BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE N. 201 INHOUD SOMMAIRE. 10 pages/bladzijden

Transcriptie

1 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Publication conforme aux articles 472 à 478 de la loiprogramme du 24 décembre 2002 publiée au Moniteur belge du 31 décembre Le Moniteur belge peut être consulté à l adresse : Direction du Moniteur belge, rue de Louvain 40-42, 1000 Bruxelles, tél Conseiller : A. Van Damme 175e ANNEE MERCREDI 29 JUIN 2005 DEUXIEME EDITION N. 201 Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 31 december Dit Belgisch Staatsblad kan geconsulteerd worden op : Bestuur van het Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42, 1000 Brussel, tel Adviseur : A. Van Damme 175e JAARGANG WOENSDAG 29 JUNI 2005 TWEEDE EDITIE SOMMAIRE INHOUD Lois, décrets, ordonnances et règlements Wetten, decreten, ordonnanties en verordeningen Service public fédéral Finances 27 JUIN Arrêté royal pris en exécution de l article 15, 1 er, de la loi du 17 mai 2004 transposant en droit belge la directive 2003/48/CE du 3 juin 2003 du Conseil de l Union européenne en matière de fiscalité des revenus de l épargne sous forme de paiement d intérêts et modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 en matière de précompte mobilier, p JUIN Arrêté royal pris en exécution de l article 6 de la loi du 21 juin 2005 portant des dispositions équivalentes aux dispositions prévues, en ce qui concerne la Belgique, par les accords sur la fiscalité des revenus de l épargne signés entre le Royaume de Belgique et le Royaume des Pays-Bas en ce qui concerne d une part les Antilles néerlandaises et d autre part Aruba et entre le Royaume de Belgique et respectivement, Guernesey, l île de Man, Jersey, Anguilla, les îles Vierges Britanniques, Montserrat et les îles Turks et Caicos, p JUIN Arrêté royal modifiant l arrêté royal du 26 mars 2005 pris en exécution de l article 4, 1 er, alinéa 3, 1 er tiret, de la loi du 17 mai 2004 transposant en droit belge la directive 2003/48/CE du 3 juin 2003 du Conseil de l Union européenne en matière de fiscalité des revenus de l épargne sous forme de paiement d intérêts et modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 en matière de précompte mobilier et de l article 338bis, 1 er, alinéa 4, 1 er tiret, du Code des impôts sur les revenus 1992, p Federale Overheidsdienst Financiën 27 JUNI Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 15, 1, van de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing, bl JUNI Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 6 van de wet van 21 juni 2005 houdende bepalingen die gelijkwaardig zijn aan de bepalingen waarin, wat België betreft, is voorzien in de overeenkomsten betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden, die werden gesloten tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden met betrekking tot de Nederlandse Antillen enerzijds en Aruba anderzijds, en tussen het Koninkrijk België en respectievelijk Guernsey, het eiland Man, Jersey, Anguilla, de Britse Maagdeneilanden, Montserrat en de Turks en Caicos Eilanden, bl JUNI Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 maart 2005 ter uitvoering van artikel 4, 1, derde lid, eerste streepje, van de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing en van artikel 338bis, 1, vierde lid, eerste streepje, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, bl Avis officiels Service public fédéral Finances Accord du 26 octobre 2004 entre la Communauté européenne et la Confédération suisse prévoyant des mesures équivalentes à celles prévues dans la directive 2003/48/CE du Conseil du 3 juin 2003 en matière de fiscalité des revenus de l épargne sous forme de paiements d intérêts. Avis, p Officiële berichten Federale Overheidsdienst Financiën Overeenkomst van 26 oktober 2004 tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende de belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling. Bericht, bl pages/bladzijden

2 30064 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES F [C 2005/03574] 27 JUIN Arrêté royal pris en exécution de l article 15, 1 er, de la loi du 17 mai 2004 transposant en droit belge la directive 2003/48/CE du 3 juin 2003 du Conseil de l Union européenne en matière de fiscalité des revenus de l épargne sous forme de paiement d intérêts et modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 en matière de précompte mobilier FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN N [C 2005/03574] 27 JUNI Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 15, 1, van de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing Rapport au Roi Verslag aan de Koning Sire, Le projet d arrêté royal que nous avons l honneur de soumettre à Sa Majesté a pour but de régler l entrée en vigueur des articles 1 er à 11 et 14 de la loi du 17 mai 2004 transposant en droit belge la directive 2003/48/CE du 3 juin 2003 du Conseil de l Union européenne en matière de fiscalité des revenus de l épargne