ECLI:NL:RBNHO:2015:3265
|
|
- Hanne de Meyer
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 ECLI:NL:RBNHO:2015:3265 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer C/15/ / HA ZA Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Bodemzaak Eerste aanleg - meervoudig De kern van het geschil tussen partijen betreft de vraag of de bank haar (bijzondere) zorgplicht jegens eiser heeft geschonden door eiser onjuist of onvolledig te informeren over de Renteswap en Supercollar en de daaraan verbonden risico s op het moment dat de marktrente daalt in plaats van stijgt, welke risico s zich thans hebben verwezenlijkt. De bank heeft voordat eiser de Renteswap is aangegaan eiser bij reeds genoemde brief van 5 juni 2007 uitdrukkelijk voorgehouden dat hij met de Renteswap niet van een eventuele rentedaling zou profiteren en dat, indien eiser verwachtte dat de markrente zou dalen, het niet verstandig zou zijn het renterisico te fixeren middels een renteruil. Ook bij de Supercollar heeft de bank eiser voordat eiser deze is aangegaan er bij brief van 15 januari 2008 nadrukkelijk op gewezen dat eiser niet onbeperkt profiteert van een rentedaling en dat, zodra de markrente lager of gelijk is aan 3,15%, de rentelasten niet langer slechts de Rentefloor, maar alsnog 5,00 % exclusief debiteurenopslag bedragen. Aldus valt niet in te zien dat de bank eiser onvoldoende of onjuist heeft geïnformeerd over vorenbedoelde risico s van de Renteswap en Supercollar en al helemaal niet op het punt waar eiser zich in de kern over beklagen, namelijk dat de marktrente is gedaald en dat eiser daar niet (meer) van profiteert Vindplaatsen Rechtspraak.nl NTHR 2015, afl. 4, p. 207 Uitspraak vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling privaatrecht Sectie Handel & Insolventie
2 zaaknummer / rolnummer: C/15/ / HA ZA Vonnis van 15 april 2015 in de zaak van 1 [eiser], wonende te Castricum, 2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [eiser] BEHEER B.V., statutair gevestigd te Limmen en kantoorhoudende te Castricum, eisers, advocaat: mr. M. van Schoonhoven, de coöperatie COÖPERATIEVE RABOBANK IJMOND U.A., statutair gevestigd te Beverwijk en kantoorhoudende te Velserbroek, gemeente Velsen, gedaagde, advocaat: mr. D.F. Lunsingh Scheurleer. Partijen zullen hierna [eiser] c.s. (afzonderlijk [eiser] en [eiser] Beheer) en Rabobank worden genoemd. 1 De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - het tussenvonnis van 24 september 2014; - het proces-verbaal van comparitie van 2 maart 2015, waaruit blijkt dat [eiser] c.s. hebben verzocht na de comparitie te worden toegestaan (nogmaals) een akte wijziging van eis te nemen en dat dit verzoek door de rechtbank is afgewezen Ten slotte is vonnis bepaald. 2 De feiten 2.1. [eiser] is actief in de metaalindustrie en is (voormalig) bestuurder van een aantal vennootschappen, waaronder [eiser] Beheer. [eiser] c.s. bankieren sinds 2004 bij Rabobank.
3 2.2. Bij brief van 15 juli 2004 heeft Rabobank [eiser] een financieringsvoorstel doen toekomen voor een lening van in totaal ,00 ten behoeve van (onder meer) [eiser] Beheer. [eiser] heeft dit voorstel als bestuurder van (onder meer) [eiser] Beheer ondertekend. In het financieringsvoorstel staat onder meer: Met genoegen doe ik u hierbij het financieringsvoorstel toekomen inzake uw financieringsaanvraag ad EUR ,-- voor de financiering van de overname van de faciliteiten bij de ABN-Amro Bank N.V. alsmede ter herfinanciering van de bestaande kredietlijnen bij onze bank en ter uitbreiding en financiering van het werkkapitaal. Dit voorstel is gebaseerd op onze eerder gevoerde gesprekken Op 22 september 2004 hebben Rabobank en [eiser] Beheer met het oog op de verstrekte geldleningen een Overeenkomst Financiële Derivaten gesloten. [eiser] heeft deze overeenkomst als bestuurder van [eiser] Beheer ondertekend. In de overeenkomst is, voor zover hier relevant, bepaald: In aanmerking nemende 1. dat partijen willen voorzien in een Overeenkomst voor het geval zij één of meerdere Transacties, zoals gedefinieerd in de Algemene Voorwaarden voor Financiële Derivaten van de Rabobank zijn overeengekomen of wellicht in de toekomst zullen overeenkomen; 2.4. Vervolgens is [eiser] Beheer op 29 september 2004 een rentecap aangegaan ter afdekking van de renterisico s van de variabelrentende geldleningen. De rentecap is aangegaan voor de duur van vijf jaar met ingang van 1 oktober 2004 (en eindigend op 1 oktober 2009), met een nominaal bedrag van ,00 en een renteplafond van 4,5%. [eiser] heeft de schriftelijke bevestiging van de rentecap van 4 oktober 2004 namens [eiser] Beheer ondertekend. In de bevestiging staat onder meer: Door middel van deze Transactie wordt, op de hierin nader aangegeven wijze, het risico uitgewisseld dat de Variabele Rente hoger is dan het Cap Niveau Bij brief van 6 juni 2006 heeft Rabobank een voorstel gedaan voor een door [eiser] aangevraagde geldlening van ,00 ter financiering van een nieuw te bouwen pand aan [adres1]. In het financieringsvoorstel staat onder meer: Voor de rente biedt de bank de volgende opties aan: - Rabobank Roll-Over Lening : het 3-maands euribor tarief (de basiscomponent) verhoogd met een opslag van 1 %-punt - rente voor 5 jaar vast; thans 4,9% per jaar 2.6. [eiser] heeft het financieringsvoorstel op 13 juni 2006 ondertekend en heeft gekozen voor een vastrentende lening In het voorjaar van 2007 hebben Rabobank en [eiser] gesproken over een andere geldlening van ,00 voor de herfinanciering van de lening bij het PVF Pensioenfonds. Dit heeft geresulteerd in het financieringsvoorstel van Rabobank aan [eiser] van 13 september Bij renterisicomanagement brief aan [eiser] van 5 juni 2007 heeft Rabobank twee alternatieven gepresenteerd voor het afdekken van de renterisico s van de voornoemde lening van ,00. In de brief staat onder meer: U heeft aangegeven dat u verwacht dat de rentes nog verder kunnen gaan oplopen. U wenst zich nu al tegen een rentestijging te beschermen, maar wel te profiteren van een mogelijke (toekomstige) rentedaling. Alternatief 1: Interest Rate Swap
