dont la dimension est indiquée dans le tableau 3, procéder conformément aux indications données en fig EEN ANDER VOEDINGSGAS GEBRUIKEN Omschakelen van G20 gas op G25 gas en omgekeerd Voor de omschakeling van G20 gas op G25 gas worden de hoofdinspuitstukken vervangen, terwijl tegelijk de voedingsdruk aan de ingang van het toestel en eventueel aan het branderverdeelstuk moet worden gewijzigd met behulp van de drukregelaar van de gasafluiter (2 fig. 11). Om de hoofdinspuitstukken te vervangen, waarvan de afmetingen staan vermeld in tabel 3, gaat men tewerk volgens de richtlijnen in fig. 9

15 3.4.2 Passage du gaz G30 au gaz G31 ou inversement Le passage du gaz G30 au gaz G31 se fait par simple changement de la pression d alimentation à l entrée de l appareil Omschakelen van G30 gas op G31 gas en omgekeerd Voor de omschakeling van G30 gas op G31 gas moet allen de voedings druk aan de ingang van het toestel worden gewijzigd Passage du gaz de la deuxième famille au gaz de la troisième famille ou inversement Le passage d un gaz de la 2ème famille à un gaz de la 3ème famille est permis en France et n est pas permis en Belgique. Les operations de cet paragraphe sont donc valables seulement pour les chaudières installées en France. Les opérations à faire pour le passage d un gaz de la 2ème famille à un gaz de la 3ème famille sont les suivantes: remplacement des injecteurs principaux conformément aux indications données en fig. 9; remplacement de l injecteur de la veilleuse conformémement aux indications suivantes (fig. 10): desserrer les vis qui fixent la veilleuse (1); enlever l électrode d allumage (3) et le thermocouple interrompu (4); dévisser l écrou qui fixe le tuyau d alimentation gaz (5) à la veilleuse; remplacer l injector de la veilleuse dont la dimension est indiquée dans le tableau 3; desserrer les vis qui fixent la veilleuse (1) ré-assembler toute les pièces. Pendant les opérations de démontage et de remontage il faut faire atteniton à ne pas forcer sur les pièces délicates, telles que la partie termi Omschakelen van een gas van de tweede familie op een gas van de derde familie De omschakeling van een gas van de 2e familie op een gas van de 3e familie is toegelaten in Frankrijk, maar niet in België. De ketel wordt in de fabriek gemonteerd voor het gebruik van gassen van de 2e familie (aardgas) und de 3e familie (vloeibaar gemaakte gassen). LEGENDE 1 Corps de chauffe Verwarmingslichaam 2 Veilleuse - Waakvlam 3 Injecteur principal Hoofinspuitstuk 4 Rondelle - Ringetje 5 Noûrrice brûleurs Branderset LEGENDE 1 Veilleuse - Waakvlam 2 Injecteur de la veilleuse - Inspuitstuk waakvlam 3 Electrode d allumage - Ontstekingselektrode 4 Thermocouple interrompu Onderbroken thermokoppel 5 Tuyau d alimentation gaz Voedingdpijp waakvlam Fig. 9 Fig

16 LEGENDE 1 Vis de fixation - Bevestigingsschroef 2 Régulateur de pression - Drukregelaar 3 Joint - Dichting 4 Joint borgne - Afdekring 5 Plaquette borgne - Afdekplaatje 6 Vis de fixation - Bevestigingsschroef Fig. 11 nale du thermocouple et l électrode d allumage. suppression du régulateur de pression de la vanne et remplacement par une plaquette borgne avec joint borgne conformément aux indications données en fig. 11. une fois terminées les opérations, appliquer sur le tableau de la jaquette tôle la fiche indiquant la prédisposition gaz qui est fournie avec le kit de transformation. 3.5 CONTROLE ET ENTRETIEN Pour être sûr du bon fonctionnement il est recommandé de contrôler la chaudière après chaque période de chauffage et de faire les opérations suivantes: ramonage de la cheminée; nettoyage des brûleurs; nettoyage de l échangeur en fonte; contrôle de la veilleuse; contrôle de l appareillage de régulation. 3.5 CONTROLE EN ONDERHOUD Om zeker te zijn van een goede werking, is het aanbevolen om de verwarmingsketel na elke gebruiksperiode te controleren en het volgende te doen: de schoorsteen vegen; de branders schoonmaken; de gietijzeren warmtewisselaar schoonmaken; de waakvlam controleren; de afstelapparatuur controleren Nettoyage des brûleurs Debranchez du thermocouple interrompu les câbles de l aquastat de sécurité. Debranchez du bornier de la vanne les câbles d alimentation. Fermez le robinet de barrage du gaz et dévissez le manchon union en amont de la vanne à gaz. Enlevez les vis qui fixent la nourrice des brûleurs aux éléments en fonte d extrémité. Retirez ensuite l équipement de chauffe da la chaudière. Envoyez un jet d air vers l intérieur des brûleurs de Reinigen van de branders Koppel de kabels van de veiligheidsaquastaat los van het onderbroken thermokoppel. Koppel de voedingskabels los van de klemmenstrook van de gasafsluiter. Draai de gaskraan dicht en schroef de verbindingsmof boven de gasafsluiter los. Maak de schroeven los die de reservetank van de branders bevestigen tegen de gietijzeren uiteinden. Haal daarna de verwarmingsinrichting uit de ketel. Richt een luchtstraal op de binnenkant van de bran-

