Handleiding. Elektrische vloerverwarming. Comfortkabel Comfortmat Klokthermostaat. Kies voor comfort

Transcriptie

1 Handleiding Comfortkabel Comfortmat Klokthermostaat Elektrische vloerverwarming Kies voor comfort

2 Inhoudsopgave Voorwoord Pagina 3 I Handleiding Comfortkabel 1. Controle verpakking Pagina 4 2. Aandachtspunten vooraf Pagina 4 3. Aanleg verwarmingskabel en vloersensorkabel Pagina 6 3a. Aanleg kabels met aluminium isolatiefolie Pagina 6 3b. Aanleg kabels zonder aluminium isolatiefolie Pagina 8 II Handleiding Comfortmat 1. Controle verpakking Pagina 9 2. Aandachtspunten vooraf Pagina 9 3. Aanleg verwarmingsmat en vloersensorkabel Pagina 11 3a. Aanleg mat in de tegellijm Pagina 11 3b. Aanleg mat afgewerkt met een egalisatiemiddel Pagina 13 III Aansluiten thermostaat Pagina 15 IV Bediening thermostaat Pagina Inleiding Pagina Aan de slag Pagina De thermostaat in gebruik nemen Pagina Dagelijks gebruik van de thermostaat / 4-fasen modus Pagina Programmeren van de 4-fasen tijdschema s Pagina Geavanceerde instellingen Pagina Fabrieksinstellingen herstellen Pagina Foutcodes Pagina 22 V Garantievoorwaarden Pagina 23 2

3 Voorwoord Geachte klant, Graag feliciteren wij u met de aanschaf van deze Schävis-vloerverwarming. De componenten voor deze vloerverwarming zijn met uiterste zorg gefabriceerd en voldoen aan alle geldende normen. Wij verzoeken u deze handleiding aandachtig door te lezen voordat het product geïnstalleerd wordt. U dient de elektrische installatie te laten uitvoeren door een erkend installateur volgens de NEN1010 normen. Mocht u vragen of opmerkingen hebben, dan kunt u contact opnemen met uw leverancier of met Intertop Products. Wij wensen u bij voorbaat veel plezier met uw Schävis-vloerverwarming. Met vriendelijke groet, INTERTOP PRODUCTS BV Rob C.J. Vissers 3

4 Comfortkabel 1. Controle verpakking Controleer zorgvuldig de inhoud van de doos voordat u begint met de installatie. U dient de volgende componenten aan te treffen in de doos: Verwarmingskabel met aansluitdraad Digitale klokthermostaat Vloersensorkabel Flexibele doorvoerbuis Aluminium bevestigingstape Kabelafstandenmal Deze handleiding 2. Aandachtspunten vooraf Controleer of de lengte van de verwarmingskabel overeenkomt met het te verwarmen oppervlak (zie onderstaande tabel). De afstand tussen de kabels bepaalt het aantal watt per vierkante meter. Hoe dichter u de kabellussen bij elkaar legt, hoe meer watt per vierkante meter u gebruikt. In de verpakking treft u een afstandenmal aan met de keus om 100 watt of 160 watt per vierkante meter te gebruiken. Een hoger wattage per vierkante meter zorgt ervoor dat de vloer sneller op temperatuur is; het stroomverbruik is daarentegen wel wat hoger. Artikelnr. Lengte Oppervlak Oppervlak Vermogen Ampèrage Ohm kabel 160W p/m2 100W p/m ,90 m 1,25 m2 2,00 m2 200 W 0,87 A 265,00 O ,60 m 1,60 m2 2,50 m2 250 W 1,09 A 211,50 O ,60 m 2,00 m2 3,20 m2 320 W 1,39 A 165,30 O ,90 m 2,50 m2 4,00 m2 400 W 1,74 A 132,20 O ,70 m 2,80 m2 4,50 m2 450 W 1,96 A 117,80 O ,90 m 3,75 m2 6,00 m2 600 W 2,61 A 88,30 O ,80 m 4,70 m2 7,50 m2 750 W 3,26 A 70,20 O ,00 m 5,90 m2 9,50 m2 950 W 4,13 A 55,50 O ,50 m 6,90 m2 11,00 m W 4,78 A 48,50 O ,30 m 8,10 m2 13,00 m W 5,65 A 40,70 O ,50 m 10,60 m2 17,00 m W 7,39 A 31,10 O ,50 m 12,50 m2 20,00 m W 8,70 A 26,50 O Zorg voor een schone vlakke vloer. Wees tijdens het verwerken van de vloerverwarming voorzichtig met scherpe voorwerpen die de verwarmingskabel kunnen beschadigen! Bij het gebruik van een inbouwthermostaat moet er vooraf een gleuf in de muur worden gefreesd van de inbouwdoos naar de vloer. In deze gleuf worden de 2 flexibele doorvoerbuizen geplaatst waarin het (koude) zwarte gedeelte van de verwarmingskabel en de vloersensorkabel komen te 4

