Behoort bij beschikking van Burgemeester en Wethouders van Leiden. Gezien door de constructeurs van de gemeente Leiden gezien E. Iwema d.d.

Transcriptie

1 Behoort bij beschikking van Burgemeester en Wethouders van BV zie opmerkingen Gezien door de constructeurs van de gemeente gezien E. Iwema d.d. 27/11/2012 Postbus JA Rotterdam Piekstraat EL Rotterdam T E imd@imdbv.nl UITGANGSPUNTEN CONSTRUCTIEF ONTWERP HAARLEMMERSTRAATBLOK PROJECT: Aalmarkt te KENMERK: N:\3245\C\R\DO-01.doc RAPPORTDATUM: 1 mei 2012 OPDRACHTGEVER: ASR Vastgoedontwikkeling Postbus GA UTRECHT OPGESTELD DOOR: VRIJGEGEVEN DOOR: ir. M.J.M. Moons ing. D.J. Kortman RC KVK BTW NL B.01 BANK

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding Uitgangspunten en randvoorwaarden Bouwkundige uitgangspunten Algemene uitgangspunten Doorbuigingseisen Materiaaleigenschappen Duurzaamheid Brandwerendheid hoofddraagconstructie Voortschrijdende instorting Duurzaam construeren Belendingen Te behouden gevels Roltrap-/trapsparingen Vides Bouwlogistiek Beschrijving constructie Casco winkel Kelder Bouwput Fundering Stabiliteit e draagweg Stabiliteit vloerschijven Torsie liggers Duurzame constructie Inventarisatie projectgebonden risico s t.b.v. V&G plan Specifieke uitvoeringsaspecten Aandachtspunten constructie voor uitwerking bestek Belastingen Scheidingswanden Vloerbelastingen Gevels Windbelasting Overige belastingen Indicatie wapeningshoeveelheden BIJLAGE I: Tabel t.b.v. bepaling afmeting spuwers... i BIJLAGE II: Demarcatielijst werkzaamheden IMd aannemer... iii PAG. 2

3 1 Inleiding In opdracht van ASR Vastgoed Ontwikkeling is door IMd Raadgevende Ingenieurs een ontwerp gemaakt voor de hoofddraagconstructie voor de nieuwbouw van een winkelpand dat onderdeel uitmaakt van de ontwikkeling van het Aalmarktgebied en gelegen is tussen de Stille Rijn en de Haarlemmerstraat. Het door Rijnboutt ontworpen plan omvat de nieuwbouw van 3-laags winkelpand met maximale hoogte van 14 meter. Onder het winkelpand wordt een kelder gerealiseerd. In de plattegrond is de historische indeling van de panden aan de Stille Rijn en Haarlemmerstraat terug te lezen, De gevels aan de Stille Rijn 8 en 9 zijn onderdeel van het beschermd stadsgezicht en worden derhalve herbouwd. Omdat de vloeren aan deze zijden aan moeten sluiten op de ramen, is er in het pand een split level zodat er aan de zijde van de Haarlemmerstraat een verdiepingshoogte van 4,5 meter kan worden gerealiseerd, zie onderstaande langsdoorsnede. In dit voorliggende rapport worden de uitgangspunten beschreven die gelden voor het constructieve ontwerp. Tevens worden de gekozen constructieprincipes besproken en zijn de definitieve constructietekeningen als bijlage bij het rapport gevoegd. Wijzigingen of aanvullingen op de uitgangspunten kunnen leiden tot aanpassingen van de constructieve opzet. kelder? PAG. 3

4 2 Uitgangspunten en randvoorwaarden Bij het constructieve ontwerp en de uitwerking hiervan worden een aantal uitgangspunten en randvoorwaarden aangehouden. Deze zijn deels wettelijk voorgeschreven (bouwbesluit, normen) en deels het gevolg van voor dit project specifieke omstandigheden welke voortkomen uit onder andere het Programma van Eisen, de architectuur van het gebouw, de verschillende functies binnen het gebouw en de locatie (bodemgesteldheid, grondwaterstanden etc.). Eerst komen de algemene, voor het gehele project geldende aspecten aan de orde. Vervolgens worden per onderdeel geldende specifieke aanvullingen gegeven. 2.1 Bouwkundige uitgangspunten Voor het constructieve ontwerp zijn de bouwkundige tekeningen van het door Rijnboutt gemaakte definitief ontwerp d.d gehanteerd. verouderd 2.2 Algemene uitgangspunten Veiligheidsklasse: 3 Referentieperiode: 50 jaar (constructieklasse S4) Windgebied: II, bebouwd Peil t.o.v. NAP 1,0 m + NAP (nader te controleren / vast te stellen) Wateraccumulatie, afmetingen dakspuwers en sneeuwophoping volgens NEN De Nederlandse normen zoals op de dag van uitgifte van dit document gelden zijn van toepassing*). *) Opgemerkt dient te worden dat bij invoering van het nieuwe bouwbesluit de voorschriften volgens de Eurocodes de Nederlandse normen zullen vervangen. Het moment van indienen van de bouwaanvraag bepaald in de toekomst welke normen vanuit overheidswege van kracht zijn. In overleg met de gemeente is besloten de NEN normen aan te houden. PAG. 4

