Warmtetransport: principe, bescherming en onderhoud van de installatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Warmtetransport: principe, bescherming en onderhoud van de installatie"

Transcriptie

1 Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid modulair handboek centrale verwarming MODULE 2.2 Warmtetransport: principe, bescherming en onderhoud van de installatie

2 MODULAIR HANDBOEK CENTRALE VERWARMING Warmtetransport: principe, bescherming en onderhoud van de installatie FONDS VOOR VAKOPLEIDING IN DE BOUWNIJVERHEID (FVB) Koningsstraat 45 B-1000 Brussel Tel.: Fax: Website: info@fvbffc.be

3 @ Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid, Brussel, Alle rechten van reproductie, vertaling en aanpassing onder eender welke vorm, voorbehouden voor alle landen. D/2005/1698/08 2

4 Voorwoord Situering Er bestaan al verschillende uitgaven voor de centrale verwarming, maar de meeste zijn niet praktisch gericht of verouderd. Daarom is de vraag naar een praktisch gericht handboek zeer groot. Het Modular handboek Centrale Verwarming werd geschreven in opdracht van het FVB (Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid), onder de stuwende kracht van Roland Debruyne, ere-voorzitter UBIC (beroepsorganisatie van de installateurs voor centrale verwarming) en met de steun van de Bouwunie (De Vlaamse KMO-bouwfederatie). Bepaalde onderdelen die gemeenschappelijk zijn voor de reeks handboeken De sanitair installateur (uitgave FVB) werden in overleg met de redactie van voornoemd handboek op elkaar afgestemd. Een aantal krachten uit het onderwijs, VIZO, Syntra en de bedrijven sloegen de handen in elkaar en vormen het redactieteam. Dit naslagwerk is opgebouwd uit verschillende modules en boekdelen, gebaseerd op de modulaire opleidingsstructuur uitgewerkt door de Dienst Beroepsopleiding van het departement Onderwijs. Deze opleidingsstructuur is op zijn beurt afgeleid van het beroepsprofiel. Zo vinden we boekdelen die zich meer gaan richten naar het niveau van uitvoerder (monteur), terwijl andere boekdelen zich eerder gaan richten naar het niveau van onderhoudsmedewerker (technicus) of leidinggevende (installateur). De actuele structuur met modules en boekdelen is terug te vinden in de verzamelmap, en zal aangepast worden aan de noodzaak van de opleiding en aan de vernieuwing van de technieken. In het naslagwerk wordt tekst zoveel mogelijk afgewisseld met afbeeldingen. Hierdoor krijgt de lezer het leermateriaal meer visueel aangeboden. Om goed aan te sluiten aan de realiteit en bij de principes van competentieleren, is een praktijkgerichte beschrijving het uitgangspunt van elk onderwerp. In deze boekdelen zal men echter geen praktijkoefeningen terugvinden; het is immers geen schoolboek. 3 Voorwoord

5 Opleidingsonafhankelijk Het naslagwerk werd zodanig ontwikkeld, dat het voor verschillende doelgroepen toegankelijk is. We streven naar een doorlopende opleiding: zo kan een leerling van een school, een cursist van een middenstandsopleiding, een werkzoekende in opleiding of een verwarmingsmonteur die wenst bij te blijven, gebruik maken van dit naslagwerk. Ook een installateur, die bepaalde technieken terug wil opfrissen, vindt hier zijn/haar gading. Een geïntegreerde aanpak Duurzaam installeren zal geïntegreerd worden in de leerstof. Om overlapping te voorkomen, is ervoor gekozen om binnen elk boekdeel een apart thema toegepaste wetenschappen uit te werken. Er wordt naar gestreefd om veiligheid, gezondheid en milieu zoveel mogelijk te integreren. Waar nodig zal een apart thema voorzien worden. Hetzelfde geldt voor delen uit normen en WTCB-publicaties die ook worden opgenomen in de boekdelen. Stefaan Vanthourenhout, FVB-voorzitter. Redactie Coördinatie Werkgroep Teksten Tekeningen Contact Opmerking Patrick Uten Paul Adriaenssens, Inge De Saedeleir, Marc Decat, Gustaaf Flamant, Eric Maertens, René Onkelinx, Jacques Rouseu Alex Dene, Jacques Rouseu, Patrick Uten Thomas De Jongh Voor opmerkingen, vragen en suggesties kan je terecht op volgend adres: FVB Koningsstraat Brussel Tel.: Fax: De gebruikte woningtekeningen zijn gebaseerd op de maquettes Kennismaking met de bouw, uitgegeven door het FVB, en kunnen aanvullend gebruikt worden om meer inzicht te verwerven in het driedimensionele van een woningtekening. Redactie 4

6 Inhoudsopgave VOORWOORD... 3 REDACTIE DISTRIBUTIE Principe centrale verwarming Van een open naar een gesloten systeem Inleiding Het expansievat voor open systeem (open expansievat) Het expansievat voor een gesloten systeem (gesloten expansievat) Van natuurlijke circulatie naar pompcirculatie Natuurlijke circulatie Gedwongen circulatie Eisen voor cv-installaties Leidingsystemen Verschil tussen twee- en éénpijpsinstallaties Installatieschema s Isometrische tekeningen van installaties Grondplannen Inleiding tot isometrisch tekenen Het assenstelsel Leidingen in isometrische projectie Isometrische schema s AFWERKEN EN BESCHERMEN VAN DE INSTALLATIE Beschermen en isoleren van leidingen Beschermen tegen corrosie Isoleren Beproeven, spoelen en afpersen van nieuwe leidingen Beproeven Spoelen Afpersen Aanbeveling Corrosie van de installatie Inleiding Wat is corrosie? Slib Reinigen van een verontreinigde installatie Oorsprong van zuurstof in verwarmingsinstallaties Inhoudsopgave

7 3 IN BEDRIJF STELLEN EN ONDERHOUDEN VAN DE INSTALLATIE Kwaliteit van het vulwater Het vulwater Vullen van de installatie Werkwijze om een installatie te vullen en te ontluchten Systeemwater (= warmtemedium) Toevoegmiddelen (additieven) bij het vulwater Opsporen van lekken in verwarmingsleidingen Inleiding De hygrometer (vochtigheidsmeter) De infrarood-camera (IR camera) Ultrasoon onderzoek Gebruik Probleemanalyse TOEGEPASTE WETENSCHAPPEN Massadichtheid Beginsel van Pascal Absolute, maximum- en relatieve vochtigheid ph - zuren en basen Hard water - zacht water Elektrolyse - galvanische koppels Oxideren Opgeloste gassen in water Diffusie Communicerende vaten Legeringen Inhoudsopgave

8 1 Distributie 1.1 Principe centrale verwarming 1.2 Van een open naar een gesloten systeem Bij centrale verwarming met warm water wordt water in de ketel (productie) opgewarmd tot maximum 90 C bij een maximumdruk van 300 kpa (3 bar) voor niet-industriële installaties. Via het distributiesysteem dat bestaat uit een buizennet met aanvoer en terugloop (distributie) wordt dit warme water naar de verwarmingslichamen geleid, die er voor zorgen dat de nodige warmte afgegeven wordt in de vertrekken waarin ze opgesteld zijn (afgifte). Door dit proces koelt het water af, daarna vloeit het via het buizennet (terugloop) naar de ketel terug, waar de cyclus dan herbegint Inleiding In centrale-verwarmingsinstallaties moet rekening gehouden worden met de uitzetting van het water bij opwarming van het verwarmingswater. De verwarmingsketel gaat het water immers verwarmen tot maximaal 90 C (meestal lagere temperaturen). Bij industriële toepassingen past men soms hogere watertemperaturen toe (heetwaterinstallaties) of werkt men met thermische olie op hoge temperatuur. De figuur hieronder geeft de uitzetting van het water in functie van de temperatuur weer. uitzetting % temperatuur De uitzetting van het water in een cv-installatie wordt opgevangen in een expansievat. Vroeger werden de installaties uitgerust met een vat dat op het hoogste punt van de installatie stond, en in contact stond met de omringende atmosfeer (open expansievat). Tegenwoordig zijn alle installaties opgebouwd met een gesloten systeem (gesloten expansievat). 7 Hoofdstuk 1: Distributie

9 1.2.2 Het expansievat voor open systeem (open expansievat) De figuur hieronder geeft de montage van het open expansievat weer. De vertrekleiding werd door middel van de veiligheidsleiding met het expansievat verbonden. Het open expansievat had drie functies. De eerste functie is het opvangen van de volumetoename van het water als gevolg van de thermische expansie. Een tweede functie is het beveiligen van de installatie. Doordat het open expansievat in verbinding staat met de omringende atmosfeer is er altijd een (constante) statische waterdruk aanwezig en er moet geen overdrukbeveiliging geplaatst worden. De derde functie was de vulcontrole. Er werd een overloop (overstort) meestal naar de dakgoot gevoerd. Een teveel aan water werd daar geloosd. Voordeel van een expansievat open systeem was dat tijdens het vullen van de installatie de lucht gedeeltelijk afgevoerd werd. Bron: GTI Mortsel De nadelen waren: wegens het verdampen van installatiewater moest de installatie regelmatig bijgevuld worden (drinkwater bevat zuurstof, calcium en magnesiumzouten), veel warmteverlies, opnemen van zuurstof in het water (open installatie), met als gevolg veel corrosie 1. Deze expansievaten worden bij nieuw geplaatste installaties niet meer toegepast. 1 Meer informatie vind je in Toegepaste wetenschappen : Corrosie. 8 Hoofdstuk 1: Distributie

10 1.2.3 Het expansievat voor een gesloten systeem (gesloten expansievat) 2,3 In een installatie waar een gesloten expansievat wordt gebruikt, zal een temperatuurtoename resulteren in een drukverhoging. Daarom dient deze installatie voorzien te worden van een veiligheidsventiel. Het gesloten expansievat kan niet functioneren als centrale ontluchter. Het expansievat voor een installatie met variabele druk De volumevermeerdering van het water in de installatie, door de thermische uitzetting, wordt in het drukgas-gedeelte van het expansievat opgevangen. Dit heeft een druktoename voor gevolg. Vandaar dat dit een systeem met variabele druk wordt genoemd. Wordt vooral toegepast in installaties met een beperkte hoogte boven het expansievat. Bij grotere installatiehoogten loopt (volgens natuurkundige wetten) de waterdruk op, waardoor voor het expansievat grotere volumes dienen gekozen te worden 4. Bron: René Onkelinx 2 Voor berekeningen: zie module 4: Ontwerpen, dimensioneren en berekenen van verwarmingsinstallaties. 3 Meer informatie vind je in boekdeel Installatietoebehoren : Expansievaten. 4 Voor berekeningen: zie module 4 Ontwerpen, dimensioneren en berekenen van verwarmingsinstallaties. 9 Hoofdstuk 1: Distributie

11 Deze figuur geeft de werking weer van een cv-installatie met expansievat voor installatie met variabele druk. Verklaring: 1 = verwarmingswater (systeemwater) 2 = drukgas (lucht of stikstof) 3 = membraan Het expansievat voor een installatie met constante druk Wordt vooral toegepast in installaties met een grote hoogte boven het expansievat. Hiervoor gebruikt men: - een expansievat met compressor, - een expansieautomaat met pomp 5. Bron: Flamco Bron: Flamco 5 Meer informatie vind je in boekdeel Installatietoebehoren : Expansievaten. Hoofdstuk 1: Distributie 10

12 Voorbeeld met compressor Verklaring: 1 = verwarmingswater 2 = gas (lucht) 3 = bij uitzetten 4 = bij krimpen 1.3 Van natuurlijke circulatie naar pompcirculatie Natuurlijke circulatie Oude installaties werkten door natuurlijke circulatie (door thermosifonwerking of door zwaartekracht). Het was toen de enige oplossing die nu niet meer wordt toegepast. Natuurlijke circulatie is een fenomeen waar rekening moet worden mee gehouden. Hoe komt natuurlijke circulatie tot stand? Volgens de wet van de communicerende vaten 6 zullen in twee verticale buizen die aan de onderzijde met elkaar verbonden zijn de vloeistofspiegels horizontaal staan. Indien buis A wordt verwarmd, dan zet het water uit. Er ontstaat een niveauverschil h1 ten opzichte van de koudere buis B. Hoe groter het temperatuurverschil wordt tussen buis A en B hoe groter het niveauverschil h2 wordt. Indien de hoogte h groter zou geweest zijn, zou voor hetzelfde temperatuurverschil, h1 ook groter zijn. Door het verwarmen zal de massadichtheid 7 ( in kg/m 3 ) van het water in kolom A dalen. 6 Meer informatie vind je in Toegepaste wetenschappen : Verbonden vaten. 7 Meer informatie vind je in Toegepaste wetenschappen : Massadichtheid. 11 Hoofdstuk 1: Distributie

