Installatiehandleiding NL, Uitgave 2C februari Tankmeetsysteem.

Transcriptie

1 Installatiehandleiding Tankmeetsysteem P r oduc tni e tl ange rl e v e r baar '

2

3 Installatiehandleiding Tweede uitgave/rev. C Copyright February 2008 Rosemount Tank Radar AB

4 Copyright Rosemount Tank Radar AB De inhoud, beschrijvingen en specificaties in deze handleiding kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd. Rosemount Marine Electronics AB is niet verantwoordelijk voor eventuele fouten in deze handleiding. Handelsmerken HART is een gedeponeerd handelsmerk van HART Communication Foundation. Modbus is een gedeponeerd handelsmerk van Modicon. Pentium is een gedeponeerd handelsmerk van Intel Corporation. Windows NT is een handelsmerk van Microsoft Corporation. Reserveonderdelen Vervanging door niet-goedgekeurde onderdelen kan de veiligheid in gevaar brengen. Reparaties, bijvoorbeeld de vervanging van componenten, kunnen de veiligheid eveneens in gevaar brengen en zijn onder geen beding toegestaan. Rosemount Tank Radar AB is niet verantwoordelijk voor storingen, ongevallen, etc. die het gevolg zijn van niet-goedgekeurde reserveonderdelen of reparaties die niet werden uitgevoerd door Rosemount Tank Radar AB. Specifieke FCC-voorschriften (alleen voor de Verenigde Staten) Rosemount TankRadar REX genereert en gebruikt radiofrequentieenergie. Als de apparatuur niet correct wordt geïnstalleerd en gebruikt, d.w.z. in strikte overeenstemming met de voorschriften van de fabrikant, kan dit een inbreuk vormen op de FCC-voorschriften met betrekking tot de emissie van radiofrequentie-energie. Rosemount TankRadar REX is FCC-gecertificeerd onder testomstandigheden die uitgaan van een metalen tank. Installatie op een niet-metalen tank is niet gecertificeerd en niet toegestaan. Het FCC-certificaat voor TankRadar REX vereist dat de tank gesloten is wat de emissie van radio-energie betreft. Tanks met open mangaten, uitwendig drijvend dak zonder standpijpen etc. vallen niet onder het certificaat.

5 Installatiehandleiding Rosemount TankRadar REX Inhoud Inhoud Hergebruik van verpakkingsmateriaal TOC-6 Hergebruik van producten TOC-7 1. INLEIDING OVERZICHT VAN DE HANDLEIDING VEILIGHEID INTRINSIEKE VEILIGHEID EXPLOSIEVEILIGHEID INFORMATIE OVER DE EUROPESE ATEX-RICHTLIJN Radareenheid Radartankmeter Transmitterinterfacekaart (TIC) Temperatuur-multiplexerkaart (TMC) Gegevensverzamelingseenheid Afstandsdisplay-eenheid 40 (RDU 40) BESCHRIJVING VAN 3900 REX TRANSMITTERKOP RTG 3900 REX Elektronica van transmitterkop Analoge verwerkingskaart - APC Transmitterinterfacekaart - TIC Temperatuur-multiplexerkaart - TMC Relaisuitgangskaart - ROC Veldcommunicatiekaart - FCC Metrologische verzegeling ANTENNETYPEN DE GEGEVENSVERZAMELINGSEENHEID LOKALE UITLEZING SCHRIJFBEVEILIGINGSSCHAKELAAR AANSLUITING VAN DE GEGEVENSVERZAMELINGSEENHEID, DAU Voeding Temperatuursensoren Temperatuurbereik selecteren TOC-1

6 Rosemount TankRadar REX Inhoud Installatiehandleiding 5. DE AFSTANDSDISPLAY-EENHEID RDU INSTALLATIE TWEE RDU 40 S AANGESLOTEN OP DEZELFDE REX Gegevensitems DE VELDCOMMUNICATIE-EENHEID FCU-BEHUIZING COMMUNICATIEPOORTEN RS232-communicatie RS 485-communicatie SCHRIJFBEVEILIGINGSSCHAKELAAR AANSLUITING VAN DE VELDCOMMUNICATIE-EENHEID, FCU Voeding Aansluiting op een pc REDUNDANTIE BUSMODEMS VELDBUSMODEM, FBM Aansluiting van het veldbusmodem, FBM ENRAF-BUSMODEM, EBM Aansluiting van het Enraf-busmodem Configuratie AFTAKDOZEN GEÏNTEGREERDE AFTAKDOOS, JBI Explosiegoedkeuring Ontwerp Kabelingangen - RTG AFTAKDOZEN VOOR INTRINSIEK VEILIGE EN EEX E-OMGEVINGEN EEx i-aftakdoos EEx e-aftakdoos Aftakdozen met leidinguitgangen AFTAKDOOS JB 36/42 VOOR AANSLUITING VAN TEMPERATUURSENSOREN TOC-2

7 Installatiehandleiding Rosemount TankRadar REX Inhoud 9. AANSLUITING OP COMPUTERNETWERKEN AANSLUITING OP DE FCU VOOR SNELLE UPDATES AANSLUITING OP TANKMASTER VOOR VOORRAADGEGEVENS MECHANISCHE INSTALLATIE MONTAGE VAN EEN HOORNANTENNE Installatievereisten Vereiste vrije ruimte Afmetingen Installatie op de tank MONTAGE VAN DE PARABOOLANTENNE Kanteling Vereiste vrije ruimte Vereisten voor aansluitstuk Aanbevolen installatie Montage van het flenskogelmodel T Montage van het flenskogelmodel T38-W Montage van de antenne MONTAGE VAN EEN STANDPIJPNIVEAUMETER Inleiding Vereisten voor standpijpen Vereisten voor flens Aanbevolen installatie Vereiste vrije ruimte voor vaste versie van Installatie van vaste versie van 3950 op de tank Vereiste vrije ruimte voor kantelbare versie van RTG Installatie van kantelbare versie van RTG MONTAGE VAN EEN LPG/LNG-NIVEAUMETER Temperatuur- en drukmeting Standpijp Referentiepen en reflector Verlengpijp voor minimumafstand Installatie op de tank TOC-3

