ECLI:NL:RBMNE:2015:741

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ECLI:NL:RBMNE:2015:741"

Transcriptie

1 ECLI:NL:RBMNE:2015:741 Uitspraak vonnis RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Strafrecht Parketnummers: 16/ ; 16/ (ttz-gev); 16/ (ttz-gev); 16/ (vord. tul) en 16/ (vord. tul) (P) Datum uitspraak: 10 februari 2015 Vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank Midden-Nederland tegen [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [1992], wonende te [adres]. Het onderzoek ter terechtzitting De inhoudelijke behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 19 en 20 januari Het onderzoek ter terechtzitting is op 27 januari 2015 gesloten. Eerder hebben er op 29 juli 2014, 14 oktober 2014 en 16 december 2014 zogenaamde regie/pro-formazittingen plaatsgevonden. De verdachte is evenals zijn raadsvrouwe mr. A.M. Beuwer, advocaat te Utrecht, ter terechtzitting verschenen. De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de raadsvrouwe naar voren hebben gebracht. Tenlastelegging De tenlastelegging is ten aanzien van parketnummer 16/ op de zitting van 19 januari 2015 gewijzigd. De tenlastelegging is, met wijziging, als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte: 16/ : in de periode van ongeveer 1 augustus 2013 tot en met 22 januari 2014 samen met (een) ander(en) ten aanzien van [slachtoffer 1] (geboren [1996 1]), die de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt, zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel; 16/ : feit 1 : samen met (een) ander(en) [slachtoffer 2] heeft afgeperst; feit 2 : samen met (een) ander(en) [benadeelde 1] heeft afgeperst; feit 3 : samen met (een) ander(en) van [benadeelde 2] een Ipad heeft gestolen;

2 16/ : feit 1 : samen met (een) ander(en) [slachtoffer 2] heeft bedreigd; feit 2 : [slachtoffer 2] heeft mishandeld. Voorvragen De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging. Waardering van het bewijs Het standpunt van het Openbaar Ministerie De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden, met dien verstande dat verdachte met betrekking tot de ten laste gelegde mensenhandel, diefstal Ipad en de mishandeling van [slachtoffer 2] vrijgesproken dient te worden van het medeplegen. Volgens de officier van justitie was er bij deze feiten geen nauwe en bewuste samenwerking met een ander. Het standpunt van de verdediging De raadvrouwe heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte weliswaar de afspraak met [A] heeft geregeld, maar dat verdachte daarbij uitdrukkelijk niet het oogmerk van uitbuiting heeft gehad. Ook is er geen sprake geweest van dwang, geweld of bedreiging van geweld in de richting van [slachtoffer 1]. De raadsvrouwe heeft dan ook verzocht verdachte vrij te spreken van het onder 16/ ten laste gelegde. Met betrekking tot de ten laste gelegde afpersingen van [slachtoffer 2] en [benadeelde 1], alsmede de bedreiging van [slachtoffer 2] heeft de raadsvrouwe zich op het standpunt gesteld dat de aangiften onvoldoende steun vinden in andere bewijsmiddelen en verdachte van die feiten vrijgesproken dient te worden. De ten laste gelegde diefstal van een Ipad en de mishandeling van [slachtoffer 2] kunnen volgens de raadsvrouwe daarentegen wel wettig en overtuigend bewezen worden. Het oordeel van de rechtbank Feiten blijkend uit de bewijsmiddelen ten aanzien van 16/ De verklaring van [slachtoffer 1] Naar aanleiding van een verdenking mensenhandel hebben er op 6 februari 2014, 13 februari 2014, 10 april 2014 en 27 mei 2014 zogenaamde studioverhoren met [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] of [slachtoffer 1]) plaatsgevonden. Later is zij onder regie van de rechter-commissaris nogmaals gehoord. Op de vraag of [slachtoffer 1] ooit geld van een klant heeft gekregen voor haar seksuele diensten heeft [slachtoffer 1] geantwoord dat dat eenmaal is gebeurd. Dit zou hebben plaatsgevonden toen zij voor [X] werkte. [X] had tegen haar gezegd dat [Y] niet goed en lief voor haar was en dat hij in tegenstelling tot [Y] wel van haar hield. [X] wilde ook dat zij voor hem ging werken. [X] zou om te beginnen één klant regelen, gewoon om te kijken. Hij zou haar beter behandelen dan [Y]. 2 Uiteindelijk wilde hij toch hetzelfde als [Y]. 3 De desbetreffende klant was een man van Chinese komaf. [X] had deze klant voor haar geregeld. Samen met [X] en een andere jongen is [slachtoffer 1] in de auto, een

3 BMW, van de Chinese man gestapt en naar een bos gereden. In het bos waren [X] en de andere jongen uit de auto gestapt. De Chinese man was vervolgens bij haar achterin de auto komen zitten. De man deed vervolgens zijn broek tot op zijn knieën naar beneden en [slachtoffer 1] heeft hem toen gepijpt. De Chinese man gaf haar 50,- in plaats van de afgesproken 40,-. Deze extra 10,- mocht [slachtoffer 1] zelf houden. De rest van de opbrengst heeft ze gedeeld met [X]. De Chinese man heeft ze maar eenmaal gezien. 4 Uit een akte van geboorte blijkt dat deze [slachtoffer 1] is geboren op [1996 1]. 5 De verklaring van [A] [A] heeft verklaard dat zijn roepnaam [K 1] is. 6 [X] appte dat hij een meisje voor hem had waar hij seks mee kon hebben tegen betaling. [X] had hem het meisje op de website van [naam] laten zien. [A] weet dat hier meisjes op staan die in de prostitutie werken. Kort hierna had [X], nadat zij hadden besproken wat het zou kosten, een afspraak tussen het meisje en hem geregeld. Met de auto van [A], een BWM, zijn ze naar een rustige plek in Amersoort gereden. Hier waren [X] en de andere jongen uit de auto gestapt, zodat [A] en [slachtoffer 1] even konden seksen. [A] is hierna achterin de auto bij het meisje gaan zitten. Hij had het meisje 50,- gegeven en aan [X] had hij verteld dat hij het meisje 40,- had betaald. Toen [X] weer terug was had [A] gehoord dat [X] 20,- van het meisje had gevraagd. 7 De aangetroffen Whatsapp berichten op de telefoon van [slachtoffer 1] De telefoon van [slachtoffer 1] is door de politie inbeslaggenomen en vervolgens onderzocht. In het toestel stond onder de naam [K 1] het nummer **[telefoonnummer] opgeslagen. Na een CIOT bevraging bleek dit nummer te horen bij een Cafetaria [naam] aan het [adres]. Uit een bevraging bij de Kamer van Koophandel bleek als één van de vennoten verdachte geregistreerd te staan. 8 Met dit nummer en het nummer van [slachtoffer 1] hebben onder meer de volgende appwisselingen plaatsgevonden, waarvan [A] heeft bekend dat hij deze apps heeft verstuurd: d.d. 15 januari 2014 [K 1]: Kan je mij ergens ontvangen? Of kan alleen in mijn auto? Half 5? Anders snel ff in mijn auto zo als giesteren [slachtoffer 1]: Uh ja kan voor hoeveel wou je daarvoor geven [K 1]: 50? 9 Op een gegeven moment gaat het over [X] dat hij niets van hun contact mag weten en [K 1] vraagt dan of [X] haar dreigt. [slachtoffer 1]: Nee maar wilt wel steeds delen met geld Dat is wel kit Kut 10 d.d. 16 januari 2014 [slachtoffer 1]: Kijk k werkte met een vriend van [X] samen heb al zoveel gespaard Maar hij houd dat bij zicht Drm wil k nu alleen dat jij en ik appen Zodat ik het geld zelf kan houden Want hun pakke. Alles af 11 De verklaring van verdachte Verdachte heeft verklaard dat hij van [slachtoffer 1] hoorde dat [C] haar dingen liet doen die zij niet wilde. Dat zij seks voor geld moest hebben, ze had vieze mannen. Verdachte wist dat ze minderjarig was, dat ze zeventien jaar oud was. 12