5 2.3 Doorbuigingseisen Hoofdstuk 10 van NEN 6702 wordt aangehouden. Voor de vervormingen van de gevelconstructie wordt het Handboek Metalen Ramen gehanteerd, welke een maximale totale vervorming voor van 0,005 maal de hoogte voorschrijft. Als de gevel over de hoogte uit meerdere onderdelen bestaat, wordt per onderdeel een maximale vervorming van 0,0028 maal de hoogte van dit onderdeel voorgeschreven. Deze maximale vervormingen gelden in combinatie met een gereduceerde waarde van de stuwdruk (75%). 2.4 Materiaaleigenschappen Beton insitu-beton: C28/35 prefab beton C35/45 Staal walsprofielen: S 235 buizen en kokers: S 275 hoed- en petliggers S 355 Hout constructief hout: C18 daken Kalkzandsteen dragend klinkerkwaliteit CS20, gelijmd niet dragend normale kwaliteit CS12, gelijmd PAG. 5

6 2.5 Duurzaamheid Aan te houden milieuklasse voor beton: - in de grond en in de spouw C2 t/m C4 - buiten zonder dooizouten. F1 / F3 - buiten zonder dooizouten F2 / F4 - binnen C1 Conservering van staal: - buiten thermisch verzinkt - in de spouw thermisch verzinkt en tweelaags poedercoaten Aan te houden klimaatklasse voor hout: - binnen, verwarmd klimaatklasse I PAG. 6

7 2.6 Brandwerendheid hoofddraagconstructie Nieuwbouw Hoogte Brandwerendheid Reductie (m) (minuten) mogelijk? overige functies <5 30 ja >5 90 ja vluchtwegen: 30 nee Conform bouwbesluit paragraaf 2.8 t/m 2.12.: - Aangegeven hoogten betreffen het vloerpeil van het hoogst gelegen verblijfsgebied in meters ten opzichte van bovenkant maaiveld. - Reductie alleen toegestaan als de permanente vuurbelasting van 500 MJ/m 2 niet wordt overschreden. Voor betonnen draagconstructies geldt in het algemeen dat deze grens niet wordt overschreden, zodat op voorhand reeds van de reductie wordt uitgegaan, dit dient door een brandtechnisch adviseur te worden getoetst. - Zwaarste eis dient te worden aangehouden bij stapeling van functies. In de rapportage van DGMR wordt aangetoond dat de reductie mogelijk is. Derhalve is uitgegaan van een benodigde brandwerendheid van 60 minuten Voor de betonnen constructie onderdelen is de brandwerendheid te realiseren door de dekking op de wapening aan te brengen conform de eisen opgenomen in de NEN 6071 Rekenkundige bepalingen van de brandwerendheid van bouwdelen - Betonconstructies. Voor de stalen buiskolommen kan de brandwerendheid gerealiseerd worden door te vullen met gewapend beton (spramex). De stalen H-profielen en de onderzijde van de THQ liggers moeten brandwerend bekleed worden, waarbij gedacht kan worden aan brandwerende bekleding (Promatect of gelijkwaardig) of een brandwerende coatingsysteem (Multifire Systeem S van de firma NVM Products of gelijkwaardig). De staalconstructie voor het dak heeft geen eis voor brandwerendheid indien er geen brandoverslag door het dak gewaarborgd dient te worden. PAG. 7