8 Rosemount TankRadar REX Inhoud Installatiehandleiding 11. ELEKTRISCHE INSTALLATIE VAN DE REX-METERS BEKABELING VOOR DE VOEDING BEKABELING VOOR TRL/2-BUS AANBEVOLEN KABELS AARDING AANSLUITING VAN DE RADARTANKMETER Kabeluitgangen Bedrading Opties Voeding TRL/2-veldbus Relais Analoge uitgang Temperatuursensoren Analoge ingangen HART-slaves DAU/RDU INSTALLATIE VAN APPARATUUR VAN ONDERLEVERANCIERS TEMPERATUURSENSOREN WATERNIVEAUSENSOR Mechanische installatie Configuratie LIJST VAN TEKENINGEN MECHANISCHE INSTALLATIE TEKENINGEN 3900-REEKS ELEKTRISCHE INSTALLATIE VELDBUSMODEM, FBM VELDCOMMUNICATIE-EENHEID, FCU GEGEVENSVERZAMELINGSEENHEID, SDAU AFSTANDSDISPLAY-EENHEID, RDU AFTAKDOZEN - JB TEMPERATUUR-/WLS-SENSOREN TOC-4

9 Installatiehandleiding Rosemount TankRadar REX Inhoud 14. TECHNISCHE GEGEVENS RTG Analoge ingangen Relais Analoge uitgang Extern display Temperatuuringangen RTG RTG RTG RTG GEGEVENSVERZAMELINGSEENHEID, DAU AFSTANDSDISPLAY-EENHEID, RDU VELDCOMMUNICATIE-EENHEID, FCU VELDBUSMODEM, FBM ENRAF-BUSMODEM, EBM INDEX INDEX-1 TOC-5

10 Rosemount TankRadar REX Inhoud Installatiehandleiding Hergebruik van verpakkingsmateriaal Rosemount Tank Gauging is volledig gecertificeerd volgens de milieunormen ISO Door het recyclen van het triplexmateriaal van de kisten waarin onze producten worden geleverd, kunt u een bijdrage leveren aan de bescherming van het milieu. Hergebruik Ervaring heeft uitgewezen dat NEFAB ExPak-verpakkingen 4 tot 5 maal kunnen worden gebruikt. Recycling Na zorgvuldige demontage kunnen de triplex zijkanten worden hergebruikt. Het metaalafval kan worden omgevormd. Energieterugwinning Producten die het einde van hun levensduur hebben bereikt, kunnen worden gescheiden in houten en metalen componenten en het hout kan worden gebruikt als brandstof in bepaalde ovens. Dankzij zijn lage vochtgehalte (ongeveer 7%) heeft deze brandstof een hogere verbrandingswaarde dan gewone houtbrandstof (vochtgehalte van ongeveer 20%). Bij de verbranding van de binnenste triplexlagen kan de stikstof in de kleefstoffen ervoor zorgen dat de uitstoot van stikstofoxide in de lucht 3-4 hoger ligt dan bij de verbranding van schors en splinters. Opmerking! Storten is geen optie voor recycling en moet worden vermeden. TOC-6

11 Installatiehandleiding Rosemount TankRadar REX Inhoud Hergebruik van producten De onderstaande sticker is aangebracht op de producten van Rosemount als aanbeveling voor de klant indien slopen wordt overwogen. Wanneer de eenheden worden gedemonteerd, moet het recyclen of verwijderen gebeuren volgens de instructies voor een correcte materiaalscheiding. label_180.eps TOC-7

12 Rosemount TankRadar REX Inhoud Installatiehandleiding TOC-8

13 Installatiehandleiding Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 1 Inleiding 1. Inleiding Het TankRadar REX-systeem is een monitoring- en regelsysteem voor het meten van tankniveaus. Op het systeem kunnen diverse sensoren worden aangesloten, zoals temperatuur- en druksensoren, voor een compleet voorraadbeheer. Er is een gedistribueerde intelligentie in de diverse eenheden van het systeem. De eenheden verzamelen en verwerken voortdurend informatie. Bij ontvangst van een informatieaanvraag wordt een onmiddellijke respons verzonden met bijgewerkte informatie. De eenheden communiceren met elkaar via een veldbus, de TRL/2-bus. Geen enkel onderdeel van de apparatuur komt in contact met het product in de tank en de antenne is het enige onderdeel van het meetsysteem dat is blootgesteld aan de tankatmosfeer. De radartankmeter zendt microgolven naar het oppervlak van het product in de tank. Het niveau wordt berekend op basis van de echo van het oppervlak. TankRadar REX kan het niveau van vrijwel elk product meten, zoals bitumen, ruwe olie, geraffineerde producten, aggressieve chemicaliën, LPG en LNG, etc. Met behulp van een geschikte tankverbindingseenheid kan het TankRadar REX-systeem elk type tank meten. 1-1

14 Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 1 Inleiding Installatiehandleiding RS-232C FBM TankMaster WinOpi Bedrijfshostcomputer Rapportprinter Alarmlogprinter Controlekamerniveau Naar andere FCU's Nietgevaarlijk gebied Naar andere tanks TRL/2-groepsbus FCU FCU FBM Naar draagbare onderhouds-pc Groepsniveau Gevaarlijk gebied TRL/2-veldbus TRL/2-veldbus RTG Parabolische antennemeter DAU Temperatuursensor Temperatuursensor LPG/LNGmeter RTG DAU RTG Standpijpmeter DAU Veldniveau REX_System_General.eps Figuur 1-1 Algemene configuratie van een REX-systeem. Alle gemeten gegevens worden aan de operator gepresenteerd door TankMaster WinOpi, dat in zijn complete versie voorraadbeheerfuncties omvat. De bedrijfshostcomputer kan worden aangesloten om de gegevens verder te verwerken. Alle door Rosemount Tank Gauging geleverde onderdelen voor montage boven op de tank wegen minder dan 25 kg (met uitzondering van de drukflens etc. voor de LPG/LNG-meter). De diverse TankRadaronderdelen kunnen dus door één persoon naar de bovenkant van de tank worden gedragen voor montage. Lees de Technische beschrijving voor een meer gedetailleerde beschrijving van het Rosemount TankRadar REX-systeem. 1-2

15 Installatiehandleiding Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 1 Inleiding De basisonderdelen van het REX-systeem zijn: De radartankmeter, RTG, is een intelligent explosieveilig instrument dat het niveau van een product in een tank meet. Vier verschillende tankverbindingseenheden kunnen worden bevestigd voor vele verschillende toepassingen. De RTG 3900 is uitgerust met hulpingangen, zoals temperatuursensoringangen en analoge ingangen. De RTG 3900 beschikt ook over twee relaisuitgangen. De gegevensverzamelingseenheid, DAU, wordt gebruikt om de temperatuur te meten en kan optioneel worden uitgerust met een lokaal uitleesdisplay (LCD) voor de weergave van de gemeten waarden. De veldcommunicatie-eenheid, FCU, fungeert als gateway en gegevensconcentrator tussen de groepsbus en de veldbus. Op elke FCU kunnen in totaal 32 RTG s en 32 DAU s worden aangesloten. Het velbusmodem, FBM, is een omzetter tussen RS-232C en de TRL/2-bus. Het wordt gebruikt om een pc met TankMaster aan te sluiten op de TRL/2-bus. De TankMaster WinOpi is de gebruikersinterface voor het REXsysteem. De WinOpi wordt gebruikt om een REX-systeem in te stellen voor alarmafhandeling, batch-rapporten, automatische rapportafhandeling, het meten van historische gegevens en voorraadberekeningen. TankMaster WinSetup is een softwareprogramma voor de configuratie, de kalibratie en het onderhoud van een REX-systeem. 1-3