sous forme de paiement d intérêts et modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 en matière de précompte mobilier, à l exception des articles 12 et 13 de cette loi. Conformément à l article 17 de la directive 2003/48/CE du Conseil de l Union européenne du 3 juin 2003 en matière de fiscalité des revenus de l épargne sous forme de paiement d intérêts, le but initial était que les Etats membres puissent appliquer les dispositions de la directive à partir du 1 er janvier Toutefois, cet article 17 contient une condition suspensive qui précise que : - la Confédération suisse, la Principauté de Liechtenstein, la République de Saint-Marin, la Principauté de Monaco et la Principauté d Andorre doivent appliquer, à compter d une même date, des mesures équivalentes à celles fixées dans la directive précitée; - dans tous les territoires dépendants ou associés, des accords ou autres mécanismes doivent être mis en place qui obligent les territoires concernés à un échange d informations comme il est fixé dans la directive précitée. Au moins six mois avant le 1 er janvier 2005, le Conseil de l Union européenne décide, à l unanimité, s il sera satisfait à ces conditions. Si tel n est pas le cas, il adopte, à l unanimité, une nouvelle date d entrée en vigueur. Vu qu il est certain qu il ne serait pas satisfait, dans le délai imparti, aux conditions posées, le Conseil de l Union européenne a décidé de différer l entrée en vigueur de la directive au 1 er juillet Depuis le 7 juin 2005, toutes les conditions visées ci-dessus sont réunies de telle sorte que rien ne s oppose à une entrée en vigueur au 1 er juillet Par conséquent, le présent projet d arrêté royal vise à faire entrer en vigueur à partir du 1 er juillet 2005 la loi précitée qui règle la transposition en droit belge de la directive 2003/48/CE, conformément à la décision du Conseil de l Union européenne sur le sujet. Vu que la Belgique se limitera, dans une première phase, à la retenue et au versement d un prélèvement à la source,l entrée en vigueur des articles 12 et 13 de la loi du 17 mai 2004 transposant en droit belge la directive 2003/48/CE du 3 juin 2003 du Conseil de l Union européenne en matière de fiscalité des revenus de l épargne sous forme de paiements d intérêts et modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 en matière de précompte mobilier ne sera fixéequ au moment où les autorités belges décideront de mettre fin au régime du prélèvement à la source et de le remplacer par le régime de l échange d informations. Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij de eer hebben ter ondertekening aan Zijne Majesteit voor te leggen heeft tot doel de inwerkingtreding te regelen van de artikelen 1 tot 11 en 14 van de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing, met uitzondering van de artikelen 12 en 13 van die wet. Overeenkomstig het artikel 17 van de richtlijn 2003/48/EC van de Raad van de Europese Unie van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling was het oorspronkelijk de bedoeling dat de lidstaten de bepalingen van de richtlijn zouden toepassen vanaf 1 januari Dat artikel 17 bevat evenwel een opschortende voorwaarde die stelt dat : - de Zwitserse Bondsstaat, het Vorstendom Liechtenstein, de Republiek San Marino, het Vorstendom Monaco en het Vorstendom Andorra vanaf eenzelfde datum maatregelen moeten toepassen die gelijkaardig zijn aan de maatregelen als bepaald in de genoemde richtlijn; - in alle betrokken afhankelijke of geassocieerde gebieden, overeenkomsten of andere regelingen van kracht moeten zijn die de genoemde gebieden verplichten tot een uitwisseling van informatie als bepaald in de genoemde richtlijn. Uiterlijk zes maanden vóór 1 januari 2005 besluit de Raad van de Europese Unie met eenparigheid van stemmen of aan die voorwaarden zal worden voldaan, zoniet stelt hij met eenparigheid van stemmen een nieuwe datum van inwerkingtreding vast. Aangezien op het gestelde tijdstip is vastgesteld dat de genoemde voorwaarden niet tijdig zouden zijn vervuld, heeft De Raad van de Europese Unie beslist de inwerkingtreding van de richtlijn uit te stellen tot 1 juli Sedert 7 juni 2005 zijn alle hiervoor genoemde voorwaarden vervuld zodat niets een inwerkingtreding op 1 juli 2005 nog in de weg staat. Dit ontwerp van koninklijk besluit strekt er bijgevolg toe de genoemde wet die de omzetting van de richtlijn 2003/48/EC in het Belgisch intern recht regelen, overeenkomstig de beslissing van de Raad van de Europese Unie terzake, in werking te laten treden vanaf 1 juli Aangezien België zich in een eerste fase zal beperken tot de inhouding en doorstorting van een «woonstaatheffing», zal de inwerkingtreding van de artikelen 12 en 13 van de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing pas worden vastgesteld op het ogenblik waarop de Belgische autoriteiten beslissen om af te stappen van het stelsel van de «woonstaatheffing» en over te schakelen op het stelsel van de uitwisseling van inlichtingen.

