Belastingrechtspraak openbaar! Is er dan niets meer heilig?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Belastingrechtspraak openbaar! Is er dan niets meer heilig?"

Transcriptie

1 Masterscriptie Fiscaal Recht Universiteit van Tilburg Faculteit Rechtsgeleerdheid Departement Fiscaal Recht Belastingrechtspraak openbaar! Is er dan niets meer heilig? Een onderzoek naar het besloten karakter van belastingrechtspraak Naam: S.P.M. van den Maagdenberg ANR: S Adres: Generaal Maczekstraat 115 te (4818 BV) Breda adres: Telefoonnummer: Afstudeerdatum: 27 februari 2012 Examencommissie: mr. A.M.E. Nuyens prof. mr. J.L.M. Gribnau

2 Inhoudsopgave Lijst van afkortingen 5 Hoofdstuk 1. Inleiding Inleiding Afbakening en relevantie van het onderzoek Probleemstelling Opbouw van het onderzoek 7 Hoofdstuk 2. Theoretisch kader De drie elementen waarin in het begrip rechtspraak kan worden onderscheiden Inleiding Element 1: het onderzoek ter zitting Element 2: de uitspraak Element 3: de publicatie van de uitspraak Samengevat Waarom rechtspraak in beginsel openbaar is Inleiding Het belang van openbare rechtspraak volgens grote rechtsfilosofen Het belang van openbare rechtspraak volgens hedendaagse juridische auteurs Het belang van openbare rechtspraak volgens de rechtsprekende macht Samengevat De uitzonderingspositie die het belastingrecht inneemt Inleiding De verhouding tussen de Awb en de AWR Element 1: het onderzoek ter zitting Element 2: de uitspraak Element 3: de publicatie van de uitspraak Samengevat / reikwijdte van het onderzoek 15 Hoofdstuk 3. Argumenten voor en tegen besloten belastingrechtspraak De argumenten waarmee de wetgever zijn keuze voor besloten belastingrechtspraak rechtvaardigde Inleiding De argumenten waarmee de wetgever zijn keuze voor (de voorgangers van) art. 27c AWR rechtvaardigde De argumenten waarmee de wetgever zijn keuze voor (de voorgangers van) art. 27g AWR rechtvaardigde Tussenconclusie 21 2

3 3.2. Argumenten ten aanzien van het element het onderzoek ter zitting Inleiding Argumenten voor beslotenheid ten aanzien van het element het onderzoek ter zitting Argumenten tegen beslotenheid ten aanzien van het element het onderzoek ter zitting Welke argumenten zijn het sterkst? Tussenconclusie Argumenten ten aanzien van het element de publicatie van de uitspraak Inleiding Argumenten ten aanzien van het machtigingsvereiste Argumenten ten aanzien van de anonimiseringsrichtlijnen Inleiding Argumenten voor beslotenheid ten aanzien van de anonimiseringsrichtlijnen Argumenten tegen beslotenheid ten aanzien van de anonimiseringsrichtlijnen Welke argumenten zijn het sterkst? Tussenconclusie Tussenconclusie 36 Hoofdstuk 4. Het Consultatie Wetsvoorstel Inleiding Wijziging 1: openbaarheid van de zitting Wat houdt wijziging 1 in? Waarom stelt het kabinet wijziging 1 voor? Hoe luiden de reacties ten aanzien van wijziging 1? Beoordeling van wijziging Wijziging 2: de publicatie van de uitspraak Wat houdt wijziging 2 in? Waarom stelt het kabinet wijziging 2 voor? Hoe luiden de reacties ten aanzien van wijziging 2? Beoordeling van wijziging Wijziging 3: het vervallen van het machtigingsvereiste Wat houdt wijziging 3 in? Waarom stelt het kabinet wijziging 3 voor? Hoe luiden de reacties ten aanzien van wijziging 3? Beoordeling van wijziging Tussenconclusie 45 Hoofdstuk 5. Conclusie Herhaling probleemstelling Beantwoording probleemstelling Beantwoording eerste deel probleemstelling Beantwoording tweede deel probleemstelling 48 3

4 Literatuurlijst 50 Stukken van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 53 Jurisprudentielijst 54 4

5 Lijst van afkortingen art. Awb AWR BV BW EHRM EVRM GvEA Gw HvJ EU IVBPR MvA MvT NV Rv Sv Wbp Wet ARB Wet RO artikel Algemene wet bestuursrecht Algemene wet inzake rijksbelastingen Besloten vennootschap Burgerlijk Wetboek Europese Hof voor de Rechten van de Mens Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden Gerecht van Eerste Aanleg Grondwet Hof van Justitie van de Europese Unie Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten Memorie van antwoord Memorie van toelichting Naamloze vennootschap Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering Wetboek van Strafvordering Wet bescherming persoonsgegevens Wet administratieve rechtspraak belastingzaken Wet op de rechterlijke organisatie 5

6 Hoofdstuk 1 Inleiding Paragraaf 1.1. Inleiding Belastingrechtspraak openbaar! Is er dan niets meer heilig? Met deze woorden wist het kantoor Hertoghs advocaten-belastingkundigen de aandacht te trekken voor het ter ere van jubilaris J.J.M. Hertoghs op 24 september 2010 georganiseerde mini-symposium. Op 24 september was het namelijk precies 40 jaar geleden dat J.J.M. Hertoghs de eed als advocaat aflegde. Het was in die periode tevens zo n 20 jaar geleden dat hij het fundament legde voor het kantoor Hertoghs advocaten-belastingkundigen. 1 Tijdens het mini-symposium stond de vraag centraal of belastingrechtspraak en dan met name de behandeling van een zaak op de zitting openbaar zou moeten zijn. 2 Hoewel ik niet bij het mini-symposium aanwezig was, wisten de woorden Belastingrechtspraak openbaar! Is er dan niets meer heilig? ook mijn aandacht voor dit prikkelende onderwerp te trekken. Gedurende decennia is het een vanzelfsprekendheid dat belastingrechtspraak besloten is. Deze beslotenheid wijkt af van hetgeen in andere rechtsgebieden gebruikelijk is. Dat voor de belastingrechtspraak een uitzondering wordt gemaakt, is in diverse publicaties aan de orde gesteld. Hetgeen opvalt, is dat met goede argumenten zowel het standpunt kan worden ingenomen dat belastingrechtspraak in beslotenheid dient plaats te vinden als dat de openbaarheid de voorkeur verdient. 3 Het prikkelende onderwerp is - naar aanleiding van het mini-symposium - in diverse publicaties aan de orde gesteld. Het Tijdschrift Formeel Belastingrecht wijdde er zelfs een heel thema-nummer aan. 4 Ook het kabinet heeft kennis genomen van de opinies die in de fiscale vakliteratuur en de media zijn verschenen. Het kabinet heeft - naar aanleiding van de opinies die in de fiscale vakliteratuur en de media zijn verschenen - op 14 april 2011 een wetsvoorstel over openbaarheid van belastingrechtspraak 5 voor consultatie aangeboden. Het kabinet stelt onder andere voor zittingen in belastingzaken voortaan in het openbaar te laten plaatsvinden. Paragraaf 1.2. Afbakening en relevantie van het onderzoek Het begrip rechtspraak speelt in deze scriptie een belangrijke rol. Het begrip rechtspraak kan in drie elementen worden onderscheiden: het onderzoek ter zitting, de uitspraak en de publicatie van de uitspraak. Wanneer men het heeft over het openbare dan wel het besloten karakter van rechtspraak dan heeft men het feitelijk over het openbare dan wel besloten karakter van één van deze elementen. Het is van belang een onderscheid tussen deze drie elementen aan te brengen. Allereerst omdat het openbare dan wel het besloten karakter van de diverse elementen in verschillende wetsartikelen is neergelegd. Daarnaast omdat de vraag of rechtspraak openbaar is per element verschillend kan worden beantwoord. Ik zet in deze scriptie uiteen in welke drie elementen het begrip rechtspraak kan worden onderscheiden. Ik geef vervolgens per element aan wat openbaarheid van rechtspraak inhoudt. Ik geef tot slot aan of en in hoeverre het belastingrecht afwijkt van het uitgangspunt van openbaarheid zoals dat geldt in andere rechtsgebieden. 1 Zie 2 Pieterse Redactie TFB Zie TFB 2011/04. 5 Consultatie Wetsvoorstel Wijziging van de AWR in verband met de openbaarheid van belastingrechtspraak (te vinden op 6