8 2.7 Voortschrijdende instorting In de praktijk stuit het ontwerpen ten aanzien van het voorkomen van voortschrijdende instorting op de nodige problemen. Er is geen eenduidige regelgeving in de normen, zodat er ruimte is voor interpretatieverschillen tussen de verschillende partijen ten aanzien van normteksten en de daarin gehanteerde definities. Ook zijn er geen algemeen aanvaarde rekenregels om aan te tonen dat een gebouw voldoende incasseringsvermogen heeft. Met name bij een onsamenhangende constructie, zoals gebouwen in geprefabriceerd beton, kunnen discussies ontstaan. Voor de hoofddraagconstructie van dit project is de Eurocode 1 van toepassing (NEN-EN , inclusief nationale bijlage). In deze norm komen aspecten als voortschrijdende instortingen en incasseringsvermogen van bouwconstructies aan de orde. In de ontwerpnorm wordt onderscheid gemaakt tussen bekende en onbekende oorzaken van bijzondere belastingen. De benaderingswijze van het ontwerpen voor bijzondere belastingen is schematisch weergegeven in onderstaande figuur. bijzondere ontwerpsituatie (om onevenredig grote schade ten gevolge van een bijzondere belasting te voorkomen) bekende oorzaken onbekende oorzaken - explosies - aanrijdingen bijzondere belastingen lokaal bezwijken ontwerpstrategiën - voorkomen of reduceren van het belastingseffect - ontwerp van constructie op het belastingseffect ontwerpstrategiën - het vervaadigen van een constructie met een tweede draagweg - het ontwerpen van key-elements op denkbeeldige bijzondere belasting - detailleringsregels ten behoeve van samenhang en ductiel gedrag Het gebouw wordt ingedeeld in gevolgklasse 2a (consequences classes). Waarbij met de uitwerking rekening gehouden dient te worden met constructies met kolommen en dragende wanden. Tabel A.1 Indeling van gevolgklassen Gevolgklasse Voorbeeld van indeling van soorten gebouwen en het gebruiksdoel 1 Woonhuizen van maximaal 4 bouwlagen. Gebouwen met agrarische bestemming. PAG. 8

9 Gebouwen waarin zich niet veel personen ophouden, mits geen enkel deel van het gebouw zich dichter dan een afstand van 1 ½ maal de gebouwhoogte bij een ander gebouw, of een gebied waar zich wel personen ophouden, bevindt. 2a Risicogroep laag Woonhuizen van 5 bouwlagen. Hotels van maximaal 4 bouwlagen. Flats, appartementen en andere woongebouwen van maximaal 4 bouwlagen. Kantoren van maximaal 4 bouwlagen. Industriële gebouwen van maximaal 3 bouwlagen. Winkels van maximaal 3 bouwlagen met een vloeroppervlakte kleiner dan m 2 per bouwlaag. Onderwijsgebouwen van één bouwlaag. Alle openbare gebouwen van maximaal twee bouwlagen en met vloeroppervlakten van niet meer dan m 2 per bouwlaag. 2b Risicogroep hoog Hotels, flats, appartementen en andere woongebouwen van meer dan 4 bouwlagen, maar van maximaal 15 bouwlagen. Onderwijsgebouwen van meer dan één bouwlaag maar van maximaal 15 bouwlagen. Winkels van meer dan 3 bouwlagen, maar van maximaal 15 bouwlagen. Ziekenhuizen van maximaal 3 bouwlagen. Kantoren van meer dan 4 bouwlagen, maar van maximaal 15 bouwlagen. Alle openbare gebouwen met vloeroppervlakten van meer dan m 2 maar van niet meer dan m 2 per bouwlaag. Parkeergarages van maximaal 6 bouwlagen. 3 Alle gebouwen hierboven vermeld als gevolgklasse 2 laag en hoog, die buiten de grenzen van oppervlakte of aantal bouwlagen vallen. Alle gebouwen waarin publiek in grote aantallen is toegelaten. Stadions voor meer dan toeschouwers Gebouwen met gevaarlijke stoffen en/of processen PAG. 9

10 2.8 Duurzaam construeren IMd hanteert vijf principes voor het ontwerp van een duurzame constructie 1. Ontwerp op de levensduur van gebouwen. Een langere levensduur is te behalen door rekening te houden met toekomstige gebruiker van het gebouw (extra verdiepingen, dicht leggen van vides etc.). Uiteraard speelt de mate van flexibiliteit hierbij een belangrijke rol (kolommen i.p.v. dragende wanden). 2. Beperk het materiaalgebruik. Verbruik zo min mogelijk materiaal. Een tussenkolom op een logische plaats bespaart vloerdikte. 3. Gebruik duurzame materialen. Naast de herbruikbaarheid van materialen (zogenaamde nulmaterialen) spelen de schaduwkosten van het gebruikte materiaal een belangrijke afweging voor de duurzaamheid. 4. Houd rekening met de milieu-impact van (bouw)logistiek en transport Gedurende het constructief ontwerp dient met rekening te houden met de bouwmethodiek en benodigde tijdelijke voorzieningen. Het voorkomen van tijdelijke voorzieningen door een goed constructief ontwerp heeft positieve invloed op de milieu-impact van (bouw)logistiek en transport 5. Gebruik de constructie voor meer dan alleen dragen Dubbelgebruik van constructie elementen is altijd aan te bevelen, zo kan de benodigde betonconstructie bijdrage in het comfort van het gebouw (betonkernactivering). In hoofdstuk 3 (Beschrijving constructie) is omschreven hoe de bovenstaande aspecten zijn opgenomen in het ontwerp. PAG. 10