17 façon à éliminer les éventuelles poussières accumulées; assurez-vous que la partie supérieure percée soit sans incrustations. Pendant les opérations de démontage et de remontage des brûleurs il faut faire attention à ne pas forcer sur les pièces délicates, telles que la partie terminale du thermocouple et l électrode d allumage. ders om opgehoopt stof te verwijderen; ga na of het doorboorde bovendeel geen afzetting vertoont. Bij het demonteren en opnieuw monteren van de branders moet men er zorg voor dragen de delicate stukken, zoals het eindstuk van het thermokoppel en de ontstekingselektrode, niet te forceren Nettoyage de l echangeur en fonte Les carneaux des fumées doivent être nettoyés pendant que les brûleurs sont démontés de la chaudière. Enlevez de l antirefouleur le conduit des fumées et ensuite enlevez l antirefouleur de la buse de la boîte à fumées. Enlevez le couvercle de la jaquette de façon à avoir accès à la boîte à fumées; dévissez de quelques tours les trois écrous qui la fixent aux éléments en fonte latéraux (1 écrou à gauche et 2 écrous à droite) et qui sont accessibles avec clé à pipe de l extérieur, ou avec clé normale de l intérieur de la jaquette. Enlevez la boîte à fumées en la soulevant de façon à avoir accès à l échangeur en fonte. A l aide d un écouvillon nettoyez l intérieur de l échangeur en introduisant l écouvillon obliquement, en partant du haut de la chaudière. Ramassez la suie, si possible avec un aspirateur, sur le bac de récupération condensats de la chaudière Reinigen van de gietijzeren warmtewisselaar De rookkanalen moeten worden schoongemaakt wanneer de branders gedemonteerd zijn. Haal het rookkanaaltje uit de terugslagklep en haal dan de terugslagklep uit de koker van de rookkast; Neem de afdekplaat van de mantel weg om toegang te krijgen tot de rookkast; maak de moeren los die de kast tegen de gietijzeren zij-elementen bevestigen (1 moer links en 2 moeren rechts); deze zijn van buitenaf toegankelijk met een pijpsleutel; aan de binnenkant van de mantel kan men er ook bij met een gewone sleutel. Neem de rookkast weg door haar zo op te tillen dat men toegang heeft tot de gietijzeren warmtewisselaar. De binnenkant van de warmtewisselaar schoonmaken met een ovendweil, waarbij men die ovendweil schuin inbrengt, vertrekkend van de bovenkant van de ketel. Het roet indien mogelijk met een zuiger op de condensaatbak van de verwarmingsketel vegen Contrôle de la veilleuse Vérifiez que le thermocouple, la veilleuse et l électrode d allumage soient en bonne condition. En particulier vérifiez que: l électrode d allumage soit propre et la porcellaine de l isolation ne soit pas endommagée; le câble de l allumeur ne soit pas interrompu ou brûlé. Nettoyez l injecteur de la veilleuse; n utilisez pas de brosses ou fils métalliques. Si pendant l opération de démontage de la veilleuse vous avez disconnecté le thermocouple pour en nettoyer la connexion électrique à la vanne à gaz, révissez à la main le thermocouple sur la vanne et donnez, avec la clé, seulement un sixième de tour Controle van de gaswaakvlam De toestand van het thermokoppel, de gaswaakvlam en de ontstekingselektrode controleren. Vooral nagaan of: de ontstekingselektrode schoon is en of het isolerende porselein niet beschadigd is; de ontstekingskabel niet gebroken of verbrand is. Het inspuitstuk van de gaswaakvlam schoonmaken, maar het gebruik van metalen borstels of draden vermijden. Wanneer bij het demonteren van de gaswaakvlam het thermokoppel werd gedemonteerd om de elektrische aansluiting met de gasafsluiter schoon te maken, moet het thermokoppel met de hand weer op de klep worden gemonteerd; met de sleutel maar één zesde van een toer bijgeven Contrôle de l appareillage de regulation Après avoir tout assemblé, mettez en marche la chaudière et contrôlez-la tout au long d un cycle complet pour vous assurer que tous les dispositifs de contrôle et de sécurité de la chaudière fonctionnent correctement Controle van de afstelapparatuur Wanneer alles weer gemonteerd is, de verwarmingsketel in gang zetten en gedurende een volledige cyclus controleren om er zeker van te zijn dat alle controle- en veiligheidsvoorzieningen correct werken. 15