7 De argumenten voor en tegen besloten belastingrechtspraak spelen in deze scriptie eveneens een belangrijke rol. De argumenten voor en tegen besloten belastingrechtspraak zijn in diverse publicaties aan de orde gesteld. Het probleem bij de diverse publicaties is dat zij geschreven zijn door ofwel fervent voorstanders dan wel fervent tegenstanders van besloten belastingrechtspraak. De auteurs richten zich voornamelijk op de vraag of de behandeling van een zaak op de zitting openbaar zou moeten zijn. De overige elementen van het begrip rechtspraak blijven derhalve onderbelicht. De auteurs zijn er daarnaast veelal op uit besloten belastingrechtspraak in een positief dan wel negatief daglicht te plaatsen. Geen van de juridische auteurs maakt derhalve een gedegen afweging van alle argumenten voor en tegen besloten belastingrechtspraak. Ik tracht in deze scriptie een volledige afweging te maken van alle argumenten voor en tegen besloten belastingrechtspraak. Een volledig afweging is noodzakelijk voor een gedegen antwoord op de vraag of het terecht is dat belastingrechtspraak besloten is. Ik bespreek ten eerste de argumenten waarmee de wetgever zijn keuze voor besloten belastingrechtspraak rechtvaardigde. Ik bespreek daarnaast de argumenten welke heden ten dage voor en tegen besloten belastingrechtspraak worden aangevoerd. Ik zet tot slot uiteen welke argumenten steekhoudend zijn en waarom. Het kabinet heeft op 14 april 2011 een wetsvoorstel over openbaarheid van belastingrechtspraak voor consultatie aangeboden. Staatssecretaris Weekers wil door middel van deze consultatie te weten komen hoe er in de maatschappij wordt gedacht over openbaarheid van zittingen in belastingzaken. 6 Het Consultatie Wetsvoorstel bevat in de eerste plaats een wijziging met betrekking tot het onderzoek ter zitting. Het Consultatie Wetsvoorstel beoogt in de tweede plaats een ruimere wettelijke grondslag te bieden aan het anonimiseringsbeleid dat de rechter volgt bij publicatie van uitspraken. Het Consultatie Wetsvoorstel voorziet als derde en laatste in het vervallen van het zogenaamde machtigingsvereiste. Het Consultatie Wetsvoorstel is nog niet eerder uitgebreid onder de loep genomen. De respondenten op het Consultatie Wetsvoorstel richten zich net zoals de staatssecretaris - voornamelijk op de vraag of de behandeling van een zaak op de zitting openbaar zou moeten zijn. Geen van de respondenten heeft gemotiveerd gereageerd op alle drie de voorgestelde wijzigingen. Ik zet in deze scriptie uiteen welke drie wijzigingen het kabinet voorstelt en waarom. Ik bespreek vervolgens per wijziging de reacties ten aanzien van de voorgestelde wijziging. Ik zet tot slot uiteen welke wijzigingen wenselijk zijn en waarom. Paragraaf 1.3. Probleemstelling Het bovenstaande heeft geleid tot de volgende probleemstelling: - houden de argumenten voor en tegen besloten belastingrechtspraak elkaar in evenwicht of zijn de argumenten voor beslotenheid toch sterker dan de argumenten tegen beslotenheid of andersom? en - wat betekent de uitkomst van de weging van de argumenten voor en tegen besloten belastingrechtspraak voor het wetsvoorstel tot Wijziging van de AWR in verband met de openbaarheid van belastingrechtspraak?. Paragraaf 1.4. Opbouw van het onderzoek In hoofdstuk 2 zet ik het theoretisch kader voor deze scriptie uiteen. Het theoretisch kader vormt het fundament van deze scriptie. In paragraaf 2.1. en 2.3. bespreek ik de drie elementen waarin het begrip rechtspraak kan worden onderscheiden. De wettelijke bepalingen die specifiek zien op het belastingrecht laat ik in paragraaf 2.1. onbesproken. Deze bepalingen bespreek ik in paragraaf 2.3. In paragraaf 2.2. sta ik stil bij de vraag: waarom is rechtspraak in beginsel openbaar? 6 Zie 7

8 In hoofdstuk 3 weeg ik de argumenten voor en tegen besloten belastingrecht tegen elkaar af. In paragraaf 3.1. bespreek ik de argumenten waarmee de wetgever zijn keuze voor besloten belastingrechtspraak rechtvaardigde. In paragraaf 3.2. en 3.3. bespreek ik de argumenten welke heden ten dage voor en tegen besloten belastingrechtspraak worden aangevoerd. In paragraaf 3.2. bespreek ik de argumenten ten aanzien van het element het onderzoek ter zitting. In paragraaf 3.3. bespreek ik de argumenten ten aanzien van het element de publicatie van de uitspraak. In hoofdstuk 4 bespreek ik het Consultatie Wetsvoorstel. Het Consultatie Wetsvoorstel bevat in de eerste plaats een wijziging met betrekking tot het onderzoek ter zitting. Deze voorgestelde wijziging bespreek ik in paragraaf 4.2. Het Consultatie Wetsvoorstel beoogt in de tweede plaats een ruimere wettelijke grondslag te bieden aan het anonimiseringsbeleid dat de rechter volgt bij publicatie van uitspraken. Deze voorgestelde wijziging bespreek ik in paragraaf 4.3. Het Consultatie Wetsvoorstel voorziet als derde en laatste in het vervallen van het zogenaamde machtigingsvereiste. Deze voorgestelde wijziging bespreek ik in paragraaf 4.4. In hoofdstuk 5 sluit ik deze scriptie af aan de hand van een conclusie. 8

9 Hoofdstuk 2 Theoretisch kader In dit hoofdstuk zet ik het theoretisch kader voor deze scriptie uiteen. In paragraaf 2.1. en 2.3. bespreek ik de drie elementen waarin het begrip rechtspraak kan worden onderscheiden. In paragraaf 2.2. sta ik stil bij de vraag: waarom is rechtspraak in beginsel openbaar?. De wettelijke bepalingen die specifiek zien op het belastingrecht laat ik in paragraaf 2.1. onbesproken. Deze bepalingen bespreek ik in paragraaf 2.3. Paragraaf 2.1. De drie elementen waarin het begrip rechtspraak kan worden onderscheiden Paragraaf Inleiding Het begrip rechtspraak kan in drie elementen worden onderscheiden: het onderzoek ter zitting, de uitspraak en de publicatie van de uitspraak. Wanneer men het heeft over het openbare dan wel het besloten karakter van rechtspraak dan heeft men het feitelijk over het openbare dan wel het besloten karakter van één van deze elementen. Het is van belang een onderscheid tussen deze drie elementen aan te brengen. Allereerst omdat het openbare dan wel het besloten karakter van de diverse elementen in verschillende wetsartikelen is neergelegd. Daarnaast omdat de vraag of rechtspraak openbaar is per element verschillend kan worden beantwoord. Paragraaf Element 1: het onderzoek ter zitting Openbare rechtspraak houdt allereerst in dat bij de mondelinge behandeling (de zitting) niet alleen partijen aanwezig kunnen zijn maar iedereen die daar belang in stelt. 7 Zittingen zijn in Nederland in principe openbaar. 8 Dit blijkt zowel uit internationale verdragen waarbij Nederland partij is (art. 6 EVRM en art. 14 IVBPR), de Nederlandse Grondwet (art. 121 Gw) als uit Nederlandse wetten in formele zin (art. 4 Wet RO en art. 8:62 Awb). Art. 8:62 Awb laat ik hier onbesproken nu deze bepaling slechts ziet op het bestuursrecht waarvan het belastingrecht deel uitmaakt. Ik bespreek deze bepaling in paragraaf Uit zowel art. 6 lid 1 EVRM als uit art. 14 lid 1 IVBPR blijkt dat zittingen in principe openbaar zijn. In beide artikelen wordt het recht op een openbare zitting omschreven als het recht op een eerlijke en openbare behandeling. Zittingen moeten op grond van art. 6 lid 1 EVRM en art. 14 lid 1 IVBPR openbaar zijn behoudens vier erkende zwaarwegende uitzonderingsgronden. Van deze uitzonderingsgronden kan men er drie van openbare orde noemen: het belang van de openbare orde of goede zeden, het belang van staatsveiligheid en het belang van een goede rechtspleging. De vierde uitzonderingsgrond staat uitsluitend ter beschikking van partijen: zij kunnen een beroep doen op de bescherming van hun privacy (persoonlijke levenssfeer, inclusief bedrijfsgeheimen en dergelijke). In één adem met deze laatste grond wordt ook nog het belang van minderjarigen genoemd. Hierop kan echter ook ambtshalve door de rechter een beroep worden gedaan om tot besloten behandeling te besluiten, zodat deze grond in zoverre van openbare orde is. 9 Uit art. 121 Gw blijkt eveneens dat zittingen in principe openbaar zijn. Art. 121 Gw luidt als volgt: Met uitzondering van de gevallen bij de wet bepaald vinden de terechtzittingen in het openbaar plaats. De openbaarheid van de zitting staat dus voorop, maar daarop kan door de wetgever zelf een uitzondering worden gemaakt. Er is geen delegatie toegelaten, zodat de wetgever overeenkomstig de in de Grondwet voorgestane constructie zelf de uitzonderingen nauwkeurig zal moeten omschrijven. 7 Pechler 2009, hoofdstuk Zie bijvoorbeeld Brugmans 2007, p Kruijer 2007, paragraaf