16 Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 1 Inleiding Installatiehandleiding 1.1 Overzicht van de handleiding Deze handleiding verschaft informatie over de mechanische en elektrische installatie van de Rosemount TankRadar REX-apparatuur. De RTG 3900-reeks van transmitters, alsook instructies voor TRL/2- gegevensverzamelingseenheden, veldcommunicatie-eenheden en veldbusmodems komen erin aan bod. Hoofdstuk 1 geeft een overzicht van het REX-radarmeetsysteem. Hoofdstuk 2 geeft een korte beschrijving van de veiligheidsbegrippen en informatie over de Europese ATEX-richtlijn. Hoofdstuk 3 beschrijft de transmitterkop 3900 en de bijbehorende antennes. Hoofdstuk 4 beschrijft de gegevensverzamelingseenheid in het REX-systeem. Hoofdstuk 5 beschrijft de display-eenheid RDU 40. Hoofdstuk 6 beschrijft de veldcommunicatie-eenheid (FCU). Hoofdstuk 7 beschrijft busmodems, die worden gebruikt voor de communicatie tussen een werkstation en een REXniveaumeetsysteem. Hoofdstuk 8 beschrijft verschillende soorten aftakdozen die kunnen worden gebruikt om verschillende systeemeenheden aan te sluiten. Hoofdstuk 9 bevat informatie over het aansluiten van een REX-systeem op een hostcomputersysteem. Hoofdstuk 10 beschrijft hoe de verschillende soorten meters in elkaar worden gezet en gemonteerd op een tank. Hoofdstuk 11 beschrijft de elektrische installatie van het REX-meetsysteem. Hoofdstuk 12 beschrijft de installatie van apparatuur van onderleveranciers die in het REX-systeem wordt gebruikt. Hoofdstuk 13 bevat een lijst van installatietekeningen. Hoofdstuk 14 verschaft technische gegevens voor de verschillende REX-eenheden. 1-4

17 Installatiehandleiding Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 2 Veiligheid 2. Veiligheid De TankRadar REX-apparatuur wordt vaak gebruikt in gebieden waar brandbaar materiaal wordt gehanteerd en waar een explosieve atmosfeer aanwezig kan zijn. Om de infrastructuur en het personeel te beschermen, dienen voorzorgsmaatregelen te worden genomen om te waarborgen dat deze atmosfeer niet ontbrandt. Deze gebieden worden gevaarlijke gebieden genoemd en apparatuur in deze gebieden moet altijd tegen explosie beschermd zijn. In de loop der jaren is een aantal verschillende technieken voor explosiebescherming ontwikkeld. Intrinsieke veiligheid en explosieveiligheid (of vlambestendigheid) zijn twee van deze technieken. 2.1 Intrinsieke veiligheid Intrinsieke veiligheid, IS, is gebaseerd op het principe van het beperken van de beschikbare elektrische energie in circuits in gevaarlijke gebieden, zodat vonken of hete oppervlakken die door elektrische storingen in componenten kunnen ontstaan niet voor ontbranding kunnen zorgen. Intrinsieke veiligheid is de enige techniek die is geaccepteerd voor gevaarlijke gebieden Zone 0. De techniek is ook veilig voor het personeel en maakt onderhoud van de apparatuur mogelijk zonder dat een gasvrij-certificaat nodig is. Bijvoorbeeld, temperatuurmeting met de DAU is intrinsiek veilig. De basisprincipes van intrinsieke veiligheid zijn: Alle brandbare materialen zijn ingedeeld volgens de energie die nodig is om ze te doen ontbranden. Apparatuur in gevaarlijke gebieden is geclassificeerd volgens de maximale oppervlaktetemperatuur die ze kan produceren. Dit moet veilig zijn rekening houdend met de eventueel aanwezige brandbare gassen. Gevaarlijke gebieden zijn geclassificeerd volgens de waarschijnlijkheid dat een explosieve atmosfeer aanwezig is, en dit bepaalt of er een speciale techniek voor explosiebescherming moet worden gebruikt. 2-1

18 Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 2 Veiligheid Installatiehandleiding Opmerking! Bij het lokaliseren van storingen en reparatiewerkzaamheden aan componenten in of in verbinding met intrinsiek veilige apparatuur moeten de volgende regels strikt worden nageleefd: - Schakel de spanning van de radartankmeter uit. - Gebruik uitsluitend een goedgekeurd instrument op batterijen. - Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen van Rosemount. Vervanging door niet-originele reserveonderdelen kan de intrinsieke veiligheid in gevaar brengen. 2.2 Explosieveiligheid Explosieveilige behuizingen kunnen worden gebruikt als een explosie binnen in de behuizing is toegestaan zolang deze zich niet naar de buitenzijde verspreidt. De behuizing moet drukbestendig zijn en smalle openingen hebben om de lucht te kunnen laten ontsnappen zonder de atmosfeer buiten de apparatuur te doen ontbranden. Opmerking! Vervanging door niet-goedgekeurde onderdelen kan de veiligheid in gevaar brengen. De explosieveilige (vlambestendige) behuizing van de transmitterkop mag niet worden geopend terwijl de spanning van de eenheid is ingeschakeld. 2-2

19 Installatiehandleiding Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 2 Veiligheid 2.3 Informatie over de Europese ATEX-richtlijn Radareenheid De REX-radareenheid is gecertificeerd overeenkomstig Richtlijn 94/9/EC van het Europees Parlement en de Raad, zoals gepubliceerd in het Officiële Journaal van de Europese Unie Nr. L 100/1. MainLabel_RadarUnit.eps Figuur 2-1 ATEX-goedkeuringslabel voor de radareenheid 2015 (gebruikt in radartankmeters van de 3900-reeks). De volgende informatie wordt verschaft op het label van de radareenheid: Naam en adres van de fabrikant (Rosemount). CE-conformiteitsmarkering Volledig modelnummer Serienummer van het apparaat Bouwjaar Merkteken voor explosiebescherming: EEx d IIB T6 (-40 C Ta +70 C) Baseefa(2001) ATEX-certificaatnummer: Baseefa03ATEX0071X Speciale omstandigheden voor veilig gebruik (X): 1 Radareenheden van het type TH mogen niet direct op de tank worden gemonteerd. 2 Wanneer de bevestigingsschroeven van het deksel worden vervangen, moeten de vervangschroeven minimaal van A4-80 roestvast staal zijn. 3 De permanent bevestigde kabels moeten degelijk worden afgesloten en beschermd. 2-3