5 Comfortkabel liggen. Bij het gebruik van een opbouwthermostaat moeten beide kabels worden weggewerkt in een kabelstrip op de muur. Meet voor en tijdens de installatie regelmatig de verwarmingskabel door met behulp van een multimeter. U bent er dan zeker van dat er zich geen breuk in de kabel bevindt. Meet de waarde tussen beide weerstandsdraden. Kijk in de tabel hiervoor wat de ohm-waarde moet zijn van de gebruikte verwamingskabel en controleer of deze overeenkomt met de waarde op de multimeter. Deze waarde mag maximaal 5% afwijken. Meet ook de waarde tussen de weerstandsdraad en de aardedraad. Bij deze meeting mag de meter geen waarde aangeven. De verwarmingskabel moet minimaal 5 cm van de muur of objecten verwijderd blijven. Ook de afstand tussen de kabellussen bedraagt minimaal 5 cm. Kabels mogen nooit over elkaar worden gelegd! Leg geen kabels onder vaste objecten als baden, douchebakken of staande meubels. De verwarmingskabel moet zijn warmte vrij kunnen afgeven. De gele verwarmingskabel mag nooit worden ingekort. Het begin van de verwarmingskabel (koude gedeelte) en de vloersensorkabel kunnen desgewenst wel worden ingekort. De temperatuursensor die zich aan het eind van de vloersensorkabel bevindt, dient voor een optimale temperatuursregistratie in het midden van een kabellus te worden aangebracht. De vloersensorkabel mag geen verwarmingskabels kruisen. Zorg dat de temperatuursensor dient minimaal 50 cm van (verborgen) verwarmings- en warmwaterleidingen verwijderd blijft. De vloersensorkabel wordt in de flexibele doorvoerbuis geplaatst. Deze doorvoerbuis is aan een zijde afgedopt, zodat de vloersensorkabel achteraf eventueel kan worden uitgewisseld. Met de bijgeleverde aluminium bevestigingstape kunt u de verwarmingskabel op de vloer plakken. Dit werkt alleen bij gladde en stofvrije vloeren. In andere gevallen dient u Grufast-bevestigingsstrips gebruiken (niet bijgeleverd). Leg de kabels zo vlak mogelijk op de ondervloer en zorg dat deze bij het aanbrengen van de afwerkvloer niet kunnen losraken. Het is niet mogelijk de verwarmingskabel direct op een houten ondervloer aan te brengen. Gedurende de installatie dient de stroomtoevoer afgesloten te blijven. De aansluiting van de thermostaat dient door een erkend installateur te geschieden. De stroomtoevoer dient te zijn voorzien van een aardlekschakelaar. Bij grotere oppervlaktes kunnen meerdere verwamingskabels op één thermostaat worden aangesloten, mits het totaal aangesloten vermogen niet meer dan 16 ampère bedraagt. 5

6 Comfortkabel Zorg voor een brede plank die u over de verwarmingskabels legt in het geval u er over heen moet lopen. U vermindert hiermee de kans op beschadiging van de kabels. 3. Aanleg verwarmingskabel en vloersensorkabel De losse verwarmingskabel wordt meestal aangelegd op een betonnen vloer, die wordt voorzien van een specie afwerkvloer of egaline afwerklaag. In het geval van een specie afwerkvloer adviseren wij u voor een optimaal rendement de betonnen vloer eerst te voorzien van een aluminium isolatiefolie. In het geval u als ondergrond een betonnet, zwaluwstaarten of hout gebruikt, adviseren wij u deze eerst te voorzien van een gladde afwerklaag. Vervolgens legt u, al dan niet door gebruik te maken van de aluminium isolatiefolie, hier de verwarmingskabel op. Het is ook mogelijk de verwarmingskabel door middel van de aluminium tape direct op de zwaluwstaarten of met tyraps direct op een betonnet aan te brengen (zie afbeelding). Het is in deze gevallen wel van groot belang dat de werkvloer volledig luchtbelvrij wordt aangebracht, anders zou de verwarmingskabel door oververhitting kunnen beschadigen! De aanleg van de verwarmingskabel en vloersensorkabel met en zonder aluminium isolatiefolie wordt hieronder beschreven. 3a. Aanleg kabels met aluminium isolatiefolie 1. Breng 2 gleuven of 1 brede gleuf aan in de muur tussen de inbouwdoos en de vloer. 2. Breng de aluminium isolatielaag aan op de vloer. Om eventuele krimp of uitzetting van de afwerkvloer op te vangen raden wij u aan randstroken langs de wanden aan te brengen. 6