10 Art. 121 Gw is uitgewerkt in art. 4 Wet RO. In art. 4 lid 1 Wet RO wordt herhaald dat zittingen openbaar zijn, tenzij bij de wet anders is bepaald. Art. 4 lid 2 Wet RO bepaalt dat om gewichtige bij het proces-verbaal der zitting te vermelden redenen het onderzoek ter zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren kan plaatshebben. De eerste uitzonderingsgrond herhaalt wat in art. 121 Gw staat. De tweede uitzonderingsgrond kan men beschouwen als een uitwerking in de wet van de door de grondwetgever genoemde gevallen. 10 Paragraaf Element 2: de uitspraak Openbaarheid van rechtspraak houdt voorts in dat bij de uitspraak (de beslissing) niet alleen partijen aanwezig kunnen zijn maar iedereen die daar belang in stelt. 11 Uitspraken zijn in Nederland zonder uitzondering openbaar. Dit blijkt zowel uit internationale verdragen waarbij Nederland partij is (art. 6 lid 1 EVRM en art. 14 IVBPR), de Nederlandse Grondwet (art. 121 Gw) als uit Nederlandse wetten in formele zin (art. 5 Wet RO, art. 8:67 lid 5 Awb en art. 8:77 lid 1 sub c Awb). Art. 8:67 lid 5 Awb en art. 8:77 lid 1 sub c Awb laat ik hier onbesproken nu deze bepalingen slechts zien op het bestuursrecht waarvan het belastingrecht deel uitmaakt. Ik bespreek deze bepalingen in paragraaf De regel van het openbaar uitspreken vloeit voort uit art. 6 lid 1 EVRM. Volgens de jurisprudentie van het EHRM moet het vereiste van het openbaar uitspreken zoals neergelegd in art. 6 lid 1 EVRM met enige flexibiliteit worden toegepast. Dit betekent dat op uiteenlopende wijze aan dit vereiste kan worden voldaan. 12 Als belanghebbende personen maar een kopie van de uitspraak kunnen krijgen en als de belangrijkste uitspraken gepubliceerd worden, is ook voldaan aan de openbaarheidsplicht op dit punt volgens art. 6 EVRM. 13 Art. 14 lid 1 IVBPR eist dat uitspraken in principe openbaar zijn. De tekst van het IVBPR gaat derhalve iets minder ver dan de tekst van het EVRM. Het IVBPR eist slechts openbaarheid ten aanzien van uitspraken die worden gewezen in strafrechtelijke of burgerrechtelijke gedingen, tenzij het belang van jeugdige personen zich daartegen verzet. Daarnaast maakt het IVBPR een uitzondering voor uitspraken met betrekking tot echtelijke twisten en de voogdij over kinderen. Uit art. 121 Gw blijkt dat uitspraken in Nederland zonder uitzondering openbaar zijn. Hoewel art. 121 Gw geen uitzonderingen kent, worden uitspraken in de praktijk slechts voor een deel volledig in het openbaar uitgesproken. Meestal gebeurt dit slechts in verkorte vorm of ter rolle. Dat kan betekenen dat een rechter een vonnis (verkort) voorleest in een zittingszaal zonder dat daarbij enige belangstellende aanwezig is. Indien het vonnis ter rolle wordt uitgesproken, is van een uitspraak in het openbaar in het geheel geen sprake, maar wordt volstaan met een vermelding op de rol dat het vonnis is uitgesproken. 14 Tot slot kan nog worden vermeld dat art. 5 Wet RO aan art. 121 Gw niets toevoegt. Art. 5 Wet RO eist namelijk openbaarheid van uitspraak in burgerlijke zaken en strafzaken. Paragraaf Element 3: de publicatie van de uitspraak In het verlengde van de uitspraak ligt de publicatie van de uitspraak. De publicatie van de uitspraak betekent het openbaar maken van de uitspraak. De publicatie van de uitspraak geschiedt in Nederland op verschillende manieren. De publicatie van de uitspraak geschiedt ten eerste door partijen de beschikking te geven over een afschrift van de uitspraak. Dit volgt uit bijvoorbeeld art. 10 Corstens 2008, p Pechler 2009, hoofdstuk Van Suilen 2011, paragraaf Rapport VMC-studiecommissie 2006, paragraaf 3. Zie in dezelfde zin Van Suilen 2011, paragraaf Rapport VMC-studiecommissie 2006, paragraaf 6. 10

11 231 Rv. De publicatie van de uitspraak geschiedt ten tweede door derden indien zij dat wensen en tegen vergoeding van de kosten de beschikking te geven over een afschrift van de uitspraak. Dit laatste is bevestigd in bijvoorbeeld art. 28 Rv. 15 De Nederlandse wetgever gaat derhalve iets verder dan waartoe hij op grond van jurisprudentie van het EHRM verplicht is. Het lijkt voor het EHRM immers voldoende te zijn dat partijen de beschikking krijgen over de volledige tekst van de uitspraak. 16 Een selectie van rechtspraak wordt daarnaast geopenbaard door publicatie in tijdschriften. 17 Sinds 1999 wordt een selectie van rechtspraak ook gepubliceerd op 18 Het ter beschikking stellen van belangrijke rechterlijke uitspraken op wordt op aangemerkt als een uitwerking van het in het EVRM en de Gw verankerde beginsel van openbaarheid van procesvoering en in het verlengde daarvan openbaarmaking van de uitspraak. Een plicht tot publicatie van vonnissen op internet valt echter noch uit het EVRM noch uit de Gw af te leiden. 19 De officiële website van de rechtsprekende macht is ingesteld door de Raad voor de Rechtspraak en de Hoge Raad. De Raad voor de Rechtspraak bepaalt zelf wat interessant is om te publiceren. Dit doet zij aan de hand van bepaalde selectiecriteria waaronder publicitaire aandacht, belang voor het openbare leven, gevolgen voor toepassing van wetten en regelingen en interesse van belanghebbenden en de pers. 20 In de praktijk beslist de rechter vaak zelf of een uitspraak wordt gepubliceerd. 21 Het zijn de vertegenwoordigers van de aan deelnemende gerechten die de door hen geselecteerde rechtspraak op invoeren. De deelnemende gerechten zijn zelf verantwoordelijk voor de publicatie van belangwekkende uitspraken en voor de actualiteit van de geplaatste uitspraken. De eindverantwoordelijkheid voor publicatie op of verwijdering van uitspraken van ligt ook steeds bij de instantie van wie de uitspraak afkomstig is. De deelnemende gerechten hebben geen publicatieplicht en er is ook geen publicatieminimum. Het is dan ook bepaald niet zo dat op alle uitspraken van de rechtsprekende instanties zijn te vinden: van de in 2010 geproduceerde uitspraken werden uitspraken op gepubliceerd. Dat is met 1,44 procent alleen een klein topje van de ijsberg te noemen. De voor publicatie vrijgegeven uitspraken worden geanonimiseerd volgens een anonimiseringsrichtlijn die op is gepubliceerd. Het doel van deze anonimiseringsrichtlijn is het bieden van bescherming van het recht op privacy. Hoewel het doel van de publicatie niet is het aanleggen van een verzameling persoonsgegevens, heeft het feit dat de uitspraken op worden bewaard en tezamen kunnen worden geraadpleegd, ten gevolge dat een gestructureerd geheel van persoonsgegevens dat betrekking heeft op verschillende personen zoals gedefinieerd in art. 1 Wbp ontstaat. Dat brengt een zekere noodzaak tot bescherming van het recht op privacy met zich mee. Derhalve worden gegevens van natuurlijke personen die genoemd worden in uitspraken geanonimiseerd. Namen van rechtspersonen en bestuursorganen worden in civiele en bestuursrechtelijke zaken niet geanonimiseerd, zolang die gegevens niet bepalend zijn voor de wijze waarop een individu in het maatschappelijk verkeer wordt beoordeeld. Anonimisering is met andere woorden wel nodig als de naam herleidbaar is tot een natuurlijk persoon. In strafrechtelijke zaken worden namen van rechtspersonen die verdacht zijn wel geanonimiseerd. Dit met uitzondering van bedrijven die een monopolie hebben. 24 Voor belastingzaken gelden bijzondere voorschriften. Ik laat deze voorschriften hier onbesproken. Ik 15 Kruijer 2007, paragraaf Van Suilen 2011, paragraaf Van Suilen 2011, paragraaf Van Suilen 2011, paragraaf Rapport VMC-studiecommissie 2006, paragraaf Zie 21 Van Suilen 2011, paragraaf Jaarverslag Rechtspraak 2010, p. 56 (te vinden op 23 Zie 24 Zie 11

12 bespreek deze voorschriften in paragraaf Paragraaf Samengevat Het begrip rechtspraak kan in drie elementen worden onderscheiden. Het eerste element is het onderzoek ter zitting. Zittingen zijn in Nederland in principe openbaar. Het tweede element is de uitspraak. Uitspraken zijn in Nederland zonder uitzondering openbaar. Het derde element is de publicatie van de uitspraak. De publicatie van de uitspraak geschiedt ten eerste door partijen de beschikking te geven over een afschrift van de uitspraak. De publicatie van de uitspraak geschiedt ten tweede door derden indien zij dat wensen en tegen vergoeding van de kosten de beschikking te geven over een afschrift van de uitspraak. Een selectie van rechtspraak wordt daarnaast geopenbaard door publicatie op en publicatie in tijdschriften. De voor publicatie vrijgegeven uitspraken worden geanonimiseerd volgens een anonimiseringsrichtlijn die op is gepubliceerd. Paragraaf 2.2. Waarom rechtspraak in beginsel openbaar is Paragraaf Inleiding Ik gaf in paragraaf 2.1. reeds aan dat rechtspraak in Nederland in beginsel openbaar is. Voordat ik overga tot het bespreken van de uitzonderingen die in het belastingrecht gelden, vind ik het van belang stil te staan bij de vraag: waarom is rechtspraak in beginsel openbaar?. Ik zal niet proberen een allesomvattend antwoord op deze vraag te geven. Er is namelijk veel gezegd en geschreven over het belang van openbare rechtspraak. Zowel door grote rechtsfilosofen en hedendaagse juridische auteurs als door de rechtsprekende macht. Toch is het van belang stil te staan bij het waarom achter openbare rechtspraak. Ten eerste leert het ons begrijpen waarom rechtspraak in Nederland in beginsel openbaar is. Daarnaast kan het ons helpen de uitzonderingen die in het belastingrecht gelden in perspectief te plaatsen. Paragraaf Het belang van openbare rechtspraak volgens rechtsfilosofen Hegel 25 wees reeds in 1821 op het belang van de openbaarheid van rechtspraak. Hij betoogde dat de rechtspraak openbaar moet zijn omdat daardoor de burgers het recht leren kennen als een orde van algemene regels die werkelijk toepasselijk is in hun concrete levens, zodat de burgers zichzelf en elkaar leren zien als rechtsgenoten, als leden van een dezelfde rechtsgemeenschap en dus niet als afzonderlijke individuen met eigen belangen. Rawls 26 schreef in 1971 dat de vrijheid van samenlevende individuen alleen gestalte kan krijgen in een rechtsstaat en dat vereist weer dat een behoorlijke rechtspleging moet worden ingericht. En dit impliceert volgens zijn zeggen dat de rechtspraak moet worden uitgevoerd door onafhankelijke en onpartijdige rechters in eerlijke en openbare processen. Volgens deze filosofen is openbaarheid van de rechtspraak dus een groot goed omdat ze raakt aan kernwaarden van de rechtsstatelijke samenleving, namelijk de burgerlijkpolitieke vrijheid en gelijkheid. In het bijzonder benadrukken zij dat de openbaarheid van rechtspraak impliceert dat individuen op het niveau van een zekere algemeenheid worden aangesproken, in deze zin dat individuen worden toegesproken als deelgenoten van een en dezelfde rechtsstatelijke gemeenschap. 27 Smith 28 drukt ditzelfde inzicht uit in negatieve, maar scherpe woorden, wanneer hij stelt dat zonder de institutie van de onpartijdige, openbare rechtspraak de eigenrichting heerst, en dat heeft tot gevolg dat de civil society vervalt tot bloedige chaos. 25 Hegel Rawls Brugmans 2007, p Smith

