Administratieve procedure met betrekking tot aanvragen voor een verklaring van geen bezwaar bij oprichting en statutenwijziging van rechtspersonen.

Transcriptie

1 Administratieve procedure met betrekking tot aanvragen voor een verklaring van geen bezwaar bij oprichting en statutenwijziging van rechtspersonen. paragraaf 1. paragraaf 1.1. Administratieve afhandeling van aanvragen voor een verklaring van geen bezwaar bij oprichting van rechtspersonen. Algemeen Voor iedere aanvraag van een verklaring van geen bezwaar dienen meerdere aanvraagformulieren te worden ingevuld. Formulier A: algemeen aanvraagformulier in geval van oprichting van een rechtspersoon; Formulier B: aanvraagformulier in geval van oprichting door een natuurlijke persoon; Formulier C: aanvraagformulier in geval van oprichting door een rechtspersoon; paragraaf 1.2. Afhandeling van aanvragen voor een verklaring van geen bezwaar Om een verklaring van geen bezwaar aan te vragen voor oprichting van een naamloze vennootschap, een besloten vennootschap of een Societas Europaea dient gebruik te worden gemaakt van de aanvraagformulieren A en B en/of C. Voor een spoedige administratieve afhandeling is het van belang dat de formulieren volledig zijn ingevuld en ondertekend door de oprichters, de te benoemen bestuurders, de aandeelhouders, de uiteindelijke beleidsbepalers en de notaris. Mede op basis van het gestelde in de Wet toezicht trustkantoren geldt voor aanvragen door trustkantoren met betrekking tot door hen op te richten vennootschappen een bijzondere administratieve afhandeling. In de toelichting bij deze administratieve procedure wordt hier nader op ingegaan. Ingevulde en ondertekende aanvraagformulieren zijn onbeperkt geldig mits de ingevulde gegevens niet zijn gewijzigd. Elektronische aanvraagformulieren dienen -ondertekend door de aanvrager en de notaris- in het dossier van de notaris te worden gevoegd en bewaard. Per aanvraag voor een verklaring van geen bezwaar voor de oprichting van een naamloze vennootschap, een besloten vennootschap of een Societas Europaea, geldt het volgende: Formulier A Formulier A dient altijd volledig te worden ingevuld en meegezonden; hierop is geen uitzondering mogelijk. Formulier B Formulier B dient in zijn geheel te worden ingevuld door de (Nederlandse of buitenlandse) natuurlijk persoon die bij de oprichting is betrokken als oprichter, als aandeelhouder, als bestuurder en/of als uiteindelijke beleidsbepaler. Wanneer dat meer dan één natuurlijke persoon is, dient per natuurlijk persoon die als oprichter, aandeelhouder, bestuurder, uiteindelijke beleidsbepaler fungeert, een formulier B te worden ingevuld. Uitzonderingen op het volledig invullen van het formulier B (vrijgestelde aanvragers): Men kan volstaan met het invullen van de vragen 1.1. tot en met 1.7 indien aan één van de volgende criteria wordt voldaan: 1. de bij de oprichting tot eerste bestuurder te benoemen natuurlijk persoon is bestuurder of werknemer van een trustkantoor met een vergunning van de Nederlandse Bank en zal in deze hoedanigheid het bestuur over de op te richten rechtspersoon uitoefenen; 2. de natuurlijk persoon is bij de oprichting betrokken als uiteindelijke beleidsbepaler en zal niet optreden als oprichter, aandeelhouder of bestuurder van de op te richten rechtspersoon