3 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD Les articles 12 et 13 précités traitent exclusivement de cet échange d informations et pourront par conséquent entrer en vigueur à partir d une date ultérieure, encore à déterminer. J ai l honneur d être, Sire, De votre Majesté, le très respectueux et le très fidèle serviteur, Le Vice-Premier Ministre et Ministre des Finances, De genoemde artikelen 12 en 13 handelen uitsluitend over die uitwisseling van inlichtingen en kunnen bijgevolg pas vanaf een latere, nog nader te bepalen datum in werking treden. Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, 27 JUIN Arrêté royal fixant l entrée en vigueur de certaines dispositions de la loi du 17 mai 2004 transposant en droit belge la directive 2003/48/CE du 3 juin 2003 du Conseil de l Union européenne en matière de fiscalité des revenus de l épargne sous forme de paiement d intérêts et modifiant le Code des impôts des revenus 1992 en matière de précompte mobilier (1) II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu l article 15, 1 er de la loi du 17 mai 2004 transposant en droit belge la directive 2003/48/CE du 3 juin 2003 du Conseil de l Union européenne en matière de fiscalité des revenus de l épargne sous forme de paiement d intérêts et modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 en matière de précompte mobilier, modifié par la loi du 20 juin 2005 modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 et le Code des taxes assimilées au timbre en matière d assistance mutuelle des autorités compétentes des Etats membres dans le domaine des impôts directs et des taxes sur les primes d assurance; Vu l avis de l Inspecteur des Finances, donné le 21 juin 2005; Vu l accord de Notre Ministre du Budget, donné le 24 juin 2005; Vu les lois sur le Conseil d Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, notamment l article 3, 1 er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et modifié par la loi du 4 août 1996; Vu l urgence; Considérant que : - les dispositions, dont l entrée en vigueur est réglée par le présent arrêté, n entrent en vigueur qu à partir d une date fixée par le Conseil de l Union européenne conformément à l article 17 de la directive 2003/48/CE du 3 juin 2003 du Conseil de l Union européenne en matière de fiscalité des revenus de l épargne sous forme de paiement d intérêts; -l entrée en vigueur effective de la loi précitée est tributaire de la condition suivant laquelle la Confédération suisse, la Principauté de Liechtenstein, la République de Saint-Marin, la Principauté de Monaco et la Principauté d Andorre doivent mettre en application, à partir d une même date, des mesures équivalentes à celles prévues par la directive précitée; - des accords ou autres mécanismes qui contraignent les territoires concernés à un échange d informations tel que visé dans la directive précitée doivent être en vigueur, à partir de la même date, dans tous les territoires dépendants ou associés concernés; - il est satisfait avec certitude à ces conditions depuis le 7 juin 2005; - les agents payeurs doivent appliquer les dispositions reprises dans la loi précitée aux intérêts payés ou attribués, qui sont courus à partir du 1 er juillet 2005, suite à la décision prise le 12 avril 2005 par le Conseil des Ministres de l Economie et des Finances de l Union européenne (Conseil Ecofin); - ces agents payeurs doivent, par conséquent, être informés d urgence de la date définitive d entrée en vigueur des dispositions légales précitées; Sur la proposition de Notre Vice-Premier Ministre et Ministre des Finances et de l avis de Nos Ministres qui en ont délibéré en Conseil, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. Les articles 1 er à 11 et 14 de la loi du 17 mai 2004 transposant en droit belge la directive 2003/48/CE du 3 juin 2003 du Conseil de l Union européenne en matière de fiscalité des revenus de l épargne sous forme de paiement d intérêts et modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 en matière de précompte mobilier, sont 27 JUNI Koninklijk besluit houdende inwerkingtreding van sommige bepalingen van de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing (1) II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op artikel 15, 1, van de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing, gewijzigd bij de wet van 20 juni 2005 tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van het Wetboek der met het zegel gelijkgestelde taksen inzake de wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op het gebied van de directe belastingen en heffingen op verzekeringspremies; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 juni 2005; Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 24 juni 2005; Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Overwegende dat : - de bepalingen waarvan de inwerkingtreding door dit besluit wordt geregeld, overeenkomstig artikel 17 van de Richtlijn 2003/48/EC van de Raad van de Europese Unie van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling slechts van toepassing worden vanaf een door de Raad van de Europese Unie vast te stellen datum; - de daadwerkelijke inwerkingtreding van de genoemde wet afhankelijk wordt gesteld van de voorwaarde dat de Zwitserse Bondsstaat, het Vorstendom Liechtenstein, de Republiek San Marino, het Vorstendom Monaco en het Vorstendom Andorra vanaf eenzelfde datum maatregelen moeten toepassen die gelijkaardig zijn aan de maatregelen als bepaald in de genoemde richtlijn; - vanaf dezelfde datum in alle betrokken afhankelijke of geassocieerde gebieden, overeenkomsten of andere regelingen van kracht moeten zijn die de genoemde gebieden verplichten tot een uitwisseling van informatie als bepaald in de genoemde richtlijn; - het vaststaat dat aan die voorwaarden is voldaan sinds 7 juni 2005; - de uitbetalende instanties de in de genoemde wet vervatte bepalingen moeten toepassen op de betaalde of toegekende interesten die zijn verlopen vanaf 1 juli 2005, ten gevolge van de beslissing genomen door de Raad van de Ministers van Economie en Financiën van de Europese Unie (ECOFIN-Raad) op 12 april 2005; - die uitbetalende instanties bijgevolg dringend moeten worden ingelicht over de definitieve datum van inwerkingtreding van de genoemde wettelijke bepalingen; Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. De artikelen 1 tot 11 en 14 van de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992