13 Paragraaf Het belang van openbare rechtspraak volgens hedendaagse juridische auteurs Ook hedendaagse juridische auteurs benadrukken het belang van de openbaarheid van rechtspraak. De openbaarheid van rechtspraak heeft volgens Van Huijgevoort een belangrijke functie: zij maakt het rechterlijke optreden inzichtelijk en controleerbaar. Openbaarheid kan volgens Van Huijgevoort het vertrouwen in de rechtspraak vergroten. 29 Van Suilen geeft aan dat het beginsel van een openbare terechtzitting fundamenteel is voor een rechtsstaat. De openbaarheid van rechtspraak maakt controle op het rechterlijk optreden mogelijk. 30 Kruijer geeft aan dat openbaarheid één van de fundamentele beginselen is waarop onze rechtsstaat berust. Openbaarheid stelt het publiek in staat om het functioneren van de rechters te controleren. 31 De openbaarheid van rechtspraak heeft ook volgens Smit een belangrijke functie: zij maakt controle op het doen en laten van rechters mogelijk. 32 Kort gezegd hechten deze hedendaagse juridische auteurs vooral waarde aan de controlefunctie van openbare rechtspraak: justice must not only be done, it must also be seen to be done. 33 De controlefunctie is niet het enige argument voor openbare belastingrechtspraak. De argumenten voor openbare belastingrechtspraak bespreek ik in paragraaf en Paragraaf Het belang van openbare rechtspraak volgens de rechtsprekende macht Ook de rechtsprekende macht benadrukt het belang van de openbaarheid van rechtspraak. Zij doet op haar website een boekje open over het belang van de openbaarheid van rechtspraak: Zittingen zijn op aantal uitzonderingen na openbaar en dus voor het publiek toegankelijk. Daarvoor zijn goede redenen. De rechtspraak is openbaar zodat iedereen kennis kan nemen van hoe een procedure verloopt; dit beschermt partijen tegen willekeur. Rechters zijn onafhankelijk. Om te zorgen dat rechters hun werk onafhankelijk kunnen doen, worden ze voor het leven benoemd. De regering en het parlement kunnen hen dan ook niet ontslaan. Vanwege die speciale positie van de rechter is de openbaarheid extra belangrijk. Zo ziet iedereen hoe de rechter zijn werk doet. 34 Paragraaf Samengevat Het belang van openbare rechtspraak werd reeds door rechtsfilosofen onderkend. Zij vinden openbaarheid van de rechtspraak een groot goed omdat ze raakt aan de kernwaarden van de rechtsstatelijke samenleving, namelijk de burgerlijk-politieke vrijheid en gelijkheid. Ook hedendaagse juridische auteurs onderkennen het belang van openbare rechtspraak. Zij hechten vooral waarde aan de controlefunctie van openbare rechtspraak. Ook de rechtsprekende macht benadrukt het belang van de openbaarheid van rechtspraak. Zij hecht eveneens waarde aan de controlefunctie van openbare rechtspraak. Paragraaf 2.3. De uitzonderingspositie die het belastingrecht inneemt Paragraaf Inleiding Ik besprak in paragraaf 2.1. reeds de drie elementen waarin het begrip rechtspraak kan worden onderscheiden: het onderzoek ter zitting, de uitspraak en de publicatie van de uitspraak. Ik besprak ook de wettelijke bepalingen waaruit het openbare dan wel het besloten karakter van deze drie elementen blijkt. De wettelijke bepalingen die specifiek zien op het belastingrecht heb ik in 29 Van Huijgevoort Van Suilen 2011, paragraaf Kruijer 2007, paragraaf Smit Smit Zie 13

14 paragraaf 2.1. onbesproken gelaten. Deze bepalingen bespreek ik hier. In deze paragraaf wordt derhalve duidelijk op welke punten het belastingrecht afwijkt van het uitgangspunt van openbaarheid zoals dat geldt in andere rechtsgebieden. Volledigheidshalve zet ik in paragraaf de verhouding tussen de Awb en de AWR uiteen. Bij een onderzoek naar het besloten karakter van belastingrechtspraak stuit men op zowel bepalingen uit de Awb als op bepalingen uit de AWR. Het is voor een beter begrip van deze bepalingen van belang inzicht te verkrijgen in de verhouding tussen de Awb en de AWR. Paragraaf De verhouding tussen de Awb en de AWR De invoering van de Awb diende een einde te maken aan het sterk versnipperde en ondoorzichtige bestuursrecht. 35 De Awb geldt behoudens enkele uitzonderingen en afwijkingen ook voor het belastingrecht. 36 De AWR heeft een deel van haar betekenis verloren door met name de regels van dwingend recht uit de Awb. De AWR is met de komst van de Awb verworden tot een bijzondere algemene wet. Een fiscaal formeelrechtelijk probleem kan thans niet meer verantwoord worden opgelost zonder de Awb te raadplegen. 37 De AWR is ten opzichte van de Awb een bijzondere algemene wet. In de bijzondere wet de AWR mag worden afgeweken van dwingende bepalingen uit de Awb. De bedoeling is wel dat de AWR-bepaling dan uitdrukkelijk aangeeft dát wordt afgeweken van de corresponderende Awb-bepaling en dat de MvT bij de AWR-bepaling een afdoende rechtvaardiging voor die afwijking bevat. De gedachte is dat op die manier afwijking niet al te gemakkelijk mogelijk is en dat tegelijkertijd duidelijk is dat de AWR als bijzondere algemene wet ook bedoelt van de Awb af te wijken. 38 Paragraaf Element 1: het onderzoek ter zitting In paragraaf gaf ik reeds aan dat zittingen in Nederland in principe openbaar zijn. Uit art. 8:62 lid 1 Awb volgt dat zittingen bij de bestuursrechter eveneens in beginsel openbaar zijn. In art. 8:62 lid 2 Awb zijn de eerder in paragraaf besproken vier erkende zwaarwegende uitzonderingsgronden genoemd. De bestuursrechter kan derhalve bepalen dat het onderzoek ter zitting geheel of gedeeltelijk zal plaatshebben met gesloten deuren. In het bestuursrecht is derhalve openbaarheid regel en beslotenheid uitzondering. Voor belastingprocedures is beslotenheid regel en openbaarheid uitzondering. Het fiscale procesrecht wijkt daarmee af van het uitgangspunt van art. 8:62 Awb. In art. 27c AWR is namelijk bepaald dat behoudens het geval waarin het beroep is gericht tegen een boete het onderzoek ter zitting met gesloten deuren plaatsvindt. De rechter kan wel voorzover de belangen van partijen daardoor niet worden geschaad bepalen dat het onderzoek openbaar is. 39 Paragraaf Element 2: de uitspraak In paragraaf concludeerde ik reeds dat uitspraken in Nederland zonder uitzondering openbaar zijn. De regel van het openbaar uitspreken vloeit eveneens voort uit de Awb. In art. 8:67 lid 5 en 8:78 Awb is bepaald dat de rechtbank van de mondelinge respectievelijk de schriftelijke uitspraak de beslissing in het openbaar uitspreekt. Deze fundamentele regel laat, anders dan de openbaarheid van zitting, geen ruimte voor uitzonderingen. 40 Art. 8:67 en 8:78 Awb gelden onverkort in het 35 De Blieck e.a. 2009, hoofdstuk Happé e.a. 2010, hoofdstuk De Blieck e.a. 2009, hoofdstuk Pechler 2009, p Van Suilen 2011, paragraaf Art. 8:78 Awb biedt immers niet de mogelijkheid beperkingen te stellen aan het vereiste van het openbaar uitspreken. 14

15 belastingrecht. 41 Paragraaf Element 3: de publicatie van de uitspraak Rechtspraak wordt in Nederland op verschillende manieren gepubliceerd. Ik besprak dit reeds in paragraaf De publicatie van de uitspraak geschiedt in het bestuursrecht ten eerste door partijen de beschikking te geven over een afschrift van de uitspraak. Dit volgt uit art. 8:79 lid 1 Awb. De publicatie van de uitspraak geschiedt in het bestuursrecht ten tweede door derden indien zij dat wensen en tegen vergoeding van de kosten de beschikking te geven over een afschrift van de uitspraak. Dit volgt uit art. 8:79 lid 2 Awb. In het fiscale procesrecht kunnen derden niet zonder meer een afschrift van de uitspraak verkrijgen. Dit volgt uit art. 27g AWR. Verstrekking van afschriften of uittreksels geschiedt ingevolge art. 27g lid 1 AWR slechts met machtiging van de rechtbank. Die machtiging blijft echter slechts achterwege indien de rechtbank op een voor de uitspraak gedaan verzoek van een der partijen oordeelt dat ook na anonimisering de geheimhouding van persoonlijke en financiële gegevens onvoldoende wordt beschermd. Dit volgt uit art. 27g lid 2 AWR. Een selectie van belastingrechtspraak wordt daarnaast geopenbaard door publicatie in tijdschriften en publicatie op Belastingrechtspraak wordt net als andere rechtspraak geanonimiseerd gepubliceerd. Voor belastingzaken gelden echter bijzondere voorschriften ter bescherming van persoonlijke en financiële gegevens van belastingplichtigen (deze voorschriften vloeien voort uit de artt. 27g, 30 en 67 AWR). Dit impliceert dat in belastingzaken de namen van rechtspersonen wel worden geanonimiseerd. De vorm van de rechtspersoon blijft staan (bijvoorbeeld BV of NV). Namen van banken, verzekeringsmaatschappijen, brancheorganisaties en beursgenoteerde vennootschappen mogen wel blijven staan, tenzij zij belanghebbende zijn. Namen van publiekrechtelijke lichamen of instanties hebben geen privésfeer en worden niet geanonimiseerd, ook niet als zij zelf belanghebbende zijn. 42 Paragraaf Samengevat / reikwijdte van het onderzoek 1. Element 1: het onderzoek ter zitting Het eerste element dat ik heb besproken is het onderzoek ter zitting. Zittingen zijn in Nederland in principe openbaar. Zittingen in fiscale procedures zijn slechts bij uitzondering openbaar. Het fiscale procesrecht wijkt ten aanzien van het element het onderzoek ter zitting derhalve af van het uitgangspunt van openbaarheid zoals dat geldt in andere rechtsgebieden. 2. Element 2: de uitspraak Het tweede element dat ik heb besproken is de uitspraak. Uitspraken zijn in Nederland zonder uitzondering openbaar. Uitspraken in fiscale procedures zijn eveneens zonder uitzondering openbaar. Het belastingrecht neemt wat betreft het element de uitspraak dan ook geen uitzonderingspositie in. 3. Element 3: de publicatie van de uitspraak Het derde en laatste element dat ik heb besproken is de publicatie van de uitspraak. De publicatie van de uitspraak geschiedt in Nederland op verschillende manieren. De publicatie van de uitspraak geschiedt ten eerste door partijen de beschikking te geven over een afschrift van de uitspraak. De publicatie van de uitspraak geschiedt ten tweede door derden indien zij dat wensen en tegen 41 Van Suilen 2011, paragraaf Zie 15

16 vergoeding van de kosten de beschikking te geven over een afschrift van de uitspraak. Een selectie van rechtspraak wordt daarnaast geopenbaard door publicatie op en publicatie in tijdschriften. Het fiscale procesrecht wijkt ten aanzien van het element de publicatie van de uitspraak af van het uitgangspunt van openbaarheid zoals dat geldt in andere rechtsgebieden. Verstrekking van afschriften aan derden geschiedt slechts met machtiging van de rechtbank. Publicatie van belastingrechtspraak op geschiedt slechts met inachtneming van de bijzondere voorschriften die gelden ter bescherming van de persoonlijke en financiële gegevens van de belastingplichtigen. Door middel van de volgende tabel heb ik de afwijkingen in het Nederlandse belastingrecht ten opzichte van het Nederlandse recht schematisch weergegeven. 16

17 Tabel I Element Het Nederlandse recht Het Nederlandse belastingrecht Element 1: het onderzoek ter zitting Zittingen zijn in Nederland in principe openbaar. (1) Zittingen in fiscale procedures zijn slechts bij uitzondering openbaar. Element 2: de uitspraak Uitspraken zijn in Nederland zonder uitzondering openbaar. Uitspraken in fiscale procedures zijn zonder uitzondering openbaar. Element 3: de publicatie van de uitspraak - Publicatie van de uitspraak geschiedt door partijen de beschikking te geven over een afschrift van de uitspraak. - Publicatie van de uitspraak geschiedt door derden indien zij dat wensen en tegen vergoeding van de kosten de beschikking te geven over een afschrift van de uitspraak. - Publicatie van de uitspraak geschiedt door partijen de beschikking te geven over een afschrift van de uitspraak. - (2) Verstrekking van afschriften aan derden geschiedt slechts met machtiging van de rechtbank. - Een selectie van rechtspraak wordt geopenbaard door publicatie op en publicatie in tijdschriften. - (3) Een selectie van belastingrechtspraak wordt geopenbaard door publicatie op en publicatie in tijdschriften. Dit met inachtneming van de bijzondere voorschriften die gelden ter bescherming van de persoonlijke en financiële gegevens van belastingplichtigen. schuin/dikgedrukt = afwijking. 4. Reikwijdte van het onderzoek Ik onderzoek in deze scriptie de elementen het onderzoek ter zitting en de publicatie van de uitspraak. De reikwijdte van dit onderzoek strekt zich niet uit tot het element de uitspraak. Het belastingrecht wijkt immers wat betreft het element de uitspraak niet af van het uitgangspunt van openbaarheid zoals dat geldt in andere rechtsgebieden. Uitspraken in fiscale procedures zijn zonder uitzondering openbaar. Het is weinig zinvol het openbare karakter van het element de uitspraak te onderzoeken. Ik onderzoek in deze scriptie immers het besloten karakter van belastingrechtspraak. 17

18 Hoofdstuk 3 Argumenten voor en tegen besloten belastingrechtspraak In dit hoofdstuk weeg ik de argumenten voor en tegen besloten belastingrechtspraak tegen elkaar af. In paragraaf 3.1. bespreek ik de argumenten waarmee de wetgever zijn keuze voor besloten belastingrechtspraak rechtvaardigde. In paragraaf 3.2. en 3.3. bespreek ik de argumenten welke heden ten dage voor en tegen besloten belastingrechtspraak worden aangevoerd. In paragraaf 3.2. bespreek ik de argumenten ten aanzien van het element het onderzoek ter zitting. In paragraaf 3.3. bespreek ik de argumenten ten aanzien van het element de publicatie van de uitspraak. Paragraaf 3.1. De argumenten waarmee de wetgever zijn keuze voor besloten belastingrechtspraak rechtvaardigde Paragraaf Inleiding Ik gaf in hoofdstuk 2 reeds aan dat het fiscale procesrecht afwijkt van het uitgangspunt van openbaarheid zoals dat geldt in andere rechtsgebieden. In deze paragraaf sta ik stil bij de vraag: waarom heeft de wetgever gekozen voor besloten belastingrechtspraak?. Ik tracht in deze scriptie een volledige afweging te maken van alle argumenten voor en tegen besloten belastingrechtspraak. Het is mijns inziens juist de argumenten waarmee de wetgever zijn keuze voor besloten belastingrechtspraak rechtvaardigde in mijn afweging te betrekken. Voor het beantwoorden van voornoemde vraag ga ik om twee redenen terug naar de invoering van de Wet ARB in De invoering van de Wet ARB heeft geleid tot de invoering van belastingkamers bij de gerechtshoven. De beslechting van belastinggeschillen geschiedde daarvoor door diverse raden van beroep. De leden van deze raden van beroep waren geen professionele rechters. 43 De beslechting van belastinggeschillen geschiedt derhalve pas vanaf de invoering van de Wet ARB door de Rechtspraak. 2. In de MvT bij het wetsvoorstel voor de Wet ARB 44 motiveert de wetgever zijn keuze voor besloten belastingrechtspraak voor het eerst. De wetgever had voor de invoering van de Wet ARB nooit, althans nooit expliciet, een keuze voor besloten belastingrechtspraak gemaakt. Uit de parlementaire geschiedenis blijkt althans niets van een gemotiveerde keuze. Paragraaf De argumenten waarmee de wetgever zijn keuze voor (de voorgangers van) art. 27c AWR rechtvaardigde 1. Art. 17 Wet ARB In de Wet ARB had art. 27c AWR voor de fiscale procedure een voorloper in art. 17 Wet ARB. Art. 17 Wet ARB is reeds terug te vinden in het wetsvoorstel voor de Wet ARB 45 uit het vergaderjaar 1954/55. De behandeling en de beslissing van de zaak vond op grond van art. 17 Wet ARB plaats in raadkamer. De stukken waren niet openbaar, de mondelinge behandeling was niet voor het publiek toegankelijk en zelfs de uitspraak was niet openbaar. 46 Aan dat laatste de uitspraak in raadkamer heeft de Hoge Raad in zijn arrest van 19 juni wegens strijd met art. 6 lid 1 EVRM een einde gemaakt. 43 Pechler 2009, hoofdstuk Kamerstukken II 1954/55, 3704, nr. 3 (MvT). 45 Wetsvoorstel Nieuwe regeling in zake belastingrechtspraak, Kamerstukken II 1954/55, 3704, nr. 2, p Langereis & De Roos 2006, p HR 19 juni 1985, BNB 1986/29. 18