2 Men kan volstaan met het invullen van de vragen 1.1 tot en met 2.3 indien aan de volgende criteria wordt voldaan: 3. de bij de oprichting tot eerste bestuurder te benoemen natuurlijk persoon is bestuurder of werknemer van: a. een structuurvennootschap; b. een vennootschap waarvan de effecten zijn genoteerd aan een gereglementeerde effectenbeurs in de zin van artikel 1, onderdeel e van de Wet Toezicht Effectenverkeer 1995; c. een overheidslichaam 1 ; d. een rechtspersoon die volgens zijn laatst vastgestelde jaarrekening een eigen vermogen heeft van ,- of meer; e. een dochtermaatschappij van een hiervoor onder a tot en met d genoemde rechtspersoon, mits door deze rechtspersoon een artikel 403 verklaring is verleend; en 4. de hiervoor onder a tot en met e genoemde rechtspersoon neemt bij de oprichting 95% of meer van alle aandelen. De buitenlandse natuurlijke personen die buiten Nederland wonen en verblijven behoeven de vraag 1.1 van de vragenlijst B niet te beantwoorden en de vragen 2.1, 2.2 en 2.3 slechts voorzover de partner een Nederlandse nationaliteit heeft, in Nederland woont en/of de afgelopen 8 jaar in Nederland heeft gewoond. Formulier C Formulier C dient in zijn geheel te worden ingevuld door de (Nederlandse of buitenlandse) rechtspersoon die bij de oprichting is betrokken als oprichter, als aandeelhouder, als bestuurder en/of als uiteindelijke beleidsbepaler. Wanneer dat meer dan één rechtspersoon is, dient per rechtspersoon die als oprichter, aandeelhouder, bestuurder en/of uiteindelijke beleidsbepaler fungeert, een formulier C te worden ingevuld. Uitzonderingen op het volledig invullen van het formulier C (vrijgestelde aanvragers): Men kan volstaan met invullen van de vragen 1.1. tot en met 1.7 indien de rechtspersoon aan één van de volgende criteria voldoet: 1. de bij de oprichting betrokken rechtspersoon is een overheidslichaam 2 dan wel een dochtermaatschappij van een overheidslichaam; 2. de bij de oprichting betrokken rechtspersoon is een trustkantoor met een vergunning van de Nederlandse Bank en zal in deze hoedanigheid het bestuur over de op te richten rechtspersoon uitoefenen; 3. de bij de oprichting betrokken rechtspersoon is bij de oprichting betrokken als uiteindelijke beleidsbepaler en treedt niet op als oprichter, aandeelhouder of bestuurder van de op te richten rechtspersoon. Men kan volstaan met het invullen van de vragen 1.1 tot en met 1.9 indien voldaan wordt aan de volgende criteria: 4. één van de oprichters is: a) een structuurvennootschap; b) een vennootschap waarvan de effecten zijn genoteerd aan een gereglementeerde effectenbeurs in de zin van artikel 1, onderdeel e van de Wet Toezicht Effectenverkeer 1995; 2 ; c) een rechtspersoon die volgens zijn laatst vastgestelde jaarrekening een eigen vermogen heeft van ,- of meer; of d) een dochtermaatschappij van een hiervoor onder a tot en met c genoemde rechtspersoon, mits door deze rechtspersoon een artikel 403 verklaring is verleend; 5. en deze (hiervoor onder a tot en met d genoemde rechtspersoon) neemt bij de oprichting 95% of meer van alle aandelen. 1 artikel 1, boek 2 BW 2 artikel 1, boek 2 BW

3 De Minister behoudt zich in alle gevallen de bevoegdheid voor toch de volledige invulling van de vragenlijsten B en C te verlangen en hij kan de verstrekte gegevens controleren. Uitzondering voor wat betreft de ondertekening van het formulieren C Indien een oprichtende rechtspersoon, zijnde een besloten vennootschap, een naamloze vennootschap of een Societas Europaea, nog niet is opgericht, kunnen daarvoor nog ongetekende ingevulde aanvraagformulieren C worden ingediend. In dat geval dient de oprichtende rechtspersoon, eenmaal zelf opgericht, vóór de oprichting (dus vóór het passeren van de akte) ongewijzigd ingevulde vragenformulieren te ondertekenen die de notaris in het betreffende dossier dient te bewaren. De Minister behoudt zich evenwel het recht voor deze vragenformulieren ten behoeve van de misbruiktoets bij de notaris op te vragen. Indien de oprichtende rechtspersoon niet wordt opgericht dient de notaris zowel de eerder afgegeven verklaring van geen bezwaar van de oprichtende rechtspersoon als van de op te richten rechtspersoon onverwijld terug te sturen. paragraaf 1.3. Wijzigingen In de procedure voor een verklaring van geen bezwaar kunnen reeds verstrekte gegevens wijzigen. Voor iedere wijziging dient een formulier E te worden ingevuld. Daarbij is het van belang in welke