13 Ten gevolge van het opwarmen van het water in kolom A zal de massa ( ) van het water in deze kolom kleiner zijn dan in kolom B. Er zal eveneens een niveauverschil willen optreden, dit is niet mogelijk tengevolge van buis C. Het koude, zwaardere water in kolom B zal het warmere, lichtere water in kolom A wegduwen. Dit wordt nu ook verwarmd door de warmtebron en aldus ontstaat er circulatie. De circulatiekracht komt van het verschil in massadichtheid tussen kolommen A en B (= aanvoer en terugloop). 12 Hoofdstuk 1: Distributie

14 Module 2: Warmteafgifte en -transport - Boekdeel 2: Principe, bescherming en onderhoud van de installatie Door het relatief klein drukverschil (= circulatiekracht) dat optreedt moeten de leidingen een grote diameter hebben om de wrijvingsverliezen te beperken. Grotere diameters van buizen betekenen een grotere waterinhoud van de installatie. De installatie is moeilijker te regelen. In moderne hedendaagse bouwstijlen zijn de mogelijkheden voor het aanleggen van leidingen en het plaatsen van de ketel, om een systeem uit te bouwen op natuurlijke circulatie, niet aanwezig. Hoofdstuk 1: Distributie 13

15 1.3.2 Gedwongen circulatie 8 De nadelen van natuurlijke circulatie, samen met de vooruitgang geboekt in de pomptechniek, hebben er toe geleid dat er enkel nog installaties met circulatiepompen voorkomen. De circulatie komt hier tot stand door een drukverschil ( p c ), door de circulatiepomp gemaakt. Bron: René Onkelinx De voordelen zijn: de leidingdiameters kunnen kleiner gekozen worden; de plaats waar de ketel kan geplaatst worden is niet afhankelijk van het leidingnet (moet niet noodzakelijk op het laagste punt van de installatie); er is steeds een goede circulatie verzekerd; de warmteafgifte komt veel sneller op gang. Bron: SPIA 8 Voor berekeningen: zie module 4: Ontwerpen, dimensioneren en berekenen van verwarmingsinstallaties. 14 Hoofdstuk 1: Distributie

16 Opmerking Natuurlijke circulatie kan zich voordoen wanneer er een hoogte- en temperatuurverschil aanwezig is. Daar moet bij de werking van de installatie rekening mee gehouden worden. Staan de radiatoren hoger dan de ketel dan werkt de natuurlijke circulatie mee met de pompdruk, en zorgt voor een verhoging van de pompdruk. Omgekeerd, wanneer de radiator onder het peil van de ketel staat, zal de natuurlijke circulatie tegenwerken aan de pompdruk. In de praktijk kan men stellen dat de natuurlijke circulatie verwaarloosd mag worden in de gunstige situatie, namelijk waarbij de radiatoren boven het peil van de ketel zijn opgesteld. Alleen in het geval van een zeer groot hoogteverschil (groter of gelijk aan 30 m) dient men er rekening mee te houden Eisen voor cv-installaties Bron: René Onkelinx Om een verwarmingsinstallatie goed en bedrijfszeker te laten werken houdt men rekening met volgende aandachtspunten: natuurlijke circulatie vermijden of afremmen; de werking van de installatie met beveiligingen garanderen: de plaats respecteren van de onderdelen ten opzichte van elkaar; vul- en aflaatmogelijkheid voorzien; gepaste beveiliging voor de drinkwaterinstallatie aan het vulpunt; aflaat op elk laagste punt; ontluchtingsmogelijkheid voorzien: ieder verwarmingslichaam, elk hoogste punt, elke installatie moet geregeld en uitgebalanceerd kunnen worden; indien verwarmingsketel op hoogste punt: droogkoken vermijden. Hoe kunnen cv-installaties defect geraken? Infiltratie van zuurstof/lucht via de koppelingen. Slordig omgaan met materiaal (bv. zand in buizen). Kwaliteit van het vulwater 9. Regelmatig bijvullen of vervangen van water (afzetting van magnetiet). Kwaliteit van de buizen (zuurstofdiffusie 10 - corrosie 11 ). Aan-uit regeling: geeft hogere temperatuurverschillen dan modulerende regeling en dus meer ketelsteenvorming. 9 Meer informatie vind je in hoofdstuk Kwaliteit van het vulwater. 10 Meer informatie vind je in Toegepaste wetenschappen : Diffusie. 11 Meer informatie vind je in hoofdstuk Corrosie van de leidingen. 15 Hoofdstuk 1: Distributie

17 Resultaat Magnetiet (ijzeroxide) aan de warmtewisselaar (ketel) en zal verspreid worden in de installatie (Ë verstoppingen van kraanwerk en leidingen). Slibvorming in de installatie (Ë verstoppingen van kraanwerk en leidingen). Blokkerende pompen en kranen. Lekkende radiatoren of buizen. Bron: Femox Bron: René Onkelinx Oplossing Reinigen van de installatie. Installatie aanpassen (betere doorstroming/waterzijdig scheiden van probleeminstallaties). Lucht- en/of vuilafscheider plaatsen. Eventueel behandelen van het systeemwater (zie verder), Controleren grootte en druk van het expansievat. Bron: Femox 16 Hoofdstuk 1: Distributie

18 1.4 Leidingsystemen Verschil tussen twee- en éénpijpsinstallaties Tweepijpssysteem Het meest gebruikte distributiesysteem is het tweepijpssysteem. Het verschil tussen beide installaties is: Elk verwarmingslichaam wordt gevoed met dezelfde watertemperatuur en het temperatuurverschil over de verwarmingslichamen is hetzelfde (bv.: 80/60, 75/65). Stookregime 75/65 betekent: het verwarmingswater (systeemwater) verlaat de ketel met de aanvoerleiding, (vertrekwater, départ ) op een temperatuur van 75 C; het verwarmingswater komt terug naar de ketel via de terugloopleiding (terugvoerwater, retour ) op een temperatuur van 65 C. Verklaring 12 : Temperaturen als voorbeeld, met stookregime 75/65 1 = v = aanvoerwatertemperatuur (ketel) = ± 75 C 2 = in = ingaande watertemperatuur = ± 75 C 3 = out = uitgaande watertemperatuur = ± 65 C 4 = in = ingaande watertemperatuur = ± 75 C 5 = out = uitgaande watertemperatuur = ± 65 C 6 = r = terugloopwatertemperatuur (ketel) = ± 65 C 12 Symbolen: WTCB, rapport nr Hoofdstuk 1: Distributie

19 Éénpijpssysteem Bij het éénpijpssysteem wordt zowel de aanvoer als de terugloop van het water verzekerd door één buis, en worden zo de verschillende kringen gevormd. Op een kring kunnen maar een beperkt aantal verwarmingslichamen geplaatst worden. In een woning waar veel verwarmingslichamen staan moeten verschillende kringen aangelegd worden. Door deze opstelling worden de verwarmingslichamen van één kring steeds gevoed met water waarvan de temperatuur verschillend is. Elk verwarmingslichaam wordt gevoed met verschillende watertemperatuur en het temperatuurverschil over de verwarmingslichamen is verschillend. Principe Opgelet: zoals hier uitgevoerd, zal geen enkele radiator warmte afgeven indien één radiatorkraan wordt afgesloten! In werkelijkheid zal men deze installatie zo niet uitvoeren. Verklaring 13 : Temperaturen als voorbeeld, met stookregime 75/65 1 = v = aanvoerwatertemperatuur (ketel) = ± 75 C 2 = in = ingaande watertemperatuur = ± 75 C 3 = out = uitgaande watertemperatuur = ± 71 C 4 = in = ingaande watertemperatuur = ± 71 C 5 = out = uitgaande watertemperatuur = ± 65 C 6 = r = terugloopwatertemperatuur (ketel) = ± 65 C 13 Symbolen: WTCB rapport nr Algemene grafische symbolen voor de bouw. 18 Hoofdstuk 1: Distributie

20 Met by-pass 14 Temperaturen als voorbeeld, met stookregime 75/65 1 = v = aanvoerwatertemperatuur (ketel) = ± 75 C 2 = in = ingaande watertemperatuur = ± 75 C 3 = out = uitgaande watertemperatuur = ± 65 C 4 = in = ingaande watertemperatuur = ± 70 C 5 = out = uitgaande watertemperatuur = ± 60 C 6 = r = terugloopwatertemperatuur (ketel) = ± 65 C Deze temperaturen zijn een momentopname en zeer afhankelijk van de installatie Installatieschema s Hieronder volgen enkele principeschema s voor de aanleg van leidingen. De benodigde toebehoren (pomp, expansievat, kranen...) zijn hier niet opgenomen 15. De systemen kunnen in een installatie onderling gecombineerd worden. Tweepijpsinstallaties Onderverdeling (klassiek) Bron: GTI Mortsel Principe 14 Meer informatie vind je in module 2, boekdeel Verwarmingslichamen : Radiatorkranen. 15 Meer informatie vind je in module 3, boekdeel Installatietoebehoren. Hoofdstuk 1: Distributie 19

21 20 Hoofdstuk 1: Distributie

22 Bovenverdeling Principe Bron: Patrick Uten 21 Hoofdstuk 1: Distributie

23 22 Hoofdstuk 1: Distributie

24 Tichelmannsysteem Het grote voordeel van het Tichelmannsysteem is dat het installatiedeel volledig hydraulisch in evenwicht is omdat de totale leidinglengte (aanvoerleiding + terugloopleiding) voor elke radiator hetzelfde is. Principe Tweepijpsinstallatie in centrale verdeling (aanbindsysteem, octopussysteem...) Principe Bron: Uponor-Velta 23 Hoofdstuk 1: Distributie

25 Tweepijpsinstallatie in centrale verdeling (aanbindsysteem, octopussysteem...) met 4-wegkraan Principe Bron: Uponor-Velta 24 Hoofdstuk 1: Distributie

26 Bron: René Onkelinx In ruwbouwfase Bron: René Onkelinx Na afwerking Eénpijpsinstallaties Principe 25 Hoofdstuk 1: Distributie

27 Met eenpijpscombinatie of 4-wegkraan (bv. +/- 50 %) Bron: Uponor-Velta Principe 1.5 Isometrische tekeningen van installaties 17 Het uitwendig verschil met een tweepijpsinstallatie is enkel te merken aan het gebruik van andere uitvoering van het kraanwerk Grondplannen Leidingloop Het is belangrijk de loop (tracé) van een leiding op een tekening te kunnen volgen. 16 Meer informatie vind je in module 3, boekdeel Verwarmingslichamen : Radiatorkranen. 17 Meer informatie vind je in module 1, boekdeel Inleiding tot de centrale verwarming en installatietekenen : Planlezen en constructietekenen. 26 Hoofdstuk 1: Distributie

28 Op het grondplan van het gelijkvloers moet zichtbaar zijn waar een leiding van het gelijkvloers naar de verdieping gaat. Op het grondplan van de verdieping moet anderzijds ook zichtbaar zijn waar de leiding van het gelijkvloers (of lagere verdieping) naar omhoog is gekomen. De wisseling van verdieping wordt in de tekening aangegeven met een pijl. Die pijl geeft de stromingsrichting aan onder een hoek van 45. Leiding, gaat naar hoger: stijgleiding Leiding, gaat naar lager: valleiding Leiding, komende van lager: stijgleiding Leiding, komende van hoger: valleiding Leiding, komende van een hoger gelegen ruimte en gaande naar een lager gelegen ruimte Leiding, komende van een lager gelegen ruimte en gaande naar een hoger gelegen ruimte Hoofdstuk 1: Distributie 27