4 Ter terechtzitting heeft verdachte verder nog verklaard dat hij de afspraak tussen [A] en [slachtoffer 1] geregeld heeft, waarbij [slachtoffer 1] tegen betaling seks zou hebben met [A]. Met de auto van [A] zijn zij naar het bos gereden. Hier is hij uit de auto gestapt. Overwegingen van de rechtbank Het wettelijk kader Een wezenlijk bestanddeel van mensenhandel is dat er sprake moet zijn van uitbuiting en dat het oogmerk van de verdachte daarop gericht was. Conform hetgeen in de jurisprudentie is bepaald kan van een uitbuitingssituatie worden gesproken als een betrokkene in een situatie verkeert die niet gelijk is aan (i.c.) een situatie waarin een mondige prostituee in Nederland verkeert. Voornoemde uitbuitingssituatie veronderstelt het ontbreken van vrijwilligheid. Dit houdt in dat de persoon die prostitutiewerkzaamheden verricht niet of slechts in verminderde mate de mogelijkheid heeft een bewuste keuze te maken met betrekking tot het al dan niet voortzetten van de relatie met degene die haar tot die prostitutiewerkzaamheden heeft aangezet. Indien het slachtoffer minderjarig is, is het gebruik van de in artikel 273f van het Wetboek genoemde dwangmiddelen niet verreist voor strafbaarheid. Er kan wat betreft de minderjarigheid geen beroep worden gedaan op verontschuldigbare dwaling, daar de minderjarigheid een geobjectiveerd bestanddeel betreft. In het geval sprake is van een minderjarig slachtoffer is er altijd sprake van een beperking van keuzevrijheid, zodat in het geval van minderjarige slachtoffers de eventuele omstandigheid dat het slachtoffer heeft ingestemd met de prostitutiewerkzaamheden, dan wel met de omstandigheid dat het slachtoffer reeds eerder in de prostitutie heeft gewerkt, nimmer in de weg kan staan aan een bewezenverklaring. 13 De handelingen Werven, vervoeren, overbrengen en ertoe brengen tegen betaling seksuele handelingen te verrichten (sub2 en 5) Uit de bewijsmiddelen volgt dat [slachtoffer 1] aan verdachte heeft verteld dat zij door [Y] werd gedwongen om tegen betaling seks te hebben met andere mannen. Verdachte wilde dat [slachtoffer 1] voor hem ging werken. Hij heeft haar toen gezegd dat hij in tegenstelling tot [Y] wel van haar hield en dat hij haar goed zou behandelen. Hierna heeft hij een afspraak geregeld met de man [A]. Dit benaderen en het voorspiegelen van betere werkomstandigheden valt naar het oordeel van de rechtbank onder het werven en het ertoe brengen. Voorts is gebleken dat verdachte in de auto met haar mee is gegaan tijdens de afspraak en op een gegeven moment de auto heeft verlaten, zodat de klant seks kon hebben met [slachtoffer 1]. Deze handelingen valt onder het vervoeren en overbrengen naar de klanten. Oogmerk van uitbuiting (sub 2) De rechtbank stelt hierbij voorop dat het hebben van een oogmerk tenminste een noodzakelijkheidsbewustzijn ten aanzien van het gevolg veronderstelt. Het oogmerk van uitbuiting is in het onderhavige geval gelegen in het verkrijgen van eigen financieel gewin. Uit de verklaring van [slachtoffer 1], de verklaring van [A] en de diverse berichten maakt de rechtbank op dat verdachte voor ogen had om geld te verkrijgen uit de door de minderjarige [slachtoffer 1] te verrichten prostitutiewerkzaamheden. Het feit dat [slachtoffer 1] een deel van haar verdiende geld zelf mocht houden doet daar niet aan af.

5 Opzettelijk voordeel trekken (sub 8) De rechtbank is tevens van oordeel dat bewezen kan worden dat verdachte opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van [slachtoffer 1]. Ook op dit punt vindt de verklaring van [slachtoffer 1] steun in andere bewijsmiddelen, namelijk onder meer in de verklaring van [A] over de 20,- die verdachte van [slachtoffer 1] heeft ontvangen. Conclusie De rechtbank acht de ten laste gelegde mensenhandel bewezen, daar gelet op vorenstaande bewijsmiddelen de verklaring van [slachtoffer 1] steun vindt in de verklaringen van [A] en verdachte, alsmede in de aangetroffen berichten. Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat het dossier onvoldoende bewijs oplevert om te concluderen dat er tussen verdachte en één of meer andere personen sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking gericht op de mensenhandel. De rechtbank zal verdachte dan ook van het onderdeel medeplegen vrijspreken. Feiten blijkend uit de bewijsmiddelen ten aanzien van 16/ feit 1 14 De aangifte van [slachtoffer 2] Op 5 december 2013 heeft [slachtoffer 2] tegenover de politie verklaard dat hij vanaf november 2013 is lastiggevallen door een jongen met de naam [verdachte]. Aan deze jongen moest hij geld geven. De echte naam van [verdachte] zou [verdachte] zijn. Als hij deze [verdachte] geen geld zou geven dan zou hij klappen krijgen. [verdachte] vertelde dit met een boos gezicht. [slachtoffer 2] heeft [verdachte] 40,- gegeven en toen dit zich een week later herhaalde heeft hij 20,- aan [verdachte] gegeven. Op het moment dat hij een keer had geweigerd te voldoen aan de vraag van [verdachte] kreeg hij van een vriend van [verdachte], genaamd [W], een klap met de elleboog in zijn gezicht. [verdachte] was volgens aangever altijd samen met [W] als hij iets voor hen moest doen. Zij dreigden hem in elkaar te slaan, zowel bij het afsluiten van de lening en de telefoonabonnementen, als bij het afgeven van geld. Op 27 november 2011 moest hij van [verdachte] een studentenlening afsluiten van 1.000,- bij de ING-bank in Amersfoort. [verdachte] en [W] waren meegegaan naar de bank, maar bleven buiten. [verdachte] pakte zijn pinpas af en aangever moest [verdachte] de pincode vertellen. Een dag later moest hij met [verdachte] en [W] mee naar Amsterdam om het geld van de lening te pinnen. Aangever zag bij [W] een mes in diens tas. Dit kwam dreigend op aangever over. Ook zeiden ze dat hij zijn mond moest houden, omdat hij anders grote problemen zou hebben. Ook liet [W] aangever foto s zien die hij in zijn eigen telefoon had staan. Hierop was [W] te zien met twee pistolen in zijn hand. [W] zei toen: ik heb je adres en ik heb pistolen, 9mm. Aangever heeft vervolgens 4 maal 250,- gepind en aan [verdachte] gegeven. Aangever heeft verder verklaard dat hij 4 telefoonabonnementen met een Apple Iphone 5s heeft afgesloten voor [verdachte]. Op 29 november 2013 had hij dit bij de Belcompany te Amersfoort moeten doen. Dit lukte niet omdat de verkoper het niet vertrouwde omdat hij [W] en [verdachte] buiten zag staan. Vervolgens lukte het dezelfde dag wel bij de belwinkels van HI en T-Mobile in Amersfoort. Een dag later moest hij dergelijk abonnementen afsluiten bij een belwinkel van HI in Amersfoort en T-Mobile in Hilversum. De telefoon, contracten, en simkaarten moest hij gelijk aan [verdachte] afgeven. [verdachte] gaf dit aan [W] die het in zijn tas stopte.15

