Europees handvest voor regionale talen of talen van minderheden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Europees handvest voor regionale talen of talen van minderheden"

Transcriptie

1 Nederland: Fries Europees handvest voor regionale talen of talen van minderheden Rapportage inzake de maatregelen welke Nederland heeft getroffen ten aanzien van de Friese taal en cultuur Rapporteur: Auke Sj. van der Goot Fryske Akademy 1999 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 1

2 2

3 1 Inleiding 1.1 Op 2 mei 1996 heeft de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden bij de Raad van Europa officieel te kennen gegeven dat voor Nederland het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden (ETS 148) is aanvaard, nadat de Tweede Kamer op 19 oktober 1995 en de Eerste Kamer op 23 januari 1996 een daartoe strekkend wetsvoorstel hadden aangenomen (Stb. 1996, 136). Nederland is daarmee de vierde Lid-Staat van de Raad van Europa die het Handvest heeft aanvaard of bekrachtigd. Het Handvest was tevoren al aanvaard c.q. bekrachtigd door Finland (9 november 1994), Hongarije (26 april 1995) en Noorwegen (10 november 1993). Voor eind 1997 hadden nog drie andere Lid-Staten het Handvest aanvaard dan wel bekrachtigd, t.w. Kroatië (5 november 1997), Liechtenstein (18 november 1997) en Zwitserland (23 december 1997). 1.2 Het Handvest is op 1 maart 1998 in werking getreden, omdat - in overeenstemming met het bepaalde in artikel 19 - voldaan is aan het vereiste dat het Handvest door ten minste vijf Lid-Staten van de Raad van Europa is aanvaard, bekrachtigd of goedgekeurd. Elke Lid-Staat van de Raad van Europa die zich tot het Handvest verbindt, is ten minste gebonden aan toepassing van de bepalingen van Deel II van het Handvest, tenzij een of meer voorbehouden zijn gemaakt zoals bedoeld in artikel 21, eerste lid. Daarnaast kan een Lid-Staat tevens besluiten zich te binden aan bepalingen van Deel III van het Handvest, in overeenstemming met artikel 2, tweede lid. 1.3 De tekst van het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden van 5 november 1992 is vastgesteld in het Engels en het Frans. De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden heeft beide teksten geplaatst in het Tractatenblad 1993, 1. De vertaling daarvan in het Nederlands is gepubliceerd in het Tractatenblad 1993, 199. Voor de Nederlandse vertaling is tevens van belang Tractatenblad 1998, 20 (onder letter C). 1.4 Nederland heeft zich in 1996 bij de aanvaarding van het Handvest verplicht tot de toepassing van de bepalingen van Deel II van het Handvest op de volgende regionale talen of minderheidstalen die binnen haar grondgebied worden gesproken: - het Fries, - de Nedersaksische talen, - het Jiddisch, - de talen van de Romani. Voor het Koninkrijk der Nederlanden zijn de bepalingen van het Handvest op 1 maart 1998 in werking getreden. Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, zal het Handvest alleen voor Nederland gelden (vgl. Trb. 1998, 20). 3

4 1.5 Op 19 maart 1997 heeft de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden bij de Raad van Europa een aanvullende verklaring afgelegd inzake de officiële erkenning van het Limburgs als regionale taal in de zin van artikel 2, eerste lid, van het Handvest. Daarmee heeft Nederland zich ook voor het Limburgs gebonden aan toepassing van de principes van Deel II van het Handvest (vgl. Trb. 1998, 20). 1.6 Ten aanzien van de Friese taal in de provincie Fryslân heeft Nederland zich - in overeenstemming met artikel 2, tweede lid van het Handvest - tevens gebonden tot toepassing van minimaal vijfendertig leden of letters daarvan, gekozen uit de bepalingen van Deel III van het Handvest, waaronder ten minste drie gekozen uit zowel artikel 8 (onderwijs) als artikel 12 (culturele activiteiten en voorzieningen) en telkens ten minste één bepaling uit artikel 9 (rechterlijke autoriteiten), artikel 10 (bestuurlijke autoriteiten en openbare diensten), artikel 11 (media) en artikel 13 (economisch en sociaal leven). 1.7 Bij de aanvaarding van het Handvest heeft Nederland zich verplicht, volgens het in voorgaande paragraaf vermelde menusysteem, 48 bepalingen toe te passen. Richtinggevend voor de keuze van de te aanvaarden bepalingen was het vigerende kabinetsbeleid inzake de Friese taal en cultuur. Gekozen is voor de volgende bepalingen (vgl. Trb. 1998, 20): 9 bepalingen uit artikel 8 (onderwijs) art. 8, eerste lid, onderdeel a (ii) art. 8, eerste lid, onderdeel b (ii) art. 8, eerste lid, onderdeel c (iii) art. 8, eerste lid, onderdeel e (ii) art. 8, eerste lid, onderdeel f (i) art. 8, eerste lid, onderdeel g art. 8, eerste lid, onderdeel h voorschools onderwijs basisonderwijs voortgezet onderwijs universitair of hoger onderwijs volwassenenonderwijs en permanente educatie onderwijs in eigen geschiedenis en cultuur opleiding en bijscholing van docenten art. 8, eerste lid, onderdeel i toezichthoudend orgaan inzake art. 8 art. 8, tweede lid onderwijsvoorzieningen buiten de provincie Fryslân 6 bepalingen uit artikel 9 (rechterlijke autoriteiten) art. 9, eerste lid, onderdeel a (ii) art. 9, eerste lid, onderdeel a (iii) in strafrechtelijke procedures: mondeling in strafrechtelijke procedures: processtukken & mondeling art. 9, eerste lid, onderdeel b (iii) art. 9, eerste lid, onderdeel c (ii) art. 9, eerste lid, onderdeel c (iii) art. 9, tweede lid, onderdeel b in civiele procedures: processtukken in procedures voor de administratieve rechter: mondeling in procedures voor de administratieve rechter: processtukken rechtsgeldigheid van juridische documenten 12 bepalingen uit artikel 10 (bestuurlijke autoriteiten en openbare diensten) art. 10, eerste lid, onderdeel a (v) art. 10, eerste lid, onderdeel c art. 10, tweede lid, onderdelen a t/m f art. 10, tweede lid, onderdeel g art. 10, vierde lid, onderdeel a art. 10, vierde lid, onderdeel c art. 10, vijfde lid t.a.v. organen van de centrale overheid t.a.v. organen van de centrale overheid t.a.v. plaatselijke en regionale autoriteiten vaststelling van topografische namen aanvullende maatregelen vertalingen/tolken aanvullende maatregelen t.a.v. ambtenaren achternamen 4

5 5 bepalingen uit artikel 11 (media) art. 11, eerste lid, onderdeel a (iii) art. 11, eerste lid, onderdeel b (ii) art. 11, eerste lid, onderdeel c (ii) art. 11, eerste lid, onderdeel f (ii) art. 11, tweede lid publieke omroep (radio en televisie) niet-publieke omroep (radio) niet-publieke omroep (televisie) audiovisuele produkties media-uitingen in de Friese taal uit buurlanden 9 bepalingen uit artikel 12 (culturele activiteiten en voorzieningen) art. 12, eerste lid, onderdeel a art. 12, eerste lid, onderdeel b art. 12, eerste lid, onderdeel d algemene cultuurbevordering vertalingen van regionale taal in andere taal organen verantwoordelijk voor het organiseren of ondersteunen van diverse vormen van culturele activiteiten art. 12, eerste lid, onderdeel e art. 12, eerste lid, onderdeel f art. 12, eerste lid, onderdeel g art. 12, eerste lid, onderdeel h art. 12, tweede lid art. 12, derde lid personeel werkzaam bij organen hiervoor genoemd organiseren van culturele activiteiten depot-instelling diensten voor vertalingen en terminologisch onderzoek voorzieningen voor Friestaligen buiten de provinciegrenzen buitenlands cultureel beleid 5 bepalingen uit artikel 13 (economisch en sociaal leven) art. 13, eerste lid, onderdeel a art. 13, eerste lid, onderdeel c arbeidsovereenkomsten, gebruiksaanwijzingen etc. praktijken gericht op ontmoediging gebruik minderheidstaal art. 13, eerste lid, onderdeel d art. 13, tweede lid, onderdeel b algemene aanmoediging economische en sociale sectoren rechtstreeks onder toezicht van de overheid art. 13, tweede lid, onderdeel c zorgsector: bejaardentehuizen, ziekenhuizen e.d. 2 bepalingen uit artikel 14 (grensoverschrijdende uitwisselingen) art. 14, onderdeel a culturele overeenkomst met buurland waar dezelfde taal wordt gesproken art. 14, onderdeel b internationale uitwisseling en samenwerking 1.8 Met het oog op het periodiek verslag, zoals voorgeschreven in artikel 15 van het Handvest, is op verzoek van het Ministerie van Binnenlandse Zaken door de Fryske Akademy een bestandsopname gemaakt van de maatregelen door Nederland genomen ter toepassing van de bepalingen van Deel III die door Nederland met betrekking tot de Friese taal zijn aanvaard. 1.9 Het Comité van Ministers, zoals bedoeld in artikel 15 van het Handvest, heeft over de vorm van de rapportage nog geen besluit genomen. De bestandsopname zoals genoemd in par. 1.8 beperkt zich tot de bepalingen van Deel III van het Handvest die door Nederland zijn aanvaard met betrekking tot de Friese taal. In de hiernavolgende rapportage wordt de indeling van het hiervoor genoemde Deel III gevolgd. Voorafgaand wordt in de rapportage nog een kort hoofdstuk opgenomen over het Fries als taal sinds de Middeleeuwen (hfdst. II), alsmede een hoofdstuk over de actuele stand van zaken rond het Friesetaalgebruik in de provincie Fryslân (hfdst. III). 5