7 Comfortkabel 3. Plaats de flexibele doorvoerbuizen in de gefreesde gleuf. De afgedopte buis die is bedoeld voor de sensorkabel, dient u 30 tot 50 cm de ruimte in te laten steken. Breng de vloersensorkabel aan in de afgedopte doorvoerbuis. De sensor dient aan het einde van de afgedopte doorvoerbuis te zitten. Voer het begin van de verwarmingskabel door de flexibele doorvoerbuis. Van de zwarte (koude) kabel dient minimaal cm in de vloer te zijn verwerkt. 4. Meet de verwarmingskabel nogmaals door en bevestig deze vervolgens op de aluminium isolatielaag met aluminium tape. De afstandenmal is een bruikbare hulp bij het bepalen van de afstand tussen de kabellussen (100 of 160 watt per m2). Zorg ervoor dat de sensor tussen 2 lussen ligt. 5. Meet de verwarmingskabel nogmaals door en breng de afwerkvloer aan. Gebruik als u isolatiefolie toepast geen egaline, omdat de vloer kan gaan zweven. De afwerkvloer dient minimaal 4 cm dik te zijn. 6. Na het verwijderen van de randstroken kunnen de tegels direct in de natte specie worden gelegd. De gleuf met de flexibele doorvoerbuizen kan worden dichtgesmeerd. 7

8 Comfortkabel 3b. Aanleg kabels zonder aluminium isolatiefolie 1. Breng 2 gleuven of 1 brede gleuf aan in de muur tussen de inbouwdoos en de vloer. Als de beoogde dikte van de afwerkvloer minder dan 2 cm is, dan dient u ook een gleuf van cm lang in de vloer te maken ten behoeve van de doorvoerbuis voor de vloersensor Plaats de flexibele doorvoerbuizen in de gefreesde gleuf. De afgedopte buis die is bedoeld voor de sensorkabel, dient u 30 tot 50 cm de ruimte in te laten steken. Breng de vloersensorkabel aan in de afgedopte doorvoerbuis. De sensor dient aan het einde van de afgedopte doorvoerbuis te zitten. Voer het begin van de verwarmingskabel door de flexibele doorvoerbuis. Van de zwarte (koude) kabel dient minimaal cm in de vloer te zijn verwerkt. Voorzie de vloer van zgn. Grufast-strips. Meet de verwarmingskabel nogmaals door en bevestig deze vervolgens op de vloer. De afstandenmal is een bruikbare hulp bij het bepalen van de afstand tussen de kabellussen (100 of 160 watt per m2). Zorg ervoor dat de sensor tussen 2 lussen ligt. 4. Meet de verwarmingskabel nogmaals door en breng de afwerkvloer aan. Zorg ervoor dat de kabel volledig onder de afwerkvloer ligt. 5. Als de vloer is uitgehard, kunnen de tegels in de tegellijm worden gelegd en kan de gleuf met de flexibele doorvoerbuizen worden dichtgesmeerd. 8

9 Comfortmat 1. Controle verpakking Controleer zorgvuldig de inhoud van de doos voordat u begint met de installatie. U dient de volgende componenten aan te treffen in de doos: Verwarmingsmat met aansluitdraad Digitale klokthermostaat Vloersensorkabel Flexibele doorvoerbuis Deze handleiding 2. Aandachtspunten vooraf Controleer of de lengte van de verwarmingsmat overeenkomt met het te verwarmen oppervlak (zie onderstaande tabel). Artikelnr. Oppervlak Lengte Vermogen Ampèrage Ohm 160W p/m2 heatmat ,30 m2 2,60 m 210 W 0,91 A 256,60 O ,60 m2 3,20 m 260 W 1,13 A 205,20 O ,10 m2 4,20 m 340 W 1,49 A 156,40 O ,60 m2 5,20 m 410 W 1,78 A 129,60 O ,00 m2 6,10 m 500 W 2,17 A 109,70 O ,40 m2 6,70 m 560 W 2,43 A 94,50 O ,20 m2 8,30 m 670 W 2,91 A 78,90 O ,10 m2 10,20 m 810 W 3,52 A 65,30 O ,10 m2 12,30 m 1000 W 4,35 A 54,00 O ,60 m2 15,10 m 1210 W 5,26 A 43,70 O ,80 m2 17,60 m 1400 W 6,09 A 37,70 O ,00 m2 22,00 m 1800 W 7,82 A 27,60 O ,30 m2 26,60 m 2150 W 9,35 A 24,90 O Zorg voor een schone vlakke vloer. Wees tijdens het verwerken van de vloerverwarming voorzichtig met scherpe voorwerpen die de verwarmingskabel kunnen beschadigen! Bij het gebruik van een inbouwthermostaat moet er vooraf een gleuf in de muur worden gefreesd van de inbouwdoos naar de vloer. In deze gleuf worden de 2 flexibele doorvoerbuizen geplaatst waarin het (koude) begin van de verwarmingskabel en de vloersensorkabel komen te liggen. Bij het gebruik van een opbouwthermostaat moeten beide kabels worden weggewerkt in een kabelstrip op de muur. 9