6 Bankafschriften en stukken m.b.t. telefoonabonnementen Uit bankafschriften betreffende aangever blijkt dat er op 29 november 2013 bij T-Mobile en HI telkens een bedrag van 0,01 is afgeschreven. Op 2 december 2013 is dat nogmaals gebeurd bij HI Amersfoort en T-Mobile Hilversum. Verder blijkt dat er op 28 november 2013 in korte tijd vier maal 250,- van de rekening is opgenomen. Deze transacties vonden plaats in Amsterdam. Eerder was die dag 1.000,- op de rekening van aangever bijgeschreven. 16 De verklaring van [W] [W] heeft verklaard dat [verdachte] geld wilde hebben van [slachtoffer 2]. [verdachte] had in Amsterdam een keer 250,- van die jongen afgepakt. [W] had [slachtoffer 2] geduwd en bang gemaakt en geprobeerd om hem te intimideren. Ook had hij [slachtoffer 2] bedreigd met slaan. Hij had [slachtoffer 2] gezegd dat als hij niet normaal zou doen hij hem zou slaan. [slachtoffer 2] moest van [verdachte] naar een ING gaan. Daarna moest hij de papieren van de bank, zijn pinpas en pincode aan [verdachte] afgeven. Daarna, maar niet op dezelfde dag, is [W] samen met [verdachte] en [slachtoffer 2] naar Amsterdam gegaan. In Amsterdam moest [slachtoffer 2] geld pinnen van [verdachte]. [slachtoffer 2] had toen drie of vier keer geld gepind en in totaal 1.000,- aan [verdachte] gegeven. [verdachte] had [slachtoffer 2] ook 4 of 5 telefoonabonnementen laten afsluiten. [verdachte] wilde vooral Iphones hebben. [W] had een paar keer de telefoons die [slachtoffer 2] overhandigde in zijn rugtas gestopt, omdat [verdachte] vaak geen tas bij zich had. [slachtoffer 2] sloot volgens [W] de telefoonabonnementen af omdat hij angst had dat hem wat zou worden aangedaan door hem of [verdachte]. 17 Afbeeldingen in telefoons De telefoons van [verdachte] en [W] zijn door de politie onderzocht. In de telefoons werden diverse afbeeldingen aangetroffen waarop zowel [verdachte] als [W] stonden afgebeeld met een wapen in hun handen. 18 De verklaring van [getuige] [getuige] heeft verklaard dat [verdachte] met het idee kwam om mensen af te persen en dat dit ook is gebeurd bij [slachtoffer 2]. [getuige] noemt [slachtoffer 2] een bange jongen. 19 De verklaring van [getuige 1] [getuige 1] heeft verklaard dat [X] degene is geweest die had bedacht om iemand af te persen en die dat ook heeft uitgevoerd. [X] wilde alleen maar geld verdienen en was gek op macht. Tegen [slachtoffer 2] had [X] gezegd dat hij telefoonabonnementen moest afsluiten. [getuige 1] noemt [slachtoffer 2] een simpele ziel. 20 Overwegingen van de rechtbank De rechtbank acht gelet op vorenstaande bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 ten laste gelegde. De aangifte wordt immers naast de rekeningafschriften ook ondersteund door de verklaring van [W], [getuige] en [getuige 1]. De verklaring van verdachte dat hij van aangever 250,- heeft

7 gekregen omdat hij hem tips heeft gegeven voor het aangaan van een lening, acht de rechtbank in het licht van de bewijsmiddelen ongeloofwaardig. Ditzelfde geldt voor de verklaring van verdachte dat hij aangever 300,- tot 400,- heeft betaald voor het afsluiten voor de ontvangen telefoons, terwijl hij deze voor ongeveer hetzelfde bedrag zou hebben doorverkocht. Feiten blijkend uit de bewijsmiddelen ten aanzien van 16/ feit 2 De verklaring van [benadeelde 1] Op 18 oktober 2013 heeft [benadeelde 1] aangifte gedaan van afpersing. Hij heeft toen verklaard dat hij op 30 september 2013 met zijn vriend [slachtoffer 2] naar Utrecht was gegaan. Op een gegeven moment kwam een groep van ongeveer 10 jongens op aangever en [slachtoffer 2] af. Een van de jongens in de groep deed zijn vest omhoog en in zijn broeksband zag aangever iets wat op een vuurwapen leek. De jongens kwamen dreigend op hem over. Een andere jongen uit de groep was zichtbaar de leider van de groep en heet [verdachte]. Deze [verdachte] zei tegen aangever dat hij telefoonabonnementen moest afsluiten. Aangever was dusdanig onder de indruk en geschrokken van de dreiging dat hij het wel moest doen. Vervolgens moesten aangever en [slachtoffer 2] met de jongens meelopen naar telefoonwinkels in Utrecht. In totaal heeft aangever die dag 3 abonnementen afgesloten. Het betrof een Iphone 5 (Vodafone) en tweemaal een Samsung Galaxy S3 (T-Mobile en Telfort). De jongens, onder wie [verdachte], bleven bij het afsluiten van de abonnementen telkens buiten de winkel staan. Na het afsluiten moest hij telkens de telefoons en papieren aan de jongens afgeven. Hierna moest hij zijn telefoonnummer aan [verdachte] afgeven. De volgende dag werd hij door [verdachte] gebeld dat hij nog 1 abonnement moest afsluiten. Als hij dit niet zou doen dan zou [verdachte] aangever thuis opzoeken. Aangever heeft toen aan [slachtoffer 2] gevraagd met hem mee te gaan. [verdachte] heeft aangever en [slachtoffer 2] toen opgewacht bij het station in Amersfoort. [verdachte] was toen in het bijzijn van een andere jongen. Aangever en [slachtoffer 2] moesten naar de telefoonwinkel van HI gaan en daar een Iphone 5 halen, hetgeen zij ook gedaan hebben. Buiten de winkel werden ze opgewacht door [verdachte] en de andere jongen en moest aangever de telefoon en de papieren afgeven aan [verdachte]. 21 Rekeningafschrift van [benadeelde 1] Uit een rekeningafschrift betreffende [benadeelde 1] blijkt dat op 30 september 2013 bij drie verschillende belwinkels (BelCompany, The Phone House en T-Mobile) in Utrecht 0,01 is afgeschreven en op 1 oktober ,01 is afgeschreven bij HI te Amersfoort. 22 De verklaring van [slachtoffer 2] [slachtoffer 2] heeft op 26 februari 2014 tegenover de politie verklaard dat het kan kloppen dat hij op 30 september 2013 met [benadeelde 1] naar Utrecht is geweest. In Utrecht zijn zij een groep jongens tegengekomen. [verdachte] en nog twee anderen spraken hen aan. Ze vertelden dat er problemen waren en dat [slachtoffer 2] en [benadeelde 1] hen moesten helpen omdat zij anders zelf in de problemen zaten. [verdachte] en twee andere jongens zeiden dit. [benadeelde 1] en [slachtoffer 2] moesten met de groep meelopen naar onder meer de belwinkel van Vodafone in Utrecht en een opdracht doen. [slachtoffer 2] had gelukkig zijn pinpas niet bij zich, anders had hij net zoals [benadeelde 1] een mobiele telefoon moeten kopen. Volgens [slachtoffer 2] ging het om drie telefoons van het merk Iphone en Samsung. [benadeelde 1] sloot de

8 abonnementen af omdat dat van [verdachte] moest en omdat [verdachte] echt meende dat hij hen anders iets aan ging doen. Tijdens het afsluiten stonden [verdachte] en het groepje om een hoekje te wachten. [slachtoffer 2] had gezien dat [benadeelde 1] bijna moest huilen. [verdachte] had volgens [slachtoffer 2] de leiding over de groep. [verdachte] was het meest aanwezig en ze hadden ook iets in hun broek of tas. [slachtoffer 2] dacht dat het ging om een wapen of een mes. Nadat [benadeelde 1] de telefoons had afgegeven moest hij zijn nummer afgeven. De volgende dag heeft [benadeelde 1] [slachtoffer 2] laten weten dat hij gebeld was en weer bij die jongens moest komen. [slachtoffer 2] is met [benadeelde 1] die dag naar Amersfoort gereisd waar [benadeelde 1] [verdachte] zou ontmoeten. Daar moesten zij naar de belwinkel HI toelopen om een abonnement af te sluiten. Na het afsluiten werd alles weer door [verdachte] afgepakt. 23 De overwegingen van de rechtbank De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, nu de aangifte van [benadeelde 1] steun vindt in de verklaring van [slachtoffer 2], alsmede gelet op hetgeen [getuige 1] en [getuige] hebben verklaard omtrent verdachtes handelwijze. Feiten blijkend uit de bewijsmiddelen ten aanzien van 16/ feit 3 De verklaring van [benadeelde 2] Op 5 oktober 2013 heeft [benadeelde 2] tegenover de politie verklaard dat zij een dag eerder les gaf op de MBO school te Amersfoort. Zij gaf die dag les aan 7 leerlingen. Tijdens de les had aangeefster haar Ipad gebruikt. Nadat zij constateerde dat haar Ipad weg was, zag zij dat [verdachte], [W] en [getuige 1] niet meer in de klas waren. Een leerling, [H], zei: ik weet wel wie het gedaan heeft juf. Kijk maar wie er niet zijn. Nadat de drie jongens weer in het lokaal waren verschenen heeft aangeefster hen ieder afzonderlijk gevraagd of zij iets met de diefstal te maken hadden, hetgeen door hen werd ontkend. 24 De verklaring van [W] [W] heeft verklaard dat [verdachte] de Ipad heeft gepakt en deze in zijn jas heeft gestopt. Hierbij ging [verdachte] jas kapot. [W] stond te kijken of er iemand aankwam. [verdachte] heeft de Ipad mee naar huis genomen en [W] is toen met hem meegegaan. Hierna zijn zij samen teruggegaan naar school. [verdachte] had vooraf aan [W] gevraagd om de Ipad te stelen, maar [W] weigerde dit. 25 De verklaring van [getuige 1] [getuige 1] heeft, nadat hem een foto werd getoond van de Ipad van [benadeelde 2], verklaard dat [verdachte] deze Ipad heeft gestolen. 26 Overwegingen van de rechtbank De rechtbank acht op grond van de aangifte en de verklaringen van [W] en [getuige 1] wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van de Ipad. De rechtbank spreekt verdachte vrij van het onderdeel medeplegen daar niet bewezen kan worden dat er sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking met een ander ten aanzien van de daadwerkelijke uitvoeringshandelingen en het delen van de buit.