6 In de hoofdstukken IV-X wordt een overzicht gegeven van de maatregelen die Nederland heeft getroffen ter bevordering van het gebruik van de Friese taal in het openbare leven in overeenstemming met de ingevolge artikel 2, tweede lid, van het Handvest aangegane verplichtingen: - onderwijs hfdst. IV - rechterlijke autoriteiten hfdst. V - bestuurlijke autoriteiten en openbare diensten hfdst. VI - media hfdst. VII - culturele activiteiten en voorzieningen hfdst. VIII - economisch en sociaal leven hfdst. IX - grensoverschrijdende uitwisselingen hfdst. X Verder bevat het rapport zes bijlagen. In de eerste vier bijlagen wordt een beknopt overzicht gegeven van de groeiende aandacht van de Nederlandse overheid voor de Friese taal en cultuur in de periode In de vijfde bijlage wordt een overzicht gegeven van organisaties en verenigingen in Nederland die zich ten doel stellen de Friese taal te beschermen en te bevorderen. In de zesde bijlage wordt gerapporteerd over de wijze van totstandkoming van dit rapport Teneinde uitvoering te geven aan de maatregelen ter bevordering van de Friese taal en cultuur wordt tussen Rijk en de provincie Fryslân periodiek een zgn. Bestuursafspraak inzake de Friese taal en cultuur gesloten. 1 In de hiernavolgende rapportage wordt, waar van belang, tevens verwezen naar de relevante bepalingen van de Bestuursafspraak 1993 en naar de wijze waarop aan deze bepalingen invulling is gegeven Ten aanzien van de toepassing van de bepalingen van deel II van het Handvest met betrekking tot de Friese taal wordt het volgende aangetekend. In zijn algemeenheid geldt dat de maatregelen bedoeld in artikel 7, eerste, tweede en derde lid, elders in de rapportage aan de orde komen. Daarom kan hier voor dit onderdeel van de rapportage met betrekking tot het Fries worden volstaan met een algemene verwijzing naar de hoofdstukken IV tot en met X van dit rapport. Twee bepalingen van artikel 7 verdienen op deze plaats evenwel bijzondere aandacht, omdat ze in het vervolg van deze rapportage niet aan bod zullen komen. Ten eerste, met betrekking tot artikel 7, eerste lid, onder letter b, kan worden opgemerkt dat het het vaste voornemen is van de Nederlandse regering om de bestuurlijke eenheid van de provincie Fryslân te respecteren. Ten tweede, met betrekking tot artikel 7, vierde lid, wordt aangetekend dat het Ministerie van Binnenlandse Zaken bij beschikking van 15 januari 1998 heeft besloten tot de instelling van een consultatief orgaan dat als doel heeft de Nederlandse regering te adviseren over alle zaken die de Friese taal betreffen. Het orgaan, dat op 19 januari 1998 in Leeuwarden is geïnstalleerd, bestaat op dit moment uit drie leden en een ambtelijk secretaris. 1 De eerste Bestuursafspraak inzake de Friese taal en cultuur werd op 4 juli 1989 ondertekend, de tweede op 8 november Momenteel is een nieuwe Bestuursafspraak in voorbereiding welke, naar verwachting, in 1998 tussen partijen zal worden ondertekend. De teksten van de Bestuursafspraken worden in de Staatscourant gepubliceerd (zie Stcrt. 1989, 133 en Stcrt. 1993, 237). 2 In dit verband is met name van belang de Rapportage van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken over de uitvoering van de Bestuursafspraak Friese taal en cultuur over de jaren 1994/1995, welke op 26 januari 1996 is toegezonden aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. 6

7 1.12 Als peildatum voor deze rapportage geldt de stand van zaken per 1 maart 1998, zijnde de datum van inwerkingtreding van het Handvest voor Nederland. Wel is in het onderwijsgedeelte (hfdst. IV) nog een enkele wetsaanpassing van later datum opgenomen (vgl. par. 4.23, 4.30 en 4.43). In de rapportage is er steeds naar gestreefd aan het eind van ieder hoofdstuk een beknopte samenvatting te geven van de Nederlandse beleidsinspanningen in het licht van de aangegane verplichtingen onder het Handvest. Alleen voor het onderwijs (hfdst. IV) is, gelet op de complexe materie van dit beleidsterrein, een uitzondering gemaakt. Hier is zoveel mogelijk aan het eind van elk onderdeel, zoals basisonderwijs, voortgezet onderwijs, etc. een beknopte samenvatting opgenomen Tenslotte zij aangetekend dat de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden op 1 februari 1995, tezamen met 20 andere Lid-Staten van de Raad van Europa, het Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden van 1 februari 1995 (ETS 157) heeft ondertekend. 3 De tekst van het Kaderverdrag is vastgesteld in het Engels en het Frans. De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden heeft beide teksten geplaatst in het Tractatenblad 1995, 73. De vertaling daarvan in het Nederlands is gepubliceerd in het Tractatenblad 1995, 197. Het Kaderverdrag treedt op 1 februari 1998 in werking, omdat - in overeenstemming met het bepaalde in artikel 28 - is voldaan aan het vereiste dat het verdrag door ten minste twaalf Lid-Staten van de Raad van Europa is aanvaard, bekrachtigd of goedgekeurd. In deze rapportage kan worden volstaan met de opmerking dat Nederland op dit moment het Kaderverdrag niet heeft geratificeerd. 3 Duitsland heeft het Kaderverdrag op 10 september 1997 geratificeerd, onder aflegging van de verklaring dat het verdrag tevens zal worden toegepast op onder meer de Friezen van Duits staatsburgerschap (zie voor het Fries in Duitsland ook de par. 2.1, 7.16 en ). 7

8 2 De Friese taal: van Oud- naar Nieuwfries In de Nederlandse provincie Fryslân, met in totaal zo n inwoners, wordt de Friese taal gesproken. Het Fries is een taal die afwijkt van en tegelijk verwant is aan het Nederlands. Het Fries kan worden aangeduid als een West-Germaanse taal, die zich met het Nederlands voegt tussen het Duits en het Engels. Behalve in Nederland wordt ook in Duitsland Fries gesproken (vgl. par. 1.12, 7.16 en ). Wel gaat het hier om varianten die meer of minder sterk afwijken van het Fries dat in de Nederlandse provincie Fryslân gesproken wordt. 2.2 In de Middeleeuwen was de huidige Nederlandse provincie Fryslân vrijwel homogeen Friestalig. 5 Verder werd in die periode Fries gesproken in wat tegenwoordig de provincie Groningen heet en in het Duitse Oost-Friesland. Het Fries functioneerde destijds niet alleen als spreektaal, maar ook als officiële taal van bestuur en rechtspraak. 2.3 Vanaf eind vijftiende, begin zestiende eeuw kreeg het Nederlands steeds meer invloed in Fryslân. In de loop van de zestiende eeuw gebruikten openbaar bestuur, rechterlijke macht, school en kerk uitsluitend het Nederlands. Het Fries werd in feite teruggedrongen uit de publieke levensdomeinen en functioneerde nauwelijks in geschreven vorm. Buiten de provincie Fryslân verdween het Fries nagenoeg geheel, ook als spreektaal: eerst in de provincie Groningen, later in het Duitse Oost-Friesland. 2.4 Hoewel in de provincie Fryslân het Fries voortaan vrijwel uitsluitend mondeling werd gebruikt, behield het zijn aparte plaats, ook toen er in de Nederlanden na 1800 een zekere taaleenheid ontstond. Het Fries bleef de taal van het volk en werd relatief weinig beïnvloed door het Nederlands. Rond 1800 ontwikkelde de Friese taal zich tot wat wordt genoemd het Nieuwfries. 2.5 In de loop van de negentiende eeuw kreeg het Fries gaandeweg toegang tot meer levensgebieden en werd de taal ook meer schriftelijk gebruikt. Pas in de twintigste eeuw verwerft het Fries zich weer een plaats in bestuur, rechtspraak, kerk en onderwijs. Ook in de nieuwe media, zoals radio en televisie, doet het Fries zijn intrede (vgl. hfdst. VII). 4 De hoofdstukken II en III in deze rapportage zijn in verkorte vorm ontleend aan de door het Provinciaal Bestuur van Fryslân gepubliceerde brochure De Friese taal, paragrafen 1-4. Voor de rapportage zijn de betreffende paragrafen bewerkt en geactualiseerd, omdat de brochure in 1987 is verschenen. 5 Alleen in de Stellingwerven werd ook toen al voornamelijk Nedersaksisch gesproken (zie ook par. 3.9). 8

9 3 Het Friese-taalgebruik in de provincie Fryslân: de actuele situatie 3.1 Fryslân is officieel erkend als tweetalige provincie. Dat wil zeggen dat het Nederlands en Fries in de provincie Fryslân een officiële status hebben en naast elkaar gebruikt worden. In de loop van de twintigste eeuw heeft de Rijksoverheid wetten tot stand gebracht die het gebruik van de Friese taal in onderwijs, rechtspraak en rechtsverkeer, openbaar bestuur en media regelen. Daarnaast stelt het Rijk ook financiële middelen beschikbaar voor de instandhouding en bevordering van de Friese taal en cultuur. Bovendien voert de provincie Fryslân een actief beleid gericht op gelijkstelling van de Friese en de Nederlandse taal, zowel in formele als in materiële zin, op basis van de rapporten Fan geunst nei rjocht/van gunst naar recht (1983) en de Ramtnota Taalbelied (1991) De Friese taal heeft niet alleen een mondelinge, maar ook een schriftelijke traditie. Waar de Nederlandse Taalunie bevoegd is de spelling van de Nederlandse taal vast te stellen voor gebruik in overheidsdocumenten en in het onderwijs in Nederland en Nederlandstalig België, is het provinciaal bestuur van Fryslân bevoegd de spelling van de Friese taal vast te stellen. Van deze bevoegdheid hebben Provinciale Staten in 1976 gebruik gemaakt door een spellingwijziging door te voeren. 3.3 Er worden in Nederland al geruime tijd geen volkstellingen meer gehouden, zodat die geen inzicht kunnen geven in de taalsituatie in Fryslân. 7 Wel worden regelmatig taalsurveys uitgevoerd door de Fryske Akademy, op basis waarvan inzicht wordt verschaft in de taalsituatie in Fryslân. 6 In deze rapportage is in bijlage 1 een chronologisch overzicht opgenomen van de belangrijkste wettelijke maatregelen die in de loop van de twintigste eeuw ten behoeve van de Friese taal zijn getroffen. Voor een overzicht van de belangrijkste standpunten van de regering inzake de Friese taal wordt verwezen naar bijlage 2. In bijlage 3 wordt een overzicht gegeven van rapporten en nota's die bij de beleidsvorming inzake de Friese taal en cultuur een belangrijke rol hebben gespeeld. In bijlage 4, tenslotte, wordt een overzicht gegeven van Europese en internationale verdragen voor zover van belang voor de Friese taal en cultuur. 7 In de tot 1971 gehouden volkstellingen waren overigens geen vragen inzake beheersing van de Friese taal opgenomen. 9