29 Niveau -1: in verluchte ruimte Niveau 0: gelijkvloers 28 Hoofdstuk 1: Distributie

30 1.5.2 Inleiding tot isometrisch tekenen Niveau +1: 1 ste verdieping/zolder Er bestaan verschillende tekenmethoden om een installatie zo af te beelden dat er een goed beeld ontstaat van die installatie. In een vorig handboek Inleiding tot de centrale verwarming en installatietekenen zijn de projectiemethoden reeds behandeld. De isometrische tekenmethode is een tekenmethode die een ruimtelijke voorstelling van het voorwerp weergeeft Het assenstelsel Bij het tekenen van een isometrische projectie tekent men hoofdzakelijk in drie hoofdrichtingen. Het is belangrijk dat men een afspraak maakt over welke tekenrichting men kiest. Daarom zal men best op elke isometrische tekening de tekenafspraak noteren door middel van een isometrische klok. 29 Hoofdstuk 1: Distributie

31 Bron: FVB Bron: FVB Leidingen in isometrische projectie Isometrische schema s Om het isometrisch tekenen en schetsen makkelijker te maken, kunnen deze tekeningen op isometrisch tekenpapier worden getekend. De lijnen op het voorgedrukte papier hoeven nu enkel maar gevolgd te worden om een goede isometrische tekening te krijgen. Een isometrische projectie is een bepaalde manier van tekenen van een leidingsysteem, waardoor de loop van de leidingen duidelijker wordt. Hieronder het isometrisch schema van de plattegrondtekeningen van enkele bladzijden terug. 30 Hoofdstuk 1: Distributie

32 2 Afwerken en beschermen van de installatie 2.1 Beschermen en isoleren van leidingen Zie ook EN en NBN C Beschermen tegen corrosie Metalen leidingen moeten uitwendig beschermd worden tegen corrosie: stalen leidingen moeten met een roestwerende laag geschilderd worden; ingewerkte leidingen worden beschermd door een omwikkeling met hechtende PVC folie/bekleding bestaande uit kunststof of bitumen. De omhulde leidingen moeten volledig bestand zijn tegen corrosie van chemische en elektrolytische aard. bij koperen leidingen is een bescherming met kunststofmantel enkel nodig bij ingewerkte leidingen, of in een agressieve omgeving. Bron: Boliden Kunststofbuizen behoeven geen bescherming tegen corrosie, wel tegen mechanische beschadigingen Isoleren Men kan isolatie aanbrengen om de installatie te beschermen tegen vorst (thermische isolatie); geluidsoverdracht te beperken (akoestische isolatie); de warmteverliezen te beperken (thermische isolatie). Verschillende producten kunnen als isolatiemateriaal gebruikt worden voor het isoleren van leidingen. Vroeger werd ook asbest toegepast, wat nu verboden is, om deze materialen te verwijderen moeten er speciale maatregelen getroffen worden. Hiervoor verwijzen we naar gespecialiseerde bedrijven. Plaatsingsvoorschriften De nodige maatregelen worden genomen om het nat worden van de isolatie te vermijden. Bij het aanbrengen moeten zowel de isolatie als de leidingen volledig droog zijn. Niet vergeten: de ophangingen ook isoleren. Bron: Walraven Het plaatsen van de isolatie wordt pas uitgevoerd nadat de leidingen en apparaten van de nodige beschildering en/of beschermingstape werden voorzien en na uitvoering van de circulatie- en dichtheidsproeven op de leidingen. Hoofdstuk 2: Afwerken en beschermen van de installatie 31

33 Voorbeelden van toe te passen isolatiedikte Nominale diameter (DN) van de buizen Tot DN 20 Van DN 22 tot DN 35 Van DN 40 tot DN 100 Groter dan DN 100 Minimumdikte van de isolatie ( = 0,035 W / (m K) mm 30 mm Gelijk aan DN 100 mm Touwen en touwstroken Deze verouderde techniek bestaat uit het wikkelen van minerale vezels om de leidingen, zodat ze volledig worden bedekt. Meestal werden ze nog omwikkeld met kleefband of gips voor fraaier uitzicht. Opgelet: soms werden hier ook asbestvezels gebruikt. Indien deze moeten verwijderd worden zal men een gespecialiseerd bedrijf inschakelen. Bron: Marc Decat Bron: Marc Decat Isolerende laag (matten) Het gaat hier om een laag uit minerale glaswol, versterkt met glasvezel, kraftkarton of metaalgaas waarbij een afwerkingslaag vereist is. Ook kunststofschuimen kunnen gebruikt worden; hierbij is niet steeds een afwerking nodig. Bron: ODE 18 Voor berekeningen: zie module 4 - Ontwerpen, dimensioneren en berekenen van verwarmingsinstallaties. Hoofdstuk 2: Afwerken en beschermen van de installatie 32

34 Isolerende schalen Dit zijn holle halve cilinders met een binnendiameter gelijk aan de buitendiameter van de leiding zodat de twee halve schalen de leiding geheel omsluiten. Ze zijn in verschillende lengten verkrijgbaar en ook in verschillende materialen, bv.: minerale glaswol, schuimglas, rotswol, steenwol, kunststofschuim... Hierbij worden de schalen afgewerkt met alukraft, kunststof of een dunne aluminium of inox afwerkplaat. Bron: Mupro Bron: GTI Mortsel Vóórgeïsoleerde buizen Sommige fabrikanten leveren hun buizen (zowel koperen, kunststof als meerlagenbuis) die voorzien zijn van isolatie uit kunststofschuim met plastic beschermingsmantel. Daarin bestaan speciale uitvoeringen waar aan de isolatiewaarde en de temperatuurbestendigheid bepaalde eisen worden gesteld. Het zijn uitvoeringen met één of twee leidingen, omgeven door een dikke isolatielaag en daarrond beschermd door een kunststofmantel. Bron: Ecoflex Hoofdstuk 2: Afwerken en beschermen van de installatie 33

35 Bron: Unipipe Buizen kunststofschuim Deze soepele of harde buisisolatie is aangepast aan de diameter van de leiding, gesloten of voorzien van zelfklevende band, klemstrip of sluiting met in elkaar passende tanden. De kunststofschuimen onderscheiden zich tussen toepassingen voor normale en voor hoge werktemperaturen. Bron: Isopipe 2.2 Beproeven, spoelen en afpersen van nieuwe leidingen Beproeven Spoelen Voordat een installatie wordt opgestart, moeten de leidingen, verbindingen, verwarmingslichamen en ketels op dichtheid worden gecontroleerd. Hierbij wordt de installatie gevuld met water, ontlucht en op lekken gecontroleerd. De installatie dient grondig te worden gereinigd, vóór het in gebruik nemen. Buisleidingen voor verwarmingsinstallaties zijn binnenin altijd verontreinigd; bv.: stalen buizen vertonen bijna altijd een roestlaagje. Bij de montage kunnen er bramen, snijolie, lasresten... in de buizen geraken. Hoofdstuk 2: Afwerken en beschermen van de installatie 34

36 Dergelijke verontreinigingen kunnen aanleiding geven tot storingen in de installatie en kunnen eventueel de corrosie versnellen. Het spoelen kan geschieden door de installatie te vullen met water, te ontluchten en vervolgens te laten leeglopen (ontluchters openen, te beginnen van het hoogste punt en dan naar lagere punten). Daarna de installatie opnieuw spoelen (ontluchters dicht), en het water laten doorstromen met de aflaatkranen open. Bron: CDO zuid Antwerpen Afpersen De dichtheidsproef wordt uitgevoerd met een beproevingspomp. Zie ook de wet van Pascal 19. Bron: Ridgid Richtlijnen voor deze proef zijn terug te vinden in de normen: Drukproef in koude toestand van de leidingen volgens NBN D (verplicht uit te voeren op elke installatie): de installatie wordt gedurende minstens 2 uur aan een waterdruk onderworpen van 450 kpa (= 4,5 bar) of minimaal 1,5 maal de hoogste bedrijfsdruk, met een maximum van 600 kpa), en mag daarbij geen enkel lek vertonen (geen drukval). Proef uit te voeren terwijl de leidingen nog volledig zichtbaar en toegankelijk zijn. Bron: Ridgid 19 Meer informatie vind je in Toegepaste wetenschappen : Beginsel van Pascal. Hoofdstuk 2: Afwerken en beschermen van de installatie 35

37 Drukproef in warme toestand van de installatie volgens NBN D : uit te voeren bij het opstarten van de afgewerkte installatie; de installatie wordt gedurende minstens 2 uur op maximale bedrijfstemperatuur gehouden. De goede werking en dichting van alle onderdelen en verbindingen van de installatie wordt nagezien. Kunststof: vóór het aanbrengen van de dekvloer wordt per installatie verplicht een druktest/ waterdichtheidsproef uitgevoerd volgens pr EN Na ontluchting wordt de installatie onder een waterdruk gezet van 1,5 maal de nominale druk, de proefdruk mag niet meer dan 500 kpa (5 bar) hoger zijn dan de nominale druk (1 500 kpa bij PN10, kpa bij PN 16). Bron: Rothenberger Na 10 en 20 minuten wordt de druk terug op peil gebracht. De druk wordt gemeten na 30 en 60 minuten. Indien de druk met minder dan 60 kpa (0,6 bar) is gedaald wordt aangenomen dat het systeem geen merkbaar lek vertoont en kan de proef zonder verder pompen worden voortgezet. Indien na een volgende periode van 2 uur de druk opnieuw met meer dan 20 kpa (0,2 bar) is gedaald wordt het systeem als ondicht beschouwd en moet het lek worden opgespoord en verholpen. Bron: Patrick Uten Aanbeveling Leidingen in de dekvloer of muur worden best vóór en tijdens het storten van de vloer onder druk gezet door een aansluiting op het waterleidingnet (300 à 400 kpa = 3 à 4 bar). Let hierbij wel op dat het veiligheidsventiel en expansievat worden afgekoppeld tijdens deze fase. Deze opstelling laat ook toe om de buis te controleren op beschadigingen, veroorzaakt tijdens de werken. Hoofdstuk 2: Afwerken en beschermen van de installatie 36

38 2.3 Corrosie van de installatie Inleiding Betreft de inwendige corrosie van de installatie. Als er gesproken wordt over de aantasting van metalen leidingen, denkt men meestal aan corrosie van leidingen voor verdeling van sanitair water, vooral bij verzinkt stalen buizen en later bij koperen leidingen vastgesteld. Soortgelijke aantasting komt echter ook voor bij metalen leidingen en andere metalen onderdelen van centrale-verwarmingsinstallaties, waarbij het corrosieverschijnsel aanleiding kan geven tot verschillende soorten onverwachte problemen die de goede werking van de installatie verstoren: lekkage door doorboring van de leidingen of van de verwarmingselementen, verstopping van regelkranen en soepele aansluitelementen, vastlopen van pompen, doorbranden van ketels, lawaai en slechte circulatie door gasbelvorming. Bron: Femox Aangezien staal een basismateriaal is in verwarmingsinstallaties, zullen we trachten de gegeven definitie aan de hand van dit materiaal wat beter te illustreren. Bron: René Onkelinx Een vakkundig uitgevoerde installatie is de beste bescherming tegen corrosie. Hoofdstuk 2: Afwerken en beschermen van de installatie 37

39 2.3.2 Wat is corrosie? 20 Algemeen kan corrosie van een materiaal gedefinieerd worden als een wisselwerking tussen het materiaal (bv.: staal) en zijn omgeving (bv.: water), waarbij het materiaal aangetast wordt en waardoor dus zijn intrinsieke eigenschappen verslechteren (= verlies van de mechanische sterkte). Bron: René Onkelinx Specifiek is dat in het geval van een waterige omgeving deze wisselwerking van elektrochemische aard is, d.w.z. dat de optredende verschijnselen beheerst worden zowel door scheikundige als door elektrische wetmatigheden. Tijdens het corrosieproces komen gassen vrij (zuurstofgas, waterstofgas) die uit de installatie moeten verwijderd worden ( ontluchten, of beter nog: ontgassen ). Corrosie kan enkel plaatsvinden wanneer er zuurstof in het water aanwezig is; het is dus van groot belang om de zuurstof uit het verwarmingswater te houden. We onderscheiden verschillende soorten van corrosie: Ë uniforme corrosie, Ë plaatselijke corrosie: corrosie door galvanische koppels, corrosie door verschil aan zuurstofconcentratie, putcorrosie, selectieve aantasting, corrosie door erosie, corrosie door spanning. Bron: René Onkelinx Uniforme corrosie Dit is de meest voorkomende vorm van corrosie binnen de cv- installaties. Er is een regelmatige aantasting over heel het metaaloppervlak in de volledig installatie, en die stopt als al de zuurstof uit het water is verdwenen. 20 Meer informatie vind je in Toegepaste wetenschappen : Corrosie. Hoofdstuk 2: Afwerken en beschermen van de installatie 38