9 Feiten blijkend uit de bewijsmiddelen ten aanzien van 16/ De verklaring van [slachtoffer 2] Op 4 september 2014 heeft [slachtoffer 2] tegen de politie verklaard dat hij op vrijdag 29 augustus 2014 omstreeks uur samen met zijn vriendin [vriendin] over de Blekerssingel te Amersfoort liep. Hij zag toen dat [verdachte] en [W] op scooters aan kwamen rijden. [slachtoffer 2] hoorde dat [verdachte] tegen hem zei: ik ga jou tanden breken. Wat ben je toch een sukkel. Lekker dat ik je het geld niet heb teruggeven. Ik weet waar je woont. Ik ken jou vrienden. Je gaat hier nooit veilig leven omdat iedereen me kent hier in Amersfoort. Ik ga jou pakken. [slachtoffer 2] zag vervolgens dat [verdachte] een slaande beweging maakte in de richting van zijn vriendin. Hij zag namelijk dat [verdachte] zijn hand ophief en is tussen [verdachte] en zijn vriendin in gaan staan. Hij voelde toen dat hij door [verdachte] werd geraakt tegen mijn rechterslaap. [verdachte] sloeg hem met zijn platte hand. Dit deed pijn en veroorzaakte een rode vlek. 28 De verklaring van [vriendin] [vriendin] heeft verklaard dat het leek alsof [verdachte] haar wilde slaan. Zij zag dat hij met zijn platte hand meerdere malen bewoog in een soort van zwaaibeweging. Zij zag dat [slachtoffer 2] toen half tussen haar en die [verdachte] in ging staan. Hierna zag [vriendin] dat die jongen die [verdachte] wordt genoemd met zijn platte hand een klap aan de rechterkant van [slachtoffer 2] zijn gezicht gaf. Zij zag dat [slachtoffer 2] op zijn rechterslaap door [verdachte] werd geraakt. Op de plek waar [slachtoffer 2] was geslagen ontstond een rode plek. Een en ander was gebeurd op 29 augustus De verklaring van [W] [W] heeft verklaard dat hij samen met [verdachte] [slachtoffer 2] is tegengekomen. Hij heeft gezien dat [verdachte] [slachtoffer 2] een klap tegen het gezicht heeft gegeven. 30 Overwegingen van de rechtbank Op grond van vorenstaande bewijsmiddelen acht de rechtbank de onder 16/ feit 2 ten laste gelegde mishandeling wettig en overtuigend bewezen. De aangifte wordt op dat punt voldoende ondersteund door andere bewijsmiddelen. De rechtbank acht daarentegen de onder 16/ feit 1 ten laste gelegde bedreiging niet wettig en overtuigend bewezen omdat de aangifte op dat punt onvoldoende wordt ondersteund door andere bewijsmiddelen. Verdachte zal van dit feit dan ook worden vrijgesproken. Bewezenverklaring De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4. vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte 16/ omstreeks 14 januari 2014 te Amersfoort A) een ander of anderen, te weten [slachtoffer 1] (geboren [1992]

10 [1992]), - heeft geworven, vervoerd, overgebracht, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer 1] (sub 2 ) en - ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling (sub 5 ) en B) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van die ander of anderen, te weten die [slachtoffer 1], met en/of voor een derde tegen betaling (sub 8 ), terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, hebbende hij, een prostitutieklant en een prostitutieafspraak voor die [slachtoffer 1] geregeld en die [slachtoffer 1] naar de prostitutiewerkplek gebracht en aldaar weer opgehaald en een deel van de, opbrengsten van die prostitutiewerkzaamheid door die [slachtoffer 1] af laten geven aan hem, verdachte. 16/ op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 november 2013 tot en met 05 december 2013 in de gemeente Amersfoort en/of Amsterdam en/of Hilversum tezamen en in vereniging met een ander, telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen telkens door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 2] heeft gedwongen - tot de afgifte van een geldbedrag van ongeveer 40 Euro en een geldbedrag van ongeveer 20 Euro en een geldbedrag van ongeveer 1.000,-- Euro, en vier telefoons en SIM-kaarten en telefooncontracten, toebehorende aan voornoemde [slachtoffer 2], en - tot het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van een of meer vier telefoonabonnementen en het aangaan van een lening van 1000,- Euro, welk geweld en bedreiging met geweld (telkens) hierin bestonden dat hij, verdachte en/of zijn mededader - tegen die [slachtoffer 2] dreigend heeft gezegd dat hij geld moest afgeven en dat hij anders klappen zou krijgen en - die [slachtoffer 2] met grote kracht een elleboogstoot in het gezicht heeft gegeven en - tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat hij een opdracht voor hem had en dat hij bij de bank een lening voor 1.000,-- moest afsluiten en - tegen die [slachtoffer 2] dreigend heeft gezegd dat hij zijn mond

11 moest houden, en/of als hij dat niet zou doen hij grote problemen zou hebben en - een mes, in elk geval een dergelijk voorwerp aan die [slachtoffer 2] heeft getoond en - een foto aan die [slachtoffer 2] heeft getoond waarop [W] twee pistolen vast had en vervolgens tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd "Ik heb je adres en ik heb pistolen, 9 mm", althans woorden van een dergelijke dreigende aard en/of strekking en - tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat hij telefoonabonnementen moest afsluiten en als hij dit niet zou doen hij weer klappen zou krijgen; 2. op tijdstippen in de periode van 30 september 2013 tot en met 01 oktober 2013 in de gemeente Utrecht en Amersfoort, althans in het arrondissement Midden Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [benadeelde 1] heeft gedwongen tot de afgifte van vier telefoons en SIM-kaarten en telefooncontracten, toebehorende aan [benadeelde 1], en -tot het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van vier telefoonabonnementen, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij verdachte en/of zijn mededader - ( dreigend) op die [benadeelde 1] zijn afgelopen en om die [benadeelde 1] [benadeelde 1] heen zijn gaan staan en - tegen die [benadeelde 1] heeft/hebben gezegd "jullie gaan dingen voor ons doen" en - een handvat van een vuurwapen, in elk geval een op een dergelijk vuurwapen gelijkend voorwerp aan die [benadeelde 1] heeft/hebben getoond. 3. op 04 oktober 2013 in de gemeente Amersfoort, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een IPad, toebehorende aan [benadeelde 2]. 16/ op 29 augustus 2014 in de gemeente Amersfoort, opzettelijk mishandelend [slachtoffer 2] [slachtoffer 2] met kracht in het gezicht heeft geslagen waardoor voornoemde [slachtoffer 2] letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden. Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad. De strafbaarheid van de feiten Het bewezenverklaarde levert de navolgende strafbare feiten op. 16/ : mensenhandel; 16/ : feit 1 en 2 : telkens: afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd;

12 feit 3 : diefstal; 16/661869: feit 2: mishandeling. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden. De strafbaarheid van verdachte Omtrent de persoon van verdachte heeft S.A. Moonen, GZ-psycholoog een rapport opgemaakt. Hieruit is gebleken dat verdachte niet lijdende is aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens. Er is wel sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens, in de zin van een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Volgens de gedragsdeskundige heeft deze persoonlijkheidsstoornis geen doorwerking gehad in de feiten en de psycholoog heeft geadviseerd verdachte volledig toerekeningsvatbaar te achten. Er is de rechtbank dan ook geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar. Motivering van de straffen en maatregelen De eis van de officier van justitie De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het door de officier van justitie bewezen geachte zal worden veroordeeld tot: - een gevangenisstraf van 24 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en de bijzondere voorwaarden kort gezegd- : reclasseringscontact, een ambulante behandeling bij De Waag of een soortgelijke instelling en het meewerken aan een traject om tot een legaal inkomen en een zinvolle dagbesteding te komen. Het standpunt van de verdediging De raadsvrouwe heeft verzocht geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen dan de duur van de ondergane voorlopige hechtenis, zijnde een periode van ruim 7 maanden. Daarnaast zou een fors voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd kunnen worden met daaraan gekoppeld de door de reclassering geadviseerde voorwaarden. Verdachte is bereid zich aan alle bijzondere voorwaarden te houden, waaronder ook Elektronisch Toezicht. De raadsvrouwe heeft wel verzocht indien Elektronisch Toezicht wordt opgelegd dit voor bepaalde tijd te doen. Het oordeel van de rechtbank De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken. Verdachte heeft zich eenmaal schuldig gemaakt aan mensenhandel met betrekking tot een minderjarige meisje. Verdachte heeft hierbij het minderjarige en kwetsbare slachtoffer op een vergaande manier uitgebuit en haar lichamelijk en geestelijke integriteit geheel ondergeschikt gemaakt aan zijn behoefte aan financieel gewin. Daarnaast heeft verdachte zich in vereniging met anderen schuldig gemaakt aan het afpersen van een tweetal kwetsbare jongens. Deze jongens hebben vanwege de angst voor verdachte en zijn mededaders onder dwang (dure) telefoonabonnementen afgesloten