10 3.4 In 1984 heeft de Fryske Akademy de resultaten van een grootschalig taalonderzoek onder een doorsnee van de bevolking van Fryslân gepubliceerd onder de titel Taal yn Fryslân. In dat onderzoek wordt uitvoerig informatie gegeven over taalgebruik en taalhouding van de ruim 1100 respondenten. Dit onderzoek werd in 1994 herhaald. De resultaten van dit tweede grote taalonderzoek zijn in 1995 gepubliceerd onder de titel Taal yn Fryslân op e nij besjoen. 8 De uitkomst van beide onderzoeken geeft aan dat 71% van de inwoners van Fryslân zichzelf als een Fries beschouwt. Bovendien vindt een meerderheid het feit dat hij of zij een Fries is, belangrijker dan dat men Nederlander is. 3.5 Verder werd in 1994 gevonden dat van de bevolking van twaalf jaar en ouder (tussen haakjes de cijfers voor 1980): - ongeveer 94% het Fries kan verstaan (94%) - ongeveer 74% het Fries kan spreken (73%) - ongeveer 65% het Fries kan lezen (65%) - ongeveer 17% het Fries kan schrijven (11%). 3.6 Bij deze percentages dienen wel enkele kanttekeningen te worden geplaatst. Het zeer hoge percentage van de inwoners dat Fries kan verstaan, sluit niet uit dat in verschillende regionale of sociale omstandigheden het Fries een beperkte functie heeft. Het percentage personen dat het Fries in bepaalde situaties niet wenst te verstaan, ligt bijvoorbeeld beduidend hoger dan de zes procent die het echt niet kan verstaan. De verstaanbaarheid van het Fries voor Nederlandstaligen wordt overigens vergemakkelijkt omdat tussen beide talen sprake is van een redelijk sterke taalverwantschap. 3.7 Hoewel 74% van de inwoners van Fryslân het Fries kan spreken, betekent dit niet dat ze het ook altijd doen. Voor ongeveer 55% is het Fries wel de eerste taal van huis uit. Daarnaast zijn er ook mensen voor wie op het werk en in de sociale omgang het Fries de gebruikelijke voertaal is, maar die thuis een andere taalpraktijk kennen. 3.8 Het vrij grote verschil tussen de 94% die aangeeft het Fries te kunnen verstaan en de 74% die het Fries kan spreken, wordt begrijpelijker als men een blik werpt op de taalkaart van Fryslân. 8 - Gorter, D, Jelsma, G.H., van der Plank, P.H. en de Vos, K. (1984) Taal yn Fryslân. Ljouwert/Leeuwarden: Fryske Akademy. - Gorter, D. en Jonkman, R.J. (1995) Taal yn Fryslân op 'e nij besjoen. Ljouwert/Leeuwarden: Fryske Akademy (Sosjaal-wittenskiplike rige; 12). 10

11 3.9 Bij de taalkaart zijn de volgende opmerkingen te plaatsen. In de gemeenten West- en Ooststellingwerf (op de kaart gezamenlijk aangeduid als Stellingwerven) is sprake van een drietalige situatie: naast Nederlands en Fries is daar het Stellingwerfs, een variant van het Nedersaksisch, een belangrijke voertaal. Ook in de gemeente Het Bildt, grotendeels ontstaan door de inpoldering van dit gebied rond 1600, is sprake van een drietalige situatie: behalve Nederlands en Fries wordt tevens het Bildts gesproken. Nagenoeg geen Fries wordt gesproken op de eilanden Ameland en op het - westelijk van Terschelling gelegen - Vlieland. Op de eilanden Terschelling en Schiermonnikoog worden - deels zeer van het Fries afwijkende - Friese dialecten gesproken Vanaf ongeveer 1500 is in de Friese steden Leeuwarden, Sneek, Dokkum, Bolsward, Harlingen, Franeker en later ook in Heerenveen een ander taalproces op gang gekomen. Door de (handels)contacten met anderstaligen ging men daar over op een sterk Fries gekleurde variant van het Nederlands. Dit stadsfries gaf tegelijk de stedelijke bevolking een middel om zich te onderscheiden van het boerse platteland. Tot diep in de twintigste eeuw werd in de hogere sociale lagen van de bevolking in Fryslân het stadsfries als voertaal gebezigd. Inmiddels is deze Fries gekleurde variant van het Nederlands in status gedaald en snel bezig terrein te verliezen aan het Nederlands en, in mindere mate, aan het Fries Eén ontwikkeling die de laatste decennia grote invloed op het gebruik van de Friese taal heeft gehad, is de migratie. Niet alleen hebben veel Friestaligen de provincie verlaten, daarnaast hebben ook veel Nederlandssprekenden zich metterwoon gevestigd in de Friese steden en op het traditioneel Friestalige platteland. Hiermee werd een sterke tendens tot vernederlandsing merkbaar Daar staat een bescheiden proces van verfriesing tegenover. In het onderzoeksrapport Taal yn Fryslân (1984) wordt geconstateerd, dat het Fries steeds meer wordt geaccepteerd als gewone taal op terreinen die eerder uitsluitend aan het Nederlands waren voorbehouden. Beide talen komen dus in status steeds dichter bij elkaar te staan. 11

12 4 Artikel 8: Onderwijs 4.1 Het vigerende kabinetsbeleid inzake de Friese taal en cultuur in het onderwijs is onderwerp van hoofdstuk 4 van de Bestuursafspraak Het beleid is, kort samengevat, erop gericht dat het onderwijs in de provincie Fryslân alle leerlingen dient voor te bereiden op het functioneren in een tweetalige Fries-Nederlandse samenleving en dat het onderwijs zich derhalve niet dient te beperken tot slechts het bieden van mogelijkheden voor leerlingen om zich te ontwikkelen in de taal die door hen van huis uit wordt gesproken. Artikel 8, eerste lid, onderdeel a, onder ii: voorschools onderwijs 4.2 Het aan het onderwijs op school voorafgaande onderricht - hierna voortaan kortheidshalve aangeduid als voorschools onderwijs - valt in de Nederlandse verhoudingen niet onder de competentie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCenW) en maakt formeel geen deel uit van het Nederlandse onderwijsstelsel. De verantwoordelijkheid voor het bieden van voorschools onderwijs is op basis van de Welzijnswet 1994 (Stb. 447) gedecentraliseerd en ligt bij de gemeenten. De financiering hiervan vindt plaats in het kader van het Gemeentefonds. Artikel 20, eerste lid Welzijnswet 1994 bepaalt dat bij gemeentelijke verordening regels worden gesteld met betrekking tot de kwaliteit van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen vormen van kinderopvang. Op basis hiervan heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met ingang van 1 januari 1996 minimale kwaliteitseisen geformuleerd in het Tijdelijk besluit kwaliteitsregels kinderopvang (Stb. 1995, 578). Voor het overige dienen kwaliteitseisen vastgelegd te worden in de gemeentelijke verordening. Peuterspeelzalen (zie par. 4.3) vallen niet onder de werking van het Tijdelijk besluit kwaliteitsregels kinderopvang. 4.3 Alle voorzieningen voor kinderen in de leeftijd tussen 2 en 4 jaar, zoals peuterspeelzalen en kinderdagverblijven, worden beschouwd als voorschools onderwijs. Peuterspeelzalen en andere voorschoolse voorzieningen zijn erop gericht kinderen in de gelegenheid te stellen hun kennis van de taal en hun creatieve en sociale vaardigheden te ontwikkelen. De meeste voorschoolse voorzieningen zijn tot stand gekomen op initiatief van ouders en/of niet-overheidsinstanties en staan onder toezicht van de gemeentelijke overheden. 4.4 Bij de aanvaarding van het Handvest heeft Nederland ten aanzien van het voorschools onderwijs ingestemd met de bepaling een aanmerkelijk deel van het aan het onderwijs op school voorafgaand onderricht te bieden in het Fries (artikel 8, eerste lid, onderdeel a, optie ii). «Aanmerkelijk» houdt in dat een meer dan symbolisch deel van de lesuren in het Fries wordt gegeven, d.w.z. dat het Fries mede als instructietaal wordt gebruikt (vgl. Kamerstukken II, , , nr. 5, p. 7). 12