40 Plaatselijke corrosie Ë Door galvanische koppels 21 Corrosie bij contact van twee verschillende metalen in hetzelfde water; hier ontstaat een galvanisch koppel (elektrolyse) 22. Het sterke metaal zal het zwakke metaal oplossen. Bv.: stalen verwarmingslichamen in een installatie met koperen buizen, staalwoldeeltjes in koperen buis na het oppoetsen, koperen deeltjes in de installatie na het ontbramen... Ë Door verschil aan zuurstofconcentratie Wegens het verschil aan opgeloste zuurstof ontstaat er plaatselijk een galvanisch koppel. Deze vorm van corrosie kan plaatsvinden onder afzettingen, bij kleine stilstaande watervolumes in openingen... Ë Putcorrosie (= pitting) Deze zeer plaatselijke vorm van corrosie (1 tot enkele mm doormeter) ontstaat meestal in combinatie met vorige vormen van corrosie. Ë Selectieve aantasting Is het oplossen van één metaal in het legering 23. Door het oplossen van één metaal, blijft het resterende materiaal broos achter en zal scheuren. Bv.: oplossen van zink in een messing hulpstuk, behalve als het hulpstuk gemaakt werd uit ontzinkingsbestendig messing (conform EN ). Op deze fittingen wordt het symbool CR aangebracht, dat aangeeft dat de fittingen ontzinkingsbestendig zijn. Bron: Femox Ë Door erosie Veroorzaakt wanneer te hoge snelheden optreden. Het afslijten van de beschermingslaag onderhoudt en versnelt het corrosieproces. Ë Door spanning Indien er een mechanische spanning (gebruik van niet passend gereedschap of té vast aandraaien van hulpstukken: montagespanningen) of plaatselijke thermische spanningen (verhogen van watertemperatuur) voorkomen in de installatie, verzwakken deze het metaal en geven meer kans op corrosie. Deze vorm is meestal een scheurvormige corrosie en komt voor bij spanningscorrosie-gevoelig materiaal (bv.: messing). 21 Meer informatie vind je in hoofdstuk Toegepaste wetenschappen : Galvanische koppels. 22 Meer informatie vind je in hoofdstuk Toegepaste wetenschappen : Elektrolyse. 23 Meer informatie vind je in hoofdstuk Toegepaste wetenschappen : Legeringen. Hoofdstuk 2: Afwerken en beschermen van de installatie 39

41 2.3.3 Slib Slibproductie binnen een installatie is een gevolg van de vorming van ketelsteen, corrosie, restanten. Ook nog slam genoemd. Dit slib kan ervoor zorgen dat kleine delen in de installatie verstoppen (regelorganen, ketelonderdelen); bewegende delen vastlopen (pompen, automatische kranen); lager gelegen delen van de installatie (ketel, vloerverwarming) volledig dichtslibben. Bron: Femox Bron: Femox De hoeveelheid slib dat kan geproduceerd worden is: 1 gram zuurstofgas (O 2 ) kan ongeveer 3,7 roestslam vormen, water bevat 10 mg O 2 per liter water; een huishoudelijke installatie kan 200 l water bevatten, dus 10 mg/ liter x 200 liter = mg O 2 ; 2 gram O 2 geeft dus 7,4 gram roestslam in 200 l installatiewater, indien er wegens zuurstofdiffusie constant zuurstof wordt opgenomen, is dit een onophoudelijke vorming van slib, hier worden nog de restanten en de ketelsteen bijgeteld. De kleur van het slib geeft aan wat de oorzaak van de corrosie is: zwart: resultaat van een uniforme corrosie, alles OK; roodachtig: resultaat van lucht in de installatie. Hoe roder de kleur, des te meer zuurstofopname in de installatie vanwege een slechte installatie; deze installatie moet aangepast worden of het water moet behandeld worden. Hoofdstuk 2: Afwerken en beschermen van de installatie 40

42 Vorming van ketelsteen Bij opwarming van het water vermindert de oplosbaarheid van bepaalde zouten in het water. Hoe hoger de watertemperatuur, hoe meer ketelsteen wordt gevormd. M.a.w.: dat calcium en magnesiumzouten 24 in het water zullen neerslaan, vooral op de warmste plaatsen. In hard 25 water zitten meer zouten opgelost dan in zacht water. Bron: Femox Ketelsteen kan een harde laag vormen op de heetste plaats van de ketel. Deze afzettingen verminderen de doorstroming en ook de warmteafgifte van de ketel. Corrosie Het water dat we gebruiken bevat heel wat opgeloste stoffen, waaronder zuurstof (O 2 ). Bij de meest voorkomende watertypes zal zuurstof, in de nabijheid van het negatieve moedermateriaal, een aantal scheikundige reacties veroorzaken, waardoor enerzijds elektronen verbruikt worden. Anderzijds oxideren de in het water opgeloste ijzerionen. Daardoor verdwijnen zij uit de waterige oplossing. Als onopgeloste stof blijft dan het zwarte, korrelvormige ijzeroxide (ijzeroxide = Fe 3 O 4 ) achter, ook magnetiet genoemd omdat het magnetisch is. Restanten Deze zijn afkomstig van productieresten in de installatie, of vervuilingen in de leidingen tijdens de aanleg. Daarom is spoelen van de installatie van belang. 24 Meer informatie vind je in hoofdstuk Toegepaste wetenschappen : Hard water. 25 Meer informatie vind je in hoofdstuk Toegepaste wetenschappen : Hard water. Hoofdstuk 2: Afwerken en beschermen van de installatie 41

43 2.3.4 Reinigen van een verontreinigde installatie Men onderscheidt verschillende soorten van reiniging Ë spoeling met water bij groot debiet, Ë de chemische reiniging. Spoeling met water bij groot debiet Om een goede spoeling te verkrijgen is het absoluut nodig een voldoende grote watersnelheid te bekomen. Er zal een aangepaste pomp op de installatie aangesloten worden, voorzien van een reservoir om de meegespoelde deeltjes te laten bezinken. De reiniging moet gebeuren deelcircuit per deelcircuit, ervoor zorgend dat gevoelige onderdelen (pompen, warmtewisselaars, ketels...) afzonderlijk gespoeld worden. Zulke spoeling is niet eenvoudig uit te voeren en zal een dure aangelegenheid zijn. De chemische reiniging Tot een chemische reiniging moet worden overgegaan indien de afzettingen werkelijk een harde laag vormen. De chemische producten zullen dan reageren met de afzettingen, ze oplossen en losweken. Er bestaan verschillende soorten zuren die zullen gebruikt worden in functie van de vervuiling. Na deze reiniging zal de installatie grondig moeten gespoeld worden. Bron: Femox Een chemische reiniging zal enkel uitgevoerd worden door een gespecialiseerd bedrijf. Bron: Femox Hoofdstuk 2: Afwerken en beschermen van de installatie 42

44 2.3.5 Oorsprong van zuurstof in verwarmingsinstallaties Het vulwater Bij het vullen wordt vrijwel bij alle installaties zuurstof in de installatie gebracht. Dit geschiedt namelijk meestal met drinkwater, dat ongeveer 10 mg zuurstof per liter bevat 26. Indien er verder geen zuurstof meer in de installatie terechtkomt, dan zal de oorspronkelijke ingebrachte zuurstof opgebruikt worden bij het oxideren 27 van het ijzer en zal het corrosieproces stilvallen. Deze eerste uniforme corrosie is ongevaarlijk. Regelmatige vullingen, bv. als gevolg van ledigingen (werken aan de installatie, waterverlies, bij het ledigen van de installatie omwille van vorstgevaar...), kunnen echter op onverwacht korte tijd tot ernstige corrosieproblemen aanleiding geven (plaatselijke corrosie). Daarom kan het belangrijk zijn om een waterteller te installeren bij de vulkranen, om zo het vuldebiet bij te houden. De expansievaten Een ander manier waarop zuurstof in de installatie kan gebracht worden, is door het gebruik van open expansievaten. Ter hoogte van het contactoppervlak water/lucht zal de zuurstof uit de lucht in het water opgenomen worden. Dit verschijnsel wordt sterk teruggedrongen door gebruik van het gesloten expansievat met membraam tussen het water en het luchtkussen (stikstofkussen). Onderdrukken Een andere wijze waarop zuurstof in de installatie kan raken, is door het optreden van onderdrukken waarbij in de installatie buitenlucht aangezogen wordt langs de automatische ontluchter, de pakkingbussen van circulatoren, O-ringen van kraanwerk. Dergelijke onderdrukken (druk lager dan de atmosferische druk) zijn meestal te wijten aan een slechte dimensionering of verkeerde plaatsing van het expansievat ten opzichte van de circulatiepomp 28 en de ketel of onvoldoende waterdruk. Gebruik van bepaalde kunststofbuizen Bepaalde buizen van kunststof of aansluitingen vertonen een te grote doorlaatbaarheid voor zuurstof, zodat er ontoelaatbaar grote hoeveelheden zuurstof in het water terechtkomen als gevolg van zuurstofdiffusie 29 vanuit de lucht, doorheen de buiswanden, in het water. Dit verschijnsel noemt men osmose. 26 Meer informatie vind je in hoofdstuk Toegepaste wetenschappen : Opgeloste zuurstof in water. 27 Meer informatie vind je in hoofdstuk Toegepaste wetenschappen : Oxidatie. 28 Meer informatie vind je in Module 3, hoofdstuk Installatietoebehoren : Circulatiepompen. 29 Meer informatie vind je in hoofdstuk Toegepaste wetenschappen : Zuurstofdiffusie. Hoofdstuk 2: Afwerken en beschermen van de installatie 43

45 Vandaar dat er kunststofbuizen ontwikkeld worden met een scherm dat de zuurstofdiffusie drastisch vermindert. Dit scherm kan extern aangebracht zijn (een film), of kan ingewerkt zijn in het materiaal (meerlagenbuis). Algemene aanbevelingen Het is aan te raden dat het ontwerp, de gebruikte materialen en de uitvoering van de installatie beantwoorden aan de regels van de goede praktijk. Een groot deel zijn opgenomen in de verschillende normen van het Belgisch Instituut voor Normalisatie. Normen beschrijven over het algemeen klassieke producten of geven oplossingen voor vaak voorkomende installaties. Indien men dergelijke niet-genormaliseerde producten of oplossingen wenst toe te passen, is het voor gewone gebouwen aangeraden gebruik te maken van producten met een Technisch Goedkeuring (ATG) afgeleverd door de Belgische unie voor technische goedkeuring in de bouw (Butgb). Hoofdstuk 2: Afwerken en beschermen van de installatie 44

46 3 In bedrijf stellen en onderhouden van de installatie 3.1 Kwaliteit van het vulwater Het vulwater Een onderscheid wordt gemaakt tussen de kwaliteit van: het vulwater, d.w.z. het water waarmee de installatie wordt gevuld, het warmteverdeelmedium of systeemwater d.w.z. het water dat bij normaal gebruik aanwezig is in de installatie; zijn samenstelling verschilt van deze van het vulwater wegens de interactie met de materialen van de installatie en eventueel als gevolg van een waterbehandeling. Gebruik van zacht water 30 (bv. regenwater) wordt afgeraden, omdat sommige legeringen hiertegen niet bestand zijn ( ont-zinken van messing ). Het vulwater moet aan de voorwaarden van volgende tabel voldoen: Eisen voor het vulwater Parameter ph 31 (zuurtegraad) chloriden (Cl - ) opgelost ijzer opgeloste zouten (zoals calcium en magnesiumzouten) troebelingsgraad (onzuiverheden) Eis Bij aanwezigheid van aluminium 6,5 ph < 8 in alle andere gevallen 6,5 ph 9,2 < 200 mg/l Richtwaarde: 0,2 mg/l Maximum: 1 mg/l < 1500 μs/cm (micro Siemens/cm = meten van elektrische geleidbaarheid) Helder water, d.w.z. maximum 10 mg/l SiO 2 Drinkwater verdeeld door de openbare distributiemaatschappijen kan zonder meer gebruikt worden voor installaties die geen aluminium bevatten. Voor installaties die aluminium bevatten voor zover de ph bovenwaarde van bovenstaande tabel nageleefd wordt; anders moet een behandeling voorzien worden. 30 Meer informatie vind je in hoofdstuk Toegepaste wetenschappen : Hard water. 31 Meer informatie vind je in hoofdstuk Toegepaste wetenschappen : ph-waarde. Hoofdstuk 3: In bedrijf stellen en onderhouden van de installatie 45