fase de aanvraag zich bevindt. Voor iedere nieuwe aanvraag voor een verklaring van geen bezwaar geldt dat opnieuw leges dienen te worden voldaan. De volgende situaties kunnen worden onderscheiden: De verklaring van geen bezwaar is nog niet verleend en er doen zich wijzigingen voor in de gegevens die zijn ingevuld op formulier A, B en/of C. Het is slechts mogelijk gegevens te wijzigen nadat een aanvraag in onderzoek is genomen en de notaris een verzoek om nadere informatie heeft ontvangen. Indien de notaris geen brief heeft ontvangen betekent dit dat de wijzigingen niet meer kunnen worden verwerkt voor de afgifte van de verklaring van geen bezwaar. In dat geval moet een nieuwe verklaring worden aangevraagd. Voor het wijzigen van de gegevens dient de notaris het formulier waarop de wijziging betrekking heeft tezamen met een formulier E toe te sturen. Op het betreffende formulier dient duidelijk te worden aangegeven welke gegevens gewijzigd worden (bijvoorbeeld door de gewijzigde tekst te arceren). De verklaring van geen bezwaar is verleend en er doen zich wijzigingen voor in de gegevens die zijn ingevuld op formulier A, B en/of C. In dit geval heeft u een nieuwe verklaring van geen bezwaar nodig. Voor het wijzigen van de gegevens dient de notaris het formulier waarop de wijziging betrekking heeft tezamen met een formulier E toe te sturen en de reeds afgegeven verklaring van geen bezwaar bij te voegen. Op het betreffende formulier dient duidelijk te worden aangegeven welke gegevens gewijzigd worden (bijvoorbeeld door de gewijzigde tekst te arceren). De zogenaamde wijzigingen achteraf zijn derhalve niet meer mogelijk. De oprichting gaat niet door. Dit dient te worden aangegeven middels toezending van een formulier E. Indien de verklaring van geen bezwaar reeds is verleend, dient deze te worden bijgevoegd. De aanvraag voor een verklaring van geen bezwaar is in een eerder stadium buiten behandeling gesteld, dan wel ingetrokken. In een dergelijke situatie dient een nieuwe aanvraag volledig als bijlage bij het formulier E te worden gevoegd, waarop het B.V.- nummer wordt vermeld. De geldigheidsduur van de verklaring van geen bezwaar is verlopen. Een nieuwe aanvraag dient volledig als bijlage bij het formulier E te worden gevoegd, waarop het B.V.-nummer wordt vermeld. De verklaring van geen bezwaar is verleend, de akte is nog niet verleden en er is sprake van een (tik)fout in de verklaring. De verklaring dient als bijlage bij het formulier E te worden gevoegd. De verklaring van geen bezwaar is verleend, de akte van oprichting of statutenwijziging is verleden en gebleken is dat er in de akte kennelijke spel- en/of schrijffouten of kennelijke misslagen staan vermeld. In die gevallen is het mogelijk dat een akte van rectificatie

4 wordt opgemaakt. De akte van rectificatie dient tezamen met een formulier E te worden ingediend. De verklaring is verleend, de oprichtingsakte is verleden en er is sprake van een aandelenoverdracht of emissie van aandelen binnen een jaar na oprichting, waardoor wijzigingen in de zeggenschap optreden, zoals bedoeld in de SER besluit Fusiegedragsregels In dat geval dient de notaris ten aanzien van de verkrijgende aandeelhouder(s) compleet ingevulde aanvraagformulieren B en/of C in te sturen tezamen met een formulier E alsmede ten aanzien van de overdragende aandeelhouders op te geven hoeveel aandelen de overdragende aandeelhouder overhoudt. De notaris kan ook wijzigingen van bestuurders binnen 1 jaar na oprichting van de rechtspersoon aan het Ministerie van Justitie melden. paragraaf 1.4. Geldigheidsduur van de afgegeven verklaring van geen bezwaar In artikel 64 en 175 van Boek 2 BW is bepaald dat de akte van oprichting binnen drie maanden na de dagtekening van de verklaring van geen bezwaar moet zijn verleden, op straffe van verval van de verklaring. Op grond van gewichtige redenen kan deze