19 Het onderzoek ter zitting was op grond van art 17 Wet ARB niet voor het publiek toegankelijk. Uit de MvT bij het wetsvoorstel voor de Wet ARB blijkt niet waarom het onderzoek ter zitting niet voor het publiek toegankelijk was. De bijlagen van de MvA bij het wetsvoorstel voor de Wet ARB verschaffen enigszins duidelijkheid. Uit een in de bijlagen van de MvA bij het wetsvoorstel voor de Wet ARB opgenomen brief van de Hoge Raad aan de Minister van Justitie blijkt wat de Hoge Raad vond van het feit dat het onderzoek ter zitting niet voor het publiek toegankelijk was. Artikel 17. Het beroep in belastingzaken bij het Gerechtshof speelde zich af in de vorm van een requestprocedure. Dit brengt automatisch mede, dat de mondelinge behandeling geschiedt in raadkamer en dat een uitspreken van de beslissing niet plaats vindt. 48 Het beroep in belastingzaken speelde zich - blijkens deze brief van de Hoge Raad aan de Minister van Justitie - af in de vorm van een requestprocedure. Een requestprocedure is een procedure die aanvangt met een verzoekschrift. 49 Ik heb uitvoerig onderzoek gedaan naar de vraag waarom de wetgever het voor de hand liggend vond dat het beroep in belastingzaken zich in de vorm van een requestprocedure afspeelde. Noch uit de parlementaire geschiedenis noch uit de literatuur is mij gebleken waarom de wetgever het vanzelfsprekend vond dat het onderzoek ter zitting niet voor het publiek toegankelijk was. Ik heb mij in dit kader nog gewend tot mevrouw B.C.M. van Erp 50. Het gesprek met haar heeft geen verdere aanknopingspunten opgeleverd. Dat het beroep in belastingzaken zich in de vorm van een requestprocedure afspeelde, is derhalve de enige verklaring voor het feit dat de mondelinge behandeling in raadkamer geschiedde. Het is mijns inziens niet juist requestprocedures te vereenzelvigen met niet-openbare requestprocedures. Requestprocedures zijn om twee redenen niet gelijk aan niet-openbare procedures. - Requestprocedures zijn niet altijd niet-openbare procedures. De mondelinge behandeling in zaken betreffende het personen- en familierecht geschiedt inderdaad met gesloten deuren. 51 Het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wordt daarentegen op een openbare zitting behandeld Het beginsel van de openbaarheid van de mondelinge behandeling is vastgelegd in art. 6 EVRM, art. 121 Gw en art. 4 Wet RO. Deze hoofdregels maken geen onderscheid tussen de dagvaardings- en de verzoekschriftprocedure. 53 Dat een beroep zich in de vorm van een requestprocedure afspeelt, is derhalve geen verklaring voor het feit dat de mondelinge behandeling achter gesloten deuren plaatsvindt. 2. Art. 11a Wet ARB In de Wet ARB had art. 27c AWR voor de fiscale procedure een voorloper in het per 1 januari 1994 in die wet opgenomen art. 11a. 54 Art. 11a Wet ARB is reeds terug te vinden in het wetsvoorstel voor de Eerste fase herziening rechterlijke organisatie 55 uit het vergaderjaar 1991/1992. De behandeling van belastingzaken vond op grond van art. 11a Wet ARB plaats in raadkamer, dat wil zeggen niet in het openbaar. De wetgever wees reeds in de MvT bij het wetsvoorstel voor de Eerste fase herziening rechterlijke organisatie op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de beveiliging van bedrijfsgegevens: 48 Kamerstukken II 1954/55, 3704, nr. 6 (bijlagen van de MvA). 49 Hugenholtz 2009, p Hoogleraar en universitair hoofddocent (geschiedenis van het belastingrecht en oud-vaderlands recht) aan de Universiteit van Tilburg. 51 Zie art. 803 Rv. 52 Zie art. 7:685 BW. 53 Rueb 2011, p Vakstudie Algemeen Deel, commentaar op art. 27c AWR, aant Wetsvoorstel Eerste fase herziening rechterlijke organisatie, Kamerstukken II 1991/92, , nr

20 deze uitzondering vloeit voort uit overwegingen van bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de beveiliging van bedrijfsgegevens Art 27c AWR Art. 27c AWR is bij wet van 29 oktober 1998, Stb. 1998, (herziening van het fiscale procesrecht) in de AWR ingevoegd. 58 Uit de MvT bij voornoemd wetsvoorstel 59 blijkt dat art. 8:62 Awb niet geschikt werd geacht voor de fiscale praktijk. De wetgever was kort van stof: het algemene stelsel van openbaarheid van art. 8:62 Awb kan - in verband met de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de beveiliging van bedrijfsgegeven - niet gelden voor fiscale zaken. 60 Paragraaf De argumenten waarmee de wetgever zijn keuze voor (de voorgangers van) art. 27g AWR rechtvaardigde 1. Art. 5 lid 9 Wet ARB In de Wet ARB had art. 27g AWR vóór 1 september 1999 een voorloper in art. 5 lid 9 Wet ARB. 61 Art. 5 lid 9 Wet ARB is reeds terug te vinden in het wetsvoorstel voor de Wet ARB 62 uit het vergaderjaar 1954/ Art. 5 lid 9 Wet ARB werd in de MvT bij het wetsvoorstel voor de Wet ARB als volgt gemotiveerd: aangezien de procedure in raadkamer geschiedt, is bepaald, dat voor het verstrekken van afschriften e.d. aan derden een rechterlijke machtiging nodig is Art. 27g AWR Art. 27g AWR is net als art. 27c AWR bij wet van 29 oktober 1998, Stb. 1998, (herziening van het fiscale procesrecht) in de AWR ingevoegd. 66 Uit de MvT bij voornoemd wetsvoorstel 67 blijkt dat art. 8:79 Awb niet geschikt werd geacht voor de fiscale praktijk. De wetgever was wederom kort van stof: gelet op het belang van geheimhouding van belastinggegevens geschiedt het verstrekken van afschriften en uittreksels van uitspraken met machtiging van het Gerechtshof (in de praktijk de voorzitter van de betrokken kamer) onderscheidenlijk de Tariefcommissie (in de praktijk de voorzitter van de Tariefcommissie). Daarnaast merkte de wetgever op dat art. 27g AWR mede moet worden gezien tegen de achtergrond van art. 67 AWR. 68 Deze bepaling legt een geheimhoudingsplicht op aan een ieder ten aanzien van hetgeen hem uit of in verband met enige werkzaamheid bij de uitvoering van de belastingwet over de persoon of zaken van een ander blijkt of wordt medegedeeld. 56 Kamerstukken II 1991/92, , nr. 3, p. 265 (MvT) 57 Ingaande per 1 september Vakstudie Algemeen Deel, commentaar op art. 27c AWR, aant Wetsvoorstel herziening van het fiscale procesrecht, Kamerstukken II 1996/97, , nr Kamerstukken II 1996/97, , nr. 3, p. 20 (MvT). 61 Vakstudie Algemeen Deel, commentaar op art. 27g AWR, aant Wetsvoorstel Nieuwe regeling in zake belastingrechtspraak, Kamerstukken II 1954/55, 3704, nr. 2, p Destijds art. 5 lid 5 wet ARB. 64 Kamerstukken II 1954/55, 3704, nr. 3, p. 9 (MvT). 65 Ingaande per 1 september Vakstudie Algemeen Deel, commentaar op art. 27g AWR, aant Kamerstukken II 1996/97, , nr. 3 (MvT). 68 Kamerstukken II 1996/97, , nr. 3, p. 22 (MvT). 20

Door: Commissie Wetsvoorstellen van het Register Belastingadviseurs

Door: Commissie Wetsvoorstellen van het Register Belastingadviseurs Commentaar op het wetsvoorstel Openbaarheid belastingrechtspraak Door: Commissie Wetsvoorstellen van het Register Belastingadviseurs Op 14 maart 2011 heeft het ministerie van Financiën het wetsvoorstel

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de mogelijkheid ambtshalve gegevens toe te voegen aan het procesdossier van een minderjarige MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN 1.

Nadere informatie

2009D Anonimisering in belastingzaken VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG. Vastgesteld... november 2009

2009D Anonimisering in belastingzaken VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG. Vastgesteld... november 2009 2009D56371... Anonimisering in belastingzaken Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld... november 2009 Binnen de vaste commissie voor Financiën hebben enkele fracties de behoefte om over de

Nadere informatie

Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen in verband met de openbaarheid van belastingrechtspraak

Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen in verband met de openbaarheid van belastingrechtspraak Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen in verband met de openbaarheid van belastingrechtspraak VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) aan hem als advocaat een machtiging van zijn cliënt heeft gevraagd om stukken bij de IND te kunnen opvragen,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2 Vergaderjaar 2010-2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

Advies van de Raad voor de rechtspraak over het ontwerp-wetsvoorstel tot uitvoering van Verordening (EG) Nr. 1/2003

Advies van de Raad voor de rechtspraak over het ontwerp-wetsvoorstel tot uitvoering van Verordening (EG) Nr. 1/2003 Advies van de Raad voor de rechtspraak over het ontwerp-wetsvoorstel tot uitvoering van Verordening (EG) Nr. 1/2003 1. Inleidende opmerkingen 1.1. Het advies heeft - uitsluitend - betrekking op: - het

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid van de behandeling van zaken betreffende personen- en familierecht MEMORIE VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 175 Aanpassing van het fiscale procesrecht aan de Algemene wet bestuursrecht en wijziging van een aantal fiscale en andere wetten (herziening