4 Een swap is in feite een ruil tussen een vaste rente en een variabele rente. De ene partij betaalt gedurende de looptijd van de swap een vaste rente aan de andere partij. De tegenpartij betaalt als tegenprestatie de variabele (Euribor) rente. Voordeel: U bent volledig beschermd tegen een rentestijging Nadeel: U profiteert niet van een eventuele rentedaling. Rentevisie: Indien u verwacht dat de geldmarktrente kortstondig verder zal stijgen en daarna gaat dalen, zou het niet verstandig zijn om uw renterisico te fixeren middels een renteruil. Alternatief 2: Winstdelend Renteplafond (participating cap) Het winstdelende renteplafond is een combinatie van een vaste rente en een variabele rente. U profiteert voor een deel van het verschil tussen de vaste rente en de variabele rente. U betaalt echter nooit meer dan de vaste rente (exclusief debiteurenopslag) Op 6 juni 2007 is [eiser], al dan niet namens [eiser] Beheer, met het oog op het afsluiten van een van de voornoemde renteproducten een nieuwe Overeenkomst Financiële Derivaten (hierna: de OFD) aangegaan. In de OFD is, voor zover hier relevant, bepaald: 1.3 De Overeenkomst is van toepassing op alle Transacties en zij vervangt alle eerdere mondelinge en/of schriftelijke afspraken daaromtrent tussen partijen. 3.1 De Overeenkomst Financiële Derivaten vormt één geheel met alle Bevestigingen en alle afzonderlijke Transacties en de Overeenkomst Financiële Derivaten en alle Bevestigingen en alle Transacties vormen één enkel contract tussen partijen Op de OFD zijn (onder meer) de Algemene Voorwaarden Financiële Derivaten van Rabobank (hierna: de Algemene voorwaarden) van toepassing. In de Algemene voorwaarden is, voor zover hier relevant, bepaald: Gevolgen van Verzuim 11.5 Per de Vervroegde Vervaldag worden de onder de Opgezegde Transacties verschuldigde betalingsverplichtingen omgezet in een verplichting tot onmiddellijke betaling van het Afrekeningsbedrag. Afrekeningsbedrag 12.2 Indien het Afrekeningsbedrag een negatief getal is, zal de Bank dit per de Vervroegde Vervaldag aan de Klant verschuldigd zijn, en indien het Afrekeningsbedrag een positief getal is, zal de Klant dit per de Vervroegde Vervaldag aan de Bank verschuldigd zijn Het Afrekeningsbedrag is een redelijke tegemoetkoming voor de geleden schade, inclusief de gederfde winst, en is geen boete. Behoudens voor zover anderszins voortvloeit uit de Overeenkomst zullen partijen over en weer niet gerechtigd zijn tot enige verdere vergoeding van schade. Wijzigingen en beëindiging
5 15.5 Ieder der partijen heeft het recht de Overeenkomst schriftelijk aan de andere partij op te zeggen met inachtneming van een opzegtermijn van dertig (30) dagen. Beëindiging van de Overeenkomst heeft geen beëindiging van reeds gesloten Transacties tot gevolg. De bepalingen van de Overeenkomst blijven voor reeds gesloten Transacties van kracht tot die Transacties volledig zijn afgewikkeld In de Algemene voorwaarden is het begrip afrekeningsbedrag (hierna: het Afrekeningsbedrag) als volgt gedefinieerd: Afrekeningsbedrag: een bedrag gelijk aan (i) de som van de Eurowaarde van alle Verliezen, plus (ii) de som van de Eurowaarde van alle Onbetaalde Bedragen verschuldigd door de Klant aan de Bank, verminderd met (iii) de som van de Eurowaarde van alle Onbetaalde Bedragen verschuldigd door de Bank aan de Klant; Eveneens op 6 juni 2007 is [eiser], al dan niet namens [eiser] Beheer, een renteswap met Rabobank aangegaan ter afdekking van de renterisico s van de variabelrentende lening van ,00 met een rente van 4,8 % (hierna: de Renteswap). De Renteswap heeft een looptijd van 10 jaar met ingang van 1 oktober Medio 2009 is de Renteswap (alsnog) op naam van [eiser] gezet Rabobank heeft [eiser] op 6 juni 2007 een bevestiging van de Renteswap doen toekomen. Daarin staat onder meer: Werking van de Transactie Door middel van deze Transactie wordt, op de hierin nader aangegeven wijze, het renteprofiel met betrekking tot het Nominaal Bedrag gewijzigd van een vaste rente naar een variabele rente (of omgekeerd, al naar gelang u de Betaler Vaste Rente of de Betaler Variabele Rente bent). Nominaal Bedrag: EUR ,00 vaste rente Betaler Vaste Rente: de Klant Vaste Rente: 4,80000 % Vaste Rente Bedrag Berekening: Nominaal Bedrag voor de betreffende periode x Vaste Rente x ACT/360 variabele rente Betaler Variabele Rente: de Bank Variabele Rente: EUR-EURIBOR-TELERATE Variabele Rente Bedrag Berekening: Nominaal Bedrag voor de betreffende periode x Variabele Rente x ACT/ In december 2007 heeft [eiser] een nieuwe financieringsaanvraag gedaan in verband met de overdracht van het pand aan [adres2] van [eiser] Beheer naar [eiser] in privé. Rabobank heeft [eiser] daarop bij brief van 28 december 2007 een financieringsvoorstel doen toekomen voor twee variabelrentende geldleningen van in totaal ,00. [eiser] heeft het financieringsvoorstel ondertekend Op 15 januari 2008 heeft tussen [eiser] en Rabobank een gesprek plaatsgevonden over het afdekken van de renterisico s op de voornoemde variabelrentende geldleningen. Tijdens dit gesprek heeft Rabobank wederom een voorstel renterisicomanagement aan [eiser] voorgelegd. In het voorstel staat onder meer: Wij hebben het genoegen u een voorstel te presenteren, namens Rabobank IJmond-Noord, voor het afdekken van renterisico s.
6 Alternatief 1 Interest Rate Swap De ene partij betaalt gedurende de looptijd van de swap een vaste rente aan de andere partij. De tegenpartij betaalt als tegenprestatie de variabele (Euribor) rente. Alternatief 2 Supercollar Het renterisico kunt u begrenzen door een bandbreedte te creëren met een plafond en een bodem waarbinnen de rente zich kan bewegen. Op deze wijze profiteert u van de voordelen van een variabele rente en weet u exact wat uw maximale en minimale rentelasten kunnen zijn. U kunt deze bandbreedte zien als een verzekering tegen een ongunstige rente ontwikkeling, waarbij u niet onbeperkt profiteert van een rentedaling. Uw rentelasten met supercollar voor 10 jaar zullen nimmer hoger zijn dan 5,00 % exclusief debiteurenopslag. Als de rente lager is, betaalt u deze lagere rente. Zodra de rente echter lager of gelijk is aan 3,15% bedragen uw rentelasten 5,00 % exclusief debiteurenopslag [eiser] heeft vervolgens gekozen voor het laatste alternatief en is met ingang van 1 februari 2008 een supercollar aangegaan voor de duur van 10 jaar (hierna: de Supercollar). De Supercollar kent een renteplafond van 5,00 % (hierna: de Rentecap) en een ondergrens van 3,1 % (hierna: de Rentefloor). Rabobank heeft de Supercollar op 15 januari 2008 schriftelijk bevestigd. In de bevestiging staat onder meer: Door middel van deze Transactie wordt, op de hierin nader aangegeven wijze, het risico uitgewisseld dat de Variabele Rente hoger is dan het Super Collar Cap Niveau of lager is dan het Super Collar Floor Niveau. Voorwaarden Nominaal Bedrag: EUR ,00 Verkoper: De Bank Koper: De Klant Super Collar Cap Niveau: 5,0000 % Super Collar Floor Niveau: 3,1000 % Variabele Rente: EUR-Euribor-Reuters Cap Bedrag te voldoen door Indien op één van de Herzieningsdata de Verkoper aan de Koper: Variabele Rente de Variabele Rente hoger is dan het Super Collar Cap Niveau, is een Cap Bedrag verschuldigd voor de volgende periode Floor Bedrag te voldoen door Indien op een van de Herzieningsdata De Koper aan de Verkoper: Variabele Rente de Variabele Rente gelijk is aan of lager is dan het Super Collar Floor Niveau, is een Floor Bedrag verschuldigd voor de volgende periode Sinds 31 december 2008 heeft Rabobank jaarlijks een Positie Overzicht Derivaten aan [eiser] doen toekomen, met daarin een overzicht van de actuele waarde van de Renteswap en Supercollar. Daarnaast heeft Rabobank [eiser] vanaf 1 oktober 2007 ieder kwartaal een vaststelling van de variabele Euribor-rente (hierna: de marktrente) toegestuurd wat betreft de Renteswap en vanaf 30 januari 2008 maandelijks wat betreft de Supercollar.