termijn éénmalig met ten hoogste drie maanden worden verlengd. Een verzoek tot verlenging van de geldigheid van een verklaring van geen bezwaar dient schriftelijk en gemotiveerd tezamen met formulier E tien werkdagen vóór het verstrijken van de geldigheidsduur bij de Minister van Justitie, de Dienst Justis, ter attentie van de Afdeling Integriteit Bedrijfsleven te zijn ontvangen. Redenen van overmacht (onvoorziene omstandigheden, die niet zijn gelegen in financiële omstandigheden) kunnen aanleiding zijn om de geldigheidsduur van een verklaring van geen bezwaar éénmaal te verlengen. Indien de termijn waarbinnen de akte moet zijn gepasseerd is verlopen, dient een nieuwe verklaring van geen bezwaar te worden aangevraagd middels een formulier E. paragraaf 2. Administratieve afhandeling van aanvragen voor een verklaring van geen bezwaar bij statutenwijzigingen Wanneer de verklaring van geen bezwaar wordt gevraagd voor een statutenwijziging van een naamloze vennootschap of besloten vennootschap dan wel een Societas Europaea dient formulier D te worden ingevuld en opgestuurd. Gegevens die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van een statutenwijziging worden gevraagd aan het bestuur dat geacht wordt de gegevens te kunnen verstrekken. Het aanvraagformulier dient zowel door de notaris als door een bestuurder van de vennootschap of een daartoe gemachtigde te worden ondertekend indien persoonsgegevens dan wel rechtspersoonsgegevens (onder 2.2, 2.3. en 2.4. van het formulier) worden verstrekt, dan wel een wijziging in de doelomschrijving of feitelijke werkzaamheden plaatsvindt (onder 2.1. van het formulier). Dit betekent dat ondertekening namens de vennootschap achterwege kan blijven indien alleen (één van) de vragen onder 1 van vragenformulier D (wordt) worden gewijzigd. Indien de statutenwijziging, na de afgifte van de verklaring van geen bezwaar, geen doorgang vindt, dient de notaris de verklaring van geen bezwaar onverwijld terug te sturen, tezamen met een formulier E. Het is mogelijk om een verklaring van geen bezwaar aan te vragen voor een conceptakte van statutenwijziging. Dit betekent wel dat indien de gegevens op de aanvraagformulieren door een wens van de bestuurders of van de algemene vergadering van aandeelhouders wijzigen ten opzichte van de conceptakte waarvoor een verklaring van geen bezwaar is afgegeven, er op basis van de gegevens op de nieuwe conceptakte, onder terugzending van de afgegeven verklaring van geen bezwaar, opnieuw een verklaring van geen bezwaar moet worden aangevraagd. Deze aanvraag is een (betaalde) hernieuwde aanvraag;

5 paragraaf 3. Naam en doel van de vennootschap In artikel 66 en 177 van Boek 2 BW is bepaald dat in de statuten van de akte van oprichting de naam, de zetel en het doel van de op te richten vennootschap moeten zijn opgenomen. De conceptakte in verband met de oprichting of statutenwijziging van de vennootschap behoeft niet te worden toegezonden. De naam en het doel van de vennootschap dienen echter tezamen met de hoofdactiviteiten op de vragenlijst (formulier A respectievelijk formulier D onder naam, doel en hoofdactiviteiten van de vennootschap) te worden aangegeven. Het is niet de taak van de Minister van Justitie om te bezien of de naam van de (op te richten) vennootschap strijdig is met de Handelsnaamwet of de Benelux Merkenwet