47 3.1.2 Vullen van de installatie Bij gebruik van vulwater van een andere oorsprong (regenwater, grondwater...) moeten bovenstaande parameters gecontroleerd worden. Indien die niet aan de eisen van bovenstaande tabel voldoen, moet eveneens een aangepaste behandeling voorzien worden. Zoals reeds eerder gemeld, is de plaatsing van een watermeter bij de vulling aangewezen. De vulling van centrale-verwarmingsinstallaties zal gebeuren volgens EN 1 717; voor vermogens 45 kw mag dat zowel met een soepele slang als via een vaste verbinding gebeuren. In beide gevallen dient een controleerbare keerklep type A (EA) geïnstalleerd te worden. Mogelijke kans op vervuiling: terughevelen of terugpersen. Bron: GTI Mortsel De dubbeldienstkraan voor het aansluiten van een soepele slang kan ofwel van een keerklep type A (EA), ofwel van een beluchter type DA, HA of HD worden voorzien. Een andere aansluitmogelijkheid is met een vulset, waarbij de beveiligingen zijn opgenomen. Aansluitschema Ë Zonder toevoeging van additieven (toevoegingen tegen corrosie, antivries...) Opmerking: voor de aansluiting op het drinkwaternet zal men rekening houden met de reglementering van de drinkwatermaatschappij. Hoofdstuk 3: In bedrijf stellen en onderhouden van de installatie 46

48 Deze opstelling omvat (in stromingsrichting van het water): een afsluitkraan, een controleerbare keerklep (terugstroombeveiliging EA) of een andere goedgekeurde beveiliging 32, een afsluitkraan. Bron: Flamco Ë Met toevoeging van additieven (toevoegingen tegen corrosie, antivries...). Indien in het systeemwater additieven voorkomen, zal men de keerklep in de vulleiding vervangen door een terugstroombeveiliging BA of CA (Onderbreker met verschildrukzones, controleerbaar of niet controleerbaar). Bron: Watts Industries Belgium Bron: GTI Mortsel Bij toestellen met gecombineerd gebruik voor enerzijds centrale verwarming en anderzijds warmwaterproductie, dienen beveiligingen in de toevoerleiding van het sanitair koudwater te worden voorzien. De afvoerleidingen van de overdrukventielen moeten een zichtbare onderbreking van minimum 2 cm hebben. Bron: Flamco 32 Meer informatie vind je op Hoofdstuk 3: In bedrijf stellen en onderhouden van de installatie 47

49 De beveiliging tegen overdruk van het sanitair warmwater kan tevens d.m.v. een expansievat, afwaarts van de keerklep. Bron: GTI Mortsel Werkwijze om een installatie te vullen en te ontluchten Systeemwater (= warmtemedium) Deze werkwijze geldt ook voor het bijvullen van de installatie: ketel en pomp afzetten; installatie vullen via de vulleiding; radiatorkranen toedraaien; installatie ontluchten; daarna radiatorkraan open, en weer ontluchten; dan systeem op de juiste druk brengen; na opwarmen, opnieuw ontluchten/ontgassen 33. Het systeemwater niet vervangen, indien niet nodig. Het vulwater mag zonder meer als systeemwater gebruikt worden d.w.z. dat het geen bijkomende behandeling moet ondergaan alvorens de installatie in werking gezet wordt voor zover: de hier gegeven aanbevelingen in acht genomen werden; geen overmatige indringing van zuurstof te vrezen valt; geen antivriesmiddelen toegevoegd worden. Indien aan één van de aangegeven voorwaarden niet voldaan is, moet het vulwater een aangepaste behandeling ondergaan. In installaties waar aluminium voorkomt, kan het gebruik als systeemwater van vulwater dat aan de eisen van bovenstaande tabel voldoet, aanleiding geven tot de vorming van waterstofgas, zelfs al werd aan alle eisen van bovenstaande aanbeveling voldaan. 33 Meer informatie vind je in hoofdstuk Toegepaste wetenschappen : Opgeloste zuurstof in water. Hoofdstuk 3: In bedrijf stellen en onderhouden van de installatie 48

50 3.1.5 Toevoegmiddelen (additieven) bij het vulwater Dit waterstofgas zal dan regelmatig moeten worden verwijderd worden (ontluchten, ontgassen). Indien spuien noodzakelijk blijkt na één stookseizoen, dan moet het systeemwater behandeld worden. Bij dit geval kan een dergelijke behandeling onmiddellijk van bij het begin voorzien worden, zodat de klant gespaard blijft van hinderlijke spuibeurten. Bij het verwarmen van het water veranderen de eigenschappen: omdat de zouten neerslaan wordt het water zachter; omdat o.a. de CO 2 verdwijnt, wordt het water zuurder; de opgeloste zuurstof in het water komt vrij: het water wordt dood. Men kan onderstaande middelen (additieven) toevoegen via: vulslang, met handpomp of doseerpomp via vulkraan. Bij verwijdering van het behandelde systeemwater zal men het water niet zomaar lozen in de riolering of behandelingsputten. Eerst moet het systeemwater geneutraliseerd worden. Bron: Femox Vereisten voor een additief Het additief is toxicologisch veilig (Belgaqua attest Fluïdum Categorie 3 volgens NBN EN 1717). Tevens wordt een testrapport van een erkend labo voorgelegd inzake de efficiëntie van het product. Bij het vulpunt van de installatie worden (d.m.v. een klever) de specificaties van het product vermeld. Antivries Ook nog genoemd: antigel, glycol. Indien een installatie moet beschermd worden tegen vorst zal men antivries gebruiken. Jaarlijks zal men het behandelde water controleren: de dosering, de ph (door afbreken van het product worden zuren gevormd). Hoofdstuk 3: In bedrijf stellen en onderhouden van de installatie 49

Toenemende belang van de waterkwaliteit in een moderne CV-installatie. EasyFairs ICS learnshop 22/09/11 Eric Ladang Aqualisys Belgium

Toenemende belang van de waterkwaliteit in een moderne CV-installatie. EasyFairs ICS learnshop 22/09/11 Eric Ladang Aqualisys Belgium Toenemende belang van de waterkwaliteit in een moderne CV-installatie EasyFairs ICS learnshop 22/09/11 Eric Ladang Aqualisys Belgium INHOUD Wie is Aqualisys Waarom is waterkwaliteit belangrijk Problemen

Nadere informatie

Afdichting van gas en waterlekken zonder afbraak

Afdichting van gas en waterlekken zonder afbraak 2015 Afdichting van gas en waterlekken zonder afbraak Firma ALLEGRETTI BVBA Dilbeekstraat 104 1080 Brussel Telefoon : +32(2)410.88.80. Fax : +32(2)414.81.60. Email : info@allegretti.be Website : www.allegretti.be

Nadere informatie

Beveiligingen voor huishoudelijke sanitaire toestellen

Beveiligingen voor huishoudelijke sanitaire toestellen Beveiligingen voor huishoudelijke sanitaire toestellen 1 Na de watermeter Na de watermeter dient steeds een algemene afsluitkraan en goedgekeurde controleerbare keerklep (type A) geïnstalleerd te zijn.

Nadere informatie

Waterkwaliteit in moderne verwarmingsinstallaties

Waterkwaliteit in moderne verwarmingsinstallaties Waterkwaliteit in moderne verwarmingsinstallaties 15.06.2017 Expert Day HVAC en Renovatie In residentiële, collectieve en tertiaire gebouwen Dinne Karla, WTCB Master title - 15/06/2017 - Page 1 1. Probleemstelling

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING GEBRUIKERSHANDLEIDING Warmwater circulatie-unit O DVU 3 kw 230 V INHOUDSOPGAVE Voorwoord pag. 4 Inleiding pag. 5 Technische specificaties pag. 5 Veiligheidsvoorzieningen en instructies pag. 6 Werking van

Nadere informatie

Minimum te plaatsen beveiliging voor een sanitaire toestel voor een conforme huishoudelijke binneninstallatie

Minimum te plaatsen beveiliging voor een sanitaire toestel voor een conforme huishoudelijke binneninstallatie Minimum te plaatsen beveiliging voor een sanitaire toestel voor een conforme huishoudelijke binneninstallatie Inhoud 1. Na de watermeter... 2 2. Voor de waterbehandeling... 2 3. Voor de dubbeldienstkraan...

Nadere informatie

Logboek. Waterkwaliteit 6 720 801 305-00.1T. Voor stalen en rvs ketels met bedrijfstemperaturen tot 100 C 6 720 802 014 (2012/02) NL

Logboek. Waterkwaliteit 6 720 801 305-00.1T. Voor stalen en rvs ketels met bedrijfstemperaturen tot 100 C 6 720 802 014 (2012/02) NL Logboek Waterkwaliteit 6 720 801 305-00.1T Voor stalen en rvs ketels met bedrijfstemperaturen tot 100 C 6 720 802 014 (2012/02) NL Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Waterkwaliteit..........................

Nadere informatie

HET JUISTE GEBRUIK VAN C-STAAL MAAK HET GOED

HET JUISTE GEBRUIK VAN C-STAAL MAAK HET GOED HET JUISTE GEBRUIK VAN C-STAAL MAAK HET GOED MET EEN VISIE VOOR LANG- DURENDE DUURZAAM- HEID Knowhow over de toepassing is de garantie van kwaliteit. C-staal maakt, correct gepland en geïnstalleerd, 50

Nadere informatie

Berekening van een Flexcon expansievat met variabele werkdruk voor een c.v.-installatie

Berekening van een Flexcon expansievat met variabele werkdruk voor een c.v.-installatie Expansievatenberekening voor c.v.-installaties Berekening van een Flexcon expansievat met variabele werkdruk voor een c.v.-installatie Voor de berekening van expansievaten met variabele werkdruk voor c.v.-installaties

Nadere informatie

Inbedrijfstelling van de installatie

Inbedrijfstelling van de installatie Inbedrijfstelling van de installatie excellence in hot water INHOUD. Zonnecircuit.............................. 2. Inbedrijfstelling............................. 3 3. Oplossen van eventuele pannes..............

Nadere informatie

Modulair systeem voor verwarmingsinstallaties

Modulair systeem voor verwarmingsinstallaties member of varimix VARIMIX Modulair systeem voor verwarmingsinstallaties > modulair systeem voor verwarmingsinstallaties De Varimix is een modulair systeem voor verwarmingsinstallaties dat uitermate geschikt

Nadere informatie

UNIMIX compact en universeel regelsysteem voor vloerverwarming. member of

UNIMIX compact en universeel regelsysteem voor vloerverwarming. member of UNIMIX compact en universeel regelsysteem voor vloerverwarming member of UNIMIX DE UNIMIX IS EEN COMPACT EN UNIVERSEEL REGELSYSTEEM VOOR VLOERVERWARMING DAT VOORZIEN IS VAN EEN INGEBOUWDE THERMOSTATISCHE

Nadere informatie

Nefit Economy cv-boilers

Nefit Economy cv-boilers Nefit houdt Nederland warm Installatie-instructie Nefit Economy cv-boilers INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMEEN 1-1 2. INSTALLEREN 2-1 2.1 Voorschriften 2-1 2.1.1 Algemene voorschriften 2-1 2.1.2 Voorschriften fabrikant

Nadere informatie

CONCEPT WATERWERKBLAD UITVOERING PERSPROEF DATUM: OKT 2014

CONCEPT WATERWERKBLAD UITVOERING PERSPROEF DATUM: OKT 2014 Herziening van juni 2004 CONCEPT WATERWERKBLAD WB 2.3 UITVOERING PERSPROEF DATUM: OKT 2014 Auteursrechten voorbehouden Met betrekking tot de persproef is in artikel 2.3 van NEN 1006 (AVWI-2014) het volgende

Nadere informatie

pagina 2 van 6 1 en 2 Verschijning van vochtplekken op de binnenafwerking en aan de omtrek van het rookgasafvoerkanaal De hoeveelheid condensatie die

pagina 2 van 6 1 en 2 Verschijning van vochtplekken op de binnenafwerking en aan de omtrek van het rookgasafvoerkanaal De hoeveelheid condensatie die pagina 1 van 6 Informatie en ondersteuning Leveren moderne stookketels die minder verbruiken en compacter zijn ook minder problemen op? De afgelopen jaren zijn de stookketels van de nieuwe generatie een

Nadere informatie

Nederland nl. Waterkwaliteitsvoorschrift voor centrale verwarmingsinstallaties

Nederland nl. Waterkwaliteitsvoorschrift voor centrale verwarmingsinstallaties Nederland nl Waterkwaliteitsvoorschrift voor centrale verwarmingsinstallaties Geachte klant, Dank u voor de aanschaf van dit apparaat. Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het product gebruikt

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4

Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4 Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4 Samenvatting door Jel 1075 woorden 17 maart 2018 8 3 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova 1 Warmtebronnen en brandstoffen. Warmtebronnen thuis en op school.