10 Comfortmat Meet voor en tijdens de installatie regelmatig de verwarmingskabel door met behulp van een multimeter. U bent er dan zeker van dat er zich geen breuk in de kabel bevindt. Meet de waarde tussen beide weerstandsdraden. Kijk in de tabel hiervoor wat de Ohm-waarde moet zijn van de gebruikte verwarmingsmat en kijk of deze overeenkomt met de waarde op de multimeter. Deze waarde mag maximaal 5% afwijken. Meet ook de waarde tussen de weerstandsdraad en de aardedraad. Bij deze meeting mag de meter geen waarde aangeven. De verwarmingskabel moet minimaal 5 cm van de muur of objecten verwijderd blijven. Kabels mogen nooit over elkaar worden gelegd! Leg geen kabels onder vaste objecten als baden, douchebakken of staande meubels. De verwarmingskabel moet zijn warmte vrij kunnen afgeven. De gele verwarmingskabel mag nooit worden ingekort. Het begin van de verwarmingskabel (koude gedeelte) en de vloersensorkabel mag desgewenst wel worden ingekort. De temperatuursensor die zich aan het eind van de vloersensorkabel bevindt, dient voor een optimale temperatuursregistratie in het midden van een kabellus te worden aangebracht. De vloersensorkabel mag geen verwarmingskabels kruisen. Zorg dat de temperatuursensor minimaal 50 cm van (verborgen) verwarmings- en warmwaterleidingen verwijderd blijft. De vloersensorkabel wordt in de flexibele doorvoerbuis geplaatst. Deze doorvoerbuis is aan een zijde afgedopt zodat de vloersensorkabel, zonodig achteraf kan worden uitgewisseld. Leg de verwarmingsmat zo vlak mogelijk op de ondervloer en zorg dat deze bij het aanbrengen van de afwerkvloer niet kan losraken. Het is niet mogelijk de verwarmingsmat direct op een houten ondervloer aan te brengen. Gedurende de installatie dient de stroomtoevoer afgesloten te blijven. De aansluiting van de thermostaat dient door een erkend installateur te geschieden. De stroomtoevoer dient te zijn voorzien van een aardlekschakelaar. Bij grotere oppervlaktes kunnen meerdere verwarmingsmatten op één thermostaat worden aangesloten, mits het totaal aangesloten vermogen niet meer dan 16 ampère bedraagt. Zorg voor een brede plank die u over de verwarmingskabels legt in het geval u er over heen moet lopen. U vermindert hiermee de kans op beschadiging van de kabels. Gebruik tegellijm of egalisatiemiddel dat geschikt is voor vloerverwarming. 10

11 Comfortmat 3. Aanleg verwarmingsmat en vloersensorkabel De verwarmingsmat wordt meestal gelegd op de kant-en-klare afwerkvloer of over een bestaande tegelvloer. De verwarmingsmat is voorzien van dubbelzijdig tape, waarmee u de mat kunt vastplakken op de vloer. Dit werkt alleen bij een stofvrije en gladde ondervloer. Als de tape niet plakt, dan dient u de verwarmingsmat in een dun laagje tegellijm te drukken. Het aanleggen van de verwarmingsmat en vloersensorkabel in de tegellijm of afgewerkt met egaline wordt hieronder beschreven. 1. 3a. Aanleg mat in de tegellijm Breng 2 gleuven of 1 brede gleuf aan in de muur tussen de inbouwdoos en de vloer. Maak ook een gleuf van 30 tot 50 cm lang in de vloer ten behoeve de doorvoerbuis voor de sensorkabel. 2. Plaats de flexibele doorvoerbuizen in de gefreesde gleuf. De afgedopte buis die is bedoeld voor de sensorkabel, dient u 30 tot 50 cm de ruimte in te laten steken. Breng de vloersensorkabel aan in de afgedopte doorvoerbuis. 3. Voorzie de vloer keer op keer gedeeltelijk van een laagje tegellijm. 11

12 Comfortmat 4. Meet de verwarmingskabel nogmaals door en voer het begin van de kabel door de doorvoerbuis naar de inbouwdoos. Van de zwarte (koude) kabel dient minimaal 10 tot 20 cm in de vloer te zijn verwerkt. De kabels zitten aan de onderzijde van de mat. Druk de mat voorzichtig in de tegellijm en verdeel de lijm die door de mat heenkomt. 5. U kunt de matten inknippen (niet in de kabel!) en zo de matten parallel aan elkaar leggen. Als u aan het eind nog een stukje mat over heeft, dan kunt u de kabel losknippen en deze rond leggen, verwerken in de muur of in het opstapje naar het bad (let op dat de kabels elkaar niet kruisen en dat de afstand tussen de kabels minimaal 5 cm bedraagt!). 6. Meet de verwarmingskabel nogmaals door en breng de tweede laag tegellijm aan als de eerste laag is opgedroogd. Let op dat er zich geen luchtbellen in de lijm bevinden! Gebruik een brede plank als u over de verwarmingskabels moet lopen, zodat de kans op schade aan de kabel wordt verminderd. 7. U kunt nu de tegels leggen en daarna de gleuf met de flexibele doorvoerbuizen dichtsmeren. 12