4 30066 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD applicables aux intérêts payés ou attribués, qui sont courus à partir du 1 er juillet Art. 2. Notre Vice-Premier Ministre et Ministre des Finances est chargé de l exécution du présent arrêté. Donné àgraz, le 27 juin Par le Roi : Le Vice-Premier Ministre et Ministre des Finances, inzake de roerende voorheffing, zijn van toepassing op de betaalde of toegekende interesten verlopen vanaf 1 juli Art. 2. Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Graz, 27 juni Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Notes (1) Références au Moniteur belge Loi du 17 mai 2004, Moniteur belge du 27 mai 2004, 2 e édition. Loi du 20 juin 2005, Moniteur belge du 24 juin 2005, 3 e édition. Lois sur le Conseil d Etat, coordonnées par l arrêté royal du 12 janvier 1973, Moniteur belge du 21 mars Loi du 4 juillet 1989, Moniteur belge du 25 juillet Loi du 4 août 1996, Moniteur belge du 20 août 1996, err. 8 octobre Nota s (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad Wet van 17 mei 2004, Belgisch Staatsblad van 27 mei 2004, 2 e editie. Wet van 20 juni 2005, Belgisch Staatsblad van 24 juni 2005, 3 e editie. Wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart Wet van 4 juli 1989, Belgisch Staatsblad van 25 juli Wet van 4 augustus 1996, Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1996, err. 8 oktober * SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES F [C 2005/03573] 27 JUIN Arrêté royal pris en exécution de l article 6 de la loi du 21 juin 2005 portant des dispositions équivalentes aux dispositions prévues, en ce qui concerne la Belgique, par les accords sur la fiscalité des revenus de l épargne signés entre le Royaume de Belgique et le Royaume des Pays-Bas en ce qui concerne d une part les Antilles néerlandaises et d autre part Aruba et entre le Royaume de Belgique et respectivement, Guernesey, l île de Man, Jersey, Anguilla, les îles Vierges Britanniques, Montserrat et les îles Turks et Caicos (1) II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu l article 6 de la loi du 21 juin 2005 portant des dispositions équivalentes aux dispositions prévues, en ce qui concerne la Belgique, par les accords sur la fiscalité des revenus de l épargne signés entre le Royaume de Belgique et le Royaume des Pays-Bas en ce qui concerne d une part les Antilles néerlandaises et d autre part Aruba et entre le Royaume de Belgique et respectivement Guernesey, l île de Man, Jersey, Anguilla, les îles Vierges Britanniques, Montserrat et les îles Turks et Caicos; Vu l avis de l Inspecteur des Finances, donné le 22 juin 2005; Vu l accord de Notre Ministre du Budget, donné le 24 juin 2005; Vu les lois sur le Conseil d Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, notamment l article 3, 1 er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et modifié par la loi du 4 août 1996; Vu l urgence; Considérant que : les dispositions, dont l entrée en vigueur est fixée par le présent arrêté, doivent être mises en parallèle avec les dispositions reprises dans la directive 2003/48/CE du Conseil de l Union européenne du 3 juin 2003 en matière de fiscalité des revenus de l épargne sous forme de paiement d intérêts transposées en droit belge par la loi du 17 mai 2004; il s indique d avoir une entrée en vigueur strictement identique puisque les Etats membres appliquent les dispositions de la directive précitée à partir du 1 er juillet 2005 à condition notamment que des accords soient conclus avec certains territoires dépendants ou associés et que ceux-ci appliquent, à compter de la même date, l échange automatique d informations prévu par la directive ou, pendant la période de transition, la retenue à la source prévue par la directive; les agents payeurs doivent appliquer les dispositions reprises dans la loi précitée aux intérêts payés ou attribués qui sont courus à partir du 1 er juillet 2005; ces agents payeurs doivent, par conséquent, être informés d urgence de la date définitive d entrée en vigueur de la loi du 21 juin 2005; FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN N [C 2005/03573] 27 JUNI Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 6 van de wet van 21 juni 2005 houdende bepalingen die gelijkwaardig zijn aan de bepalingen waarin, wat België betreft, is voorzien in de overeenkomsten betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden, die werden gesloten tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden met betrekking tot de Nederlandse Antillen enerzijds en Aruba anderzijds, en tussen het Koninkrijk België en respectievelijk Guernsey, het eiland Man, Jersey, Anguilla, de Britse Maagdeneilanden, Montserrat en de Turks en Caicos Eilanden (1) II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op artikel 6 van de wet van 21 juni 2005 houdende bepalingen die gelijkwaardig zijn aan de bepalingen waarin, wat België betreft, is voorzien in de overeenkomsten betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden, die werden gesloten tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden met betrekking tot de Nederlandse Antillen enerzijds en Aruba anderzijds, en tussen het Koninkrijk België en respectievelijk Guernsey, het eiland Man, Jersey, Anguilla, de Britse Maagdeneilanden, Montserrat en de Turks en Caicos Eilanden; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 juni 2005; Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 24 juni 2005; Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Overwegende dat : de bepalingen waarvan de inwerkingtreding door dit besluit wordt geregeld, in overeenstemming moeten worden gebracht met de bepalingen vervat in de Richtlijn 2003/48/CE van de Raad