13 en de telefoons inclusief bijbehorende bescheiden aan verdachte en zijn mededaders afgestaan. Ook moest één slachtoffer een lening bij de bank aangaan en geldbedragen aan verdachte overhandigen. Een van deze slachtoffers is, terwijl verdachtes voorlopige hechtenis onder voorwaarden was geschorst, midden op straat door verdachte mishandeld. Voorts heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan een diefstal van een Ipad. Met deze gepleegde feiten heeft verdachte evenals bij de mensenhandel een inbreuk gemaakt op de integriteit van andere personen en wederom aangetoond geen respect te hebben voor andere personen en andermans goederen. Verdachte heeft ook bij deze feiten er blijk van gegeven zich in het geheel niet te bekommeren om de financiële en emotionele schade die deze slachtoffers door verdachtes toedoen lijden, maar telkens zijn eigen directe financiële behoeftebevrediging op de voorgrond geplaatst. De rechtbank rekent verdachte de gepleegde misdrijven zwaar aan. Uit een verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie (strafblad) is gebleken dat verdachte in het verleden meerdere malen is veroordeeld voor vermogensdelicten, die in meerdere gevallen ook een gewelddadig karakter hadden. Ook heeft verdachte al meerdere vrijheidsbenemende straffen opgelegd gekregen en liep verdachte in 2 proeftijden, waarbij hem een gevangenisstraf boven het hoofd hing. Verder is uit het strafblad gebleken dat hij in 2010 ter zake onder meer straatroof een gedragsbeïnvloedende maatregel van 1 jaar opgelegd heeft gekregen. Reclassering Nederland heeft omtrent verdachte een rapport opgemaakt. Hieruit blijkt dat verdachte het eerder aan hem opgelegde reclasseringscontact met voorwaarden heeft geschonden. Eerder opgelegde voorwaarden en toezicht hebben dan ook niet kunnen voorkomen dat verdachte steeds opnieuw met justitie in aanraking is gekomen. Ook in de onderhavige zaak heeft verdachte voorwaarden geschonden door tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis een jongen die eerder aangifte tegen hem had gedaan te mishandelen. Verdachte heeft tegenover de reclassering en ook ter terechtzitting te kennen gegeven dat hij zijn leven wil veranderen. Het recidiverisico wordt door de reclassering als hoog gemiddeld ingeschat. De reclassering heeft geadviseerd om een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Aan deze voorwaardelijke straf dienen dan bijzondere voorwaarden gekoppeld te worden zoals reclasseringscontact, ook als dat inhoudt een behandeling bij De Waag of een soortgelijke instelling en het meewerken aan een traject tot het verkrijgen van een legaal inkomen. Daarnaast dienen de eerder in het kader van de schorsing opgelegde voorwaarden aan de voorwaardelijke straf verbonden te worden. De rechtbank acht gelet op de ernst van de feiten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats. Rekening houdend met het feit dat verdachte ten aanzien van de mensenhandel geen fysiek geweld of bedreiging heeft gebruikt en verdachte anders dan de vordering van de officier wordt vrijgesproken van de separaat ten laste gelegde bedreiging van [slachtoffer 2], ziet de rechtbank aanleiding de door de officier van justitie gevorderde straf te matigen. Hierbij speelt ook mee dat verdachte na zijn laatste schorsing elektronisch toezicht heeft gekregen en dit toezicht hem ook bij dit vonnis zal worden opgelegd. Een dergelijke voorwaarde heeft een vrijheidsbeperkende werking waarmee de rechtbank rekening houdt. De rechtbank acht alles afwegende een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 18 maanden passend en geboden. De tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, zal worden afgetrokken van deze onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Om verdachte ervan te weerhouden nogmaals strafbare feiten te plegen, zal de rechtbank (ondanks eerdere mislukkingen maar met name gelet op de jeugdige leeftijd van de verdachte) voorts een deel, groot 8 maanden, in voorwaardelijke zin opleggen en hieraan een proeftijd van 3 jaren verbinden. Daarnaast zullen bijzondere voorwaarden worden

14 opgelegd met als doel de kans op herhaling zo klein mogelijk te laten zijn door verplichte begeleiding als voorgesteld in de genoemde rapportages. Daarnaast acht de rechtbank een contactverbod met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] noodzakelijk. De benadeelde partij [slachtoffer 2] De benadeelde partij heeft een totaalbedrag aan schade gevorderd van 4.416,02. Dit bedrag is opgebouwd uit de opgevoerde schadeposten reiskosten: rechtbank (30,80), reiskosten school (514,08) parkeerkosten ( 6,94), smartengeld ( 1.700,-), telefoonabonnement KPN (687,-), lening ING ( 1069,20) en schoolkosten ( 208,-). Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de kosten die zien op het telefoonabonnement, de lening, de schoolkosten en de immateriële schade geheel toegewezen kunnen worden. Met betrekking tot de reiskosten dient volgens de officier van justitie uitgegaan te worden van 0,19 per kilometer. Het standpunt van de verdediging De raadsvrouwe heeft zich op het standpunt gesteld dat bij de reiskosten uitgegaan dient te worden van 0,19 per kilometer. Met betrekking tot het telefoonabonnement, de schoolkosten en parkeerkosten heeft de raadsvrouwe zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De raadsvrouwe heeft verzocht het bedrag aan immateriële schade te matigen en met betrekking tot de lening aangevoerd dat verdachte deze zelf is aangegaan en verdachte hiervan maar 250,- heeft gekregen. Het bedrag ten aanzien van de lening dient dan ook gematigd te worden tot laatstgenoemd bedrag. Het oordeel van de rechtbank De rechtbank is van oordeel dat is gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van de bewezenverklaarde afpersing en mishandeling rechtstreekse schade heeft geleden. De rechtbank zal de reiskosten matigen tot 0,19 per kilometer ( 20,90 en 353,97) en zal deze bij gebreke van verdere betwisting toewijzen. Dit laatste geldt ook voor de schadeposten het telefoonabonnement en de parkeerkosten. Met betrekking tot de lening en het afgestane geld volgt de rechtbank de verklaring van aangever en het gevorderde bedrag is derhalve voor toewijzing vatbaar. De Immateriële schade zal de rechtbank matigen tot een bedrag van 750,-. In totaal acht de rechtbank dus een bedrag van 3.096,01 toewijsbaar en zal zij de vordering tot dat bedrag toewijzen. Laatstgenoemd bedrag dient nog vermeerderd te worden met de wettelijke rente berekend vanaf 5 december 2013 tot de dag der algehele voldoening. Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Voor het deel van de vordering dat niet is toegewezen is de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk. De benadeelde partij kan dat deel bij de burgerlijke rechter aanbrengen. In het belang van [slachtoffer 2] voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd. De benadeelde partij [benadeelde 1] De benadeelde partij heeft een totaalbedrag aan schade gevorderd van 4.163,77. Dit bedrag is opgebouwd uit de gevorderde schadeposten: Vodafone telefoon ( 719,-),