7 2.18. Na de ingangsdatum van de Renteswap en Supercollar is de marktrente gedaald tot een lager niveau dan de in de Renteswap en Supercollar overeengekomen rentetarieven. De Renteswap en Supercollar hebben hierdoor een negatieve marktwaarde ontwikkeld Naar aanleiding daarvan hebben [eiser] en Rabobank op verzoek van [eiser] op 21 april 2009 gesproken over de herstructurering van de Renteswap en Supercollar. Tijdens dat gesprek gaf [eiser] aan dat hij zijn rentelasten wenste te verlagen Naar aanleiding van dit gesprek heeft Rabobank op 6 mei 2009 opnieuw een voorstel renterisicomanagement aan [eiser] doen toekomen, waarin onder meer staat: Omdat de algehele renteverwachting was dat de kapitaalmarktrente verder zou kunnen gaan oplopen, heeft u gekozen voor zekerheid omtrent uw rentelasten. Daarom heeft u de volgende rentecontracten afgesloten: 1) Op een renteruil tot voor een bedrag van EUR ,00. 2) Op een 50 % winstdelende supercollar tot voor een bedrag van EUR ,00. Omdat met name de korte rente zo veel is gedaald, heeft u ons in ons gesprek aangegeven nader geïnformeerd te willen worden over de mogelijkheden om (deels) te kunnen profiteren van de lagere renteniveaus. Indien u een renteruil gaat afsluiten waarbij u een vaste rente gaat ontvangen en de variabele rente gaat betalen heeft u wel het renterisico geheel geopend. Dat betekent dat indien de euriborrente gaat stijgen u duurder uit zou kunnen zijn dan in de huidige situatie. U heeft in juni 2007 gekozen voor zekerheid over uw rentelasten In het voorstel heeft Rabobank twee alternatieven uitgewerkt om de rentelasten van [eiser] te verlagen. In het voorstel staat hierover: Alternatief 1: Afkopen bestaande Interest Rate Swaps: Teneinde aan uw wensen te kunnen voldoen, kan de reeds afgesloten Interest Rate Swap worden afgekocht. De huidige kapitaalmarktrente is beduidend lager dan het door u te betalen vaste rente percentage in de renteruil. Het verschil tussen deze renteniveaus (de negatieve marktwaarde) dient u dan te betalen. Na betaling van deze marktwaarde worden de Interest Rate Swaps beëindigd. Alternatief 2: Reduceren rentelasten: Als alternatief voor het afkopen kunt u ook een renteruil vast naar variabel afsluiten. Het voordeel hiervan is dat u uw rentelasten initieel verlaagt maar vervolgens eveneens het risico loopt van een stijgend euribor tarief. Conclusie Indien u een renteruil zou afsluiten waarbij u een vaste rente gaat ontvangen en de variabele rente gaat betalen heeft u wel het renterisico geheel geopend. Dat betekent dat indien de euriborrente gaat stijgen u duurder uit zou kunnen zijn dan in de huidige situatie. U heeft in juni 2007 gekozen voor zekerheid over uw rentelasten [eiser] heeft er voor gekozen de Renteswap en Supercollar ongewijzigd in stand te laten en heeft aldus geen gebruik gemaakt van de door Rabobank aangeboden alternatieven Bij brief van hun advocaat van 8 januari 2014 hebben [eiser] c.s. Rabobank aansprakelijk gesteld voor de door hen als gevolg van de Renteswap en Supercollar geleden schade. In dezelfde brief hebben [eiser] c.s. Rabobank in dit kader verzocht om een gesprek.
8 2.24. Het gesprek, dat heeft plaatsgevonden op 18 februari 2014, heeft niet tot overeenstemming tussen partijen geleid. 3 Het geschil 3.1. [eiser] c.s. vorderen (samengevat) na wijziging van eis bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad: I. Primair: 1. te verklaren voor recht dat Rabobank jegens [eiser] onrechtmatig heeft gehandeld door te handelen in strijd met de op haar rustende bijzondere zorgplicht jegens [eiser] bij het aangaan en tijdens de looptijd van de OFD, de Renteswap en de Supercollar; 2. Rabobank te veroordelen tot vergoeding van de schade van ,40 die [eiser] als gevolg van de schending van de bijzondere zorgplicht heeft geleden, te vermeerderen met de wettelijke rente; 3. (partiële) vernietiging van de Algemene voorwaarden, althans buitenwerkingstelling van de artikelen 11.5 en 15.5 van de Algemene voorwaarden; Subsidiair: 4. ontbinding van de OFD, de Renteswap en de Supercollar wegens tekortkoming in de nakoming door Rabobank van artikel 10.1 (c) van de Algemene voorwaarden wegens schending van haar bijzondere zorgplicht jegens [eiser] bij het aangaan van de OFD, de Renteswap en de Supercollar; 5. Rabobank te veroordelen tot vergoeding van de schade die [eiser] als gevolg van de schending van de bijzondere zorgplicht heeft geleden, ad ,40 vermeerderd met de wettelijke rente; Meer subsidiair: 6. vernietiging van de OFD, Renteswap en Supercollar wegens dwaling en betaling van ,40 zodat [eiser] wordt teruggebracht in de positie waarin hij zou verkeren indien hij voornoemde overeenkomsten niet zou zijn aangegaan, dan wel zodanige wijziging van voornoemde overeenkomsten dat de artikelen 11.5 en 12 van de Algemene voorwaarden buiten werking worden gesteld en [eiser] de overeenkomsten kan beëindigen zonder het Afrekeningsbedrag verschuldigd te zijn; 7. vernietiging dan wel buitenwerkingstelling van de OFD, Renteswap en Supercollar op grond van de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid, alsmede het terugbrengen van [eiser] in de situatie waarin hij had verkeerd als hij voornoemde overeenkomsten als gevolg van dwaling niet was aangegaan. II. Rabobank te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten, begroot op 6.775,00; III. Rabobank te veroordelen in de nakosten, begroot op 131,00; IV. Rabobank te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente [eiser] c.s. leggen aan hun vordering ten grondslag dat Rabobank onrechtmatig jegens [eiser] heeft gehandeld en subsidiair dat Rabobank toerekenbaar is toerekenbaar is tekortgeschoten in haar verplichtingen jegens [eiser], omdat zij heeft gehandeld in strijd met de op haar jegens [eiser] rustende (bijzondere) zorgplicht. Volgens [eiser] c.s. heeft Rabobank [eiser] gezien zijn beperkte kennis op het gebied van renteproducten bij het aangaan van de OFD, de Renteswap en Supercollar onjuist en onvolledig geïnformeerd over de werking en mogelijk negatieve gevolgen van deze transacties. [eiser] c.s. maken Rabobank de volgende verwijten: a. Rabobank heeft [eiser] onjuist geadviseerd dat de Renteswap en de Supercollar een vaste rente kenden, nu deze renteproducten feitelijk als variabele rente functioneren; b. Rabobank heeft [eiser] niet gewezen op (en heeft nagelaten zich er van te vergewissen dat [eiser] zich bewust was van) het risico dat hij als gevolg van de Renteswap en de Supercollar