van de Europese Unie van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, omgezet in het Belgisch recht met de wet van 17 mei 2004; het aangewezen is om eenzelfde inwerkingtreding te hebben aangezien de lidstaten de bepalingen van de genoemde Richtlijn vanaf 1 juli 2005 toepassen inzonderheid op voorwaarde dat de overeenkomsten met bepaalde afhankelijke of geassocieerde gebieden zijn gesloten en dat die gebieden vanaf dezelfde datum de automatische gegevensuitwisseling toepassen waarin is voorzien door de Richtlijn of dat ze gedurende de overgangsperiode de bronbelasting toepassen waarin is voorzien door de Richtlijn; de uitbetalende instanties de in voornoemde wet vervatte bepalingen moeten toepassen op de betaalde of toegekende interesten die zijn verlopen vanaf 1 juli 2005; die uitbetalende instanties bijgevolg dringend moeten worden ingelicht over de definitieve datum van inwerkingtreding van de wet van 21 juni 2005;

5 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD Sur la proposition de Notre Vice-Premier Ministre et Ministre des Finances et de l avis de Nos Ministres qui en ont délibéré en Conseil, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. La loi du 21 juin 2005 portant des dispositions équivalentes aux dispositions prévues, en ce qui concerne la Belgique, par les accords sur la fiscalité des revenus de l épargne signés entre le Royaume de Belgique et le Royaume des Pays-Bas en ce qui concerne d une part les Antilles néerlandaises et d autre part Aruba et entre le Royaume de Belgique et, respectivement, Guernesey, l île de Man, Jersey, Anguilla, les îles Vierges britanniques, Montserrat et les îles Turks et Caicos est applicable aux intérêts payés ou attribués, qui sont courus à partir du 1 er juillet Art. 2. Notre Vice-Premier Ministre et Ministre des Finances est chargé de l exécution du présent arrêté. Donné àgraz, le 27 juin Par le Roi : Le Vice-Premier Ministre et Ministre des Finances, Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. De wet van 21 juni 2005 houdende bepalingen die gelijkwaardig zijn aan de bepalingen waarin, wat België betreft, is voorzien in de overeenkomsten betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden, die werden gesloten tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden met betrekking tot de Nederlandse Antillen enerzijds en Aruba anderzijds, en tussen het Koninkrijk België en respectievelijk Guernsey, het eiland Man, Jersey, Anguilla, de Britse Maagdeneilanden, Montserrat en de Turks en Caicos Eilanden, is van toepassing op de betaalde of toegekende interesten verlopen vanaf 1 juli Art. 2. Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Graz, 27 juni Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Notes (1) Références au Moniteur belge : Loi du 17 mai 2004, Moniteur belge du 27 mai 2004, 2 e édition. Loi du 21 juin 2005, Moniteur belge du 24 juin 2005, 3 e édition. Lois sur le Conseil d Etat, coordonnées par l arrêté royal du 12 janvier 1973, Moniteur belge du 21 mars Loi du 4 juillet 1989, Moniteur belge du 25 juillet Loi du 4 août 1996, Moniteur belge du 20 août 1996, err. 8 octobre Nota s (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 17 mei 2004, Belgisch Staatsblad van 27 mei 2004, 2 e editie. Wet van 21 juni 2005, Belgisch Staatsblad van 24 juni 2005, 3 e editie. Wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart Wet van 4 juli 1989, Belgisch Staatsblad van 25 juli Wet van 4 augustus 1996, Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1996, err. 8 oktober * SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES F [C 2005/03575] 27 JUIN Arrêté royal modifiant l arrêté royal du 26 mars 2005 pris en exécution de l article 4, 1 er, alinéa 3,1 er tiret, de la loi du 17 mai 2004 transposant en droit belge la directive 2003/48/CE du 3 juin 2003 du Conseil de l Union européenne en matière de fiscalité des revenus de l épargne sous forme de paiement d intérêts et modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 en matière de précompte mobilier et de l article 338bis, 1 er, alinéa 4,1 er tiret, du Code des impôts sur les revenus 1992 (1) II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 17 mai 2004 transposant en droit belge la directive 2003/48/CE du 3 juin 2003 du Conseil de l Union européenne en matière de fiscalité des revenus de l épargne sous forme de paiement d intérêts et modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 en matière de précompte mobilier, modifié par la loi du 20 juin 2005 modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 et le Code des taxes assimilées au timbre en matière d assistance mutuelle des autorités compétentes des Etats membres dans le domaine des impôts directs et des taxes sur les primes d assurance, notamment l article 4, 1 er, alinéa 3,1 er tiret; Vu l arrêté royal du 26 mars 2005 pris en exécution de l article 4, 1 er, alinéa 3,1 er tiret, de la loi du 17 mai 2004 transposant en droit belge la directive 2003/48/CE du 3 juin 2003 du Conseil de l Union européenne en matière de fiscalité des revenus de l épargne sous forme de paiement d intérêts et modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 en matière de précompte mobilier et de l article 338bis, 1 er, alinéa 4, 1 er tiret, du Code des impôts sur les revenus 1992, notamment l article 2, 2; FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN N [C 2005/03575] 27 JUNI Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 maart 2005 ter uitvoering van artikel 4, 1, derde lid, eerste streepje, van de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing en van artikel 338bis, 1, vierde lid, eerste streepje, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (1) II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing, gewijzigd bij de wet van 20 juni 2005 tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van het Wetboek der met het zegel gelijkgestelde taksen inzake de wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten van de lid-staten op het gebied van de directe belastingen en heffingen op verzekeringspremies, inzonderheid artikel 4, 1, derde lid, eerste streepje; Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 2005 ter uitvoering van artikel 4, 1, derde lid, eerste streepje, van de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing en van artikel 338bis, 1, vierde lid, eerste streepje, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, inzonderheid artikel 2, 2;