13 Comfortmat 3b. Aanleg mat afgewerkt met egalisatiemiddel 1. Breng 2 gleuven of 1 brede gleuf aan in de muur tussen de inbouwdoos en de vloer. Maak ook een gleuf van 30 tot 50 cm lang in de vloer ten behoeve de doorvoerbuis voor de sensorkabel. 2. Plaats de flexibele doorvoerbuizen in de gefreesde gleuf. De afgedopte buis die is bedoeld voor de sensorkabel, dient u 30 tot 50 cm de ruimte in te laten steken. Breng de vloersensorkabel aan in de afgedopte doorvoerbuis. 3. Meet de verwarmingskabel nogmaals door en voer het begin van de kabel door de doorvoerbuis naar de inbouwdoos. Van de zwarte (koude) kabel dient minimaal cm in de vloer te zijn verwerkt. 4. Leg de verwarmingsmat uit in de ruimte met de kabels aan de bovenzijde van de mat. U kunt de dubbelzijdige tape aan de onderzijde van de mat gebruiken om de mat op de vloer te plakken. Als de tape niet wil plakken, dan kunt u montagekit gebruiken. U kunt de matten inknippen (let op dat u niet in de kabel knipt!) en zo de matten parallel aan elkaar leggen. Als u aan het eind nog een stukje mat over heeft, dan kunt u de kabel losknippen en deze rond leggen, verwerken in de muur of in het opstapje naar het bad (let op dat de kabels elkaar niet kruisen en dat de afstand tussen de kabels minimaal 5 cm bedraagt!). 13

14 Comfortmat 5. Meet de verwarmingskabel nogmaals door en breng vervolgens het egalisatiemiddel aan. Gebruik als u over de verwarmingskabels moet lopen een brede plank, zodat de kans op schade aan de kabel wordt beperkt. 6. Als het egalisatiemiddel is uitgehard, kunt u de tegels leggen en de gleuf met de flexibele doorvoerbuizen dichtsmeren. 14

15 Aansluiten thermostaat Aansluiten van de thermostaat Voor montage of demontage van de thermostaat dient de voeding in de meterkast te zijn uitgeschakeld. De aansluiting van de thermostaat dient te geschieden door een erkend installateur overeenkomstig de NEN 1010 voorschriften. 1. Kort indien nodig de draden die in de muurdoos zitten in tot een werkbare lengte. 2. Verwijder de deksel en de afdekplaat van de thermostaat door de borg aan de zijkanten met een schroevendraaier in te drukken. 3. Sluit de draden aan volgens de afbeelding en het diagram. 1+2= voeding = aarde 3+4= verwarmingskabel 5+6= vloersensorkabel 4. Monteer de thermostaat in de muurdoos en bevestig in omgekeerde volgorde wederom de afdekplaat en de deksel. 15

16 Bediening thermostaat Bediening van de thermostaat. Op de volgende pagina s wordt de bediening van de thermostaat beschreven. Let u er op dat de vloerverwarming pas mag worden aangeschakeld als de vloer volledig is opgedroogd en uitgehard. De droog- en uithardingstijd is afhankelijk van de toegepaste wijze van verwerken. In ieder geval dient u tot minimaal 14 dagen na de installatie te wachten met het in werking stellen van de vloerwarming. Het eerder aanzetten kan de vloer beschadigen. 1. Inleiding De thermostaat maakt het mogelijk uw vloerverwarming op vooraf ingestelde tijdstippen op verschillende weekdagen in te schakelen. Het is mogelijk om per dag 4 fasen van verschillende temperaturen in te stellen. Het door de fabriek ingestelde tijdschema is geschikt voor de meeste situaties. De thermostaat zal volgens deze standaardinstellingen functioneren, tenzij u deze instellingen wijzigt. Het instellen van een lagere temperatuur wanneer de ruimte niet in gebruik is, levert een energiebesparing op, zonder dat dit ten koste gaat van het comfort. De thermostaat zorgt ervoor dat de ingestelde temperatuur automatisch wordt bereikt op het door u gewenste tijdstip. In de loop van drie dagen heeft deze functie geleerd, wanneer de installatie moet worden ingeschakeld. Wanneer er op de knoppen wordt gedrukt, dan licht de display op. Wanneer de vloerverwarming uitschakelt, gaat de achtergrondverlichting aan. 2. Aan de slag Drukknoppen A B C R G F E D BR929A09 A: B: C: D: Pin drukknop Aan/Uit E: F: G: OK - bevestigen Omhoog Tijdinstelling Fabrieksinstellingen opnieuw instellen Display Omlaag 16 H: I: J: K:

17 Bediening thermostaat Display symbolen H: I: I: J: K: Klok functie Handmatige Tijd en Dagnummer modus temperatuur van de week H I J K N M L L: M: N: Verwarming Tijdbewaking 4-fasen symbool: aan van Aan Uit inschakeling Nacht Hoofdmenu 3. De thermostaat in gebruik nemen. Wanneer thermostaat de eerste maal op het lichtnet wordt aangesloten, zullen "Klok" en "Dag" knipperen en ingesteld moeten worden. Indien u later een andere tijd wilt instellen, kunt u met behulp van een pin in het gaatje voor tijdinstelling de dag en tijd wijzigen. De wijziging van en naar zomer- en wintertijd moet worden ingesteld. Druk op UP ( ) of DOWN ( ) om de juiste tijd in te stellen en druk op OK ( ) Vervolgens druk UP ( ) of DOWN ( ) om de dag in te stellen en druk op OK ( ). ) = maandag 2= dinsdag 3= woensdag 4= donderdag 5= vrijdag 6= zaterdag 7= zondag 17

18 Bediening thermostaat 4. Dagelijks gebruik van de thermostaat 4 -fasen klok modus Een standaard dag is ingedeeld in 4 fasen. Wanneer de thermostaat op 4-fasen modus is ingesteld, zal deze automatisch de temperatuur aanpassen aan de gewenste temperatuur op het gewenste tijdstip. Als standaard heeft de thermostaat 5 dagen met 4 fasen en 2 dagen met 2 fasen. Voor programmeren zie 5. 4-fasen klok modus 4-fasen klok modus Comfort modus Comfort modus 5 sec. 5 sec. Handmatige modus 5 sec. Handmatige modus 5 sec. Het symbool voor de klokfunctie ( ) en een van de symbolen van Het schema s symbool ( voor de klokfunctie ) zullen aangegeven ( ) en een van zijn. de symbolen van schema s Voor programmeren ( zie ) zullen 4. aangegeven zijn. Voor programmeren zie paragraaf 5. Tijdelijk annuleren Tijdelijk Om tijdelijk annuleren de temperatuur van een 4-fasen schema te annuleren, drukt u e Om knop tijdelijk om de temperatuur te van tonen. een 4-fasen Druk nogmaals schema te om annuleren, een hogere of lagere drukt zal gedurende u eenmaal op 5 seconden UP ( ) knipperen of DOWN en ( ) dan - knop teruggaan om de temperatuur een te volgende tonen. Druk fase nogmaals overneemt om en een vervolgens hogere of de lagere automatische temperatuur programmerin naar de klok. De nie in te stellen. De display zal gedurende 5 seconden knipperen en dan teruggaan naar de klok. De nieuwe temperatuur zal van kracht zijn Comfort modus annuleren. tot Druk een twee volgende maal fase op de het OK-knop overneemt ( en ) om vervolgens de oorspronkelijke de automatische modus en instel programmering voortzetten. 4-Fasen Permanente schema wijziging heractiveren Druk Tijdens tweemaal vakanties op de kan OK-knop het 4-fasen ( ) om programma de tijdelijke buiten instelling werking te gesteld worde annuleren Druk de OK-knop en de oorspronkelijke ( ) in en vervolgens modus en de instellingen UP ( ) - of te DOWN-knop herstellen. ( ) tot aangegeven wordt. Het apparaat zal van nu af constant op de aangegeven Permanente wijziging Tijdens Handmatige vakanties modus kan het tijdelijk 4-fasen buiten programma werking buiten stellen. werking gesteld Om worden. permanente Druk de modus OK-knop te ( annuleren ) in en vervolgens druk een maal de UP op ( de ) - OK-knop of ( ) automatische functie hervatten. DOWN-knop ( ) totdat de gewenste temperatuur aangegeven wordt. Het apparaat zal van nu af constant op de aangegeven temperatuur opereren. 4-Fasen schema heractiveren Om de permanente modus te annuleren druk eenmaal op de OKknop ( ) waarna het apparaat de automatische functie zal hervatten. 18

19 Bediening thermostaat 5. Programmeren van 4-fasen tijdschema s en temperaturen. Voor iedere fase moet het begintijdstip en temperatuur worden aangegeven. Toets OK ( ) om te programmeren. Bijvoorbeeld: u wilt s morgens om 7 uur de verwarming inschakelen en de temperatuur op 25º C zetten. Houd de knop OK ( ) 3 seconden ingedrukt totdat het begintijdstip wordt getoond. Wijzig deze met de knop UP ( ) of DOWN ( ). Druk OK ( ) om te bevestigen. Vervolgens wordt de temperatuur getoond. Wijzig deze met behulp van de knoppen UP ( ) of DOWN ( ). Druk de knop OK ( ) om te bevestigen. Op dezelfde manier kunt u nu fase 2 instellen. Deze instellingen zijn van toepassing op de dagen 1-5 op de display. Herhaal het bovenstaande om de dagen 6-7 te programmeren. Dagen 6-7 zijn normaal gesproken zaterdag en zondag en hebben slechts 2 fasen. De temperatuur kan ingesteld worden binnen een bereik van +5º tot + 40ºC. Het is ook mogelijk de verwarmingsinstallatie uit te schakelen door de temperatuur op 5ºC in te stellen en nogmaals de knop DOWN ( ) in te drukken. Houd de OK-knop ( ) 3 seconden ingedrukt om te programmeren Dag 1-5 Tijdstip en temperatuur Tijdstip en temperatuur Tijdstip en temperatuur Tijdstip en temperatuur Dag 6-7 Tijdstip en temperatuur Tijdstip en temperatuur 19