11 2.10 Belendingen Bij binnenstedelijke projecten welke ingeklemd zitten tussen belendende panden zal in het werk de maatvoering te gecontroleerd moeten worden. Dit kan tot aanpassingen leiden in het ontwerp. Het is niet ondenkbaar dat sprake is van mandelige wanden of andere zaken welke pas aan het licht komen tijdens de sloopwerkzaamheden. De belendingen staan hoogstwaarschijnlijk op staal gefundeerd. Dergelijke funderingen kunnen kwetsbaar zijn voor trillingen. Derhalve is in het ontwerp gekozen permanente damwanden welke de grond ingedrukt worden (niet trillen). Voor de funderingspalen is gekozen voor een trillingsarm/-vrij grondverdringend boorsysteem. Hierdoor kunnen de trillingen bij de bouwwerkzaamheden beperkt worden. Het verdient aanbeveling rekening te houden met het plaatsen van trillingsmeters en de belendingen te monitoren. Voor het uitwerken van de bouwput en palenplan adviseert IMd om direct na de sloop werkzaamheden een opname uit te voeren naar de funderingsconstructie van de belendingen Te behouden gevels De gevel van het pand Haarlemmerstraat 111 wordt opnieuw opgebouwd. Vanwege de vereiste verdiepingshoogte zal de vloerrand t.o.v. de voorgevel terug liggen zodat deze niet in het zicht komt. Via extra stalen liggers wordt deze raveling opgevangen. Ook de gevel aan de Stille Rijn nummer 8 en 9 wordt opnieuw geconstrueerd. Hierdoor ontstaat in het plan een split level welke aansluit op de gevelverdeling Roltrap-/trapsparingen Op de bouwkundige tekeningen zijn mogelijke posities van de roltrap en trappen aangegeven. De exacte positie wordt in een later stadium vastgesteld Vides Bij het ontwerp wordt er t.b.v. flexibiliteit van toekomstige gebruikers rekening mee gehouden dat de vide aan de Haarlemmerstraat in de toekomst dichtgelegd kan worden met een houten vloer Bouwlogistiek Bij de logistiek zal rekening gehouden moeten worden met het binnenstedelijke karakter waardoor er beperkingen kunnen zijn t.a.v. het transport (afmetingen, tijden) en opslag van goederen. PAG. 11

12 3 Beschrijving constructie Voor de nieuwbouw is een constructief ontwerp gemaakt, die in dit hoofdstuk wordt beschreven. Conform de opdracht wordt het project van grof naar fijn uitgewerkt, concreet houdt dit in dat in het voorlopig ontwerp de profielen en afmetingen worden aangegeven welke zijn gebaseerd op ontwerpberekeningen. In het definitief ontwerp wordt de constructie verder afgestemd op het bouwkundige plan, waarbij ontwerpberekeningen gedetailleerder worden uitgewerkt ter controle van de eerder aangegeven profielen en afmetingen en ten behoeve van de uitwerking van het tekenwerk tot digitale tekeningen. Het plan wordt in het bestek verder uitgewerkt waarbij op de bouwkundige tekeningen de voorzieningen t.b.v. bouwkundige constructies (bijvoorbeeld gevels, trappen, balusters e.d.) worden aangegeven een en ander ten behoeve van de prijsvorming door de aannemer(s) en het contract tussen opdrachtgever en aannemer. De werkfase dient voor de uitwerking naar vorm- en wapeningstekeningen waarbij de vormtekeningen de maatvoering van de hoofddraagconstructie geven en de wapeningstekening alleen voor de wapening gebruikt dient te worden. 3.1 Casco winkel Het casco van de winkel is opgebouwd uit geïntegreerde stalen hoedliggers met kanaalplaatvloeren. De liggers spannen in dwarsrichting en fungeren tevens als stabiliteitsportalen. De kolommen staan terug ten opzichte van de winkelscheidende wand. Er is in het ontwerp overwogen om de winkelscheidende? wanden dragend uit te voeren. Dit heeft echter als consequentie dat het grootste deel van de belasting afgedragen wordt naast de belending. Hierdoor zijn er veel en zware funderingsconstructies nodig, Bovendien kan de stabiliteit niet eenvoudig worden gerealiseerd. Doordat de vloeren aan de zijde van de Stille Rijn aansluiten bij de gevel welke gehandhaafd wordt, en er de wens is om aan de zijde van de Haarlemmersraat een verdiepingshoogte van 4,5 meter te realiseren, is er een split-level aanwezig in het project. Door deze split level toe te voegen ontstaat bij het deel aan de Haarlemmerstraat een vrije hoogte van ongeveer 4 meter, waardoor het pand flexibel is voor eventuele toekomstige functiewijzigingen. De split level wordt op de verdiepingen uitgevoerd als prefab betontrappen, op de begane grond wordt deze uitgetimmerd. Aan de zijde van de Stille Rijn is er vanwege de geringere hoogte nog een extra tussenverdieping aanwezig. Om aan de sluiten bij het gevarieerde binnenstedelijke daklandschap, is er in het ontwerp bij elk van de oorspronkelijke panden een losstaande dakconstructie ontworpen. Deze is ontworpen in met stalen spanten en houten dakdozen. PAG. 12