6 30068 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD Vu l avis de l Inspecteur des Finances, donné le 21 juin 2005; Vu l accord de Notre Ministre du Budget, donné le 24 juin 2005; Vu les lois sur le Conseil d Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, notamment l article 3, 1 er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et modifié par la loi du 4 août 1996; Vu l urgence; Considérant que : l article 2, 2del arrêté royal du 26 mars 2005 stipule que la résidence d un bénéficiaire effectif est fixée à l aide de sa nationalité lorsqu il a une adresse permanente en Belgique et lorsqu il donne une résidence fiscale à l étranger; la Commission européenne a informé les autorités belges de ce que cette situation peut donner lieu à des problèmes dans le chef des fonctionnaires européens lorsque leur nationalité ne correspond pas à leur résidence fiscale; le présent arrêté, pour remédier à ces problèmes, vise à obliger les bénéficiaires effectifs à prouver leur résidence à l étranger, sans tenir compte du critère de la nationalité, sur la base de documents probants afin que les agents payeurs puissent appliquer efficacement les dispositions reprises dans la loi du 17 mai 2004 aux intérêts payés ou attribués, qui sont courus à partir du 1 er juillet 2005; ces agents doivent par conséquent être informés d urgence des modifications apportées à la notion d identification par le présent arrêté; Sur la proposition de Notre Vice-Premier Ministre et Ministre des Finances, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. L article 2, 2, de l arrêté royal du 26 mars 2005 pris en exécution de l article 4, 1 er, alinéa 3,1 er tiret de la loi du 17 mai 2004 transposant en droit belge la directive 2003/48/CE du 3 juin 2003 du Conseil de l Union européenne en matière de fiscalité des revenus de l épargne sous forme de paiement d intérêts et modifiant le Code des impôts sur les revenus 1992 en matière de précompte mobilier et de l article 338bis, 1 er, alinéa 4,1 er tiret du Code des impôts sur les revenus 1992, est remplacé par la disposition suivante : «2. Le bénéficiaire effectif qui dispose d une adresse permanente en Belgique et qui a, pour l application de la législation fiscale belge, la qualité d épargnant non-résident, doit prouver sa résidence à l étranger sur la base de documents probants.» Art. 2. Le présent arrêté est applicable à partir du 1 er juillet Art. 3. Notre Vice-Premier Ministre et Ministre des Finances est chargé de l exécution du présent arrêté. Donné àgraz, le 27 juin Par le Roi : Le Vice-Premier Ministre et Ministre des Finances, Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 juni 2005; Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 24 juni 2005; Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Overwegende dat : artikel 2, 2 van het koninklijk besluit van 26 maart 2005 bepaalt dat de woonplaats van een uiteindelijk gerechtigde wordt vastgesteld aan de hand van zijn nationaliteit wanneer hij een vast adres in België heeft en een fiscale woonplaats in het buitenland opgeeft; de Europese Commissie de Belgische autoriteiten erover heeft ingelicht dat die situatie problemen kan opleveren voor de Europese ambtenaren wanneer hun nationaliteit niet samenvalt met hun fiscale woonplaats; dit besluit, om aan die problemen te verhelpen, beoogt de uiteindelijk gerechtigden ertoe te verplichten hun woonplaats in het buitenland aan te tonen aan de hand van bewijskrachtige gegevens, zonder dat daarbij rekening mag worden gehouden met het criterium van de nationaliteit, zodat de uitbetalende instanties op een efficiënte wijze de bepalingen vervat in de wet van 17 mei 2004 kunnen toepassen op de betaalde of toegekende interesten, verlopen vanaf 1 juli 2005; die instanties bijgevolg dringend moeten worden ingelicht over de wijzigingen die dit besluit aanbrengt aan de notie van de identificatie; Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Artikel 2, 2, van het koninklijk besluit van 26 maart 2005 ter uitvoering van artikel 4, 1, derde lid, eerste streepje, van de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing en van artikel 338bis, 1, vierde lid, eerste streepje, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, wordt vervangen als volgt : «2. De uiteindelijk gerechtigde die over een vast adres in België beschikt en die voor de toepassing van de Belgische fiscale wetgeving als spaarder-niet-inwoner wordt aangemerkt, moet zijn woonplaats in het buitenland aantonen aan de hand van bewijskrachtige documenten.» Art. 2. Dit besluit is van toepassing vanaf 1 juli Art. 3. Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Graz, 27 juni Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Notes (1) Références au Moniteur belge : Loi du 17 mai 2004, Moniteur belge du 27 mai 2004, 2 e édition. Loi du 20 juin 2005, Moniteur belge du 24 juin 2005, 3 e édition. Lois sur le Conseil d Etat, coordonnées par l arrêté royal du 12 janvier 1973, Moniteur belge du 21 mars Loi du 4 juillet 1989, Moniteur belge du 25 juillet Loi du 4 août 1996, Moniteur belge du 20 août 1996, err. 8 octobre Arrêté royal du 26 mars 2005, Moniteur belge du 19 avril 2005, 2 e édition. Nota s (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 17 mei 2004, Belgisch Staatsblad van 27 mei 2004, 2 e éditie. Wet van 20 juni 2005, Belgisch Staatsblad van 24 juni 2005, 3 e editie. Wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart Wet van 4 juli 1989, Belgisch Staatsblad van 25 juli Wet van 4 augustus 1996, Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1996, err. 8 oktober Koninklijk besluit van 26 maart 2005, Belgisch Staatsblad van 19 april 2005, 2 e editie.