20 Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 2 Veiligheid Installatiehandleiding Radartankmeter De radartankmeter 3900 (radareenheid van het type TH met gecertificeerde antenne voor Zone 0) is gecertificeerd overeenkomstig Richtlijn 94/9/EC van het Europees Parlement en de Raad, zoals gepubliceerd in het Officiële Journaal van de Europese Unie Nr. L 100/1. MainLabel_RTG3900.eps Figuur 2-2 ATEX-goedkeuringslabel voor radartankmeter van de 3900Hreeks. De volgende informatie wordt verschaft op het label van de radareenheid: Naam en adres van de fabrikant (Rosemount). CE-conformiteitsmarkering Volledig modelnummer Serienummer van het apparaat Bouwjaar Merkteken voor explosiebescherming: EEx d IIB T6 (-40 C Ta +70 C) Baseefa(2001) ATEX-certificaatnummer: Baseefa03ATEX0071X Speciale omstandigheden voor veilig gebruik (X): 1 Radareenheden van het type TH mogen niet direct op de tank worden gemonteerd. 2 Wanneer de bevestigingsschroeven van het deksel worden vervangen, moeten de vervangschroeven minimaal van A4-80 roestvast staal zijn. 3 De permanent bevestigde kabels moeten goed worden afgesloten en beschermd. 2-4

21 Installatiehandleiding Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 2 Veiligheid Transmitterinterfacekaart (TIC) ATEX_TIC_label.eps Figuur 2-3 Goedkeuringslabel voor de transmitterinterfacekaart (TIC). De volgende informatie wordt verschaft op het label van de transmitter: Naam en adres van de fabrikant (Rosemount). CE-conformiteitsmarkering: Bouwjaar Merkteken voor explosiebescherming: [EEx ia] IIC (-40 C Ta +85 C) Baseefa(2001) ATEX-certificaatnummer: Baseefa03ATEX0050U 2-5

22 Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 2 Veiligheid Installatiehandleiding Temperatuur-multiplexerkaart (TMC) ATEX_TMC_label.eps Figuur 2-4 Goedkeuringslabel voor de temperatuur-multiplexerkaart (TMC). De volgende informatie wordt verschaft op het label van de transmitter: Naam en adres van de fabrikant (Rosemount). CE-conformiteitsmarkering: Bouwjaar Merkteken voor explosiebescherming: [EEx ia] IIC (-40 C Ta +85 C) Baseefa(2001) ATEX-certificaatnummer: Baseefa03ATEX0050U 2-6

23 Installatiehandleiding Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 2 Veiligheid Gegevensverzamelingseenheid Label_SDAU_973.eps Figuur 2-5 ATEX-goedkeuringslabel voor de gegevensverzamelingseenheid. De volgende informatie wordt verschaft op het label van de gegevensverzamelingseenheid (DAU): Naam en adres van de fabrikant (Rosemount). CE-conformiteitsmarkering Volledig modelnummer Serienummer van het apparaat Bouwjaar Merkteken voor explosiebescherming: EEx ia IIB T4 (-40 C Ta +65 C) X20 Pin 6 w.r.t Pin 7: Ui=14V li=334ma Pi=1.17W Li=Ci=0 X20 Pin 5w.r.t Pin 7: Ui=6V li=60ma Pi=0.08W Li=Ci=0 Baseefa(2001) ATEX-certificaatnummer: Baseefa03ATEX

24 Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 2 Veiligheid Installatiehandleiding Afstandsdisplay-eenheid 40 (RDU 40) ATEX_RDU40_label.eps Figuur 2-6 Goedkeuringslabel voor de afstandsdisplay-eenheid RDU40. De volgende informatie wordt verschaft op het label van de transmitter: Naam en adres van de fabrikant (Rosemount). CE-conformiteitsmarkering: Bouwjaar Merkteken voor explosiebescherming: EEx ib IIC T4 (-40 C Ta +70 C) Sira ATEX-certificaatnummer: Sira 00 ATEX

25 Installatiehandleiding Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 3 Beschrijving van 3900 REX 3. Beschrijving van 3900 REX 3.1 Transmitterkop RTG 3900 REX Afhankelijk van het type tankverbindingseenheid waarop de transmitterkop wordt gemonteerd, zijn er vier soorten radartankmeters. De transmitterkop bevat alle elektronica voor signaalverwerking, communicatie en aansluiting van externe sensoren. De transmitterkop RTG 3900 wordt gebruikt op alle metertypen van 3920 tot _TH.eps RTG 3920 RTG 3930 RTG 3950 RTG 3960 De hoornantenne voor installaties met een vast dak zonder standpijp. De paraboolantenne voor veeleisende omgevingen zonder standpijp. De standpijpniveaumeter voor metingen in standpijpen. De LPG/LNG-niveaumeter voor vloeibaar gas, LPG en LNG. Figuur 3-1 De transmitter RTG 3900 werkt met verschillende antennes. 3-1

26 Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 3 Beschrijving van 3900 REX Installatiehandleiding Elektronica van transmitterkop De elektronica is ondergebracht in een verwisselbare eenheid in de explosieveilige transmitterkop. Een hoge meetnauwkeurigheid wordt bereikt door het gebruik van digitale referentiecircuits en door het regelen van de interne temperatuur met een intern verwarmingselement. De transmitterkop 3900 kan worden gebruikt met alle soorten TRL/2- antennes. Een metrologische verzegeling is beschikbaar om het wijzigen van database-instellingen door onbevoegden te voorkomen. Sommige van de hieronder getoonde elektronische kaarten zijn optioneel en zijn mogelijk niet geïnstalleerd in uw transmitter. Transmitter-gelijkrichterkaart Veldcommunicatiekaart Signaalverwerkingskaart Analoge verwerkingskaart Transmitterinterfacekaart Temperatuur-multiplexerkaart Moederbord X12. Intrinsiek veilige aansluiting voor hulpingangen, zoals slave- DAU/RDU, temperatuursensoren en analoge ingangen. 2. X11. Niet intrinsiek veilige aansluiting voor voeding, communicatie en relais. 3. Elektronische eenheid. 4. Aardverbinding. REX3900_TH_Electronics.eps Figuur 3-2 Elektronica van transmitterkop RTG

27 Installatiehandleiding Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 3 Beschrijving van 3900 REX Analoge verwerkingskaart - APC De APC wordt gebruikt voor het filteren en multiplexen van analoge ingangssignalen. Doordat de analoge circuits zich op een afzonderlijke kaart bevinden, wordt een hoge signaal-ruisverhouding verkregen Transmitterinterfacekaart - TIC De transmitterinterfacekaart (TIC) is vereist voor intrinsiek veilige hulpingangen. De TIC bevat: twee voedingsbarrières en twee retourbarrières voor stroomlussen van 4-20 ma. één voedingsbarrière voor een slavegegevensverzamelingseenheid of een lokale display-eenheid. signaal-/voedingsaansluiting voor optionele temperatuurmultiplexerkaart (TMC) Temperatuur-multiplexerkaart - TMC De temperatuur-multiplexerkaart (TMC) wordt gebruikt om maximaal 6 temperatuursensoren aan te sluiten. Zowel punt- als gemiddeldesensoren worden ondersteund Relaisuitgangskaart - ROC De relaisuitgangskaart (ROC) bevat twee relais. Met deze kaart kunnen externe apparaten zoals ventielen, pompen, verwarmingselementen, etc. worden gestuurd Veldcommunicatiekaart - FCC De veldcommunicatiekaart (FCC) handelt de communicatie met externe apparaten af. Er zijn verschillende versies van de FCC-kaart. Dit stelt u in staat diverse soorten communicatieprotocollen te gebruiken en zelfs andere typen van meters te emuleren. 3-3

28 Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 3 Beschrijving van 3900 REX Installatiehandleiding Metrologische verzegeling Met een schakelaar op de FCC-kaart kunnen wijzigingen van de RTGdatabase door onbevoegden worden voorkomen. De schakelaar kan worden verzegeld in de tegen schrijven beveiligde stand met behulp van een speciale afdekking in kunststof. Interne schakelaar Metrologische verzegeling TH_Top.eps Figuur 3-3 Elektronica van transmitterkop RTG 3900 met metrologische verzegeling. Externe schakelaar REX kan ook worden uitgerust met een externe metrologische verzegeling. Deze bestaat uit een staaf die verbonden is met een schrijfbeveiligingsschakelaar in de transmitterkop. De staaf kan worden verzegeld. Schrijven toegestaan Tegen schrijven beveiligd WriteProtect.eps 3-4

29 Installatiehandleiding Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 3 Beschrijving van 3900 REX 3.2 Antennetypen Transmitterkop Weerbeschermkap Tank Nozzle Min. 8 De hoornantenne, RTG 3920 De hoornantenne is bedoeld voor het gebruik van een 8 inch-antenne in kleine openingen van tanks zonder vast dak. De RTG 3920 is bedoeld voor het meten van diverse olieproducten en chemicaliën. Voor bitumen/asfalt en soortgelijke producten wordt echter de paraboolantenne aanbevolen. Horn Antenna Figuur 3-4. De RTG 3920 hoornantenne 0,75 m Transmitterkop Parabolische reflector 0,44 m Weerbeschermkap Antenneleiding De paraboolantenne, RTG 3930 De paraboolantenne meet het niveau van alle soorten vloeistoffen, van lichte producten tot bitumen/asfalt. De meter is bedoeld voor montage op tanks met vast dak en heeft een handelsdoeleinden - nauwkeurigheid. Het ontwerp van de paraboolantenne biedt een extreme tolerantie tegen kleverige en condenserende producten. De smalle bundel van deze antenne maakt hem zeer geschikt voor smalle tanks met inwendige structuren. Figuur 3-5. De RTG 3930 paraboolantenne 3-5

30 Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 3 Beschrijving van 3900 REX Installatiehandleiding 0,5 m Golfgeleide reenheid 0,59 m Antenne Weerbeschermkap Figuur 3-6. De RTG 3900 standpijpniveaumeter 0,7 m De standpijpniveaumeter, RTG 3950 De standpijpniveaumeter wordt gebruikt voor tanks met standpijpen en voor alle producten die geschikt zijn voor standpijpen. De meter plant de radargolven voort met gering verlies, waardoor de invloed van de standpijptoestand vrijwel wordt geëlimineerd. De meting gebeurt met de hoogste nauwkeurigheid, ook als de pijp oud of verroest is of onder de aanslag zit. De standpijpniveaumeter is geschikt voor pijpen van 5, 6, 8, 10 en 12 inch. Hij kan worden gemonteerd op een bestaande standpijp en de tank hoeft niet buiten bedrijf te worden gesteld tijdens de montage. Er zijn twee versies van de RTG 3950: de vaste en de kantelbare. De kantelbare versie heeft een scharnierende kap, wat productmetingen in de volledige pijp of controlepeilingen met de hand mogelijk maakt. Figuur 3-7. De RTG 3900 LPG/LNG-antenne De LPG/LNG-niveaumeter, RTG 3960 De RTG 3960 is bedoeld voor niveaumetingen in LPG- en LNG-tanks. Een standpijp van 4 wordt als golfgeleider voor de meting gebruikt en voorkomt dat een golvend of kokend oppervlak de meting verstoort. De radarsignalen worden in de pijp overgebracht naar het oppervlak. De drukafdichting is een kwartsvenster dat is goedgekeurd voor gebruik in drukvaten. De meter is ook standaard uitgerust met een brandbestendig blokventiel en een dampruimtedruksensor. De LPG/LNG-niveaumeter is verkrijgbaar in twee versies: een 150 PSI-versie en een 300 PSI-versie. De gepatenteerde referentiepenfunctie maakt het mogelijk de meting te controleren zonder de tank te openen. Door de meter in de testmodus te zetten, worden de gemeten afstanden vergeleken met de werkelijke afstanden. 3-6

31 Installatiehandleiding Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 De gegevensverzamelingseenheid 4. De gegevensverzamelingseenheid De gegevensverzamelingseenheid (DAU) is een aanvulling op de radartankmeter (RTG) waarop diverse sensoren voor temperatuurmeting kunnen worden aangesloten. De DAU is intrinsiek veilig en wordt aangesloten op de RTG op dezelfde tank. Ze wordt van stroom voorzien en communiceert via de transmitterinterfacekaart (TIC) in de RTG. LCD-display voor lokale uitlezing 0,28 m 0,23 m Kabelwartels (niet voor Amerikaanse markt) SDAU_2100.eps Figuur 4-1 De slave-gegevensverzamelingseenheid. 4.1 Lokale uitlezing De DAU kan optioneel worden uitgerust met een lokaal uitleesdisplay dat het productniveau en de door de DAU zelf gemeten parameters weergeeft. 4-1