9 meer rente zou moeten betalen in plaats van dat hij lagere rentekosten zou hebben; c. Rabobank heeft nagelaten te onderzoeken of de Renteswap en Supercollar voor [eiser] passend waren. Indien Rabobank [eiser] juist had ingelicht, dan was hij de Renteswap en de Supercollar niet aangegaan, aldus [eiser] c.s. Rabobank dient daarom de schade die [eiser] heeft geleden, bestaande uit de rentebedragen die hij voor de Renteswap en Supercollar heeft betaald, te vergoeden. Daarnaast stellen [eiser] c.s. dat een aantal bepalingen van de Algemene voorwaarden onredelijk bezwarend is en dient te worden vernietigd, dan wel buiten werking gesteld, zodat [eiser] de OFD, Renteswap en Supercollar kan beëindigen zonder het Afrekeningsbedrag verschuldigd te zijn Aan het meer subsidiaire onderdeel van de vordering leggen [eiser] c.s. ten grondslag dat [eiser] heeft gedwaald bij de totstandkoming van de OFD, de Renteswap en Supercollar. De dwaling dient in de gegeven omstandigheden aan Rabobank te worden toegerekend en daarnaast ook op grond van de redelijkheid en billijkheid niet voor rekening van [eiser] te blijven. Rabobank dient dan ook de door [eiser] als gevolg van de dwaling geleden schade te vergoeden, aldus [eiser] c.s Rabobank voert gemotiveerd verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser] c.s. in hun vorderingen, althans tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] c.s., althans tot matiging van de gevorderde schadevergoeding wegens eigen schuld van [eiser], onder veroordeling van [eiser] c.s., uitvoerbaar bij voorraad, in de proceskosten Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 4 De beoordeling De (bijzondere) zorgplicht 4.1. De kern van het geschil tussen partijen betreft de vraag of Rabobank haar (bijzondere) zorgplicht jegens [eiser] heeft geschonden door [eiser] onjuist of onvolledig te informeren over de Renteswap en Supercollar en de daaraan verbonden risico s op het moment dat de marktrente daalt in plaats van stijgt, welke risico s zich thans hebben verwezenlijkt [eiser] c.s. stellen dat Rabobank [eiser] bij het aangaan van de Renteswap en Supercollar er niet voor heeft gewaarschuwd dat deze renteproducten tot gevolg kunnen hebben dat [eiser] hogere rentebedragen betaalt dan in het geval hij geen gebruik zou hebben gemaakt van deze renteproducten. Ter betwisting hiervan voert Rabobank aan dat [eiser] te kennen had gegeven de renterisico s van zijn variabelrentende geldleningen te willen afdekken en dat Rabobank hem daartoe een aantal renteproducten heeft aangeboden. Volgens Rabobank heeft zij bij die gelegenheid de werking en de risico s van deze renteproducten uitgebreid aan [eiser] toegelicht. [eiser] heeft vervolgens bewust voor de Renteswap en Supercollar met de daaraan verbonden (voor- en) nadelen gekozen, aldus Rabobank Vast staat dat [eiser] en Rabobank medio 2007 (wederom) in overleg zijn getreden over de mogelijkheden voor [eiser] om de renterisico s van de verstrekte variabelrentende geldleningen af te dekken. Dat [eiser] in dit kader meer zekerheid wilde, vindt steun in de brief van Rabobank van 5 juni In deze brief, die [eiser] voor het aangaan van de renteproducten heeft ontvangen, staat immers dat [eiser] verwachtte dat de marktrente verder zou stijgen en dat hij zich tegen een rentestijging wenste te beschermen. Ook in de brief van Rabobank aan [eiser] van 6 mei 2009 wordt vermeld dat [eiser] in juni 2007 heeft gekozen voor zekerheid over de rentelasten en dat [eiser] renteproducten wilde afsluiten omdat de algehele renteverwachting was dat de kapitaalmarktrente verder zou kunnen gaan oplopen. Indien voornoemde brieven de wensen van [eiser] onjuist weergaven, had het op de weg van [eiser] gelegen Rabobank daar aanstonds op te
10 wijzen. [eiser] heeft echter in het geheel geen bezwaar tegen voormelde passages gemaakt. Dat [eiser] zoals hij ter comparitie heeft betoogd deze passages niet heeft gelezen, komt voor zijn rekening en risico Rabobank is vervolgens aan de wensen van [eiser] tegemoet gekomen en heeft, omdat ook zij destijds verwachtte dat de marktrente zou stijgen, [eiser] bij brieven van 5 juni 2007 en 15 januari 2008 onder meer de Renteswap en Supercollar aangeboden. Uit hoofde van de Renteswap betaalt [eiser] gedurende de looptijd daarvan een vaste rente van 4,8 %. Uit hoofde van de Supercollar betaalt [eiser] gedurende de looptijd daarvan maximaal de Rentecap van 5,0 %. Voor zowel de Renteswap als de Supercollar geldt dat Rabobank als tegenprestatie steeds de marktrente betaalt, ongeacht de hoogte daarvan. Aldus bieden de Renteswap en Supercollar bescherming tegen een stijgende marktrente en bieden deze producten, anders dan [eiser] c.s. stellen, niet een variabele, maar een vaste rente. Hieruit volgt dat beide renteproducten in het licht van de wensen van [eiser] (in beginsel) tegemoet kwamen aan hetgeen hij primair beoogde: de zekerheid dat hij in geen geval meer dan 4,8% resp 5% rente zou moeten betalen, welke zekerheid hij hierdoor verkreeg op een moment dat de marktrente (nog) een stijging liet zien Vast staat echter dat de marktrente nadien in plaats van gestegen aanzienlijk is gedaald. [eiser] c.s. stellen dat [eiser] niet op deze mogelijkheid en de daaraan verbonden nadelen is gewezen. Dit betoog faalt. Rabobank heeft voordat [eiser] de Renteswap is aangegaan [eiser] bij reeds genoemde brief van 5 juni 2007 uitdrukkelijk voorgehouden dat hij met de Renteswap niet van een eventuele rentedaling zou profiteren en dat, indien [eiser] verwachtte dat de markrente zou dalen, het niet verstandig zou zijn het renterisico te fixeren middels een renteruil. Ook bij de Supercollar heeft Rabobank [eiser] voordat [eiser] deze is aangegaan er bij brief van 15 januari 2008 nadrukkelijk op gewezen dat [eiser] niet onbeperkt profiteert van een rentedaling en dat, zodra de markrente lager of gelijk is aan 3,15%, de rentelasten niet langer slechts de Rentefloor, maar alsnog 5,00 % exclusief debiteurenopslag bedragen. Aldus valt niet in te zien dat Rabobank [eiser] onvoldoende of onjuist heeft geïnformeerd over vorenbedoelde risico s van de Renteswap en Supercollar en al helemaal niet op het punt waar [eiser] c.s. zich in de kern over beklagen, namelijk dat de marktrente is gedaald en dat [eiser] daar niet (meer) van profiteert [eiser] c.s. stellen nog dat [eiser] zich (desondanks) niet bewust was van voornoemde risico s (verbonden aan een aanzienlijke daling van de marktrente) en dat [eiser], als hij dat wel was geweest, in plaats van de Renteswap en Supercollar een variabelrentende lening zou zijn aangegaan. Ook dit betoog faalt, want het is niet aannemelijk: zoals hiervoor is gebleken, wilde [eiser] juist meer zekerheid omtrent het maximum van zijn rentelasten. Daarmee strookt niet de stelling dat [eiser] als alternatief voor de Renteswap en Supercollar een variabele rente zou hebben gekozen. Daarbij komt dat [eiser] c.s. ook in het verleden steeds vastrentende leningen zijn aangegaan, waaronder de lening bij Rabobank van 13 juni 2006 en zoals [eiser] c.s. niet hebben betwist de door Rabobank van andere banken overgenomen vastrentende leningen van [eiser] c.s Met Rabobank is de rechtbank van oordeel dat de nadelen die [eiser] thans als gevolg van de Renteswap en Supercollar ondervindt, zich ook hadden voorgedaan als [eiser] in plaats van de Renteswap en Supercollar had gekozen voor een lening met een vaste rente. Ook dan had [eiser] immers niet van een dalende marktrente geprofiteerd. Voor zover [eiser] c.s. bedoelen te betogen dat [eiser] door de Renteswap en Supercollar tevens nadeel ondervindt van de actuele negatieve waarde van deze renteproducten, geldt dat afgezien van het feit dat bij voortijdige beëindiging van een vastrentende lening eveneens een vergelijkbaar boetebedrag verschuldigd zal zijn - gesteld noch gebleken is dat een vroegtijdige beëindiging van de Renteswap en Supercollar aan de orde is, zodat dit nadeel zich thans nog niet heeft verwezenlijkt en dan ook niet voor vergoeding in aanmerking kan komen.