13 3.2 Kelder Onder het plan wordt er een kelder gerealiseerd. De wanden sluiten aan op de aanwezige kolomstructuur en liggen op ca. 1,5 meter afstand van de belending. De kelderwanden worden tegen de damwand gestort en waterdicht uitgevoerd. Vanwege de damwand kunnen de palen niet rechtstreeks onder de kelderwand staan. Hierdoor zullen in de keldervloer dompbalken nodig zijn om de belasting uit de kelderwanden af te dragen naar de paalfundering. 3.3 Bouwput Om de kelder te kunnen uitvoeren is een bouwput nodig. Gezien de belendingen wordt uitgegaan van damwanden die gedrukt worden ingebracht tot in de waterafsluitende laag. Na het plaatsen van de damwand, maar voor het ontgraven van de bouwput dienen de palen te worden gemaakt. Uitgangspunt is een grond-verdringend geboorde paalsysteem, type DPA palen. Vervolgens wordt het stempelraam aangebracht en wordt ontgraven. De keldervloer wordt tegen de damwand gestort zodat deze de stempelfunctie kan overnemen van het stempelraam. Het stempelraam kan pas worden verwijderd nadat de kelderwanden en de begane grondvloer is aangebracht. Bij het ontwerp van de bouwput en stempelraam zal hiermee rekening moeten worden gehouden. Nadat de begane grondvloer gereed is kan de bemaling worden beëindigd. 3.4 Fundering Gezien de grondopbouw in komt alleen een fundering op palen in aanmerking. Vanwege de belendingen, welke mogelijk op staal staan, is een trillingsvrij grondverdringend paalsysteem type DPA ontworpen. Doordat de palen bij de kelderwanden op korte afstand staan van de damwand, zullen er momenten in de paal optreden t.g.v. de vervorming van de damwand. Daarnaast zullen onder de keldervloer trekpalen worden toegepast. 3.5 Stabiliteit Bij binnenstedelijke projecten is stabiliteit vaak een lastige kwestie. De oorspronkelijke dwarswanden zijn verdwenen en panden ontlenen hun stabiliteit aan belendende panden. T.b.v. optimale flexibiliteit t.a.v. de indeelbaarheid wordt in de dwarsrichting ongeschoorde raamwerken toegepast (portalen). Ter plaatse van de split level is het portaal ook deels geschoord met stabiliteitsverbanden. In de langsrichting van het pand wordt in de winkelscheidende wanden wind verbanden toegepast PAG. 13