32 Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 De gegevensverzamelingseenheid Installatiehandleiding 4.2 Schrijfbeveiligingsschakelaar De DAU is uitgerust met een schakelaar die kan worden gebruikt om wijzigingen in de database (EEPROM) door onbevoegden te voorkomen. Om programmeren van het EEPROM mogelijk te maken, moet de schakelaar S1 in de juiste stand, naar de blokaansluitingen toe, worden gezet. De schakelaar kan worden vergrendeld en verzegeld in de tegen schrijven beveiligde stand met een draad door de gaffelpennen. SCHRIJFBEVEILIGINGSSCHAKELAAR S1 DAU DAU_WriteInhibit.eps Figuur 4-2 De schrijfbeveiligingsschakelaar. 4-2

33 Installatiehandleiding Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 De gegevensverzamelingseenheid 4.3 Aansluiting van de gegevensverzamelingseenheid, DAU 2100 Instructies voor het aansluiten van de gegevensverzamelingseenheid vindt u aan de binnenkant van het deksel Voeding De gegevensverzamelingseenheid betrekt haar voeding via de lokale lijn van de gekoppelde radartankmeter. Als de afstand tussen de transmitterkop en de gegevensverzamelingseenheid groter is dan 2 m, moet een aftakdoos worden gebruikt om een verlengkabel aan te sluiten. Deze verlengkabel mag niet langer zijn dan 50 m. Om veiligheidsredenen moeten de uiteinden van de ongebruikte draden goed worden geïsoleerd en afgesloten. De aftakdoos is door de klant te leveren of kan als optie worden geleverd door Rosemount Tank Gauging, zie hoofdstuk Temperatuursensoren Op de binnenkant van het deksel van de gegevensverzamelingseenheid zijn instructies afgedrukt voor het aansluiten van sensoren en omzetters. DAU_Tempsens_Connect.eps Temperatuursensoren aansluiten. Figuur 4-3 Sluit de referentieweerstand aan op aansluitingen 43, 44 en 45. Aansluiting X21 voor het aansluiten van temperatuursensoren. De temperatuursensoren Pt 100 (puntelement) of Cu90 (gemiddeldesensor) kunnen worden gebruikt. Als de sensoren worden aangesloten met gemeenschappelijke aardedraden, moeten jumpers worden aangesloten op de aansluitingen van de gegevensverzamelingseenheid. Een intrinsiek veilige aansluiting van de temperatuursensoren, de RTD s, gebeurt met n + 2 draden voor een punt- of gemiddeldesensor met n elementen. Er zijn puntelementen met drie draden voor elk element. Met de DAU s kunnen maximaal 14 RTD s (weerstandstemperatuursdetectors) worden aangesloten op aansluiting X21 op het moederbord. 4-3

34 Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 4 De gegevensverzamelingseenheid Installatiehandleiding Temperatuurbereik selecteren Een DAU kan worden geconfigureerd voor een van de drie verschillende temperatuurbereiken door middel van een multiplexer. De multiplexer voor de RTD s heeft twee verschillende versterkingsfactoren die met een jumper kunnen worden gekozen. Er kan ook een offset ten opzichte van het gemeten signaal worden opgegeven door er een stroom aan toe te voegen. X1 - OPEN X2 - OPEN X3 - GESLOTEN Figuur 4-4 Temperatuurbereik selecteren. DAU_TempRange.eps De versterking wordt gekozen op de aansluitingen X1 en X2 en de offset wordt gekozen op X3 volgens tabel De standaardinstelling is -50 C tot +125 C. De database-instelling van het temperatuurbereik in TankMaster WinSetup moet overeenkomen met de instelling van de jumpers. Temperatuurbereik Pt 100 X1 X2 X3-50 tot +125 C OPEN OPEN GESLOTEN -50 tot +300 C GESLOTEN GESLOTEN GESLOTEN -200 tot +150 C GESLOTEN GESLOTEN OPEN Tabel 4-1. Temperatuurbereikinstellingen. Een referentieweerstand met hoge precisie moet worden aangesloten op posities 43, 44 en 45 van aansluiting X21. Afhankelijk van het temperatuurbereik dat is opgegeven in het formulier Vereiste systeeminformatie, wordt een van de drie verschillende referentieweerstanden gekozen en aangesloten. Zie Figuur 4-3 en de lijst van reserveonderdelen in de Rosemount TankRadar REX Onderhoudshandleiding. 4-4

35 Level m Installatiehandleiding Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 5 De afstandsdisplay-eenheid RDU40 5. De afstandsdisplay-eenheid RDU40 De afstandsdisplay-eenheid 40 (RDU 40) is een robuuste displayeenheid voor buitengebruik in gevaarlijke gebieden. Als er minder dan zes temperatuurelementen per tank zijn, is de RDU 40 de meest voordelige oplossing voor een velddisplay. In dit geval kunnen de temperatuurelementen rechtstreeks worden aangesloten op de TankRadar-meter (RTG). De displayfuncties worden via de software gestuurd door de aangesloten TankRadar-meter. De RDU 40 wordt aangesloten met een 3-draadskabel op maximaal 100 m afstand van de RTG. Op één TankRadar Rex-meter kunnen twee eenheden worden aangesloten. Het display geeft berekende gegevens weer, zoals niveau, gemiddelde temperatuur, volume, signaalsterkte, etc. De gegevens kunnen worden weergegeven in lijsten of als afzonderlijke waarden. De operator kan een door de gebruiker gedefinieerd venster instellen met de meest nuttige informatie. Dit venster wordt getoond als standaardweergave. De RDU 40 kan de gegevens weergeven van maximaal zes punttemperatuurelementen die zijn aangesloten op een TankRadar Rex-meter. Zie hoofdstuk voor meer informatie over het aansluiten van de RDU40 op de REX-transmitter. Raadpleeg ook de Display-eenheid RDU40 Gebruikershandleiding voor instructies over het gebruik van de RDU40. LCD-display 128 x 64 pixels Level 6.767m RDU40.eps, RDU40_REX.eps 2 x M20 M25 Figuur 5-1 RDU 40 aangesloten op REX-meter. 5-1