11 4.8. De omstandigheid dat achteraf bezien een variabelrentende lening gunstiger voor [eiser] c.s. zou hebben uitgepakt dan een lening met een vaste rente, zoals [eiser] c.s. stellen, kan Rabobank niet worden verweten. Destijds was immers niet te voorzien, althans zo is gebleken noch aannemelijk gemaakt, dat de rente gedurende de looptijd verder zou blijven dalen. Daarbij komt dat Rabobank, naar aanleiding van de klacht van [eiser] aan Rabobank dat hij teveel rente betaalde, op 6 mei 2009 een voorstel heeft gedaan om [eiser] (alsnog) van de lage marktrente te laten profiteren. Een van de voorgestelde alternatieven betrof een (omgekeerde) renteruil van de overeengekomen rente naar een variabele rente. [eiser] heeft er toen echter voor gekozen de Renteswap en de Supercollar ongewijzigd in stand te laten en dus niet (alsnog) te opteren voor een variabele rente Gelet op al het voorgaande luidt de slotsom dat Rabobank haar (bijzondere) zorgplicht jegens [eiser] op specifiek die verwijten die aan de vordering van [eiser] c.s. ten grondslag liggen niet heeft geschonden. De hiervoor onder 3.1 in I onder (1) en (2) weergegeven primaire onderdelen van de vordering zullen derhalve worden afgewezen, evenals de subsidiaire vorderingen onder (4) en (5) in I. Algemene voorwaarden [eiser] c.s. beroepen zich voorts op de vernietigbaarheid van zo begrijpt de rechtbank de artikelen 11.5 en 15.5 van de Algemene voorwaarden Een beding in algemene voorwaarden is ingevolge artikel 6:233 onder a BW vernietigbaar indien het gelet op de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden tot stand zijn gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval onredelijk bezwarend is voor de wederpartij [eiser] c.s. stellen dat artikel 15.5 van de Algemene voorwaarden onredelijk bezwarend is in de zin van artikel 6:236 onder b BW, omdat beëindiging van de OFD geen beëindiging van de Renteswap en Supercollar tot gevolg heeft en [eiser] met de beëindiging van enkel de OFD niets bereikt. De rechtbank is echter van oordeel dat het enkele feit dat met de beëindiging van de OFD niet tevens de Renteswap en Supercollar eindigen, op zichzelf niet leidt tot onredelijke bezwarendheid van het betreffende beding als bedoeld in artikel 6:236 onder b BW. Artikel 15.5 van de Algemene voorwaarden drukt immers slechts uit dat de OFD en de renteproducten in beginsel van elkaar losstaan en weerhoudt [eiser] er niet van om de OFD te beëindigen en desgewenst de renteproducten afzonderlijk te beëindigen. Daarbij komt dat het beding voor zowel [eiser] als voor Rabobank geldt, waardoor het contractuele evenwicht tussen partijen met dit beding niet wordt aangetast Voorts stellen [eiser] c.s. onder verwijzing naar artikel 6:237 onder i BW dat artikel 11.5 van de Algemene voorwaarden onredelijk bezwarend is, omdat deze bepaling [eiser] bij beëindiging van de renteproducten verplicht een boete te betalen. Met Rabobank is de rechtbank echter van oordeel dat het in het beding genoemde Afrekeningsbedrag een redelijke vergoeding betreft voor het rentevoordeel dat Rabobank misloopt bij vroegtijdige beëindiging van de renteproducten. Het Afrekeningsbedrag valt derhalve onder de in artikel 6:327 sub i BW toegestane uitzondering. Bovendien kan, zo volgt uit artikel 12.2 van de Algemene voorwaarden, het beding ook in het voordeel van [eiser] werken. Indien de Renteswap en Supercollar bij vroegtijdige beëindiging daarvan immers een positieve marktwaarde hebben, is Rabobank juist een bedrag aan [eiser] c.s. verschuldigd Gelet op het voorgaande luidt de conclusie dat de voornoemde bepalingen niet onredelijk bezwarend zijn jegens [eiser] c.s. en aldus niet voor vernietiging in aanmerking komen. Derhalve kan onbesproken blijven of [eiser] c.s. al dan niet rechtstreeks een beroep op de artikelen 6:236 en 6:237 BW toekomt. Hetgeen [eiser] c.s. in het kader van de Algemene voorwaarden hebben
12 gesteld, kan evenmin tot het oordeel leiden dat de betreffende bedingen buitenwerking dienen te worden gesteld. Ook het onder 3.1 in I onder (3) weergegeven onderdeel van de vordering zal daarom worden afgewezen. Dwaling [eiser] c.s. doen meer subsidiair een beroep op dwaling bij de totstandkoming van de OFD, de Renteswap en de Supercollar. Rabobank voert als meest verstrekkend verweer aan dat de vordering van [eiser] c.s. tot vernietiging van de voornoemde overeenkomsten drie jaar na januari of februari 2008, of in ieder geval drie jaar na het gesprek tussen [eiser] en Rabobank op 21 april 2009 is verjaard. [eiser] c.s. betwisten dit De rechtbank begrijpt de stellingen van [eiser] c.s. aldus dat de dwaling daarop ziet dat [eiser] bij het aangaan van de voornoemde overeenkomsten niet op de hoogte was van de aan de Renteswap en Supercollar verbonden risico s, namelijk dat [eiser] niet van een dalende marktrente profiteert en dat de renteproducten een negatieve waarde kunnen ontwikkelen. Als [eiser] hier destijds wel van op de hoogte was geweest, dan was hij de OFD, Renteswap en Supercollar nooit aangegaan, aldus [eiser] c.s Een beroep op vernietiging op grond van dwaling verjaart drie jaren nadat de dwaling is ontdekt. Vast staat dat [eiser] van de Renteswap vanaf oktober 2007 per kwartaal en van de Supercollar vanaf januari 2008 maandelijks een renteoverzicht heeft ontvangen. Voorts staat vast dat [eiser] vanaf 2008 steeds een jaaroverzicht heeft ontvangen van de marktwaarde van beide renteproducten. Voor zover [eiser] derhalve niet reeds in 2008 op de hoogte was van de risico s van de renteproducten en hij hier omtrent zou hebben gedwaald, is de rechtbank met Rabobank van oordeel dat [eiser] dit in ieder geval tijdens het gesprek met Rabobank op 21 april 2009 heeft ontdekt. Tijdens dat gesprek is immers niet alleen de werking van de renteproducten en de herstructurering daarvan besproken, maar heeft [eiser] bovendien te kennen gegeven dat hij van mening was dat hij teveel rente betaalde Het voorgaande brengt mee dat de verjaringstermijn in ieder geval op 21 april 2009 is aangevangen, waardoor de vordering van [eiser] c.s. op 8 januari 2014 (toen [eiser] c.s. Rabobank voor de eerste maal aanspraken terzake van de Renteswap en de Supercollar) al was verjaard. Dat [eiser] c.s. pas (veel) later hebben ontdekt dat Rabobank haar zorgplicht heeft geschonden, zoals [eiser] c.s. nog heeft betoogd, maakt dit niet anders. De gestelde dwaling ziet immers op de aan de Renteswap en Supercollar verbonden risico s en niet op het al dan niet schenden van de zorgplicht door Rabobank Ook het hiervoor onder 3.1 in I onder (6) weergegeven meer subsidiaire onderdeel van de vordering van [eiser] c.s. zal daarom worden afgewezen. Redelijkheid en billijkheid [eiser] c.s. vorderen tot slot vernietiging van de OFD, Renteswap en Supercollar op grond van de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid. De door [eiser] c.s. in dit kader gestelde feiten en omstandigheden hebben echter (uitsluitend) betrekking op de Algemene voorwaarden en het hiervoor verworpen beroep van [eiser] c.s. op vernietiging danwel buitenwerkingstelling van die voorwaarden. Nu [eiser] c.s. geen andere feiten en omstandigheden aan het beroep op de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid ten grondslag hebben gelegd, deelt dit onderdeel van de vordering hetzelfde lot en zal het dan ook wegens het ontbreken van een toereikende grondslag worden afgewezen. Verwerking klachtrecht Gelet op het vorenoverwogene kan de al dan niet gegrondheid van het beroep van Rabobank