14 3.6 2 e draagweg Oplossingen, strategie, eurocode stufib rapport 8. Gezien het type constructie zullen geen extra voorzieningen nodig zijn. 3.7 Stabiliteit vloerschijven Ten behoeve van de stabiliteit van het gebouw dienen naast de diverse verticale verbanden als hierboven besproken ook de afdracht van de horizontale krachten naar de verticale verbanden te worden gewaarborgd. Hiervoor dienen de vloeren uitgevoerd te worden als een schijf. Door toepassing van gewapende druklagen worden de prefab vloeren tot een schijf gemaakt. Door koppeling aan de stalen liggers worden de trekbanden verbonden met de vloeren en kunnen stabiliteitskrachten worden ingeleid. 3.8 Torsie liggers De stalen geïntegreerde liggers zijn berekend zonder torsie door excentrische oplegging van vloeren op randbalken. Dit betekent dat de detaillering van de vloeropleggingen en de koppelingen tussen vloer en ligger zo uitgevoerd dienen te worden dat geen torsie in de liggers komt. Uiteraard dient ook bij de detaillering van kolom en liggers beschouwd te worden hoe torsie wordt voorkomen. 3.9 Duurzame constructie Vanuit de vijf principes voor duurzaam construeren zijn de volgende aspecten in het constructief ontwerp opgenomen. - Door toepassen van ongeschoorde raamwerken in de dwarsrichting is er een maximale indelingsvrijheid gerealiseerd in de winkelruimte - Door de grote vrije hoogte aan de zijde van de Haarlemmerstraat is er grote vrijheid t.b.v. toekomstige functiewijzigingen - Er wordt rekening gehouden met het eventueel dichtleggen van de vide aan de Haarlemmerstaat 3.10 Inventarisatie projectgebonden risico s t.b.v. V&G plan Het plan bevindt zich in een binnenstedelijke omgeving waar de ruimte voor de bouwplaats per definitie beperkt is en de werkzaamheden moeten plaatsvinden tussen de voetgangersstromen. Tevens zullen er hijsbewegingen zijn boven belendingen en openbare ruimte. PAG. 14

15 3.11 Specifieke uitvoeringsaspecten Naast de algemene uitvoeringsaspecten zijn bij dit project specifieke uitvoeringaspecten van toepassing welke hieronder worden toegelicht. De fundering van de belendingen is hoogstwaarschijnlijk op staal gefundeerd. Deze funderingen zijn gevoelig voor zettingen van de ondergrond. Het is verstandig na de sloopwerkzaamheden een opname uit te voeren naar de fundatie van de belendende percelen. Tevens adviseert IMd om tijdens de bouwwerkzaamheden de belendingen te monitoren met het oog op zettingen en trillingen. De stalen geïntegreerde liggers zijn niet berekend op torsie, dit betekent dat in de uitvoering de kanaalplaten gelijkmatig neergelegd moeten worden dus om en om aan beide zijden van de liggers zodat deze niet excentrisch wordt belast. De bemaling van de bouwput kan pas worden uitgezet na het realiseren van de begane grondvloer i.v.m. het opdrijven van de kelderbak en beperking van de hiervoor benodigde voorzieningen. PAG. 15

16 3.12 Aandachtspunten constructie voor uitwerking bestek Bij de verdere uitwerking van het constructief ontwerp moeten onder andere de volgende aandachtspunten meegenomen worden: - Afronding gewichts- en stabiliteitsberekening - De sparingen voor de roltrap en trappen van de huurder zijn vooralsnog niet bekend. Er wordt vanuit gegaan dat deze worden ingepast op het huidige stramien en de constructieve draaglijnen niet doorsneden worden. - controle constructie afmetingen en betonkwaliteit; - (definitieve) plaatsing bouwkundige schachten; - Afstemmen gevelontwerp op vloerconstructie, adviezen t.b.v. bouwkundige constructies. - constructief ontwerp afstemmen op gekozen bouwputmethodiek; - Bouwput t.b.v. kelder (principes, definitieve uitwerking door aannemer) - Belendingen tijdelijke voorzieningen nodig? - Afstemmen installaties op daken - PAG. 16

17 4 Belastingen In dit hoofdstuk worden de aangehouden belastingen voor het ontwerp van de hoofddraagconstructie vastgelegd, onderverdeeld in de permanente en veranderlijke belasting. Het gewicht van de scheidingswanden uitgevoerd in metselwerk zijn hierin niet opgenomen, deze laatste moeten volgens de tekeningen van de architect in rekening worden gebracht. Voor de minimale belastingen op de verschillende constructieonderdelen wordt uitgegaan van de Nederlandse norm NEN 6702 Belastingen en Vervormingen. Per onderdeel wordt de geadviseerde toelaatbare belasting aangegeven. 4.1 Scheidingswanden Vooralsnog is ervan uitgegaan dat de niet-dragende winkelscheidende wanden in licht steenachtig materiaal worden uitgevoerd. Deze belastingen wordt met een vlaklast van 1,2 kn/m 2 in rekening gebracht. 4.2 Vloerbelastingen Vloer kelder Niveau -1 Dikte (mm) permanent p pb (kn/m 2 ) Gestorte betonvloer 300 7,2 Afwerkvloer (70 mm zandcement) 100 1,4 Scheidingswanden 1,2 Overig 0,5 veranderlijk p vb (kn/m 2 ) mom. factor Totaal 10,3 4,0 0,25 Ψ Vloer begane grond Niveau 0 Dikte (mm) permanent p pb (kn/m 2 ) Geïsoleerde kanaalplaat 200 3,0 Druklaag 50 1,2 Afwerking (70 mm zandcement) 100 mm 100 1,4 Scheidingswanden 1,2 Overig / installatie 0,2 veranderlijk p vb (kn/m 2 ) mom. factor Totaal 7,0 4,0 0,25 Ψ PAG. 17