7 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD AVIS OFFICIELS OFFICIELE BERICHTEN SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES [C 2005/03579] Accord du 26 octobre 2004 entre la Communauté européenne et la Confédération suisse prévoyant des mesures équivalentes à celles prévues dans la directive 2003/48/CE du Conseil du 3 juin 2003 en matière de fiscalité des revenus de l épargne sous forme de paiements d intérêts. Avis FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN [C 2005/03579] Overeenkomst van 26 oktober 2004 tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende de belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling. Bericht a) aux résidents de la Suisse qui recueillent des dividendes, des intérêts ou des redevances de sources belges; a) aan de inwoners van Zwitserland die dividenden, interest of royalty s uit bronnen in België verkrijgen; b) aux résidents de la Belgique qui recueillent des dividendes, des intérêts ou des redevances de sources suisses; b) aan de inwoners van België die dividenden, interest of royalty s uit bronnen in Zwitserland verkrijgen; c) aux banques et autres intermédiaires qui interviennent dans le paiement des revenus précités et aux débiteurs des revenus mentionnés sous a). c) aan de banken en andere tussenpersonen bij de betaling van de hierboven vermelde inkomsten en aan de schuldenaars van de in a) hierboven vermelde inkomsten. Accord entre la Communauté européenne et la Suisse dans le cadre de la directive épargne Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland in het kader van de spaarrichtlijn Par sa Décision du 2 juin 2004 (n 2004/911/CE, Journal officiel de l Union européenne n L 385 du ), le Conseil de l Union européenne a approuvé au nom de la Communauté européenne l accord du 26 octobre 2004 entre la Communauté européenne et la Confédération suisse prévoyant des mesures équivalentes à celles prévues dans la directive 2003/48/CE du Conseil du 3 juin 2003 en matière de fiscalité des revenus de l épargne sous forme de paiements d intérêts, et le mémorandum d entente qui l accompagne. De Raad van de Europese Unie heeft bij Besluit van 2 juni 2004 ( nr. 2004/911/EG, Publicatieblad van de Europese Unie nr. L 385 van ) namens de Europese Gemeenschap zijn goedkeuring gehecht aan de Overeenkomst van 26 oktober 2004 tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende de belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, en aan het bijbehorende Memorandum van overeenstemming. La Communauté européenne a également décidé d accéder à la demande de la Confédération suisse d inclure dans l accord précité des mesures équivalentes aux régimes prévus dans la directive 90/435/CEE du Conseil du 23 juillet 1990 concernant le régime fiscal commun applicable aux sociétés mères et filiales d Etats membres différents (Journal officiel L 225 du , p. 6) et dans la directive 2003/49/CE du Conseil du 3 juin 2003 concernant un régime fiscal commun applicable aux paiements d intérêts et de redevances effectués entre des sociétés associées d Etats membres différents (Journal officiel L 157 du , p. 49), dans leur version originale. Ces mesures figurent à l article 15 (voir l annexe au présent avis) de cet accord entre la Communauté européenne et la Confédération suisse. De Europese Gemeenschap heeft ook besloten het verzoek van de Zwitserse Bondsstaat in te willigen om in de voormelde overeenkomst bepalingen op te nemen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in de oorspronkelijke versies van Richtlijn 90/435/EEG van de Raad van 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten (Publicatieblad L 225 van , blz. 6), en van Richtlijn 2003/49/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende een gemeenschappelijke belastingregeling inzake uitkeringen van interest en royalty s tussen verbonden ondernemingen van verschillende lid-staten (Publicatieblad L157 van , blz. 49). Die bepalingen werden opgenomen in artikel 15 (zie bijlage hierbij) van deze Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat. Dans la Décision du Conseil de l Union européenne du 25 octobre 2004 (n 2004/912/CE, Journal officiel L 385 du ) relative à la conclusion de l accord sous forme d échange de lettres entre la Communauté européenne et la Confédération suisse sur la date d application de l accord entre la Communauté européenne et la Confédération suisse prévoyant des mesures équivalentes à celles prévues dans la directive 2003/48/CE du Conseil du 3 juin 2003 en matière de fiscalité des revenus de l épargne sous forme de paiement d intérêts, il est stipulé que la Suisse et la Communauté mettent en œuvre et appliquent effectivement cet accord à partir du 1 er juillet Bij Besluit van de Raad van de Europese Unie van 25 oktober 2004 (nr. 2004/912/EG, Publicatieblad L 385 van ) betreffende de sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de datum van toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende de belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, is bepaald dat Zwitserland en de Gemeenschap deze overeenkomst effectief dienen te implementeren en toe te passen vanaf 1 juli Le présent avis vise à attirer l attention sur les modifications relatives au régime fiscal applicable dans l Etat de la source aux dividendes, intérêts et redevances qu entraînent les dispositions de l article 15 de l accord précité par rapport aux dispositions de la Convention belgosuisse du 28 août 1978 en vue d éviter les doubles impositions en matière d impôts sur le revenu et sur la fortune (loi d approbation du , Moniteur belge du ). Dit bericht strekt ertoe de aandacht te vestigen op de wijzigingen die uit de bepalingen van artikel 15 van de laatstbedoelde overeenkomst voortvloeien met betrekking tot het belastingstelsel van dividenden, interest en royalty s in de bronstaat ten opzichte van de bepalingen van de Belgisch-Zwitserse Overeenkomst van 28 augustus 1978 tot het vermijden van dubbele belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen (goedkeuringswet van , Belgisch Staatsblad ).