13 op verwerking door [eiser] c.s. van hun klachtrecht op grond van artikel 6:89 BW in het midden blijven, waarbij wordt aangetekend dat het beroep van [eiser] c.s. op dwaling in geen geval door deze bepaling wordt getroffen. Buitengerechtelijke incassokosten [eiser] c.s. maken onder II van het gevorderde, zoals hiervoor in 3.1. weergegeven, aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten. Aangezien zoals hiervoor is gebleken de vordering van [eiser] c.s. onder I in al haar onderdelen wordt afwezen, komen de gevorderde incassokosten niet voor vergoeding in aanmerking. Ook deze vordering zal derhalve worden afgewezen. Proceskosten Als de in het ongelijk gestelde partij zullen [eiser] c.s. voorts worden veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Rabobank tot en met vandaag worden begroot op: - salaris advocaat: 6.422,00 (2 punten x tarief 3.211,00) - griffierecht: 3.829,00 + Totaal: ,00 5 De beslissing De rechtbank: 5.1. wijst de vorderingen af; 5.2. veroordeelt [eiser] c.s. in de proceskosten, die aan de zijde van Rabobank tot op heden worden begroot op ,00; 5.3. verklaart vorenstaande kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr. D.P. Ruitinga, mr. H.A. Pott Hofstede en mr. C.A.J. van Yperen en is in het openbaar uitgesproken op 15 april Coll.
ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219
ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 15-07-2009 Datum publicatie 27-08-2009 Zaaknummer 259421 / HA ZA 08-2534 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieRechtspraak.nl - Print uitspraak
pagina 1 van 6 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBNHO:2015:6063 Permanente link: http://deeplink.rechtspraa Instantie Datum uitspraak 29-07-2015 Datum publicatie 26-08-2015 Rechtbank Noord-Holland
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2015:4468
ECLI:NL:RBROT:2015:4468 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer C-10-459512 - HA ZA 14-950 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2016:665
ECLI:NL:RBROT:2016:665 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer C/10/473480 / HA ZA 15333 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieRechtspraak.nl - Print uitspraak
pagina 1 van 6 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBAMS:2014:6139 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 13-08-2014 Datum publicatie 19-09-2014 Zaaknummer HA ZA 14-295 Rechtsgebieden Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799
ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-06-2009 Datum publicatie 05-06-2009 Zaaknummer 256615 / HA ZA 08-21443 juni 2009 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:2309
ECLI:NL:RBLIM:2017:2309 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 15032017 Datum publicatie 16032017 Zaaknummer 5377597 cv 169148 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht Burgerlijk
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2012:BV6392
ECLI:NL:RBROT:2012:BV6392 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 15-02-2012 Datum publicatie 21-02-2012 Zaaknummer 372890 / HA ZA 11-458 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2017:4885
ECLI:NL:RBDHA:2017:4885 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10052017 Datum publicatie 12052017 Zaaknummer C/09/504538 / HA ZA 16112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ondernemingsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:3845
ECLI:NL:RBLIM:2017:3845 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 26042017 Datum publicatie 27042017 Zaaknummer 5494929 \ CV EXPL 1610633 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2013:4777
ECLI:NL:RBAMS:2013:4777 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 19062013 Datum publicatie 01082013 Zaaknummer C/13/525450 / HA ZA 121109 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2014:3241
ECLI:NL:RBOVE:2014:3241 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 05062014 Datum publicatie 16062014 Zaaknummer C/08/156166 / KG ZA 14182 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding
Nadere informatieECLI:NL:RBOBR:2013:6705
ECLI:NL:RBOBR:2013:6705 Instantie Datum uitspraak 27-11-2013 Datum publicatie 02-12-2013 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 255859 / HA ZA 12-1019 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2016:7158
ECLI:NL:RBGEL:2016:7158 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 02-11-2016 Datum publicatie 14-06-2017 Zaaknummer C/05/300860 / HZ ZA 16-175 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2015:5675
ECLI:NL:RBMNE:2015:5675 Instantie Datum uitspraak 29-07-2015 Datum publicatie 03-08-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 3947956 MC EXPL 15-2480
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2016:199
ECLI:NL:RBAMS:2016:199 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-01-2016 Datum publicatie 02-02-2016 Zaaknummer C/13/572226 / HA ZA 14-903 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Intellectueel-eigendomsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2014:7733
ECLI:NL:RBLIM:2014:7733 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 03-09-2014 Datum publicatie 20-11-2014 Zaaknummer 2502483 CV EXPL 13-4461 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatievonnis in naam van de Koning 2. de stichting STICHTING WOONBEDRIJF IEDER1, gevestigd te Deventer, gedaagde, advocaat mr. F.A.M. Knüppe te Arnhem.
in naam van de Koning vonnis RECHTBANK GELDERLAND Team kanton en handelsrecht Zittingsplaats Arnhem zaaknummer I rolnummer: C/05/296700 I HA ZA 16-50 Vonnis van in de zaak van wonende te Bilthoven, gemeente
Nadere informatieECLI:NL:RBMID:2007:BB8676
ECLI:NL:RBMID:2007:BB8676 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 21-11-2007 Datum publicatie 26-11-2007 Zaaknummer 37277 HA ZA 03-51 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384
ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 03-05-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 818166 UC EXPL 12-9177
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2006:AX9306
ECLI:NL:RBROT:2006:AX9306 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 15-06-2006 Datum publicatie 26-06-2006 Zaaknummer 709062 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2013:BZ8812
ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ8812 Instantie Datum uitspraak 18-04-2013 Datum publicatie 26-04-2013 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 582121 - CV EXPL 12-15165 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatiehttp://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...
Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2013:9371
ECLI:NL:RBNHO:2013:9371 Instantie Datum uitspraak 25-09-2013 Datum publicatie 11-10-2013 Zaaknummer 2113562 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Holland Civiel recht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2015:2713
ECLI:NL:RBAMS:2015:2713 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20052015 Datum publicatie 29052015 Zaaknummer C13565316 HA ZA 14519 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2016:4562
ECLI:NL:RBOVE:2016:4562 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 08-11-2016 Datum publicatie 18-11-2016 Zaaknummer 4687498 \ CV EXPL 15-6715 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:1672
ECLI:NL:RBLIM:2017:1672 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 22-02-2017 Datum publicatie 23-02-2017 Zaaknummer 04 5561763 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Burgerlijk procesrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:1301
ECLI:NL:RBLIM:2017:1301 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 15022017 Datum publicatie 16022017 Zaaknummer 5299499 cv expl 168008 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Burgerlijk
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2013:11405
ECLI:NL:RBZWB:2013:11405 Instantie Datum uitspraak 30-10-2013 Datum publicatie 12-09-2014 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer 02/264757 / HA ZA 13-397 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieRECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND. Afdeling civielrecht Zittingsplaats Lelystad. zaaknummer / rolnummer: C/16/369978 / HL ZA 14-173
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling civielrecht Zittingsplaats Lelystad zaaknummer / rolnummer: C/16/369978 / HL ZA 14-173 Vonnis van 25 februari 2015 in de zaak van maatschap [naam maatschap], gevestigd
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2017:886
ECLI:NL:RBROT:2017:886 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-01-2017 Datum publicatie 03-02-2017 Zaaknummer C/10/518779 / KG ZA 17-53 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2008:BC3422
ECLI:NL:RBHAA:2008:BC3422 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 30-01-2008 Datum publicatie 05-02-2008 Zaaknummer 357824 CV EXPL 07-8249 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBMID:2008:BE0039
ECLI:NL:RBMID:2008:BE0039 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 30-07-2008 Datum publicatie 13-08-2008 Zaaknummer 60993/HA ZA 08-23 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2014:8414
ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 Instantie Datum uitspraak 16-06-2014 Datum publicatie 13-11-2014 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 2896454 CV EXPL 14-830 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2014:1383 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C HA ZA
ECLI:NL:RBNNE:2014:1383 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 12-03-2014 Datum publicatie 20-03-2014 Zaaknummer C-17-129115- HA ZA 13-247 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2008:BG2357
ECLI:NL:RBROT:2008:BG2357 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 01-10-2008 Datum publicatie 03-11-2008 Zaaknummer 285436 / HA ZA 07-1418 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2017:2980
ECLI:NL:RBNNE:2017:2980 Instantie Datum uitspraak 08-08-2017 Datum publicatie 08-08-2017 Zaaknummer 5520151 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Civiel recht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBMID:2008:BD4799
ECLI:NL:RBMID:2008:BD4799 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 28-05-2008 Datum publicatie 19-06-2008 Zaaknummer 59831/HA ZA 07-485 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2015:1277
ECLI:NL:RBLIM:2015:1277 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 17-02-2015 Datum publicatie 19-02-2015 Zaaknummer 3792692 CV EXPL 15-683 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Goederenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2013:BY8980
ECLI:NL:RBMNE:2013:BY8980 Instantie Datum uitspraak 30-01-2013 Datum publicatie 31-01-2013 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C/16/275137 / HA ZA 09-2325 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239
ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 14-11-2006 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer 2006/346 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2014:3173
ECLI:NL:RBNHO:2014:3173 Instantie Datum uitspraak 09-04-2014 Datum publicatie 06-05-2014 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer C-14-144909 - HA ZA 13-93 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:3834
ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 28-10-2014 Datum publicatie 27-11-2014 Zaaknummer 200.140.914/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218
ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 15-07-2010 Zaaknummer 268738 / HA ZA 09-1343 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9562
ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9562 Instantie Datum uitspraak 01-05-2013 Datum publicatie 07-05-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 827930 UC EXPL 12-12768
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2014:131
ECLI:NL:RBNNE:2014:131 Instantie Datum uitspraak 13-01-2014 Datum publicatie 04-02-2014 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 589197 - CV EXPL 13-6418 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2016:1678
ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-03-2016 Datum publicatie 29-03-2016 Zaaknummer KK EXPL 16-200 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBOBR:2016:1526
ECLI:NL:RBOBR:2016:1526 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecli:nl:rbobr:2016:1526 Instantie Rechtbank Oost Brabant Datum uitspraak 09 03 2016 Datum publicatie 04 04 2016 Zaaknummer
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2016:229
ECLI:NL:RBROT:2016:229 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 06-01-2016 Datum publicatie 07-01-2016 Zaaknummer C/10/475943 / HA ZA 15-510 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2011:BP6133
ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 01-03-2011 Zaaknummer 186739 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2012:BW0838
ECLI:NL:RBROT:2012:BW0838 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 28-03-2012 Datum publicatie 04-04-2012 Zaaknummer 362605/ HA ZA 10-2760 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBZLY:2011:BV2289
ECLI:NL:RBZLY:2011:BV2289 Instantie Datum uitspraak 07-12-2011 Datum publicatie 08-03-2012 Rechtbank Zwolle-Lelystad Zaaknummer 183834 / HZ ZA 11-422 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2017:6351
ECLI:NL:RBNHO:2017:6351 Instantie Datum uitspraak 05-07-2017 Datum publicatie 31-07-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 5474399 \ CV EXPL 16-8870 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2014:1265
ECLI:NL:RBOVE:2014:1265 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 06-03-2014 Datum publicatie 14-03-2014 Zaaknummer C-08-152106 - KG ZA 14-59 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2010:BN8300
ECLI:NL:RBROT:2010:BN8300 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 18-08-2010 Datum publicatie 24-09-2010 Zaaknummer 348503 / HA ZA 10-496 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2014:7598
ECLI:NL:RBLIM:2014:7598 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 27-08-2014 Datum publicatie 01-09-2014 Zaaknummer 2998345 CV EXPL 14-4789 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2017:5985
ECLI:NL:RBAMS:2017:5985 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 18-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer CV EXPL 17-2120 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2014:7769
ECLI:NL:RBZWB:2014:7769 Instantie Datum uitspraak 12-11-2014 Datum publicatie 24-11-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant 2807368_E12112014
Nadere informatieECLI:NL:RBLEE:2009:BH2079
ECLI:NL:RBLEE:2009:BH2079 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 04-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Zaaknummer 93461 / KG ZA 08-415 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2016:4320
ECLI:NL:RBROT:2016:4320 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 01-06-2016 Datum publicatie 09-06-2016 Zaaknummer C/10/491474 / HA ZA 15-1264 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2009:BH9328
ECLI:NL:RBUTR:2009:BH9328 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 01-04-2009 Datum publicatie 02-04-2009 Zaaknummer 254330 / HA ZA 08-1813 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:OGEAC:2017:93
ECLI:NL:OGEAC:2017:93 Instantie Datum uitspraak 24-07-2017 Datum publicatie 26-07-2017 Zaaknummer AR 78380/2016 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05
ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 30-08-2007 Datum publicatie 14-12-2007 Zaaknummer 1659/05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2015:6266
ECLI:NL:RBMNE:2015:6266 Instantie Datum uitspraak 02-09-2015 Datum publicatie 18-09-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 3818581 UC EXPL 15-1353
Nadere informatieECLI:NL:RBALM:2010:BN8235
ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235 Instantie Rechtbank Almelo Datum uitspraak 22-09-2010 Datum publicatie 24-09-2010 Zaaknummer 113824 / KG ZA 10-207 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding
Nadere informatieSamenvatting. Klik hier voor de uitspraak in eerste aanleg.