18 Vloer begane grond Niveau 0 Dikte (mm) permanent p pb (kn/m 2 ) Breedplaat 300 7,2 Afwerking (70 mm zandcement) 100 mm 100 1,4 Scheidingswanden 1,2 Overig / installatie 0,2 veranderlijk p vb (kn/m 2 ) mom. factor Totaal 10,0 4,0 0,25 Ψ Vloer verdieping Niveau 1, en 2 Dikte (mm) permanent p pb (kn/m 2 ) Kanaalplaat 260 3,8 Druklaag 50 1,2 Afwerking (70 mm zandcement) 100 mm 100 1,4 Scheidingswanden 1,2 Overig / installatie 0,2 veranderlijk p vb (kn/m 2 ) mom. factor Totaal 7,8 4,0 0,25 Ψ Techniekruimte Niveau 2 Dikte (mm) permanent p pb (kn/m 2 ) veranderlijk p vb (kn/m 2 ) mom. factor Ψ Kanaalplaat 260 3,8 Druklaag 50 1,2 Afwerking (70 mm zandcement) 100 mm 100 1,4 Overig / installatie 0,2 Totaal 6,6 4,0 1,00 Platdak Niveau 3 Dikte (mm) permanent p pb (kn/m2) Balklaag 0,25 Dakafwerking 0,25 Plafond 0,25 Overig / installatie 0,15 veranderlijk p vb (kn/m2) mom. factor Totaal 0,90 1,0 0,0 Ψ PAG. 18

19 Pannendak (helling ca. 60 graden) mom. Dikte permanent veranderlijk Niveau 3 factor (mm) p pb (kn/m2) p vb (kn/m2) Ψ Dakdozen 0,25 Dakafwerking dakpannen 0,40 Totaal 0,65 0,0(*) 0,0 (*) vanwege helling is er geen belasting door sneeuw, personen e.d. Voor windbelasting die paragraaf 4.4. Bij de berekening van de constructieonderdelen dient rekening te worden gehouden met lokaal hogere veranderlijke belastingen bij bijvoorbeeld sneeuwophoping op het dak. PAG. 19

20 4.3 Gevels Voor de belastingen van niet-dragende gevels wordt aangehouden: Metselwerk 100 mm 2,0 kn/m 2 HSB binnenbladen 0,5 kn/m Windbelasting Voor de windbelasting gelden de volgende uitgangspunten: Windgebied II, bebouwd Maximale hoogte boven maaiveld h = 14,5 m p rep = C dim x C index x C eq x Φ 1 x p w p w = 0,78 kn/m2 Ψ = 0 (Ψ = 0,2 bij brand) Φ 1 = 1,0 C eq = 1,0 C index = factoren voor druk / zuiging / wrijving, te bepalen volgens NEN 6702 C dim = 0,95 De wrijvingsfactor voor het dak is op 0,04 gesteld. Per gebouwdeel en windrichting gelden andere eisen te bepalen volgens NEN 6702, bijlage A2. Factoren te rekenen op gevels en luifels volgens NEN 6702 De gevels overspannen van vloer naar vloer. De gevelkolommen zullen dus niet lokaal door wind worden belast. PAG. 20

21 4.5 Overige belastingen De volgende overige belastingen worden hieronder voor dit project apart toegelicht (conform NEN 6702): 1. Botsing door voertuigen 2. Belasting op hekwerken/ balusters e.d. 3. Wateraccumulatie Ad 1: De Haarlemmerstraat en Stille Rijn worden gebruikt als bevoorradingsroute voor de winkels. Uitgangspunt is dat de vrachtwagens maximaal 15 km/h rijden. De kolommen in deze gevels zullen worden gecontroleerd op een botsbelasting van 350 kn op 1,0 meter hoogte. Ad 2: De balusters t.p.v. hoogteverschillen worden bij dit project berekend op een belasting van 0,8 kn/m 1, hetgeen conform de norm is. Ad 3: De daken worden grotendeels uitgevoerd als hellende daken. Deze wateren af op diverse platte daken. Deze daken zullen voorzien moeten worden van voldoende noodoverstorten, zodat er geen wateraccumulatie op zal treden. PAG. 21