8 30070 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD Convention préventive de la double imposition belgo-suisse de 1978 Le régime prévu par la Convention belgo-suisse pour l imposition dans l Etat de la source des dividendes, intérêts et redevances est brièvement résumé ci-après : 1. Dividendes (article 10) Règle générale : le précompte mobilier belge ou l impôt suisse, selon le cas, est limité à15 p.c. du montant brut des dividendes; Régime spécial : le précompte mobilier belge ou l impôt suisse, selon le cas, est réduit à 10 p.c. pour les dividendes payés à une société qui détient au moins 25 p.c. du capital de la société qui paie les dividendes. 2. Intérêts (article 11) Règle générale : le précompte mobilier belge ou l impôt suisse, selon le cas, est limité à10 p.c. du montant brut normal des intérêts; Régimes spéciaux : a) exonération du précompte mobilier belge ou de l impôt suisse, selon le cas, pour les intérêts payés : - en liaison avec la vente à crédit d un équipement industriel, commercial ou scientifique; - en liaison avec la vente à crédit de marchandises livrées par une entreprise d un Etat contractant à une entreprise de l autre Etat contractant; - sur des prêts de n importe quelle nature, non représentés par des titres au porteur, consentis par des établissements bancaires; b) intérêts excédentaires : le précompte mobilier belge ou l impôt suisse, selon le cas, est limité aux taux applicables aux dividendes en vertu de l article 10 lorsque le débiteur des intérêts est une société et que la partie excédentaire des intérêts est comprise dans son revenu imposable. Si ces dernières conditions ne sont pas remplies, la partie excédentaire des intérêts est imposable conformément au droit interne. 3. Redevances (article 12) Règle générale : l Etat de la source exonère de tous impôts le montant brut normal des redevances; Régime spécial pour les redevances excédentaires : le précompte mobilier belge ou l impôt suisse, selon le cas, est limité aux taux applicables aux dividendes en vertu de l article 10 lorsque le débiteur des redevances est une société et que la partie excédentaire des redevances est comprise dans son revenu imposable. Si ces dernières conditions ne sont pas remplies, la partie excédentaire des redevances est imposable conformément au droit interne. Nouveau régime : application des mesures équivalentes a celles prévues dans la directive mères-filiales et la directive intéretsredevances En vertu de l article 15 (voir l annexe au présent avis) de l accord du 26 octobre 2004 entre la Communauté européenne et la Confédération suisse prévoyant des mesures équivalentes à celles prévues dans la directive 2003/48/CE du Conseil du 3 juin 2003 en matière de fiscalité des revenus de l épargne sous forme de paiements d intérêts, l Etat de la source des revenus (la Belgique ou la Suisse, selon le cas) applique à partir du 1 er juillet 2005, en dérogation au régime fiscal des paiements de dividendes, d intérêts et de redevances prévu par la Convention belgo-suisse précitée et sans préjudice de tout traitement plus favorable prévu par cette Convention, une exonération complète d impôt en ce qui concerne : Belgisch-Zwitsers dubbelbelastingverdrag van 1978 Dat Belgisch-Zwitserse belastingverdrag voorziet op het gebied van de belastingheffing van dividenden, interest en royalty s in de bronstaat beknopt samengevat in volgende regeling : 1. Dividenden (artikel 10) Algemene regel : de Belgische roerende voorheffing of de Zwitserse belasting, naar het geval, wordt beperkt tot 15 pct. van het brutobedrag van de dividenden; Bijzondere regeling : de Belgische roerende voorheffing of de Zwitserse belasting, naar het geval, wordt verminderd tot 10 pct. voor dividenden die worden betaald aan een vennootschap die tenminste 25 pct. bezit van het kapitaal van de vennootschap die de dividenden uitkeert. 2. Interest (artikel 11) Algemene regel : de Belgische roerende voorheffing of de Zwitserse belasting, naar het geval, wordt beperkt tot 10 pct. van het normale brutobedrag van de interest; Bijzondere regelingen : a) vrijstelling van de Belgische roerende voorheffing of de Zwitserse belasting, naar het geval, voor interest betaald : - in verband met de verkoop op krediet van een nijverheids- of handelsuitrusting of van een wetenschappelijke uitrusting; - in verband met de verkoop op krediet van goederen geleverd door een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat aan een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat; - voor niet door effecten aan toonder vertegenwoordigde leningen van welke aard ook, verstrekt door bankinstellingen; b) bovenmatige interest : de Belgische roerende voorheffing of de Zwitserse belasting, naar het geval, wordt beperkt tot de tarieven die ingevolge artikel 10 van toepassing zijn op dividenden indien de schuldenaar van de interest een vennootschap is en het bovenmatig deel van de interest in het belastbaar inkomen ervan is begrepen. Indien aan laatstbedoelde voorwaarden niet is voldaan is het bovenmatig gedeelte van de interest belastbaar overeenkomstig het interne recht. 3. Royalty s (artikel 12) Algemene regel : de bronstaat stelt het normale brutobedrag van de royalty s vrij van alle belastingen; Bijzondere regeling voor bovenmatige royalty s : de Belgische roerende voorheffing of de Zwitserse belasting, naar het geval, wordt beperkt tot de tarieven die ingevolge artikel 10 van toepassing zijn op dividenden indien de schuldenaar van de royalty s een vennootschap is en het bovenmatig deel van de royalty s in het belastbaar inkomen ervan is begrepen. Indien aan laatstbedoelde voorwaarden niet is voldaan is het bovenmatig gedeelte van de royalty s belastbaar overeenkomstig het interne recht. Nieuwe regeling : toepassing van maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn voorzien in de moeder-dochterrichtlijn en de richtlijn interest-royalty s Ingevolge artikel 15 (zie bijlage hierbij) van de Overeenkomst van 26 oktober 2004 tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende de belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, geldt in de bronstaat van de inkomsten (België of Zwitserland, naar het geval), in afwijking van de belastingbehandeling van uitkeringen van dividenden, interest en royalty s waarin het bovengenoemde Belgisch-Zwitserse belastingverdrag voorziet en onverminderd iedere gunstiger behandeling in dat verdrag, vanaf 1 juli 2005 volledige vrijstelling van belasting voor :