Nadere informatie

Aardwarmte / Luchtwarmte

Aardwarmte / Luchtwarmte 2015 Aardwarmte / Luchtwarmte Verdiepende opdracht Inleiding; In dit onderdeel kun je meer leren over het onderwerp Aardwarmte/Luchtwarmte. Pagina 1 Inhoud 1.Aardwarmte / luchtwarmte...3 1.1 Doel van de

Nadere informatie

HR-combiketel. Onderhoud / storingen

HR-combiketel. Onderhoud / storingen HR-combiketel Onderhoud / storingen Belangrijk: Controleer 1x per half jaar de waterdruk in de cv-installatie en vul zonodig bij. Schakel uw installateur in als u meer dan 4x per jaar water moet bijvullen.

Nadere informatie

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie 131010 - 1 -

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie 131010 - 1 - aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie 131010-1 - AANVULLENDE HANDLEIDING AQUA PLUS Deze handleiding is uitsluitend ter aanvulling van de handleiding van de Altech Eclips (papieren of DVD

Nadere informatie

Gebruikershandleiding en installatievoorschrift. Comfort 100-130 - 160-210 - 240 661Y1000 D

Gebruikershandleiding en installatievoorschrift. Comfort 100-130 - 160-210 - 240 661Y1000 D NL Gebruikershandleiding en installatievoorschrift Comfort 00-0 - 60-20 - 20 66Y000 D INHOUDSTAFEL NL ALGEMEEN Opmerkingen Certificatie CE-normen Verpakking VEILIGHEIDSINSTRUCTIES 5 Gebruikte symbolen

Nadere informatie

VMBO PIE. Zonneboiler

VMBO PIE. Zonneboiler VMBO PIE Zonneboiler Colofon Uitgave: Ontwerp: Illustraties: Auteurs: Bewerking: De rede Terneuzen XXX XXX XXX XXX Deze uitgave is uitsluitend bestemd voor gebruik door leden van de Vereniging Platform

Nadere informatie

WATERWERKBLAD BESCHERMINGEN

WATERWERKBLAD BESCHERMINGEN WATERWERKBLAD BESCHERMINGEN WB 2.5 DATUM: JUNI 2004 Auteursrechten voorbehouden Herziening van februari 2001 Met betrekking tot de bescherming van leidingwaterinstallaties is in NEN 1006 (AVWI-2002) het

Nadere informatie

Waterkwaliteitsvoorschrift

Waterkwaliteitsvoorschrift NL Waterkwaliteitsvoorschrift LTALPER000153a 125487-AA Inhoud 1 Inleiding...2 1.1 Algemeen...2 1.2 Algemene aandachtspunten waterkwaliteit...2 1.2.1 Nieuwe installaties...2 1.2.2 Bestaande installaties...3

Nadere informatie

vanderbeyl IGB-100S, IGB-110H, IGB-150S Installatie- en montagehandleiding

vanderbeyl IGB-100S, IGB-110H, IGB-150S Installatie- en montagehandleiding vanderbeyl IGB-100S, IGB-110H, IGB-150S Installatie- en montagehandleiding Inhoud 1 Boilers, type IGB 2 1.1 Beschrijving 2 1.2 Levering 2 1.3 Technische informatie 2 1.4 Toepassingsmogelijkheden 3 1.5

Nadere informatie

CONCEPTFICHE 4: Centrale verwarming met warm water Het leidingnet

CONCEPTFICHE 4: Centrale verwarming met warm water Het leidingnet CONCEPTFICHE 4: Centrale verwarming met warm water Het leidingnet Centrale verwarming met warm water is een verwarmingsmethode waarbij een of meerdere warmtegeneratoren (ketels, warmtepompen, enz.) warm

Nadere informatie

vanderbeyl IGB-200S, IGB-300S, IGB-500S Installatie- en montagehandleiding

vanderbeyl IGB-200S, IGB-300S, IGB-500S Installatie- en montagehandleiding vanderbeyl IGB-200S, IGB-300S, IGB-500S Installatie- en montagehandleiding Inhoud 1 vanderbeyl boilers, type IGB 4 1.1 Beschrijving 4 1.2 Levering 4 1.3 Technische informatie 4 1.4 Toepassingsmogelijkheden

Nadere informatie

Uitbalancering. 750 Statisch strangregelventiel Beschrijving. Versies. Voordelen

Uitbalancering. 750 Statisch strangregelventiel Beschrijving. Versies. Voordelen 750 Statisch strangregelventiel Beschrijving Het strangregelventiel met schuine zitting van Comap wordt gebruikt voor het realiseren van precieze regelingen op verwarmings-, sanitair- en airconditioningcircuits.

Nadere informatie

BESTEKOMSCHRIJVINGEN. 8.1 Sanitair 99. 8.2 Verwarming 104

BESTEKOMSCHRIJVINGEN. 8.1 Sanitair 99. 8.2 Verwarming 104 BESTEKOMSCHRIJVINGEN. Sanitair. Verwarming . SANITAIR Algemene beschrijving Leidingsysteem voor sanitaire toepassingen bestaande uit meerlagenbuizen en perskoppelingen. Het volledige systeem bezit technische

Nadere informatie

Logboek waterkwaliteit. Voor installatie en onderhoud zorgvuldig lezen. Voor warmtebronnen met warmtewisselaar van aluminium

Logboek waterkwaliteit. Voor installatie en onderhoud zorgvuldig lezen. Voor warmtebronnen met warmtewisselaar van aluminium Voor warmtebronnen met warmtewisselaar van aluminium materialen 6 720 618 589-00.2TT Logboek waterkwaliteit 6 720 642 938 (2014/05) NL Voor installatie en onderhoud zorgvuldig lezen. Inhoudsopgave Inhoudsopgave

Nadere informatie

Verwarming en koeling met warmtepomp d.m.v. vloerverwarming / koeling. Werking van de warmtepomp

Verwarming en koeling met warmtepomp d.m.v. vloerverwarming / koeling. Werking van de warmtepomp BEWONERSINSTRUCTIE Verwarming en koeling met warmtepomp d.m.v. vloerverwarming / koeling Voor de opwekking van benodigde warmte en koude in uw woning wordt gebruik gemaakt van een warmtepomp van het fabrikaat

Nadere informatie

[INSTALLATIE HANDLEIDING]

[INSTALLATIE HANDLEIDING] [INSTALLATIE HANDLEIDING] o Aquacombi @ info@aquacombi.nl W www.aquacombi.nl T 088 98 99 100 1 VOORDAT U BEGINT WATERDRUK De voorgeschreven werkingsdruk ligt tussen 1,5 en 6 bar. Bij stromend water, mag

Nadere informatie

Gemeenschappelijke schoorstenen in bestaande appartementsgebouwen

Gemeenschappelijke schoorstenen in bestaande appartementsgebouwen Gemeenschappelijke schoorstenen in bestaande appartementsgebouwen 1 Inhoudsopgave Bestaande situatie Atmosferische ketels Gemeenschappelijk opbouwvoorbeeld Werkingsprincipe Verse luchttoevoer Rookgasafvoer

Nadere informatie

Conform neutraal besteksystematiek release 6 van het CBS/NAV-bestek - uitgave 2012

Conform neutraal besteksystematiek release 6 van het CBS/NAV-bestek - uitgave 2012 Bestekteksten Conform neutraal besteksystematiek release 6 van het CBS/NAV-bestek - uitgave 2012 DEEL 4 SPECIALE TECHNIEKEN - VERWARMING & SWW, VENTILATIE, HVAC, 2 LOT 40 CENTRALE VERWARMING - INDIVIDUELE

Nadere informatie

Installatiegids duplex

Installatiegids duplex Installatiegids duplex Garona Mosela Morava Het is aan te raden een waterontharder door een gespecialiseerde installateur te laten plaatsen. Ondanks dat de DELTA waterontharder waarschijnlijk de meest

Nadere informatie

Flamco. Flamcovent. Montage- en bedieningshandleiding. Flamcovent microbellen luchtafscheiders /A/2002, Flamco

Flamco. Flamcovent. Montage- en bedieningshandleiding. Flamcovent microbellen luchtafscheiders /A/2002, Flamco vent vent microbellen luchtafscheiders 4-24-189//2002, 18503871 NL Montage- en bedieningshandleiding Montage en bedieningshandleiding Technische specificaties Maximale werkdruk Maximale bedrijfstemperatuur

Nadere informatie

DELTA WATER ENGINEERING V09/2014/P1

DELTA WATER ENGINEERING V09/2014/P1 Delta Water Engineering V09/2014/P1 INSTALLATIEGIDS MORAVA 1. Onderdelen: 1. BYPASS 8. INSTELLING RESTHARDHEID 2. KLEPPENHUIS 9. INSTELLING INKOMENDE HARDHEID 3. HARSTANK 10. NAAR PEKELKLEP 4. CONTAINER

Nadere informatie

Addendum aan de BBT Legionella van 2007

Addendum aan de BBT Legionella van 2007 Addendum aan de BBT Legionella van 2007 Inleiding: De Beste Beschikbare Technieken (BBT) voor Legionella beheersing in Nieuwe Sanitaire Systemen, die sinds 2007 wettelijk verplicht moeten opgevolgd worden

Nadere informatie

Installatiegids Delta Ontario Duplex

Installatiegids Delta Ontario Duplex GH Systems bvba Delta water softeners Diependale 24 Serviceadres: Fonteinplein 3 9700 Oudenaarde Tel. 055/457110 Fax. 055/457111 info@ghsystems.be www.ghsystems.be Installatiegids Delta Ontario Duplex

Nadere informatie

Waterkwaliteitsvoorschrift voor centrale verwarmingsinstallaties

Waterkwaliteitsvoorschrift voor centrale verwarmingsinstallaties nl Waterkwaliteitsvoorschrift voor centrale verwarmingsinstallaties Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Over deze handleiding............................................................................... 3

Nadere informatie

GE556Y306 Satellieten voor geïndividualiseerde collectieve installaties

GE556Y306 Satellieten voor geïndividualiseerde collectieve installaties Omschrijving De satellieten van de serie GE556 bieden een uitstekende oplossing voor de verwarming en voor de productie van sanitair warm water (SWW) in geïndividualiseerde collectieve installaties die

Nadere informatie

De 3 voorwaarden van waterzijdig inregelen.

De 3 voorwaarden van waterzijdig inregelen. De 3 voorwaarden van waterzijdig inregelen. voorwaarde 1 Bij volle belasting moet voor alle eindunits het ontwerpdebiet beschikbaar zijn. voorwaarde 2 De verschildruk over de regelafsluiters mag niet teveel

Nadere informatie

Flexibele buizen voor gas Gepatenteerd uniek systeem

Flexibele buizen voor gas Gepatenteerd uniek systeem HYDRA GS Flexibele buizen voor gas Gepatenteerd uniek systeem Het HYDRA GS systeem bestaat uit een flexibele geribbelde inox buis in inox 316 L (Hydra Witzenmann) beschermd met een geel synthetisch omhulsel

Nadere informatie

radiatoren CONCEPTFICHE 2: Convectoren en Conceptfiche Convectoren en radiatoren

radiatoren CONCEPTFICHE 2: Convectoren en Conceptfiche Convectoren en radiatoren CONCEPTFICHE 2: Convectoren en radiatoren Centrale verwarming met warm water is een verwarmingsmethode waarbij een of meerdere warmtegeneratoren (ketels, warmtepompen, enz.) warm water produceren vanuit

Nadere informatie

Fernox presenteert HET FERNOX SYSTEEMWATER STAPPENPLAN Voor schone, onderhoudsarme installaties

Fernox presenteert HET FERNOX SYSTEEMWATER STAPPENPLAN Voor schone, onderhoudsarme installaties Fernox presenteert HET FERNOX SYSTEEMWATER PENPLAN Voor schone, onderhoudsarme installaties Goed drinkwater is nog geen goed systeemwater De kwaliteit van ons drinkwater is van het hoogste niveau. Geen

Nadere informatie

MONTAGEHANDLEIDING. 2-wegskleppenkit voor warmtepompconvector EKVKHPC

MONTAGEHANDLEIDING. 2-wegskleppenkit voor warmtepompconvector EKVKHPC MONTAGEHANDLEIDING -wegskleppenkit voor warmtepompconvector -wegskleppenkit voor warmtepompconvector Lees deze handleiding aandachtig vóór de installatie. Gooi ze niet weg. Bewaar ze voor latere naslag.