18 3.6 PRINCIPALES ANOMALIES: CAUSES ET REMEDES VOORNAAMSTE STORINGEN: OORZAKEN EN REMEDIES ANOMALIES - STORINGEN SOLUTIONS - OPLOSSINGEN La veilleuse ne s allume pas. De waakvlam begint niet te brander. Vérifiez que le tuyau d alimentation et l injecteur de la veilleuse ne soient pas obstrués. Controleer of de gasvoedingsleiding en het inspuitstuk van de waakvlam niet verstopt zijn. Réglez la flamme de la veilleuse en agissant sur le vis (6 fig. 8). Regel de grootte van de waakvlam met de schroef (6 fig. 8). La veilleuse a des difficultés à rester allumée et s eteind ainsi que le brûleur principal. De waakvlam blijft moeilijk brander en gaat weer uit, ook de hoofbrander dooft. Vèrifiez la connexion du thermocouple à la vanne. Celle-ci est une connexion électrique et doit être gardée propre et sèche. Après avoir fixé le raccord du thermocouple à la main faites seulement 1/6ème de tour avec la clé. Controleer de aansluiting van het thermokoppel aan de afsluiter. Het is een elektrische verbinding die schoon en droog moet worden gehouden. Nadat u het thermokoppel met de hand hebt bevestigd mag u het slechts 1/6 slag met de sleutel vastdraaien. Réglez la flamme de la veilleuse en agissant sur la vis (6 fig. 8). Le thermocouple doit être entouré de la flamme pour 10 mm au maximum. Regel de waakvlam met de schroef (6 fig. 8). Het thermokoppel moet maximaal over 10 mm worden omhuld door de waakvlam. Le brûleur principal ne s allume pas alors que la veilleuse reste allumé. De hoofbrander begint niet te branden, terwijl de waakvlam toch aan is. Vérifiez que l interrupteur général et tout autre contrôle extérieur soit en position de MARCHE. Controleer of de hoofdschakelaar en elk ander uitwendig bedieningsorgaan op AAN staan. Vérifiez que les aquastats et le thermostat d ambiance demandent de la chaleur. Controleer of de aquastaten en de kamerthermostaat warmte vragen. Contrôlez le fusible de l interrupteur général. Controleer de zekering van de hoofdschakelaar. Enlevez le capuchon du bouton poussoir de réarmement de l aquastat de sécurité et réarmez l aquastat. Neem de dop van de reset-drukknop van de veiligheidsaquastaat weg en voer een reset van de thermostaat uit. Enlevez le capuchon du bouton poussoir de réarmement du thermostat fumées et réarmez le thermostat. Neem de dop van de reset-drukknop van de rookgasthermostaat weg en voer een reset van de thermostaat uit. En utilisant un Multimèmtre vérifiez si l opérateur de la vanne gaz est interrompu. Controleer met een ohmmeter of de aandrijving van de gasafsluiter niet is onderbroken Vérifiez que la pression du gaz d alimentation n ait pas baissé au dessous de la valeur minimale indiquée au tableau 4. Controleer of de druk van het voedingsgas niet is gedaaid onder de minimale waarde die in tabel 4 taat aangeduid. 16

19

20 Cod /97 Importateur exclusif pour la Belgique: Importateur exclusif pour la France: SA S.H.M.I.C. NV Chée d Alsemberg, 51 Alsembergsesteenweg 1630 LINKEBEEK Tel. (02) Fax (02) SIME FRANCE S.a.r.l. Z.I. de la Pilaterie - Rue du Houblon MARCQ EN BAROEUL Tel.: (03) Fax (03)