22 5 Indicatie wapeningshoeveelheden In onderstaande tabel zijn de indicatieve wapeningshoeveelheden voor de betonconstructie weergegeven op basis van inschatting en ervaringen bij soortgelijke projecten. Er zijn nog geen wapeningsberekeningen uitgevoerd. Wapeningshoeveelheden worden normaal gesproken pas in de besteksfase aangeleverd, aangezien de berekeningen waaruit deze wapeningshoeveelheden volgen dan ook gemaakt zijn. Bij de verdere uitwerking van het project is het pas mogelijk om exactere wapeningshoeveelheden op te geven. De hoeveelheid wapeningsstaal ter indicatie voor de kostenraming Poeren 150 kg/m 3 Funderingsbalken 100 kg/m 3 (lift)putvloeren en wanden 120 kg/m 3 Keldervloer en -wanden 150 kg/m 3 Overige vloeren 90 kg/m 3 Wapening druklaag kanaalplaatvloeren Kruisnet minimaal Ø Rondom 2 Ø 12 Opgegeven wapening is exclusief knipverliezen en hulpstaal en is gebaseerd op de opgegeven afmetingen (diameters) en het daarbij behorende theoretische gewicht. Voor de gehanteerde betonafmetingen zie bijlage in dit rapport met principe theoretische betonafmetingen ten behoeve van geschatte wapeningshoeveelheden Het gebruik van stekkenplanken, stekankers, stekken of doorkoppelingen in wapeningsstaven t.g.v. stortnaden is niet opgenomen in bovengenoemde hoeveelheden. PAG. 22

23 BIJLAGE I: Tabel t.b.v. bepaling afmeting spuwers In onderstaande tabellen zijn de minimale afmetingen van spuwers aangegeven voor respectievelijk brievenbus sparingen en ronde sparingen. Op basis van de waterhoogte en het dakoppervlak welke afwatert op de spuwer is de breedte van de spuwer te herleiden uit de tabel. Brievenbus spuwers. Benodigde breedte af te lezen na invullen hoogte water (dnd) en dakoppervlak (A) bi benodigd: dnd \ A PAG. i

24 Ronde steekafvoer di benodigd: dnd \ A Uitgangspunten: d i / b i in millimeters d nd in millimeters A (oppervlak dak) in vierkante meters Bovenstaande tabellen zijn gebaseerd op wijzigingsblad A NEN Voor de waarde van h nd is uitgegaan van 40mm. PAG. ii

25 BIJLAGE II: Demarcatielijst werkzaamheden IMd aannemer Algemeen IMd Aannemer Gewichts-, stabiliteit- en hoofd berekeningen Indienen van ber. en tek. constructieonderdelen Controle van de door aannemer vervaardigde constructieve stukken conform de RVOI / DNR Coördinatie van door aannemer te leveren berekeningen en tekeningen Werkplannen Aanlevering van tekeningenbehoefte schema's Fundering IMd Aannemer Palenplan (incl. inheiniveau en afhakhoogte) Bepaling paallengte obv palenplan Paaltekening Paalberekening Paalafwijkingen (inmeten en verwerken op tekening) Paalafwijkingen (verwerken constructieve consequenties) Bouwput IMd Aannemer Coördinatie oriënterend damwandadvies Coördinatie oriënterend bemalingsadvies Plan van aanpak Bouwputtekening en (detail)berekening Uitwerking stempelraam Bemalingsadvies PAG. iii

26 Beton constructie IMd Aannemer In het werk gestort beton Vormtekeningen Wapeningstekeningen en -berekeningen Sparingstekeningen Nettentekeningen Prefab beton Vormtekeningen (bestekstekeningen) Principe details Hoofdberekeningen uitwendige krachten (besteksberekening) Berekening tweede draagweg Overzichtstekeningen Vormtekeningen Wapeningstekeningen (elementen en druklagen) Wapeningsberekening (elementen en druklagen) Aansluitingen prefab onderdelen onderling Uitwerkingen verbindingen aan overige constructie Staal constructie IMd Aannemer Skelet Overzichtstekeningen (bestekstekeningen) Principe details Hoofd berekening (besteksberekening) Werk(productie)tekeningen Berekeningen details Tekeningen details Berekening montage stadium Tekeningen montage stadium PAG. iv

27 Dragend metselwerk IMd Aannemer Gewicht-, stabiliteit-, en hoofdberekeningen Overzichtstekening / schema's (bestekstekeningen) Werktekeningen Detailberekeningen PAG. v

28 PAG. vi