36 Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 5 De afstandsdisplay-eenheid RDU40 Installatiehandleiding 5.1 Installatie Schroef alle zes de schroeven van het deksel van de RDU40 los en verwijder ze. Verwijder het deksel en let hierbij op de vergrendeling van de weerbeschermkap. De RDU 40 moet worden aangesloten op de TankRadar REX-aftakdoos voor kabelaansluitingen. RDU40_install_master_slave.eps Figuur 5-2 Installatie van RDU 40 master en slave Een van de drie kabelwartels kan worden gebruikt om de kabel in de RDU40 te voeren: 2xM20 - kabeldiameter: 7 mm - 14 mm 1xM25 - kabeldiameter: 9 mm - 18 mm. De externe adapters 1/2 NPT en 3/4 NPT zijn optioneel. Sluit de RDU 40 aan op de aansluiting X12 in de REX-aftakdoos zoals wordt getoond in Figuur

37 Installatiehandleiding Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 5 De afstandsdisplay-eenheid RDU40 Met het oog op een goede werking en om in overeenstemming te zijn met de EMC-voorschriften moet de kabel tussen de RDU 40 en de REXaftakdoos aan de volgende vereisten voldoen: Afgeschermde kabel. Minimaal 3 draden. De afscherming moet rondom worden aangesloten in de kabelwartel van de RDU 40 en met aarde worden verbonden in de REX-aftakdoos. Alle draden moeten een eigen isolatie hebben van minimaal 0,25 mm. Maximale totale lengte van 100 m, master en slave samen. Minimaal AWG 20 of 0,5 mm² voor elke draad. De RDU 40-behuizing moet lokaal worden geaard op de tank. Gebruik een draad van minimaal 4 mm² of AWG 11. Een bijkomende beschermende aardverbinding naar de verdeelkast of de REX-aftakdoos wordt niet aanbevolen, tenzij de nationale praktijkcode dit verplicht. Hierdoor kan een aardlus met circulerende stroom ontstaan. Opmerking! Een RDU 40 en een SDAU kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt. Als een kabel met twee afschermingen wordt gebruikt, moet één afscherming worden verbonden met aarde in de REX-aftakdoos en moet de andere afscherming rondom worden aangesloten in de kabelwartel van de RDU 40. Figuur 5-3 Achterkant van RDU40. Controleer de pakking en plaats de vergrendeling van de weerbeschermkap correct terug wanneer u het RDU-deksel opnieuw bevestigt. Draai alle zes de schroeven stevig vast. Monteer de RDU 40 met de vier M4-schroeven. De afstanden tussen de schroeven zijn 60 mm en 68 mm volgens de tekening op de achterkant van de RDU 40. Raadpleeg de RDU 40 Gebruikershandleiding, ref. nr EN voor meer informatie over de installatie van de RDU

38 Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 5 De afstandsdisplay-eenheid RDU40 Installatiehandleiding 5.2 Twee RDU 40 s aangesloten op dezelfde REX Als twee RDU 40 s zijn aangesloten op dezelfde REX, moet de ene worden geconfigureerd als slave en de andere als master. De slave kan niet afzonderlijk worden geconfigureerd of geregeld, maar volgt de master. Alleen het LCD-contrast kan afzonderlijk worden geregeld op de slave-rdu 40. Om de RDU 40 als slave te doen werken, moet de jumper op het deksel van de RDU 40 in stand 2 worden gezet (zie Figuur 5-2) Gegevensitems Er zijn 24 items beschikbaar, afhankelijk van de apparatuur van de REXmeter: Niveau Ullage Niveausnelheid Signaalsterkte Volume Gemiddelde temperatuur Temperatuurpunt 1-6 Analoge ingang 1-2 Dampdruk Waargenomen dichtheid Vrij waterniveau Hart-slave 1-3 Relais

39 Installatiehandleiding Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 6 De veldcommunicatie-eenheid 6. De veldcommunicatie-eenheid De veldcommunicatie-eenheid (FCU) vraagt voortdurend gegevens op van de radartankmeters en de gegevensverzamelingseenheden en slaat ze op in een buffergeheugen. De veldcommunicatie-eenheid is de master op de veldbus, maar fungeert als slave op de groepsbus. Opmerking! Aangezien geen explosiebescherming is voorzien, moet de veldcommunicatieeenheid worden geïnstalleerd in een niet-gevaarlijk gebied. FCU_2160.eps Aardverbinding Kabeluitgangen Figuur 6-1 De veldcommunicatie-eenheid. 6.1 FCU-behuizing De veldcommunicatie-eenheid wordt standaard geleverd in een weerbestendige, op de muur gemonteerde behuizing van hetzelfde type als die van de gegevensverzamelingseenheid. De veldcommunicatieeenheid is gebouwd op een printkaart en kan als dusdanig worden geleverd voor montage in een behuizing van de klant. 6-1

40 Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 6 De veldcommunicatie-eenheid Installatiehandleiding 6.2 Communicatiepoorten De veldcommunicatie-eenheid heeft zes aansluitingen voor communicatieinterfacekaarten, X1 t/m X6. De aansluitingen kunnen afzonderlijk worden geconfigureerd als groepsbus- of veldbuspoorten. Er kunnen maximaal vier groepsbussen of vier veldbussen tegelijk zijn. De maximale configuratie is 2+4, 3+3 of 4+2 bussen van elke soort. Aansluitingen X5 en X6 worden echter nooit geconfigureerd als veldbuspoorten, en aansluitingen X1 en X2 worden nooit geconfigureerd als groepsbuspoorten. De veldcommunicatie-eenheid wordt standaard geleverd met zes FCMinterfacekaarten voor vier veldbuspoorten en twee groepsbuspoorten. De onderstaande tabel geeft de maximale configuraties van een uitgebreide FCU weer: Poorten X1 X2 X3 X4 X5 X6 Alternatief 4+2 FB FB FB FB GB GB Alternatief 3+3 FB FB FB GB GB GB Alternatief 2+4 FB FB GB GB GB GB Tabel 6-1. Communicatiepoorten RS232-communicatie Er worden twee jumperaansluitingen geleverd bij elke eenheid. Deze kunnen worden aangesloten op X5 en/of X6 voor RS-232Cgroepsbuscommunicatie. Zie Figuur 6-2. X6 X5 X4 X3 X2 X1 TRL/2-businterfacekaarten, FCM-kaarten Jumper voor RS232C FCU_BusPorts.eps Figuur 6-2 FCU-buspoorten 6-2

41 Installatiehandleiding Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 6 De veldcommunicatie-eenheid RS 485-communicatie Elke FCM-interfacekaart kan worden vervangen door FCI-interfacekaarten voor RS-485-communicatie. Opmerking! De draadaansluitingen 1 en 3, respectievelijk 2 en 4, van de aansluiting op de FCM-kaart worden parallel aangesloten. Zie de installatietekening. 6.3 Schrijfbeveiligingsschakelaar In de FCU bevindt zich een schrijfbeveiligingsschakelaar die kan worden gebruikt om wijzigingen in de FCU-database door onbevoegden te voorkomen. De schakelaar kan worden vergrendeld in de tegen schrijven beveiligde stand door het borgplaatje vast te zetten met een draad door de gaffelpennen. Tegen schrijven Resetschakelaar FCU_WriteEnableInhibit.eps Schrijven toegestaan 115 V 230 V Figuur 6-3 Schrijfbeveiligingsschakelaar. 6-3