15 Telfort telefoon (485,-), T-mobile abonnement ( 1.200,-), KPN-Hi abonnement ( 1.200,- ), immateriële schade ( 400,-), telefoonkosten ( 18,77) en kosten advocaat ( 141,-) Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van de benadeelde partij geheel toe te wijzen. Het standpunt van de verdediging De raadsvrouwe heeft met betrekking tot de abonnementen van T-mobile en KPN-Hi aangevoerd dat op dit moment onduidelijk is wat de daadwerkelijk schade gaat worden en verzocht de vordering voor dat deel niet-ontvankelijk te verklaren. De raadsvrouwe heeft verzocht het bedrag aan immateriële schade te matigen. Het oordeel van de rechtbank De rechtbank is van oordeel dat op dit moment onduidelijk is wat de uiteindelijke schade zal zijn met betrekking tot de abonnementen van T-mobiele en KPN-Hi. Dit afwachten zou een onevenredige belasting van de behandeling van deze strafzaak opleveren en de benadeelde wordt dan ook niet-ontvankelijk verklaard voor wat betreft deze posten. De gevorderde schade is naar het oordeel van de rechtbank verder voldoende onderbouwd. In het licht hiervan en gegeven het feit dat de vordering voor het overige niet is betwist, zal deze schade dan ook worden toegewezen. In totaal acht de rechtbank derhalve een bedrag van 1.763,77, waarvan 400,00 immateriële schade, toewijsbaar. Het bedrag van 1.763,77 dient nog vermeerderd te worden met de wettelijke rente berekend vanaf 1 oktober 2013 tot de dag der algehele voldoening. Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Voor het deel van de vordering dat niet is toegewezen is de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk. De benadeelde partij kan dat deel bij de burgerlijke rechter aanbrengen. In het belang van [benadeelde 1] voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd. Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordelingen Gebleken is dat verdachte zich voor het einde van voornoemde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, zoals naar voren komt uit de verdere inhoud van dit vonnis. De rechtbank ziet hierin aanleiding de tenuitvoerleggingen van de eerder voorwaardelijk opgelegde straffen te gelasten, te weten: 16/ een gevangenisstraf van 2 weken; - een geldboete van 275,- subsidiair 5 dagen hechtenis. 16/ een gevangenisstraf van 2 maanden.

16 Toepasselijke wettelijke voorschriften De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 14g, 24c, 36f, 57, 273f, 300, 310 en 317 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing. Beslissing De rechtbank: Verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 16/ onder 1 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt verdachte van dit feit vrij. Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld. Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij. Het bewezen verklaarde levert op: 16/ : mensenhandel; 16/ : feit 1 en 2 : telkens: afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd; feit 3 : diefstal; 16/661869: feit 2 : mishandeling. Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 18 maanden. Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden. Beveelt dat een gedeelte, groot 8 maanden, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast. Stelt daarbij een proeftijd van 3 (drie) jaren vast. De tenuitvoerlegging kan worden gelast, indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet aan de volgende voorwaarden houdt. Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde 1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit; 2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt; 3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;

17 De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft. Stelt als bijzondere voorwaarden: 4. veroordeelde moet zich onder toezicht en leiding van de Reclassering Nederland (blijven) stellen en zich naar de door of namens die instelling te geven aanwijzingen gedragen, zolang deze instelling dat nodig vindt; 5. veroordeelde moet zich binnen één werkdag volgend op de onherroepelijkheidsdatum van dit vonnis melden bij de reclassering, Reclassering Nederland, Vivaldiplantsoen 200, 3353 JE Utrecht en zich gedurende de proeftijd van drie jaren blijven melden, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht; 6. veroordeelde dient zijn medewerking te verlenen aan een ambulante behandeling bij De Waag of een soortgelijke ambulante forensische zorg, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de behandelaar zullen worden gegeven; 7. veroordeelde dient zijn medewerking te verlenen aan een traject gericht op het verkrijgen van een legaal inkomen en een dagbesteding; 8. veroordeelde dient zich gedurende de eerste 4 maanden na onherroepelijk worden van dit vonnis onder elektronisch toezicht te stellen van de reclassering; 9. veroordeelde mag op geen enkele wijze contact hebben met [slachtoffer 1] (niet direct, niet indirect en ook niet als die persoon zelf contact zoekt); 10. veroordeelde mag op geen enkele wijze contact hebben met [slachtoffer 2] (niet direct, niet indirect en ook niet als die persoon zelf contact zoekt); Geeft aan genoemde instelling opdracht veroordeelde toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden. Tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf 16/ Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover deze voorwaardelijk is opgelegd bij genoemd vonnis van de meervoudige strafkamer d.d. 29 oktober 2012, namelijk een gevangenisstraf van 2 maanden. Tenuitvoerlegging voorwaardelijke straffen 16/ Gelast de tenuitvoerlegging van de bij genoemd vonnis van de politierechter d.d. 23 oktober 2013 opgelegde voorwaardelijke straffen, namelijk een gevangenisstraf van 2 weken en een geldboete van 275,-. Benadeelde partij [slachtoffer 2] Wijst de vordering van [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van 3.069,01, te vermeerderen met de wettelijke rente berekend vanaf 5 december 2013 tot de dag der algehele voldoening. Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 2] voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil. Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering is en bepaalt dat dit gedeelte kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.

18 Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2], 3.069,01 aan de Staat te betalen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 40 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op. Laatstgenoemd bedrag dient vermeerderd te worden met de wettelijke rente berekend vanaf 5 december 2013 tot de dag der algehele voldoening. Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen. Benadeelde partij [benadeelde 1] Wijst de vordering van [benadeelde 1] toe tot een bedrag van 1.763,77, te vermeerderen met de wettelijke rente berekend vanaf 1 oktober 2013 tot de dag der algehele voldoening. Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde 1] voornoemd. Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil. Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering is en bepaalt dat dit gedeelte kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter. Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 1], 1.763,77 aan de Staat te betalen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 27 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op. Laatstgenoemd bedrag dient vermeerderd te worden met de wettelijke rente berekend vanaf 1 oktober 2013 tot de dag der algehele voldoening. Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen. Dit vonnis is gewezen door mr. J.F. Haeck, voorzitter, mrs. P.J.M. Mol en J.P.H. van Driel van Wageningen, rechters, in tegenwoordigheid van J.J. Veldhuizen, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 10 februari BIJLAGE : De tenlastelegging 16/ hij in of omstreeks de periode van ongeveer 01 augustus 2013 tot en met 22 januari 2014 te Amersfoort en/of Houten en/of Utrecht en/of Rotterdam en/of elders in een of meer plaats(en) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, A) een ander of anderen, te weten [slachtoffer 1] (geboren [1992] [1992]), (telkens) - heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer 1] (sub 2 ) en/of

19 - ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van die [slachtoffer 1] (telkens) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die naam [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van die seksuele handelingen (sub 5 ) en/of B) (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van die ander of anderen, te weten die [slachtoffer 1], met en/of voor een derde tegen betaling (sub 8 ), terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van achttien jaren nog niet had(den) bereikt, hebbende hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) een relatie met die [slachtoffer 1] aangegaan en/of onderhouden en/of tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat zij (verdachte en die [slachtoffer 1]) samen zouden gaan wonen en/of een gezin zouden gaan stichten en/of dat ze zouden sparen voor een gezamenlijk huis en/of aan die [slachtoffer 1] gevraagd seks voor geld te hebben met klanten en/of tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat dat geld nodig was voor hun gezamenlijke toekomst en/of tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat zij euro per week moest verdienen en/of een advertentie op de website [naam] gezet waarin die [slachtoffer 1] prostitutiewerkzaamheden (als ware zij 19 jaar oud) aanbood en/of die [slachtoffer 1] instructies gegeven dat ze zich voor prostitutieklanten sexy moest kleden en/of prostitutieklanten en/of prostitutie-afspraken voor die [slachtoffer 1] geregeld en/of die [slachtoffer 1] (telkens) naar de diverse prostitutiewerkplekken gebracht en/of aldaar weer opgehaald en/of ten behoeve van die prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 1] een of meermalen een hotelkamer geboekt en/of die [slachtoffer 1] laten verblijven in een of meer hotelkamer(s) en/of woning(en) en/of whatsapp en/of sms-berichten aan die [slachtoffer 1] gestuurd waarin haar werd duidelijk gemaakt dat zij toch door moest gaan met prostitutiewerkzaamheden ook gaf zij hem (verdachte) te kennen dit niet te willen en/of alle, althans een (groot) deel van de, opbrengsten van die prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer 1] afgepakt en/of door die [slachtoffer 1] af laten geven aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s); art 273f lid 1 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht

20 art 273f lid 1 ahf/sub 8 Wetboek van Strafrecht art 273f lid 1 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht art 273f lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht art 273f lid 1 ahf/sub 8 Wetboek van Strafrecht 16/ hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 november 2013 tot en met 05 december 2013 in de gemeente Amersfoort en/of Amsterdam en/of Hilversum tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en / of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door geweld en / of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] heeft gedwongen - tot de afgifte van een geldbedrag van ongeveer 40 Euro en/of een geldbedrag van ongeveer 20 Euro en/of een geldbedrag van ongeveer 1.000,-- Euro, in elk geval enig geldbedrag en/of vier, in elk geval een of meer telefoons en/of SIM-kaarten en/of telefooncontracten, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s) en/of - tot het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van een of meer (vier) telefoonabonnementen en/of het aangaan van een lening van 1000,- Euro, welk geweld en / of welke bedreiging met geweld (telkens) hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) - tegen die [slachtoffer 2] (dreigend) heeft gezegd dat hij geld moest afgeven en/of dat hij anders klappen zou krijgen en/of - die [slachtoffer 2] met (grote) kracht een elleboogstoot in het gezicht heeft gegeven en/of - tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat hij een opdracht voor hem had en/of dat hij bij de bank een lening voor 1.000,-- moest afsluiten en/of - tegen die [slachtoffer 2] (dreigend) heeft gezegd dat hij zijn mond moest houden, en/of als hij dat niet zou doen hij grote problemen zou hebben en/of - een mes, in elk geval een dergelijk voorwerp aan die [slachtoffer 2] heeft getoond en/of - een foto aan die [slachtoffer 2] heeft getoond waarop [W] twee pistolen vast had en/of (vervolgens) tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd "Ik heb je adres en ik heb pistolen, 9 mm", althans woorden van een dergelijke dreigende aard en/of strekking en/of - tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat hij telefoonabonnementen

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 22-07-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16-711123-09 [P] Strafrecht

Nadere informatie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de. vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2011 Datum publicatie 26-07-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16/600081-11; 16/600434-10 (tul)

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig. ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ECLI:NL:GHDHA:2015:80 Uitspraak Rolnummer: 22-002584-14 Parketnummers: 10-750263-13, 22-003524-12 (TUL) en 22-004272-11 (TUL) Datum uitspraak: 27 januari 2015 TEGENSPRAAK Gerechtshof Den Haag meervoudige

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 05-12-2014 Zaaknummer 23-004323-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715 ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 26-05-2011 Datum publicatie 29-06-2011 Zaaknummer 16-504228-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:2577

ECLI:NL:GHARL:2015:2577 ECLI:NL:GHARL:2015:2577 Uitspraak Arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Strafrecht Parketnummer: 21-008157-13 Datum uitspraak: 9 april 2015 Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473 ECLI:NL:RBNNE:2017:1473 Instantie Datum uitspraak 20-04-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 18/830019-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BR5599

ECLI:NL:RBASS:2011:BR5599 ECLI:NL:RBASS:2011:BR5599 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 23-08-2011 Datum publicatie 23-08-2011 Zaaknummer 19.810178-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29-01-2014 Datum publicatie 29-01-2014 Zaaknummer 09/818467-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:7744

ECLI:NL:RBMNE:2016:7744 ECLI:NL:RBMNE:2016:7744 Instantie Datum uitspraak 22-11-2016 Datum publicatie 07-08-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer 16.705352.15 en 16.702009.13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2013:4039

ECLI:NL:RBGEL:2013:4039 ECLI:NL:RBGEL:2013:4039 Uitspraak RECHTBANK GELDERLAND Team strafrecht Zittingsplaats Zutphen Meervoudige kamer Parketnummer: [jw.sys.1.verdachte_1_parketnummer]05/860948-13 Uitspraak d.d. 22 oktober 2013

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2012:BW7835

ECLI:NL:RBASS:2012:BW7835 ECLI:NL:RBASS:2012:BW7835 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 08-06-2012 Datum publicatie 08-06-2012 Zaaknummer 19.830044-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN9578

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN9578 ECLI:NL:RBUTR:2010:BN9578 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 27-09-2010 Datum publicatie 06-10-2010 Zaaknummer 16/600652-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

geboren te [geboorteplaats] op [1971], thans verblijvende in de Forensisch Psychiatrische Afdeling Roosenburg van Altrecht te Den Dolder.

geboren te [geboorteplaats] op [1971], thans verblijvende in de Forensisch Psychiatrische Afdeling Roosenburg van Altrecht te Den Dolder. ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ2746 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 28-01-2013 Datum publicatie 01-03-2013 Zaaknummer 16/655888-12; 16/655504-12 (vordering na voorw. veroordeling) (P) Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHDHA:2016:935 ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:10201

ECLI:NL:RBAMS:2015:10201 ECLI:NL:RBAMS:2015:10201 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 28-07-2015 Datum publicatie 24-02-2017 Zaaknummer 13/684116-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

1. Het onderzoek ter terechtzitting Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 23 mei 2013.

1. Het onderzoek ter terechtzitting Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 23 mei 2013. ECLI:NL:RBMNE:2013:CA2571 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 06-06-2013 Datum publicatie 10-06-2013 Zaaknummer 16/661190-13 (P) Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 Instantie Datum uitspraak 30-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Datum publicatie 20-12-2010 Zaaknummer 24-001016-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:OGEAA:2016:411 ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS in de zaak tegen de verdachte: [verdachte]., geboren op [geboortedatum] 1994 in Curaçao, wonende te [adres]

Nadere informatie

Uitspraak RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE SECTOR STRAFRECHT MEERVOUDIGE KAMER (VERKORT VONNIS)

Uitspraak RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE SECTOR STRAFRECHT MEERVOUDIGE KAMER (VERKORT VONNIS) ECLI:NL:RBSGR:2002:AE7582 Instantie Rechtbank 's-gravenhage Datum uitspraak 11-09-2002 Datum publicatie 13-09-2002 Zaaknummer 09/900368-02; 09/093214-01 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2017:4416

ECLI:NL:RBOBR:2017:4416 ECLI:NL:RBOBR:2017:4416 Instantie Datum uitspraak 17-08-2017 Datum publicatie 17-08-2017 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 01/860063-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 10-02-2010 Datum publicatie 10-02-2010 Zaaknummer 06/800866-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-09-2016 Datum publicatie 12-09-2016 Zaaknummer 23-004422-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:10245

ECLI:NL:RBAMS:2015:10245 ECLI:NL:RBAMS:2015:10245 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 25-11-2015 Datum publicatie 23-06-2017 Zaaknummer 13/845106-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Verkort vonnis van de rechtbank 's-hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

Verkort vonnis van de rechtbank 's-hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen: ECLI:NL:RBSHE:2003:AN9844 Instantie Rechtbank 's-hertogenbosch Datum uitspraak 02-12-2003 Datum publicatie 11-12-2003 Zaaknummer 01/025326.03 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:GHDHA:2015:84 ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2008:BD0696

ECLI:NL:RBZUT:2008:BD0696 ECLI:NL:RBZUT:2008:BD0696 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 29-04-2008 Datum publicatie 29-04-2008 Zaaknummer 06/460549-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2011:BT8884

ECLI:NL:RBZUT:2011:BT8884 ECLI:NL:RBZUT:2011:BT8884 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 21-10-2011 Datum publicatie 21-10-2011 Zaaknummer 06/940112-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002

ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002 ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 17-02-2011 Zaaknummer 03-702714-08 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 09-08-2017 Zaaknummer 22-005150-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 Instantie Datum uitspraak 12-02-2013 Datum publicatie 28-05-2013 Zaaknummer 21-004366-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 1 december 2015 TEGENSPRAAK. Promis

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 1 december 2015 TEGENSPRAAK. Promis ECLI:NL:GHARL:2015:10200 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 01-12-2015 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer 21-001318-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:3394, Niet ontvankelijk

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BL4830

ECLI:NL:RBUTR:2010:BL4830 ECLI:NL:RBUTR:2010:BL4830 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 12-02-2010 Datum publicatie 19-02-2010 Zaaknummer 16/604126-08 [P] Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 05-03-2009 Zaaknummer 24-002073-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2009:BH5369

ECLI:NL:RBBRE:2009:BH5369 ECLI:NL:RBBRE:2009:BH5369 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 10-03-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 02/628386-08 [P] Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-12-2015 Datum publicatie 16-12-2015 Zaaknummer 23-000433-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 Instantie Datum uitspraak 26-10-2016 Datum publicatie 22-12-2016 Zaaknummer 16/703291-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2015:3340

ECLI:NL:RBOVE:2015:3340 ECLI:NL:RBOVE:2015:3340 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 09-07-2015 Datum publicatie: 13-07-2015 Zaaknummer: 08.963556-14 (LP) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ3733

ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ3733 ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ3733 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 07-06-2012 Datum publicatie 11-03-2013 Zaaknummer 13/666528-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:GHARL:2017:2188 ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2012:BV6656

ECLI:NL:RBUTR:2012:BV6656 ECLI:NL:RBUTR:2012:BV6656 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 21-02-2012 Datum publicatie 24-02-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16/512509-11; 16/602702-08 (tul)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:10161