13 4.5 Over het algemeen is weinig informatie beschikbaar over het gebruik en de positie van het Fries in de peuterspeelzalen en kinderdagverblijven in de provincie Fryslân. Verondersteld wordt dat de mate waarin het Fries in peuterspeelzalen en kinderdagverblijven in de provincie Fryslân wordt gebruikt, afhankelijk is van de taalachtergrond van de aanwezige kinderen. Een onderzoek uit 1984 naar het gebruik van Fries en Nederlands in het voorschoolse onderwijs in de provincie Fryslân laat namelijk zien, dat het Fries amper wordt gebruikt in peuterspeelzalen in stedelijke gebieden, terwijl de peuterspeelzalen in de dorpen in sterke mate een tweetalig karakter - Fries en Nederlands - hebben De Stifting Pjutteboartersplak, opgericht in 1989, is verantwoordelijk voor de instandhouding van Friestalige peuterspeelzalen, opgericht op initiatief van ouders. De Stichting streeft ernaar een Friestalige speelomgeving voor jonge kinderen te bieden. Deze speelzalen of pjutteboartersplakken staan open voor zowel Friestalige als Nederlandstalige kinderen. De eerste pjutteboartersplakken zijn ontstaan in stedelijke centra waar ouders niet content waren met het feit dat de daar gevestigde voorschoolse voorzieningen amper of niet rekening hielden met de Friestalige achtergrond van hun kinderen. In 1995/96 was de Stichting verantwoordelijk voor elf groepen, met in totaal 150 kinderen, in 6 steden en dorpen in verschillende delen van de provincie Fryslân. 4.7 Samenvattend kan het volgende worden opgemerkt. Wettelijke maatregelen inzake de positie en het gebruik van het Fries in peuterspeelzalen in de provincie Fryslân zijn, anders dan voor het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en het speciaal (voortgezet) onderwijs, niet getroffen. Evenmin is ten aanzien van de provincie Fryslân wettelijk voorzien in een integratie van het Friese-taalaspect in de reguliere opleidingen voor leidsters in peuterspeelzalen en kinderdagverblijven (vgl. par en 4.78). 4.8 Verder kan worden geconstateerd dat geen recent onderzoek naar de positie van het Fries in peuterspeelzalen en kinderdagverblijven beschikbaar is. In die zin kan dan ook geen betrouwbare uitspraak worden gedaan over de vraag in welke mate momenteel wordt voldaan aan de bepaling dat een aanmerkelijk deel van het voorschools onderwijs in de provincie Fryslân in het Fries wordt geboden. Artikel 8, eerste lid, onderdeel b, onder ii: basisonderwijs 4.9 Het basisonderwijs in Nederland is bestemd voor leerlingen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar en omvat 8 jaar verdeeld over 8 groepen. Hoewel de basisscholen open staan voor kinderen vanaf 4 jaar, begint de leerplicht vanaf het vijfde jaar. Het eerste jaar van de basisschool is derhalve facultatief. Het onderwijs op de basisscholen is wettelijk geregeld in de Wet op het Basisonderwijs (WBO) van De WBO bevat in artikel 9 een opsomming van de vakken die alle basisscholen geacht worden te geven. Hoe die vakken moeten worden gegeven en hoeveel tijd per vak dient te worden besteed, is niet wettelijk vastgelegd. Wel zijn voor alle verplicht te geven vakken kerndoelen vastgesteld bij algemene maatregel van bestuur (vgl. par e.v.). 9 Duipmans, D. (1984) Frisian in playgroup and kindergarten: a survey of the use of Frisian and Dutch in playgroups and kindergartens in Friesland. Ljouwert/Leeuwarden: Provinsiale Underwiisried fan Fryslân. 10 Per 1 augustus 1998 wordt het basisonderwijs geregeld in de nieuwe Wet op het Primair Onderwijs (vgl. par. 4.23). 13

14 4.11 Bij de aanvaarding van het Handvest heeft Nederland ten aanzien van het basisonderwijs ingestemd met de bepaling een aanmerkelijk deel van het primair onderwijs te bieden in het Fries (artikel 8, eerste lid, onderdeel b, optie ii). Zoals eerder al aangetekend in de paragraaf over het voorschools onderwijs, houdt «aanmerkelijk» in dat een meer dan symbolisch deel van de lesuren in het Fries wordt gegeven, d.w.z. dat het Fries mede als instructietaal wordt gebruikt (vgl. par. 4.4) Om leerlingen de mogelijkheid te bieden te functioneren in een tweetalige samenleving is wettelijk bepaald (art. 9, vierde lid WBO), dat alle basisscholen in de provincie Fryslân in principe gehouden zijn tot het geven van het Fries als verplicht vak voor alle leerlingen. Bijgevolg omvat op de scholen in de provincie Fryslân het basisonderwijs tevens onderwijs in de Friese taal, tenzij Gedeputeerde Staten van Fryslân hiervoor ontheffing hebben verleend. Scholen bepalen zelf hoe zij het Fries in het onderwijsprogramma integreren en leggen daarvan verantwoording af in het schoolwerkplan In het schooljaar 1988/89 hebben Gedeputeerde Staten van Fryslân aan zo n 10 procent van de 572 basisscholen in de provincie Fryslân ontheffing verleend van de wettelijke verplichting om het vak Fries te onderwijzen. Sindsdien is het beleid van Gedeputeerde Staten van Fryslân erop gericht geweest het aantal ontheffingen geleidelijk te doen verminderen, waarbij in overleg met de Inspectie van het Onderwijs speciaal aandacht is besteed aan de situatie in de gemeenten Oost- en Weststellingwerf en op de eilanden Schiermonnikoog en Ameland (vgl. Inspectie, 1995a). 11 Voor de scholen in deze gemeenten zijn programma s ontwikkeld die rekening houden met de lokale situatie. Medio 1997 hadden 12 basisscholen ontheffing van de wettelijke verplichting tot het geven van het vak Fries. Verder bestaat ten aanzien van scholen voor speciaal onderwijs een afzonderlijke wettelijke regeling met betrekking tot het Fries. Op dergelijke scholen kan het onderwijs tevens de Friese taal omvatten (art. 12 Interimwet op het Speciaal Onderwijs en het Voortgezet Speciaal Onderwijs= ISOVSO) Samenvattend kan worden geconstateerd dat op verreweg de meeste basisscholen in de provincie Fryslân voldaan wordt aan de wettelijke bepaling tot het geven van het vak Fries. Uit onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs (1989, p ) 12 is gebleken dat eind jaren tachtig aan het onderwijs in het vak Fries betrekkelijk weinig tijd werd besteed. Een meerderheid van de basisscholen in de provincie Fryslân besteedde in die periode per week ongeveer minuten aan het onderwijs in het vak Fries. Recente gegevens over de tijdsinvestering voor het vak Fries in het basisonderwijs zijn op dit moment niet beschikbaar. De Onderwijsinspectie is evenwel voornemens in het schooljaar 1998/99 een onderzoek uit te voeren naar de plaats van het Fries op alle basisscholen in de provincie Fryslân. 11 Inspectie van het Onderwijs (1995a) Fries in heemkunde en sociale wereldori ntatie. De Meern: Inspectie van het Onderwijs. 12 Inspectie van het Onderwijs (1989) Het onderwijs in het Fries op de basisschool: stand van zaken : een kwantitatief inspectieonderzoek naar het onderzoek op de basisscholen in Friesland. ['s-gravenhage: Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen]. 14

15 4.15 In artikel 9, achtste lid WBO is de mogelijkheid geopend dat basisscholen in de provincie Fryslân de Friese taal als voertaal kunnen gebruiken. Uit het in de voorgaande paragraaf vermelde onderzoeksrapport van de Inspectie van het Onderwijs (1989, p ) blijkt dat eind jaren tachtig ongeveer één vijfde van de basisscholen heeft gerapporteerd dat ze gebruik maakten van het Fries als voertaal in het onderwijs van andere vakken, terwijl meer dan de helft van de scholen Fries als voertaal gebruiken voor 10-30% van de instructietijd. Recente gegevens over het gebruik van Fries als voertaal in het basisonderwijs komen beschikbaar bij uitvoering van het inspectieonderzoek genoemd in de vorige paragraaf Sinds het laatst gehouden inspectieonderzoek naar de plaats van het Fries in alle basisscholen in de provincie Fryslân (1989) is een onderwijsvernieuwing doorgevoerd die ook voor het vak Fries van belang is. In 1993 zijn voor elk van de vakken in het basisonderwijs namelijk kerndoelen vastgesteld door het Ministerie van Onderwijs in een Besluit kerndoelen basisonderwijs van 4 mei 1993, Stb Voor de basisschool geldt de eis dat zij voor elk van de vakken tenminste de vastgestelde kerndoelen hanteert als aan het eind van het basisonderwijs te bereiken doelstellingen Ook voor de vakken Fries en Nederlands zijn in 1993 kerndoelen geformuleerd. In de kerndoelen wordt een omschrijving gegeven van de kennis en vaardigheden die de leerlingen moeten ontwikkelen waarmee ze beide talen doelmatig kunnen gebruiken in situaties die zich in het dagelijks leven voordoen. De kerndoelen houden in dat leerlingen aan het eind van de basisschool de beide talen, Fries en Nederlands, moeten kunnen verstaan, spreken, lezen en schrijven. Op dit moment kan geen betrouwbare uitspraak worden gedaan over de vraag welke tijdsinvestering voor het vak Fries voldoende is om de voor dat vak geldende kerndoelen te bereiken. Het aangekondigde onderzoek van de Onderwijsinspectie (vgl. par. 4.14) zal hieromtrent wellicht nader inzicht kunnen verschaffen Onderzoek naar het realiseren van de in 1993 vastgestelde kerndoelen voor het vak Fries heeft, zoals hiervoor opgemerkt, nog niet plaatsgevonden. Wel is in de periode voor 1993 onderzoek verricht naar de doelstellingen die de basisscholen hanteren bij het vak Fries. Uit het onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs (1989, p ) blijkt, dat eind jaren tachtig twee derde van de basisscholen in de provincie Fryslân rapporteerde dat in de doelstellingen voor het vak Fries geen onderscheid wordt gemaakt tussen Friestalige en niet-friestalige leerlingen. De scholen van deze categorie verklaarden in meerderheid dat het onderwijs van het Fries zich richt op het leren verstaan, spreken en lezen van het Fries. De grote meerderheid van de scholen die voor het vak Fries geen onderscheid maken in doelstellingen voor Friestalige en niet-friestalige leerlingen is van mening dat het onderwijs niet gericht hoeft te zijn op het leren schrijven van de Friese taal. Van de scholen die verklaarden dat ze wel differentiëren tussen Friestalige en niet- Friestalige leerlingen, rapporteerde 43% dat de Friestalige leerlingen het Fries ook moeten leren schrijven. In het algemeen kan worden geconcludeerd dat op ruim 85% van alle basisscholen in de provincie Fryslân niet-friestalige leerlingen het Fries niet leren schrijven. Mogelijk is dit percentage sinds de invoering van de kerndoelen in 1993 afgenomen. 13 Momenteel is in voorbereiding een herziening van de kerndoelen basisonderwijs (vgl. par. 4.24). 15

16 4.19 Ter aanvulling zij vermeld dat in de Bestuursafspraak 1993 is aangekondigd, t.w. in artikel 4.2.3, dat de Minister van Onderwijs en Wetenschappen de totstandkoming van een wijziging van de Wet op het Basisonderwijs (WBO) en de Interimwet op het Speciaal Onderwijs en het Voortgezet Speciaal Onderwijs (ISOVSO) bevordert, opdat hierin een artikel met de volgende strekking wordt opgenomen: het Rijk vergoedt jaarlijks aan de provincie Fryslân de kosten van de materiële instandhouding waar het gaat om het onderwijs in de Friese taal. Dit onderdeel uit de Bestuursafspraak 1993 is gerealiseerd bij wet van 4 juli 1996 (Stb. 403); in artikel 100, tweede lid WBO en artikel 97, tweede lid ISOVSO is opgenomen dat het Rijk jaarlijks aan de provincie Fryslân de kosten van de materiële instandhouding vergoedt voor zover het betreft het onderwijs in de Friese taal. De provincie Fryslân draagt zorg voor verdeling van deze vergoeding over de betrokken scholen naar rato van het aantal leerlingen dat gebruik maakt van dat onderwijs. Het gaat hierbij om een jaarlijkse bijdrage van ƒ Verder zij vermeld, dat de Minister van Onderwijs en Wetenschappen in de Bestuursafspraak 1993 is overeengekomen in overleg met Gedeputeerde Staten van Fryslân te bevorderen dat het CITO - d.i. het nationaal instituut voor toetsontwikkeling - jaarlijks toetsen voor het Fries in het basisonderwijs opstelt. Inmiddels heeft het Ministerie middelen ter beschikking gesteld ten behoeve van de ontwikkeling van dergelijke toetsen Voorts kan nog worden opgemerkt, dat de Minister van Onderwijs en Wetenschappen jaarlijks een bedrag beschikbaar stelt voor de onderwijsbegeleiding voor het vak Fries in het basisonderwijs ten einde de kwaliteit van het vak Fries in het onderwijs te bevorderen. Een onderzoek uitgevoerd door het Onderzoek Centrum Toegepaste Onderwijskunde van de Universiteit Twente heeft in 1993 gerapporteerd 14 over de wijze van besteding van de extra gelden voor ondersteuning Fries door het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderwijsbegeleiding (GCO) in de provincie Fryslân. In het rapport wordt tevens verslag gedaan van het gebruik en de beoordeling van de ondersteuning door scholen in (met name) het basisonderwijs. Over het algemeen tonen de responderende Friese basisscholen zich tevreden over het aanbod en het niveau van ondersteuning door het GCO. Bijna alle betrokken scholen gebruiken produkten (in het Fries) van GCO fryslân; de scholen gebruiken gemiddeld produkten op ongeveer de helft van het aantal vakgebieden. Derhalve is het gebruik van het GCO-produktenaanbod met betrekking tot het Fries groot in de Friese basisscholen die aan het onderzoek hebben meegewerkt. 14 Jong, R. de en Vries, S.A. de (1993) Fries onder druk: eindrapport project Fries. Enschede: Onderzoek Centrum Toegepaste Onderwijskunde Universiteit Twente. Voor dit onderzoek werden 235 scholen aangeschreven; de respons bedroeg 58%, wat overeenkomst met 136 scholen. Een van de uitkomsten van dit onderzoek is: op elke basisschool in Fryslân wordt gemiddeld door 4,3 leraren Fries gegeven dan wel gebruikt; gerekend naar een gemiddeld aantal leerkrachten op een basisschool in Fryslân (5,6) betekent dit dat 80% van de leerkrachten in het onderwijs aandacht besteedt aan het Fries. Bij de interpretatie van deze cijfers moet uiteraard worden bedacht dat het hier een geselecteerde populatie betreft, zodat de uitkomst niet zonder meer kan worden ge xtrapoleerd naar andere basisscholen in de provincie Fryslân. 16

17 4.22 De in de vorige paragraaf genoemde rijksbijdrage voor de kwaliteitsverbetering van het vak Fries in het basisonderwijs is met ingang van het schooljaar 1996/97 ingekaderd in een nieuwe doeluitkering voor de ondersteuning van het onderwijs in de Friese taal. De nieuwe doeluitkering wordt verstrekt aan de provincie Fryslân, waarmee de provincie activiteiten voor het onderwijs in de Friese taal kan bekostigen. De doeluitkering komt in de plaats van de subsidies voor begeleiding, scholing en nascholing Fries aan de schoolbegeleidingsdiensten en de hogescholen. Bij die gelegenheid werden de gefixeerde doeluitkeringen aan schoolbegeleidingsdiensten en hogescholen die werkzaam zijn in Fryslân (samen 1,0 miljoen gulden), vervangen door een voor loon- en prijsontwikkelingen te indexeren doeluitkering aan de provincie Fryslân ten bedrage van ƒ 0,9 miljoen in Hieruit wordt niet alleen de onderwijsbegeleiding bekostigd, maar ook de extra kosten voor de kwaliteitsverbetering Fries in de lerarenopleiding basisonderwijs alsmede het wetenschappelijk onderzoek naar het vak Fries in het basisonderwijs. De doeluitkering, die mede bestemd is voor het Fries in de basisvorming van het voortgezet onderwijs (vgl. par en 4.34 e.v.), is toegekend voor een periode van vier jaar (1 augustus 1996 tot 1 augustus 2000). Aan het einde van de projectperiode zal worden vastgesteld of de doeluitkering wordt voortgezet (zie ook par en 4.83) Op 31 maart 1998 heeft de Eerste Kamer een wetsvoorstel aanvaard, waarmee o.m. de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) is tot stand gekomen. De wet is gepubliceerd in het Staatsblad (28 april 1998, Stb. 228) en wordt, behoudens enkele uitzonderingen, per 1 augustus 1998 ingevoerd. De bepalingen in de WBO inzake het vak Fries en het gebruik van het Fries als voertaal zijn geïncorporeerd in de nieuwe Wet op het Primair Onderwijs Tevens is in voorbereiding een wijziging van de kerndoelen voor het basisonderwijs. De ontwerp-wijzigingen van de kerndoelen basisonderwijs voorzien niet in een wijziging van de kerndoelen voor het leergebied Fries. De reden is dat begonnen wordt met de uitwerking van tussendoelen voor Nederlandse taal. Dit zou tot aanpassing kunnen leiden van de kerndoelen Nederlands. Gezien de inhoudelijke relatie tussen de kerndoelen voor Nederlands en de kerndoelen voor Fries, wordt voorlopig ook afgezien van de herziening van de kerndoelen Fries (zie hiervoor de nota van toelichting bij de ontwerp-amvb kerndoelen). De bestaande kerndoelen Fries, die in 1993 zijn vastgesteld, geven derhalve richting aan het onderwijsaanbod van de basisscholen in de provincie Fryslân (vgl. par en 4.18) Samenvattend kan het volgende worden geconcludeerd. Gelet op het feit dat het meest recente onderzoek van de Onderwijsinspectie naar de positie van het Fries als vak en voertaal in alle scholen voor basisonderwijs in de provincie Fryslân in heeft plaatsgevonden, valt op dit moment niet met zekerheid vast te stellen of thans de basisscholen in Fryslân een aanmerkelijk deel van het primair onderwijs bieden in de Friese taal, zoals bedoeld in de onderhavige bepaling van het Handvest. 15 Wel kan op basis van eerdere inspectierapporten en het ontheffingenbeleid van de provincie Fryslân (vgl. par ) worden geconstateerd dat de Friese taal een zichtbare plaats heeft gekregen op de lesroosters van de basisscholen in de provincie Fryslân. Die waarneming wordt bevestigd in het onderzoek dat in 1993 is uitgevoerd onder een geselecteerde populatie van basisscholen in Fryslân (vgl. par. 4.21). 15 Zoals elders is aangetekend, houdt aanmerkelijk in dat een meer dan symbolisch deel van de lesuren in het Fries wordt gegeven, d.w.z. dat Fries mede als instructietaal wordt gebruikt (vgl. par. 4.4 en 4.11). 17

18 In dit kader verdient het vermelding dat het Rijk een aantal aanvullende maatregelen heeft genomen teneinde de plaats van het Fries beter in het basisonderwijs te verankeren. Te denken valt aan: - het vaststellen van kerndoelen voor het vak Fries in het basisonderwijs (vgl. par en 4.24), - de beschikbaarstelling van financiële middelen ter bestrijding van de kosten van de materiële instandhouding waar het gaat om het onderwijs in de Friese taal op basisscholen (par. 4.19), - de beschikbaarstelling van financiële middelen ten behoeve van de ontwikkeling van toetsen voor het Fries in het basisonderwijs (par. 4.20), en - de beschikbaarstelling van financiële middelen ten behoeve van de kwaliteitsverbetering van het vak Fries in het basisonderwijs d.m.v. scholing en nascholing (par en 4.22) Teneinde in de toekomst - mede met het oog op de periodieke driejaarlijkse rapportages in het kader van het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden - inzicht te hebben in de plaats van het Fries als vak en voertaal in alle basisscholen in Fryslân, lijkt het wenselijk dat voorafgaand aan of gelijktijdig met deze periodieke rapportages een onderzoek wordt gedaan naar de actuele positie van het Fries als vak en voertaal in het basisonderwijs in de provincie Fryslân, teneinde te beoordelen in welke mate - in overeenstemming met artikel 8, eerste lid, onderdeel b (ii) van het Handvest - op de basisscholen in de provincie Fryslân meer dan een symbolisch deel van de lesuren in het Fries wordt gegeven. Een dergelijk periodiek onderzoek kan plaatsvinden in het kader van hetgeen in artikel 8, eerste lid, onderdeel i, van het Handvest door Nederland is onderschreven (vgl. par ). In dit verband zij aangetekend dat het Ministerie van OCenW heeft aangekondigd dat de Inspectie van het Onderwijs bij haar werkzaamheden ook zal nagaan of de scholen voldoen aan de kerndoelen voor het Fries, terwijl over de rapportage van het gebruik van de Friese taal als voer- dan wel instructietaal nadere afspraken zullen worden gemaakt. Artikel 8, eerste lid, onderdeel c, onder iii: voortgezet onderwijs 4.27 Na afronding van het basisonderwijs komen leerlingen terecht in het voortgezet onderwijs. Het voortgezet onderwijs wordt wettelijk geregeld in de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO). Verschillende vormen van voortgezet onderwijs worden onderscheiden: - voorbereidend beroepsonderwijs (VBO), met een cursusduur van vier jaren; - middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (MAVO), eveneens met een cursusduur van vier jaren; - hoger algemeen voortgezet onderwijs (HAVO), met een cursusduur van vijf jaren; - voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (VWO), met een cursusduur van zes jaren. De volledige leerplicht eindigt aan het einde van het schooljaar waarop de leerling de 16-jarige leeftijd heeft bereikt. 18

19 4.28 Sinds schooljaar 1993/94 beginnen de scholen voor voortgezet onderwijs met een algemeen programma dat in principe voor alle scholen gelijk is: de zgn. basisvorming, die gemiddeld een periode van drie jaar omvat (leeftijd jaar). De periode van de basisvorming kan twee tot vier jaar omvatten. De school kan met het oog op het belang van leerlingen de basisvorming zodanig inrichten dat leerlingen de kerndoelen basisvorming in tenminste twee en ten hoogste vier jaar bereiken. De basisvorming wordt afgerond met afsluitende toetsen Het aanbevolen lesrooster voor de basisvorming omvat 15 verplichte vakken voor alle leerlingen, maar scholen kunnen bij de feitelijke invulling van het rooster aanzienlijke variaties aanbrengen. Voor scholen in Fryslân omvat de basisvorming ook onderwijs in de Friese taal (vgl. par. 4.34). De basisvorming maakt deel uit van de eerste fase van het voortgezet onderwijs In aansluiting op de basisvorming verschillen de onderwijsprogramma s van de afzonderlijke vormen van voortgezet onderwijs. 17 Met betrekking tot de tweede fase van het voortgezet onderwijs heeft het parlement in 1997 ingestemd met het voorstel tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering van zogenaamde profielen in de hogere leerjaren van het VWO en HAVO; de wet profielen tweede fase is gepubliceerd in het Staatsblad (2 juli 1997, Stb. 322) en wordt met ingang van 1 augustus 1998 ingevoerd. Met betrekking tot de hogere leerjaren van het MAVO en VBO heeft de regering in 1997 een wetsvoorstel ingediend in verband met de invoering van de zo geheten leerwegen in deze onderwijssoorten (vgl. par. 4.43). Dit wetsvoorstel is in 1998 door beide kamers van het parlement aangenomen; de wet leerwegen mavo/vbo is gepubliceerd in het Staatsblad (18 juni 1998, Stb. 337) en wordt met ingang van 1 augustus 1998 ingevoerd Bij de aanvaarding van het Handvest heeft Nederland ten aanzien van het voortgezet onderwijs ingestemd met de bepaling te voorzien in het onderwijzen van de Friese taal als integrerend deel van het leerplan (artikel 8, eerste lid, onderdeel c, optie iii). In het voortraject dat leidde tot de aanvaarding van het Handvest, heeft de regering ten aanzien van het voortgezet onderwijs gekozen voor optie iii, zoals hiervoor geciteerd, en niet voor optie ii, omdat in het laatste geval een aanmerkelijk deel van het voortgezet onderwijs geboden dient te worden in de Friese taal (voor de discussie over «aanmerkelijk» zij verwezen naar par. 4.4 en 4.11) De Nederlandse regering heeft over de opties ii en iii de volgende aantekening gemaakt (vgl. Kamerstukken II, , , nr. 5, p. 7): Artikel 8, eerste lid, onderdeel c, onder ii, houdt in dat het Fries voor een aanmerkelijk deel instructietaal zou zijn, terwijl artikel 8, onderdeel c, onder iii, betrekking heeft op het onderwijs van de minderheidstaal als afzonderlijk vak. De regering wijst erop dat het wel mogelijk is dat scholen vrijwillig ervoor kiezen het Fries als instructietaal te hanteren. Dit zal afhangen van lokale en regionale omstandigheden. 16 Onder de eerste fase van het voortgezet onderwijs wordt verstaan: - de eerste drie leerjaren van VWO en HAVO - alle leerjaren van MAVO en VBO. 17 Tot de tweede fase van het voortgezet onderwijs behoort de bovenbouw van VWOen HAVO d.w.z. - VWO, wat het vierde tot en met zesde leerkaar betreft - HAVO, wat het vierde en vijfde leerjaar betreft. 19

20 4.33 Ten aanzien van de plaats van het vak Fries in het voortgezet onderwijs zal in deze rapportage allereerst worden ingegaan op de basisvorming (de lagere klassen van het voortgezet onderwijs) (zie par ). Vervolgens komt aan de orde de plaats van het vak Fries in de hogere leerjaren van het MAVO en VBO en in de tweede fase van het voortgezet onderwijs (par ). Tenslotte wordt ingegaan op het gebruik van het Fries als instructietaal in de scholen voor voortgezet onderwijs (par. 4.46) Met de invoering van de basisvorming in 1993, is het Fries toegevoegd als zestiende verplicht vak in de lagere klassen van de scholen voor voortgezet onderwijs in de provincie Fryslân (art. 11a, tweede lid, letter b WVO). De inspectie voor voortgezet onderwijs kan op verzoek van het bevoegd gezag geheel of gedeeltelijk ontheffing van deze verplichting verlenen, telkens voor de periode van één jaar. Een deel van de scholen voor voortgezet onderwijs heeft ontheffing gevraagd en gekregen Met deze wettelijke regeling heeft Nederland ten aanzien van de basisvorming in het voortgezet onderwijs in formele zin voldaan aan de verplichting te voorzien in het onderwijzen van de Friese taal als integrerend deel van het leerplan, zoals bedoeld in de onderhavige bepaling van het Handvest. Overigens zijn aan de scholen geen aanvullende middelen ter beschikking gesteld voor het extra vak Fries. Naar het oordeel van het Ministerie kunnen de kosten worden opgevangen uit de reguliere financiering van de betrokken scholen. De in par genoemde doeluitkering voor de kwaliteitsverbetering van het onderwijs in de Friese taal is mede bestemd voor het Fries in de basisvorming Voor de vakken in de basisvorming van het voortgezet onderwijs zijn in 1993 kerndoelen vastgesteld bij algemene maatregel van bestuur (Besluit kerndoelen en adviesurentabel basisvorming : Stb. 1993, 208). Voor het vak Fries in de basisvorming zijn evenwel geen wettelijke kerndoelen vastgesteld. Wel zijn voor het Fries in de basisvorming handreikingen overeenkomstig de kerndoelen Nederlands gepubliceerd in OenWregelingen nr. 13a (17 mei 1993). 18 Op basis van die handreikingen heeft het landelijk instituut voor curriculumontwikkeling (SLO) in 1994 een model leerplan Fries ontwikkeld voor het Fries als vak in de lagere klassen van het voortgezet onderwijs. Voor de afsluiting van het Fries in de basisvorming zijn voorbeeldopgaven voor toetsen beschikbaar. In het voorjaar van 1995 is de eerste generatie voorbeeldtoetsen Fries in de basisvorming aan de betrokken scholen gezonden, een jaar later gevolgd door een tweede generatie voorbeeldtoetsen. De toetsen zijn ontwikkeld door het CITO te Arnhem Het Ministerie van Onderwijs heeft de invoering van het Fries in de basisvorming op projectbasis gesteund, conform de Bestuursafspraak Tevens is in artikel van de Bestuursafspraak 1993 voorzien in de rapportage van de coördinator van het project Fries in de basisvorming. Eind 1994 is de eerste rapportage uitgebracht. Een reactie hierop van de Staatssecretaris van OCenW is op 22 maart 1995 naar de Voorzitter van de Tweede Kamer gezonden. De rapportage over het schooljaar 1994/95 is inmiddels eveneens verschenen. Naar aanleiding daarvan heeft de Staatssecretaris als haar opvatting uitgesproken eerst het onderzoek van de inspectie naar de plaats van het Fries in het voortgezet onderwijs af te wachten (vgl. par. 4.39), alvorens te bezien of nadere maatregelen ten aanzien van het Fries in de basisvorming wenselijk zijn. 18 Per 1 augustus 1998 worden de kerndoelen basisvorming van kracht (Besluit kerndoelen en adviesurentabel : Stb. 1997, 484. In OCenW-regelingen nr. 31 (10 december 1997) zijn de handreikingen Fries overeenkomstig de kerndoelen Nederlands gepubliceerd. 20

WETSVOORSTEL: WET GEBRUIK FRIESE TAAL. 1. Inleiding

WETSVOORSTEL: WET GEBRUIK FRIESE TAAL. 1. Inleiding WETSVOORSTEL: WET GEBRUIK FRIESE TAAL 1. Inleiding In het regeerakkoord dat is gesloten tussen CDA en VVD staat op bladzijde 6: In een taalwet worden de gelijke rechten van de Nederlandse taal en de Friese

Nadere informatie

De Fryske taalatlas geeft een visueel overzicht van het beheersingsniveau en het gebruik van de Friese taal onder de inwoners van Fryslân.