Uitspraak Commissie van Beroep 2018-048 d.d. 6 augustus 2018 (mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. C.A. Joustra, A. de Bruijne RA, mr. A. Bus en drs. C. Graafland, leden, en mr. H.C. Dobbelaar-ten Cate,
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2015:7153
ECLI:NL:RBAMS:2015:7153 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 04112015 Datum publicatie 09112015 Zaaknummer C/13/571352 / HA ZA 14848 Rechtsgebieden Verbintenissenrecht Bijzondere kenmerken Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2015:1523
ECLI:NL:RBAMS:2015:1523 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 18-03-2015 Datum publicatie 27-03-2015 Zaaknummer C-13-569746 - HA ZA 14-754 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2016:5223
ECLI:NL:RBNNE:2016:5223 Instantie Datum uitspraak 23112016 Datum publicatie 25112016 Rechtbank NoordNederland Zaaknummer C/17/144945 / HA ZA 15339 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2017:4300
ECLI:NL:RBGEL:2017:4300 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 09-08-2017 Datum publicatie 17-08-2017 Zaaknummer 57810247/CV VERZ 17-2894 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2017:5084
ECLI:NL:RBROT:2017:5084 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 03-07-2017 Zaaknummer C/10/511503 HA ZA 16-981 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2011:BU8462
ECLI:NL:RBAMS:2011:BU8462 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 05-12-2011 Datum publicatie 16-12-2011 Zaaknummer CV 11-26226 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2016:2569
ECLI:NL:RBGEL:2016:2569 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 23-03-2016 Datum publicatie 11-05-2016 Zaaknummer 288917 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste
Nadere informatiede coöperatie coöperatieve Rabobank Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest, gevestigd te Leiden, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-221 d.d. 12 juli 2013 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, mr. W.F.C. Baars en mr. A.P. Luitingh, leden, en mevrouw mr. M. Nijland, secretaris)
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2011:BT8221
ECLI:NL:RBSGR:2011:BT8221 Instantie Datum uitspraak 02-03-2011 Datum publicatie 18-10-2011 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 1002383/10-8074 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01
ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-01-2017 Datum publicatie 23-03-2017 Zaaknummer 200.189.286/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieSamenvatting. 1. Procedure
Niet-Bindende uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-247 d.d. 30 augustus 2012 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, prof. drs. A.D. Bac en de heer J.C. Buiter, leden en mevrouw mr.
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2017:2573
ECLI:NL:RBOVE:2017:2573 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 23062017 Datum publicatie 26062017 Zaaknummer C/08/201386 / KG ZA 17141 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2015:5812
ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatievonnis In naam des Konings RECHTBANK AMSTERDAM Vonnis van 6 augustus 2014 1. De procedure Sector civiel recht
I vonnis In naam des Konings RECHTBANK AMSTERDAM Sector civiel recht zaaknummer I rolnummer: Cl131539507 I HA ZA 13-406 Vonnis van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Nadere informatieECLI:NL:RBMID:2006:AY9168
ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 20-09-2006 Datum publicatie 29-09-2006 Zaaknummer 47429 HA ZA 05-170 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ambtenarenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650
ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 17-05-2011 Datum publicatie 09-06-2011 Zaaknummer 302487 CV EXPL 10-8041 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBONE:2013:BZ0282
ECLI:NL:RBONE:2013:BZ0282 Instantie Datum uitspraak 02-01-2013 Datum publicatie 01-02-2013 Zaaknummer 232129 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Nederland Civiel recht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:4741
ECLI:NL:RBLIM:2017:4741 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 24052017 Datum publicatie 29052017 Zaaknummer 04 5426165/CV 169694 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht
Nadere informatieHonderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster
Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster LJN: BW9368, Rechtbank Amsterdam, 6 juni 2012 2. De feiten 2.1. [A] en [B] wonen tegenover elkaar in [plaats]. [C] woont
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2007:BB1240
ECLI:NL:RBROT:2007:BB1240 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 07-08-2007 Zaaknummer 266642 / HA ZA 06-2184 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2000:AA8793
ECLI:NL:RBARN:2000:AA8793 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 30-11-2000 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 63026 / HA ZA 00-1082 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2017:484
ECLI:NL:RBNHO:2017:484 Instantie Datum uitspraak 25-01-2017 Datum publicatie 04-04-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 5220973 CV EXPL 16-5591 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2007:BB1598
ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 27-06-2007 Datum publicatie 13-08-2007 Zaaknummer 153406 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2017:1231
ECLI:NL:RBMNE:2017:1231 Instantie Datum uitspraak 15032017 Datum publicatie 22042017 Rechtbank MiddenNederland Zaaknummer 5409999 UC EXPL 164214 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01
ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 18-10-2016 Datum publicatie 21-10-2016 Zaaknummer 200.181.474/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2016:286
ECLI:NL:RBOVE:2016:286 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 18012016 Datum publicatie 29012016 Zaaknummer C/08/179852 / KG ZA 15391 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2011:BU7634
ECLI:NL:RBARN:2011:BU7634 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 21-11-2011 Datum publicatie 22-12-2011 Zaaknummer 762448 CV Expl. 11-6301 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2011:BP5141
ECLI:NL:RBAMS:2011:BP5141 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 12-01-2011 Datum publicatie 21-02-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 411959 / HA ZA 08-3117 (eindvonnis)
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2013:11284
ECLI:NL:RBZWB:2013:11284 Instantie Datum uitspraak 20-11-2013 Datum publicatie 09-09-2014 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer C/12/85770 / HA ZA 12-259 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920
ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 23-09-2010 Datum publicatie 08-10-2010 Zaaknummer 171924 / KG ZA 10-360 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2014:2890
1 van 5 29-4-2015 17:05 ECLI:NL:RBNHO:2014:2890 Instantie Datum uitspraak 02-04-2014 Datum publicatie 10-11-2014 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 2274912 - CV EXPL 13-3338 Rechtsgebieden Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2016:5109
ECLI:NL:RBOVE:2016:5109 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 15-11-2016 Datum publicatie 23-12-2016 Zaaknummer 5405642 VV EXPL 16-70 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2017:1576
ECLI:NL:RBGEL:2017:1576 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 22-03-2017 Datum publicatie 29-03-2017 Zaaknummer 3281182 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste
Nadere informatie