Omgevingsvergunning. Verzonden: Besluit van Burgemeester en wethouders van Maastricht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Omgevingsvergunning. Verzonden: Besluit van Burgemeester en wethouders van Maastricht"

Transcriptie

1 Minuut Verzonden: Besluit van Burgemeester en wethouders van Maastricht Omgevingsvergunning Pascal Smeets Holding BV Lage Barakken 22 het bouwen van 4 woningen WB, Aantal bijlagen: 21 PAGINA 1 van 14

2 Inhoudsopgave Besluit... 3 Aanvraag... 3 Besluit... 3 Beroep... 4 Procedure Omgevingsvergunning... 5 Gegevens aanvrager... 5 Projectbeschrijving... 5 Bevoegd gezag... 5 Ontvankelijkheid en opschorting procedure... 5 Totstandkomingsprocedure... 5 Zienswijze... 6 Adviezen/Verklaring van geen bedenkingen... 6 Overwegingen... 7 Bouwen... 7 Afwijken bestemmingsplan... 8 Voorschriften Bouwen Aanbevelingen Bouwen Afwijken bestemmingsplan... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. PAGINA 2 van 4

3 Besluit Aanvraag Burgemeester en wethouders van Maastricht hebben op 04 februari 2013 een aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen van Pascal Smeets Holding BV. Het betreft het bouwen van 4 woningen aan Lage Barakken 22 te Maastricht. De aanvraag is geregistreerd onder nummer WB. Burgemeester en wethouders van Maastricht hebben op 5 juli 2013 het voornemen kenbaar gemaakt om de aangevraagde omgevingsvergunning te verlenen. Het ontwerp-besluit met bijbehorende stukken heeft met ingang van 8 juli 2013 zes weken ter inzage gelegen. Gedurende deze inzagetermijn kon een ieder zienswijzen indienen ten aanzien van dit ontwerp-besluit. Binnen de genoemde termijn zijn zienswijzen ingediend. Het definitieve besluit is, vanwege de zienswijzen, gewijzigd ten opzichte van het ontwerp-besluit. Besluit Burgemeester en wethouders van Maastricht besluiten, gelet op het bepaalde in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de aangevraagde omgevingsvergunning te verlenen. Deze vergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen (waaronder voorschriften) deel uitmaken van de vergunning. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders van Maastricht, R.M. Kohl 1ste medewerker Vergunnen Wabo PAGINA 3 van 4

4 Beroep De beschikking treedt in werking nadat de termijn voor het indienen van een beroepschrift is verstreken. Belanghebbenden kunnen op grond van artikel 8:1 juncto 7:1 Algemene wet bestuursrecht (Awb) binnen zes weken ingaande op de dag na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt c.q. is verzonden of uitgereikt, schriftelijk beroep instellen tegen dit besluit. Het beroepschrift moet zijn ondertekend en bevat ten minste: - de naam en adres van de indiener; - de dagtekening; - een omschrijving van het besluit waartegen het beroep gericht is; - de gronden van het beroep. Het beroepschrift dient gericht te worden aan de Rechtbank Limburg, sector Bestuursrecht, Postbus 950, 6040 AZ Roermond. Het indienen van beroep heeft geen schorsende werking. Om de inwerkingtreding van het besluit en de gevolgen daarvan op te schorten kan om een voorlopige voorziening worden verzocht. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, sector bestuursrecht, postbus 950, 6040 AZ Roermond. Voor het indienen van een beroepschrift/verzoek om voorlopige voorziening is een griffierecht verschuldigd. U kunt ook digitaal beroep instellen en/of verzoeken om een voorlopige voorziening bij de genoemde rechtbank via Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden. PAGINA 4 van 4

5 Procedure Omgevingsvergunning Gegevens aanvrager De aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wabo is op 04 februari 2013 ingediend door dhr. P. Smeets van Pascal Smeets Holding BV. Projectbeschrijving Het project waarvoor vergunning wordt aangevraagd, is als volgt te omschrijven: het bouwen van een 4-tal appartementen, waarvan 3 geschakeld en 1 apart. Gelet op deze omschrijving wordt vergunning aangevraagd voor de volgende in de Wabo omschreven activiteiten: - het bouwen van 4 woningen - het afwijken van het bestemmingsplan door middel van een projectafwijkingsbesluit - het slopen van een gebouw in het beschermd stadsgezicht Bevoegd gezag Gelet op bovenstaande projectbeschrijving, alsmede op grond van het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de daarbij behorende bijlage is het college van Burgemeester en wethouders van Maastricht het bevoegd gezag om op de aanvraag voor de omgevingsvergunning te beslissen. Daarbij zijn wij er procedureel en inhoudelijk voor verantwoordelijk dat in ons besluit alle aspecten aan de orde komen met betrekking tot de fysieke leefomgeving, zoals ruimte, milieu, natuur en aspecten met betrekking tot bouwen, monumenten en brandveiligheid. Verder dienen wij ervoor zorg te dragen, dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften op elkaar zijn afgestemd. Ontvankelijkheid en opschorting procedure Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze aan de hand van de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor) getoetst op ontvankelijkheid. Daarbij is gebleken, dat een aantal gegevens ontbrak. De aanvrager is hierop in de gelegenheid gesteld om aanvullende gegevens te leveren. Wij hebben daarbij aangegeven, dat de wettelijke proceduretermijn is opgeschort. Wij hebben de gevraagde gegevens ontvangen op 18 februari Wij zijn van oordeel dat de aanvraag alsmede de latere aanvulling daarop voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit(en) op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook ontvankelijk en in behandeling genomen. Totstandkomingsprocedure Deze beschikking is voorbereid met de uitgebreide voorbereidingsprocedure als bedoeld in paragraaf 3.3 van de Wabo. Gelet hierop hebben wij conform artikel 3.12 van de Awb van de aanvraag kennis gegeven in het weekblad De Ster. PAGINA 5 van 4

6 Zienswijze Het ontwerp-besluit met bijbehorende stukken heeft met ingang van 8 juli 2013 zes weken ter inzage gelegen. Gedurende deze inzagetermijn kon een ieder zienswijzen indienen ten aanzien van dit ontwerp-besluit. Binnen de genoemde termijn zijn zienswijzen ingediend. Voor de ingebrachte zienswijzen en weerlegging daarvan verwijzen wij naar bijlage 1. Uit de weerlegging van de zienswijzen als aangegeven in bijlage 1 blijkt dat er, behoudens een marginale aanpassing, geen aanleiding is het ontwerp-besluit te herzien en kan de omgevingsvergunning verleend worden. De muur in de erfgrens aan de Noordzijde wordt gehandhaafd en is duidelijker op tekening aangegeven en de rechter zijgevel is marginaal aangepast ten gunste van de bezonning van de woningen aan de Bourgognestraat. De weerlegging van de zienswijzen als aangegeven in bijlage 1 is onderdeel van de omgevingsvergunning. Adviezen/Verklaring van geen bedenkingen In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen/instanties vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 Wabo, alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.4 van het Bor is geen wettelijk advies noodzakelijk. Wij hebben het positief advies van de Welstands- en monumentencommissie ontvangen. Op grond van artikel 2.27 van de Wabo wordt in bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen categorieën van gevallen een omgevingsvergunning niet verleend dan nadat een daarbij aangewezen bestuursorgaan heeft verklaard dat het daartegen geen bedenkingen heeft. In het onderhavige geval is op grond van het bepaalde in paragraaf 6.2 Besluit omgevingsrecht dan wel de Natuurbeschermingswet en/of Flora- en Faunawet geen verklaring van geen bedenkingen noodzakelijk. Verordening Wonen Zuid-Limburg Vanwege de nieuwbouw van 4 woningen is het plan in strijd met artikel 2 lid 1 van de Verordening Wonen Zuid-Limburg. Echter aangezien het plan voldoet aan artikel 2 van de Beleidsregel Kwaliteitscriteria nieuwe woningen Zuid-Limburg, kan de omgevingsvergunning verleend worden. PAGINA 6 van 4

7 Overwegingen Bouwen De aanvraag heeft betrekking op het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder a van de Wabo. Indien een bouwactiviteit niet voldoet aan de in artikel 2.10 Wabo genoemde toetsingsaspecten, dient de omgevingsvergunning op dit onderdeel te worden geweigerd. De genoemde toetsingsaspecten zijn: 1. Bouwbesluit 2. Bouwverordening 3. Bestemmingsplan 4. Redelijke eisen van welstand 5. Verordening Wonen Zuid-Limburg 6. Tunnelveiligheid Toetsing Bouwbesluit De aanvraag om omgevingsvergunning is getoetst aan het gestelde in het Bouwbesluit. Uit deze toets is gebleken, dat de aanvraag voldoet aan de daarin gestelde eisen. Bouwverordening De aanvraag om omgevingsvergunning is getoetst aan het gestelde in de Bouwverordening Maastricht 1999 (bouwverordening). Uit deze toets is gebleken, dat de aanvraag voldoet aan de daarin gestelde eisen. Bestemmingsplan Voor de locatie waarop de aangevraagde activiteit betrekking heeft, geldt het bestemmingsplan St.Maartenspoort/Wyck en Maastricht Centrum. De aangevraagde bouwactiviteit is in strijd met de bepalingen van het geldende bestemmingsplan. Mede gelet op het gestelde in artikel 2.10, lid 2 van de Wabo wordt de aanvraag tevens gezien als een aanvraag om af te wijken van het geldende bestemmingsplan. Voor de nadere motivering op dit onderdeel verwijzen wij naar de paragraaf Afwijken bestemmingsplan uit deze omgevingsvergunning. Redelijke eisen van welstand Het plan is d.d. 16 oktober 2013 akkoord bevonden door de Welstands-Monumentencommissie. Zie voor het advies bijlage 1. Verordening Wonen Zuid Limburg Het plan is getoetst aan de criteria als aangegeven in artikel 2 van de Beleidsregel Kwaliteitscriteria nieuwe woningen Zuid-Limburg. PAGINA 7 van 4

8 Het nieuwbouwplan voldoet aan de door de Provincie Limburg gestelde kwaliteitscriteria: 1) Het plan betreft een inbreidingslocatie, volledig gelegen binnen het bestaand bebouwd gebied. 2) Het plan is voorzien van een gezamenlijke verklaring van de (woon)regiogemeenten Regio Maastricht en Mergelland, waarin staat dat het plan bijdraagt aan een versterking van het stedelijk woonmilieu. Regionale verklaring afgegeven op 5 februari ) Het plan is voorzien van een gezamenlijke verklaring van de (woon)regiogemeenten Regio Maastricht en Mergelland -, waarin staat dat het plan bijdraagt aan een kansrijk woningmarktsegment (ruime grondgebonden stadswoningen met elk een tuin als terras aan de voor- en achterzijde en een ruim appartement bovenop de aan te leggen parkeerplaatsen). Regionale verklaring is op 5 februari 2014 afgegeven, zie bijlage 2. 4) Het plan betreft een binnenstedelijk revitaliserings- of herstructureringsproject. Aangezien het plan voldoet aan de kwaliteitscriteria, voldoet het plan tevens aan de Verordening Wonen Zuid Limburg en kan de aangevraagde activiteit vergund worden. Tunnelveiligheid Dit aspect is in dit geval niet van toepassing. Op basis van het bovenstaande toetsingskader kan de aangevraagde bouwactiviteit onder voorschriften worden vergund. Afwijken bestemmingsplan De aanvraag heeft betrekking op het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan, de regels gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid of 4.3, derde lid van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) of een voorbereidingsbesluit voor zover toepassing is gegeven aan artikel 3.7, vierde lid, tweede volzin van die wet. Dit is geregeld in artikel 2.1, lid 1, onder c van de Wabo. Toetsing De aangevraagde activiteit is in strijd met het gestelde in het geldende bestemmingsplan St.Maartenspoort/Wyck. Volgens artikel 5 lid 3.2A van dit bestemmingsplan mag de bebouwingsdiepte van het hoofdgebouw niet meer zijn dan 15 meter. Uit de aanvraag blijkt, dat de achtergevel van de 3 woningen is gelegen op +/- 43 meter achter de voorgevel aan de Lage Barakken. De aangevraagde activiteit is tevens in strijd met artikel 7 lid 2.1B van het bestemmingsplan Maastricht Centrum omdat nieuwbouw niet toegestaan is. Op grond van artikel 2.12, lid 1, aanhef, onder a, onder 3⁰ van de Wabo kan de gevraagde omgevingsvergunning bij strijd met het bestemmingsplan slechts worden verleend indien de activiteit PAGINA 8 van 4

9 niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat. Vanwege de hoge kwaliteit van het plan, het voldoen aan de parkeereis ingevolge de Bouwverordening en het vervangen van een bedrijfsloods door woningbouw in een overwegende woonbuurt, is er sprake van een verbetering van de kwaliteit van de woonomgeving. Derhalve kan bijgesloten ruimtelijke onderbouwing (die onderdeel uitmaakt van dit besluit en de overweging om af te wijken van de voorschriften van de bestemmingsplannen) akkoord bevonden worden en is medewerking mogelijk aan de afwijking van het bestemmingsplan conform artikel 3.10 WRO, artikel 2.12 lid 1 Wabo, lid 1onder a, no 3. In dit geval kan - gelet op de bovenstaande motivering - de omgevingsvergunning voor de gevraagde activiteit worden verleend. Slopen De aanvraag betreft mede het slopen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.2, lid 1 onder c van de Wabo Toetsing Gelet op de goedkeuring door de Welstands-Monumentencommissie d.d. 16 oktober 2013 kan de omgevingsvergunning voor de activiteit slopen worden verleend. Met het verlenen van de omgevingsvergunning voor de activiteit slopen voldoet de aanvraag, op dat punt, aan de voorschriften van de bestemmingsplannen Sint Maartenspoort/Wyck en Maastricht Centrum. PAGINA 9 van 4

10 Voorschriften Bouwen 1. Met de bouw mag niet worden gestart voordat met team Vergunnen Wabo (Veiligheid en Leefbaarheid) overeenstemming is bereikt omtrent de op het bouwterrein c.q. in de bouwput te treffen voorzieningen ter voorkoming van schade en/of hinder voor de omgeving. 2. Met de bouw mag niet worden gestart voordat de bestaande draagconstructies - met inbegrip van dergelijke onderdelen van belendingen- op hechtheid zijn onderzocht en zonodig zijn versterkt. Indien naar het oordeel van team Vergunnen Wabo (Veiligheid en Leefbaarheid) terzake de te treffen voorzieningen berekeningen en/of tekeningen zijn vereist, dienen deze bescheiden in tweevoud aan genoemd team te worden verstrekt. Met de uitvoering mag niet worden begonnen vooraleer deze bescheiden door of namens ons college zijn goedgekeurd. 3. De volgende (onderdelen van) bouwwerkzaamheden dienen vooraf gemeld te worden: Het bouwtoezicht dient, voor zover het betreft bouwwerken waarvoor omgevingsvergunning, is verleend en onverminderd het bepaalde in de voorwaarden van de omgevingsvergunning tenminste twee dagen voor de aanvang van elk der hierna te noemen onderdelen van het bouwproces in kennis te worden gesteld van: a. De aanvang van de werkzaamheden, ontgravingswerkzaamheden daaronder begrepen; b. De aanvang van het inbrengen van de funderingspalen, het slaan van proefpalen daaronder begrepen; c. De aanvang van de grondverbeteringswerkzaamheden. Het bouwtoezicht dient tenminste drie werkdagen van tevoren in kennis te worden gesteld van het storten van beton. De bedoelde kennisgevingen moeten schriftelijk geschieden. Hiervoor kunt u de bijgevoegde groene antwoordkaart invullen en inzenden. 4. De volgende (onderdelen van) bouwwerkzaamheden dienen conform de bouwverordening onmiddellijk na voltooiing gemeld te worden bij het bouwtoezicht: Het gereedkomen van putten en van grond- en huisaansluitleidingen van de riolering en van leidingdoorvoeren en mantelbuizen door wanden en vloeren beneden straatpeil en het gereedkomen van thermische isolatie in de spouw van wanden, alsmede van de thermische isolatie in andere besloten constructie. Deze werkzaamheden mogen niet zonder toestemming van het bouwtoezicht aan het oog worden onttrokken gedurende twee dagen na het tijdstip van kennisgeving. Dit is tevens van toepassing op die onderdelen van het bouwwerk, waarvoor in de aan de omgevingsvergunning verbonden voorwaarden een plicht tot kennisgeving van voltooiing is bepaald. De beëindiging van de werkzaamheden waarop de omgevingsvergunning betrekking heeft, wordt uiterlijk op de dag van het einde van die werkzaamheden bij het bouwtoezicht gemeld. PAGINA 10 van 4

11 De bedoelde kennisgevingen moeten schriftelijk geschieden. Hiervoor kunt u de bijgevoegde blauwe antwoordkaart invullen en inzenden. 5. De vergunninghouder is eindverantwoordelijk voor het totale bouwproces. Indien de verantwoordelijkheid naar bijvoorbeeld de (hoofd)aannemer op de bouw is gemandateerd dient voorafgaand aan de uitvoering schriftelijk (en met wederzijdse akkoordverklaring) bij de gemeente te worden gemeld. 6. Op het bouwterrein moeten, voor zover van toepassing op het bouwwerk, de volgende bescheiden aanwezig zijn en op verzoek aan het bouwtoezicht ter inzage worden gegeven: - de omgevingsvergunning; - andere toestemmingen; - het bouwveiligheidsplan; - een (voorgenomen) besluit artikel 13a en 14, tweede lid, sub b van de Woningwet, dan wel een besluit tot toepassing van bestuursdwang of oplegging van een last onder dwangsom. 7. Met het bouwen van een bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning voor het bouwen is verleend, mag onverminderd het in de voorwaarden van de omgevingsvergunning voor het bouwen bepaalde niet worden begonnen alvorens door of namens het bevoegd gezag voor zover nodig: - het straatpeil is aangegeven; - de rooilijnen en/of bebouwingsgrenzen op het bouwterrein zijn uitgezet. 8. In verband met de mogelijke aanwezigheid van oudheidkundige monumenten in de bodem, is het verboden om graafwerkzaamheden te verrichten zonder hiervan melding te doen. Daartoe dient minimaal 8 dagen voor de aanvraag van de grondwerkzaamheden contact te worden opgenomen met de sector Ruimte (Cultureel erfgoed; telefoon of Ter nadere goedkeuring dienen navolgende bescheiden bij team Vergunnen Wabo (Veiligheid en Leefbaarheid) te worden ingediend: - monsters van de toe te passen gevelmaterialen (enkelvoud) - een onderzoeksrapport naar de draagkracht van de bodem en een hierop gebaseerd funderingsadvies (tweevoud) - het funderingsplan voor het bouwwerk (drievoud) - berekening (tweevoud) en tekeningen (drievoud) m.b.t. de draagconstructies - vanwege de bodemverontreiniging met kwik een BUS-melding of een saneringsplan - peilaanvraag inzake het definitieve woningpeil dient voor uitvoering schriftelijk aangevraagd te worden; - voor het uitzetten van de woningen dient contact opgenomen te worden met dhr. P. Bastings van Ontwikkeling en Vastgoedinformatie, tel Deze bescheiden dienen tenminste drie weken voor uitvoering van de desbetreffende onderdelen te worden ingediend. Voorzover de uitvoering (mede) betrekking heeft op onderdelen als hierboven genoemd, mag met de uitvoering van die onderdelen niet worden begonnen vooraleer de genoemde bescheiden door of namens ons college zijn goedgekeurd. De met betrekking tot de hierboven genoemde onderdelen vermelde PAGINA 11 van 4

12 gegevens op de bij deze omgevingsvergunning behorende gewaarmerkte tekeningen zijn niet in deze vergunning begrepen. 10. Tevens is het op grond van de artikelen 53 en 54 van de Monumentenwet verplicht om alle oudheidkundige vondsten of merkwaardigheden in de ondergrond, waarvan men redelijkerwijs kan vermoeden dat zij van oudheidkundig of historisch belang kunnen zijn, terstond na de ontdekking te melden aan de sector Ruimte (Cultureel Erfgoed, mevr. A.M. Brakman tel of ). Men is verplicht het werk ter plaatse stil te leggen in afwachting van nader advies van de gemeentelijk archeoloog. Indien tijdens de werkzaamheden alsnog archeologische resten of sporen worden aangetroffen, dan dient hiervan terstond ingevolge artikel 53 en 54 van de Monumentenwet melding gemaakt te worden bij de gemeente. 11. De monumentale boom, welke staat op gronden die in eigendom zijn van de gemeente Maastricht en is gelegen direct naast de bouwlocatie, dient gehandhaafd te worden. 12. Conform het advies van de welstandscommissie dienen de kozijnen in hout uitgevoerd te worden. Slopen 1. Met de uitvoering van sloopwerkzaamheden mag niet worden gestart voordat met team Vergunnen Wabo (Veiligheid en Leefbaarheid) overeenstemming is bereikt omtrent de op het sloopterrein en aan de belendingen te treffen voorzieningen ter voorkoming van schade en/of hinder voor de omgeving en het vereiste sloopveiligheidsplan is ingediend en is goedgekeurd. 2. Met de uitvoering van sloopwerkzaamheden mag niet worden gestart voordat de bestaande draagconstructies - met inbegrip van dergelijke onderdelen van belendingen - op hechtheid zijn onderzocht en zonodig zijn versterkt. Indien naar het oordeel van team Vergunnen Wabo (Veiligheid en Leefbaarheid) terzake de te treffen voorzieningen, berekeningen en/of tekeningen zijn vereist, dienen deze bescheiden in tweevoud aan genoemde sector te worden verstrekt. Met de uitvoering mag niet worden begonnen vooraleer deze bescheiden door of namens ons college zijn goedgekeurd. 3. Tenminste twee werkdagen voor de aanvang van de sloopwerkzaamheden dient hiervan melding te worden gedaan bij team Vergunnen Wabo (Veiligheid en Leefbaarheid). De beëindiging van de sloopwerkzaamheden dient terstond te worden gemeld bij team Vergunnen Wabo ( Veiligheid en Leefbaarheid). 4. Uitvoering van de sloopwerkzaamheden moet op veilige wijze, overeenkomstig de bepalingen van de bouwverordening geschieden; de terzake het slopen van toepassing zijnde publicaties van de arbeidsinspectie dienen in acht genomen te worden. Aanwijzingen welke door de toezichthouders / handhavers van team Vergunnen Wabo (Veiligheid en Leefbaarheid), de regiopolitie of de brandweer worden gegeven in verband met ernstige hinder, overlast en/of de veiligheid, de verkeers- en brandveiligheid daaronder begrepen, moeten stipt en onverwijld worden opgevolgd. PAGINA 12 van 4

13 5. Voor het afvoeren van puin en/of gronden van het sloopterrein en in geval tijdens de uitvoering van de sloopwerkzaamheden blijkt dat zich op het sloopterrein onder- of bovengrondse tanks bevinden, moet door of namens vergunninghouder zo spoedig mogelijk contact opgenomen worden met team Vergunnen Wabo (Veiligheid en Leefbaarheid). Aanwijzingen welke in verband met afvoer dan wel in verband met de aanwezigheid van tanks door deze sector worden gegeven dienen onmiddellijk opgevolgd te worden. 6. Nadat de sloopwerkzaamheden zijn voltooid kan door team Vergunnen Wabo (Veiligheid en Leefbaarheid) een onderzoek worden ingesteld teneinde te doen vaststellen of de uitvoering van de sloopwerkzaamheden, de afsluiting en de afwerking van het terrein en/of de afwerking van de belendende bouwwerken afdoende is uitgevoerd. De naar het oordeel van team Vergunnen Wabo (Veiligheid en Leefbaarheid) eventueel in dit verband noodzakelijk geachte maatregelen dienen binnen een termijn van 14 dagen - nadat dit schriftelijk aan vergunninghouder is kenbaar gemaakt - te worden genomen. PAGINA 13 van 4

14 Aanbevelingen Bouwen 1. U wordt er op geattendeerd dat deze vergunning de rechten en verplichtingen ten gevolge van enige andere vereiste publiekrechtelijke dan wel civielrechtelijke vergunningen en/of toestemmingen, onaangetast laat. 2. Bij de aankoop van hout(producten) moet u letten op het FSC-keurmerk. Dat wil zeggen dat het afkomstig is uit een goed beheerd bos dat voldoet aan alle eisen die het Wereld Natuur Fonds daaraan stelt. Het FSC-keurmerk geeft geen oordeel over bijvoorbeeld de kwaliteit van het (eind)product. 3. Voor de aansluiting op het gemeenteriool dient in een vroegtijdig stadium, onder meer in verband met de plaats en hoogte van de aansluiting, contact opgenomen te worden met de sector Stadsbeheer, telefonisch te bereiken onder nummer Er mag geen openbaar terrein in gebruik worden genomen (bijvoorbeeld voor plaatsing van containers, steigers, bouwmaterialen e.d.) zonder daartoe toestemming te hebben verkregen. Hiertoe dient contact opgenomen te worden met het team Vergunnen Openbare Ruimte (Veiligheid en Leefbaarheid), telefoon Op het (gedeelte van het) terrein dat eigendom is van de gemeente mogen niet eerder bouwen/of sloopwerkzaamheden worden uitgevoerd dan nadat de notariële levering van het betreffende terrein heeft plaatsgevonden, dan wel het Team Vastgoed van de gemeente daartoe uitdrukkelijk schriftelijke toestemming heeft verleend. 6. Voor de rioolaansluiting dient ten behoeve van de daarvoor vereiste vergunning bij de Sector Stadsbeheer, Mosae Forum 10, 6201 BZ Maastricht, een aanvraag te worden ingediend. 7. Aangezien de hoeveelheid sloopafval meer dan 10m³ zal bedragen of wanneer asbest wordt verwijderd, dient ten minste vier weken voor de voorgenomen aanvang van de sloopwerkzaamheden een sloopmelding bij het team Vergunnen Wabo (Veiligheid en Leefbaarheid) worden ingediend. 8. Burgemeester en wethouders kunnen op grond van het gestelde in artikel 2.33, lid 2, sub a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de omgevingsvergunning intrekken, indien gedurende 26 weken geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van de vergunning. Slopen 9. In verband met de eventuele aanwezigheid van leidingen en kabels onder, op of aan het te slopen object, alsmede ter verwijdering van gas-, water- en elektriciteitsmeters, leidingen, schakelkasten, telefoonleidingen enz. dient, mede ter voorkoming van schade, voor de aanvang van de werkzaamheden tijdig contact opgenomen te worden met de betrokken nuts- en telecombedrijven. PAGINA 14 van 4

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38

39

40

41

42

43

44

45

46

47

48

49

50

51

52

53

54

55

56

57

58

59

60

61

62

63

64

65

66

67

68

69

70

71 Minuut > RETOURADRES POSTBUS 1992, 6201 BZ MAASTRICHT Welstands-/Monumentencommissie BEZOEKADRES Mosae Forum DW Maastricht POSTADRES Postbus BZ Maastricht Aan Burgemeester en Wethouders Maastricht, 16 oktober 2013 Kenmerk : W Hoofdcase Nr. Plan : WB : PD : het bouwen van een 4-tal appartementen, waarvan 3 geschakeld en 1 apart Plaatsaanduiding : Lage Barakken 22 Aanvrager : Pascal Smeets Holding BV Architect :. Hiermee bericht ik u dat bovenvermeld plan werd behandeld in de vergadering van 16/10/2013. Het plan is getoetst aan de vigerende welstandsnota "Welstand transparant" van de gemeente Maastricht van mei 2004, is gelegen binnen het gebied 3.1, Historische binnenstad en behoort tot het bebouwingstype H1, Historische binnenstad. De toets heeft plaatsgevonden op grond van de Algemene en gebiedsgerichte Welstandscriteria, de criteria behorend bij het genoemde bebouwingstype en de criteria behorend bij het beschermd stadsgezicht. De commissie heeft kennisgenomen van het gewijzigde plan naar aanleiding van de zienswijze. Het plan voldoet aan redelijke eisen van welstand. Namens de Welstands-/Monumentencommissie, het secretariaat, PAGINA 1 van 1

72 ArcheoPro Archeologisch rapport Nr Lage Barakken 22, Maastricht Gemeente Maastricht Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O); Bureauonderzoek en karterend booronderzoek Versie (Zonder opmerkingen zal deze versie na 3 maanden als definitief rapport worden opgeleverd) Joep Orbons Richard Exaltus Maart 2012 ArcheoPro

73 Archeologische onderzoek Lage Barakken 22, Maastricht, Gemeente Maastricht. ArcheoPro Rapport, 12003, Pagina 2 ArcheoPro Archeologisch rapport Nr Lage Barakken 22, Maastricht Gemeente Maastricht Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O); Bureauonderzoek en karterend booronderzoek Versie (Zonder opmerkingen zal deze versie na 3 maanden als definitief rapport worden opgeleverd) Colofon Opdrachtgever: PP Projectontwikkeling, Dorpstraat 41, 6102 TR Echt Status: versie Projectcode : Bestandsnaam : ArcheoPro, Lage Barakken 22, Maastricht, Opgesteld conform KNA 3.2 Archis onderzoeksmelding (OM nummer): Bevoegd gezag: Gemeente Maastricht Opslagplaats documentatie: Provincie Limburg Auteur: Joep Orbons Projectleider : Joep Orbons Projectmedewerkers: Richard Exaltus, Joep Orbons, Onderaannemers: nvt Autorisatie: Drs. R.P. Exaltus; senior-archeoloog ISSN : Uitgegeven door ArcheoPro Copyright 2012 ArcheoPro, Maastricht ArcheoPro Sint Jozefstraat 45 Tel : 0(0 31) Kamer van Koophandel Limburg: NL 6245 LL Eijsden Fax: 0(0 31) info@archeopro.nl Nederland Versie:

74 Archeologische onderzoek Lage Barakken 22, Maastricht, Gemeente Maastricht. ArcheoPro Rapport, 12003, Pagina 3 Inhoudsopgave: Samenvatting Inleiding Algemeen Locatiegegevens Onderzoek Bureauonderzoek Methode en bronnen Geo(morfo)logie, aardkunde en bodem Archeologie Historie Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel Onderzoeksstrategie Veldonderzoek Verrichte werkzaamheden Resultaten booronderzoek Conclusies en aanbevelingen (beleidsadvies) Archeologische tijdschaal Bronnen Literatuur Bijlage 1: Boorbeschrijving Versie:

75 Archeologische onderzoek Lage Barakken 22, Maastricht, Gemeente Maastricht. ArcheoPro Rapport, 12003, Pagina 4 Samenvatting Op 13 februari 2012 is door ArcheoPro een Inventariserend Veldonderzoek Overig (IVO-O) uitgevoerd op een terrein aan de Lage Barakken 22 te Maastricht. Het archeologisch onderzoek betrof een Inventariserend Veldonderzoek Overig (IVO-O) met bureaustudie. Bureauonderzoek heeft tot doel om op basis van beschikbare informatie te komen tot een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel. Het Inventariserend Veldonderzoek heeft vervolgens tot doel om het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel te toetsen door middel van veldwaarnemingen. Hiermee kan de vraagstelling beantwoord worden of binnen het plangebied archeologische waarden aanwezig (kunnen) zijn en of deze vervolgonderzoek en/of planaanpassing vereisen. Volgens het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel geldt voor het plangebied een hoge verwachting voor wat betreft de aanwezigheid van archeologische resten daterend vanaf het laat-paleolithicum. De verwachting is met name hoog voor resten uit de Romeinse tijd, de middeleeuwen en de nieuwe tijd. Om de kans op het aantreffen van archeologische indicatoren zo groot mogelijk te maken zijn binnen het plangebied 5 boringen gezet met behulp van een guts en een edelmanboor. Uit de resultaten van het booronderzoek blijkt dat de bodem binnen het plangebied tot een diepte van m +NAP (2.20 m onder vloerniveau) sterk verstoord is. Het grindpakket begint op m +NAP (2.70 onder vloerniveau). De tussenliggende laag is aan de straatkant geheel verstoord. Binnen het grootste deel van het plangebied ligt tussen de verrommelde laag en het grind een zandige leemlaag. In deze laag is een slak gevonden van niet te bepalen ouderdom. De bodemingrepen binnen het plangebied reiken niet dieper dan de normale funderingsdiepte van 80 cm onder het maaiveld en blijven daarmee binnen de reeds verstoorde zone. De resultaten van het onderzoek geven derhalve geen aanleiding om archeologisch vervolgonderzoek te adviseren zolang de bodemingrepen niet dieper reiken dan twee meter onder het huidige vloerniveau. Daarmee wordt een buffer van 20 centimeter behouden tussen de bodemingreep en de zandige leemlaag. Versie:

76 Archeologische onderzoek Lage Barakken 22, Maastricht, Gemeente Maastricht. ArcheoPro Rapport, 12003, Pagina 5 1 Inleiding 1.1 Algemeen - Opdrachtgever: PP Projectontwikkeling, Dorpstraat 41, 6102 TR Echt - Geplande ingrepen: De sloop van bedrijfsruimte en de bouw van vier grondgebonden woningen.(zie figuur 2) - Datum uitvoering veldwerk: 13 februari Archis onderzoeksmelding (OM nummer): Bevoegd gezag: Gemeente Maastricht - Bewaarplaats vondsten: Provincie Limburg - Bewaarplaats documentatie: Provincie Limburg 1.2 Locatiegegevens - Provincie:Limburg - Gemeente: Maastricht - Plaats: Maastricht - Toponiem: Lage Barakken 22 - Globale ligging: Parkeerplaats bij het voormalige pand van Glashandel Cuijpers - Hoekcoördinaten plangebied: o / o / o / o / Oppervlakte plangebied: 0.06 ha - Eigendom: Particulier - Grondgebruik: Bebouwd - Hoogteligging: ± 47.5 m +NAP - Bepaling locaties: GPS Garmin, meetlinten - Onderzoeksgebied bureauonderzoek: Cirkel met een straal van één kilometer rond het centrum van het plangebied 1.3 Onderzoek Op 13 februari 2012 is door ArcheoPro een Inventariserend Veldonderzoek Overig (IVO-O) uitgevoerd op een terrein aan de Lage Barakken 22 te Maastricht. Het archeologisch onderzoek betrof een Inventariserend Veldonderzoek Overig (IVO-O) met bureaustudie. Bureauonderzoek heeft tot doel om op basis van beschikbare informatie te komen tot een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel. Het Inventariserend Veldonderzoek heeft vervolgens tot doel om het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel te toetsen door middel van veldwaarnemingen. Hiermee kan de vraagstelling beantwoord worden of binnen het plangebied archeologische waarden aanwezig (kunnen) zijn en of deze vervolgonderzoek en/of planaanpassing vereisen. ArcheoPro voert haar onderzoeken uit conform de hiervoor vastgelegde normen en richtlijnen en is door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) vergunning verleend tot het verrichten van bepaalde archeologische werkzaamheden in het kader van het doen van opgravingen, bestaande uit prospectie door middel van booronderzoek. Het onderzoek is uitgevoerd door drs. R.P. Exaltus (senior-archeoloog), ing. P.J. Orbons (senior vakspecialist). Versie:

77 Archeologische onderzoek Lage Barakken 22, Maastricht, Gemeente Maastricht. ArcheoPro Rapport, 12003, Pagina 6 Figuur 1: De ligging van het plangebied (rood omlijnd) met daaromheen de cirkel die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft. Versie:

78 Archeologische onderzoek Lage Barakken 22, Maastricht, Gemeente Maastricht. ArcheoPro Rapport, 12003, Pagina 7 Figuur 2: De binnen het plangebied voorgenomen bouw van vier grondgebonden woningen Versie:

79 Archeologische onderzoek Lage Barakken 22, Maastricht, Gemeente Maastricht. ArcheoPro Rapport, 12003, Pagina 8 2 Bureauonderzoek 2.1 Methode en bronnen Tijdens het bureauonderzoek wordt door de bestudering van beschikbare bronnen, kennis vergaard omtrent de bodem en geologie van het onderzoeksgebied en de hierin bekende en te verwachten archeologische waarden. Aan de hand van de resultaten van het bureauonderzoek kan de beste aanpak voor het veldonderzoek worden bepaald. Hierbij zijn de volgende bronnen geraadpleegd (voor bronvermelding; zie ook literatuurlijst, dit geldt ook voor de kaarten die in de tekst opgenomen zijn): -Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) -Archeologische MonumentenKaart (AMK) -ARCHeologisch Informatie Systeem (ARCHIS) -Atlas van topografische kaarten Nederland , 1: Bodemkaart 1: De geschiedenis van het Zuidlimburgse cultuurlandschap, J. Renes Gemeente Maastricht, Archeologische beleidskaart -Geomorfologische kaart 1: Geologische kaart 1: Grote historische atlas van Nederland 1: (Deel Zuid) -Grote historische topografische atlas van Nederland, provincie Limburg 1: Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) -Kadastrale minuutplan met aanwijzende tafels, 1830 Figuur 3: Luchtfoto met daarop rood omlijnd het plangebied. Versie:

80 Archeologische onderzoek Lage Barakken 22, Maastricht, Gemeente Maastricht. ArcheoPro Rapport, 12003, Pagina Geo(morfo)logie, aardkunde en bodem Het plangebied ligt in het dal van de Maas. Dit dal is gevormd door een vlechtende rivier met meerdere stroomdraden die van elkaar gescheiden worden door grind- en zandbanken. Het plangebiedt ligt op het terras van Geistingen dat 73 tot 13 duizend jaar geleden is gevormd. Dit terras bestaat uit grind met één tot drie meter dikke pakketten zand en zwak en sterk zandige leem. Binnen het terras van Geistingen zijn laaggelegen maasgeulen en hoger gelegen grindruggen aanwezig. De bodemkaart en de geomorfologische kaart bieden voor het onderzoeksgebied geen gegevens in verband met de ligging van het plangebied binnen de bebouwing. De uitsnede uit het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN; figuur 4) laat duidelijk de lage ligging van het plangebied zien. Figuur 4: Uitsnede uit het Actueel Hoogtebestand Nederland met daarin rood omlijnd het plangebied met daaromheen de cirkel die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft. Versie:

81 Archeologische onderzoek Lage Barakken 22, Maastricht, Gemeente Maastricht. ArcheoPro Rapport, 12003, Pagina Archeologie Volgens de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW 3.0) ligt het plangebied in een zone met een hoge kans op het aantreffen van archeologische waarden (zie figuur 6). Het betreft de stadskern van Maastricht die dateert uit de middeleeuwen en de nieuwe tijd. Deze zone is ook door de provincie aangewezen als beschermd stadsgezicht (bruine arcering in figuur 6). Binnen de kaart van figuur 6 zijn twee eerdere onderzochte gebieden aangegeven alsmede één waarneming en negen gemeentelijke meldingen. De Archis waarneming ligt 195 meter ten noordwesten van het plangebied en betreft een complex van vele vondsten uit de Romeinse tijd die zijn gedaan in Hiertoe behoren ook de resten van een Romeins gebouw. In de Maastrichtse database zijn meer Romeinse waarnemingen zoals een Romeinse munt bij nr 4 uit 1820, de opgraving bij nr 227, het aardewerk bij nr 248 en de waterput bij 281, aanwezig. De vroege middeleeuwen die voor Maastricht een belangrijke overgangsperiode vormen tussen de Romeinse tijd en de middeleeuwen zijn vertegenwoordigd in de vroeg middeleeuwse oven die bij 281 is aangetroffen. Van latere datum dateren de laat middeleeuwse spatel bij 253, de nieuwe tijdse beerput/waterput bij 269 en de vondst van aardewerk uit de nieuwe tijd bij nr. 111, nr en nr A De onderzoeksmelding betreft een onderzoek van Becker en van de Graaf uit 2010 waarbij middeleeuwse sporen zijn aangetroffen. Tijdens dit onderzoek is voor het gebied pal ten noorden van het plangebied een kaart gemaakt die is weergeven in figuur 6. Over de onderzoeksmelding 689 meldt Archis geen nadere gegevens. Tabel 1 Monumenten en waarnemingen Nummer Coördinaat Periode Vondsten Archis / Romeins Aardewerk, Lepel, fibula, Terra Sigillata Maastricht / Romeins Munt Maastricht / Nieuwe tijd Aardewerk Maastricht / Romeins Opgraving, geen nadere informatie Maastricht / Romeins Aardewerk Maastricht / Laat middeleeuws Spatel Maastricht / Nieuwe tijd Waterput/beerput Maastricht / Romeins - Vroeg middeleeuws - Waterput - Oven Maastricht / Late middeleeuwen Aardewerk 1000 Maastricht 1001 A / Middeleeuwen Aardewerk Versie:

82 Archeologische onderzoek Lage Barakken 22, Maastricht, Gemeente Maastricht. ArcheoPro Rapport, 12003, Pagina 11 Figuur 5: Op deze figuur is de door Becker en Van de Graaf in 2010 voor het gebied pal ten noorden van het plangebied vervaardigde kaart. In deze figuur is de ligging van het plangebied geplot. Deze ligt buiten de eigenlijke kaart, in de legenda. Dit laat zien dat het plangebied in een verlaagde zone met langs de oostrand een gracht. Versie:

83 Archeologische onderzoek Lage Barakken 22, Maastricht, Gemeente Maastricht. ArcheoPro Rapport, 12003, Pagina 12 Figuur 6: Kaart met Archis-gegevens met daarop een cirkel met een straal van één kilometer rond het plangebied die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft. Versie:

84 Archeologische onderzoek Lage Barakken 22, Maastricht, Gemeente Maastricht. ArcheoPro Rapport, 12003, Pagina 13 De cultuurhistorische waardekaart van de gemeente Maastricht toont met betrekking tot het plangebied dat dit in eenzone ligt waarvoor een hoge archeologisch verwachting geldt (donker blauw). het betreft de historische kern van de middeleeuwse stad Maastricht. Direct ten oosten van de historische kern ligt in licht-blauw de fortificaties rondom Maastricht. Daarbuiten in oranje de buitenzone van de stad. Figuur 7: Uitsnede uit de gemeentelijke beleidskaart Versie:

85 Archeologische onderzoek Lage Barakken 22, Maastricht, Gemeente Maastricht. ArcheoPro Rapport, 12003, Pagina Historie De kadasterkaart uit 1832 toont dat het plangebied destijds binnen de percelen 1735, 1737, 1747 en 1750 lag. Uit de aanwijzende tafels blijkt dat deze in eigendom waren bij Raeven, Vanlijf, Mieck en Krull en in gebruik waren als huis en tuin. Langs de oostrand van het plangebied aan de straat "De Lage Barakken" stonden destijds al woningen. Langs de zuidrand van het plangebied stond een losse woning. Verder was het plangebied onbebouwd. Figuur 8: Uitsnede uit de kadastrale kaart uit 1832 Versie:

86 Archeologische onderzoek Lage Barakken 22, Maastricht, Gemeente Maastricht. ArcheoPro Rapport, 12003, Pagina 15 Figuur 9 toont achtereenvolgens topografische kaarten van het onderzoeksgebied uit 1581, 1845, 1924 en Op deze kaarten is te zien dat het plangebied in 1581 binnen een woonblok lag dat grensde aan de stadsmuur. De straatnaam "Lage Barakken" verwijst ook naar een militaire aanwezigheid namelijk de verdediging rondom Wijck, de oostelijke kern van Maastricht. Aan de oostkant van het plangebied staan op deze kaart (woon) huizen met ten westen daarvan, tuinen. De kaart van 1845, vlak voor de opheffing van de vesting Maastricht in 1867, toont nog dezelfde situatie. De bewoning langs de straat wordt als niet structurele bebouwing aangegeven. In 1924, na de opheffing van de vesting Maastricht, is de situatie totaal veranderd. De vestingwerken zijn geslecht en geheel volgebouwd, zo ook het woonblok van de Lage Barakken. Dit is in 2012 nog altijd het geval. Figuur 9: Uitsneden uit de topografische kaarten uit achtereenvolgens: 1845, 1891, 1960 en Versie:

87 Archeologische onderzoek Lage Barakken 22, Maastricht, Gemeente Maastricht. ArcheoPro Rapport, 12003, Pagina 16 Bij de gemeente Maastricht zijn de bouwdossiers van het plangebied opgevraagd. De recente bouwbescheiden zijn bekeken en deze bevatten goede beschrijvingen van de bouwaanvragen vanaf ongeveer het jaar De onderstaande doorsnede en plattegrond komen uit dit dossier. Het toont de kelder onder de bebouwing aan de straatkant (oost). Ook is te zien dat het achterliggende deel iets lager ligt dan het straatniveau. Figuur 10: Doorsnede bestaande bebouwing Figuur 11: Plattegrond van de kelder onder het gebouw aan de straatzijde. Versie:

88 Archeologische onderzoek Lage Barakken 22, Maastricht, Gemeente Maastricht. ArcheoPro Rapport, 12003, Pagina 17 Bij de gemeente zijn alleen de recente bouwdossiers beschikbaar. De oude dossiers liggen in het Rijksarchief. Deze oude dossiers zijn ook opgevraagd en bekeken. Het betrof de microfiches 1549, 975, 1545, 1463, en 8856 microfiches die teruggaan tot De oude bouwdossiers laten geen informatie zien van kelders of funderingen maar slechts van muren of dakconstructies of de herbouw van een dak na een brand. Het eerste dossier waarop informatie staat over kelders en funderingen is een bouwtekening uit Deze bouwtekening is opgenomen in onderstaande figuur. Figuur 12: Bouwtekening plangebied uit Tijdens het veldwerk zijn de bouwtekeningen vergeleken met de situatie ter plaatse. De gegevens op de bouwtekening uit 1985 komen nog grotendeels overeen met de huidige situatie zien en wijken hier alleen vanaf voor wat betreft het gebouw aan de westkant dat na 1985 is ingekort in verband met een nieuwbouwproject ten westen van het plangebied. Versie:

89 Archeologische onderzoek Lage Barakken 22, Maastricht, Gemeente Maastricht. ArcheoPro Rapport, 12003, Pagina 18 In figuur 13 is een samenvatting gegeven van de bodemingrepen binnen het plangebied zoals deze zijn afgeleid uit de historische bouwdossiers. Het betreft de kelder aan de voorzijde die tot 250 cm onder maaiveld reikt en een kelder midden op het terrein die tot 65 cm onder vloerniveau reikt. Figuur 13: De informatie uit de historische bouwdossiers die van betekenis is voor de verstoring van de ondergrond Versie:

90 Archeologische onderzoek Lage Barakken 22, Maastricht, Gemeente Maastricht. ArcheoPro Rapport, 12003, Pagina Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel Specifieke ligging (locatie) Het plangebied ligt binnen de historische kern van Maastricht op een Maasterras. De vestingwerken die tot 1867 rondom de stad lagen, liggen pal ten oosten van het plangebied. Verwachte perioden (datering) Op basis van de ligging van het plangebied moet worden geconcludeerd dat voor het plangebied een hoge archeologische verwachting geldt voor archeologische resten die uit het Laat-Paleolithicum, het Mesolithicum, het Neolithicum, de Bronstijd, de IJzertijd, de Romeinse tijd, de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd dateren. Bijzondere aandacht gaat uit naar resten uit de Romeinse tijd die meer informatie kunnen bieden over de Romeinse aanwezigheid op de oostelijke oever. Complextypen Door de ligging van het plangebied in het Maasdal is de kans op resten van nederzettingen of grafvelden uit het Neolithicum, de Bronstijd, de IJzertijd, en de Romeinse tijd, op grindeilanden groot. Ook wordt een Romeinse component verwacht op de oostoever van de Maas. Resten uit de middeleeuwen en de Nieuwe tijd zullen vooral samenhangen met vestingwerken. Uiterlijke kenmerken Nederzettingsresten uit alle perioden zullen binnen het plangebied uit vondststrooingen bestaan en/of uit opgevulde spoorvullingen onder de bouwvoor of onder het esdek. Romeinse sporen zouden bovendien kunnen bestaan uit resten van een weg. Sporen uit de middeleeuwen en de nieuwe tijd kunnen (ook) uit stenen funderingsresten bestaan. Mogelijke verstoringen Door het gebruik als (moes)tuin en de bebouwing aan de straatkant kan (ten minste plaatselijk) aanzienlijke bodemverstoring zijn opgetreden. Versie:

91 Archeologische onderzoek Lage Barakken 22, Maastricht, Gemeente Maastricht. ArcheoPro Rapport, 12003, Pagina Onderzoeksstrategie Tijdens het veldwerk moet allereerst worden vastgesteld hoe de bodem is opgebouwd, in hoeverre deze intact is en of hierin archeologische indicatoren aanwezig (kunnen) zijn. Om de bodemopbouw zo exact mogelijk te kunnen bestuderen kan het beste gebruik gemaakt worden van een guts. Het terrein is bebouwd waardoor de uitvoering van een oppervlaktekartering niet mogelijk is. Het booronderzoek waarbij de bodemopbouw verkend wordt (IVO-O, verkennende fase) zal bestaan uit vijf grondboringen. Deze boringen worden verricht in samenwerking met het milieukundig onderzoek. De milieukundige boorkernen worden archeologisch beschreven en zo nodig verder doorgezet. De doorgezette boringen worden afhankelijk van de bodemopbouw uitgevoerd met een guts of met een smalle edelmanboor met een diameter van 7 cm. De boorpunten worden uitgezet met behulp van GPS en/of meetlinten met een nauwkeurigheid van 2 meter. Eventueel worden de boorpunten zodanig geplaatst dat een netwerk ontstaat dat niet gehinderd wordt door de aanwezigheid van gebouwen en bestrating. Indien mogelijk worden enkele boringen doorgezet tot op de grovere beddingafzettingen van de Maas (zand of grind). Tijdens het booronderzoek wordt de bodemopbouw en de intactheid van het bodemprofiel onderzocht. Indien mogelijk worden aard en ouderdom van eventuele bodemverstoringen beschreven. In verband met de ligging van het plangebied binnen een alluviale dalbodem, richt het booronderzoek zich mede op het vaststellen van begraven bodemlagen met een hogere archeologische verwachting die eventueel voor gericht nader onderzoek in aanmerking komen. De beschrijving van de boringen vindt laagsgewijs plaats volgens de handleiding ASB 5.2 van het SIKB. Van relevante boorprofielen worden foto s gemaakt. Dergelijke foto s kunnen met name dienen om verstoring van het bodemprofiel te demonstreren. Van elk boorpunt wordt de NAP-hoogte bepaald met behulp van het AHN. Figuur 14: De voorgevel van het pand waarbinnen het onderzoek plaatsvond Versie:

92 Archeologische onderzoek Lage Barakken 22, Maastricht, Gemeente Maastricht. ArcheoPro Rapport, 12003, Pagina 21 3 Veldonderzoek 3.1 Verrichte werkzaamheden - Positie boringen: regelmatige verdeling over het plangebied, zie figuur Gebruikt boormateriaal: Guts met een diameter van 3 cm en edelmanboor met een diameter van 15 cm. - Totaal aantal boringen: 5 - Boordichtheid: Ruim tachtig boringen per hectare - Geboorde diepte: m Mv - Inmeten boorlocaties: Meetlint en waterpas - Boorbeschrijving: Archeologische Standaard Boorbeschrijving (ASB 5.1) - Inspectie bodemontsluitingen en/of oppervlaktekartering: In verband met de bebouwing van het plangebied was geen oppervlaktekartering mogelijk. Evenmin waren bodemontsluitingen aanwezig die geïnspecteerd konden worden op de aanwezigheid van archeologische indicatoren. 3.2 Resultaten booronderzoek De ligging van de boorpunten is weergegeven op de boorpuntenkaart. De resultaten van het booronderzoek zijn opgesomd in Bijlage 1. Het gehele plangebied was bedekt met een betonvloer. Om deze reden is voor het veldonderzoek gebruik gemaakt van de 5 boringen die door de firma Geonius zijn gezet. Deze zijn voorgeboord door eerst de cm dikke betonlaag door te zagen en te verwijderen. Van de boringen 2, 3 en 4 heeft Geonius de eerste 50 centimeter met de schep uitgegraven om er milieumonsters van te nemen. De uitgeschepte grond is op stapeltjes geplaatst en archeologisch geïnspecteerd voor de milieumonsters genomen zijn. Figuur 15: Het boren door de betonvloer Boring 5 is door Geonius doorgezet tot 5 meter onder het vloerniveau. De andere boringen zijn door Geonius tot 50 cm onder het vloerniveau doorgezet. ArcheoPro heeft deze boringen verdiept met behulp van een edelmanboor en een guts verdiept. Alle boringen zijn ingemeten met een meetlint en een waterpasinstrument. Boring 1 ligt vlak bij de ingang. Direct hierna volgt een geleidelijke helling naar onderen waarna de rest van de boringen in een horizontaal vlak liggen, ongeveer 35 centimeter lager dan het straatniveau. Versie:

93 Archeologische onderzoek Lage Barakken 22, Maastricht, Gemeente Maastricht. ArcheoPro Rapport, 12003, Pagina 22 De boringen laten een algemene opbouw zien waarbij de bovenste laag (40-80 cm) de toplaag is met de betonafdekking, baksteenvloer en zeer recent ophogingsmateriaal. Onder deze laag ligt een dikke, zwarte laag met daarin kalksteen, puin, aardewerk (18e eeuws) en veel meer (sub)recent materiaal. Deze ophogingslaag is duidelijk post-middeleeuws en totaal verstoord. In boring 2 is op 1.70 m onder het maaiveld een verbrand stuk leisteen aangetroffen (zie figuur 16, rechts). In de boringen 2, 4 en 5 is onder de verstoorde laag een laag zandige leem/klei aangetroffen. Dit materiaal is typisch voor afzettingen op het Geistingen terras. In boring 2 is in dit materiaal op 2.40 m onder het maaiveld, een slak gevonden van niet nader te definiëren ovenmateriaal (zie figuur 16, links). Onder deze zandige kleilaag ligt direct het grind op ongeveer 44 m +NAP. Dit is voor alle boringen die tot het grond zijn gezet ongeveer gelijk. Binnen het grind is dus nauwelijks variatie aanwezig. Deze diepte komt overeen met de gegevens uit het onderzoek van Becker en Van de Graaf op het noordelijk gelegen terrein. Uit dit onderzoek blijkt dat de zone direct westelijk van de Lage Barakken een verlaagde zone was met een laatmiddeleeuwse gracht. Westelijker lag een verhoogde zone. Het huidige plangebied reikt echter niet tot in deze zone zone (zie figuur 13). Figuur 16: Vondsten in boring 2. Links een slak die is aangetroffen op 2.4 m onder het maaiveld en rechts een verbrand stuk leisteen dat is aangetroffen op 1.70 onder maaiveld. Boring 1 is geplaatst op ongeveer één meter afstand van de kelder aan de straatkant. Mogelijk is de in deze boring vastgestelde diepe verstoring veroorzaakt tijdens de aanleg van de put die gegraven is voor de aanleg van de kelder (zie figuur 17). Figuur 17: Foto van boring 1 tot 350 cm onder maaiveld. Duidelijk zijn kalksteenbrokken en andere puin te zien. Versie:

94 Archeologische onderzoek Lage Barakken 22, Maastricht, Gemeente Maastricht. ArcheoPro Rapport, 12003, Pagina 23 Boring 3 kon niet verder doorgezet worden dan 1.1 m onder maaiveld omdat op een ondoordringbare puinlaag werd gestoten. Boring 5 is tot 5 meter onder het vloerniveau doorgezet om een peilbuis te slaan. Deze boring is geheel archeologisch begeleid. Tot 2.20 meter is de boring met een mechanische boor met een grote diameter gedaan. Tussen 2.20 en 2.70 m onder vloerniveau is met een edelmanboor gewerkt. Daaronder is tot 5 meter onder het vloerniveau met een ramguts gewerkt om door het grind heen te komen. Figuur 18: Het uit boorpunt 5 opgeboorde materiaal In de boringen 1 en 4 is op de overgang tussen de postmiddeleeuwse verstoorde laag en de moderne laag een keienlaag aangetroffen. Deze keienlaag is 1 kei dik (ongeveer 5 cm) en bestaat uit nauw aaneensluitende keien. Versie:

95 Archeologische onderzoek Lage Barakken 22, Maastricht, Gemeente Maastricht. ArcheoPro Rapport, 12003, Pagina 24 Figuur 19: Boorprofielen Versie:

96 Archeologische onderzoek Lage Barakken 22, Maastricht, Gemeente Maastricht. ArcheoPro Rapport, 12003, Pagina 25 Figuur 20: Boorpunten met verstoringsdiepten. Versie:

97 Archeologische onderzoek Lage Barakken 22, Maastricht, Gemeente Maastricht. ArcheoPro Rapport, 12003, Pagina 26 4 Conclusies en aanbevelingen (beleidsadvies) Volgens het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel geldt voor het plangebied een hoge verwachting voor wat betreft de aanwezigheid van archeologische resten daterend vanaf het laat-paleolithicum. De verwachting is met name hoog voor resten uit de Romeinse tijd, de middeleeuwen en de nieuwe tijd. Om de kans op het aantreffen van archeologische indicatoren zo groot mogelijk te maken zijn binnen het plangebied 5 boringen gezet met behulp van een guts en een edelmanboor. Uit de resultaten van het booronderzoek blijkt dat de bodem binnen het plangebied tot een diepte van m +NAP (2.20 m onder vloerniveau) sterk verstoord is. Het grindpakket begint op m +NAP (2.70 onder vloerniveau). De tussenliggende laag is aan de straatkant geheel verstoord. Binnen het grootste deel van het plangebied ligt tussen de verrommelde laag en het grind een zandige leemlaag. In deze laag is een slak gevonden van niet te bepalen ouderdom. De bodemingrepen binnen het plangebied reiken niet dieper dan de normale funderingsdiepte van 80 cm onder het maaiveld en blijven daarmee binnen de reeds verstoorde zone. De resultaten van het onderzoek geven derhalve geen aanleiding om archeologisch vervolgonderzoek te adviseren zolang de bodemingrepen niet dieper reiken dan twee meter onder het huidige vloerniveau. Daarmee wordt een buffer van 20 centimeter behouden tussen de bodemingreep en de zandige leemlaag. In verband met het volledig ontbreken van archeologische indicatoren binnen het plangebied, zijn de KNA-onderdelen Waardestelling en Beleidsadvies, in dit rapport niet nader uitgewerkt. In alle gevallen geldt dat indien archeologische materialen en/of sporen aangetroffen worden, deze gemeld dienen te worden bij de gemeente Maastricht, conform Monumentenwet 1988, laatste wijziging van 1 september 2007, paragraaf 7, artikel 53 en verder. Versie:

98 Archeologische onderzoek Lage Barakken 22, Maastricht, Gemeente Maastricht. ArcheoPro Rapport, 12003, Pagina 27 Verklarende woordenlijst: BP: Before Present (present = 1950) GPS: Global Positioning System IVO: Inventariserend VeldOnderzoek NAP: Normaal Amsterdams Peil. RCE: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed SIKB: Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer Archeologische tijdschaal Periode Datering Midden- en Laat Paleolithicum (oude steentijd) Mesolithicum (midden steentijd) Neolithicum (nieuwe steentijd) Bronstijd IJzertijd v. chr. Romeinse tijd 12 v chr n. chr. Vroege middeleeuwen Volle middeleeuwen Late middeleeuwen Nieuwe tijd heden Bronnen Grote historische Provincie Atlas van Nederland; deel 4 Zuid-Nederland : Topografische dienst Wolters Noordhoff Groningen 1990 Grote historische topografische Provincie Atlas Limburg; : Nieuwland Tilburg 2006 Grote topografische atlas van Nederland 1: Deel 4 Zuid-Nederland. Topografische dienst. Wolters Noordhoff Groningen 1997 Kadastrale minuut 1830 met aanwijzende tafels, ( Kadaster Topografische Dienst, Top25Raster, Top10Vector, GBKN kaarten, Emmen 2008 Luchtfoto, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, IKAW 2 (Indicatieve kaart Archeologische Waarden), Amersfoort. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, AMK (Archeologische monumentenkaart), Amersfoort. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, ARCHIS II (Archeologisch Informatie Systeem), Rijkswaterstaat, Servicedesk Data, AHN (Actueel Hoogtebestand Nederland), Delft. Stichting voor Bodemkartering, Bodemkaart van Nederland 1: Wageningen, Versie:

99 Archeologische onderzoek Lage Barakken 22, Maastricht, Gemeente Maastricht. ArcheoPro Rapport, 12003, Pagina 28 Stichting voor Bodemkartering: Geomorfologische kaart van Nederland 1:50.000, Staring Centrum, Wageningen, 1989 Stichting voor Bodemkartering, Geologische kaart van Nederland 1: Wageningen, Twaalf provinciën Atlas van topografische kaarten. Nederland Uitgeverij twaalf provinciën. Landsmeer. Literatuur Berendsen, H.J.A. & E. Stouthamer, Palaeogeographic development of the Rhine-Meuse delta, The Netherlands. Assen. Cate, J. A. M. ten. A. F. van Holst, H. Kleijer en J. Stolp, Handleiding bodemgeografisch onderzoek; richtlijnen en voorschriften. Deel A: Bodem. Wageningen, DLO-Staring Centrum. Technisch Document 19A. Es. Van W.A., Sarfatij, H. & P.J. Woltering (red.) Archeologie in Nederland; De rijkdom van het bodemarchief. Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek. Amersfoort. Kramer, J. de., Archeologisch burfeauonderzoek & inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase & beperkt inventariseren bouwhistorisch onderzoek Lage Barakken / Bourgognestraat, Maastricht, Gemeente Maastricht, Becker en van de Graaf rapport 961. Kuiper, M. 2006/2007. Atlas van topografische kaarten Nederland, Uitgeverij 12 Provinciën, Landsmeer. Leidraad inventariserend veldonderzoek; Deel: karterend booronderzoek (SIKB, 2006) Renes, J. De geschiedenis van het Zuidlimburgse cultuurlandschap, Maastricht, 1988 Versie:

100 Archeologische onderzoek Lage Barakken 22, Maastricht, Gemeente Maastricht. ArcheoPro Rapport, 12003, Pagina 29 Bijlage 1: Boorbeschrijving Algemene kopgegevens Soort boring BAR Projectnummer Projectnaam Lage Barakken 22, Maastricht Deelgebied Nvt Organisatie ArcheoPro OM-nummer XX coördinaatsysteem RD2000 Coördinaatsysteemdatum ETRS89 Locatiebepaling GPS en meetlint Referentievlak NAP Bepaling maaiveldhoogte AHN Waterpas Boormethode Guts en edelman Boordiameter 3 cm en 15 cm Opdrachtgever PP Projectontwikkeling Posities van de boringen (boorlocaties) Boornummer XCO YCO MA, M s tov NAP Boorbeschrijving volgens ASB 5.1 Boor LDO Lithologie Kleur Overige kenmerken AIS Nr GD B K BS BZ B G BH HK TK IK VL K C O PLH VS SST BHN BI GI 1 60 L VRS Baklsteen, mergel 70 G Keilaag 210 L VRS Baksteen 350 L VRS 355 G BHC 2 80 L BR DO 220 L ZW VRS Mergel, aardewerk, leisteen 275 L BR VRS Mergel 300 G BHC L BR DO VRS 110 Ondoordringbaar puin 4 60 L BR DO 65 G VRS keilaag 80 L BR DO VRS 250 L ZW VRS 280 L BR 285 G BHC 5 45 L BR DO VRS Aardewerk 18e eeuws, mergel 53 L ZW VRS mergel, baksteen, anthraciet 220 L BR DO VRS mergel, baksteen, anthraciet 270 L 1 BR 500 G BHC Versie:

101 Archeologische onderzoek Lage Barakken 22, Maastricht, Gemeente Maastricht. ArcheoPro Rapport, 12003, Pagina 30 Betekenis van de afkortingen: LDO Onderzijde boortraject Lithologie: GD Onverharde sedimenten: G = grind, K = klei, L = leem, V = veen en Z = zand Bijmengsels: BK = bijmengsel klei, BS = bijmengsel silt, BZ =bijmengsel zand, BG= bijmengsel grind, BH = bijmengsel humus. Betekenis toegevoegde cijfers: 1 = zwak, 2 = matig, 3 = sterk en 4 = uiterst. Kleur: HK = hoofdkleur, BL = blauw, BR = bruin, GE = geel, GN = groen, GR = grijs, OL = olijf, OR =oranje, PA = paars, RO = rood, RZ = roze, WI = wit, ZW = zwart. TK = Tweede kleur (kleurafkortingen als boven). IK = Intensiteit kleur: LI = licht en DO = donker VLK = Vlekken (V): 2 e en 3 e letter is kleurafkorting als boven, 1 = weinig, 2 = matig, 3= veel Overige kenmerken: CO = Consistentie (C ): ZSL-zeer slap, SLA-slap, MSL-matig slap, MST-matig stevig, STV-stevig PLH = plantenresten (PL0 = geen, PL1 = spoor, PL2 = weinig, PL3 = veel) VS = veensoorten SST = Sedimentaire structuren BHN = Bodemhorizont; BHC = C-horizont BI = Bodemkundige interpretaties; BOV = bouwvoor, ROG = rommelig, OPG = opgebracht, VRS = Verstoord GI = Geologische interpretaties AIS = Archeologische indicatoren Versie:

102 Bijlage 1, inhoudelijke behandeling zienswijzen VTH WB Behorende bij het besluit tot het verlenen van ontheffing van de voorschriften van het bestemmingsplan ex. artikel 3:10 van de Wet op de ruimtelijke ordening, artikel 2.1 en 3.10 Wabo, voor het bouwen van 4 woningen op het perceel gelegen Lage Barakken 22. Tegen het voornemen om ontheffing te verlenen zijn zienswijzen ingediend door; - Rousseau en Maessen, Bourgognestraat 25A, 6221 BW Maastricht - L. v. Hommerich, Bourgognestraat 25, 6221 BW Maastricht - J. Peeters en G. Haasen, Bourgognestraat 27, 6221 BW Maastricht - M. Weltens, Bourgognestraat 29, 6221 BW Maastricht - G. Cleef, Bourgognestraat 31A, 6221 BW Maastricht - G. Abbing, Bourgognestraat 31, 6221 BW Maastricht De zienswijzen kunnen als volgt worden samengevat; - 1 inkijk vanaf nieuwe woningen, balkons en tuin naar woningen aan de Bourgognestraat; - 2 geluidhinder bewoning, kinderen en startende auto s; - 3 verminderde daglichttoetreding en bezonning tuin woningen aan de Bourgognestraat; - 4 verminderde veiligheid door mogelijke inbraak via het perceel Lage Barakken 22; - 5 nieuwbouw binnen het beschermd stadsgezicht wordt als lelijk ervaren; - 6 onduidelijk wat gebeurt met de muur in de erfgrens; - 7 extra privacy verlies door hoger gelegen perceel Lage Barakken 22; - 8 overlast door bouwproces; - 9 waarvermindering pand vanwege nieuwbouw; - 10 afname woongenot, ruimtelijke waarde. Inhoudelijke afweging zienswijzen; - 1 qua uitzicht op naburig erf voldoet het plan aan artikel 695 van het Burgerlijk Wetboek; - 2 binnen een voor bewoning bestemd gebied en in een stedelijke omgeving dient geluid van kinderen en bewoning getolereerd te worden en op grond van artikel lid 1 van de bouwverordening dient voorzien te worden in 5 parkeerplaatsen; verder is de bestaande loods momenteel in gebruik als parkeergarage voor 14 auto s, dat zijn 9 auto s meer dan het aantal parkeerplaatsen waarin het bouwplan voorziet; - 3 de daglichttoetreding en bezonning worden slechts marginaal verminderd t.g.v. het nieuwe bouwvolume op de erfgrens, omdat het bestaande bouwvolume van de loods, qua afmetingen en situering nagenoeg hetzelfde is als het nieuwe bouwvolume. De bezonning en daglichttoetreding zal toenemen omdat de plaatstalen opbouw (+/- 2 meter hoog) op de muur in de erfgrens verwijderd wordt. Verder blijkt uit artikel 3.78 lid 2a van het Bouwbesluit dat belemmering t.g.v. bouwwerken die op een ander perceel staan bij de berekening van daglichttoetreding buiten beschouwing dienen gelaten te worden; Verder bevindt de nieuwbouw zich op een afstand van gemiddeld 15 meter vanaf de hoofdgebouwen aan de Bourgognestraat. Waarbij vanwege de afstand tot de bestaande woningen eveneens geen sprake meer kan zijn van belemmering van daglichttoetreding; - 4 op het binnenterrein wordt verlichting geplaatst en de bestaande muur met een hoogte van 2,5 meter in de erfgrens met de woningen aan de Bourgognestraat blijft gehandhaafd, door het toevoegen van 4 woningen is er sprake van een toename van de sociale controle in dit gebied waardoor de kans op inbraken afneemt, de veiligheid wordt daardoor niet onevenredig aangetast; - 5 de Welstands-/Monumentencommissie van 20 maart 2013 akkoord bevonden, de ligging in het beschermde stadsgezicht is daarin overwogen. De zienswijze dat het plan niet voldoet wordt niet onderbouwd door een advies van een onafhankelijke deskundig commissie. Derhalve zijn wij van mening dat het plan voldoet aan redelijke eisen van welstand, ook in het beschermde stadsgezicht; - 6 de muur in de erfgrens blijft gehandhaafd en de opbouw van plaatstaal wordt verwijderd; - 7 ondanks het hoogteverschil van +/- 50 cm tussen de achtertuinen aan de Bourgognestraat en het binnenterrein aan de Lage Barakken kan er geen sprake zijn van onevenredig privacy-verlies omdat de bestaande muur van 2,5 meter hoogte gehandhaafd wordt; - 8 de overlast tijdens het bouwen dient qua geluidhinder, trillingen en stof te voldoen aan artikel 8.4, 8.5 en 8.6 van het Bouwbesluit. Onze toezichthouder zal er tijdens de bouw op toezien dat aan deze eisen voldaan wordt; - 9 Uit een planschaderisicoanalyse is gebleken dat er geen sprake is van planschade. Mocht u van mening zijn dat er wel sprake is van planschade dan kunt u een onderbouwde claim inzake

103 planschade gestuurd worden aan de gemeente Maastricht; - 10 Uit de ruimtelijke onderbouwing blijkt dat er geen sprake is van afname van het woongenot of ruimtelijke Waarden, het plan voldoet aan de parkeereis ingevolge de Bouwverordening en door het verdwijnen van de bedrijfsfunctie is er minder kans op geluid- en geuroverlast. Conclusie; Gelet op het vorenstaande zijn wij van mening dat alle belangen tegen elkaar afwegende het voorliggende plan voor de nieuwbouw van 4 woningen op het perceel gelegen Lage Barakken 22 verleend kan worden middels het verlenen van ontheffing op grond van Artikel 3.10 van de Wet op de ruimtelijke ordening, artikel 2.1 en 3.10 Wabo. De kenbaar gemaakte zienswijzen geven geen aanleiding om van de voorgenomen besluitvorming af te zien. Deze weerlegging van de zienswijzen maakt tevens onderdeel uit van de omgevingsvergunning.

104

105

106

107

108

109

110

111

112

113

114

115

116

117

118

119

120

121

122

123

124

125

126

127

128

129

130

131

132

133

134

135

136

137

138

139

140

141

142

143

144

145

146

147

148

149

150

151

152

153

154

155

156

157

158

159

160

161

162

163

164

165

166

167

168

169

170

171

172

173

174

175

176

177

178

179

180

181

182

183

184

185

186

187

188

189

190

191

192

193

194

195

196

197

198

199

200

201

202

203

204

205

206

207

208

209

210

211

212

213

214

215

216

217

218

219

220

221

222

223

224

225

226

227

228

229

230

231

232

233

234

235

236

237

238

239

240

241

242

243

244

245

246

247

248

249

250

251

252

253

254

255

256

257

258

259

260

261

262

263

264

265

266

267

268 Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. een omgevingsvergunning voor de realisering van vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht ontwerp voor vooroverleg ontwerp voor terinzagelegging vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Maastricht d.d. IDN-code : NL.IMRO.0935.ovLageBarakken22-ow01 Datum laatste wijziging : 13 november 2012

269 Ruimtelijke Onderbouwing Inhoud 1 Inleiding 3 2 Ruimtelijke onderbouwing Ligging en beschrijving projectlocatie en omgeving Het bouwplan Vigerend bestemmingsplan Beleidskader Rijksbeleid Provinciaal en regionaal beleid Gemeentelijk beleid Milieuaspecten Bodem Geluid Externe veiligheid Luchtkwaliteit Water Archeologie Flora en Fauna Overige milieuaspecten Ruimtelijke effecten van het plan op de omgeving Maatschappelijke uitvoerbaarheid Economische uitvoerbaarheid Motivering 35 Bijlage Verbeelding bij omgevingsvergunning Separate bijlagen: Separate bijlage 1: Separate bijlage 2: Separate bijlage 3: Geonius Milieu BV, Actualiserend bodemonderzoek ter plaatse van de locatie Lage Barakken 22 te Maastricht, rapportnummer MB , d.d ; ArcheoPro, Inventariserend veldonderzoek, Lage Barakken 22 te Maastricht, rapportnummer 12003, d.d ; Peeters Econsult, Verkennend natuurwaardenonderzoek, Locatie Lage Barakken 22 te Maastricht, rapportnummer 223, d.d Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 2 - pagina 2 -

270 Ruimtelijke Onderbouwing 1 Inleiding PP Projectontwikkeling BV heeft het plan opgevat op het perceel Lage Barakken 22, na sloop van de bestaande, achter de woningen gelegen bedrijfsloods, vier stadswoningen op maaiveld te realiseren met bijbehorende parkeervoorzieningen. Het college van Burgemeester en Wethouders van Maastricht heeft in haar vergadering d.d onder voorwaarden haar principemedewerking toegezegd ten aanzien van dit bouwplan. De beoogde ontwikkeling is in strijd met de voorschriften behorende bij het vigerende bestemmingsplan Sint Maartenspoort-Wyck. De gemeente Maastricht is bereid deze strijdigheid weg te nemen, waarbij gekozen is voor een omgevingsvergunning ex artikel 2.1, eerste lid, onder c./2.12, eerste lid, onder a., sub 3 Wabo als te voeren ruimtelijke procedure. Als onderdeel van de genoemde procedure ten behoeve van de omgevingsvergunning dient een goede ruimtelijke onderbouwing te worden opgesteld, waarin het plan en de beleidsmatige en ruimtelijkstedenbouwkundige afweging ten behoeve van de realisering van het plan dienen te zijn verwoord. Het voorliggende plan voorziet in deze vereisten. De voor de omgevingsvergunning ex artikel 2.1, eerste lid, onder c./2.12, eerste lid, onder a., sub 3 Wabo te volgen procedure is geregeld in paragraaf 3.3 Wabo. Documenten bij deze ruimtelijke onderbouwing De ruimtelijke onderbouwing gaat vergezeld van een verbeelding (een eenvoudige verbeelding met de begrenzing van projectlocatie en een koppeling naar de ruimtelijke onderbouwing met bijlagen); de analoge versie van deze verbeelding is opgenomen in bijlage 1 van deze ruimtelijke onderbouwing met nummer NL.IMRO.0935-ovLageBarakken22-ow01. Naast de voorliggende ruimtelijke onderbouwing met verbeelding behoren de volgende documenten bij de omgevingsvergunning voor deze locatie: - een actualiserend bodemonderzoek (separate bijlage 1); - een archeologisch onderzoek (separate bijlage 2); - een ecologisch onderzoek (separate bijlage 3). Leeswijzer Deze ruimtelijke onderbouwing is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 2 vormt de feitelijke ruimtelijke onderbouwing. In dit hoofdstuk wordt in paragraaf 2.1 de projectlocatie beschreven en wordt in paragraaf 2.2 het bouwplan voor deze locatie plan besproken. In paragraaf 2.3 wordt de planologisch-juridische regeling zoals opgenomen in het vigerende bestemmingsplan toegelicht. Paragraaf 2.4 behandelt de relevante ruimtelijke beleidskaders van de verschillende overheidslagen. Vervolgens wordt in paragraaf 2.5 aandacht besteed aan de milieuhygiënische aspecten dit in het kader van deze planvorming van belang zijn. De aspecten water, archeologie, Flora en fauna en overige milieuaspecten komen in respectievelijk paragraaf 2.6, 2.7, 2.8 en 2.9 aan bod. Paragraaf 2.10 geeft de ruimtelijke effecten van de ontwikkeling op de omgeving aan en in paragraaf 2.11 wordt de voor deze omgevingsvergunning noodzakelijke procedure aangegeven. Het hoofdstuk wordt afgesloten met de economische uitvoerbaarheid in paragraaf 2.12 Hoofdstuk 3, getiteld Motivatie vat het verhaal samen en vormt de eindconclusie van deze ruimtelijke onderbouwing. Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 3 - pagina 3 -

271 Ruimtelijke Onderbouwing 2 Ruimtelijke onderbouwing 2.1 Ligging en beschrijving projectlocatie en omgeving De projectlocatie is gelegen aan de Lage Barakken 22 in het stadsdeel Wyck te Maastricht. De locatie omvat één perceel, kadastraal bekend als gemeente Maastricht, sectie A, nummer Het perceel grenst aan de noordzijde aan de tuinen van de woningen aan de Bourgognestraat 25A- 31A, aan de oostzijde aan de Lage Barakken, aan de zuidzijde aan de woning Lage Barakken 24 en aan een onbebouwd binnenplein en aan de westzijde aan een binnenplein, behorend bij het wooncomplex rondom het Bourgogneplein. Op het onderstaande topografische kaartje is de ligging van de projectlocatie aangeduid middels het rode vlak: Op de onderstaande luchtfoto is de projectlocatie aangeduid (gezien vanuit noordelijke richting). Hier is de compact hoogstedelijke bebouwing te zien aan de Lage Barakken en de direct aanliggende Bourgognestraat en het Bourgogneplein. De binnenpleinen zijn herkenbaar door de aanwezige bomen en het plantsoen. De bebouwing van de bedrijfsloods, gelegen achter de bestaande woningen, steekt ver uit in westelijke richting. Binnenplaats Bourgogneplein Bourgognestraat Lage Barakken Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 4 - pagina 4 -

272 Ruimtelijke Onderbouwing De straat Lage Barakken maakt deel uit van het stadsdeel Wyck en verloopt van de Sint Maartenslaan in het noorden tot aan de Hoogbrugstraat in het zuiden. De straat wordt gekenmerkt door bebouwing in overwegend drie bouwlagen met een kap. In de straat kunnen twee functionele karakteristieke worden onderscheiden: - het noordelijk deel (Sint Maartenslaan-Percée) wordt gekenmerkt door hoofdzakelijk woningbouw (grondgebonden en gestapeld), afgewisseld met een beperkt aantal nietwoonfuncties, zoals een luxe hotel, een luxe winkel en enkele kleinschalige kantoor- of bedrijfsfuncties aan huis. Foto: noordelijk deel Lage Barakken: overwegend woningbouw, afgewisseld met beperkte niet-woonfuncties - het zuidelijk deel (vanaf de Percée tot aan de Hoogbrugstraat) wordt gekenmerkt door een meer industrieel karakter vanwege de bedrijvigheid die in deze straat gevestigd is en was. Ook hier heeft de woonfunctie de overhand, maar er is sprake van een meer gemêleerd beeld, waarbij woningen worden afgewisseld met (al dan niet nog in gebruik zijnde) werkplaatsen, garages en kantoorfuncties. Hierdoor is ook de bouwhoogte in dit gedeelte van de Lage Barakken sterk wisselend. De functionele verscheidenheid heeft de afgelopen decennia ook tot leegstand geleid. Gebouwen waarin functies kwamen te vervallen, konden vanwege de specifieke aard van de bebouwing (met name geschikt voor die bepaalde functie) niet zonder meer worden aangewend voor andere functies. Een bekend voorbeeld hiervan is het gebouwencomplex van en rondom de Cinema Palace, dat ruime tijd leeg heeft gestaan omdat er geen duidelijkheid bestond over een nieuwe, passende invulling ervan. Foto: locatie Cinema Palace (li.) en verscheidenheid bouwhoogte in zuidelijk deel Lage Barakken (re.). Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 5 - pagina 5 -

273 Ruimtelijke Onderbouwing In de vorige eeuw ontstond veel kleinschalige bedrijvigheid in dit bouwblok. Hierdoor werd het blok aan de binnenzijde volgebouwd met industriële gebouwen. De buitenkant kreeg meer openbare functies. Nu zijn de meeste werkplaatsen verdwenen en ook de bioscoop is gesloten. Het bouwblok staat sindsdien leeg en heeft een slechte uitstraling. Op dit moment is de nieuwe ontwikkeling van dit bouwvlak bekend en wordt gewerkt aan de realisering van een plan, dat bestaat uit de bouw van woningen, een hotel, een wellnesscentrum en een ondergrondse parkeergarage. Na oplevering van het nieuwe plan is een nieuwe passende entree van dit zuidelijke deel van de Lage Barakken gerealiseerd, hetgeen het gehele straatbeeld sterk zal doen verbeteren. Deze voor de Lage Barakken typerende ontwikkeling van vrijkomende industriële bebouwing is op kleinere schaal ook van toepassing op de loods achter het pand Lage Barakken 22, die gedurende lange tijd dienst deed als werkplaats van de alhier gevestigde glasslijperij en naamplatenfabriek. Na dat de loods leeg is komen te staan is hiervoor niet direct een nieuwe functie gevonden. Vestiging van een nieuwe bedrijfsfunctie ligt ook niet voor de hand, daar de woonfunctie in de loop der jaren dermate verdicht is dat een nieuwe bedrijfsfunctie moeilijker inpasbaar is geworden vanwege milieuhinder voor de omgeving. Tot op heden wordt de bedrijfsloods verhuurd voor het stallen van voertuigen. Thans ligt het initiatief voor de genoemde bedrijfsloods te slopen en op de vrijkomende gronden vier stadswoningen met parkeervoorzieningen te realiseren (hierover meer in paragraaf 2.2 van deze ruimtelijke onderbouwing). Het enige contact van de bedrijfsloods met de openbare weg wordt gevormd door de houten poort, die dienst deed als entree van de bedrijfsloods. Boven deze poort zijn appartementen gelegen, die als zodanig in stand blijven. Op de nevenstaande foto is de entree van de bedrijfsloods weergegeven. Op de onderstaande foto is het straatbeeld rondom Lage Barakken 22 weergegeven: Ingang bedrijfsloods Locatie Cinema Palace Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 6 - pagina 6 -

274 Ruimtelijke Onderbouwing De bedrijfsloods maakt een verouderde indruk. De loods bestaat uit twee bouwlagen, waarvan de begane grond wordt gebruikt als stalling voor voertuigen. De aanwezige vloer op de verdieping heeft zijn stabiliteit verloren. Deze verdieping heeft dan ook geen bedrijfsmatige functie meer. De onderstaande foto s geven een impressie van de huidige situatie in de bedrijfsloods. Aan de zuidzijde van het perceel is een historische muur gesitueerd, die intact zal blijven. De onderstaande foto is genomen vanaf het plantsoen (rechterfoto), dat direct ten zuiden van de projectlocatie is gelegen en dat te bereiken is vanaf een ingang aan de Lage Barakken. In de directe omgeving van de projectlocatie zijn aan het Bourgogneplein en de Bourgognestraat wooncomplexen gelegen met een hoogte van drie of vier bouwlagen. De realisering van woningbouw op deze plek levert, naast de ontwikkeling van de Palace-locatie een nieuwe positieve impuls op voor dit gedeelte van de Lage Barakken. Wederom wordt niet meer in gebruik zijnde industriële bebouwing gesloopt en vervangen door binnen deze (overwegend) woonomgeving passende woningen. Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 7 - pagina 7 -

275 Ruimtelijke Onderbouwing 2.2 Het bouwplan Het bebouwingsplan voor de vier stadswoningen is ontworpen door architectenbureau Jo van de Staay. De in deze paragraaf opgenomen tekeningen zijn van dit bureau afkomstig. De moeilijkheid van de herinrichting van deze locatie is gelegen in de beperkte oppervlakte en de langgerekte vorm van het beschikbare perceel. Het perceel heeft een diepte van circa 41 meter (gemeten vanaf de grens van de projectlocatie van deze omgevingsvergunning), dit is ter hoogte van de geprojecteerde slagboom aan het eind van de inrit) en heeft een maximale breedte van 16,5 meter. Op dit oppervlak worden vier stadswoningen gerealiseerd. Naast vier stadswoningen is tevens ruimte noodzakelijk voor de realisering van zeven parkeerplaatsen ten behoeve van het faciliteren van de parkeerbehoefte die, volgens het vigerende parkeerbeleid van de gemeente Maastricht, op eigen terrein dient plaats te vinden. Naast de beperkte ruimte dient ook rekening te worden gehouden met het bestaande voorhuis met bijbehorende bouwwerken, dat gelegen is aan de Lage Barakken aan de voorzijde van de projectlocatie. Het stedenbouwkundig inrichtingsplan van architectenbureau Jo van de Staay is hieronder weergegeven: terrassen/tuinen stadswoningen (3x) parkeerplaatsen (5x) historische muur stadswoning (1x) parkeerplaatsen (2x) entree/slagboom Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht Voorhuis Lage Barakken pagina 8 -

276 Ruimtelijke Onderbouwing Van de vier stadswoningen worden er drie aaneengesloten gebouwd in twee bouwlagen met een setback. De woningen worden plat afgedekt. De vierde woning is de vrijstaande stadswoning nabij de entree van de projectlocatie; deze wordt uitgevoerd in twee bouwlagen (zonder setback) en wordt eveneens plat afgedekt. De drie aanaangesloten woningen worden achter op het perceel gebouwd; de vrijstaande woning zal op ongeveer zes meter achter het bestaande voorhuis worden gerealiseerd. De dwarsdoorsnede van het gebied ziet er, gezien uit noordelijke richting, als volgt uit Voorhuis Lage Barakken vrijstaande stadswoning historische muur aaneengesloten stadswoningen tuinen (de grijze achtergrondlijnen zijn de contouren van de bestaande aansluitende bebouwing): voorhuis Lage Barakken vrijstaande stadswoning historische muur aaneengesloten stadswoningen tuinen De nieuwe bebouwing overschrijdt de hoogte van de bestaande omliggende bebouwing niet. De bouwhoogte van de vrijstaande stadswoning bedraagt 6,00 meter; de maximale bouwhoogte van de drie aaneengesloten stadswoningen bedraagt 8,70 meter. Daarbij moet worden opgemerkt dat deze alleen ter plekke van de setback wordt bereikt. Door toepassing van een setback wordt het bouwvolume beperkt en wordt de beleving van de bouwmassa vanaf de begane grond visueel minder overheersend. De voor- en achtergevel van het bouwblok met de drie aaneengesloten woningen is weergegeven op onderstaande afbeeldingen: Voorgevel, gezien vanaf entree binnenplein Achtergevel, gezien vanaf tuinen achterzijde Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 9 - pagina 9 -

277 Ruimtelijke Onderbouwing Deze drie woningen zijn aan de voor- en achterzijde voorzien van een terras op de derde bouwlaag. Aan de voorzijde is dat terras ruimer dan aan de achterzijde. De zijgevels worden blind uitgevoerd. Aan de westzijde is dat het gevolg van de ligging tegen de historische muur; aan de oostzijde is dat als gevolg van de ligging aangrenzend aan de tuinen behorende bij de woningen aan de Bourgognestraat. Hiermee worden privacybelemmeringen vermeden. Omdat beide zijgevels blind worden uitgevoerd dienen extra gevelopeningen te worden gecreëerd aan de voor- en achtergevel om voldoende lichtinval te kunnen garanderen. Vandaar dat op elke bouwlaag aan beide zijden gevelopeningen zijn geprojecteerd. De meest voor privacybelemmeringen gevoelige gevelopeningen bevinden zich aan de achtergevel van het bouwblok. Vanaf hier kijkt men echter uit op het binnenterrein van het wooncomplex aan het Bourgogneplein. Daarbinnen is sprake van gezamenlijk groen. De onderstaande luchtfoto laat de hier beschreven situatie zien: Te slopen bebouwing Binnenplaats aanpalend wooncomplex Er is als gevolg van de realisering van het bouwblok met de drie woningen geen sprake van onevenredige privacybelemmeringen voor de omgeving. Tenslotte is vóór en ten behoeve van deze woningen een parkeerzone met vijf parkeerplaatsen geprojecteerd. De voorgevel, de rechter- en de linkerzijgevel van de vrijstaande woning zijn op onderstaande afbeeldingen weergegeven: Voorgevel rechterzijgevel linkerzijgevel De rechterzijgevel is de gevel die gericht is naar de voorgevels van de aaneengesloten woningen. Deze gevel is op circa tien meter afstand van deze voorgevels gelegen. De in deze gevel opgenomen gevelopeningen zijn niet van invloed op de privacy voor de bewoners van de drie aaneengesloten woningen. De linkerzijgevel is de gevel die gericht is naar de achtergevel van het bestaande voorhuis. Deze gevels kent naast een toegangsdeur alleen een gevelopening in de vorm van een venster op de verdieping. Dit venster bevindt zich op de slaapkamer, waardoor geen sprake zal zijn van onevenredige privacybelemmeringen voor de bewoners van het voorhuis. De achtergevel is, evenals de zijgevel van het bouwblok met de drie aaneengesloten woningen, tegen de bestaande historisch muur geprojecteerd. Er is als gevolg van de realisering van deze vrijstaande woning geen sprake van onevenredige privacybelemmeringen voor de omgeving. Tenslotte worden vóór en ten behoeve van deze woning twee parkeerplaatsen geprojecteerd. Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 10 - pagina 10 -

278 Ruimtelijke Onderbouwing 2.3 Vigerend bestemmingsplan De gronden van de voorliggende projectlocatie zijn planologisch-juridisch geregeld in het vigerende bestemmingsplan St. Maartenspoort/Wyck (vastgesteld d.d ) en zijn daarin bestemd tot Gemengd gebied (GD). De als zodanig aangegeven gronden zijn bestemd voor: - detailhandel/dienstverlening; - wonen en aan huis gebonden beroepen; - kantoren met en zonder baliefunctie; - galeries en ateliers; - publiekverzorgende ambachtelijke bedrijvigheid; - forumfuncties; - verkeers- en verblijfsdoeleinden; - additionele voorzieningen. Op onderstaande uitsnede van de plankaart is de projectlocatie (binnen de blauwe lijn) aangeduid binnen de bestemming Gemengd gebied : projectlocatie De woonfunctie is, conform het bij de voorschriften opgenomen functieschema, op alle bouwlagen toegestaan. De bouw van nieuwe woningen is op basis van dit bestemmingsplan echter niet mogelijk. De met dit plan beoogde bouw van vier stadswoningen is derhalve strijdig met het bestemmingsplan. Er zijn geen binnenplanse mogelijkheden in de vorm van vrijstellings- of wijzigingsbevoegdheden in het bestemmingsplan opgenomen, die dit bouwplan alsnog mogelijk kunnen maken. De strijdigheid met het bestemmingsplan kan alleen buitenplans worden weggenomen door òfwel een (partiële) herziening van het bestemmingsplan ex artikel 3.8 Wro òfwel een omgevingsvergunning met planologische wijziging ex artikel 2.1, eerste lid, onder c./2.12, eerste lid, onder a., sub 3 Wabo. Het College van Burgemeester en Wethouders heeft gekozen voor de laatstgenoemde procedure. Op de kaart Ruimtelijke en functionele karakteristiek, behorende bij het vigerende bestemmingsplan, is voorts aangegeven dat de projectlocatie gelegen is binnen zone C van het beschermd stadsgezicht. Het plangebied is opgedeeld in zones van verschillend beschermingsbelang. Deze zones zijn aangegeven op de kaart ruimtelijke en functionele karakteristiek. In gebieden met aanduiding Zone C is met name behoud van het stratenpatroon Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 11 - pagina 11 -

279 Ruimtelijke Onderbouwing van belang in samenhang met de schaal van de bebouwing, waaronder monumenten. In deze zone is ook een aantal gebieden opgenomen zonder eigen historische kenmerken, die vanwege hun directe geografische relatie met essentiële delen van het stadsgezicht in de bescherming zijn betrokken en waarvan de schaal van de (toekomstige) bebouwing dient te zijn afgestemd op de aangrenzende historische waarden. De projectlocatie bestaat aan de straatzijde uit een toegangspoort die toegang biedt tot de daarachter gelegen bedrijfsloods, met daarboven bestaande woningen. De bestaande bebouwing boven en aan weerszijden van de poort heeft geen betrekking op de projectlocatie. Hierdoor is geen sprake van aantasting van het beschermd stadsgezicht op basis van de als waardevol benoemde onderdelen van het stadsgezicht in zone C. 2.4 Beleidskader Rijksbeleid Structuurvisie Infrastructuur en Milieu (SVIR) De structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) geeft een totaalbeeld van het huidige ruimtelijke en mobiliteitsbeleid op Rijksniveau. Centrale doel van de SVIR is Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028). Dit gebeurt aan de hand van drie deeldoelen waaraan 13 nationale belangen zijn gekoppeld. Het Rijk is verantwoordelijk voor het veiligstellen van de deze 13 nationale belangen. Doel Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijkeconomische structuur van Nederland Het verbeteren en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke en cultuurhistorische waarden behouden zijn Nationaal belang - een excellente ruimtelijk-economische structuur van Nederland door een aantrekkelijk vestigingsklimaat in en goede internationale bereikbaarheid van de stedelijke regio's met een concentratie van ruimte voor het hoofdnetwerk voor (duurzame) energievoorziening en de energietransitie; - ruimte voor het hoofdnetwerk voor vervoer van (gevaarlijke) stoffen via buisleidingen; - efficiënt gebruik van de ondergrond. - een robuust hoofdnet van wegen, spoorwegen en vaarwegen rondom en tussen de belangrijkste stedelijke regio s inclusief de achterlandverbindingen; - betere benutting van de capaciteit van het bestaande mobiliteitssysteem; - het in stand houden van het hoofdnet van wegen, spoorwegen en vaarwegen om het functioneren van het mobiliteitssysteem te waarborgen. - verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water) en bescherming tegen geluidsoverlast en externe veiligheidsrisico's, ruimte voor waterveiligheid, een duurzame zoetwatervoorziening en kaders voor klimaatbestendige stedelijke (her)ontwikkeling; - ruimte voor behoud en versterking van (inter)nationale unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten; - ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora- en faunasoorten ruimte voor militaire terreinen en activiteiten; - zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten. De SVIR kent een realisatieparagraaf, waarin per nationaal belang de aanpak is uitgewerkt op basis van lopende en voorziene projecten. Voor het juridisch borgen van de nationale belangen uit de SVIR heeft het Rijk, op basis van de Wro, twee besluiten waarmee dat mogelijk is: Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 12 - pagina 12 -

280 Ruimtelijke Onderbouwing - het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro): het Barro geeft de juridische kaders die nodig zijn om het vigerend ruimtelijk rijksbeleid te borgen, met daarin vooralsnog opgenomen. Het Barro zal in de loop van 2012 worden uitgebreid met onderwerpen: - project Mainportontwikkeling Rotterdam; - militaire terreinen en -objecten; - de Wadden; - de kust (inclusief primaire kering); - de grote rivieren; - de werelderfgoederen. - het Besluit ruimtelijke ordening (Bro): het Bro stelt vanuit de Rijksverantwoordelijkheid voor een goed systeem van ruimtelijke ordening juridische kaders aan de processen van ruimtelijke belangenafweging en besluitvorming bij de verschillende overheden. De ladder van duurzame verstedelijking wordt in de loop van 2012 in het Bro opgenomen. De SVIR bepaalt welke kaderstellende uitspraken zodanig zijn geformuleerd dat deze bedoeld zijn om beperkingen te stellen aan de ruimtelijke besluitvormingsmogelijkheden op lokaal niveau. Deze zijn of worden opgenomen in het Barro. Van de provincies en de gemeenten wordt gevraagd de inhoud daarvan te laten doorwerken in de ruimtelijke besluitvorming. Zij zijn dus concreet normstellend bedoeld en worden geacht direct of indirect, (dat wil zeggen door tussenkomst van de provincie), door te werken tot op het niveau van de lokale besluitvorming, zoals de vaststelling van bestemmingsplannen. Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) Het kabinet heeft in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) vastgesteld dat voor een beperkt aantal onderwerpen de bevoegdheid om algemene regels te stellen zou moeten worden ingezet. Het gaat om de volgende nationale belangen: Rijksvaarwegen, Mainportontwikkeling Rotterdam, het kustfundament, de grote rivieren, de Waddenzee en het Waddengebied, defensie, ecologische hoofdstructuur, erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde, hoofdwegen en hoofdspoorwegen, elektriciteitsvoorziening, buisleidingen van nationaal belang voor vervoer van gevaarlijke stoffen, primaire waterkeringen buiten het kustfundament en IJsselmeergebied (uitbreidingsruimte). Er zijn ten behoeve van onderhavig bouwplan geen onderwerpen van Rijksbelang uit het Barro die in het kader van het voorliggende projectafwijkingsbesluit dienen te worden beschouwd Provinciaal en regionaal beleid POL 2006 (Actualisatie januari 2011) Op 22 september 2006 is het POL 2006 vastgesteld door Provinciale Staten van Limburg. Net als het eerste POL (uit 2001) is POL 2006 een integraal plan dat bestaande, verschillende plannen voor de fysieke omgeving op de beleidsterreinen milieu, water, ruimte, mobiliteit, cultuur, welzijn en economie integreert. Het bevat de provinciale visie op de ontwikkeling van Limburg en beschrijft voor onderwerpen waar de provincie een rol heeft de ambities, de context en de hoofdlijnen van de aanpak. POL 2006 is het beleidskader voor de toekomstige ontwikkeling van Limburg tot een kwaliteitsregio, die zich bewust is van de unieke kwaliteit van de leefomgeving en de eigen identiteit. Ten behoeve van de kwaliteitsregio Limburg wordt ingezet op duurzame ontwikkeling. Dat is een ontwikkeling die tegemoetkomt aan de behoeften van de huidige generatie zonder de mogelijkheden van toekomstige generaties in gevaar te brengen om ook in hún behoeften te voorzien. In 2010 en begin 2011 zijn beperkte delen van het POL aangevuld op basis van gewijzigde beleidsstukken, waaronder POL-aanvullingen. Op 'Kaart 1 Perspectieven' van het POL (zie onderstaande uitsnede) is het plangebied aangeduid als Stedelijke bebouwing (P9) (roze kleur). Deze gebieden dienen ter bevordering en concentratie van Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 13 - pagina 13 -

281 Ruimtelijke Onderbouwing de stedelijke dynamiek; dit betreft alle aanwezige en/of geplande voorzieningen op het gebied van wonen, sociaal-culturele voorzieningen, diensten, kantoren, solitaire bedrijven, winkelcentra, plantsoenen, sportvoorzieningen, wegen en dergelijke. De verstedelijkingsopgave dient zoveel mogelijk in deze gebieden een plaats te krijgen. Het initiatief past derhalve binnen de uitgangspunten van Perspectief P9. Op de onderstaande uitsnede uit de genoemde POL-kaart is de projectlocatie aangeduid in het rode vlak: De overige hoofdbeleidskaarten van het POL bevatten geen specifieke uitgangspunten voor deze projectlocatie. Het plan voldoet derhalve aan de uitgangspunten van het POL. Provinciale Woonvisie Limburg Gedeputeerde Staten van Limburg hebben d.d de Provinciale Woonvisie vastgesteld. Hierin staat beschreven hoe de woningvoorraadontwikkeling de komende jaren vorm gegeven zou kunnen worden, welke rollen en taken de provincie daarbij kan vervullen en hoe de provincie deze ambities tracht te realiseren. De provincie is ervoor verantwoordelijk dat woningbouwplannen op bovenlokaal niveau op elkaar worden afgestemd en vervult daarbij een rol als aanjager, regisseur, stimulator en intermediair tussen diverse partijen. Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 14 - pagina 14 -

282 Ruimtelijke Onderbouwing Het afgelopen decennium is een omslag aan de orde geweest van het door de provincie per gemeente toekennen van woningbouwcontingenten (tot 2001), naar het vaststellen van Regionale Volkshuisvestingsplannen (RVP s) door provincie en regio s gezamenlijk ( ) tot het werken met enerzijds een Provinciale Woonvisie en anderzijds regionale woonvisies ( ). De tijdshorizon voor de Provinciale Woonvisie en de regionale woonvisies loopt momenteel af. In het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) zijn de kaders gegeven: de algemene spelregels en uitgangspunten. Bovendien is het provinciaal belang rond het thema wonen vastgelegd. De provincie heeft met de in 2009 vastgestelde POL-aanvulling Verstedelijking, Gebiedsontwikkeling en Kwaliteitsverbetering een start gemaakt met het markeren van haar aangepaste rolopvatting. Daarbij gaat het met name om de nieuwe manier van programmeren en afstemmen van de woningvoorraadontwikkeling in Limburg. Parallel hieraan vindt in de acht regionale woonvisies nadere concretisering plaats. Langetermijnvisie Voor het beleidsveld wonen kan de provinciale doelstelling worden samengevat als: Het streven naar de juiste woning op de juiste plek (en op het juiste moment beschikbaar). Deze doelstelling stelt de woonconsument centraal. De provincie is ervan overtuigd dat een omslag van een aanbodgerichte naar een vraaggerichte woningmarkt noodzakelijk is en bijdraagt aan goed leven in Limburg. Het gaat er om een goed functionerende woningmarkt (en uiteindelijk leefomgeving) te scheppen en in stand te houden, waarin alle betrokkenen in hun behoeften kunnen voorzien, en waarin dat ook in de toekomst voor de toekomstig betrokkenen mogelijk zal zijn. Welbeschouwd gaat het dus om duurzame ontwikkeling. Kortetermijnvisie Om de doelstelling op de langere termijn te realiseren streeft de provincie op de kortere termijn naar een kwalitatief goede en passende woningvoorraad met voldoende betaalbare woningen die voor de betreffende doelgroepen in voldoende mate beschikbaar zijn. De bestaande woningvoorraad voldoet, mede gezien de demografische ontwikkelingen, deels niet meer aan de huidige en toekomstige woningbehoefte. De provincie ziet hier voor Limburg zowel een kwantitatieve als een kwalitatieve opgave. De Regio s Volgens de prognoses neemt in Zuid-Limburg als geheel de woningbehoefte vanaf 2014 af; Midden- en Noord-Limburg volgen later (2025/2029). In alle regio s staat daar een forse en kostbare herstructureringsopgave tegenover. De financieringsinstrumenten zoals we ze nu kennen zijn niet meer toereikend. Dit vraagt om een aanpak waarbij herstructurering en transformatie van bestaande woongebieden aan de ene kant en ontwikkeling van woningen aan de andere kant onlosmakelijk met elkaar verbonden moeten worden. Zuid-Limburg De afgelopen tien jaar krimpt de regio al. Dit zet zich verder door. Telt de regio nu (2010) bijna inwoners, in 2030 zijn dat er volgens de prognose (Progneff 2010) nog maar Een afname met , ofwel circa 12%. De piek in het huishoudensaantal is bijna bereikt en zal in 2013 liggen op ruim huishoudens. Daarna zet zich een gestage daling in. In 2030 zullen er ruim huishoudens zijn. Dat is huishoudens minder dan in 2010 (6%). Daarna zal de daling van het aantal huishoudens versneld doorzetten. 55-Plushuishoudens zijn en blijven lange tijd de groeiende doelgroep. In 2030 is 55% van de huishoudens jonger dan 55 jaar en circa 15% is 75-plus. De opgave voor de regio staat in het teken van vervangen en definitief onttrekken van woningen aan de voorraad. Er is sprake van een flinke transformatieopgave, waarin sloop zonder vervanging in toenemende mate aan de orde zal zijn. Naast overschotten in de huursector die reeds lange tijd werden voorzien blijkt nu ook de koopsector nadrukkelijk de effecten van krimp en mismatch tussen woning en woonwens te gaan merken. Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 15 - pagina 15 -

283 Ruimtelijke Onderbouwing Op te merken is dat het toenemend besef er is dat de (minimale) beschikbare plancapaciteit ten dienste staat van transformatie van de woningvoorraad en niet of nauwelijks voor de (wederom) minimale kwantitatieve additionele behoefte, dat de feitelijke sloop- en transformatieambities moeten worden opgeschroefd en dat er letterlijk veel (groene) ruimte kan gaan ontstaan in de regio. In Zuid-Limburg wordt ingezet op het programmatisch transformeren van de bestaande woningvoorraad naar de toekomstig gewenste kwaliteiten en samenstelling. De nog te realiseren nieuwe woningen in steden en dorpen staan in dienst van en dragen bij aan deze transformatieopgave. De omvorming van de woningvoorraad, het wegnemen van het acute woningoverschot zal voor 90 tot 95% binnen de stadsregio s moeten worden waargemaakt, door middel van herstructurering, sloop en vervangende nieuwbouw. Binnen de stadsregio s dienen de nieuwe activiteiten zoveel mogelijk geconcentreerd te worden in de bestaande stedelijke bebouwing. Woonregio Maastricht Mergelland Deze woonregio bestaat uit de gemeenten Maastricht, Meerssen, Eijsden, Margraten (thans Eijsden-Margraten), Valkenburg, Gulpen-Wittem en Vaals. Kwalitatieve opgave De doelstelling van een evenwichtige opbouw van de woningvoorraad heeft de regio in de periode van de regionale woonvisie niet bereikt. De problemen/ontwikkelingen en de oplossingsrichtingen nopen tot waarborging van deze hoofddoelstelling ook voor de toekomst, welke alleen verwezenlijkt kan worden met bindende regionale afspraken. Uit recent regionaal onderzoek komt naar voren dat in de regio met name in de stedelijke milieus (de stad Maastricht en gedeelten van de (voormalige) gemeente(n) Eijsden en Meerssen die onder deze invloed staan) er nog een toename van de woningbehoefte is. De dorpse en landelijke milieus (alle overige gemeenten, incl. grote delen van de (voormalige) gemeente(n) Eijsden en Meerssen) hebben te maken met een afnemende woningbehoefte. Er wordt een stijgende vraag verwacht naar meergezinshuurwoningen in alle woonmilieus. De provincie zet in deze regio in op de herstructurering van enkele bestaande woonwijken. De provincie werkt hierbij samen met de gemeente Maastricht, drie woningcorporaties en met de bewoners van de betrokken wijk. Vanuit deze samenwerking wordt fors geïnvesteerd in mensen, woningen, infrastructuur en voorzieningen. De provincie ondersteunt het proces met kennis, kunde en op latere termijn ook financieel. Kwantitatieve opgave Met dien verstande dat voor deze regio de prognoses een licht positief saldo bij de woningvoorraadbehoefte laten zien, staat deze regio voor dezelfde opgave als de regio Westelijke Mijnstreek. Dit zou betekenen dat ook hier zou het adagium één erbij = één eraf moeten gelden. De provincie geeft de regio mee hier bij het opstellen van haar regionale woonvisie serieus rekening mee te houden Gemeentelijk beleid Stadsvisie 2030 (actualisatie 2008) In juni 2005 werd de Stadsvisie 2030 vastgesteld. Daarmee staat de koers van de stad Maastricht vast. In deze visie zijn twaalf speerpunten gepresenteerd op basis waarvan de stad zich verder dient te ontwikkelen. Voor de onderhavige projectlocatie is het volgende speerpunt het meest van toepassing:. Speerpunt 8: Versterking en behoud van de fysieke kwaliteit Ruimtelijke kwaliteit kan worden uitgedrukt in de begrippen gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde. Van een hoge gebruikswaarde is sprake als de ruimte op een veilige wijze gebruikt kan worden voor functies zoals wonen, werken, ontspannen en verplaatsen, én deze Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 16 - pagina 16 -

284 Ruimtelijke Onderbouwing functies elkaar bovendien niet hinderen, én ze elkaar zoveel mogelijk versterken én toegankelijk zijn voor de bevolking. Belevingswaarde speelt een belangrijke rol in de leefomgeving. Daarbij gaat het om cultureel besef en diversiteit, aanwezigheid van karakteristieke kenmerken (identiteit), toegankelijkheid, (cultuur-)historie en schoonheid en dit alles op mensenmaat. Bij toekomstwaarde gaat het om kenmerken als duurzaamheid, biodiversiteit, robuustheid, aanpassingsvermogen en flexibiliteit in de tijd. Dit zowel wat betreft geschiktheid voor nieuwe gebruiksvormen als ontvankelijkheid voor nieuwe culturele en economische betekenissen. De opgave is en blijft nieuwe inwoners, bedrijven en bezoekers voor de stad te interesseren en te binden. Een belangrijke basis daarvoor is de fysieke kwaliteit van de stad en het aanwezige voorzieningenniveau in brede zin. De kwalitatieve inzet en het evenwicht tussen bereikbaarheid en leefbaarheid zijn hierbij belangrijke uitgangspunten. Als nieuwe gebieden binnen het stedelijk gebied vrijkomen en transformatie aan de orde is, moeten deze gericht worden ingezet, waarbij een afweging is te maken tussen de mogelijkheden van de plek en de meerwaarde voor het stadsdeel, de vitaliteit en concurrentiekracht van de stad en de positie binnen het stedelijk netwerk op Zuid-Limburgse schaal. Maastricht is een compacte stad. De stad is gegroeid en heeft zich steeds weten te voegen naar het landschap. Die groei heeft voor een belangrijk deel plaatsgevonden binnen de eigen stadsgrenzen. Hierdoor is de stad compact en vitaal gebleven en konden kwalitatief hoogwaardige landschappen worden bewaard. De belangrijkste voorzieningen zijn binnen relatief korte afstand aanwezig. Dit is aantrekkelijk voor de mensen die in de stad wonen of verblijven. Doel is het concept van de compacte stad in een weids landschap ook voor de toekomst van Maastricht te hanteren. De opgave is de stad vitaal te houden door nieuwe functies zorgvuldig in het bestaande stedelijk weefsel in te passen en bestaande gebieden aan te passen aan de eisen van de tijd. Bij de vaststelling van de Stadsvisie 2030 is afgesproken dat regelmatig zal worden geëvalueerd. Dit is in 2008 gebeurd. De nieuwe signalen voor Maastricht zijn: 1. Demografische transitie: Sinds 1993 kent Maastricht een natuurlijke bevolkingsafname (sterftecijfer hoger dan geboortecijfer) die werd gecompenseerd door een migratieoverschot waardoor de absolute bevolkingsomvang steeg. Vanaf 2004 kampt de stad met een vertrekoverschot, waardoor de bevolking daalt (inmiddels is sinds drie jaar sprake van een lichte stijging van de Maastrichtse bevolking, red.). 2. Economische transitie: Door een dalende bevolking (aanbod van arbeid) en de economische ombouwoperatie waar Maastricht nog altijd in zit van industrie naar dienstverlening blijft het aantal arbeidsplaatsen stabiel of groeit licht. Deze nationale en internationale ontwikkelingen zijn weliswaar autonoom, maar dat neemt niet weg dat actoren in de stad wel degelijk een economische en een sociale dynamiek op gang kunnen brengen die Maastricht weerbaar maakt en een robuuste toekomst garandeert. In de Stadsvisie 2030 actualisatie 2008 formuleert het stadsbestuur instrumenten om deze dynamiek op gang te brengen. Maastricht gaat deze dynamiek op drie gebieden organiseren: 1. Maastricht cultuurstad. De stad heeft een rijk cultureel aanbod en gaat de komende jaren bouwen aan haar culturele infrastructuur. Daarmee wordt de claim Maastricht cultuurstad relevant. Dit imago leidt tot investeringen en immigratie van kenniswerkers, innovatieve bedrijven en verblijfsbezoekers. 2. Maastricht internationale kennisstad. Bijna een kwart van de bevolking is niet-nederlands. Bijna de helft van de Maastrichtenaren is jonger dan 35. Tientallen internationale instituten. Weliswaar een perifere ligging ten opzichte van de Randstad, maar een centrale ligging ten opzichte van Brussel. Samen met kennisinstellingen in gemeente en regio wordt de komende jaren gewerkt aan de noodzakelijke voorwaarden om de reputatie op dit gebied om te buigen: van het (onterechte) zelfbeeld van een vergrijzende, naar Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 17 - pagina 17 -

285 Ruimtelijke Onderbouwing binnen gekeerde stad aan de rand van het land, naar een jonge, open, internationaal georiënteerde samenleving in het hart van Europa. 3. Maastricht stedelijke woonstad. De demografische transitie geeft Maastricht letterlijk de ruimte om te investeren in haar kwaliteit van stedelijke woonstad. Dat wil zeggen: voor elke vraag is er aanbod, met telkens een geweldige stedelijke voorziening in een prachtige landschappelijke omgeving. In samenhang met de regio is dat een onderscheidend vestigingsargument voor nieuwkomers en investeerders. Dat klimaat maken we samen met de partners. Het voorliggende plan past binnen het derde gebied van dynamiek, zoals het gemeentebestuur deze wil creëren en behouden in de compacte stad. Deze nieuwe huisvestingsmogelijkheid biedt wonen in een aantrekkelijk hoogstedelijk woonmilieu; er worden met de uitvoering van dit plan nieuwe kansen geboden voor de eigen inwoners, maar ook voor mensen van buiten de stad. Voor deze laatste groep is de voorliggende ontwikkeling een kans om kennis te maken met Maastricht en wellicht te motiveren in de toekomst hier te blijven wonen en werken. Het plan draagt derhalve bij aan het bereiken van de doelen van de Stadsvisie Structuurvisie Maastricht 2030 (2012) Als antwoord op de huidige ontwikkelingen (stagnerende bevolking, inperking verspreid voorzieningenniveau, aandacht voor duurzaamheid, klimaatverandering et cetera) en om de aantrekkelijkheid van de stad voor (bestaande en nieuwe) inwoners, ondernemingen en haar bezoekers te verbeteren gaat Maastricht gericht werken aan de volgende vier ruimtelijke thema s: - versterking van haar positionering als internationale stad ten behoeve van de economische vitaliteit en innovatie van de stad en regio; - investeren in een robuuste en duurzame bereikbaarheid om het vestigingsklimaat voor inwoners, bezoekers en ondernemingen te verbeteren; - het landschap versterken en verbinden met de stad zodat het nog meer bijdraagt aan de unieke woonkwaliteit en de toeristische aantrekkingskracht en - het bestaande stedelijk gebied zorgvuldig en geleidelijk transformeren, waarbij wordt gekomen tot een robuust netwerk van maatschappelijke voorzieningen en aantrekkelijke ontmoetingsplekken en openbare ruimten. De wijze waarop Maastricht aan deze ruimtelijke thema s gaat werken zal verschillen ten opzichte van de afgelopen periode. Door de onzekerheid over de toekomstige behoefte van de stad en de financiële mogelijkheden, zal het accent komen te liggen op een geleidelijke transformatie van het bestaande. Toch is behoefte aan een visie op de toekomst. Deze visie betreft in hoofdzaak het raamwerk van infrastructuur, landschap, openbare ruimtes en ontmoetingsplekken. Binnen dit raamwerk spelen thema s als herbestemming, flexibiliteit en tijdelijk gebruik een meer voorname rol. Meer kleinschalige en flexibele stadsontwikkeling en de nadruk op herbestemmen biedt kansen om in te spelen op het dagelijks leven van bewoners en gebruikers met een groeiende behoeften aan meer vrijheid, invloed en diversiteit. Herbestemming, flexibiliteit en tijdelijk gebruik gaan een meer voorname rol spelen in het gemeentelijk beleid; mede om een antwoord te geven op dreigende leegstand. Maastricht wil initiatieven van inwoners, bestaande en nieuwe ondernemers en partners zoveel mogelijk faciliteren en ruimte bieden voor starters, tijdelijke functies, experimenten en broedplaatsen. Dit binnen de programmatische kaders die gelden voor bijvoorbeeld woningbouw en kantoren. Voor de functie wonen geldt dat als een plek wordt gezocht voor de realisatie van een bepaald type woningen, zoveel mogelijk aangesloten worden bij het bijbehorende woonmilieu. De Structuurvisie biedt voor het type bouwplan zoals op voorliggende locatie wordt gerealiseerd, geen Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 18 - pagina 18 -

286 Ruimtelijke Onderbouwing specifieke uitgangspunten. Het voorliggende bouwplan past in algemene zin in de visie zoals verwoord in de nieuwe Structuurvisie van Maastricht (bestaand stedelijk gebied transformeren). Er is sprake van herbestemming van een voormalige bedrijfslocatie tot wooncomplex, die gepaard gaat met een sterke ruimtelijk-stedenbouwkundige verbetering aan het binnenterrein van het Lage Barakken 22. Een sinds jaren in verval geraakte industriële locatie wordt ruimtelijk ingebed in de bestaande woonomgeving. Er is daardoor geen sprake van uitbreiding van de stad maar van herbestemming en intensivering van het grondgebruik. Woningbouwprogramma Maastricht (Stedelijke programmering) In haar vergadering d.d heeft de raad van de gemeente Maastricht de ruimtelijke brandpunten voor de stedelijke ontwikkeling in de periode en het woningbouwprogramma voor de periode vastgesteld alsmede de prioritering van plannen waarmee het college dit programma wil realiseren. Deze prioritering is hard voor de jaren en zacht voor de jaren In 2014 zal de prioritering van plannen voor de jaren na 2014 nader worden bepaald, onder andere op basis van dan bekende inzichten over vraag en aanbod op de woningmarkt. Het woningbouwprogramma is te beschouwen als de invulling van de strategie Maastricht Woonstad uit de eerder besproken geactualiseerde Stadsvisie, rekening houdend met woningmarktontwikkelingen op zowel korte als lange termijn. Maastricht wil de komende jaren haar drie grote troeven (cultuurstad, kennisstad en woonstad) uitbouwen om zo een volgende stap te zetten. Belangrijke impulsen voor de woonstad liggen vooral in de verdere ontwikkeling van drie woonmilieus: het centrumstedelijke (binnen de singels, veel gestapeld), het stedelijke (aan de rand van de binnenstad, vooral grondgebonden stadswoningen) en het randstedelijke (grenzend aan buitengebied, met name grondgebonden woningen met tuin) woonmilieu. Deze woonmilieus dienen niet alleen in de veranderende woonbehoefte van de huidige burgers te voorzien. Ook is het van belang een aantrekkelijk woonklimaat te bieden voor de nieuwe creatieve, artistieke en kenniswerkers die Maastricht als kennisstad en cultuurstad aantrekt. Het aantal bouwplannen dat nu in de pijplijn zit, gaat nog uit van de eerder geprognosticeerde snelle groei van de stad en is veel te groot voor de komende periode. Dit vraagt om nieuwe, scherpe keuzes, om een heroverweging van de huidige programma s (kwalitatief en kwantitatief), locaties en fasering. De gemeente heeft drie hoofdcriteria gebruikt voor het bepalen van de brandpunten voor de komende jaren: de ontsluiting van de locatie via de hoofdwegeninfrastructuur van de stad, de bijdrage aan de verdere ontwikkeling van de compacte stad in het weidse landschap en de ruimtelijke meerwaarde voor de stad. Op grond van deze drie criteria heeft de gemeente de brandpunten Belvédère, Herstructurering West en Noord-Oost, Randwyck en Binnenstad overig (met name Palace, Wonen boven Winkels en aanloopstraten) voor stedelijke ontwikkeling voor de periode benoemd. Daarnaast (voor ontwikkelingen buiten deze brandpunten) is in het Woningbouwprogramma een aantal uitgangspunten benoemd voor nieuwe woningbouwinitiatieven. De voor dit plangebied belangrijkste punten zijn: - sturen op migratie; de gemeente richt zich -conform de Stadsvisie- primair op het vasthouden van gezinnen en het aantrekken en vasthouden van hoogopgeleide kenniswerkers en mensen die actief zijn in de creatieve industrie. Ingeschat wordt dat dit kan leiden tot een meerjarig structureel migratieoverschot van circa 50 huishoudens per jaar. De netto uitbreidingsbehoefte wordt daarmee positief en kan worden bepaald op 125 woningen per jaar voor de periode tot netto/bruto uitbreiding woningvoorraad; dit kwantitatieve aantal woningen heeft alleen betrekking op de netto uitbreiding. De bruto productie is afhankelijk van de mogelijkheden om woningen in de bestaande voorraad om te vormen door sloop en samenvoeging. De gemeente zet de saldo 0-benadering (grofweg één woning bouwen betekent één woning slopen, c.q. twee woningen samenvoegen tot één grotere woning) wel in als beleidsdoel, maar niet als beleidsinstrument. Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 19 - pagina 19 -

287 Ruimtelijke Onderbouwing - ruimte voor kleine particuliere initiatieven; van het programma wordt 10% afgezonderd voor kleinere particuliere initiatieven, variërend van individuele bouwers tot kleine projecten van kleinere projectontwikkelaars en beleggers. Dit biedt ook de ruimte om op kleine rotte plekken in de stad kleinschalige woningbouw mogelijk te maken. Met andere woorden: 83% van het programma wordt belegd met plannen en de resterende 10% wordt gereserveerd om flexibel te kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen. De grens van een klein plan wordt gelegd bij 10 woningen. Het gaat hierbij om een netto aantal. Dit biedt ook ruimte voor wat grotere plannen onder de voorwaarde dat initiatiefnemers ook -door sloop en/of samenvoeging- bestaande woningen onttrekken, waardoor zij netto onder de gestelde grens van 10 woningen komen. Dit in combinatie met de eis dat nieuwe plannen ook moeten bijdragen aan het opruimen van slechte woningen. - verdeling over de woonmilieus; de jaarlijkse netto uitbreiding van 125 woningen wordt, op basis van de berekende behoefte, gelijkelijk verdeeld worden over enerzijds groenstedelijke woonmilieus en anderzijds stedelijke woonmilieus. Het onderscheid tussen beide milieus is te baseren op de woonmilieubeelden uit de nota Wonen in beweging (stadsrand-, villa-, parkwijk(+)- en dorpsmilieu horen tot de categorie groenstedelijk; centrumstedelijk en stedelijk horen tot de categorie stedelijke woonmilieus; de begrenzingen op de kaart zijn daarbij als indicatief te beschouwen). Het stedelijk woonmilieu wordt verder onderverdeeld in centrumstedelijk en stedelijk. Het programma voor stedelijke woonmilieus wordt gelijkelijk over beide groepen verdeeld. Verdeling van het programma over groenstedelijk-stedelijkcentrumstedelijk is daarmee Gestapeld versus grondgebonden; stedelijk gezien is de gewenste verdeling tussen gestapelde en grondgebonden woningen 50%-50%. Hiervan kan maximaal plus of min 10% van worden afgeweken. In de groenstedelijke woonmilieus is gestapeld bouwen alleen aan de orde als dit specifiek noodzakelijk is vanuit de woonwensen van de doelgroep. Basislijn is: grondgebonden bouwen in diverse verschijningsvormen. In de stedelijke woonmilieus wordt van marktpartijen verwacht dat zij voldoende ruimte geven voor grondgebonden stadswoningen. Als indicatie geldt voor de centrumstedelijke milieus een verdeling van 75% gestapeld en 25% grondgebonden, in stedelijke milieus 25% gestapeld en 75% grondgebonden. - uitzonderingen op het programma; er zijn drie groepen die uitgezonderd zijn van de woningbouwprogrammering: het topsegment (koop-gestapeld > , koopgrondgebonden > , huur-gestapeld > 1.300/mnd en huur-grondgebonden > 2.000/mnd), studentenhuisvesting en vervolghuisvesting specifieke doelgroepen. De binnen deze uitzonderingen te realiseren woningen vallen niet binnen het afgegeven programma. Voorliggend bouwplan: vier stadswoningen De vier stadswoningen die op de voorliggende projectlocatie worden gerealiseerd vallen onder de categorie kleine particuliere initiatieven, waarbij een kleine rotte plek in de stad wordt omgevormd ten faveure van een viervoudige woonfunctie. Dit bouwplan valt derhalve binnen de genoemde resterende 10% van het woningbouwprogramma, dat wordt gereserveerd om flexibel te kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen. De grens van een klein plan wordt gelegd bij 10 woningen. Het voorliggende plan voldoet aan deze voorwaarde. Resumerend kan worden aangegeven dat het voorliggende initiatief past binnen het Woningbouwprogramma Maastricht 2019 (Stedelijke programmering). Hogere grenswaardenbeleid (2008) Op 1 januari 2007 is de Wet geluidhinder gewijzigd. De wijzigingen betreffen zowel de procedures als de inhoud van de wet. Een belangrijke wijziging is dat de bevoegdheid voor de vaststelling van hogere grenswaarden is verlegd van Gedeputeerde Staten naar de colleges van Burgemeester en wethouders van de gemeenten. Een andere wijziging is dat de criteria op grond waarvan hogere grenswaarden konden worden vastgesteld niet meer in de nieuwe wet opgenomen zijn. Wel is in de nieuwe wet in artikel 110a lid 5 bepaald dat het college van Burgemeester en wethouders bevoegd is hogere grenswaarden vaststellen indien maatregelen gericht op het terugbrengen van Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 20 - pagina 20 -

288 Ruimtelijke Onderbouwing de geluidsbelasting vanwege industrieterreinen, spoorbanen en wegen onvoldoende doeltreffend zullen zijn of overwegende bezwaren ontmoeten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard. De verandering van het bevoegd gezag voor de vaststelling van hogere grenswaarden, het ontbreken van criteria voor de vaststelling van hogere grenswaarden in de nieuwe wet en de vereiste motivatie op grond van artikel 110a van de nieuwe wet, heeft aanleiding gegeven Maastrichts geluidsbeleid in een nieuwe nota te verwoorden. Er is geluidsbeleid ontwikkeld om te sturen in de ontheffingverlening en te voorkomen dat ad hoc ontheffingen verleend worden. Tevens is het geluidsbeleid ontwikkeld voor de bescherming van burgers tegen geluidhinder, zorgen voor afdoende leefkwaliteit en als kader voor het toetsen aan een goede ruimtelijke ordening. Dit geluidsbeleid zal zo mogelijk gebiedsgerichte geluidsplafonds bevatten die variëren per gebiedstype, om geluidsniveaus te beperken waar dat zinvol is en meer maatwerk te kunnen leveren en zodoende aan te sluiten bij het Maastrichtse Natuur en Milieuplan. Bij nieuwe ontwikkelingen dient bij overschrijding van de voorkeursgrenswaarde rekening te worden gehouden met dit beleid (zie verder bij de beschrijving van het akoestisch onderzoek in paragraaf Geluid ). Energienota 'Maastricht steekt energie in het klimaat' De Energienota Maastricht steekt energie in het klimaat (2007) is een weergave voor de komende jaren van de visie en ambities van de stad Maastricht op het gebied van klimaat en energie. De ambities zijn helder: een klimaatneutrale gemeente in 2030 en een klimaatneutrale gemeentelijke organisatie in De gemeente Maastricht is zich ervan bewust dat deze opgave niet zonder de medewerking van anderen gerealiseerd kan worden. Een brede maatschappelijke samenwerking is van essentieel belang. Iedere burger, het bedrijfsleven, de industrie, de gezondheidsinstellingen en het onderwijs krijgen er vroeg of laat mee te maken. Belangrijke pijler in het streven naar klimaatneutraliteit is het terugdringen van de CO 2 -uitstoot. De Energienota geeft voor verschillende doelgroepen de richting aan waarlangs die CO 2 -reductiedoelstelling kan worden gerealiseerd, technisch en organisatorisch. Aan de eisen ten aanzien van energie zal in het stadium van de beoordeling van de bouwaanvraag worden getoetst. Waterplan Maastricht In het Waterplan Maastricht is het beleid van alle waterbeheerders in de stad gebundeld tot een gezamenlijk streefbeeld. Het waterplan voegt met het neerleggen van een visie op de ruimtelijke waterstructuur een belangrijk element toe aan het bestaande waterbeleid van de waterpartners. Het streefbeeld inclusief de visie op de ruimtelijke waterstructuur vormt het toetsingskader voor uit te voeren maatregelen en projecten, waarbij de watertoets een belangrijk instrument is. Het streefbeeld is vertaald naar concrete maatregelen en een aparte leidraad over hoe om te gaan met water in de majeure projecten; grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen die op de middellange termijn aan de orde zijn in Maastricht. Waterplan Maastricht is een gezamenlijk plan van alle waterbeheerders in de stad: Gemeente Maastricht, Waterschap Roer en Overmaas, provincie Limburg en Rijkswaterstaat. Oppervlaktewater en grondwater staan in het waterplan centraal. Riolering, afvalwaterbehandeling en watergebruik worden meegenomen voor zover er een relatie bestaat met het watersysteem van grond- en oppervlaktewater. Het streefbeeld beschrijft de visie van de waterbeheerders op het water in Maastricht voor de middellange termijn. De beeldende beschrijvende visie is vertaald in meetbare doelstellingen, hetgeen een belangrijke basis is voor monitoring en evaluatie in de beleidscyclus. Meetbare doelstellingen zijn geformuleerd voor de thema s Waterkwantiteit en Veiligheid en Waterkwaliteit en Ecologie. De opdrachten die uit deze doelstellingen volgen zijn vertaald in een ruimtelijke waterstructuur voor de stad. Hierin zijn principes aangegeven over hoe met water om te gaan in de verschillende delen van de stad. Voor Waterkwantiteit en Veiligheid geldt dat in normale omstandigheden het watersysteem, de functies en het grondgebruik zoveel mogelijk op elkaar zijn afgestemd. Ook voor extreme omstandigheden is het watersysteem op orde. Voor alle onderdelen van het watersysteem zijn Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 21 - pagina 21 -

289 Ruimtelijke Onderbouwing criteria gedefinieerd waarbij het watersysteem op orde is. Voor riolering is dit bijvoorbeeld dat water op straat maximaal eens per twee jaar mag optreden. Voor regionaal oppervlaktewater geldt dat het peil maximaal eens per 100 jaar boven maaiveld mag uitkomen. Centraal staat dat het watersysteem moet aansluiten bij de natuurlijke waterkringloop en de trits vasthouden-bergenafvoeren. Dit betekent dat schoon hemelwater van verhardingen niet met het huishoudelijk afvalwater wordt afgevoerd naar de zuiveringsinstallatie, maar wordt geïnfiltreerd of geborgen op lokaal niveau. Voor nieuwe bebouwing wordt gestreefd naar een volledig gescheiden rioolstelsel (en maximaal 20% verharding aangesloten op riolering). Voor bestaand stedelijk gebied is het doel om 20% van het bestaand verhard oppervlak op middellange termijn af te koppelen. De belangrijkste ruimtegerelateerde doelstellingen zijn: - aansluiten bij de natuurlijke waterkringloop door het afkoppelen van verhard oppervlak van de riolering; - zoveel mogelijk voldoen aan de watervraag van de functies; - voor schoon oppervlaktewater is het saneren of verminderen van overstorten uit de riolering ook een belangrijk middel. Afkoppelen van verhard oppervlak van de riolering vereist een aanpassing van de ont- en afwateringsstructuur. Momenteel wordt het water immers ondergronds via buizen afgevoerd. In een waterstructuur, ingebed in de ruimtelijke structuur van de stad moet water worden vastgehouden (infiltreren), geborgen en uiteindelijk worden afgevoerd. Voor Maastricht-West, Maastricht-Oost en het Binnenstedelijk gebied zijn principes uitgewerkt voor de ruimtelijke waterstructuur. Allemaal gaan ze in beginsel uit van vasthouden-bergen-afvoeren. De onderhavige projectlocatie is thans volledig bebouwd. In de nieuwe situatie is geen fysieke ruimte aanwezig voor de aanleg van afwateringssystemen anders dan de bestaande riolering. De waterafvoer verandert met dit plan niet; er vindt een vermindering van verharding plaats. De huidige waterhuishoudkundige situatie blijft derhalve gehandhaafd. Luchtkwaliteitplan Maastricht Op 19 september 2006 heeft de gemeenteraad van Maastricht het Luchtkwaliteitplan inclusief de uitvoeringsmaatregelen vastgesteld. Deze uitvoeringsmaatregelen hebben tot doel de luchtkwaliteit in Maastricht te verbeteren zodanig dat in 2010 voldaan kan worden aan de grenswaarden voor stikstofdioxide en fijn stof. De uitvoering van het luchtkwaliteitplan is in november 2006 ter hand genomen. Naast het uitvoeren van concrete maatregelen is een platform luchtkwaliteit Maastricht in het leven groepen. In dit platform zijn uit diverse velden maatschappelijke partijen vertegenwoordigd. Doel van het platform is om bij deze partijen vroegtijdig draagvlak te verkrijgen voor de te treffen maatregelen. Het platform luchtkwaliteit Maastricht zal gedurende de gehele doorlooptijd van het luchtkwaliteitplan blijven meedenken over de uitvoering van het Luchtkwaliteitplan. Beleid externe veiligheid In deze beleidsvisie is aan de hand van drie thema's omschreven hoe de gemeente Maastricht omgaat met externe veiligheid binnen haar gemeente. De gemeente Maastricht streeft naar een optimale combinatie van gewenste ruimtelijke en economische ontwikkelingen. Het is daarbij van belang dat de gemeente een veilige plek is om te werken, wonen, winkelen en recreëren en dat dit door de gebruikers ook zo ervaren wordt. Bedrijven, maar ook spoor-, weg- en watertransport moeten de mogelijkheid hebben om zich te vestigen en activiteiten te ontplooien, terwijl bezoekers en bewoners van de gemeente Maastricht en omgeving daar geen schadelijke gevolgen van mogen ondervinden. Echter is de afgelopen jaren gebleken dat op basis van de landelijke wetgeving het aantal en de omvang van de onderzoeken die nodig zijn binnen de aandachtsgebieden voor externe veiligheid vaak niet in verhouding staan tot de omvang van het project. Daarom heeft de gemeente Maastricht in deze beleidsvisie externe veiligheid haar ambities vastgelegd die binnen de Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 22 - pagina 22 -

290 Ruimtelijke Onderbouwing wettelijke kaders mogelijk zijn. Deze beleidsvisie is tot stand gekomen in nauwe samenwerking tussen medewerkers van de gemeente Maastricht en de Veiligheidsregio Zuid-Limburg. Er zijn drie concrete probleemstellingen te onderscheiden: 1. externe veiligheid is een complex onderwerp; 2. omgaan met externe veiligheid is het maken van keuzes; 3. omgaan met externe veiligheid vraagt verregaande samenwerking. Een risicoloze gemeente bestaat niet, maar veiligheid is wel te optimaliseren tot een maatschappelijk aanvaardbaar niveau. Op de eerste plaats dient voldaan te worden aan de basisveiligheid (voldoen aan de grenswaarden voor het plaatsgebonden risico). Gebleken is dat er geen urgente knelpunten met het plaatsgebonden risico bestaan in de gemeente; de gemeente voldoet dus aan de wettelijke basisveiligheid. Naast de basisveiligheid dient de gemeente invulling te geven aan het groepsrisicobeleid. Zoals gesteld is het groepsrisicobeleid niet normatief; dit betekent dat de gemeente zelf keuzes kan en moet maken. In dit thema worden keuzes omschreven die de gemeente maakt ten aanzien van de locatiekeuze van risicobronnen en de planologische kaders voor invulling van de verantwoordingsplicht. De verantwoordingsplicht is daarbij verdeeld in drie categorieën (1, 2 en 3). Op basis van de aard en omvang van een plan en de ligging ten opzichte van externe veiligheidsbronnen wordt per geval bezien welke verantwoordingsgraad voor het groepsrisico van toepassing is. In de beleidsvisie is de huidige situatie in de gemeente Maastricht op het gebied van externe veiligheid geïnventariseerd en vastgelegd. Per onderwerp van externe veiligheid (buisleidingen, gevaarlijk transport, inrichtingen, luchthaven) is aangegeven hoe de situatie is en hoe met nieuwe ontwikkelingen in de nabijheid van risicobronnen moeten worden verantwoord. Per ruimtelijk plan zal in het kader van een goede ruimtelijke ordening moeten worden bekeken of de ontwikkeling past binnen het hier aangegeven beleidskader. Voor dit plan is dit aangegeven in paragraaf Nota Parkeernormen 2011 De gemeenteraad van Maastricht heeft d.d nieuwe parkeernormen vastgesteld voor nieuwe ruimtelijke plannen en herstructureringsprojecten in de gemeente Maastricht. Deze Nota Parkeernormen 2011 is een uitwerking van de Beleidsnota Parkeren uit 2007 en bevat parkeernormen die gebruikt moet worden als kader richting ontwikkelende partijen. De gebiedsindeling uit de Beleidsnota Parkeren is in deze Parkeernota overgenomen en is als volgt: - A1-zone: hart van de stad (deel Centrum); - A2-zone rest van het centrum; - B-zone: schil/overloopgebied - C-zone: buitenwijken/rest bebouwde kom. De projectlocatie is gelegen in zone A1. De gemeente Maastricht hanteert één parkeernorm per functie per gebied. Deze normen komen overeen met de parkeerkencijfers uit de ASVV. Bij nieuwe ontwikkelingen is het parkeren op eigen terrein in beginsel verplicht, tenzij aantoonbaar is dat op de openbare weg in de directe omgeving van de nieuwe functie (op maximaal 150 meter) voldoende parkeercapaciteit beschikbaar is. Dat is op de voorliggende projectlocatie echter niet het geval. Voor huisvesting, zoals in het voorliggende plan wordt beoogd, geldt vanuit de Parkeernormen 2011 in de A1-zone een parkeernorm van 1,4 parkeerplaats per woning. Bij vier woningen betekent dit derhalve een behoefte van 5,6 (afgerond 6) parkeerplaatsen. Deze parkeerplaatsen zullen op eigen terrein moeten worden gerealiseerd. Op het terrein is ruimte voor 7 parkeerplaatsen. Deze zullen bij de ontwikkeling van het plan worden gerealiseerd. Het aantal te realiseren parkeerplaatsen voldoet daarmee aan de gemeentelijke parkeernormen. Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 23 - pagina 23 -

291 Ruimtelijke Onderbouwing 2.5 Milieuaspecten In deze paragraaf worden de milieuaspecten behandeld die bij een ruimtelijke ontwikkeling dienen te worden bestudeerd. Achtereenvolgens komen bodem, geluid, externe veiligheid, luchtkwaliteit en bedrijfshinder in de omgeving aan de orde. Indien voor een bepaald aspect geen onderzoek noodzakelijk is, is dit aangegeven. Indien dit wel het geval is, wordt het onderzoek benoemd en worden de conclusies ervan samengevat. Het onderzoek is vervolgens als separate bijlage bij de ruimtelijke onderbouwing gevoegd Bodem Voorafgaand aan het volgen van een ruimtelijke procedure dient te worden nagegaan of de aanwezige bodemkwaliteit past bij het huidige of toekomstige gebruik. Het belangrijkste uitgangspunt hierbij is dat aanwezige bodemverontreinigingen geen onaanvaardbaar risico oplevert voor de gebruikers van de bodem en dat de bodemkwaliteit niet verslechtert door grondverzet. Op de locatie is eerder reeds een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (CSO, rapportnummer 07B137/07.RB259, d.d ). op verzoek van het bevoegd gezag heeft een actualisering van het verkennend bodemonderzoek plaatsgevonden. Ten behoeve van deze actualisering is eerst een vooronderzoek uitgevoerd (Geonius Milieu BV, rapportnummer MA R2, d.d ). Vervolgens is het Actualiserend bodemonderzoek ter plaatse van de locatie Lage Barakken 22 te Maastricht (rapportnummer MB , d.d ) uitgevoerd. Het resultaat van dit onderzoek wordt hierna kort besproken. Algemeen Uit het vooronderzoek is gebleken dat sprake is van een ernstig geval van bodemverontreiniging als gevolg van sterke verontreinigingen in het grondwater met de component PER (tetrachlooretheen) met een omvang van meer dan 100 m³, alsmede als gevolg van sterke verontreinigingen aan kwik en zink in de bovengrond met een omvang van meer dan 25 m³. Aanvullend is gebleken dat het aspect asbest nog niet voldoende is onderzocht. Grondwater Op basis van het actualiserend onderzoek wordt bevestigd dat op de onderzoekslocatie sprake is van de voornoemde ernstige bodemverontreiniging, maar op basis van de risicoanalyse van de grondwaterverontreiniging blijkt dat ter plaatse geen sprake is van humane, ecologische dan wel verspreidingsrisico s in zowel de huidige als de toekomstige situatie. Sanering hoeft hierdoor niet met spoed plaats te vinden en er kan voor de aanpak van de verontreiniging worden aangesloten bij maatschappelijk gewenste ontwikkelingen. Asbest in bodem/puin Uit het actualiserend onderzoek is gebleken dat in de funderingslaag geen asbest aanwezig is. Aanbevelingen In het rapport wordt de aanbeveling gedaan dat bij de werkzaamheden ten behoeve van de herontwikkeling van de locatie, vanwege de aanwezige ernstige verontreinigingen van grondwater en bovengrond, rekening dient te worden gehouden met aanvullende veiligheidsmaatregelen. Voorts wordt geadviseerd middels een BUS-melding een ontgravingsplan- en advies op te stellen om zodoende op verantwoorde wijze om te gaan met de verontreinigingssituatie. De rapportage van Geonius Milieu BV is als separate bijlage 1 bij deze ruimtelijke onderbouwing gevoegd. Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 24 - pagina 24 -

292 Ruimtelijke Onderbouwing Geluid Wet geluidhinder Bij het ontwikkelen van een ruimtelijk plan is het belangrijk rekening te houden met geluidbronnen en de mogelijke hinder of overlast daarvan voor mensen. De beoordeling van het aspect geluid vindt zijn grondslag vooral in de Wet geluidhinder maar daarnaast ook in de Wet ruimtelijke ordening wanneer het gaat om de beoordeling of er sprake is van een goed woon- en leefklimaat. Het aspect geluid kent voor een aantal bestemmingen (zoals wonen) in combinatie met een aantal typen geluidbronnen een wettelijk kader dat van belang is bij het opstellen van ruimtelijke plannen. Zo zijn in de Wet geluidhinder voor woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen grenswaarden opgenomen voor industrielawaai, wegverkeerlawaai en spoorweglawaai. Voor andere geluidsbronnen bestaan geen wettelijke kaders. Andere geluidbronnen kunnen wel noodzaken tot een aanvullende beoordeling van het aspect geluid in het kader van een goede ruimtelijke ordening. Wet geluidhinder Ter plekke van het plangebied aan de Lage Barakken geldt een snelheidsregime van 30 km/uur. Voor wegen met een maximum snelheid van 30 km/uur geldt geen geluidzone. Wel is de projectlocatie gelegen binnen de geluidzone van de Wilhelminasingel (50 km/uur). Navraag bij de gemeente Maastricht heeft opgeleverd dat door de afschermende werking van de gesloten bebouwing aan de Wilhelminasingel en van de bebouwing aan de overzijde (oostzijde) van de Lage Barakken geen overschrijding van de voorkeursgrenswaarde van 48 db wordt verwacht. Het uitvoeren van een akoestisch onderzoek is derhalve niet noodzakelijk. Een goede ruimtelijke ordening Bij het beoordelen van de invloedssfeer van geluidbronnen welke niet via de Wet geluidhinder zijn geregeld vormt de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering een hulpmiddel. Deze publicatie geeft richtlijnen over de aan te houden afstanden van (bedrijfs)bestemmingen ten opzichte van geluidsgevoelige bestemmingen. Hiervan kan (volgens jurisprudentie) alleen gemotiveerd worden afgeweken. In de directe omgeving van de projectlocatie is geen sprake van de aanwezigheid van functies met een tot op de locatie reikende geluiduitstraling. Er is alleen sprake van enkele kantoorfuncties, die geen noemenswaardige uitstraling hebben om de omgeving. Geconcludeerd kan worden dat het aspect geluid in voldoende mate is onderzocht en geen beperkingen oplevert voor het plan. Hogere Grenswaardenbeleid Achter de gesloten bebouwing wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 48 db op de gevel waardoor het binnenniveau van 33 db gegarandeerd is en is derhalve het aantal geluidgehinderden nul zal zijn. Hiermee wordt voldaan aan het Hogere Grenswaardenbeleid van de gemeente Maastricht Externe veiligheid Ten aanzien van het aspect externe veiligheid dient te worden bekeken of de projectlocatie in de invloedssfeer ligt van opslag en transport van gevaarlijke stoffen van stationaire of mobiele risicobronnen. Hierbij dient te worden onderzocht: A. Niet-stationaire bronnen: - transport van gevaarlijke stoffen via de weg, spoor, water of buisleidingen; B. Stationaire bronnen: - omliggende inrichtingen; Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 25 - pagina 25 -

293 Ruimtelijke Onderbouwing - industrie. Risicobenadering externe veiligheid De risicobenadering externe veiligheid kent twee begrippen om het risiconiveau voor de omgeving aan te geven: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Het plaatsgebonden risico (PR) is de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op een plaats langs een transportroute verblijft, komt te overlijden als gevolg van een incident met het vervoer van gevaarlijke stoffen. Het plaatsgebonden risico werd voorheen ook wel individueel risico genoemd. De norm voor het plaatsgebonden risico ligt in principe op 10-6 per jaar, oftewel een kans van één op een miljoen. Voor nieuwe situaties geldt deze norm als grenswaarde. Voor bestaande situaties met een plaatsgebonden risico dat hoger is dan 10-6, geldt deze norm als streefwaarde. In zulke situaties geldt een standstillbeginsel totdat aan de norm van 10-6 per jaar wordt voldaan. Voor kwetsbare bestemmingen die zich binnen een gebied bevinden met een plaatsgebonden risico dat hoger is dan 10-5 per jaar is eerst sprake van een dringende sanering. Het groepsrisico (GR) is de kans per jaar per kilometer transportroute dat een groep van tien of meer personen in de omgeving van een transportroute in één keer dodelijk slachtoffer wordt van een ongeval op die transportroute. Voor het groepsrisico is een oriëntatiewaarde vastgesteld die afhankelijk is van het aantal dodelijke slachtoffers per kilometer transportroute: 0,01/N 2, waarbij N gelijk is aan het aantal dodelijke slachtoffers. Dus: voor tien of meer dodelijke slachtoffers is de oriëntatiewaarde gelijk aan 1/10-4, oftewel een kans van één op tienduizend per jaar; voor honderd of meer dodelijke slachtoffers is deze kans 1/10-6, oftewel één op een miljoen per jaar; voor duizend of meer dodelijke slachtoffers is deze kans 1/10-8. In tegenstelling tot de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico mag van de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico door het bevoegd gezag worden afgeweken, mits er een goede reden toe is. Hierbij moet een verantwoording van het groepsrisico worden afgelegd. A. Niet-stationaire bronnen Voor het transport van gevaarlijke stoffen over de weg, het spoor en het binnenwater is een risiconormering vastgesteld ( Nota risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RNVGS), Ministerie V&W, Tweede Kamer, 24611, nr. 2, 15 februari 1996). In deze nota is het begrippenkader ten aanzien van de risicobenadering externe veiligheid, zoals hiervoor uiteengezet, uitgewerkt. Hierin zijn tevens de grenswaarden voor het plaatsgebonden risico en het groepsrisico vastgelegd (zie voorgaande beschrijving). In het Vierde Nationaal Milieu Beleidsplan (NMP-4) is een wettelijke verankering van de risiconormen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen aangekondigd. Bij deze wettelijke verankering zullen de resultaten van voormelde evaluatie worden betrokken. Tot het moment van realisatie van deze verankering wordt in een circulaire het beleid met betrekking tot risiconormering geoperationaliseerd en verduidelijkt. Daarmee treedt de circulaire in de plaats van de hierboven omschreven Nota risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. In januari 2010 is een geactualiseerde circulaire voor de risiconormering voor het vervoer van gevaarlijke stoffen gepubliceerd (als opvolger van de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen uit 2004). De werkingsduur van deze circulaire loopt tot uiterlijk 31 juli Wanneer voornoemde wettelijke verankering wordt gerealiseerd, zal de circulaire echter worden ingetrokken. In de circulaire is zoveel mogelijk aangesloten bij het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Daarbij gaat het onder meer om: Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 26 - pagina 26 -

294 Ruimtelijke Onderbouwing - de uitwerking van de normen voor het plaatsgebonden risico (voorheen: individueel risico) en de toepassing daarvan; - de wijze waarop met een overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico of toename van het groepsrisico moet worden omgegaan; - het betrekken van zelfredzaamheid en hulpverlening bij de afweging van het groepsrisico; - de vaststelling van een lijst van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. In casu is, in relatie tot gevaarlijk transport over de weg, het spoor of binnenwateren, alleen transport over de weg en over het spoor relevant. In bijlage 5 van de Circulaire zijn de afstanden in relatie tot het plaatsgebonden risico en de vervoerscijfers van het Basisnet Weg (het Rijkswegennet) aangegeven. De meest nabijgelegen weg uit het Basisnet Weg is de A2/N2. De veiligheidsafstand voor het plaatsgebonden risico is gelegen op de weg zelf. Het plangebied ligt (uiteraard) buiten deze veiligheidsafstand. Weg Ten aanzien van het groepsrisico geldt conform het bepaalde in van de Circulaire dat geen beperkingen voor het ruimtegebruik gelden indien de beoogde ontwikkeling plaatsvindt op een afstand groter dan 200 meter tot de weg. Aangezien de kleinste afstand van de projectlocatie tot de A2/N2 circa 660 meter bedraagt, speelt externe veiligheid vanwege gevaarlijke transporten op de A2/N2 geen rol in dit plan. Verantwoording groepsrisico niveau 3 conform Beleidsvisie externe veiligheid Maastricht Vanwege de ligging van het plan binnen het invloedsgebied van 1500 meter van weg en spoor zal de verantwoording in het kader van externe veiligheid op niveau 3 plaatsvinden. Inleiding Het plangebied Lage Barakken 22 en de geprojecteerde ontwikkeling van 4 woningen bevindt zich op grote afstand van de risicobron. Op deze afstand is het toxisch scenario maatgevend. Effecten als gevolg van een plasbrand of een BLEVE reiken niet tot het plangebied. Ontwikkeling en groepsrisico Vanwege de grote afstand tot de risicobron zal een toename van personendichtheden niet significant doorwerken in de rekenkundige hoogte van het GR. De beschouwing van het GR en de verantwoording daarvan is om deze reden volledig kwalitatief uitgevoerd. Mogelijkheden tot beperking van het groepsrisico De mogelijkheid tot beperking van het groepsrisico door het beïnvloeden van de personendichtheid is op deze grote afstand tot de risicobron geen item. Zoals gesteld heeft op deze afstand toe- of afname van personendichtheid geen invloed op het GR. Daarnaast is de kans te overlijden als gevolg van een incident met gevaarlijke stoffen in deze gebieden vele malen kleiner dan 1/ Veiligheidsmaatregelen aan de bron zijn daarom niet realistisch. De bestrijdbaarheid van de omvang van een ramp of zwaar ongeval Ook het bestrijdbaarheidsvraagstuk speelt op deze afstand van de risicobron niet. Bestrijding vindt plaats bij de bron. Mogelijkheden tot zelfredzaamheid Blootstelling aan een toxisch gas is het bepalende scenario. In geval van een calamiteit dienen personen te schuilen. De mate waarin deze bouwwerken afsluitbaar zijn tegen de indringing van toxisch gas en de tijdsduur dat deze bouwwerken worden blootgesteld zijn hierbij parameters. Nieuwe bouwwerken zijn goed geïsoleerd, waardoor ze een goede bescherming bieden tegen het binnendringen van toxisch gas. Belangrijk is wel dat de luchtbehandelingsinstallaties met een druk op de knop uit te schakelen zijn. Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 27 - pagina 27 -

295 Ruimtelijke Onderbouwing Daarnaast dient in het geval van een calamiteit tijdig gewaarschuwd te worden. Dit gebeurt door het in werking stellen van het WAS als onderdeel van de algemene Rampenbestrijding. Het grondgebied van Maastricht valt grotendeels binnen de dekking van de sirenepalen. Het kleine deel dat niet gedekt is betreft gebieden met weinig bebouwing. Deze verantwoording dient gelezen te worden in combinatie met de beleidsvisie externe veiligheid Maastricht en de daarin gemaakte keuzes. Spoor Voor het spoor geldt dat de locatie, conform de risicoatlas Spoor van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, buiten de toetsingsafstand van < 10 meter is gelegen (de projectlocatie ligt op circa 330 meter van de spoorlijn Maastricht-Luik). Ten aanzien van het groepsrisico kan worden aangegeven dat de afstand van de projectlocatie tot de buitenste staaf van de spoorlijn groter is dan 200 meter, waardoor het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor geen belemmering vormt voor de beoogde planontwikkeling. Buisleidingen Het (voormalige) Ministerie van VROM heeft veiligheidsafstanden vastgelegd die aangehouden moeten worden tussen een buisleiding en bijvoorbeeld woningen, scholen en ziekenhuizen. Deze afstanden staan in twee circulaires van VROM: Zonering langs hogedrukaardgastransportleidingen van 26 november 1984 (Kenmerk DGMH/B nr ) en Bekendmaking van beleid ten behoeve van de zonering langs transportleidingen voor brandbare vloeistoffen van de K1-, K2- en K3 categorie van 24 april 1991 (Kenmerk DGM/SR/ ). Op 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in werking getreden. Gelijk met het Bevb is de Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb) in werking getreden. Deze regeling is een nadere invulling van het Bevb waarin aanwijzingen, methodieken, maatregelen en randvoorwaarden worden vastgelegd. Vooralsnog geldt de Revb dan alleen voor hogedruk aardgasleidingen en voor leidingen met K1-, K2- en K3-vloeistoffen. Overige leidingen zoals etheenleidingen, propeenleidingen e.d. worden in een later stadium toegevoegd. In de omgeving van de projectlocatie zijn geen hogedrukgasleidingen gelegen. Concluderend kan worden gesteld dat niet-stationaire bronnen geen belemmering opleveren voor de ontwikkeling in dit projectgebied. B. Stationaire bronnen Op 27 oktober 2004 zijn het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de bijbehorende Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) in werking getreden. In het Bevi zijn grenswaarden gesteld voor (geprojecteerde) kwetsbare objecten ten aanzien van de plaatsgebonden risicocontouren van inrichtingen (zijnde vergunningplichtige risicovolle bedrijven). Er vindt volgens de Risicokaart Nederland/Limburg geen opslag van gevaarlijke stoffen plaats, noch zijn er inrichtingen met gevaarlijke stoffen gelegen in de nabijheid van de projectlocatie. Resumerend kan worden aangegeven dat externe veiligheid geen belemmering vormt voor het bouwplan op deze projectlocatie Luchtkwaliteit Op 15 november 2007 is een wijziging van de Wet milieubeheer (Wm) van kracht geworden. In hoofdstuk 5 is titel 2 luchtkwaliteitseisen ingevoegd (ook Wet luchtkwaliteit genoemd). Gelijktijdig zijn de volgende besluiten en regelingen van kracht geworden: Besluit Niet in betekenende mate (NIBM); Regeling Niet in betekenende mate (NIBM); Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 28 - pagina 28 -

296 Ruimtelijke Onderbouwing Regeling Beoordeling luchtkwaliteit 2007; Regeling Projectsaldering luchtkwaliteit Deze nieuwe wet- en regelgeving omvat maatregelen om zowel de uitstoot van schadelijke stoffen te beperken en te voorkomen dat mensen langdurig worden blootgesteld aan verontreiniging. Besluit gevoelige bestemmingen Conform artikel 5.16a van de Wet luchtkwaliteit kunnen bij Algemene Maatregel van Bestuur nog nadere regels worden gesteld om te voorkomen dat bij een (dreigende) overschrijding van één of meerdere grenswaarde(n) projecten doorgang vinden die er toe leiden dat het aantal blootgestelden met een verhoogde gevoeligheid toeneemt. Dit Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen) van 15 januari 2009 (in werking met ingang van 16 januari 2009) beperkt de mogelijkheden om ruimtelijke ontwikkelingen uit te voeren in overschrijdingssituaties voor zogenaamde gevoelige bestemmingen. Tot die gevoelige bestemmingen worden scholen, kinderopvang en bejaarden-, verpleeg- of verzorgingshuizen gerekend. Woningen zijn derhalve niet aangewezen als gevoelige bestemming; het besluit gevoelige bestemmingen is op dit plan derhalve niet van toepassing. Niet in betekenende mate (NIBM) In de algemene maatregel van bestuur Niet in betekenende mate (Besluit NIBM) en de ministeriële regeling NIBM (Regeling NIBM) zijn de uitvoeringsregels vastgelegd die betrekking hebben op het begrip NIBM. Het begrip niet in betekenende mate is gedefinieerd als 3% van de grenswaarde voor NO2 en PM10. In de Regeling NIBM is een lijst met categorieën van gevallen (inrichtingen, kantoor- en woningbouwlocaties) opgenomen die niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze gevallen kunnen zonder toetsing aan de grenswaarden voor het aspect luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Concreet houdt dit in dat bijvoorbeeld ontwikkelingen kleiner dan of gelijk aan woningen bij minimaal één ontsluitingsweg en woningen bij minimaal twee ontsluitingswegen niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtkwaliteit. Ook voor andere ruimtelijke initiatieven is aangegeven wanneer deze niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtkwaliteit. Onderhavig plan mag gerangschikt worden als een activiteit welke in niet betekenende mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Geconcludeerd kan worden dat het aspect luchtkwaliteit in voldoende mate is onderzocht en geen beperkingen oplevert voor onderhavig plan. 2.6 Water Algemeen Water in de bebouwde omgeving was tot voor kort een bijna vergeten onderdeel van het totale watersysteem. Via veranderend Europees en Rijksbeleid (o.a. de 4e nota waterhuishouding) van het Rijk is hierin verandering gekomen. Water is geen medium dat sectoraal bekeken kan worden maar zal als systeem integraal benaderd moeten worden. Dit is de laatste jaren gebeurd en Integraal waterbeheer is een sleutelbegrip geworden bij de benadering hoe met water moet worden omgegaan. Dit betekent dat het waterbeheer gericht is op alle aspecten van het watersysteem in onderlinge samenhang. Stedelijk watersysteem behoort als onderdeel ook tot het totale watersysteem. Beleid hogere overheden en instanties Europees en Rijksbeleid Nieuwe kaders op Europees (Kader Richtlijn Water = KRW) en Rijksniveau (WB 21e eeuw = nationaal waterbeleid) hebben gevolgen voor het stedelijk waterbeheer dat tot voor kort alleen als Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 29 - pagina 29 -

297 Ruimtelijke Onderbouwing z.g. rioleringsbeleid werd gezien. Hoofdopgave is het op orde brengen van het stedelijk watersysteem tot Europese Kaderrichtlijn water De in 2000 vastgestelde KRW heeft als doel een goede ecologische en chemische toestand van het oppervlakte en grondwater in Europa in 2015 te realiseren. Bij het bepalen wat een goede toestand is wordt onderscheidt gemaakt in 3 soorten water, te weten: natuurlijk water, sterk veranderend water en kunstmatig water. De Europese normen voor hoe deze goede toestand te bereiken is voor grond- en oppervlakte water is tot op heden nog niet vastgesteld. Wel is een tijdspad opgesteld om de goede ecologische en chemische toestand van het oppervlakte en grondwater tot 2015 te bereiken. Wat betekent dit voor het waterbeleid in de gemeente Maastricht? De gemeente Maastricht wordt geacht actief deel te nemen, samen met andere waterpartners (provincie Limburg en Waterschap Roer en Overmaas) om per waterlichaam de maatregelen en kosten inzichtelijk gaan maken van de implementatie van de KRW en het daarbij behorende tijdspad. Enkele voorbeelden van praktische maatregelen op gemeentelijk niveau zijn o.a.: afkoppelen van schoon regenwater, beperken diffuse bodemlozingen, herinrichten en/of ontkluizen van beeklopen, et cetera. Rijksbeleid Ingegeven door klimaatverandering alsmede toenemende wateroverlast in 2e helft 20 e eeuw, is op Rijksniveau samen met provincies, waterschappen en gemeenten het waterbeleid 21e eeuw (WB 21) ontwikkeld. Op 14 februari 2001 is hiervoor een startovereenkomst getekend. Kern van dit beleid is dat water meer ruimte moet krijgen in Nederland. Tevens zal water nadat dit via neerslag het land heeft bereikt zoveel mogelijk vertraagd afgevoerd moeten worden. De waterkwantiteit trits, vasthouden - bergen afvoeren is hierbij maatgevend. Voor stedelijke gebieden betekend dit dat het wateraspect bij ruimtelijke plannen en besluiten in een zo vroeg mogelijk stadium moet worden meegenomen. Wat betekent dit voor de gemeente Maastricht? Vanuit WB 21 zijn twee kernpunten van belang voor Maastricht n.l.: herstel- en herinrichtingprogramma s beken, samen met waterpartners (m.n. waterschap Roer en Overmaas), terugdringen wateroverlast (m.n. via rioleringsverordening). Provinciaal beleid Provincie Limburg heeft via het provinciale omgevingsplan (POL) in hoofdlijnen aan wat zij vanuit haar rol belangrijk vindt voor de ruimtelijke structuren binnen de provincie Limburg. In het POL is daartoe de zogenoemde kaart Blauwe Waarden opgenomen. De voorliggende projectlocatie is niet gelegen binnen de invloedsfeer van de kaart Blauwe Waarden of ander oppervlaktewater waarbij in dit kader van dit project direct provinciale beleid geldt. Wel zal uiteraard gestreefd worden om zo duurzaam mogelijk om te gaan met gebiedseigen hemelwater. Het gemeentelijk waterbeleid is reeds besproken in subparagraaf van deze ruimtelijke onderbouwing. Watertoets Waterschap De watertoets is sinds 2001 toegepast op groot aantal ruimtelijke plannen en besluiten en is sinds 1 november 2003 wettelijk verankerd in Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening ( Vijno ). Via een beslisschema Watertoets samen met de notitie Toepassingsbereik ruimtelijke plannen en ondergrens Watertoets heeft het Waterschap Roer en Overmaas, sinds 1 maart 2005 inzichtelijk Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 30 - pagina 30 -

298 Ruimtelijke Onderbouwing gemaakt welke ruimtelijke plannen wel en welke plannen niet watertoetsplichtig zijn en dus een speciale waterparagraaf moeten opstellen die gefiatteerd moet zijn door het Waterschap. Uit dit beslisschema Watertoets en de notitie zijn criteria af te leiden wanneer plannen in aanmerking komen voor een watertoets. Als sprake is van nieuwe gebouwen en bouwwerken en/of (ondergrondse) infrastructuur/ aanmerkelijk verharde oppervlakten: nabij primaire waterkeringen en oppervlakte wateren (in of grenzend aan beschermingszones, meanderzones, inundatiegebieden en herinrichtingzones) of in stroombanen/ dalbodem van droogdalen, nabij rioolwaterzuiveringsinstallaties en rioolwatertransportleidingen; met centrale of gemeenschappelijke voorzieningen voor infiltratie van regenwater of nieuwe aansluitingen en /of overstorten op primaire oppervlakte wateren: en/of met een bebouwd en/of verhard oppervlak groter dan m². Indien een ruimtelijk en/of bouwplan voldoet aan een van bovenstaande criteria dient het plan via de Watertoets door het Waterschap Roer en Overmaas te worden beoordeeld. Conclusie De projectlocatie is niet gelegen in één van de genoemde gebieden. Bovendien is geen sprake van toename van verharding; de huidige, volledig bebouwde projectlocatie blijft in de nieuwe situatie deels onbebouwd. Er is derhalve sprake van afname van verharding. In het plangebied spelen dus geen water(schaps)belangen. Derhalve is het doorlopen van het proces van de Watertoets niet noodzakelijk. 2.7 Archeologie De Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) is op 1 september 2007 in werking getreden. De Wet op de Archeologische Monumentenzorg is de Nederlandse uitwerking van het Verdrag van Malta. De wet is een raamwet, die regelt hoe Rijk, provincies en gemeenten bij hun ruimtelijke plannen rekening moeten houden met het erfgoed in de bodem. De gemeenten zijn in deze wet tot bevoegd gezag aangewezen. Door ArcheoPro is een Inventariserend veldonderzoek, Lage Barakken 22 te Maastricht (rapportnummer 12003, d.d ) uitgevoerd. De resultaten hiervan worden hierna kort besproken. Volgens het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel geldt voor de projectlocatie een hoge verwachting voor wat betreft de aanwezigheid van archeologische resten daterend vanaf het laat-paleolithicum. De verwachting is met name hoog voor resten uit de Romeinse tijd, de middeleeuwen en de nieuwe tijd. Uit de resultaten van het booronderzoek blijkt dat de bodem binnen de projectlocatie tot een diepte van 44,75 m +NAP (2,20 m onder vloerniveau) sterk verstoord is. Het grindpakket begint op m +NAP (2,70 m. onder vloerniveau). De tussenliggende laag is aan de straatkant geheel verstoord. Binnen het grootste deel van het plangebied ligt tussen de verrommelde laag en het grind een zandige leemlaag. In deze laag is een slak gevonden van niet te bepalen ouderdom. De beoogde bodemingrepen op de projectlocatie reiken niet dieper dan de normale funderingsdiepte van 80 cm onder het maaiveld en blijven daarmee binnen de reeds verstoorde zone. De resultaten van het onderzoek geven derhalve geen aanleiding archeologisch vervolgonderzoek te adviseren zolang de bodemingrepen niet dieper reiken dan twee meter onder het huidige vloerniveau. Daarmee wordt een buffer van 20 centimeter behouden tussen de bodemingreep en de zandige leemlaag. In verband met het volledig ontbreken van archeologische indicatoren binnen het plangebied, zijn de KNA-onderdelen Waardestelling en Beleidsadvies in dit rapport niet nader uitgewerkt. In alle Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 31 - pagina 31 -

299 Ruimtelijke Onderbouwing gevallen geldt dat indien archeologische materialen en/of sporen aangetroffen worden, deze gemeld dienen te worden bij de gemeente Maastricht, conform Monumentenwet Resumerend kan worden aangegeven dat archeologie geen belemmering vormt bij de beoogde ontwikkeling op het voornoemde perceel. Het rapport van ArcheoPro is als separate bijlage 2 bij deze ruimtelijke onderbouwing opgenomen. Selectiebesluit bevoegd gezag De archeologen van de gemeente Maastricht hebben kennis genomen van de resultaten van het bureau- en booronderzoek dat voor de planlocatie is uitgevoerd. Uit de betreffende rapportage (ArcheoPro Archeologisch rapport nr ) blijkt dat het risico klein is dat tijdens de werkzaamheden archeologische sporen en resten verstoord worden. De bodemverstoring die bij de uitvoering van de voorgenomen plannen optreedt, reikt niet dieper dan de post-middeleeuwse verstoorde bodem. Het onderzoek heeft aangetoond dat geen afwijkingen te verwachten zijn van de bodemopbouw zoals waargenomen op het Palace-terrein. ArcheoPro adviseert daarom geen vervolgonderzoek uit te voeren. Het bevoegd gezag, in deze Burgemeester en Wethouders van Maastricht en namens deze de steller van dit besluit, sluit zich aan bij dit advies. Opgemerkt wordt dat als desondanks tijdens de werkzaamheden archeologische resten of sporen aangetroffen worden, hiervan volgens artikel 53 en 54 van de Monumentenwet 1988 terstond melding moet worden gemaakt bij de opsteller van dit besluit. 2.8 Flora en Fauna Zorg voor alle inheemse planten- en diersoorten en voor de natuurlijke rijkdommen van gebieden wordt gegarandeerd door de naleving van de wet- en regelgeving ten aanzien van natuur en milieu. De instrumenten die deze bescherming mogelijk maken zijn op Europees niveau vertaald in Natura De Europese Habitatrichtlijn en de Europese Vogelrichtlijn zijn in Natura 2000 opgenomen. De Europese wetgevingen zijn in Nederland vertaald in de Flora- en faunawet voor de soortbescherming en in de gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998 voor de gebiedsbescherming. Nederland heeft daarmee de Europese wetgeving in de nationale wetgeving verankerd. Door voorafgaand aan een (bouw)project of ruimtelijke ontwikkeling rekening te houden met het eventueel voorkomen van beschermde en/of zeldzame planten- en diersoorten kan effectief worden omgegaan met de aanwezigheid van een beschermde soort. Peeters Econsult, Verkennend natuurwaardenonderzoek, Locatie Lage Barakken 22 te Maastricht in de gemeente Maastricht, rapportnummer 223, d.d In opdracht van PP Projectontwikkeling B.V. is door Peeters Econsult een ecologische quickscan uitgevoerd. Tijdens het veldbezoek zijn geen bijzondere natuurwaarden aangetroffen in het onderzoeksgebied. Op grond van de aanwezige biotopen zijn deze hier ook niet te verwachten. Ten aanzien van de strenger beschermde flora en fauna maakt het onderzoeksgebied mogelijk deel uit van het leefgebied van één of enkele vleermuissoorten, Steenmarter en één of enkele algemene broedvogelsoorten. De mogelijkheid dat deze soorten een vaste verblijfplaats hebben in de te slopen bebouwing lijkt gering. Wettelijk strenger beschermde soorten amfibieën, reptielen, vissen, dagvlinders, libellen en overige ongewervelden komen niet in het onderzoeksgebied voor. Geconcludeerd kan worden dat het aspect ecologie in voldoende mate onderzocht is en geen belemmering vormt voor de realisering van onderhavig bouwplan. Het onderzoek van Peeters Econsult is als separate bijlage bij deze ruimtelijke onderbouwing gevoegd. Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 32 - pagina 32 -

300 Ruimtelijke Onderbouwing 2.9 Overige milieuaspecten Geurhinder Het plan betreft een toevoeging van geurgevoelige functie. Er zijn geen geurhinder veroorzakende bedrijven of inrichtingen gelegen in de omgeving van de projectlocatie. Er is derhalve geen nader onderzoek noodzakelijk. Lichthinder Het plan betreft een toevoeging van een lichthindergevoelige functie. Er zijn echter geen objecten in de omgeving gelegen die lichthinder kunnen veroorzaken voor het voorliggende bouwplan. Er is derhalve geen nader onderzoek noodzakelijk. Trillingshinder Het plan betreft geen toevoeging van trillingsgevoelige bestemmingen. Er is derhalve geen nader onderzoek noodzakelijk Ruimtelijke effecten van het plan op de omgeving Met de realisering van dit plan wordt bestaande, in onbruik geraakte, industriële bebouwing gesloopt en vervangen door een kleinschalig binnenstedelijk woongebiedje met vier stadswoningen. Deze nieuwe woonfunctie past uitstekend binnen de bestaande functies in de directe omgeving. Ook draagt deze ontwikkeling, mede door andere initiatieven in het zuidelijk gedeelte van de Lage Barakken (zoals de Palace-locatie en directe omgeving), bij aan de opwaardering van deze straat in zijn geheel. Er zal aan de voorzijde weliswaar alleen sprake zijn van een nieuwe ingang in plaats van de huidige houten toegangspoort, toch zorgt deze ontwikkeling voor een nieuw doorzicht naar een nieuwe binnenstedelijke woonvorm. Met de uitvoering van dit bouwplan komt ook een definitief einde aan het industrieel gebruik op deze locatie. De bouwmassa blijft binnen de maximale maatvoering van omliggende bebouwing. Het bouwplan en de mogelijke privacybelemmeringen voor omwonenden zijn reeds besproken in paragraaf 2.2; geconcludeerd is dat geen sprake is van onevenredige privacybelemmeringen als gevolg van realisering van dit plan. Tenslotte zal geen toename van parkeerdruk plaatsvinden in het openbaar gebied, omdat de benodigde parkeerplaatsen op eigen terrein worden gerealiseerd. De realisering van dit plan heeft positieve gevolgen voor de ruimtelijk-stedenbouwkundige situatie aan de zuidzijde van de Lage Barakken. Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 33 - pagina 33 -

301 Ruimtelijke Onderbouwing 2.11 Maatschappelijke uitvoerbaarheid Wettelijk vooroverleg ex artikel Bro P.M. Procedure Op de voorbereiding van een omgevingsvergunning ex artikel 2.1 c / 2.12 eerste lid 1, onderdeel a, sub 3 Wabo is, conform het bepaalde in de Wabo (paragraaf 3.3) de uitgebreide procedure van toepassing, met dien verstande dat het ontwerpbesluit gedurende zes weken ter inzage ligt. Binnen zes maanden dient op de aanvraag omgevingsvergunning te zijn beslist waarbij de eenmalige mogelijkheid geboden wordt deze termijn met zes weken te verlengen. P.M Economische uitvoerbaarheid In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is in artikel een opsomming gegeven van de bouwplannen die worden beschouwd als bouwplan in de zin van 6.12 Wro waarvoor een exploitatieplan dient te worden vastgesteld indien het kostenverhaal niet anderszins is geregeld (dat wil zeggen indien men geen anterieure privaatrechtelijke overeenkomst heeft kunnen sluiten met de ontwikkelende partij). Onderhavig plan wordt gerekend tot de in artikel Bro aangewezen bouwplan. Derhalve zal voor dit plan een (anterieure) exploitatieovereenkomst worden opgesteld. Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 34 - pagina 34 -

302 Ruimtelijke Onderbouwing 3 Motivering PP Projectontwikkeling BV heeft het plan opgevat op het perceel Lage Barakken 22, na sloop van de bestaande, achter de woningen gelegen bedrijfsloods, vier stadswoningen op maaiveld te realiseren met bijbehorende parkeervoorzieningen. Het college van Burgemeester en wethouders van Maastricht heeft in haar vergadering d.d onder voorwaarden haar principemedewerking toegezegd ten aanzien van dit bouwplan. De gemeente Maastricht is bereid deze strijdigheid weg te nemen middels het doorlopen van een procedure behorende bij een omgevingsvergunning ex artikel 2.1, eerste lid, onder c./ 2.12, eerste lid, onder a, sub 3 Wabo. De in deze ruimtelijke onderbouwing beschreven ontwikkeling wordt in ruimtelijk en planologisch opzicht aanvaardbaar geacht omdat: - het bouwplan past binnen de bestaande ruimtelijk-stedenbouwkundige structuur; - het bouwplan past binnen de beleidskaders van Rijk, provincie, regio en gemeente; - het bouwplan, door de amovering van in onbruik geraakte industriële bebouwing en de transformatie tot een kleinschalig woongebied, een kwalitatieve verbetering van dit gedeelte van de Lage Barakken oplevert; - uit oogpunt van milieuhygiëne (bodemkwaliteit, geluid, externe veiligheid, luchtkwaliteit en overige milieuhinder) geen belemmeringen zijn voor deze ontwikkeling; - de waterhuishouding op de projectlocatie door het plan niet nadelig wordt beïnvloed; - geen archeologische waarden worden verstoord; - geen beschermde faunistische of floristische waarden worden verstoord; - in voldoende parkeerplaatsen wordt voorzien op eigen terrein; - geen onevenredige aantasting van het woongenot plaatsvindt voor omwonenden; - de economische uitvoerbaarheid gewaarborgd is. Resumerend kan worden geconcludeerd dat de realisering van het voornoemd bouwplan aan de Lage Barakken te Maastricht in planologisch en ruimtelijk-stedenbouwkundig opzicht aanvaardbaar is. Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 35 - pagina 35 -

303 Ruimtelijke Onderbouwing Bijlage Verbeelding bij omgevingsvergunning Realisering vier stadswoningen aan de Lage Barakken 22 te Maastricht Gemeente Maastricht 36 - pagina 36 -

304 Van: Anoek Deen- van de Staay Verzonden: donderdag 28 februari :59 Aan: Rulkens, Jean CC: Onderwerp: FW: Aanvraag ingepast digitaal bestand nieuwbouw Lage Barakken 22 te Maastricht. Bijlagen: kadastraal ingetekende situatielage Barakken 22 tbv afd geo-model.pdf; kadastraal ingetekende situatielage Barakken 22 tbv afd geo.dwg; A3 kadastraal ingetekende situatielage Barakken 22-A3 kadastrale situatie.pdf Geachte heer Rulkens, beste Jean, In de bijlage de gegevens zoals afdeling geo ze heeft ontvangen. Ik kreeg een automatisch antwoord dat Dhr. Bastings er maandag a.s. weer is. Morgenochtend, reik ik zoals telefonisch afgesproken, in 2-voud de aangepaste kadastrale situatie op A3 aan, waarop het nieuwe voetpad is ingetekend, cf. de reeds ingediende nieuwe situatietekeningen. Dit voetpad zal tzt uitgezet dienen te worden in nader overleg. Met vriendelijke groet, Anoek Deen - van de Staay Architectenbureau Jo van de Staay Drusushof EG Maastricht tel Van: Anoek Deen- van de Staay [mailto:anoekvandestaay@home.nl] Verzonden: donderdag 28 februari :39 Aan: 'Bastings, Patrick' Onderwerp: RE: Aanvraag ingepast digitaal bestand nieuwbouw Lage Barakken 22 te Maastricht. Geachte heer Bastings, beste Patrick, Naar aanleiding van uw mail en ons telefoongesprek stuur ik u bij deze uw bestand retour. In uw bestand ingetekend: de gegevens omtrent de nieuwbouwplannen aan de Lage Barakken 22. Mocht u nog contact willen naar aanleiding hiervan, dan vernemen we dat graag. Met vriendelijke groet, Anoek Deen - van de Staay Architectenbureau Jo van de Staay Drusushof EG Maastricht tel Van: Bastings, Patrick [mailto:patrick.bastings@maastricht.nl] Verzonden: woensdag 27 februari :03 Aan: anoekvandestaay@home.nl CC: Rulkens, Jean Onderwerp: Aanvraag ingepast digitaal bestand nieuwbouw Lage Barakken 22 te Maastricht. Geachte mevrouw van de Staay, Bij deze de aanvraag ingepast digitaal bestand nieuwbouw Lage Barakken 22 te Maastricht. Graag ontvangen wij de contour belijning begane grond + nieuw voetpad ingepast terug in ons bestand. file:///t /Gemeentebreed/lage%20barakken%2022/omgevingsvergunning/Situatietekening.htm[ :54:53]

305 Alle andere + informatie is voor ons niet van belang. In laag 62 staat onze topografie, in laag 1 staan de RD coördinaten (Landelijk Stelsel) waar wij als Gemeente in moeten werken en in laag 8 staat de kadastrale informatie. De contour belijning begane grond + nieuw voetpad graag in een andere laag zetten dan bovengenoemde lagen. Zijn er nog vragen, dan hoor ik ze graag. Met vriendelijke groet, Patrick Bastings Beheerder Vastgoedinformatie Vastgoed Beleid en Ontwikkeling Gemeente Maastricht T (043) E patrick.bastings@maastricht.nl Mosae Forum 10, 6211 DW Maastricht Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht file:///t /Gemeentebreed/lage%20barakken%2022/omgevingsvergunning/Situatietekening.htm[ :54:53]

306

307

308

309

310

311

312

313

314

315

316

317

318

319

320

321

322

323

324

325

326

327

328

329

330

331

332

333

334

335

336

337

338

339

340

341

342

343

344

345

346

347

348

349

350

351

352

353

354

355

356

357

358

359

360

361

362

363

364

365

366

367

368

369

370

371

372

373

374

375 Notitie Verkennend natuurwaardenonderzoek locatie Lage barakken 22 te Maastricht Quick-scan Door: G.M.T. Peeters Notitienummer: 223 Datum: 28 oktober 2012 In opdracht van: PP Projectontwikkeling BV Peeters Econsult Don Boscostraat BH Roermond

376 Natuurwaarden Lage barakken 22 Maastricht 1 1. Inleiding Er bestaan plannen voor de het slopen van een deel van de opstallen en vervolgens realiseren van vier woningen en een binnenplaats met parkeervoorzieningen op locatie Lage barakken 22 te Maastricht. PP Projectontwikkeling BV heeft Peeters Econsult verzocht een verkennend natuurwaardenonderzoek in de vorm van een quick-scan uit te voeren op deze locatie. Deze notitie beschrijft kort de resultaten van het onderzoek. 2. Methode Op 19 september 2012 is een veldbezoek gebracht aan het onderzoeksgebied en de directe omgeving. Alle tijdens dit veldbezoek in het onderzoeksgebied aangetroffen wilde planten en diersoorten zijn genoteerd. Er is bijzondere aandacht besteed aan de mogelijke aanwezigheid van wettelijk strenger beschermde soorten (Flora- en faunawet tabel 2 en 3) en de geschiktheid van het plangebied voor deze soorten. Aan de hand van verspreidingsatlassen en van via internet toegankelijke verspreidingsgegevens van flora en fauna is nagegaan welke strenger beschermde planten- en diersoorten er voorkomen in de omgeving van de onderzoekslocatie. Daarnaast is een zogenaamde beknopte gegevensaanvraag bij het Natuurloket gedaan voor het kilometerhok waarin het onderzoeksgebied is gelegen. Een overzicht van de geraadpleegde bronnen is weergegeven in hoofdstuk 7. De zo verkregen informatie is merendeels slechts beschikbaar op kilometerhok niveau of op uurhok niveau. Op basis van in het onderzoeksgebied aanwezige terreinkenmerken en de ecologie van de soorten is een inschatting gemaakt van de mogelijkheid dat strenger beschermde planten en diersoorten momenteel duurzaam in het onderzoeksgebied voorkomen. 3. Terreinbeschrijving Het onderzoeksgebied is gelegen aan de Lage barakken nr. 22 te Maastricht. Het betreffende perceel is geheel bebouwd. Met uitzondering van de woning aan de straatkant wordt alle bebouwing gesloopt. Het plangebied wordt gevormd door deze te slopen bebouwing. Een luchtfoto met de ligging van het plangebied is weergegeven in bijlage 1. Een kaartje met de begrenzing van het plangebied is als bijlage 2 in deze notitie opgenomen. De totale oppervlakte van het plangebied bedraagt ongeveer 0,1 ha. De Amersfoortcoördinaten van het middelpunt van de onderzoekslocatie zijn X = 177,120 en Y = 317,650. Het onderzoeksgebied ligt in het westelijk deel van kilometerhok Het plangebied wordt gevormd door de achter de woning aan de Lage barakken nr. 22 gelegen bebouwing. De begane grond van deze bebouwing wordt gebruikt als parkeerruimte. De kelder en de zolder zijn momenteel niet in gebruik. De foto's 1 t/m 4 geven een impressie van de binnenzijde van de bebouwing. Open ruimte en opgaande beplanting zijn in het plangebied niet aanwezig. Het plangebied wordt aan alle zijden begrensd door gebouwen of kleine tuinen; aan de zuidzijde is een klein plantsoen aanwezig. De foto's 5 en 6 geven een impressie van de buitenzijde van de bebouwing. Peeters Econsult

377 Natuurwaarden Lage barakken 22 Maastricht 2 Foto 1. Begane grond. Foto 2. Begane grond. Foto 3. Begane grond. Foto 4. Zolderverdieping. Foto 5. De buitenmuur gezien vanuit een tuin Foto 6. De buitenmuur gezien vanuit het parkje aan de zuidzijde van het plangebied Peeters Econsult

378 Natuurwaarden Lage barakken 22 Maastricht 3 4. Natuurwaarden 4.1. Vaatplanten Spontane vegetatie is in het plangebied nauwelijks aanwezig. Tijdens het veldbezoek zijn in het plangebiedgebied vijf soorten hogere planten aangetroffen. Deze soorten zijn aangetroffen op of aan de voet van muren. Een overzicht van de waargenomen plantensoorten is in bijlage 3 bij deze notitie opgenomen. Het betreft in Nederland en Limburg algemeen voorkomende soorten die niet in hun voorkomen bedreigd zijn. Wettelijk beschermde plantensoorten zijn tijdens het veldbezoek niet aangetroffen. Volgens de gegevens van de Provincie Limburg is het onderzoeksgebied tijdens het provinciaal vegetatieonderzoek in 2009 niet onderzocht. Elders in het kilometerhok waarin het gebied is gelegen is één wettelijk beschermde plantensoort aangetroffen, namelijk de Wilde marjolein (tabel 2: overige soort). Ander strenger beschermde plantensoorten (tabel 2 of 3) zijn tijdens het provinciaal vegetatieonderzoek niet aangetroffen in het betreffende kilometerhok, maar hierbij zij opgemerkt dat het gehele hok uit stedelijk gebied bestaat en bij het provinciaal natuuronderzoek slechts zeer spaarzaam is onderzocht. Het Natuurloket noemt voor het betreffende kilometerhok tijdens de periode de aanwezigheid van maar liefst tien strenger beschermde plantensoorten, maar het is niet bekend welke soorten dit betreft. Uit het betreffende kilometerhok zijn in elk geval recente waarnemingen van vijf strenger beschermde plantensoorten bekend, merendeels muurplanten: Gele helmbloem, Klein glaskruid, Steenbreekvaren, Stengelomvattend havikskruid en Stijf hardgras (bron: Ofschoon tijdens het veldbezoek enkele Muurvarentjes zijn aangetroffen, ontbreken meer belangwekkende muurvegetaties met zeldzamere soorten waaronder gele helmbloem, Klein glaskruid, Steenbreekvaren of Stengelomvattend havikskruid. Geschikte standplaatsen voor Wilde marjolein of Stijf hardgras zijn in het plangebied evenmin aanwezig. Op basis van de aanwezige biotopen en de beschikbare verspreidingsgegevens is de aanwezigheid van andere strenger beschermde plantensoorten in het onderzoeksgebied eveneens uitgesloten Zoogdieren Vleermuizen Volgens gegevens in Zoogdieren van Limburg (Huizenga et al., 2010) zijn in het uurhok waarin het onderzoeksgebied is gelegen in de periode maar liefst dertien vleermuissoorten (alle tabel 3: streng beschermde soorten) waargenomen: Gewone baardvleermuis, Watervleermuis, Franjestaart, Ingekorven vleermuis, Meervleermuis, Bechtsteins vleermuis, Vale vleermuis, Gewone grootoorvleermuis, Grijze grootoorvleermuis, Gewone dwergvleermuis, Ruige dwergvleermuis, Laatvlieger en Rosse vleermuis. Bij het Natuurloket zijn voor het kilometerhok waarin het onderzoeksgebied is gelegen uit de periode waarnemingen van twee of drie vleermuissoort(en) bekend, maar het kilometerhok wordt voor die periode als slecht onderzocht gekwalificeerd. Recente waarnemingen voor het betreffende kilometerhok zijn in elk geval bekend van de Gewone dwergvleermuis (bron: Concrete informatie over de aanwezigheid van vleermuizen in het onderzoeksgebied is niet beschikbaar. De aanwezige bebouwing lijkt door de aanwezigheid van een spouwmuur (alleen aan de Peeters Econsult

379 Natuurwaarden Lage barakken 22 Maastricht 4 achterzijde van het pand), holle ruimten tussen plafonds en bovenliggende vloeren, en een dakbeschot onder een deel van de dakbedekking geschikt als kraam-, zomer- of winterverblijf voor gebouwenbewonende soorten, waaronder de Gewone dwergvleermuis. Geschikte invliegopeningen zijn niet waargenomen, maar hun aanwezigheid valt niet geheel uit te sluiten. Tijdens het veldbezoek zijn geen sporen of andere aanwijzingen gevonden die wijzen op de aanwezigheid van vleermuizen in de gebouwen. De mogelijkheid dat vleermuizen gebruik maken van de spouwmuur, de ruimtes tussen plafonds en bovenliggende vloeren en de ruimte tussen dakbeschot en pannendak moet derhalve als gering worden beoordeeld. Voor boombewonende vleermuizen geschikte holle bomen zijn in het plangebied niet aanwezig Overige zoogdieren Tijdens het veldbezoek zijn op diverse plekken in het gebouw muizenkeutels aangetroffen, waarschijnlijk van de Huismuis. De Huismuis en eventueel andere in gebouwen aan te treffen muizensoorten komen in Nederland en Limburg algemeen voor en vallen onder het lichtste beschermingsregime van de Flora- en faunawet (tabel 1: algemene soorten). Volgens de gegevens in Zoogdieren van Limburg zijn in het uurhok waarin het onderzoeksgebied is gelegen in de periode naast meerdere algemene soorten vijf strenger beschermde (tabel 2 en 3) grondgebonden zoogdiersoorten waargenomen, namelijk Eekhoorn, Bever, Hamster, Steenmarter en Das. Het Natuurloket noemt voor het kilometerhok waarin het onderzoeksgebied is gelegen in de periode de aanwezigheid van twee of drie strenger beschermde zoogdiersoorten, maar het is niet bekend welke soorten dit betreft. Het gebouw lijkt geschikt als leefgebied voor de Steenmarter. Potentiële schuil- of nestelplaatsen zijn momenteel door de opgeruimde staat van het gehele gebouw en het vrijwel ontbreken rommel of rommelhoekjes nauwelijks aanwezig. Tijdens het veldbezoek zijn geen sporen van de Steenmarter aangetroffen, zodat momenteel zeker geen sprake is van een duurzame aanwezigheid van de Steenmarter. Eekhoorn, Bever, Hamster, Das en eventueel andere strenger beschermde zoogdieren zijn in het geheel bebouwde plangebied niet te verwachten Vogels Tijdens het provinciaal broedvogelonderzoek in 2011, waarbij alleen minder algemene en zeldzame soorten worden onderzocht, zijn in het onderzoeksgebied geen broedvogels aangetroffen. In de het kilometerhok waarin het onderzoeksgebied is gelegen zijn dat jaar 24 soorten broedvogels aangetroffen, waaronder twee soorten met jaarrond beschermde nesten of nestplaatsen, te weten Gierzwaluw en Huismus. Beide soorten broeden bij voorkeur in gebouwen en dergelijke, en hun aanwezigheid in het onderzoeksgebied is niet uitgesloten. Naast deze soorten zijn volgens de gegevens in de Avifauna van Limburg (Hustings et al., 2006) in het uurhok waarin het onderzoeksgebied is gelegen in de periode nog drie broedvogelsoorten met jaarrond beschermde nesten of nestplaatsen aangetroffen, namelijk, Steenuil, Ransuil en Grote gele kwikstaart. Door het ontbreken van geschikt broedbiotoop zijn (jaarrond beschermde) nesten van deze soorten niet te verwachten in het onderzoeksgebied. Omdat het gehele plangebied bebouwd is, is er nauwelijks sprake van een geschikt leefgebied voor vogels. In de omgeving voorkomende tuin- en stadsvogels zouden wel hun nest kunnen maken in de gebouwen in het plangebied. Ten aanzien van soorten met jaarrond beschermde nesten of nestplaatsen is de aanwezigheid van Gierzwaluw en Huismus als broedvogel in het plangebied niet geheel Peeters Econsult

380 Natuurwaarden Lage barakken 22 Maastricht 5 uitgesloten. Tijdens het veldbezoek zijn echter geen nesten of andere aanwijzingen gevonden die wijzen op de aanwezigheid van één van deze soorten in de te slopen bebouwing Amfibieën, reptielen en vissen Amfibieën Volgens de landelijke verspreidingsgegevens van RAVON (Van Delft et al., 2011) zijn in de periode naast enkele algemenere soorten drie strenger beschermde amfibieënsoorten vastgesteld in het uurhok waarin het onderzoeksgebied is gelegen, namelijk Alpenwatersalamander, Vroedmeesterpad en Rugstreeppad (tabel 2 en 3). Bij het Natuurloket zijn voor het kilometerhok waarin het onderzoeksgebied is gelegen waarnemingen van één strenger beschermde amfibieënsoort bekend, maar het is onzeker op welke soort deze waarnemingen betrekking hebben. Het onderzoeksgebied vormt echter geen geschikt biotoop voor amfibieën. Gezien het ontbreken van open water of geschikte landbiotopen in het onderzoeksgebied is een duurzame aanwezigheid van amfibieën hier uitgesloten Reptielen De verspreidingsgegevens van RAVON geven voor het betreffende uurhok drie reptielensoorten, namelijk Hazelworm, Levendbarende hagedis en Muurhagedis (beide strenger beschermd: tabel 2 en 3). Bij het Natuurloket zijn voor het kilometerhok waarin het onderzoeksgebied is gelegen geen waarnemingen van reptielen bekend. Geschikt leefgebied voor reptielen (allen strenger beschermd: tabel 2 of 3) is in het onderzoeksgebied overigens niet aanwezig, zodat de aanwezigheid van reptielen in het onderzoeksgebied uitgesloten kan worden Vissen Volgens de verspreidingsgegevens van RAVON zijn in de periode vier wettelijk beschermde vissoorten vastgesteld in het betreffende uurhok, te weten Bittervoorn, Kleine modderkruiper, Meerval en Rivierdonderpad. Gezien het ontbreken van oppervlaktewater is de aanwezigheid van vissen in het onderzoeksgebied uitgesloten. 4.5 Dagvlinders, libellen en overige ongewervelde dieren Dagvlinders Volgens het Waarnemingenverslag 2007 dagvlinders, libellen en sprinkhanen (EIS-Nederland et al., s.a.) zijn in de periode vijf strenger beschermde dagvlindersoorten (categorie 2 of 3) vastgesteld in het uurhok waarin het onderzoeksgebied is gelegen, te weten Keizersmantel, Dwergblauwtje, Bruin dikkopje, Rouwmantel en Klaverblauwtje. Het Natuurloket noemt het kilometerhok waarin het onderzoeksgebied is gelegen met 16 soorten goed onderzocht op dagvlinders, maar hierbij zijn geen wettelijk beschermde dagvlindersoorten aangetroffen. Het onderzoeksgebied is geheel bebouwd en derhalve ongeschikt als leefgebied voor dagvlinders, en een duurzame aanwezigheid van wettelijk beschermde soorten is derhalve uitgesloten Libellen In de periode zijn er volgens voornoemd Waarnemingenverslag geen wettelijk beschermde libellensoorten aangetroffen in het uurhok waarin het onderzoeksgebied is gelegen. Het Natuurloket noemt voor het betreffende kilometerhok evenmin wettelijk beschermde soorten. Door het ontbreken van oppervlaktewater of vochtige biotopen vormt het onderzoeksgebied geen geschikt leefgebied voor Peeters Econsult

381 Natuurwaarden Lage barakken 22 Maastricht 6 libellen. Een duurzame aanwezigheid van wettelijk beschermde libellensoorten is ook om die reden uitgesloten Overige soortgroepen Ten aanzien van de overige soortgroepen (kevers, kreeftachtigen, tweekleppigen) zijn bij het Natuurloket geen waarnemingen van strenger beschermde (categorie 2 of 3) soorten bekend voor het kilometerhok waarin het onderzoeksgebied is gelegen. De aanwezigheid in het onderzoeksgebeid van strenger beschermde (categorie 2 en 3) vertegenwoordigers van deze overige soortgroepen kan op grond van hun verspreiding en ecologie (Janssen & Schaminée, 2008) echter uitgesloten worden geacht. 5. Conclusies Tijdens het veldbezoek zijn geen bijzondere natuurwaarden aangetroffen in het onderzoeksgebied. Op grond van de aanwezige biotopen zijn deze hier ook niet te verwachten. Ten aanzien van strenger beschermde (tabel 2 en 3) flora en fauna maakt het onderzoeksgebied mogelijk deel uit van het leefgebied van één of enkele vleermuissoorten, Steenmarter en één of enkele algemene broedvogelsoorten. De mogelijkheid dat deze soorten een vaste verblijfplaats hebben in de te slopen bebouwing lijkt gering. Wettelijk strenger beschermde (tabel 2 en 3) amfibieën, reptielen, vissen, dagvlinders, libellen en overige ongewervelden komen niet in het onderzoekgebied voor. 7. Geraadpleegde bronnen 7.1. Literatuur Buggenum, H.J.M. van, R.P.G. Geraeds & A.J.W. Lenders, Herpetofauna van Limburg. Verspreiding en ecologie van amfibieën en reptielen in de periode Stichting Natuurpublicaties Limburg, Maastricht. Delft, J. van, A. de Bruin & P. Frigge, Waarnemingenoverzicht RAVON 13(4): EIS-Nederland, De Vlinderstichting & Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie, s.a. Waarnemingenverslag Dagvlinders, Libellen en Sprinkhanen. Huizenga, C.E., R.W. Akkermans, J.C. Buys, J. van der Coelen, H. Morelissen L.S.G.M. Verheggen, Zoogdieren van Limburg. Verspreiding en ecologie in de periode Stichting Natuurpublicaties Limburg, Maastricht. Hustings, F., J. van der Coelen, B. van Noorden, R. Schols & P. Voskamp, Avifauna van Limburg. Stichting Natuurpublicaties Limburg, Maastricht. Peeters Econsult

382 Natuurwaarden Lage barakken 22 Maastricht 7 Janssen, J.A.M. & J.H.J. Schaminée, Europese natuur in Nederland. Soorten van de Habitatrichtlijn. Tweede sterk herziene druk. KNNV Uitgeverij, Zeist. Natuurloket, Beknopte eenmalige levering uit de NDFF voor kilometerhok , d.d. 24 september Internet (verspreidingsgegevens vaatplanten en broedvogels) (flora- en faunawaarnemingen) Peeters Econsult

383 Bijlagen I Bijlage 1: Ligging plangebied Ligging van het plangebied. De ligging van het plangebied is weergegeven met een rode cirkel. Peeters Econsult

384 Bijlagen II Bijlage 2: Begrenzing plangebied Begrenzing van het plangebied. De begrenzing van het plangebied is weergegeven met een rode lijn. Peeters Econsult

Omgevingsvergunning fase 1

Omgevingsvergunning fase 1 Minuut Verzonden: Besluit van Burgemeester en wethouders van Maastricht Omgevingsvergunning fase 1 M. Maes Stationsstraat 1-3/Stationsplein 1ABC/Spoorweglaan 1BC, het realiseren van een budgethotel 12-0739WB,

Nadere informatie

Besluit van Burgemeester en wethouders van Maastricht. Omgevingsvergunning

Besluit van Burgemeester en wethouders van Maastricht. Omgevingsvergunning Verzonden: Besluit van Burgemeester en wethouders van Maastricht Omgevingsvergunning Aanvrager: De heer/mevrouw R.M.K. Klingenstijn Am Hock 4 9991-L Luxemburg LUXEMBURG Locatie: Omschrijving: Brusselseweg

Nadere informatie

Besluit - omgevingsvergunning (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)

Besluit - omgevingsvergunning (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) 1 van 6 Burgemeester en Wethouders van de gemeente Winterswijk; gezien het verzoek van de heer M. Gussinklo, woonachtig op het adres Vechtstraat 8 in woonplaats Winterswijk; gedagtekend d.d. 28-06-2018,

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2050794/2853718 op de op 14 oktober 2011 bij hen ingekomen aanvraag van IFF Nederland BV, om vergunning krachtens de

Nadere informatie

Aan de heer A.L.C. van Tichelt Noorderweide HE SPRUNDEL. Rucphen, Ontwerp omgevingsvergunning. Geachte heer Van Tichelt,

Aan de heer A.L.C. van Tichelt Noorderweide HE SPRUNDEL. Rucphen, Ontwerp omgevingsvergunning. Geachte heer Van Tichelt, Aan de heer A.L.C. van Tichelt Noorderweide 3 4714 HE SPRUNDEL Onze referentie: AZ11/003951-UA12/ Uw referentie: Behandelaar: mw. J.G.M. Luijkx Telefoonnr.: 0165-349718 Rucphen, Onderwerp: Ontwerp omgevingsvergunning

Nadere informatie

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 12003

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 12003 ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 12003 Lage Barakken 22, Maastricht Gemeente Maastricht Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O); Bureauonderzoek en karterend booronderzoek Versie 23-03-2012 (Zonder opmerkingen

Nadere informatie

Gelet op hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) zijn wij bevoegd om op deze aanvraag te beslissen.

Gelet op hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) zijn wij bevoegd om op deze aanvraag te beslissen. beschikking Omgevingsvergunning Documentnummer: 921860 Aanvraag Op 20 februari 2013 hebben wij, burgemeester en wethouders van de gemeente Alblasserdam, een aanvraag omgevingsvergunning als bedoeld in

Nadere informatie

Omgevingsvergunning UV/

Omgevingsvergunning UV/ Aanvraag Burgemeester en wethouders hebben op 10 maart 2011 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van C.A. van Zon, Barrierweg 62 a te Liempde voor het gedeeltelijk verbouwen van het bijgebouw

Nadere informatie

Postbus 20 7500 AA Enschede. Hengelosestraat 51

Postbus 20 7500 AA Enschede. Hengelosestraat 51 POSTADRES Postbus 20 7500 AA Enschede BEZOEKADRES Hengelosestraat 51 Gemeente Enschede T.a.v. de heer A. Hardiek Wesselerbrinklaan 102 7544 JZ ENSCHEDE TELEFOON 14 0 53 DATUM ONS KENMERK BEHANDELD DOOR

Nadere informatie

Gelet op de projectomschrijving en op artikel 2.4 van de Wabo zijn wij in dit geval het bevoegde gezag om op de aanvraag te beslissen.

Gelet op de projectomschrijving en op artikel 2.4 van de Wabo zijn wij in dit geval het bevoegde gezag om op de aanvraag te beslissen. Omgevingsvergunning Zaaknummer 485964 1. Inleiding Op 28 mei 2015 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het plaatsen van een dakkapel op de woning op het perceel Sandtlaan 6

Nadere informatie

- het (ver)bouwen van een bouwwerk. - het gebruik van gronden of bouwwerken in strijd met bestemmingsplan.

- het (ver)bouwen van een bouwwerk. - het gebruik van gronden of bouwwerken in strijd met bestemmingsplan. Besluit OMGEVINGSVERGUNNING OV-2015-003 Burgemeester en Wethouders hebben op 25 december 2014 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van J.T. Bongers, Botsestraat 13, 6579 JA Kekerdom voor

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Bijgevoegde documenten De volgende bij het besluit behorende gewaarmerkte documenten worden digitaal nagezonden:

Omgevingsvergunning. Bijgevoegde documenten De volgende bij het besluit behorende gewaarmerkte documenten worden digitaal nagezonden: Omgevingsvergunning Burgemeester en Wethouders hebben op 23 december 2016 een aanvraag om omgevingsvergunning ontvangen van Jawelbouw BV voor het project het bouwen van acht woningen in bouwplan De Bamere

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. code: DIS_ doc

OMGEVINGSVERGUNNING. code: DIS_ doc OMGEVINGSVERGUNNING Aanvrager : Nestlé Nutrition Datum besluit : 3 mei 2011 Onderwerp : Nieuwbouw kantoor 2 Gemeente/locatie : Nunspeet/Laan 110 OLO-nummer : OLO-89080 Zaaknummer : 2011-004347 Projectnummer

Nadere informatie

Zaak: Dossier: OV17205 Documentnummer: BV. Omgevingsvergunning

Zaak: Dossier: OV17205 Documentnummer: BV. Omgevingsvergunning .. Zaak: 398047 Dossier: OV17205 Documentnummer: 398047BV Omgevingsvergunning Burgemeester en Wethouders hebben op 15 november 2017 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het (ver)bouwen

Nadere informatie

* *

* * omgevingsvergunning afwijken van het bestemmingsplan voor het bouwen van 11 sociale huurwoningen afwijken van het bestemmingsplan voor het bouwen van 11 sociale huurwoningen Beschikking 280118 *17.179690*

Nadere informatie

het oprichten van een appartementengebouw Onyxdijk 167 te Roosendaal

het oprichten van een appartementengebouw Onyxdijk 167 te Roosendaal Stichting S&L Zorg T.a.v. D. van Randwijk Postbus 148 4700 AC Roosendaal NEDERLAND contactpersoon : Mevr. M. Bezemer (Aanw.op ma,di,do) Roosendaal : doorkiesnummer : (0165) 579875 (W20_vrl_OU) onderwerp

Nadere informatie

De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de volgende bijlagen deel uitmaken van de vergunning:

De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de volgende bijlagen deel uitmaken van de vergunning: .. Zaak: 362494 Dossier: OV17113 Documentnummer: 362494BV Omgevingsvergunning Burgemeester en Wethouders hebben op 2 juli 2017 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het (ver)bouwen van

Nadere informatie

Gemeente Kollumerland c.a.

Gemeente Kollumerland c.a. BESCHIKKING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT (omgevingsvergunning) Aanvraag Datum Nummer aanvraag Gegevens aanvrager Naam aanvrager Adres Postcode en plaats Gegevens locatie Adres Postcode en plaats

Nadere informatie

Sector Klantcontactcentrum. Ons kenmerk Behandeld door de heer W. van Pijkeren OMGEVINGSVERGUNNING

Sector Klantcontactcentrum. Ons kenmerk Behandeld door de heer W. van Pijkeren OMGEVINGSVERGUNNING 4 é Gemeente H Almelo II Sector Klantcontactcentrum Postadres: Gemeente Almelo Postbus 5100 7600 GC Almelo Doek 19 Ter attentie van de heer J.W. Holtmaat Haven Noordzijde 19 7607 ER ALMELO Bezoekadres:

Nadere informatie

Ontwerp Omgevingsvergunning

Ontwerp Omgevingsvergunning De heer J.B. Kamphuis Kloosterallee 3 8167 LT Oene Zaaknummer : 48503 Behandeld door : Team Ontwikkeling Vergunningverlening Telefoonnummer : 14 0578 Onderwerp : Ontwerp omgevingsvergunning uitgebreid

Nadere informatie

ArcheoPro Archeologische rapporten nr Archeologische bouwbegeleiding Klimmen gemeente Voerendaal. Souterrains Partner of ArcheoPro

ArcheoPro Archeologische rapporten nr Archeologische bouwbegeleiding Klimmen gemeente Voerendaal. Souterrains Partner of ArcheoPro ArcheoPro Archeologische rapporten nr. 602 Archeologische bouwbegeleiding Klimmen gemeente Voerendaal Souterrains Partner of ArcheoPro Joep Orbons Richard Exaltus juni 2006 ArcheoPro Archeologische bouwbegeleiding

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning. Dossiernummer: 2011/16386 Omgevingsvergunning Burgemeester en wethouders van Zundert zijn voornemens om overeenkomstig de besluitvormingsprocedure als bedoeld in artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen

Nadere informatie

De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de volgende bijlagen deel uitmaken van de vergunning:

De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de volgende bijlagen deel uitmaken van de vergunning: .. Zaak: 362335 Dossier: OV17111 Documentnummer: 362335BV Omgevingsvergunning Burgemeester en Wethouders hebben op 28 juni 2017 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het (ver)bouwen

Nadere informatie

Overige bijgevoegde documenten Onlosmakelijk onderdeel van deze vergunning zijn de bijgevoegde en als zodanig gewaarmerkte stukken.

Overige bijgevoegde documenten Onlosmakelijk onderdeel van deze vergunning zijn de bijgevoegde en als zodanig gewaarmerkte stukken. omgevingsvergunning bouwen van een bedrijfsgebouw en handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening bouwen van een bedrijfsgebouw en handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening Beschikking 258760

Nadere informatie

Omgevingsvergunning uitgebreide procedure WBD

Omgevingsvergunning uitgebreide procedure WBD Omgevingsvergunning uitgebreide procedure WBD1309454 Burgemeester en wethouders hebben op 16 december 2013 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het project herbouw van de stal. De aanvraag

Nadere informatie

omgevingsvergunning (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)

omgevingsvergunning (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) zaaknummer 136874, OM 20170106 Burgemeester en Wethouders van de gemeente Winterswijk; gezien het verzoek van Bouwbedrijf Oosterholt B.V., p/a Kattenbergweg 6 in woonplaats Winterswijk; gedagtekend d.d.

Nadere informatie

* *

* * omgevingsvergunning bouwen van een 2-onder-1-kap-woning bouwen van een 2-onder-1-kap-woning Beschikking 262791 *17.195803* 17.195803 OMGEVINGSVERGUNNING nr. 262791 Uitgebreide procedure Het College van

Nadere informatie

8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds mei 2013 Projectomgevingsvergunning

8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds mei 2013 Projectomgevingsvergunning 8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds 2013-0068 0595 42 1140 2 mei 2013 Projectomgevingsvergunning (Adres) (Aanhef), Burgemeester en wethouders hebben op 2 mei 2013 een aanvraag voor een omgevingsvergunning

Nadere informatie

Onderwerp Datum 28-09-2015

Onderwerp Datum 28-09-2015 Besluit omgevingsvergunning Pagina 1 van 5 BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING 1.1 Aanvraag Gezien de aanvraag omgevingsvergunning van: Naam : W.P. Kanters wonende/gevestigd : Merseloseweg 1335801 CC Venray ontvangen

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING (Ontwerp)

OMGEVINGSVERGUNNING (Ontwerp) OMGEVINGSVERGUNNING (Ontwerp) verleend aan Rabobank Zuid en Oost Groningen voor het bouwen van een Rabobank geldkiosk aan de Hoofdweg 29 in Bellingwolde Veendam Nummer gemeente: 141114 Nummer Liza: 26644

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de hieronder genoemde stukken deel uitmaken van de vergunning:

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de hieronder genoemde stukken deel uitmaken van de vergunning: inn i in MI ii mm ii ii OOG O O Omgevingsvergunning Burgemeester en wethouders hebben op 29 juli 2013 een aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het bouwen van een woning met bijgebouw. De

Nadere informatie

Ontwerpbesluit. Ons kenmerk: Dossier: OV Uw kenmerk: OLO Datum besluit: 30 januari 2017

Ontwerpbesluit. Ons kenmerk: Dossier: OV Uw kenmerk: OLO Datum besluit: 30 januari 2017 Ons kenmerk: 56115 Dossier: OV 20162088 Uw kenmerk: OLO 2370633 Datum besluit: 30 januari 2017 Ontwerpbesluit Burgemeester en wethouders besluiten, met inachtneming van artikelen 2.1, 2.10, 2.12 en 2.2

Nadere informatie

* *

* * omgevingsvergunning afwijken van het bestemmingsplan voor het aanleggen van een voetgangersbrug afwijken van het bestemmingsplan voor het aanleggen van een voetgangersbrug Beschikking ZD18.002800 *18.105330*

Nadere informatie

ONTWERP Omgevingsvergunning Zaaknummer

ONTWERP Omgevingsvergunning Zaaknummer ONTWERP Omgevingsvergunning Zaaknummer 1196903 1. Inleiding Op 23 mei 2018 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het bouwen van een woning en garage en het maken van een uitweg

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten. Omgevingsvergunning Poststuknummer: DA00107087 Burgemeester en wethouders hebben op 17 juli 2018 een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen en in behandeling genomen voor het bouwen van 2 vrijstaande schuurwoningen

Nadere informatie

Geachte heer Hausoul, Omgevingsvergunning

Geachte heer Hausoul, Omgevingsvergunning de heer P.J.L. Hausoul Rott 53 6294 NL VIJLEN Datum Geachte heer Hausoul, Onderwerp HZ_WABO-2018-0002 Ons kenmerk 18.0004588 18.0004588 Sector Ruimte J.J. Bulles T 043-3068556 Uw brief van Omgevingsvergunning

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Kenmerk: Afdeling: Sinke Vastgoed B.V, Nishoek 38 A 4416 PE Kruiningen W-AOV160110/00126175 Vergunningverlening Datum: 21 april 2016 Onderwerp:

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. daarom besluiten wij u de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen.

OMGEVINGSVERGUNNING. daarom besluiten wij u de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen. OMGEVINGSVERGUNNING Burgemeester en wethouders van Doesburg hebben op 15 mei 2015 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen en geregistreerd onder nummer 2015OMG0038. Het betreft het plaatsen

Nadere informatie

Zaak: Dossier: OV17148 Documentnummer: BV. Omgevingsvergunning

Zaak: Dossier: OV17148 Documentnummer: BV. Omgevingsvergunning .. Zaak: 367433 Dossier: OV17148 Documentnummer: 367433BV Omgevingsvergunning Burgemeester en Wethouders hebben op 26 augustus 2017 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het (ver)bouwen

Nadere informatie

De Pirk BV. Greutelseweg 51. Ontwerp omgevingsvergunning

De Pirk BV. Greutelseweg 51. Ontwerp omgevingsvergunning Gemeente Epe De Pirk BV Greutelseweg 51 7345 CR WENUMWIESEL Uw aanvraag : 7 mei 2014 Uw kenmerk : aanvraag 1114193 Ons kenmerk : nr. 2014-25380 Zaaknummer : Gen02265 Behandeld door Eenheid Vergunningverlening

Nadere informatie

Zaak: Dossier: OV16158 Documentnummer: BV. Omgevingsvergunning

Zaak: Dossier: OV16158 Documentnummer: BV. Omgevingsvergunning .. Zaak: 339494 Dossier: OV16158 Documentnummer: 339494BV Omgevingsvergunning Burgemeester en Wethouders hebben op 11 november 2016 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het (ver)bouwen

Nadere informatie

Leges: bouwactiviteiten : 6.291,00 buitenplanse afwijking (bouw/aanleg) Wabo art 2.12 lid 1 onder a 3o : 4.917,00

Leges: bouwactiviteiten : 6.291,00 buitenplanse afwijking (bouw/aanleg) Wabo art 2.12 lid 1 onder a 3o : 4.917,00 ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING (Wabo artikel 2.1) Dossiernummer: VROM/HZ_WABO-2014-0257 Burgemeester en wethouders van de gemeente Someren Datum gezien de aanvraag van : Twan Kusters Holding B.V. vertegenwoordigd

Nadere informatie

Bouwen en wonen ONTWERPBESLUIT. Stichting Waternet T.a.v. de heer C. Voortman. Postbus GT AMSTERDAM. Geachte heer Voortman,

Bouwen en wonen ONTWERPBESLUIT. Stichting Waternet T.a.v. de heer C. Voortman. Postbus GT AMSTERDAM. Geachte heer Voortman, Bouwen en wonen ONTWERPBESLUIT Stichting Waternet T.a.v. de heer C. Voortman Postbus 94370 1090 GT AMSTERDAM Datum : Uw kenmerk : Ons kenmerk : WABO-2012-0023 2012006989 Behandeld door : R.P. Perquin E-mail

Nadere informatie

BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING uitgebreide procedure

BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING uitgebreide procedure UD/2014/100771 BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING uitgebreide procedure Burgemeester en Wethouders van Heemskerk hebben op 27 februari 2014 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het bouwen

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 11 november 2014

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 11 november 2014 OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 11 november 2014 Burgemeester en wethouders hebben op 14 januari 2013 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het legaliseren van appartementen. De aanvraag

Nadere informatie

* *

* * omgevingsvergunning wijzigen van de voorwaarden van omgevingsvergunning 218854 wijzigen van de voorwaarden van omgevingsvergunning 218854 Beschikking 283742 *17.130142* 17.130142 WIJZIGINGSVERGUNNING nr.

Nadere informatie

De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de volgende bijlagen deel uitmaken van de vergunning:

De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de volgende bijlagen deel uitmaken van de vergunning: .. Zaak: 328749 Dossier: OV16100 Documentnummer: 328749BV Omgevingsvergunning Burgemeester en Wethouders hebben op 18 juli 2016 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het (ver)bouwen

Nadere informatie

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit uitvoeren van een werk

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit uitvoeren van een werk Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning voor de activiteit uitvoeren van een werk Locatie Nieuwenhagen kavel A 1299, 3879 en 2725 te Landgraaf Zaaknummer 2012-0814 Kenmerk 2013/3889

Nadere informatie

Omgevingsvergunning voor de activiteit uitvoeren van een werk

Omgevingsvergunning voor de activiteit uitvoeren van een werk Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning voor de activiteit uitvoeren van een werk Locatie Hoensbroek kavel A 5193 te Heerlen Zaaknummer: 2012-0812 Kenmerk 2013/569 d.d. 3 januari

Nadere informatie

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G O M G E V I N G S V E R G U N N I N G Aanvrager Hoogstamfruitbomenvereniging De Loorenhof t.a.v. de heer N.J.M.B. Vork Kaldebornweg 92 6416 HD HEERLEN Aanvraag Burgemeester en wethouders hebben op 11-04-2014

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten. Omgevingsvergunning Poststuknummer: DA00079369 Burgemeester en wethouders hebben op 30 juni 2016 een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen en in behandeling genomen voor het bouwen van 14 woningen op

Nadere informatie

Omgevingsvergunning UV/

Omgevingsvergunning UV/ Aanvraag Burgemeester en wethouders hebben op 1 september 2011 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Gemeente Boxtel, p/a Postbus 10000 te Boxtel voor het gebruik van de voormalige paardenwei

Nadere informatie

(ONTWERP)Omgevingsvergunning Zaaknummer

(ONTWERP)Omgevingsvergunning Zaaknummer (ONTWERP)Omgevingsvergunning Zaaknummer 1324956 1. Inleiding Op 1 december 2018 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het bouwen van twee woningen en drie bergingen op het perceel

Nadere informatie

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Verlengen van de omgevingsvergunning (zaaknummer ) voor het plaatsen van een tijdelijk kantoor

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Verlengen van de omgevingsvergunning (zaaknummer ) voor het plaatsen van een tijdelijk kantoor Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Verlengen van de omgevingsvergunning (zaaknummer 2011-0384) voor het plaatsen van een tijdelijk kantoor TWO Chemical Warehousing B.V. te Maastricht Zaaknummer

Nadere informatie

* *

* * omgevingsvergunning verbouwen van de boerderij en het handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening verbouwen en splitsen van de boerderij en het handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening

Nadere informatie

Bouwkosten: vastgestelde bouwkosten (excl. BTW) : ,10

Bouwkosten: vastgestelde bouwkosten (excl. BTW) : ,10 ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING (Wabo artikel 2.1) Dossiernummer: VROM/HZ_WABO-2017-0169 Burgemeester en wethouders van de gemeente Someren Datum gezien de aanvraag van : B. Leenen adres, postcode en woonplaats

Nadere informatie

^5mgevingsŵensŕ į Midden- en West-Brabant

^5mgevingsŵensŕ į Midden- en West-Brabant ^5mgevingsŵensŕ į Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2126190/3516316 Op de aanvraag om een omgevingsvergunning van Deponie Zuid NV, uitgevoerd aan de Vloeiveldweg 8 te Tilburg.

Nadere informatie

g^atwijk Omgevingsvergunning Zaaknummer

g^atwijk Omgevingsvergunning Zaaknummer g^atwijk Omgevingsvergunning Zaaknummer 1396782 1. Inleiding Op 19 maart 2019 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het realiseren van een dakopbouw op het dak van de garage/berging

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Zaaknummer

Omgevingsvergunning Zaaknummer Omgevingsvergunning Zaaknummer 901876 1. Inleiding Op 28 maart 2017 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het maken van een aanbouw aan de voorzijde van de woning en het maken

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING VOORBLAD

OMGEVINGSVERGUNNING VOORBLAD VOORBLAD Besluit Burgemeester en wethouders hebben op 6 december 2013 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het plaatsen van 2 'te koop' borden. De aanvraag gaat over diverse locaties

Nadere informatie

Overige bijgevoegde documenten Onlosmakelijk onderdeel van deze vergunning zijn de bijgevoegde en als zodanig gewaarmerkte stukken.

Overige bijgevoegde documenten Onlosmakelijk onderdeel van deze vergunning zijn de bijgevoegde en als zodanig gewaarmerkte stukken. omgevingsvergunning realiseren van een zonnepark en handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening realiseren van een zonnepark en handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening Beschikking 261760

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Zaaknummer

Omgevingsvergunning Zaaknummer Omgevingsvergunning Zaaknummer 1033710 1. Inleiding Op 11 september 2017 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het wijzigen van het kozijn aan de voorzijde van de woning en het

Nadere informatie

Joure, 25 april 2014 Ons kenmerk : OV / Verzonden: Uw kenmerk : In behandeling bij : de heer R. Kluiwstra Bijlage(n) : 0

Joure, 25 april 2014 Ons kenmerk : OV / Verzonden: Uw kenmerk : In behandeling bij : de heer R. Kluiwstra Bijlage(n) : 0 LYAEMER WONEN p/a Postbus 21 8530 AA Lemmer Joure, 25 april 2014 Ons kenmerk : OV 20132023/749641 Verzonden: Uw kenmerk : In behandeling bij : de heer R. Kluiwstra Bijlage(n) : 0 Onderwerp: omgevingsvergunning

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Documentnummer: 01-CG

Omgevingsvergunning. Documentnummer: 01-CG Omgevingsvergunning Documentnummer: 01-CG10-00938 Burgemeester en Wethouders hebben op 11 november 2010 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen en in behandeling genomen voor het bouwen van

Nadere informatie

De aanvraag betreft de volgende activiteiten: - Strijdig gebruik (art. 2.1 lid 1c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht);

De aanvraag betreft de volgende activiteiten: - Strijdig gebruik (art. 2.1 lid 1c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht); Ontwerp Omgevingsvergunning Zaaknummer 1905981 (dossier 2015-06674) 1. Inleiding Op 23 juli 2015 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het gebruik van het perceel in strijd met

Nadere informatie

De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de volgende bijlagen deel uitmaken van de vergunning:

De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de volgende bijlagen deel uitmaken van de vergunning: .. Zaak: 998650 Dossier: OV 19072 Documentnummer: 998650BV Omgevingsvergunning Burgemeester en Wethouders hebben op 4 april 2019 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor condensor AH Heeze.

Nadere informatie

gemeente HEEMSTEDE OMGEVINGSVERGUNNING Tel.: Fax:(023)

gemeente HEEMSTEDE OMGEVINGSVERGUNNING  Tel.: Fax:(023) WW* OMGEVINGSVERGUNNING gemeente HEEMSTEDE Burgemeester en Wethouders hebben op 19 april 2011 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor: - Project: de bouw van een aardgasvulstation - Locatie:

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Gebleken is dat uw aanvraag voldoet en daarom verlenen wij u de omgevingsvergunning waarom u heeft gevraagd.

Omgevingsvergunning. Gebleken is dat uw aanvraag voldoet en daarom verlenen wij u de omgevingsvergunning waarom u heeft gevraagd. Omgevingsvergunning Burgemeester en Wethouders hebben op 11 februari 2015 een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen voor het herbouwen van een bedrijfshal op het perceel aan Het Ambacht 12-14 in Westervoort.

Nadere informatie

De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de volgende bijlagen deel uitmaken van de vergunning:

De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de volgende bijlagen deel uitmaken van de vergunning: .. Zaak: 1041749 Dossier: OV 19121 Documentnummer: 1041749BV Omgevingsvergunning Burgemeester en Wethouders hebben op 20 juni 2019 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het (ver)bouwen

Nadere informatie

g^atwijk Omgevingsvergunning Zaaknummer

g^atwijk Omgevingsvergunning Zaaknummer g^atwijk Omgevingsvergunning Zaaknummer 1268533 1. Inleiding Op 10 september 2018 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het verlengen van de vergunning van het natuurcentrum

Nadere informatie

De aanvraag betreft de volgende activiteit(en): - Bouwen (art. 2.1 lid 1a)van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)

De aanvraag betreft de volgende activiteit(en): - Bouwen (art. 2.1 lid 1a)van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) Omgevingsvergunning Zaaknummer 1. Inleiding Op 22 september 2015 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het verbouwen van het kantoorgebouw tot een gebouw met zes appartementen

Nadere informatie

gemeente Katwijk:Kor\vnq\r\ Julianalaan 3, 2224 EW Katwijk, Postbus 589, 2220 AN Katwijk, website:

gemeente Katwijk:Kor\vnq\r\ Julianalaan 3, 2224 EW Katwijk, Postbus 589, 2220 AN Katwijk, website: g^atwijk Omgevingsvergunning Zaaknummer 970399 1. Inleiding Op 15 mei 2017 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het plaatsen van een hegconstructie op het perceel Boerslaan

Nadere informatie

Inhoudsopgave De volgende onderdelen horen bij en maken deel uit van deze omgevingsvergunning.

Inhoudsopgave De volgende onderdelen horen bij en maken deel uit van deze omgevingsvergunning. Omgevingsvergunning Burgemeester en wethouders hebben op 4 maart 2016 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het bouwen van een bijgebouw en buitenzwembad op de locatie Laar 3a te Maasbree.

Nadere informatie

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum onderwerp ontwerpbeschikking omgevingsvergunning

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum onderwerp ontwerpbeschikking omgevingsvergunning Fastned de heer C.R.H. Florentinus Amsteldijk 166 1079 LH AMSTERDAM uw brief van uw kenmerk ons kenmerk 1283572 datum onderwerp ontwerpbeschikking omgevingsvergunning Geachte heer Florentinus, Op 10 september

Nadere informatie

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G O M G E V I N G S V E R G U N N I N G Uitgebreid 2.1-1.c juncto 2.12-1.a.3 of 2; 2.1-1.d/-1.e excl milieuneutraal/1.f; 2.27; 2.19) Aanvrager V.A.L. Vastgoed Dhr. R. Prickartz Meersenhoven 202 6222 PD Maastricht

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Zaaknummer

Omgevingsvergunning Zaaknummer Omgevingsvergunning Zaaknummer 723720 1. Inleiding Op 22 juni 2016 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het vervangen van de dakkapel aan de achterzijde van de woning op het

Nadere informatie

* *

* * omgevingsvergunning verbouwen van een woongebouw verbouwen van een woongebouw Beschikking 276063 *17.179341* 17.179341 OMGEVINGSVERGUNNING nr. 276063 Uitgebreide procedure Het College van burgemeester

Nadere informatie

en met toepassing van artikel 3.3 lid 3 van de Wabo de aanhoudingsplicht van artikel 3.3 van de Wabo te doorbreken.

en met toepassing van artikel 3.3 lid 3 van de Wabo de aanhoudingsplicht van artikel 3.3 van de Wabo te doorbreken. Besluit omgevingsvergunning Pagina 1 van 5 BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING 1.1 Aanvraag Gezien de aanvraag omgevingsvergunning van: Naam : Gemeentehuis Venray wonende/gevestigd : Postbus 500 5800 AM Venray

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Verkleinen van de inrichting

Omgevingsvergunning Verkleinen van de inrichting Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning Verkleinen van de inrichting Dienst Stadsbeheer te Maastricht Zaaknummer: 2013-0182 Kenmerk: 2013/16657 d.d. 21 maart 2013 Verzonden: INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

gemeente Katwijk: Koningin Julianalaan 3, 2224 EW Katwijk, Postbus 589, 2220 AN Katwijk, website:

gemeente Katwijk: Koningin Julianalaan 3, 2224 EW Katwijk, Postbus 589, 2220 AN Katwijk, website: Omgevingsvergunning Zaaknummer 1034185 1. Inleiding Op 1 oktober 2017 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het vervangen van het dak en gedeeltelijk vervangen van de kozijnen

Nadere informatie

"Omgevingsvergunning 2013, herbouw woning met bijgebouw Dorpstraat 3"

Omgevingsvergunning 2013, herbouw woning met bijgebouw Dorpstraat 3 MAASDRIEL OMGEVINGSVERGUNNING "Omgevingsvergunning 2013, herbouw woning met bijgebouw Dorpstraat 3" NL.IMRO.0263.OV0012-VG01 Gemeente Maasdriel Burgemeester en Wethouders hebben op 23 oktober 2012 een

Nadere informatie

BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING uitgebreide procedure

BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING uitgebreide procedure UD/2015/105500 BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING uitgebreide procedure Burgemeester en Wethouders van Heemskerk hebben op 6 oktober 2014 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het wijzigen

Nadere informatie

ontwerp OMGEVINGSVERGUNNING

ontwerp OMGEVINGSVERGUNNING ontwerp OMGEVINGSVERGUNNING Beschikking van burgemeester en wethouders van Leudal op de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk (overkapping tussen twee bedrijfspercelen

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING (definitief besluit) Nummer: W12/003358

OMGEVINGSVERGUNNING (definitief besluit) Nummer: W12/003358 OMGEVINGSVERGUNNING (definitief besluit) Nummer: W12/003358 Aanvraag Op 29 februari 2012 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het oprichten van 28 woningen, kadastraal bekend gemeente

Nadere informatie

31 mei 2012 B. Bartelds (0595) juli 2011 Project-

31 mei 2012 B. Bartelds (0595) juli 2011 Project- 31 mei 2012 B. Bartelds 2011-0175 (0595)421073 23 juli 2011 Project- Diversen omgevingsvergunning (naam) (adres) (naam), Burgemeester en wethouders hebben op 23 juli 2011 een aanvraag voor een omgevingsvergunning

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2020580/2731303 op de op 25 maart 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Fujifilm Manufacturing Europe B.V., om vergunning

Nadere informatie

g^atwijk Omgevingsvergunning Zaaknummer

g^atwijk Omgevingsvergunning Zaaknummer g^atwijk Omgevingsvergunning Zaaknummer 1392861 1. Inleiding Op 18 maart 2019 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het plaatsen van bijgebouwen en vlaggenmasten op het perceel

Nadere informatie

Besluit omgevingsvergunning (uitgebreide procedure)

Besluit omgevingsvergunning (uitgebreide procedure) Besluit omgevingsvergunning (uitgebreide procedure) Datum omgevingsvergunning: 7 september 2016, kadastraal bekend als gemeente Borsele, sectie AL nr. 660,, kadastraal bekend als gemeente Borsele, sectie

Nadere informatie

g^atwijk Omgevingsvergunning Zaaknummer

g^atwijk Omgevingsvergunning Zaaknummer g^atwijk Omgevingsvergunning Zaaknummer 1338272 1. Inleiding Op 20 december 2018 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het uitbreiden van de woning op de eerste etage op het

Nadere informatie

* *

* * *15.077900* 15.077900 omgevingsvergunning bouwen van 9 woningen bouwen van 9 woningen Beschikking 229461 OMGEVINGSVERGUNNING nr. 229461 Uitgebreide procedure Het College van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

* * * *

* * * * *18-0011304* *18-0011304* Omgevingsvergunning Kenmerk : WABO-2017-0118 Aanvraagnummer (OLO) : 2818780 Aanvrager : R.A.G. van Gool Onderwerp : tijdelijk - persoonsgebonden- gedoogbeschikking ten behoeve

Nadere informatie

Omgevingsvergunning OMGEVINGSDIENST. Plaatsing opslagloods Maximacentrale IJsselmeerdijk 101 1 0 NOV 2014 FLEVOLAND & GOOI EN VECHTSTREEK

Omgevingsvergunning OMGEVINGSDIENST. Plaatsing opslagloods Maximacentrale IJsselmeerdijk 101 1 0 NOV 2014 FLEVOLAND & GOOI EN VECHTSTREEK 1 0 NOV 2014 OMGEVINGSDIENST FLEVOLAND & GOOI EN VECHTSTREEK Omgevingsvergunning Plaatsing opslagloods Maximacentrale IJsselmeerdijk 101 141106/MvSC/mlu-001 Kenmerk aanvraag: OLO 1496803, dd. 15 oktober

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Bouw- en betonbedrijf Gebr. Löwik BV Aangevraagde activiteiten : Het herbouwen van een afgebrand pand Locatie : Buitenhavenweg

Nadere informatie

Besluit omgevingsvergunning (uitgebreide procedure)

Besluit omgevingsvergunning (uitgebreide procedure) Besluit omgevingsvergunning (uitgebreide procedure) Datum omgevingsvergunning: Kernmerk: Dossiernummer (OLO): 2114755 Op 19 december 2015 hebben wij een verzoek ontvangen van Stichting Werk-Leerboerderij

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Zaaknummer

Omgevingsvergunning Zaaknummer Omgevingsvergunning Zaaknummer 931037 1. Inleiding Op 10 mei 2017 hebben wij uw aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het plaatsen van twee gebouwen, waaronder een seizoensgebonden toiletunit

Nadere informatie

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk onderw erp ontw erpbeschikking omgevingsvergunning

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk onderw erp ontw erpbeschikking omgevingsvergunning de heer G. van den Hof Grotenoord 1 3341 LT HENDRIK-IDO-AMBACHT uw brief van uw kenmerk ons kenmerk 1465632 datum onderw erp ontw erpbeschikking omgevingsvergunning Geachte heer Van den Hof, Op 22 juli

Nadere informatie

(ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING

(ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING (ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING Burgemeester en wethouders van Moerdijk hebben op 19 december 2013 een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Nadere informatie

OMGEVINGSDIENST FLEVOLAND & GOOf EN VECHTSTREEK

OMGEVINGSDIENST FLEVOLAND & GOOf EN VECHTSTREEK 0 7 JUL 2015 OMGEVINGSDIENST FLEVOLAND & GOOf EN VECHTSTREEK BESCHIKKING Activiteit bouwen Markerkant 15 15 in Almere Inhoud A. OMGEVINGSVERGUNNING BESLUIT...2 1. Onderwerp...2 2. Inhoud aanvraag omgevingsvergunning...2

Nadere informatie

ONTWERP Omgevingsvergunning UV 23675

ONTWERP Omgevingsvergunning UV 23675 ONTWERP Omgevingsvergunning UV 23675 Burgemeester en Wethouders hebben op 24 april 2015 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het realiseren van een erfafscheiding/toegangspoort. De

Nadere informatie