De Fryske taalatlas geeft een visueel overzicht van het beheersingsniveau en het gebruik van de Friese taal onder de inwoners van Fryslân. Voorwoord De Fryske taalatlas geeft een visueel overzicht van het beheersingsniveau en het gebruik van de Friese taal onder de inwoners van Fryslân. De meeste informatie is afkomstig van de grootschalige

Nadere informatie

Uitgegeven: 3 februari 2010. 2010, no. 10 PROVINCIAAL BLAD VAN FRYSLAN

Uitgegeven: 3 februari 2010. 2010, no. 10 PROVINCIAAL BLAD VAN FRYSLAN Uitgegeven: 3 februari 2010 2010, no. 10 PROVINCIAAL BLAD VAN FRYSLAN BELEIDSREGEL voor het verkrijgen van een partiële ontheffing voor het vak Fries in het primair en voortgezet onderwijs in de provincie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 031 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met het regelen van de mogelijkheid een deel van

Nadere informatie

In artikel 18 van de Wet op de expertisecentra wordt na het tweede lid een lid

In artikel 18 van de Wet op de expertisecentra wordt na het tweede lid een lid Voorstel van Wet tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met het regelen van de mogelijkheid een deel van het onderwijs te geven in de Engelse, Duitse

Nadere informatie

Beleidsregel bevoegdheid basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs voor buitenlandse diploma s

Beleidsregel bevoegdheid basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs voor buitenlandse diploma s Beleidsregel Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Beleidsregel bevoegdheid basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs voor

Nadere informatie

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: [concept 23 april 2014, versie t.b.v. internetconsultatie] wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs en enkele aanverwante wetten in verband met het invoeren van profielen in het voorbereidend beroepsonderwijs

Nadere informatie

Postbus HM Leeuwarden

Postbus HM Leeuwarden Postbus 20120 8900 HM Leeuwarden Aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mr. J.P.H. Donner, DGBK/Openbaar Bestuur en Democratie Kwaliteit en Kaderstelling Bestuur Postbus 20011 2500

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 600 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 2003 Nr. 127 BRIEF

Nadere informatie

Regeling tijdelijke toekenning extra voorschoolse middelen

Regeling tijdelijke toekenning extra voorschoolse middelen Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Regeling tijdelijke toekenning extra voorschoolse middelen Bestemd voor gemeenten. inwerkingtreding

Nadere informatie

N O O R W E G E N DENEMARKEN L I T O U W E N K O N I N G K R IJ K O O S T E N R IJ K

N O O R W E G E N DENEMARKEN L I T O U W E N K O N I N G K R IJ K O O S T E N R IJ K S L A N D F I N L A N D Z W E D E N N O O R W E G E N Oslo Helsinki Stockholm Tallinn E S T L A N D V E R E N I G D Dublin N D DENEMARKEN Kopenhagen Riga L E T L A N D L I T O U W E N K O N I N G K R IJ

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17134 26 juni 2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 13 juni 2013, nr. JOZ/499515,

Nadere informatie

Notitie Ontheffingen bevoegdheidsregels

Notitie Ontheffingen bevoegdheidsregels Notitie Ontheffingen bevoegdheidsregels De wet op het voortgezet onderwijs (WVO) kent een aantal bepalingen waarbij limitatief is vastgelegd wanneer het onderwijs - gedurende een beperkte tijd en onder

Nadere informatie

ARTIKEL XII ADVIESCOMMISSIE TOELATING EN BEGELEIDING

ARTIKEL XII ADVIESCOMMISSIE TOELATING EN BEGELEIDING ARTIKEL XII ADVIESCOMMISSIE TOELATING EN BEGELEIDING 1. Ten behoeve van een goede invoering van leerlinggebonden financiering stelt Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen voor de periode

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 18-12-2013) Besluit van 23 april 2012 tot wijziging van het Eindexamenbesluit VO, het Staatsexamenbesluit VO en het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB in verband met

Nadere informatie

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer OC enw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079)

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 72 (2009) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 96 A. TITEL Aanvullend Protocol bij het Europees Handvest inzake lokale autonomie betreffende het recht op participatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 661 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet voortgezet onderwijs ES, de Wet college voor toetsen en examens alsmede de Wet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden. RMC-wet 2001. Jaargang 2001 Staatsblad 2001 636 1

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden. RMC-wet 2001. Jaargang 2001 Staatsblad 2001 636 1 RMC-wet 2001 636 Wet van 6 december 2001 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de invoering van de verplichting

Nadere informatie

Wijzigingswet Wet op het voortgezet onderwijs, enz. (invoering basisvorming in voortgez... De citeertitel is door de wetgever vastgesteld.

Wijzigingswet Wet op het voortgezet onderwijs, enz. (invoering basisvorming in voortgez... De citeertitel is door de wetgever vastgesteld. Page 1 of 6 (Tekst geldend op: 04-07-2004) Algemene informatie Eerst verantwoordelijke ministerie: Afkorting: Niet officiële titel: Citeertitel: Soort regeling: OCenW De citeertitel is door de wetgever

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 120, derde lid, en 121, van de Wet op het primair onderwijs;

Gelet op de artikelen 120, derde lid, en 121, van de Wet op het primair onderwijs; Besluit van 25 juni 2014 tot wijziging van het Besluit bekostiging WPO in verband met het bepalen van de voorwaarden voor aanvullende bekostiging van internationaal georiënteerd basisonderwijs Op de voordracht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 415 (R1915) Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 060 Wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het herstel van enkele wetstechnische gebreken (Reparatiewet OCW 2015) Nr. 3 MEMORIE

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 88 Wet van 10 februari 2016 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet voortgezet onderwijs BES en enkele aanverwante wetten

Nadere informatie

Regeling modellen diploma s v.w.o.-h.a.v.o.-v.m.b.o.

Regeling modellen diploma s v.w.o.-h.a.v.o.-v.m.b.o. Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Regeling modellen diploma s v.w.o.- h.a.v.o.-v.m.b.o. Bestemd voor scholen voor voortgezet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 415 Besluit van 13 juli 2002, houdende de aanpassing van een aantal algemene maatregelen van bestuur aan de Comptabiliteitswet 2001 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 313 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met wijzigingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 527 Wet van 2 december 1999 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs in verband met de verkleining van de groepsgrootte voor de 4- tot

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 523 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele aanverwante wetten naar aanleiding van de evaluatie van de Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

N O O R W E G E N. Oslo DENEMARKEN. Kopenhagen L I T O U W E N K O N I N G K R IJ K. Berlijn. LUXEMBURG Luxemburg Praag. Wenen O O S T E N R IJ K

N O O R W E G E N. Oslo DENEMARKEN. Kopenhagen L I T O U W E N K O N I N G K R IJ K. Berlijn. LUXEMBURG Luxemburg Praag. Wenen O O S T E N R IJ K Barentsze J S L A N D che Oceaan Witte Z F I N L A N D Z W E D E N N O O R W E G E N Oslo Helsinki Stockholm Tallinn Oostzee E S T L A N D V E R E N I G D Dublin L A N D Noordzee DENEMARKEN Kopenhagen

Nadere informatie

CONCEPT Voorstel van wet. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

CONCEPT Voorstel van wet. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: CONCEPT Voorstel van Wet tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op het onderwijstoezicht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 740 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet voortgezet onderwijs BES in verband met het vervangen van de verplichte maatschappelijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 12 Wet van 20 december 2017 tot wijziging van enige onderwijswetten in verband met het aanbrengen van enkele aanpassingen met beperkte beleidsmatige

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 157 Wet van 8 maart 2012 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 618 Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 645 Aanpassing van een aantal OCW-wetten voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba voornamelijk in verband met wijzigingen in de equivalente onderwijswetten

Nadere informatie

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet voortgezet onderwijs BES en enkele aanverwante wetten in verband met het invoeren van profielen in het voorbereidend beroepsonderwijs en het middelbaar

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2015 Nr. 70

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2015 Nr. 70 13 (2013) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2015 Nr. 70 A. TITEL Euro-mediterrane luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de regering

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015-2016 33 872 Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) A herdruk 1 GEWIJZIGD

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 187 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs ter aanpassing van de profielen in de tweede fase van het vwo en het havo (aanpassing profielen

Nadere informatie

N O O R W E G E N DENEMARKEN L I T O U W E N K O N I N G K R IJ K O O S T E N R IJ K

N O O R W E G E N DENEMARKEN L I T O U W E N K O N I N G K R IJ K O O S T E N R IJ K J S L A N D F I N L A N D Z W E D E N N O O R W E G E N Oslo Helsinki Stockholm Tallinn E S T L A N D V E R E N I G D Dublin L A N D DENEMARKEN Kopenhagen Riga L E T L A N D L I T O U W E N K O N I N G

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 832 Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met onder meer versterking van de rechtspositie

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 56487 10 oktober 2018 Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 24 september 2018, nr.