6 TOELICHTING paragraaf 1 Administratieve afhandeling van aanvragen van een verklaring van geen bezwaar bij oprichting In paragraaf 1.1 wordt kort aangegeven welke formulieren gebruikt dienen te worden. paragraaf 1.2. Afhandeling van aanvragen In paragraaf 1.2. staat vermeld hoe de administratieve afhandeling van een verzoek plaatsvindt en in welke gevallen de vragenlijst niet volledig behoeft te worden ingevuld. Onder meer vanwege de terroristische aanslagen in New York op 11 september 2001, is zowel nationaal als internationaal sprake van een aanscherping van het toezicht op de financieel economische sector in het algemeen en het voorkomen van en bestrijden van misbruik van vennootschappen, waaronder het voorkomen en bestrijden van het plegen van misdrijven en overtredingen van financieel-economische aard door of door middel van een vennootschap, in het bijzonder. Mede om die reden en gelet op de huidige moderne wijdverspreide communicatiemiddelen, zoals fax, internet en , geldt vanaf de inwerkingtreding van de Beleidsregels het volgende: ook een buitenlandse oprichter dient de vragenformulieren tot verkrijging van een verklaring van geen bezwaar, in beginsel volledig, in te vullen en te ondertekenen met uitzondering van een aantal vragen op het formulier B, en C. Op welke vragen deze uitzondering betrekking heeft, wordt aangegeven in paragraaf 1.2. van de administratieve procedure. Ingevulde en ondertekende aanvraagformulieren zijn onbeperkt geldig mits de ingevulde gegevens niet zijn gewijzigd. Indien gebruik gemaakt wordt van reeds ingevulde en ondertekende aanvraagformulieren dient de notaris voorafgaand aan het indienen van de betreffende formulieren te controleren of de gegevens op de formulieren niet gewijzigd zijn. De notaris is er derhalve verantwoordelijk voor om bij zijn cliënt te verifiëren of de aangeleverde gegevens actueel zijn. De formulieren dienen te allen tijde te worden ondertekend door de personen die bij de oprichting zijn betrokken als oprichters, aandeelhouders, bestuurders en/of uiteindelijke beleidsbepalers, met uitzondering van de nog niet opgerichte besloten vennootschappen, naamloze vennootschappen of een Societas Europaea waarvoor reeds een aanvraag voor een verklaring van geen bezwaar is ingediend. Na oprichting van voornoemde rechtspersonen behoeven de ondertekende vragenformulieren niet aan de Minister te worden toegezonden. De notaris dient de aanvraagformulieren wel in zijn dossier te bewaren. De Minister behoudt zich het recht voor deze vragenformulieren ten behoeve van de misbruiktoets bij de notaris op te vragen. Aanvragen waarbij een (nog) niet opgerichte rechtspersoon (anders dan hiervoor vermeld) dan wel ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid optreden als (mede) oprichter, bestuurder en /of aandeelhouder, worden niet in behandeling genomen. Onder bestuurder wordt ook de statutair plaatsvervangend bestuurder verstaan. Als (mede) beleidsbepalende personen worden aangemerkt de oprichters, de aandeelhouders, de (plaatsvervangende) bestuurders en de uiteindelijk beleidsbepalers van de op te richten vennootschap. De uiteindelijk beleidsbepalers zijn degene die op grond van juridische, financiële dan wel feitelijke gronden daadwerkelijk invloed kan/ kunnen hebben op de besluitvorming dan wel het beleid van de op te richten vennootschap

7 Op 1 maart 2004 is de Wet toezicht trustkantoren (Wtt) in werking getreden. Deze wet introduceert toezicht van De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) op trustkantoren. Trustkantoren dienen over een vergunning van DNB te beschikken, vooraleer zij hun diensten mogen verrichten. Onderdeel van de vergunningaanvraagprocedure bij DNB is de betrouwbaarheidstoetsing van bestuurders, commissarissen, (mede-)beleidsbepalers en houders van een gekwalificeerde deelneming van/in het trustkantoor. Na vergunningverlening komt een trustkantoor onder het lopende integriteitstoezicht van DNB. Onder de Wtt dienen trustkantoren ondermeer over kennis te beschikken van de uiteindelijke beleidsbepaler van de door hen beheerde vennootschappen en de mogelijke integriteitsrisico s te beheersen. In geval van oprichting van een vennootschap door een trustkantoor dat, op grond van de nieuwe regelgeving, beschikt over een vergunning van DNB is er voldoende zekerheid over de betrouwbaarheid van het trustkantoor. Voor de aanvraag van een verklaring