Nadere informatie

TECHNISCH FORUM. Waterzijdige problemen in CV installaties: oorzaken en oplossingen Karl Willemen W25

TECHNISCH FORUM. Waterzijdige problemen in CV installaties: oorzaken en oplossingen Karl Willemen W25 TECHNISCH FORUM Waterzijdige problemen in CV installaties: oorzaken en oplossingen Karl Willemen W25 Waterkwaliteit? Systeemkwaliteit! Deze presentatie sluit aan bij de eerder gegeven presentatie Waterkwaliteit

Nadere informatie

OPLEIDINGENSTRUCTUUR MONTEUR CENTRALE VERWARMING

OPLEIDINGENSTRUCTUUR MONTEUR CENTRALE VERWARMING OPLEIDINGENSTRUCTUUR MONTEUR CENTRALE VERWARMING 1. BESCHRIJVING Referentiekaders: WELZIJN OP HET WERK Beroepsprofielen (SERV, oktober 2004) MONTEUR CENTRALE VERWARMINGSINSTALLATIES Beroepsprofielen in

Nadere informatie

Flexibels : C.V. & sanitair

Flexibels : C.V. & sanitair Flexibels : C.V. & sanitair Sanutal beschikt over de nodige machines om flexibele slangen voor sanitair en verwarming te produceren. Deze productie laat ons toe een volledig en hoogwaardig gamma uit voorraad

Nadere informatie

Electrische Boiler. Installatie, gebruik en onderhoud TNC 10 TNC 15 TNC 30 TNC 50 TNC 80 TNC 80 H TNC 100 TNC 100 H TNC 150 TNC 150 H

Electrische Boiler. Installatie, gebruik en onderhoud TNC 10 TNC 15 TNC 30 TNC 50 TNC 80 TNC 80 H TNC 100 TNC 100 H TNC 150 TNC 150 H Electrische Boiler Installatie, gebruik en onderhoud TNC 10 TNC 15 TNC 30 TNC 50 TNC 80 TNC 80 H TNC 100 TNC 100 H TNC 150 TNC 150 H Wij feliciteren u met de aanschaf van uw boiler. De electrische verwarmers

Nadere informatie

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden MYSON Kickspace 500, 600 & 800 Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden 1 INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMENE INFORMATIE 3 2. ONTWERP CV INSTALLATIE

Nadere informatie

METING WARMTEVERBRUIK SATELLIETEN GE556Y101 GE556Y101. Omschrijving. Belangrijkste eigenschappen. Functies. Toepassing.

METING WARMTEVERBRUIK SATELLIETEN GE556Y101 GE556Y101. Omschrijving. Belangrijkste eigenschappen. Functies. Toepassing. Omschrijving De satellieten GE556 zijn de oplossing voor de meting van het warmteverbruik in appartementsgebouwen met een centrale productie van het water voor de centrale verwarming en een locale, individuele

Nadere informatie

Bezwijken van buisverbindingen en appendages.

Bezwijken van buisverbindingen en appendages. Bezwijken van buisverbindingen en appendages. Het plaatsen van terugstroombeveiligingen in brandblusleidingen geeft soms aanleiding tot ernstige lekkages. Dit oriënterende onderzoek geeft aan dat opwarming

Nadere informatie

HeatMaster. Montage- en installatiehandleiding. 201 Booster. HeatMaster. 200N (Gas) Booster. HeatMaster ENGLISH FRANCAIS NEDERLANDS ITALIANO NL 1

HeatMaster. Montage- en installatiehandleiding. 201 Booster. HeatMaster. 200N (Gas) Booster. HeatMaster ENGLISH FRANCAIS NEDERLANDS ITALIANO NL 1 Heataster ENGLISH ontage- en installatiehandleiding Heataster 201 Booster FANCAIS Heataster 200N (Gas) Booster NEDELANDS NL 1 ENGLISH WAASCHUWINGEN 2 Bestemmelingen van deze handleiding 2 Symbolen 2 Certificatie

Nadere informatie

Verwarminginstallaties

Verwarminginstallaties Verwarminginstallaties Energiediagnose van een bestaande installatie Verbeteren van een bestaande installatie Een nieuwe installatie ontwerpen Verwarminginstallatie met warm water? 1 Verlies? Verlies?

Nadere informatie

Algemene montage-instructie van het ATON B100RV-VW zonne-energie systeem- VOORL.

Algemene montage-instructie van het ATON B100RV-VW zonne-energie systeem- VOORL. 1 Algemene montage-instructie van het ATON B100RV-VW zonne-energie systeem- VOORL. 1. Algemeen. De basis van het systeem is een 100 liter boiler met daarop gemonteerd een pompunit en een regeling. Deze

Nadere informatie

TEMPER TEMPER. Kleurloze vloeistof (licht geel). TEMPER geen amines of nitrieten. TEMPER is een kant-en-klare oplossing en moet nooit verdund worden.

TEMPER TEMPER. Kleurloze vloeistof (licht geel). TEMPER geen amines of nitrieten. TEMPER is een kant-en-klare oplossing en moet nooit verdund worden. is een kant-en-klare energiedrager op basis van kaliumacetaat en -formiaat in waterige oplossing, zonder glycol, niet giftig en niet vervuilend. Dit product bevat vernieuwende corrosie-inhibitoren die

Nadere informatie

Connectie data Daikin Altherma LT

Connectie data Daikin Altherma LT Connectie data Daikin Altherma LT EHBH(X)004-008C EHVH(X)016C ERLQ004-006-008CA ERLQ011-014-016CA Koeltechnische specificaties LEIDINGDIAMETERS Gas Vloeistof inch mm inch mm ERLQ004CAV3 5/8 15,90 1/4 6,35

Nadere informatie

installatietechniek CSPE KB 2010 minitoets bij opdracht 1

installatietechniek CSPE KB 2010 minitoets bij opdracht 1 installatietechniek SPE K 2010 minitoets bij opdracht 1 variant a Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). Geef verbeteringen aan volgens voorbeeld 2 of

Nadere informatie

HydroPro. putvorming op vlampijpen en vuurgang ketel. teruglopend ketelrendement tengevolge van hardheidsafzettingen

HydroPro. putvorming op vlampijpen en vuurgang ketel. teruglopend ketelrendement tengevolge van hardheidsafzettingen Waterbehandeling Gevolgen geen waterbehandeling: hardheidsafzettingen putvorming op vlampijpen en vuurgang ketel bij lage ph: magnetietvorming teruglopend ketelrendement tengevolge van hardheidsafzettingen

Nadere informatie

Flexibels : C.V. & sanitair

Flexibels : C.V. & sanitair Flexibels : C.V. & sanitair Sanutal beschikt over de nodige machines om flexibele slangen voor sanitair en verwarming te produceren. Deze productie laat ons toe een volledig en hoogwaardig gamma uit voorraad

Nadere informatie

SENTRY ELEKTRISCHE BOILERS

SENTRY ELEKTRISCHE BOILERS SENTRY ELEKTRISCHE BOILERS MODELLEN: ES3 ES4 ES5 ES65 Installatie- en bedieningsvoorschriften Onderhoudsinstructies Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden. 4.1.4 INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN

Nadere informatie

Druktest protocol. Bouwproject Bouwfase: (Opdrachtnemer vertegenwoordiger) Opdrachtnemer Vertegenwoordiger: Bedrijf en onderhoud

Druktest protocol. Bouwproject Bouwfase: (Opdrachtnemer vertegenwoordiger) Opdrachtnemer Vertegenwoordiger: Bedrijf en onderhoud Druktest protocol Met het testmedium: Perslucht of inert gas Materiaal van het leidingsysteem: Materiaal van de fitting: Materiaal van de afdichting: Verbindingstype: Pressgereedschap: (type/fabrikant)

Nadere informatie

Flamco. Automaat voor drukverzorging Ontluchten Bijvullen D1/D2. Installatie- en bedieningsvoorschrift. 2002, Flamco

Flamco. Automaat voor drukverzorging Ontluchten Bijvullen D1/D2. Installatie- en bedieningsvoorschrift. 2002, Flamco Automaat voor drukverzorging Ontluchten Bijvullen D1/D2 7526 NL Installatie- en bedieningsvoorschrift 2002, Flamco Uitvoering A B C D E F G H J - draaibare vataansluitingen (ÜW 1!/2 - bu. 1!/4 ) - metalen

Nadere informatie

Stadsverwarming verdeler

Stadsverwarming verdeler Fax bestelling: 0318-621742 Telefonische informatie 0318-668089 Stadsverwarming verdeler Stadsverwarming verdeler 1 t/m 12 groeps Stadsverwarming. Door de energiebedrijven worden speciale eisen gesteld

Nadere informatie

G&G Trading B.V. Industrieweg 18-1 3846 BD Harderwijk Tel.+31(0)341-414993 Fax+31(0)341-419625

G&G Trading B.V. Industrieweg 18-1 3846 BD Harderwijk Tel.+31(0)341-414993 Fax+31(0)341-419625 RESQ-TAPE is een zelfhechtende siliconen afdichtings- en isolatietape met veel verschillende toepassingen. Deze veelzijdige en gebruiksvriendelijke tape is uw eerste hulp bij allerlei reparaties. U brengt

Nadere informatie

De installatie moet worden uitgevoerd door een installateur en voldoen aan Richtlijn NBN D51.006/A

De installatie moet worden uitgevoerd door een installateur en voldoen aan Richtlijn NBN D51.006/A HYDRA GS Flexibele buizen voor gas Het HYDRA GS systeem bestaat uit een flexibele geribbelde inox buis in inox 316 L (Hydra Witzenmann) beschermd met een geel synthetisch omhulsel op rol en uit messing

Nadere informatie

Introductie: Technische gegevens:

Introductie: Technische gegevens: Introductie: De DAT ionisatie verwarmer verwarmt uw cv water (radiator en/of vloerverwarming) op met behulp van ionisatie. Dit proces is uitgevonden om duikboten te verwarmen en daarbij zo weinig mogelijk

Nadere informatie

Installatiegids simplex

Installatiegids simplex Installatiegids simplex Isera Rusela Escalda Het is aan te raden een waterontharder door een gespecialiseerde installateur te laten plaatsen. Ondanks dat de DELTA waterontharder waarschijnlijk de meest

Nadere informatie

Pompgroepen IC GPD IC GPM Gebuiksaanwijzingen

Pompgroepen IC GPD IC GPM Gebuiksaanwijzingen Pompgroepen IC GPD IC GPM Gebuiksaanwijzingen IC GPM met mengkraan gemotoriseerde via SM90.120.2CA 230VAC IC GPD zonder mengkraan Mengkraan met instelbare manuele bypass Servomotor 3-punts sturing Grundfos

Nadere informatie

MIDI Composiet buizen

MIDI Composiet buizen Bij publicatie van dit overzicht vervallen alle voorgaande uitgaven. Aan deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend. Wijzigingen en druk- en zetfouten voorbehouden - 02-202 MIDI Composiet buizen

Nadere informatie

P2050 Hybride verdeler

P2050 Hybride verdeler P2050 Hybride verdeler Afbeelding 1: Kunststof verdeler P2050 7 groeps met UMR Vario Algemeen Met het toenemende aantal bivalent/hybride opgestelde combinaties van cv-ketels en duurzame warmteopwekkers