20 Bediening thermostaat 6. Geavanceerde instellingen en aflezing. Als de knop UP ( ) en DOWN ( ) tegelijkertijd 3 seconden ingedrukt worden, wordt INFO getoond. Toets UP ( ) totdat u bij het gewenste ondermenu bent. Selecteer het menu door OK ( ) in te drukken. Bewaking van energieverbruik De thermostaat berekent de gemiddelde tijd dat deze ingeschakeld is geweest en stelt u in staat het verbruik te controleren. Van de thermostaat kunt u het volgende aflezen: Totale tijd dat het systeem ingeschakeld is geweest in procent ten opzichte van de afgelopen 2 dagen, 30 dagen of 365 dagen. Berekening van de bedrijfskosten per dag: (ingeschakelde tijd:100)* Kw * KwH-tarief*24 uur per dag. Bijvoorbeeld: Aflezing 30 % de laatste 365 dagen Capaciteit installatie: 1,2 kw (na te vragen bij installateur) Energiekosten :0,2 EUR/kWh Berekening: (30:100) x 1,2 kw x 0,2 EUR/kWh x 24 uur =1,7 EUR per dag. } 2 dagen Druk UP ( ) of DOWN ( ) voor de verschillende 30 dagen afleesschermen. 365 dagen Hier kunnen geen instellingen Software versie gewijzigd worden. Druk OK ( ) om terug te gaan. Huidige censor temperatuur De huidige fase knippert: dag 1-5, gevolgd door dag 6-7. Om wijzigingen aan te brengen drukt u op de knop UP ( ) totdat dagen 1-6 en 7, of al de 7 dagen knipperen. Selecteer de gewenste volgorde met de OK ( ). } 5-2: 5 dagen met 4 fasen + 2 dagen met 2 fasen 6-1: 6 dagen met 4 fasen + 1 dag met 2 fasen 7-0: 7 dagen met 4 fasen Minimum en maximum temperatuurbereik Het ingestelde temperatuurbereik van +5º tot +40º C. kan beperkt worden om te voorkomen dat er een te hoge of een te lage temperatuur ingesteld wordt. De temperatuur bij een vloer met houten oppervlak mag bijvoorbeeld niet hoger dan 27º C zijn. De ondergrens wordt gebruikt in geval de vloertemperatuur niet onder een aangegeven minimum mag komen. 20 Instelling van maximum toegestane temperatuur. Gebruik de knop UP ( ) of DOWN ( ) om het aantal graden te ver-

21 } Bediening thermostaat 2 dagen met 2 fasen 6-1: 6 dagen met 4 fasen + 1 dag met 2 fasen 7-0: 7 dagen met 4 fasen Minimum en maximum temperatuurbereik Het ingestelde temperatuurbereik van +5º tot +40º C. kan beperkt worden om te voorkomen dat er een te hoge of een te lage temperatuur ingesteld wordt. De temperatuur bij een vloer met houten oppervlak mag bijvoorbeeld niet hoger dan 27º C zijn. De ondergrens wordt gebruikt in geval de vloertemperatuur niet onder een aangegeven minimum mag komen. Selectie tijdformaat en gradenschaal Instelling van maximum toegestane temperatuur. Gebruik de knop UP ( ) of DOWN ( ) om het aantal graden te verhogen of verlagen en druk OK ( ) om de keuze te bevestigen. Vervolgens wordt "LoLi" getoond. Druk OK ( ) om verder te gaan. Instelling van minimum toegestane temperatuur. Gebruik de knop UP ( ) of DOWN ( ) om het aantal graden te verhogen of verlagen en druk OK ( ) om de keuze te bevestigen. } U kunt kiezen tussen de gradenschaal in Fahrenheit en Celsius en een 12- of 24-urige klok. Gebruik de knop UP ( ) of DOWN ( ) voor de gewenste instelling en druk OK ( ) om de gradenschaal te bevestigen. Functionele aanpassing Deze functie stelt de thermostaat in staat de tijd te berekenen om in te schakelen zodat de gewenste temperatuur bereikt wordt op een bepaald tijdstip. Met een starttijdstip van uur kan de thermostaat zelfs al om uur worden ingeschakeld, opdat de temperatuur van 25º C om uur bereikt wordt. Indien deze functie niet is geactiveerd, zal de thermostaat op het aangeven tijdstip inschakelen. } Toets de knop DOWN ( ) om te wisselen tussen aan en uit. Druk OK ( ) om de keuze goed te keuren. Druk OK ( ) om het programmeren af te sluiten en terug te gaan naar het geplande schema. 21