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:3233

ECLI:NL:RVS:2015:3233 ECLI:NL:RVS:2015:3233 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-10-2015 Datum publicatie 21-10-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500429/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 1389 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Advies Conceptwetsvoorstel implementatie EU-richtlijn minimumnormen slachtoffers van strafbare feiten

Advies Conceptwetsvoorstel implementatie EU-richtlijn minimumnormen slachtoffers van strafbare feiten contactpersoon De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 7 oktober 2014 Voorlichting e-mail voorlichting@rechtspraak.nl telefoonnummer 06-46116548

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1522

ECLI:NL:RVS:2013:1522 ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2015:5573

ECLI:NL:RBZWB:2015:5573 ECLI:NL:RBZWB:2015:5573 Instantie Datum uitspraak 01-07-2015 Datum publicatie 17-09-2015 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 14 _ 6149 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/ Arrêt du 19 décembre 1997 dans l affaire A 96/

Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/ Arrêt du 19 décembre 1997 dans l affaire A 96/ BENELUX-GERECHTSHOF COUR DE JUSTICE BENELUX A 96/4/8 Inzake : Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/4 ------------------------- KANEN tegen GEMEENTE VELDHOVEN Procestaal : Nederlands En cause : Arrêt

Nadere informatie

Hof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd

Hof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd pagina 1 van 5 (http://stichtingpiv.nl/) Inloggen PIV-Kennisnet(http://stichtingpiv.nl/inloggen) JURISPRUDENTIE Bron: Hof Amsterdam 3 februari 2016 Publicatie nummer: (nog) niet gepubliceerd Zaaknummer:

Nadere informatie

3. Voor een overzicht van de relevante bepalingen wordt verwezen naar de bijlage bij dit besluit.

3. Voor een overzicht van de relevante bepalingen wordt verwezen naar de bijlage bij dit besluit. Besluit Kenmerk: 678047/691431 Betreft: verzoek om openbaarmaking Beschikking van het Commissariaat voor de Media betreffende het verzoek van [verzoeker] om openbaarmaking van informatie op grond van de

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 06-12-2011 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer AWB- 11_1954 Formele relaties Hoger beroep: ECLI:NL:CRVB:2013:BZ2178, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 467 Oprichting van het College voor de rechten van de mens (Wet College voor de rechten van de mens) Nr. 9 AMENDEMENT VAN HET LID HEIJNEN Ontvangen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 175 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tot intrekking van de verplichting om elektronisch te procederen bij de rechtbanken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Verstrekken van afschriften van vonnissen, beschikkingen en processen-verbaal

Verstrekken van afschriften van vonnissen, beschikkingen en processen-verbaal Verstrekken van afschriften van vonnissen, beschikkingen en processen-verbaal Inleiding Na de wetwijziging van artikel 365 Sv (bij Wet van 30 juni 2004, Stb. 315 welke wet in werking is getreden op 1 september

Nadere informatie

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum 22 augustus

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:6102

ECLI:NL:RBDHA:2016:6102 ECLI:NL:RBDHA:2016:6102 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 26-05-2016 Datum publicatie 23-06-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 5196 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak De minister van Justitie Mr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 GH Den Haag Datum: 12 mei 2010 Ons kenmerk: B2.1.10/1796/RO Uw kenmerk: 5644863/10/6 Onderwerp:

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Inleiding recht

Samenvatting Maatschappijleer Inleiding recht Samenvatting Maatschappijleer Inleiding recht Samenvatting door M. 714 woorden 27 oktober 2016 0 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Inleiding Recht Wat is recht Recht geheel van overheidsregels Komen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 22-02-2011 Datum publicatie 06-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 10-504 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:61 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer K13/0320

ECLI:NL:GHAMS:2014:61 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer K13/0320 ECLI:NL:GHAMS:2014:61 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-01-2014 Datum publicatie 22-01-2014 Zaaknummer K13/0320 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

Inleiding tot Recht. Uit Praktisch Burgerlijk Recht

Inleiding tot Recht. Uit Praktisch Burgerlijk Recht Inleiding tot Recht Uit Praktisch Burgerlijk Recht 1. Wat is recht? Een exacte definitie is niet te geven. Elke klassieke definitie bevat vier elementen: Gedragsregels, normen Doel = maatschappelijk leven

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 Instantie Datum uitspraak 28-05-2009 Datum publicatie 22-06-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-4976 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

GECOMBINEERDE COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT

GECOMBINEERDE COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT GECOMBINEERDE COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT Aan de leden van de Vaste Commissie voor Justitie van de Tweede Kamer Den Haag, 2 januari 2002 Ons kenmerk: Comm/vennoot/27905 Doorkiesnr : (070) 33 07 153 Zeer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2007:BA2284

ECLI:NL:CRVB:2007:BA2284 ECLI:NL:CRVB:2007:BA2284 Instantie Datum uitspraak 28-03-2007 Datum publicatie 05-04-2007 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 04-5151 WAO Bestuursrecht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 385 Beschikking van de Minister van Justitie van 29 juli 2004, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van het Besluit orde van dienst

Nadere informatie

Uitspraak. Afname (F)OR voor lijfrentepremie beïnvloedt vermogenstoets (F)OR niet ECLI:NL:RBZWB:2015:1978. Instantie. Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Uitspraak. Afname (F)OR voor lijfrentepremie beïnvloedt vermogenstoets (F)OR niet ECLI:NL:RBZWB:2015:1978. Instantie. Rechtbank Zeeland-West-Brabant Afname (F)OR voor lijfrentepremie beïnvloedt vermogenstoets (F)OR niet ECLI:NL:RBZWB:2015:1978 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 20-000702-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06 ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen: Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ;

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ; Besluit van, tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met een vergoeding voor de beurtelingse verlening van rechtsbijstand in het kader van politieverhoren Op de voordracht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:6424

ECLI:NL:RBROT:2015:6424 ECLI:NL:RBROT:2015:6424 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 02-09-2015 Datum publicatie 09-09-2015 Zaaknummer C/10/476228 / FA RK 15-3821 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 568 Besluit van 14 november 1995 tot wijziging van het Besluit kwaliteitsregels jeugdhulpverlening, het Besluit kwaliteitsregels en taken voogdij-

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH DEN HAAG

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH DEN HAAG POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Artikel 13b, eerste lid Eveneens onder verwijzing naar het voorgaande: of 75 en onderscheidenlijk de Hoge Raad' dient te vervallen.

Artikel 13b, eerste lid Eveneens onder verwijzing naar het voorgaande: of 75 en onderscheidenlijk de Hoge Raad' dient te vervallen. Excellentie, Met uw brief van 23 april 2008 hebt u ons ter consultatie toegezonden het conceptwetsvoorstel Evaluatiewet modernisering rechterlijke organisatie. Het conceptwetsvoorstel geeft ons aanleiding

Nadere informatie

REGLEMENT 3.683.BD/BJZ PROTOCOL PROCESBESLUIT EN VERTEGENWOORDIGING IN RECHTE

REGLEMENT 3.683.BD/BJZ PROTOCOL PROCESBESLUIT EN VERTEGENWOORDIGING IN RECHTE 3.683.BD/BJZ PROTOCOL PROCESBESLUIT EN VERTEGENWOORDIGING IN RECHTE Vastgesteld bij collegebesluit van 19 juni 2007, nr. 6a. Datum bekendmaking: 27 juni 2007. Datum inwerkingtreding: 28 juni 2007. Gemeenteblad

Nadere informatie

Stukken uit Curaçao en interne s Belastingdienst mogen geheim blijven (1)

Stukken uit Curaçao en interne  s Belastingdienst mogen geheim blijven (1) Kijk op NLFiscaal voor online versie Rechtbank Gelderland, 6 juni 2017, 17/256, ECLI:NL:RBGEL:2017:3241 Stukken uit Curaçao en interne e-mails Belastingdienst mogen geheim blijven (1) SAMENVATTING In 2010

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2004:AR2782

ECLI:NL:HR:2004:AR2782 ECLI:NL:HR:2004:AR2782 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 03-12-2004 Datum publicatie 03-12-2004 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie R03/145HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2004:AR2782

Nadere informatie

31 mei 2012 z2012-00245

31 mei 2012 z2012-00245 De Staatssecretaris van Financiën Postbus 20201 2500 EE DEN HAAG 31 mei 2012 26 maart 2012 Adviesaanvraag inzake openbaarheid WOZwaarde Geachte, Bij brief van 22 maart 2012 verzoekt u, mede namens de Minister

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2008:BG5774

ECLI:NL:RBSGR:2008:BG5774 ECLI:NL:RBSGR:2008:BG5774 Instantie Datum uitspraak 22-10-2008 Datum publicatie 02-12-2008 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 08/3078 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

Rapport. Datum: 4 mei 2007 Rapportnummer: 2007/086

Rapport. Datum: 4 mei 2007 Rapportnummer: 2007/086 Rapport Datum: 4 mei 2007 Rapportnummer: 2007/086 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de officier van justitie te Groningen op 10 februari 2006 heeft geweigerd haar een kopie te verstrekken van de foto

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1856

ECLI:NL:RVS:2017:1856 ECLI:NL:RVS:2017:1856 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-07-2017 Datum publicatie 12-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201608063/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2015:2857

ECLI:NL:RBZWB:2015:2857 ECLI:NL:RBZWB:2015:2857 Instantie Datum uitspraak 08-04-2015 Datum publicatie 13-05-2015 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 14 _ 6290 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2016:10882

ECLI:NL:RBNHO:2016:10882 ECLI:NL:RBNHO:2016:10882 Instantie Datum uitspraak 28-12-2016 Datum publicatie 17-01-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer C/15/245613 / FA RK 16-4085 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258

ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258 ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258 Instantie Datum uitspraak 05-04-2001 Datum publicatie 02-08-2001 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 99/3213 AW Bestuursrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 217 Regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen) A OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN DE

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513

ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513 ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 12-06-2008 Datum publicatie 24-07-2008 Zaaknummer AWB 07/3464 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

Bijlage. Antwoorden op de vragen Wetsartikelenregister Jurisprudentieregister

Bijlage. Antwoorden op de vragen Wetsartikelenregister Jurisprudentieregister Bijlage Antwoorden op de vragen Wetsartikelenregister Jurisprudentieregister Versie 2016/2017 1 Inleiding recht Antwoorden Hoofdstuk 1 Antwoord 1: B Antwoord 2: B Antwoord 3: wetten (regelgeving), verdragen,

Nadere informatie

Nadere Notitie Burgerrechtenvereniging Vrijbit voor procedure UTR 16/3326 WBP V97 (zitting ).