42 Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 6 De veldcommunicatie-eenheid Installatiehandleiding 6.4 Aansluiting van de veldcommunicatie-eenheid, FCU Voeding Er is een schakelaar waarmee de voedingsspanning kan worden ingesteld op 115 V of 230 V. Controleer of de schakelaar in de juiste stand staat voordat de voeding wordt aangesloten. De standaardinstelling van de schakelaar is 230 V. Als de schakelaar is ingesteld op 115 V, moet u het vakje op het naamplaatje aankruisen: Mark box if re-wired for 115 VAC : Figuur 6-4 Aanduiding van 115 VAC op FCU. Opmerking! Draai de schakelaar niet helemaal rond. Dit kan de schakelaar beschadigen. FCU_Power.eps 115 V 230 V FCU_2160_Label.eps Figuur 6-5 Voedingsspanning van FCU kiezen Aansluiting op een pc De FCU kan ofwel rechtstreeks via RS-232C ofwel via een veldbusmodem (FBM) op de TRL/2-groepsbus worden aangesloten op de pc. Voor de TRL/2-bus is een getwist en afgeschermd dradenpaar met een minimale doorsnede van 0,50 mm 2 (AWG 20 of gelijkwaardig) vereist. Zie hoofdstuk De RS-232C-aansluiting kan gebeuren met 3 draden van de pc naar de veldcommunicatie-eenheid. De draaddoorsnede moet minimaal 0,25 mm 2 zijn (AWG 24 of gelijkwaardig). De maximumlengte van de RS-232Caansluiting is 30 m. 6-4

43 Installatiehandleiding Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 6 De veldcommunicatie-eenheid 6.5 Redundantie Om het risico van communicatiestoringen tussen de TankMaster en de eenheden die zijn aangesloten op de TRL/2-veldbus te beperken, kunnen twee FCU s parallel worden aangesloten voor automatische redundantie. De FCU s zijn verbonden met een extra kabel waardoor ze kunnen communiceren. De niet-actieve FCU controleert voortdurend of de aangesloten FCU actief is. Als de actieve FCU uitvalt, geeft hij aan de reserve-fcu het sein om het over te nemen. Daarop wordt de reserve-fcu onmiddellijk actief. Het is ook mogelijk om maximaal vier TankMaster-pc's te gebruiken, aangesloten via verschillende groepsbussen. Redundante FCU's. Twee FCU's kunnen parallel worden aangesloten. De ene wordt geconfigureerd als "primary FCU", de andere als "backup". De primaire FCU is actief. De backupof reserve-fcu luistert naar de communicatie op de veldbus en neemt automatisch de communicatie over zonder enige tussenkomst van de operator als de primaire FCU uitvalt. Dubbele FCU's en werkstations. Met twee FCU's en twee TankMaster-werkstations wordt een complete redundantie vanaf de controlekamer tot de RTG verkregen. FCU_redundant_workstation.eps FCU_redundant.eps 6-5

44 Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 6 De veldcommunicatie-eenheid Installatiehandleiding Lokaal netwerk Redundante FCU's, FBM's en werkstations. Met twee FBM's wordt een veilige communicatie tussen het TankMaster-werkstation en de FCU verkregen. FCU_redundant_FBM.eps Diverse groepsbussen. FCU_redundant_groupbus.eps Op één FCU kunnen maximaal vier groepsbussen worden aangesloten. De bussen kunnen verschillende masters hebben, bijvoorbeeld TankMaster-pc's en DCS-eenheden. 6-6

45 Installatiehandleiding Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 7 Busmodems 7. Busmodems Rosemount Tank Control levert twee soorten modems (zie hoofdstuk 14 voor technische details): Veldbusmodem: zet om tussen RS 232C en de TRL/2-bus. Het TRL/2- protocol wordt gebruikt voor communicatie tussen apparaten van Rosemount. Enraf-busmodem: zet om tussen RS 232C en de TRL/2-bus of RS 232C en het Enraf GPU-communicatieprotocol. 7.1 Veldbusmodem, FBM 2171 Het veldbusmodem, FBM, is een omvormer tussen RS-232C en de TRL/2-bus. Het wordt gebruikt om een pc met de software TankMaster (of COS) aan te sluiten op de TRL/2-bus. Opmerking! Aangezien geen explosiebescherming is voorzien, moet het veldbusmodem worden geïnstalleerd in een niet-gevaarlijk gebied. Aansluiting op pc DCaansluiting FBM_Dim.eps/FBM_System_REX.eps RTG FBM FCU DAU Figuur 7-1 Veldbusmodem. 7-1

46 Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 7 Busmodems Installatiehandleiding Aansluiting van het veldbusmodem, FBM 2171 Het veldbusmodem wordt standaard geleverd met een 3 m lange kabel voor de RS-232C-aansluiting op de pc. De aansluiting op de TRL/2-bus gebeurt met een getwist dradenpaar. Het veldbusmodem mag niet worden gebruikt in een gevaarlijk gebied, aangezien het niet tegen explosie is beschermd. Het veldbusmodem wordt van stroom voorzien door een wisselstroom-gelijkstroomomvormer (6-20 V, 10 ma) die wordt geleverd door Rosemount Tank Gauging. In zeldzame gevallen kan het veldbusmodem van stroom worden voorzien via de RS-232C-poort van de pc. Aansluiting op pc (RS232) Voeding DC 6-20 V, 10 ma Aansluiting op TRL/2-bus 1 Afscherming 2 Veldbus 3 Veldbus 4 Aarde FBM_Connect.eps Figuur 7-2 Aansluiting van een veldbusmodem. 7-2

47 Installatiehandleiding Rosemount Tank Radar REX Hoofdstuk 7 Busmodems 7.2 Enraf-busmodem, EBM Wanneer een Rex-meter wordt geconfigureerd voor Enraf-emulatie, wordt een Enraf-busmodem (EBM) gebruikt. Netwerk Entis / TankMaster PLC EBM Pc met WinSetupsoftware voor configuratie van Rex CIU Rex-meter Enraf_Fieldbus_REX.eps Figuur 7-3 Systeem waarbij Enraf-meters zijn vervangen door TankRadar Rex. 7-3