van geen bezwaar betekent dit, wanneer een vergunninghoudend trustkantoor een vennootschap opricht ten behoeve van een cliënt, dan wel wanneer een medewerker van een dergelijk trustkantoor bestuurder wordt in de op te richten vennootschap, het trustkantoor en zijn medewerkers niet nogmaals zullen worden onderzocht door de Dienst Justis. Dit betekent ook dat trustkantoren met een vergunning van de DNB geen financiële gegevens hoeven te overleggen daar deze niet door de Dienst Justis gescreend worden. In dit geval wordt alleen de cliënt c.q. de uiteindelijk beleidsbepaler van de op te richten vennootschap door de uitvoeringsdienst van het ministerie van Justitie onderworpen aan de misbruiktoets. Gelet op de financiële positie van overheidsinstanties, behoeven ook zij geen financiële gegevens van zichzelf te overleggen. Onder geslachtsnaam wordt de achternaam van de natuurlijk persoon bedoeld, zoals deze vermeld is in zijn/haar geboorte-akte. Bij vraag 1.7 dient aangegeven te worden op grond van welke omstandigheden en indien van toepassing, via welke rechtsperso(o)n(en) een natuurlijk persoon uiteindelijke beleidsbepaler is. Bij vraag 1.8 van formulier C dienen de (rechts-)persoonsgegevens te worden vermeld van degene(n) die het dagelijks bestuur vormen van de oprichtende rechtspersoon alsmede degene(n) met een belang van 50% of meer van de aandelen van betreffende rechtspersoon. Onder het dagelijks bestuur kan worden volstaan met degene die eindverantwoordelijk is over het bestuur van de rechtspersoon en over de financiën van de rechtspersoon (veelal de algemeen en de financieel directeur). In de formulieren B en C alsmede op de bijlagen worden vragen gesteld omtrent de liquiditeit van ondernemingen teneinde de financiële positie van betreffende ondernemingen te kunnen beoordelen. Normaliter beschikt een onderneming over een vermogen waarbij haar ontvangsten en uitgaven evenwichtig zijn verdeeld, zodat zij steeds op tijd aan haar betalingsverplichting kan voldoen. Kan de onderneming niet op tijd aan haar verplichtingen voldoen, dan loopt zij de kans dat zij in staat van faillissement wordt verklaard en dat zij haar activiteiten moet staken. De liquiditeit van de onderneming is onder meer te meten met behulp van de quick ratio en de current ratio. De current ratio is de quotiënt van de vlottende activa en de vlottende passiva. De quick ratio is de quotiënt van de vlottende activa exclusief de voorraden en de vlottende passiva. De current ratio en quick ratio kunnen per branche uiteen lopen en binnen eenzelfde branche kunnen aanvaardbare verschillen optreden

8 paragraaf 1.3. Wijzigingen van gegevens in de aanvraagformulieren In deze paragraaf is aangegeven welke aanvraagformulieren in welke gevallen opnieuw moeten worden ingezonden vanwege gewijzigde omstandigheden en of dit consequenties heeft voor de reeds afgegeven verklaring van geen bezwaar. Indien na het passeren van de akte van oprichting of statutenwijziging blijkt dat er in de akte kennelijke spel- en/of schrijffouten en/of kennelijke misslagen staan vermeld kunnen deze fouten of misslagen onder bepaalde voorwaarden door middel van een akte van rectificatie worden gewijzigd. Met een akte van rectificatie kunnen alleen die bepalingen gewijzigd worden, waarvan onomstotelijk vaststaat dat de bedoelingen van de oprichters niet juist in de akte zijn verwoord. Het effect van de rectificatie is dat de gerectificeerde akte geacht wordt van meet af aan anders te hebben geluid. Een verklaring van geen bezwaar voor een akte van rectificatie is alleen noodzakelijk indien de rectificatie een wijziging van de gegevens betreft, zoals aangegeven op de aanvraagformulieren voor een verklaring van geen bezwaar. Een rectificatie wordt toegestaan: - Indien in de akte van oprichting of statutenwijziging een kennelijke schrijf- of spelfout is gemaakt of sprake is van een kennelijke misslag. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan een foutief gespeld woord of een totaal niet lopende zinsnede. Onder misslag wordt een kennelijke typefout verstaan. Met het woord kennelijk wordt aangegeven dat het objectief duidelijk moet zijn dat het om een onbedoelde onjuistheid of onvolkomenheid gaat. Dit type rectificaties mag er niet toe leiden dat wijziging van de strekking van de tekst in de akte optreedt. - In andere gevallen als is aangetoond dat de bedoelingen van de oprichter(s) c.q. algemene vergadering van aandeelhouders niet juist in de akte van oprichting of akte van statutenwijziging zijn weergegeven. In deze gevallen moet de notaris kunnen aantonen dat vóórdat de verklaring van geen bezwaar ten behoeve van de oprichting of ten behoeve van de laatste statutenwijziging werd afgegeven al vaststond dat de oprichter(s) c.q. algemene vergadering van aandeelhouders iets anders wilde(n) dan in de vragenlijsten (of eventueel meegezonden ontwerpakte) en later in de gepasseerde akte is opgenomen. Dit geschiedt door kopie te overleggen van een brief of document, waarop een datum staat die ligt vóór de datum waarop de (laatste) verklaring van geen bezwaar is afgegeven. Ingeval van een statutenwijziging kan bijvoorbeeld het besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders voldoende bewijs vormen als daaruit duidelijk blijkt welke wijziging men voor ogen had, die vervolgens niet juist in de akte is opgenomen. Een later opgekomen wens van de oprichters kan nimmer door middel van een akte van rectificatie alsnog in de statuten worden opgenomen. In die gevallen dient een statutenwijziging plaats te vinden. Het is derhalve niet toegestaan een akte te verlijden, welke afwijkt van de inhoud van de vragenformulieren op grond waarvan de ministeriële verklaring van geen bezwaar is verleend. Indien de gegevens vermeld op de ministeriële verklaring van geen bezwaar afwijken van de gegevens zoals deze zijn vermeld op de aanvraagformulieren, kunnen deze gegevens worden verbeterd. Indien de oprichtingsakte nog niet is gepasseerd dient de originele (foutieve) verklaring met gebruikmaking van het formulier E aan het ministerie te worden toegezonden onder vermelding van de gewenste verbetering. De verbetering vindt met terugwerkende kracht plaats, dat wil zeggen met ingang van de datum van de eerder afgegeven verklaring van geen bezwaar. paragraaf 1.4. Geldigheidsduur van de afgegeven verklaring van geen bezwaar De termijnen genoemd in deze paragraaf worden gehanteerd overeenkomstig de Algemene Termijnen Wet. De geldigheid van een verklaring van geen bezwaar gaat in op de datum die op de verklaring van geen bezwaar staat vermeld. Indien een verklaring van geen bezwaar bijvoorbeeld is verleend op 1 maart dan is deze geldig tot en met 1 juni van dat jaar

9 paragraaf 2 Administratieve afhandeling van statutenwijzigingen In deze paragraaf wordt uiteengezet hoe de administratieve afhandeling van statutenwijzigingen plaatsvindt. Een (kopie van) gedateerde en ondertekende notulen of een uittreksel, waarin de inhoud van het genomen besluit expliciet wordt vermeld of een besluit tot statutenwijziging dat buiten de vergadering is genomen, behoeft niet langer te worden meegezonden. paragraaf 3. Naam en doel van de vennootschap De beoordeling van de naam en het doel van de vennootschap vindt plaats in het kader van de misbruiktoets en wordt beperkt tot de toets of er op grond van de gekozen naam en/of het doel van de op te richten vennootschap, bijvoorbeeld in combinatie met de gekozen vestigingsplaats, gevaar bestaat dat de vennootschap zal worden gebuikt voor ongeoorloofde doeleinden dan wel benadeling van schuldeisers. Het is niet de taak van de Minister van Justitie om te bezien of de naam van de op te richten vennootschap strijdig is met de Handelsnaamwet of de Benelux merkenwet