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van september 2013, nr. PO/FenV /543633, houdende de vaststelling van de bedragen voor de materiële instandhouding van het basisonderwijs,

Nadere informatie

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, handelende in de hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna te noemen: de Minister;

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, handelende in de hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna te noemen: de Minister; CONVENANT INZAKE DE NEDERLANDSE ERKENNING VAN DE REGIONALE NEDERSAKSISCHE TAAL Partijen, De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, handelende in de hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna

Nadere informatie

Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van een noodopvanglocatie voor vluchtelingen

Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van een noodopvanglocatie voor vluchtelingen Bestuursovereenkomst inzake de vestiging van een noodopvanglocatie voor vluchtelingen Noodopvanglocatie voor vluchtelingen Ede adres kazernelaan 2, panden 85 en 86 gemeente Ede Bestuursovereenkomst inzake

Nadere informatie

Beleidsregel scholen voor voortgezet onderwijs met een licentie van de Stichting Landelijk Overleg Onderwijs en Topsport

Beleidsregel scholen voor voortgezet onderwijs met een licentie van de Stichting Landelijk Overleg Onderwijs en Topsport Beleidsregel Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Beleidsregel scholen voor voortgezet onderwijs met een licentie van de Stichting Landelijk Overleg Onderwijs

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 683 Wijziging van onder meer de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 16 Wet van 17 december 2003 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 220 Wet van 15 mei 1997 tot instelling van een vast college van advies van het Rijk op het terrein van het onderwijs (Wet op de Onderwijsraad)

Nadere informatie

Verordening materiele en financiele gelijkstelling onderwijs gemeente Blaricum 2015

Verordening materiele en financiele gelijkstelling onderwijs gemeente Blaricum 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Blaricum. Nr. 79652 23 december 2014 Verordening materiele en financiele gelijkstelling onderwijs gemeente Blaricum 2015 De raad van de gemeente Blaricum gelezen

Nadere informatie

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: (voorstel van wet tot) wijziging van diverse onderwijswetten vanwege de invoering van een lager examenniveau voor rekenen, een diploma entreeopleiding zonder Nederlandse taal en rekenen en het kunnen beperken

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1961 Nr. 74

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1961 Nr. 74 51 (1959) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1961 Nr. 74 A. TITEL Europees Verdrag inzake de academische erkenning van universitaire kwalificaties; Parijs, 14 december 1959

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 329 Wet van 28 juni 2006 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 33 157 Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet College voor examens in verband met de

Nadere informatie

Aanvraagprocedure voor scholen voor voortgezet speciaal onderwijs: verstrekking van een aanwijzing als exameninstelling voortgezet onderwijs

Aanvraagprocedure voor scholen voor voortgezet speciaal onderwijs: verstrekking van een aanwijzing als exameninstelling voortgezet onderwijs Voorlichtingspublicatie Betreft de onderwijssector(en) Informatie DUO/ICO Primair onderwijs po 079-3232333 Aanvraagprocedure voor scholen voor voortgezet speciaal onderwijs: verstrekking van een aanwijzing

Nadere informatie

geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0757/2000),

geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0757/2000), P5_TA(2002)0430 Europees netwerk voor justitiële opleiding * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het initiatief van de Franse Republiek met het oog op de aanneming van het besluit van de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 647 Wet van 15 december 2011, houdende geleidelijke afbouw van de dubbele heffingskorting in het referentieminimumloon tot een keer de algemene

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 55 Besluit van 27 januari 1995, houdende wijziging van een aantal algemene maatregelen van bestuur op grond van de Interimwet op het speciaal

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 297 Wet van 1 juni 2006, houdende wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, en de Wet op het voortgezet

Nadere informatie

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, handelende in de hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna te noemen: de Minister;

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, handelende in de hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna te noemen: de Minister; CONVENANT INZAKE DE NEDERLANDSE ERKENNING VAN DE REGIONALE NEDERSAKSISCHE TAAL Partijen, De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, handelende in de hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna

Nadere informatie

ARTIKEL I WIJZIGING VAN DE WET OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS

ARTIKEL I WIJZIGING VAN DE WET OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met het vervangen van de verplichte maatschappelijke stage door een facultatief programmaonderdeel VOORSTEL VAN WET Allen, die deze zullen zien

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 993 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de integratie van het leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 251 Wet van 27 april 2006 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs ter aanpassing van de profielen in de tweede fase van het vwo

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 872 Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 26286 25 augustus 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 10 augustus 2015, nr.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1976-1977 14 501 Wijziging van de Overgangswet WVO. (herziening regeling t.a.v. de bewijzen van bekwaamheid tot het geven van voortgezet onderwijs) Nr. 1 KONINKLIJKE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 550 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2017 Nr. 35

Nadere informatie

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar Nr. 391 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar Nr. 391 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 391 27 899 Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake sociale zekerheid ter aanvulling van communautaire regelingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 208 Wet van 26 april 2012, houdende tijdelijke bepalingen over de ambulancezorg (Tijdelijke wet ambulancezorg) 0 Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Let op: Aan dit document kunnen derden geen rechten aan ontlenen!

Let op: Aan dit document kunnen derden geen rechten aan ontlenen! BIJLAGE CHECKLIST MAATWERK BESTUURSOVEREENKOMST Let op: Aan dit document kunnen derden geen rechten aan ontlenen! CONCEPT: 16 SEPTEMBER 2015 BESTUURSOVEREENKOMST INZAKE DE VESTIGING VAN EEN NOODOPVANGCENTRUM

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Het Besluit proceskosten bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Het Besluit proceskosten bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 37105 23 december 2014 Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 12 december 2014, nr. 591110, tot indexering

Nadere informatie

Artikel 1. Vaststelling bedragen programma's van eisen voor basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs

Artikel 1. Vaststelling bedragen programma's van eisen voor basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 24 september 2018, nr. PO/FenV/1406192, houdende de vaststelling van de bedragen voor de materiële instandhouding van het basisonderwijs,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 339 Wet van 28 juni 2012 tot wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onderwijskwaliteit, onderwijstijd en

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2002 Nr. 112. Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2002 Nr. 112. Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid 50 (1986) Nr. 2 1 ) TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2002 Nr. 112 A. TITEL Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid van internationale niet-gouvernementele

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STTSCOURNT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 15393 20 maart 2018 ekendmaking door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van het ontwerpbesluit houdende wijziging

Nadere informatie

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 13 april 2016, nr. W /I);

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 13 april 2016, nr. W /I); Besluit van 22 april 2016 tot wijziging van onder meer het Inrichtingsbesluit WVO en het Eindexamenbesluit VO in verband met de invoering van profielen in het vmbo, alsmede modernisering van de beroepsgerichte

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2000 Nr. 97

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2000 Nr. 97 15 (2000) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2000 Nr. 97 A. TITEL Verdrag houdende wijziging van het op 14 februari 1972 te Rabat ondertekende Algemeen Verdrag inzake sociale

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 022 Wijziging van diverse wetten op het terrein van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in verband met het aanbrengen van enkele

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2201 247 19 19december 2008 Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 4 december 2008,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 732 Wijziging van enige onderwijswetten in verband met het aanbrengen van enkele aanpassingen met beperkte beleidsmatige gevolgen en enkele

Nadere informatie

Bijlage 1. Voorbeeld bestuursovereenkomst gemeente & COA bij vestiging van een nieuw azc. 1 van 8

Bijlage 1. Voorbeeld bestuursovereenkomst gemeente & COA bij vestiging van een nieuw azc. 1 van 8 Bijlage 1 Voorbeeld bestuursovereenkomst gemeente & COA bij vestiging van een nieuw azc 1 van 8 Let op: Aan dit document kunnen derden geen rechten aan ontlenen! CONCEPT BESTUURSOVEREENKOMST INZAKE DE

Nadere informatie

Regels inzake de inrichting van het landelijke gebied (Wet inrichting landelijk gebied)

Regels inzake de inrichting van het landelijke gebied (Wet inrichting landelijk gebied) 30 509 Regels inzake de inrichting van het landelijke gebied (Wet inrichting landelijk gebied) Tweede nota van wijziging Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

Nadere informatie

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs CVDR Officiële uitgave van Hoorn. Nr. CVDR20777_1 23 mei 2017 Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs VERORDENING MATERIëLE FINANCIëLE GELIJKSTELLING ONDERWIJS. HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Nadere informatie

Taaltaske. Uitkomsten eerste vervolgonderzoek

Taaltaske. Uitkomsten eerste vervolgonderzoek Taaltaske Uitkomsten eerste vervolgonderzoek 2014 vervolgonderzoek 2014 Taaltaske Uitkomsten eerste vervolgonderzoek 2014 4 vervolgonderzoek 2014 Inhoudsopgave 1. Toelichting/methodiek 6 2. Samenvatting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 157 Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet College voor examens in verband met de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 375 Besluit van 4 september 2009, houdende aanpassing van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht in verband met de indexering

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 311 Besluit van 14 juni 2011 tot herstel van technische gebreken en het aanbrengen van andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 194 Wet van 29 april 2010 tot vaststelling van regels over referentieniveaus voor de taal- en rekenvaardigheden van leerlingen (Wet referentieniveaus

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 288 Wet van 30 mei 2002 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs en een aantal andere wetten in verband met onder meer de invoering

Nadere informatie

Algemeen verbindend voorschrift

Algemeen verbindend voorschrift OCenW-Regelingen Aanpassing landelijk gemiddelde personeelslastbedragen van de opslagpercentages Bestemd voor: c scholen voor vwo, havo, mavo en vbo (inclusief afdelingen leerwegondersteunend onderwijs

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 19282 26 september 2012 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 14 september 2012, nr. WJZ/436633

Nadere informatie

Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met de invoering van kostendekkende griffierechten

Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met de invoering van kostendekkende griffierechten Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met de invoering van kostendekkende griffierechten Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 531 Besluit van 29 oktober 2002 tot wijziging van het Besluit van 6 oktober 1997, houdende regels voor geslachtsnaamswijziging (Stb. 463) Wij

Nadere informatie

- 1 - De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

- 1 - De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, - 1 - Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 3 augustus 2012, nr. JOZ/378065, houdende regels voor het verstrekken van aanvullende bekostiging ten behoeve van het stimuleren

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 892 Wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met samenwerking tussen onbekostigd

Nadere informatie

Gelet op artikel 29, vijfde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

Gelet op artikel 29, vijfde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs; Besluit van tot wijziging van het Besluit van 23 april 2012 (Stb. 2012, 217) in verband met examinering van de rekentoets als inspanningsverplichting in de invoeringsfase Op de voordracht van de Staatssecretaris

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 20 Besluit van 20 december 2005 tot wijziging van het Bevoegdhedenbesluit WPO tot vaststelling van de bewijzen van bekwaamheid die bevoegdheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 323 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs inzake vervanging van de basisvorming door een nieuwe regeling voor de onderbouw (regeling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 333 Wijziging van de Zorgverzekeringswet, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met grensoverschrijdende

Nadere informatie