Nadere informatie

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE 2.1 Aflevering 2.2 Voorschriften 2.3 Opstelling 2.4 Montage beveiligingen 2.5 Montage rookgasafvoer 2.6 Montage

Nadere informatie

NL Montageaanwijzingen

NL Montageaanwijzingen NL Montageaanwijzingen Gelaagd reservoir BSP / BSP-B / BSP-SL / BSP-W / BSP-W-B / BSP-W-SL Pagina 34-44 WOLF GMBH / POSTFACH 1380 / D-84048 MAINBURG / TEL. +49.0. 87 51 74-0 / FAX +49.0.87 51 74-16 00

Nadere informatie

KUNSTSTOFLEIDINGSYSTEMEN VAN ONGEPLASTICEERD POLY VINYL CHLORIDE (PVC-U) VOOR DRINKWATERVOORZIENINGEN EN VOOR BOVEN- EN ONDERGRONDSE RIOOLPERSLEIDING

KUNSTSTOFLEIDINGSYSTEMEN VAN ONGEPLASTICEERD POLY VINYL CHLORIDE (PVC-U) VOOR DRINKWATERVOORZIENINGEN EN VOOR BOVEN- EN ONDERGRONDSE RIOOLPERSLEIDING BELGIAN CONSTRUCTION CERTIFICATION ASSOCIATION Stichters: WTCB en SECO Aarlenstraat 53 B-1040 Brussel Tel. + 32 (0) 2 238.24.11 Fax. + 32 (0) 2 238.24.01 www.bcca.be info@bcca.be TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN

Nadere informatie

Showersave. QB1-21D (dubbele douchepijp wtw) Installatiehandleiding

Showersave. QB1-21D (dubbele douchepijp wtw) Installatiehandleiding Showersave QB1-21D Installatiehandleiding Inhoudsopgave Pagina 1.0 Algemeen 2 1.1 Beschrijving van de warmtewisselaar 2 1.2 Veiligheid en Legionella 2 1.3 Onderhoud en reiniging 3 2.0 Aandachtspunten bij

Nadere informatie

MURELLE REVOLUTION DE BOILER MET A++ LABEL

MURELLE REVOLUTION DE BOILER MET A++ LABEL MURELLE REVOLUTION DE BOILER MET A++ LABEL EEN BLIK OP DE TOEKOMST De installaties voor omgevingscomfort bestaan steeds vaker uit boilers en machines met omgekeerde koelcyclus. De technologie van de warmtepomp

Nadere informatie

Het verdient aanbeveling de concentratie FRIOGEL te controleren ter gelegenheid van onderhoudswerken (minstens elke 2 jaar).

Het verdient aanbeveling de concentratie FRIOGEL te controleren ter gelegenheid van onderhoudswerken (minstens elke 2 jaar). I DEFINITIE FRIOGEL is een antivries op basis van monopropyleen glycol en corrosie-inhibitoren, speciaal ontworpen voor centrale verwarmingscircuits met watercirculatie en voor klimatisatie. Na oplossing

Nadere informatie

25,0 0,0 2,5 5,0 7,5 10,0 12, ,5 20,0. Debiet sanitair warm water 25,0 0,0 2,5 5,0 7,5 10,0 12, ,5 20,0. Debiet sanitair warm water

25,0 0,0 2,5 5,0 7,5 10,0 12, ,5 20,0. Debiet sanitair warm water 25,0 0,0 2,5 5,0 7,5 10,0 12, ,5 20,0. Debiet sanitair warm water Distributie-unit voor wandmontage, serie SATK onmiddellijke productie van sanitair warm water Code SATK15313 ABC ACCREDITED 01219/14 NL ISO 9001 FM 21654 ISO 9001 No. 0003 Werking Met de distributie-unit

Nadere informatie

Showersave. QB1-21D QB1-21D-HE (High Efficient) (dubbele douchepijp wtw) Installatiehandleiding

Showersave. QB1-21D QB1-21D-HE (High Efficient) (dubbele douchepijp wtw) Installatiehandleiding Showersave QB1-21D QB1-21D-HE (High Efficient) Installatiehandleiding Inhoudsopgave Pagina 1.0 Algemeen 2 1.1 Beschrijving van de warmtewisselaar 2 1.2 Veiligheid en Legionella 2 1.3 Onderhoud en reiniging

Nadere informatie

Gebruikshandleiding. 8A.52.59.00/05.08 Wijzigingen voorbehouden.

Gebruikshandleiding. 8A.52.59.00/05.08 Wijzigingen voorbehouden. Gebruikshandleiding 8A.52.59.00/05.08 Wijzigingen voorbehouden. 2 Inhoud I1 Inleiding... 3 2 Veiligheid... 4 3 Ketelbeschrijving... 5 4 Beeldscherm en toetsen... 6 4.1 Reset-toets... 6 4.2 Instellen van

Nadere informatie

WINFORMATIE OVER REGENWATERGEBRUIK.doc

WINFORMATIE OVER REGENWATERGEBRUIK.doc INFORMATIE OVER REGENWATERGEBRUIK 1 Zuinig omspringen met drinkwater. Het gemiddeld drinkwaterverbruik in België schommelt rond 120 liter per dag en per inwoner. Hiervan gaat een groot deel naar het toilet

Nadere informatie

Flexibele buizen voor gas Gepatenteerd uniek systeem

Flexibele buizen voor gas Gepatenteerd uniek systeem HYDRA GS Flexibele buizen voor gas Gepatenteerd uniek systeem Het HYDRA GS systeem bestaat uit een flexibele geribbelde inox buis in inox 316 L (Hydra Witzenmann) beschermd met een geel synthetisch omhulsel

Nadere informatie

PM 512. Bypassventiel Veiligheidsventiel

PM 512. Bypassventiel Veiligheidsventiel PM 512 Bypassventiel Veiligheidsventiel IMI TA / Drukverschilregelaars / PM 512 PM 512 Een veiligheidsventiel voor toepassing in verwarming- en koelsystemen met een variabel debiet. De PM 512 heeft o.a.

Nadere informatie

Ruimteverwarming. 1 Inleiding... 1. 2 Energieverbruik ruimteverwarming... 2. 3 Centrale verwarming... 3. 4 Decentralisatie... 4

Ruimteverwarming. 1 Inleiding... 1. 2 Energieverbruik ruimteverwarming... 2. 3 Centrale verwarming... 3. 4 Decentralisatie... 4 1 Inleiding... 1 2 Energieverbruik ruimteverwarming... 2 3 Centrale verwarming... 3 4 Decentralisatie... 4 5 Convectieverwarming... 5 6 Stralingsverwarming... 9 7 Keuzecriteria... 11 1 Inleiding Voor de

Nadere informatie

Vitodens 300-W type B3HA, Vitodens 333-F type B3TA, Vitodens 343-F type B3UA

Vitodens 300-W type B3HA, Vitodens 333-F type B3TA, Vitodens 343-F type B3UA Vitodens 300-W type B3HA, Vitodens 333-F type B3TA, Vitodens 343-F type B3UA De gaswandketels Vitodens van de reeks 300, type B3XX zijn uitgerust met een debietsensor. Dit geeft nieuwe mogelijkheden om

Nadere informatie

AANSLUITSCHEMA 1 - VOOR CV HOUTKACHELS Aansluitschema voor de aansluiting van een CV houtkachel op een bestaand cv systeem

AANSLUITSCHEMA 1 - VOOR CV HOUTKACHELS Aansluitschema voor de aansluiting van een CV houtkachel op een bestaand cv systeem Hierboven is een CV houtkachel aangesloten op een bestaand cv systeem, daar waar een cv ketel reeds aanwezig is. Bij de CV ketel wordt een open verdeler aangebracht waardoor beide systemen onafhankelijk

Nadere informatie

Opleiding Duurzaam Gebouw : Ontwerp en regeling van technische installaties

Opleiding Duurzaam Gebouw : Ontwerp en regeling van technische installaties Opleiding Duurzaam Gebouw : Ontwerp en regeling van technische installaties Leefmilieu Brussel Warmte-emissie systemen: principes en uitdagingen Raphaël Capart ICEDD asbl Doelstelling(en) van de presentatie

Nadere informatie

Reservoir PRO3-VAQ PRO7-VAQ

Reservoir PRO3-VAQ PRO7-VAQ Installatiehandleiding VAQ Lees voor het installeren eerst deze handleiding Inleiding De werking van de Quooker Het Quooker-systeem bestaat uit een klein reservoir onder het aanrecht dat aangesloten is

Nadere informatie

VISTRON V120 C.RM VISTRON V150 C.RM. Gebruiksaanwijzing Voor de erkende vakman. 06/2004 Art. Nr

VISTRON V120 C.RM VISTRON V150 C.RM. Gebruiksaanwijzing Voor de erkende vakman. 06/2004 Art. Nr VISTRON V120 C.RM VISTRON V150 C.RM Gebruiksaanwijzing Voor de erkende vakman 06/2004 Art. Nr. 12 034 030 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. 2 Algemeen.. 3 Plaatsing 3 Installatie... 3 Aansluitschema. 4 Technische

Nadere informatie

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies HANDLEIDING Sesame Thermoplastic Tank Technologies INSTALLATIE- EN GEBRUIKSAANWIJZING INHOUD 1. ALGEMEEN 3 2. BELANGRIJK 3 3. INSTALLATIE EXPANSIEVAT 4 4. GEBRUIK EXPANSIEVAT 5 5. VERVANGEN LUCHTCEL 5

Nadere informatie

Pool & Spa. De Hydro-Pro warmtepompen

Pool & Spa. De Hydro-Pro warmtepompen Pool & Spa Hydro-Pro_warmtepompen_Mertens.indd 1 De Hydro-Pro warmtepompen 3/2/2012 2:49:46 PM Hydro-Pro_warmtepompen_Mertens.indd 2 3/2/2012 2:49:50 PM Efficiënt en economisch De warmte van de buitenlucht

Nadere informatie

murelle revolution 30 de boiler met a++ label

murelle revolution 30 de boiler met a++ label murelle revolution 30 de boiler met a++ label EEN BLIK OP DE TOEKOMST De installaties voor omgevingscomfort bestaan steeds vaker uit boilers en machines met omgekeerde koelcyclus. De technologie van de

Nadere informatie

WATERWERKBLAD. WARMTAPWATERINSTALLATIES Beveiligingen

WATERWERKBLAD. WARMTAPWATERINSTALLATIES Beveiligingen WATERWERKBLAD WARMTAPWATERINSTALLATIES Beveiligingen WB 4.4 B DATUM: SEPT. 2007 Auteursrechten voorbehouden Met betrekking tot de beveiliging van warmtapwaterinstallaties is in NEN 1006 (AVWI-2002) het

Nadere informatie

MVB-500, MVB-1000 Installatie- en montagehandleiding

MVB-500, MVB-1000 Installatie- en montagehandleiding vanderbeyl MVB-500, MVB-1000 Installatie- en montagehandleiding Itho bv Adm. de Ruyterstraat 2 3115 HB Schiedam Postbus 21 3100 AA Schiedam T (010) 427 89 10 F (010) 427 88 88 E info@itho.nl I www.itho.nl

Nadere informatie

Installatie, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften. HRi 321-601 - 800

Installatie, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften. HRi 321-601 - 800 Installatie, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften HRi 321-601 - 800 INHOUDSTAFEL Algemene aanbevelingen...4 Gebruikershandleiding...5 Controle paneel... 5 BESCHRIJVING VAN HET TOESTEL...6 Modellen - HRi

Nadere informatie

IZEN douche WTW Infofiche

IZEN douche WTW Infofiche Weer een stap verder in energie-efficiency. Minder koper, hoger rendement en installatiegemak! In een moderne eengezinswoning is steeds minder energie nodig voor ruimteverwarming, met name door betere

Nadere informatie

Verwarming en ventilatie

Verwarming en ventilatie Verwarming en ventilatie Gebouwen met hoge energieprestaties Mei 2013 Christophe Delmotte, Ir Laboratorium Luchtkwaliteit en ventilatie WTCB Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf Bladzijde

Nadere informatie

Installatiehandleiding

Installatiehandleiding de slimste waterontharder Installatiehandleiding Gefeliciteerd met de aankoop van uw! U heeft gekozen voor de nieuwe technologie die in staat is om de waterontharder continu bij te sturen, door de hardheid

Nadere informatie