22 Bediening thermostaat 7. Fabrieksinstellingen herstellen. Houd de pindrukknop gedurende 3 seconden ingedrukt en de thermostaat wordt weer ingesteld op de fabrieksinstellingen. De tijd en dag worden eveneens teruggesteld en moeten Houd de opnieuw pindrukknop worden gedurende ingegeven 3 seconden zoals aangegeven ingedrukt onder en "De thermostaat wordt in gebruik nemen". op de fabrieksinstellingen. De tijd en dag worden eveneens teruggesteld en weer ingesteld moeten opnieuw worden ingegeven zoals aangegeven onder "De thermostaat in gebruik nemen". Fabrieksinstellingen 4-fasen tijd en temperatuur 4-fasen Dag 1-5tijd en temperatuur Tijd Temperatuur Dag 1-5 Dag 6-7 Dag fasen volgorde 4-fasen Temperatuur volgorde Hoog/Laag Temperatuur Gradenschaal Hoog/Laag Gradenschaal Functionele aanpassing Functionele aanpassing Tijd uur uur uur uur uur uur uur :2 uur 5:2 55 C / 5 C 55 C 24 uur / 5 C / ºC 24 Aanuur / ºC Aan Temperatuur 25 C 25 C 20 C 20 C 27 C 27 C 20 C 20 C 27 C 27 C 20 C 20 C 8. Foutcodes E0 = Interne fout, thermostaat vervangen. E1 8. Foutcodes = Kortsluiting, thermostaat vervangen. E2 E0 = Kortsluiting Interne fout, of thermostaat geen aangesloten vervangen. externe censor. E1 = Kortsluiting, thermostaat vervangen. E2 = Kortsluiting of geen aangesloten externe censor. 22

23 Garantievoorwaarden Garantievoorwaarden Conform onderstaande voorwaarden blijft uw vloerverwarming verzekerd tegen fabricagefouten en gebreken voor een periode van 10 jaar na de eerste aanschaf en voor de eerste koper zoals genoemd op de aankoopfactuur. Uw aankoopfactuur dient als garantiebewijs. De garantie bestaat uit een kostenloze reparatie van fabricagefouten en/of gebreken of vervanging van onderdelen van materialen waaruit deze vloerverwarming bestaat, door Intertop Products of een door Intertop Products gemachtigd bedrijf/persoon. De garantie geldt niet voor gebreken of defecten die zijn opgetreden buiten de schuld van Intertop Products. De garantietermijn van een gerepareerd product loopt tot het einde van de oorspronkelijke garantietermijn. Bij herlevering van het product of een onderdeel daarvan start er een nieuwe garantietermijn op de datum van levering. De verantwoordelijkheid van Intertop Products beperkt zich tot de reparatie of vervanging zoals aangegeven in voorwaarde 2. De garantie dekt in geen geval schade die direct of indirect is of wordt toegebracht aan mensen of spullen door oorzaken die kunnen worden aangemerkt als productiefouten of die te wijten zijn aan een geforceerde staking van het functioneren van de vloerverwarming. Eveneens uitgesloten van garantie zijn de kosten voor werkzaamheden die voor of na de reparatie, vervanging of onderhoud van de vloerverwarming nodig blijken vanwege de slechte toegankelijkheid van de verschillende onderdelen van de vloerverwarming. De klacht en mededeling van mogelijke defecten behoort binnen een termijn van 14 werkdagen nadat de klacht is opgetreden, te worden ingediend bij de leverancier of Intertop Products. Indien hierom wordt verzocht, dient de aankoopfactuur te worden overlegd. Enkel een door Intertop Products gemachtigd persoon mag de klacht beoordelen en behandelen. Iedere aanspraak op garantie vervalt bij: a. Nalatigheid, onzorgvuldig of verkeerd gebruik van het product; b Ingrepen of reparaties die niet door Intertop Products zijn uitgevoerd; c. Klachten veroorzaakt door schommelingen in spanning, krassen, elektrolyse en corrosie; d. Het niet naleven van de installatievoorschriften die zijn beschreven in deze handleiding; e. Het niet laten uitvoeren van de installatie door een erkend installateur conform de NEN1010 norm; f. Schade aan bedrading en leidingen voor, tijdens of na de installatie van de vloerverwarming. 23

24 Handleiding Elektrische vloerverwarming Kies voor comfort INTERTOP PRODUCTS Blankenweg BW Arnhem Tel: Fax: Nr Zetfouten, maatafwijkingen en modelwijzigingen worden voorbehouden