Nadere Notitie Burgerrechtenvereniging Vrijbit voor procedure UTR 16/3326 WBP V97 (zitting ). 20-11-2016 Nadere Notitie Burgerrechtenvereniging Vrijbit voor procedure UTR 16/3326 WBP V97 (zitting 2-12-2016). In het verlengde van de bezwaren zoals die naar voren zijn gebracht in de bezwaarprocedure

Nadere informatie

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. B. Relevante bepalingen. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. B. Relevante bepalingen. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking Besluit Kenmerk: 668532/686086 Betreft: verzoek om openbaarmaking Beschikking van het Commissariaat voor de Media betreffende het verzoek van xxx om openbaarmaking van informatie op grond van de Wet openbaarheid

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/04123

ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/04123 ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 20-09-2005 Datum publicatie 05-10-2005 Zaaknummer 04/04123 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

Aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Opstelten,

Aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus EH DEN HAAG. Geachte heer Opstelten, Aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG doorkiesnummer 070 361 9721 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 5692855/11/6 onderwerp Adviesaanvraag

Nadere informatie

ADVIES. Conceptwetsvoorstel inzake het recht op een eerlijk proces in de Grondwet

ADVIES. Conceptwetsvoorstel inzake het recht op een eerlijk proces in de Grondwet ADVIES Conceptwetsvoorstel inzake het recht op een eerlijk proces in de Grondwet Oktober 2014 1 Inleiding Een ieder heeft het recht op een eerlijk proces. Of het nu in een strafzaak of in een civiele zaak

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:1379

ECLI:NL:GHSHE:2015:1379 ECLI:NL:GHSHE:2015:1379 Instantie Datum uitspraak 17-04-2015 Datum publicatie 17-04-2015 Zaaknummer 14/01065 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch

Nadere informatie

HANDBOEK OPENBAARHEID VAN BESTUUR

HANDBOEK OPENBAARHEID VAN BESTUUR HANDBOEK OPENBAARHEID VAN BESTUUR MR. E.J. DAALDER BOOM JURIDISCHE Den Haag 201 1 UITGEVERS 1 Inleiding 13 1.1 Inleidende opmerkingen 13 1.2 Vormen van openbaarheid 14 1.3 Belangen die zich tegen openbaarmaking

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat Bureau Jeugdzorg Zeeland: hem niet heeft betrokken bij de totstandkoming van het indicatiebesluit dat is opgesteld met betrekking tot zijn minderjarige kind;

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099

ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099 ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099 Instantie Datum uitspraak 19-04-2011 Datum publicatie 21-04-2011 Rechtbank 's-hertogenbosch Zaaknummer AWB 10-1012 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

In dit besluit wordt verwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat per document duidelijk is wat is besloten.

In dit besluit wordt verwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat per document duidelijk is wat is besloten. In dit besluit wordt verwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat per document duidelijk is wat is besloten. Zienswijzen Er zijn derde belanghebbenden bij de openbaarmaking van

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Bij brief van 31 oktober 2003, kenmerk , is gemotiveerd uiteengezet om welke redenen het dossier in zaak 3257 wordt gesloten.

BESLUIT. 2. Bij brief van 31 oktober 2003, kenmerk , is gemotiveerd uiteengezet om welke redenen het dossier in zaak 3257 wordt gesloten. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3824-16 Betreft zaak: Zaak 3824 / GfK Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen zijn beslissing

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BV6555

ECLI:NL:RVS:2012:BV6555 ECLI:NL:RVS:2012:BV6555 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-02-2012 Datum publicatie 22-02-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201109131/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 127 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van de groep met recht op bijstand bij langer verblijf buiten Nederland

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2011:BQ1184

ECLI:NL:RBBRE:2011:BQ1184 ECLI:NL:RBBRE:2011:BQ1184 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 11-04-2011 Datum publicatie 14-04-2011 Zaaknummer 647993 ov 11-945 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:2650

ECLI:NL:RBDHA:2017:2650 ECLI:NL:RBDHA:2017:2650 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 09-03-2017 Datum publicatie 20-03-2017 Zaaknummer 17/1303 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2013:8696

ECLI:NL:RBAMS:2013:8696 ECLI:NL:RBAMS:2013:8696 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-12-2013 Datum publicatie 03-04-2014 Zaaknummer AMS 13-2085 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

» Samenvatting. » Uitspraak. 1. Verloop van de procedure. 2. Verdere beoordeling

» Samenvatting. » Uitspraak. 1. Verloop van de procedure. 2. Verdere beoordeling JPF 2010/82 Rechtbank Haarlem 13 april 2010, 150107/FA RK 08-3358; LJN BM5937. ( Mr. Otter Mr. Van Andel Mr. Ayal ) [Namen verzoekers], beiden te [plaats], hierna mede te noemen: verzoekers, advocaat:

Nadere informatie

DE GEWONE RECHTER EN DE BESTUURSRECHTSPRAAK. mr. J.A.M. van Angeren. Tweede druk

DE GEWONE RECHTER EN DE BESTUURSRECHTSPRAAK. mr. J.A.M. van Angeren. Tweede druk DE GEWONE RECHTER EN DE BESTUURSRECHTSPRAAK mr. J.A.M. van Angeren Tweede druk Kluwer - Deventer - 2008 DEEL I DE RECHTSMACHT 1 1 De Grondwet 3 1. Waarborg 3 2. Exclusiviteit 4 3. Doorbreking bij de wet

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3698-22 Betreft zaak: natuurlijke persoon Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste

Nadere informatie

Rapport. Datum: 17 september 2001 Rapportnummer: 2001/287

Rapport. Datum: 17 september 2001 Rapportnummer: 2001/287 Rapport Datum: 17 september 2001 Rapportnummer: 2001/287 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de uitspraak van de arrondissementsrechtbank, sector

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

1 Inleiding recht. 1.1 Inleiding. 1.2 Omschrijving en doel

1 Inleiding recht. 1.1 Inleiding. 1.2 Omschrijving en doel 1 Inleiding recht 1.1 Inleiding Wie het jeugdrecht wil leren kennen, moet iets weten over het recht in het algemeen. Daarom in dit hoofdstuk een korte introductie in het recht met een definitie van recht,

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH DEN HAAG

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH DEN HAAG POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 Rapport Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 2 Klacht Op 11 februari 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer X te Y, ingediend door de heer mr. G. Meijers, advocaat

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:11833

ECLI:NL:RBDHA:2016:11833 ECLI:NL:RBDHA:2016:11833 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 03-10-2016 Datum publicatie 04-10-2016 Zaaknummer C/09/503343 / FA RK 16-214 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2008:BD9044

ECLI:NL:RBHAA:2008:BD9044 ECLI:NL:RBHAA:2008:BD9044 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 25-07-2008 Datum publicatie 05-08-2008 Zaaknummer 07/6768 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 761 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met het mogelijk maken van

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200607461/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma appellante,, gevestigd te tegen de uitspraak in zaak nos.

Nadere informatie

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars)

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars) De art. 6:193a e.v. BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B9 9243 (Nestlé/Mars) 1. In Vzr. Rb. Amsterdam 25 november

Nadere informatie

voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak

voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak Aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie De heer mr. dr. K.H.D.M. Dijkhoff Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Betreft: consultatieverzoek naar aanleiding

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:146

ECLI:NL:GHSHE:2017:146 ECLI:NL:GHSHE:2017:146 Instantie Datum uitspraak 19012017 Datum publicatie 20012017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 'shertogenbosch 200.181.917_01 Personen en

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2001:AB0583 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00157

ECLI:NL:GHAMS:2001:AB0583 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00157 ECLI:NL:GHAMS:2001:AB0583 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-02-2001 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 00157 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 20 octobre 1997 dans l affaire A 96/

ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 20 octobre 1997 dans l affaire A 96/ BENELUX-GERECHTSHOF COUR DE JUSTICE BENELUX A 96/3/10 ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/3 ------------------------- Inzake : COTRABEL BVBA tegen LAUTE DIRK Procestaal : Nederlands En cause : ARRET

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 370 Besluit van 13 september 2000 tot wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren en het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZLY:2007:BA5102

ECLI:NL:RBZLY:2007:BA5102 ECLI:NL:RBZLY:2007:BA5102 Instantie Datum uitspraak 12-03-2007 Datum publicatie 15-05-2007 Rechtbank Zwolle-Lelystad Zaaknummer AWB 05/2087 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 251 Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Algemene wet inzake rijksbelastingen en enige andere wetten in verband met de invoering

Nadere informatie