ECLI:NL:RBROT:2016:10161 ECLI:NL:RBROT:2016:10161 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-11-2016 Datum publicatie 13-01-2017 Zaaknummer 10/710336-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:4569

ECLI:NL:RBMNE:2016:4569 ECLI:NL:RBMNE:2016:4569 Instantie Datum uitspraak 16-08-2016 Datum publicatie 17-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 16/652521-15 (P) Strafrecht

Nadere informatie

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht. arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM parketnummer: X uitspraak: 21 juli 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:3298

ECLI:NL:RBROT:2017:3298 ECLI:NL:RBROT:2017:3298 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 03-03-2017 Datum publicatie 06-06-2017 Zaaknummer 10/090568-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293 ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 01-12-2005 Datum publicatie 01-12-2005 Zaaknummer 16/501029-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:1284

ECLI:NL:RBDHA:2014:1284 ECLI:NL:RBDHA:2014:1284 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 04-02-2014 Datum publicatie 04-02-2014 Zaaknummer 09/715710-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2016:588. Uitspraak RECHTBANK OOST-BRABANT. Datum uitspraak: Datum publicatie: Zaaknummer: 01/

ECLI:NL:RBOBR:2016:588. Uitspraak RECHTBANK OOST-BRABANT. Datum uitspraak: Datum publicatie: Zaaknummer: 01/ ECLI:NL:RBOBR:2016:588 Instantie: Rechtbank Oost-Brabant Datum uitspraak: 18-02-2016 Datum publicatie: 18-02-2016 Zaaknummer: 01/879199-15 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2013:320

ECLI:NL:RBOVE:2013:320 ECLI:NL:RBOVE:2013:320 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 22-04-2013 Datum publicatie 11-07-2014 Zaaknummer 07-681022-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2008:BE9165

ECLI:NL:RBUTR:2008:BE9165 ECLI:NL:RBUTR:2008:BE9165 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 06-08-2008 Datum publicatie 25-08-2008 Zaaknummer 16/600251-08 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:6331

ECLI:NL:RBROT:2017:6331 ECLI:NL:RBROT:2017:6331 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 09-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10/049808-15 en 10/231146-15

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:2554

ECLI:NL:RBROT:2017:2554 ECLI:NL:RBROT:2017:2554 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-04-2017 Datum publicatie 06-04-2017 Zaaknummer 10/740353-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2000:AD9850

ECLI:NL:GHSGR:2000:AD9850 ECLI:NL:GHSGR:2000:AD9850 Instantie Datum uitspraak 06-10-2000 Datum publicatie 11-10-2004 Zaaknummer 0975730199 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2015:7578

ECLI:NL:RBNHO:2015:7578 ECLI:NL:RBNHO:2015:7578 Instantie Datum uitspraak 03-09-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 15/871690-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ec Instantie Datum uitspraak 07-10-2015 Datum publicatie 07-10-2015 Rechtbank Oost-Brabant

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:9416

ECLI:NL:GHARL:2014:9416 ECLI:NL:GHARL:2014:9416 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 04-12-2014 Datum publicatie: 17-12-2014 Zaaknummer: 21-005710-13 Formele relaties: Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2013:1485

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2008:BD7407

ECLI:NL:RBUTR:2008:BD7407 ECLI:NL:RBUTR:2008:BD7407 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 15-07-2008 Datum publicatie 16-07-2008 Zaaknummer 16/600554-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZLY:2009:BK6655

ECLI:NL:RBZLY:2009:BK6655 ECLI:NL:RBZLY:2009:BK6655 Instantie Datum uitspraak 24-11-2009 Datum publicatie 16-12-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zwolle-Lelystad 07.620221-08 (P) Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2011:BR4575

ECLI:NL:GHSGR:2011:BR4575 ECLI:NL:GHSGR:2011:BR4575 Instantie Gerechtshof 's-gravenhage Datum uitspraak 09-08-2011 Datum publicatie 10-08-2011 Zaaknummer 22-000623-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2013:11567

ECLI:NL:RBNHO:2013:11567 ECLI:NL:RBNHO:2013:11567 Instantie Datum uitspraak 26-11-2013 Datum publicatie 03-12-2013 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 15/710645-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2017:2890

ECLI:NL:RBNNE:2017:2890 ECLI:NL:RBNNE:2017:2890 Instantie Datum uitspraak 31-07-2017 Datum publicatie 31-07-2017 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 18-830505-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

LJN: BX2217, Rechtbank Almelo, 08/710213-12 Print uitspraak. Datum uitspraak: 20-07-2012. Datum publicatie: 20-07-2012.

LJN: BX2217, Rechtbank Almelo, 08/710213-12 Print uitspraak. Datum uitspraak: 20-07-2012. Datum publicatie: 20-07-2012. LJN: BX2217, Rechtbank Almelo, 08/710213-12 Print uitspraak Datum uitspraak: 20-07-2012 Datum publicatie: 20-07-2012 Rechtsgebied: Soort procedure: Inhoudsindicatie: Vindplaats(en): Straf Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234 ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 07-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer 14.701344-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11 ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:1041

ECLI:NL:RBGEL:2016:1041 ECLI:NL:RBGEL:2016:1041 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 22-02-2016 Datum publicatie 25-02-2016 Zaaknummer 05/840508-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2013:1433

ECLI:NL:RBNNE:2013:1433 ECLI:NL:RBNNE:2013:1433 Instantie Datum uitspraak 04-02-2013 Datum publicatie 19-08-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland S 880345-12 PROM Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:9415

ECLI:NL:GHARL:2014:9415 ECLI:NL:GHARL:2014:9415 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 04-12-2014 Datum publicatie: 17-12-2014 Zaaknummer: 21-005927-13 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2013:CA2936

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ2356

ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ2356 ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ2356 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 22-04-2011 Datum publicatie 27-04-2011 Zaaknummer 24-000037-11 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBLEE:2010:BO9043, Meerdere

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2015:1805

ECLI:NL:RBNHO:2015:1805 ECLI:NL:RBNHO:2015:1805 Uitspraak Vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND, LOCATIE HAARLEM Strafrecht Datum uitspraak : 10 maart 2015 Parketnummer: 15/840083-08 (ontneming) Vonnis ex artikel 36e van het Wetboek

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2015:6277

ECLI:NL:RBNNE:2015:6277 ECLI:NL:RBNNE:2015:6277 Instantie Datum uitspraak 13-11-2015 Datum publicatie 17-03-2016 Zaaknummer 18.720178-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2014:7911

ECLI:NL:RBAMS:2014:7911 ECLI:NL:RBAMS:2014:7911 Instantie: Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak: 21-11-2014 Datum publicatie: 06-01-2015 Zaaknummer: 13-730021-13 Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg- meervoudig Uitspraak Vonnis

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2014:2715

ECLI:NL:RBROT:2014:2715 ECLI:NL:RBROT:2014:2715 Uitspraak Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak: 09-04-2014 Datum publicatie: 09-04-2014 Zaaknummer: 10/750175-11 Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:3807

ECLI:NL:RBMNE:2014:3807 ECLI:NL:RBMNE:2014:3807 Instantie Datum uitspraak 29-08-2014 Datum publicatie 29-08-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 16/661454-14, 16/659611-13

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2006:AZ2981

ECLI:NL:RBBRE:2006:AZ2981 ECLI:NL:RBBRE:2006:AZ2981 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 23-11-2006 Datum publicatie 24-11-2006 Zaaknummer 800917/06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2012:BW6312

ECLI:NL:RBASS:2012:BW6312 ECLI:NL:RBASS:2012:BW6312 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 23-05-2012 Zaaknummer 19.605400-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:3315

ECLI:NL:RBMNE:2014:3315 ECLI:NL:RBMNE:2014:3315 Instantie Datum uitspraak 29-07-2014 Datum publicatie 01-08-2014 Zaaknummer 16/659378-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Arnhem Afdeling strafrecht Parketnummer: X Uitspraak d.d.: 15 juni 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994 ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 22-12-2006 Datum publicatie 11-01-2007 Zaaknummer 15/645076-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5286 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer 23-000227-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:1193

ECLI:NL:GHDHA:2015:1193 ECLI:NL:GHDHA:2015:1193 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 13-05-2015 Datum publicatie 18-05-2015 Zaaknummer 22-005458-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ1116

ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ1116 ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ1116 Instantie Datum uitspraak 27-01-2011 Datum publicatie 13-04-2011 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-000016-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391 ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 10-10-2001 Datum publicatie 10-10-2001 Zaaknummer 05.096060-01 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie