ECLI:NL:RBALK:2011:BU8348

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ECLI:NL:RBALK:2011:BU8348"

Transcriptie

1 ECLI:NL:RBALK:2011:BU8348 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan het medeplegen van mensenhandel. In georganiseerd verband heeft verdachte gedurende langere tijd een drietal Oekraïners die illegaal in Nederland door hun te werk zijn gesteld uitgebuit. Verdachte was op de hoogte van de kwetsbare en afhankelijke positie van deze slachtoffers en heeft daar misbruik van gemaakt. Verdachte heeft zijn persoonlijk geldelijke gewin en dat van zijn medeverdachten uitdrukkelijk gesteld boven de vrijheid en integriteit van de slachtoffers. Voorts heeft verdachte zich samen met anderen schuldig gemaakt aan mensensmokkel. Verdachte heeft uit winstbejag inbreuk gemaakt op het nationale belang om illegaliteit in Nederland te voorkomen. Verdachte heeft zich ten slotte gelegitimeerd met het paspoort van een ander. De rechtbank is van oordeel dat op dergelijke feiten slechts gereageerd kan worden met een gevangenisstraf van aanzienlijke duur. De rechtbank zal een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderd, nu de rechtbank niet alle ten laste gelegde feiten heeft bewezen verklaard en zij voorts van oordeel is dat de op te leggen straf de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt. Gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden. Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak RECHTBANK ALKMAAR Sector straf Parketnummer: 14/ (P) Datum uitspraak: 8 december 2011 TEGENSPRAAK VONNIS van de rechtbank Alkmaar, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak van het OPENBAAR MINISTERIE tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] (Polen) op [geboortedatum], ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens op het adres adres en woonplaats], thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Midden Holland, Huis van Bewaring Haarlem te Haarlem. 1. Het onderzoek ter terechtzitting Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van

2 24 november De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen door de raadsman van verdachte, mr. R.J. Mesland, advocaat te Haarlem, en door de verdachte naar voren is gebracht. 2. De tenlastelegging Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat 1. hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 19 april 2010 tot en met 11 augustus 2010, in de gemeente Amsterdam en/of in het arrondissement Alkmaar en/of (elders) in de provincie Noord-Holland, in ieder geval in/vanuit Nederland en/of Polen en/of Oekraïne, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of (een) ander(e) feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, - een ander, te weten een persoon, genaamd [slachtoffer 1], heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, (telkens) met het oogmerk van uitbuiting van die persoon; en/of - deze [slachtoffer 1] (telkens) heeft gedwongen en/of heeft bewogen zich beschikbaar te stellen voor het verrichten van arbeid en/of diensten, dan wel door voornoemde middelen (telkens) enige handeling heeft ondernomen waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) en/of redelijkerwijze moest(en) vermoeden dat die persoon zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten; en/of - (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 1]; immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) (onder meer) - tegen die [slachtoffer 1] verteld dat hij in Nederland (legaal) arbeid kon verrichten en/of meer geld kon verdienen dan in Oekraïne en/of - die [slachtoffer 1] in Nederland (vanuit Amsterdam) naar een verblijfplaats vervoerd en/of voor die [slachtoffer 1] onderdak geregeld en/of - die [slachtoffer 1] één of meer geldbedrag(en), (waaronder een bedrag van 600 euro), (voor bemiddelingskosten) laten betalen en/of - die [slachtoffer 1] één of meerma(a)l(en) voorzien van (een) vals(e) en/of vervalst(e) (identiteits)document(en) en/of - die [slachtoffer 1] één of meerma(a)l(en) naar en/of van (een) bedrij(f)(ven), alwaar hij arbeid kon of moest verrichten, gebracht en/of opgehaald en/of - die [slachtoffer 1] bij één of meer bedrij(f)(ven) arbeid laten verrichten en/of - die [slachtoffer 1] één of meerma(a)l(en) niet of nauwelijks of niet volledig betaald voor het verrichten van (die) arbeid en/of - een gedeelte van het door die [slachtoffer 1] verdiende geld laten afstaan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) en/of - aldus en/of op enigerlei andere wijze een situatie gecreëerd, waarin hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) door de feitelijke verhoudingen een overwicht verkregen over die [slachtoffer 1]; 2. hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 september 2009 tot en met 31 maart 2010 en/of de periode van 7 juli 2010 tot en met 21 september 2010, in elk geval in de periode van 1 september 2009 tot en met 21 september 2010, in het arrondissement

3 Alkmaar en/of (elders) in de provincie Noord-Holland, in ieder geval in/vanuit Nederland en/of Polen en/of Oekraïne, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of (een) ander(e) feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, - een ander, te weten een persoon, genaamd [slachtoffer 2], heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, (telkens) met het oogmerk van uitbuiting van die persoon; en/of - deze [slachtoffer 2] (telkens) heeft gedwongen en/of heeft bewogen zich beschikbaar te stellen voor het verrichten van arbeid en/of diensten, dan wel door voornoemde middelen (telkens) enige handeling heeft ondernomen waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) en/of redelijkerwijze moest(en) vermoeden dat die persoon zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten; en/of - (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 2]; immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) (onder meer) - die [slachtoffer 2] (vanuit Alkmaar) naar een verblijfplaats (in Callantsoog) vervoerd en/of voor die [slachtoffer 2] (aldaar) onderdak en/of huisvesting geregeld en/of - die [slachtoffer 2] één of meerma(a)l(en) voorzien van (een) vals(e) en/of vervalst(e) (identiteits)document(en) en/of - die [slachtoffer 2] één of meerma(a)l(en) naar en/of van (een) bedrij(f)(ven), alwaar hij arbeid kon of moest verrichten, gebracht en/of opgehaald en/of - die [slachtoffer 2] bij één of meer bedrij(f)(ven) arbeid laten verrichten en/of - die [slachtoffer 2] niet of nauwelijks of niet volledig betaald voor het verrichten van (die) arbeid en/of - een gedeelte van het door die [slachtoffer 2] verdiende geld laten afstaan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) en/of - aldus en/of op enigerlei andere wijze een situatie gecreëerd, waarin hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) door de feitelijke verhoudingen een overwicht verkregen over die [slachtoffer 2]; 3. hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 15 juni 2010 tot en met 18 februari 2011, in elk geval in de periode van 15 juni 2010 tot en met 30 september 2010, in de gemeente Amsterdam en/of in het arrondissement Alkmaar en/of (elders) in de provincie Noord-Holland, in ieder geval in/vanuit Nederland en/of Polen en/of Oekraïne, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of (een) ander(e) feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, - een ander, te weten een persoon, genaamd [slachtoffer 3], heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, (telkens) met het oogmerk van uitbuiting van die persoon; en/of - deze [slachtoffer 3] (telkens) heeft gedwongen en/of heeft bewogen zich beschikbaar te stellen voor het verrichten van arbeid en/of diensten, dan wel door voornoemde middelen (telkens) enige handeling heeft ondernomen waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) en/of redelijkerwijze moest(en) vermoeden dat die persoon zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten;

4 en/of - (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 3]; immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) (onder meer) - tegen die [slachtoffer 3] verteld dat hij in Nederland (legaal) arbeid kon verrichten en/of meer geld kon verdienen dan in Oekraïne en/of - die [slachtoffer 3] in Nederland (vanuit Amsterdam) naar een verblijfplaats vervoerd en/of voor die [slachtoffer 3] onderdak geregeld en/of - die [slachtoffer 3] één of meer geldbedrag(en) (waaronder een bedrag van 550 euro) (voor bemiddelingskosten) laten betalen en/of - die [slachtoffer 3] verteld dat hij niets mocht zeggen als hij door de politie werd aangehouden en/of - die [slachtoffer 3] voorgehouden dat hij uitgezet zou worden uit Nederland of zou worden opgesloten in de gevangenis en/of - die [slachtoffer 3] één of meerma(a)l(en) voorzien van (een) vals(e) en/of vervalst(e) (identiteits)document(en) en/of - die [slachtoffer 3] één of meerma(a)l(en) naar en/of van (een) bedrij(f)(ven), alwaar hij arbeid kon of moest verrichten, gebracht en/of opgehaald en/of - die [slachtoffer 3] bij één of meer bedrij(f)(ven) arbeid laten verrichten en/of - die [slachtoffer 3] niet of nauwelijks of niet volledig betaald voor het verrichten van (die) arbeid en/of - een gedeelte van het door die [slachtoffer 3] verdiende geld laten afstaan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) en/of - aldus en/of op enigerlei andere wijze een situatie gecreëerd, waarin hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) door de feitelijke verhoudingen een overwicht verkregen over die [slachtoffer 3]; 4. hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 19 april 2010 tot en met 31 december 2010, in de gemeente Amsterdam en/of in het arrondissement Alkmaar en/of (elders) in de provincie Noord-Holland, in ieder geval in/vanuit Nederland en/of Polen en/of Oekraïne, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) door dwang en/of geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of (een) ander(e) feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of fraude en/of misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, - een ander, te weten een persoon, genaamd [slachtoffer 4], heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, (telkens) met het oogmerk van uitbuiting van die persoon; en/of - deze [slachtoffer 4] (telkens) heeft gedwongen en/of heeft bewogen zich beschikbaar te stellen voor het verrichten van arbeid en/of diensten, dan wel door voornoemde middelen (telkens) enige handeling heeft ondernomen waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) en/of redelijkerwijze moest(en) vermoeden dat die persoon zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten; en/of - (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 4]; immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) (onder meer) - tegen die [slachtoffer 4] verteld dat hij in Nederland (legaal) arbeid kon verrichten en/of meer geld kon verdienen dan in Oekraïne en/of - die [slachtoffer 4] in Nederland (vanuit Amsterdam) naar een verblijfplaats vervoerd en/of voor die [slachtoffer 4] onderdak geregeld en/of

5 - die [slachtoffer 4] één of meer geldbedrag(en) (waaronder een geldbedrag van 800 euro) (voor bemiddelingskosten) laten betalen en/of - die [slachtoffer 4] één of meerma(a)l(en) voorzien van (een) vals(e) of vervalst(e) (identiteits)document(en) en/of - die [slachtoffer 4] één of meerma(a)l(en) naar en/of van (een) bedrij(f)(ven), alwaar hij arbeid kon of moest verrichten, gebracht en/of opgehaald en/of - die [slachtoffer 4] bij één of meer bedrij(f)(ven) arbeid laten verrichten en/of - die [slachtoffer 4] niet of nauwelijks of niet volledig betaald voor het verrichten van (die) arbeid en/of - een gedeelte van het door die [slachtoffer 4] verdiende geld laten afstaan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) en/of - die [slachtoffer 4] medegedeeld dat - als hij niet betaalde - hij/zij aan een uitzendbureau en/of (een) derde(n) zoud(en) vertellen dat hij, [slachtoffer 4], (een) (identiteits)document(en) gestolen zou hebben en/of - die [slachtoffer 4] medegedeeld dat - als hij niet betaalde - hij weggejaagd zou worden en/of geen werk meer zou krijgen en/of - aldus en/of op enigerlei andere wijze een situatie gecreëerd, waarin hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) door de feitelijke verhoudingen een overwicht verkregen over die [slachtoffer 4]; 5. hij op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 01 september 2009 tot en met 22 maart 2011, in elk geval in de periode van 01 september 2009 tot en met 31 december 2010, in de gemeente(n) Amsterdam en/of Heerhugowaard en/of Zijpe en/of (elders) in de provincie Noord-Holland en/of (elders) in Nederland en/of in Polen en/of in Oekraïne, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, één of meer perso(o)n(en), te weten een persoon, genaamd [slachtoffer 1], en/of een persoon, genaamd [slachtoffer 2], en/of een persoon, genaamd [slachtoffer 3], en/of een persoon, genaamd [slachtoffer 4], en/of één of meer ander(e) perso(o)n(en) behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen, in elk geval een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of hem/hen/haar daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, en/of die perso(o)n(en) uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in genoemd(e) land(en) en/of sta(a)t(en), immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (onder meer) - tegen betaling van (een) geldbedrag(en) - voornoemd(e) perso(o)n(en) - die niet over een verblijfstitel voor Nederland beschikte(n) - informatie verstrekt over de reis (vanuit Oekraine) naar Nederland en/of hem/haar/hen, toen hij/zij in Nederland arriveerde(n), vervoerd en/of (verder) begeleid in hun/haar/zijn reis in Nederland en/of huisvesting en/of onderdak en/of werk voor haar/hem/hen geregeld en/of haar/hem/hen (een) niet op zijn/haar/hun naam gestelde paspoort(en) en/of (identiteits)document(en) verstrekt, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang en/of dat verblijf wederrechtelijk was, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) van bovenomschreven feit(en) een beroep en/of een gewoonte heeft/hebben gemaakt; 6. hij op of omstreeks 22 maart 2011 in de gemeente Heerhugowaard opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een niet op zijn naam gesteld reisdocument, te weten een Pools paspoort (nummer [nummer]), ten name van [naam valse ID 1], welk gebruik hierin bestond dat verdachte zich ten overstaan van een opsporingsambtenaar, genaamd [verbalisant 1], hoofdagent van de

6 vreemdelingenpolitie, met dat paspoort heeft gelegitimeerd en/of dat paspoort aan hem overhandigd. Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest de rechtbank deze verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging. 3. De voorvragen De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging. 4. Overweging ten aanzien van het bewijs A. Inleiding Op 11 augustus 2010 werd door de Vreemdelingenpolitie van de regio Noord-Holland Noord een controle uitgevoerd op een perceel land te Zijpe. Daar waren twee mannen kool aan het oogsten. Beide mannen konden zich niet legitimeren. Een van de mannen sprak een onverstaanbare taal. Hij maakte duidelijk dat hij een Pool was en dat zijn identiteitspapieren in zijn hotel in Callantsoog lagen. Onderweg naar Callantsoog pakte deze man een Oekraïens paspoort uit zijn kleding met een goed gelijkende foto en voorzien van een visum, dat zijn geldigheid op 7 juli 2010 had verloren. Het Oekraïense paspoort was op naam gesteld van [slachtoffer 1]. Later werden in de tas van deze [slachtoffer 1] onder meer twee fotokopieën aangetroffen van een Pools identiteitsbewijs op naam van [naam valse ID 2]. De foto op dat identiteitsbewijs vertoonde enige gelijkenis met [slachtoffer 1]. Op 12 en 13 augustus 2010 heeft [slachtoffer 1] aangifte gedaan van mensenhandel. Hij heeft onder meer verklaard dat hij via een uitzendbureau in de Oekraïne naar Nederland is gekomen om hier legaal te gaan werken. Aangever heeft hiervoor in de Oekraïne een hoog bedrag aan bemiddelingskosten betaald. In Nederland is aangever opgehaald door twee mannen, die hij later heeft leren kennen als [bijnaam 3 verdachte] en [bijnaam 1 medeverdachte 1]. Ook aan hen moest aangever veel geld betalen; voor papieren en voor werk. Aangever heeft in Nederland werk verricht, waarvoor hij niet betaald heeft gekregen. Ten behoeve van het kunnen verrichten van de werkzaamheden heeft aangever (kopieën van) Poolse identiteitspapieren gekregen. Aangever heeft deze werkzaamheden verricht door tussenkomst van een uitzendbureau. Volgens aangever kwamen er meer mensen, ook via een ander uitzendbureau, uit de Oekraïne naar Nederland. Aangever heeft veel Oekraïense mensen gesproken die ook geld hebben betaald om hier te kunnen werken, maar zonder werk zaten. Ook waren er mensen die wel hadden gewerkt, maar daarvoor geen geld hadden gekregen. Op 11 april 2011 is eveneens aangifte gedaan van mensenhandel door [slachtoffer 4]. [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] hebben als getuige verklaringen afgelegd. De verdachte ontkent alle hem ten laste gelegde feiten. De rechtbank dient - kort gezegd - te beoordelen of de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het - al dan niet tezamen met een ander of anderen - plegen van (diverse vormen) van mensenhandel ten aanzien van [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en of hij zich schuldig heeft gemaakt aan het - al dan niet tezamen met een ander of anderen - plegen van mensensmokkel met betrekking tot onder meer deze personen. Verder moet worden beoordeeld of verdachte opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals paspoort.

7 B. Standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van de mensenhandel (feiten 1 tot en met 4) kan volgens de officier bewezen worden verklaard dat de verdachte, tezamen en in vereniging met anderen, door dwang, misleiding, dreiging met een feitelijkheid, misbruik van een kwetsbare positie en misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht de in de tenlastelegging genoemde personen heeft geworven, vervoerd, overgebracht en gehuisvest met het oogmerk van uitbuiting (artikel 237f, eerste lid, aanhef en onder 1 Sr) en dat de verdachte de in de tenlastelegging genoemde personen heeft misleid en gedreigd, misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van deze personen en misbruik heeft gemaakt van het overwicht dat hij door feitelijke omstandigheden op hen had, waardoor die personen zijn gedwongen en bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid (artikel 237f, eerste lid, aanhef en onder 4 Sr). Nu volgens de officier van justitie sprake is van medeplegen, komt hij niet toe aan de vraag of verdachte persoonlijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die personen (artikel 237f, eerste lid, aanhef en onder 6). Ten aanzien van de tenlastegelegde mensensmokkel (feit 5) kunnen volgens de officier van justitie beide in artikel 197a Sr genoemde varianten worden bewezen verklaard: zowel het medeplegen van grensoverschrijdende smokkel als het medeplegen van voortgezet wederrechtelijk verblijf. De officier van justitie heeft ten aanzien van hetgeen onder feit 6 ten laste is gelegd betoogd dat dit feit, het legitimeren door verdachte aan een opsporingsambtenaar met een niet op zijn naam gesteld paspoort, eveneens bewezen kan worden verklaard. C. Standpunt van de verdediging De raadsman van de verdachte heeft integrale vrijspraak bepleit. Ten aanzien van de feiten 1 en 5 ([slachtoffer 1]) heeft de raadsman erop gewezen dat aangever de verdachte niet heeft herkend op de aan hem getoonde foto s en dat de naam [bijnaam 2 verdachte] aangever niets zegt. Aan de omstandigheid dat de naam [verdachte] in combinatie met [bijnaam 3 verdachte] aangever wel iets zegt, komt volgens de raadsman geen zelfstandige betekenis toe, omdat de namen [verdachte] en [bijnaam 2 verdachte] door de getuige [slachtoffer 3] aan een andere persoon worden gekoppeld. Daarnaast hoort het door aangever genoemde telefoonnummer niet bij verdachte. Ten aanzien van de feiten 2 en 5 ([slachtoffer 2]) heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat niet wordt voldaan aan het bewijsminimum, nu de kern van het verwijt van de getuige niet wordt verankerd in een ander ondersteunend, objectief bewijsmiddel. Hier komt volgens de raadsman bij dat alle wetenschap van de getuige over de verdachte is gebaseerd op wat de medeverdachte [medeverdachte 1] zou hebben verteld. Ten aanzien van de feiten 3 en 5 ([slachtoffer 3]) heeft de raadsman erop gewezen dat de getuige de verdachte niet heeft herkend als de compagnon van de medeverdachte [medeverdachte 1]. Voorts heeft de getuige een andere [verdachte], namelijk [naam5], als een kompaan van medeverdachte [medeverdachte 1] herkend en heeft de getuige een ander aangewezen als de [bijnaam 2 verdachte] die hem zou hebben mishandeld. Hierdoor moeten de getuigenverklaringen waarin wordt gesproken over de verdachte als [verdachte] of [bijnaam 2 verdachte], met grote terughoudendheid worden gewaardeerd, aldus de raadsman.

8 Ten aanzien van de feiten 4 en 5 ([slachtoffer 4]) heeft de raadsman aangevoerd dat de enkele getuigenverklaring niet wordt ondersteund door een ander bewijsmiddel. De raadsman heeft zich verder op het standpunt gesteld dat de herkenning van de verdachte door de getuige van het bewijs moet worden uitgesloten, omdat gevaar bestaat voor conformation bias. Volgens de raadsman blijkt uit de verklaring van de getuige bij de rechter-commissaris dat de politie, voordat de getuige vraagt of de politie het wil hebben over [bijnaam 2 verdachte], al een foto heeft laten zien van [bijnaam 2 verdachte]. Enkele ogenblikken later wordt die foto nogmaals getoond, waarna de herkenning volgt. Ten aanzien van feit 6 heeft de raadsman erop gewezen dat de verdachte is aangehouden met bijstand van het Interventieteam, zodat hij er vanuit gaat dat verdachte meteen is geboeid. Volgens de raadsman kan de verdachte het paspoort dus niet aan de verbalisant overhandigd hebben. Ten aanzien van de feiten 1 tot en met 4 heeft hij de raadsman voorts aangevoerd dat het element uitbuiting niet kan worden bewezen, omdat niemand is gedwongen tot het verrichten van werkzaamheden. De in de tenlastelegging genoemde personen hebben zelf het initiatief genomen om de medeverdachte [medeverdachte 1] te benaderen. Ten aanzien van feit 5 heeft de raadsman er nog op gewezen dat een ieder die Nederland inreisde beschikte over een geldig visum, zodat het element toegang verschaffen niet aan de orde is. Hetzelfde geldt voor doorreis, omdat de vier personen in kwestie niet zijn doorgereisd. Subsidiair is volgens de raadman geen sprake van medeplegen. De raadsman van de verdachte heeft tot slot de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangever [slachtoffer 1] en de getuige [slachtoffer 3] bestreden. Volgens de raadsman zijn de verklaringen niet consistent en zwaar aangezet en op een aantal onderdelen aantoonbaar onjuist. De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat deze verklaringen daarom niet als bewijsmiddel kunnen worden gebruikt. De overige door de raadsman gevoerde verweren zal de rechtbank in het hiernavolgende onder D. bespreken. D. Beoordeling van de tenlastelegging door de rechtbank Stelselmatige observatie De raadsman heeft erop gewezen dat het eerste observatiebevel ex artikel 126g Sv van 21 januari 2011 dateert, terwijl de verdachte al op 18 januari 2011 stelselmatig is geobserveerd. Volgens de raadsman dienen de observatiebevindingen daarom op de voet van artikel 359a Sv van het bewijs te worden uitgesloten. Subsidiair dient dit vormverzuim volgens de raadsman tot strafvermindering te leiden. De rechtbank kan de raadsman hierin niet volgen en overweegt daartoe als volgt. Uit het proces-verbaal van observeren van 2 februari 2011 blijkt dat in opdracht van de Vreemdelingenpolitie Noord-Holland Noord op dinsdag 18 januari 2011 om uur een observatie is gestart op het perceel [adres] te Heerhugowaard. Deze observatie is beëindigd om uur. De officier van justitie heeft aangevoerd dat het doel van de observatie niet was om een min of meer volledig beeld te verkrijgen van bepaalde aspecten van iemands privéleven, maar dat men wilde weten of er beweging was rondom de desbetreffende woning. Gelet op de duur en het doel van de observatie, alsmede op de omstandigheid dat de observatie heeft plaatsgevonden op openbare voor iedereen toegankelijke plaatsen en dat bij de observatie geen technische hulpmiddelen zijn ingezet, is naar het oordeel van de rechtbank niet gebleken dat

9 sprake is van een observatie met een stelselmatig karakter. Een bevel ex artikel 126g Sv was dus op dat moment niet nodig. Verkeersgegevens telefoon verdachte De rechtbank stelt vast dat in het dossier een proces-verbaal van bevindingen aanwezig is, opgemaakt op 20 april 2011, waaruit blijkt dat het telefoonnummer [mobiel nummer 1], dat volgens onderzoek in gebruik is bij de verdachte, op 17 januari 2010 vanaf uur gedurende 163 seconden telefonisch contact heeft gehad met het telefoonnummer [telefoonnummer 2], dat volgens de getuige [slachtoffer 3] in gebruik is bij [tussenpersoon 1], de directeur van [bedrijf]. De raadsman is van mening dat deze gegevens dienen te worden uitgesloten van het bewijs omdat deze gegevens zijn verkregen in het onderzoek 10Wodan en de daaraan ten grondslag liggende machtigingen, aanvragen en bevelen niet zijn toegevoegd aan het onderhavige dossier 10Donar. Hierdoor kan volgens de raadsman niet worden getoetst of de rechter commissaris in redelijkheid tot afgifte van een machtiging op grond van artikel 126 Sv heeft kunnen komen. De rechtbank begrijpt dit verweer aldus, nu artikel 126n Sv geen machtiging van de rechtercommissaris vereist, dat de raadsman bedoelt aan te geven dat nu zich ten aanzien van de door de officier van justitie gedane vordering als bedoeld in artikel 126n Sv geen verslaglegging in het dossier bevindt, de rechter-commissaris niet in redelijkheid heeft kunnen komen tot de afgifte van de - daaropvolgende - machtiging ex artikel 126m Sv. De rechtbank stelt vast dat het proces-verbaal van bevindingen op ambtsbelofte is opgemaakt door [verbalisant 2], als hoofdagent/rechercheur werkzaam bij de regionale recherche van de regiopolitie Noord Holland Noord. Dat de aanvragen, machtigingen, vorderingen en bevelen die hieraan ten grondslag liggen niet in het onderhavige dossier aanwezig zijn, levert geen grond op om dit proces-verbaal uit te sluiten voor het bewijs. Vaststaat dat de rechter-commissaris de machtiging op grond van artikel 126m Sv heeft verleend, zodat aangenomen mag worden dat daartoe voldoende informatie voor handen was en er geen reden was de machtiging te weigeren. Indien de raadsman dit nader had willen onderzoeken, had hij in een eerder stadium om de onderliggende gegevens kunnen vragen. Niet gebleken is dat daartoe geen gelegenheid heeft bestaan. Voor het geval de raadsman bedoelt aan te geven dat de rechter-commissaris in redelijkheid niet heeft kunnen komen tot de afgifte van een machtiging ex artikel 126n Sv, is de rechtbank van oordeel dat dit verweer reeds niet kan slagen omdat een dergelijke eis in de wet niet wordt gesteld. Overigens heeft de officier van justitie ter terechtzitting een geschrift overgelegd waaruit blijkt dat ten aanzien van de resultaten van het onderzoek 10Wodan gebruik is gemaakt -van artikel 126dd Sv, zodat die resultaten gebruikt kunnen worden in het onderzoek 10Donar. Onrechtmatig tappen Volgens de raadsman dienen voorts alle gesprekken die zijn getapt op het telefoonnummer [telefoonnummer 3] van het bewijs te worden uitgesloten. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat in de tapaanvraag wordt verwezen naar het opgemaakte startproces verbaal, waarin wordt vermeld dat het onderzoek 10Wodan op 31 december 2010 is afgerond. Volgens de raadsman dekt dit niet de lading, nu in het proces-verbaal van relaas van 6 juni 2011 over 10Wodan wordt gerelateerd dat het onderzoek is afgerond zonder resultaat. Deze laatste cruciale informatie is de rechter commissaris onthouden en daardoor heeft de rechter-commissaris niet in redelijkheid een 126m Sv-machtiging kunnen afgeven, aldus de raadsman. De rechtbank stelt vast dat de rechter-commissaris op basis van de stukken, waaronder het startproces-verbaal, de tapaanvraag heeft beoordeeld en de machtiging heeft afgegeven. Niet is

10 gebleken dat de rechter-commissaris door de geringe afwijking in de verslaglegging cruciale informatie is onthouden of op het verkeerde been is gezet. Dit is ook niet aannemelijk. Het is legitiem om een afgerond onderzoek, dat niet heeft geleid tot een vervolging van een of meer verdachte(n), in een later stadium en eventueel met een ander onderzoeksdoel weer op te pakken. De gebezigde bewijsmiddelen Aangever [slachtoffer 1] heeft in de Oekraïne een advertentie gezien, waarin stond dat men in Nederland in de bloemen kon werken en hoeveel men zou verdienen. Aangever heeft het telefoonnummer gebeld wat erbij vermeld stond en heeft met een man afgesproken om elkaar te ontmoeten in Bychean. Aangever had een ontmoeting met ene [tussenpersoon 2] en ene [tussenpersoon 3]. Ze waren al bezig om een visum te regelen en zeiden dat aangever via hen overal kon gaan werken in Nederland op een legale manier. Na het verkrijgen van de juiste documenten zou aangever zelf kunnen bepalen wat voor werk hij wilde gaan doen. Hij zou tussen de 8,- en 10,- per uur gaan verdienen. Aangever moest zijn paspoort en vier losse pasfoto s afgeven en 200,- betalen. Hij heeft dit alles aan [tussenpersoon 3] gegeven. Aangever moest ook nog 400,- betalen voor het visum. Toen hij het paspoort na een week terugkreeg was er een visum in geplakt. Vijf dagen later werd aangever gebeld door [tussenpersoon 3] dat hij de volgende dag zou vertrekken naar Nederland. Hij zei dat aangever al werk had en dat de werkgever al had gebeld. Aangever moest nog wel 500,- euro betalen voor de bemiddeling van het werk in Nederland. Aangever heeft dat aan [tussenpersoon 3] betaald. Aangever heeft dus in totaal 1.100,- betaald in de Oekraïne. Hij heeft dit geld geleend van zijn zus. Aangever is op 19 of 20 april 2010 vertrokken vanuit de Oekraïne en is op 23 april 2010 in Nederland aangekomen. Hij heeft gereisd met de bus. De buskosten heeft hij zelf betaald. Hij reisde samen met [naam 1] en [naam 2]. Aangever en zijn reisgenoten zijn uitgestapt op de Prins Hendrikkade in Amsterdam. [naam 1] heeft toen het nummer gebeld dat ze van [tussenpersoon 3] hadden gekregen. Er werd opgenomen door een man. Deze man sprak Russisch/Pools, een soort mix. De man zei dat hij al een uur bij een andere halte stond te wachten, maar dat hij ze zou ophalen. Ze kwamen met z n tweeën. Het waren twee mannen die aangever later leerde kennen als [bijnaam 3 verdachte] en [bijnaam 2 medeverdachte 1], de Tovenaar. Aangever weet dat de Tovenaar eigenlijk [bijnaam 1 medeverdachte 1] heet. Volgens aangever is [bijnaam 3 verdachte] groot en vrij zwaar. Hij is ongeveer 30 jaar oud, heeft kort haar en spreekt Pools. [bijnaam 1 medeverdachte 1] brengt de moeder van [bijnaam 3 verdachte] naar haar werk. Van [bijnaam 3 verdachte] wordt ook gezegd dat hij [verdachte] heet. Poolse mensen hebben aangever wel eens gezegd dat [bijnaam 1 medeverdachte 1] bij [bijnaam 3 verdachte] in Heerhugowaard woont. [bijnaam 3 verdachte] zei dat hij voor goede papieren zou zorgen. [bijnaam 3 verdachte] zei dat er per persoon nog wel 300,- betaald moest worden voor documenten en 300,- voor het werk. Aangever en zijn reisgenoten hebben alle drie 600,- betaald toen ze in het hotel in Petten aankwamen. Zij betaalden het geld aan [bijnaam 3 verdachte] en die gaf gelijk de helft aan [bijnaam 1 medeverdachte 1]. [bijnaam 1 medeverdachte 1] kwam de volgende dag langs en zei dat aangever en zijn reisgenoten kranten konden bezorgen. Na 2 à 3 dagen in het hotel werden ze door [bijnaam 1 medeverdachte 1] opgehaald. Zij reden naar uitgeverij [uitgeverijl]. Aangever heeft dit werk ongeveer 2 weken gedaan en heeft geen cent gekregen voor dit werk. [bijnaam 1 medeverdachte 1] zei dat de baas van de kranten geen geld had. Hij zei steeds morgen, morgen, morgen. Op 20 mei 2010 heeft [bijnaam 1 medeverdachte 1] werk in de kool geregeld in een schuur in Waarland. De avond daarvoor heeft aangever van [bijnaam 1 medeverdachte 1] een echt Pools paspoort en een brief met een sofinummer gekregen. Deze documenten stonden op naam van

11 [naam valse ID 3]. [bijnaam 1 medeverdachte 1] zei dat aangever deze papieren moest laten zien aan de baas van dat bedrijf. s Avonds heeft aangever deze weer aan [bijnaam 1 medeverdachte 1] teruggegeven. Aangever heeft met dit werk 420,- verdiend. Hij kreeg dit contant van de baas van het bedrijf. Daarvan moest aangever 100,- aan [bijnaam 1 medeverdachte 1] betalen, 10,- per dag voor het vervoer. Ongeveer 2 weken na het werk in Waarland heeft aangever nog vier dagen vlak bij een luchthaven gewerkt. Aangever had toen een fotokopie van een Poolse identiteitskaart en een brief met sofinummer mee. Deze papieren had hij de avond ervoor gekregen van [bijnaam 1 medeverdachte 1], zodat aangever de naam kon leren en de handtekening op de kaart kon oefenen. Aangever gebruikte daar de naam van [naam valse ID 2]. Aangever heeft geen geld voor dit werk gekregen omdat de baas van het bedrijf er achter kwam dat er was gefraudeerd met de papieren van aangever. Aangever moest meteen vertrekken. [bijnaam 1 medeverdachte 1] zei later dat hij het geld dat aangever daar had verdiend over een maand zou geven. Aangever heeft het geld nooit ontvangen. De baas van dat bedrijf zou volgens [bijnaam 1 medeverdachte 1] in het ziekenhuis liggen. Aangever heeft twee maanden in het hotel in Petten gezeten. Hij verbleef daar met vier anderen. Zij moesten daar weg omdat er toeristen kwamen. Toen zijn zij naar Callantsoog verhuisd. [bijnaam 1 medeverdachte 1] vond daar twee huizen van [medeverdachte 2], waarover aangever en zijn huisgenoten zijn verdeeld. Aangever heeft verder verklaard dat hij wist dat hij met zijn visum wel Nederland in mocht, maar dat hij daarmee niet in Nederland mocht werken. In de Oekraïne was hem verteld dat hij in Nederland andere papieren nodig had om te werken. De Poolse man in Nederland zou dat verder regelen. Volgens aangever wist [bijnaam 1 medeverdachte 1] zijn echte identiteit, omdat hij uit de Oekraïne gebeld was over aangever en [bijnaam 1 medeverdachte 1] aangever vertelde dat hij veel andere Oekraïners had geholpen aan werk. [bijnaam 1 medeverdachte 1] wist dat aangever niet mocht werken in Nederland. Hij heeft dit zelf tegen aangever gezegd. [bijnaam 1 verdachte] weet dit ook, omdat hij samen was met [bijnaam 1 medeverdachte 1] toen dat gezegd werd. [bijnaam 1 medeverdachte 1] wist ook dat het visum van aangever was verlopen en dat hij illegaal in Nederland verbleef. Aangever heeft [bijnaam 1 medeverdachte 1] daarover gebeld, maar [bijnaam 1 medeverdachte 1] had geen tijd om op dat gebied actie te ondernemen. Aan aangever [slachtoffer 1] is door de verbalisanten foto 107 getoond, afkomstig uit de iphone van aangever, op welke foto de rechtbank ambtshalve de medeverdachte [medeverdachte 1] herkent. Aangever heeft de man op de foto herkend als de [bijnaam 1 medeverdachte 1] waarover hij heeft verklaard. Volgens aangever is de foto genomen bij aangever thuis in Petten. De rechter-commissaris heeft aangever foto K001 getoond. Aangever verklaart tijdens dit verhoor dat dit de [bijnaam 3 verdachte] is waarover hij heeft verklaard. De rechtbank stelt vast dat deze foto hetzelfde is als foto K 56.01, op welke foto blijkens het bijgevoegde procesverbaal verdachte staat afgebeeld. De getuige [slachtoffer 2] heeft verklaard dat [medeverdachte 1] (naar de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 1]) in Heerhugowaard woont, op de [adres]. Op datzelfde adres woont volgens de getuige de zogenaamde vriend van [medeverdachte 1]. De getuige kent deze vriend van [medeverdachte 1] onder drie verschillende namen: [verdachte], [bijnaam 1 verdachte] en [bijnaam 2 verdachte]. Hij is ongeveer 1.80 meter lang, stevig gebouwd en heeft een ruwe stem.

12 Volgens de getuige kennen [medeverdachte 1] en [bijnaam 1 verdachte] elkaar al negen jaar. [bijnaam 1 verdachte] is ongeveer 30 jaar oud en heeft donkerbruin kortgeknipt haar (gemillimeterd). Hij heeft een rond dik gezicht en heeft tatoeages op zijn arm. Op 18 november 2011 heeft de getuige over [bijnaam 1 verdachte] nog verklaard dat hij weet dat zijn vrouw en schoonmoeder af en toe naar Nederland komen en dat zijn vrouw drie maanden geleden een zoon heeft gekregen. De getuige heeft verklaard dat [medeverdachte 1] en [bijnaam 1 verdachte] mensen bedriegen. Dit bedriegen houdt in dat mensen uit de Oekraïne naar Nederland willen komen. Een persoon belt [medeverdachte 1] hierover op. Die mensen komen de laatste tijd uit de stad Ternopol. De man die [medeverdachte 1] opbelt vertelt tevens hoeveel geld deze mensen bij zich hebben. Hij vraagt dan voor hoeveel [medeverdachte 1] de mensen kan oplichten. De getuige weet dit omdat hij bij een telefoongesprek tussen [medeverdachte 1] en een persoon uit Ternopol aanwezig is geweest en toen het volledige gesprek heeft gehoord. De getuige heeft ook een keer bij tankstation ringweg Amsterdam gehoord dat [medeverdachte 1] mensen uit de Oekraïne op bevelachtige wijze toesprak dat zij 500,- moesten betalen voor werk, een kopie van een Pools identiteitsbewijs en huisvesting. Dat waren mensen die net in Nederland waren aangekomen. De mensen gaven ieder 200,- aan hem af. De mensen hadden niet meer geld bij zich. Die mensen moeten dat later alsnog aan [medeverdachte 1] betalen. Zo bouwden die mensen een schuld bij hem op. Volgens de getuige heeft [medeverdachte 1] tegen hem gezegd dat hij dat geld over zou maken aan zijn vriend [bijnaam 1 verdachte], die op dat moment in Polen zat. Normaal gaf [medeverdachte 1] het geld contant aan die [bijnaam 1 verdachte]. Volgens de getuige komen er ongeveer twee keer per maand mensen naar Nederland vanuit de Oekraïne, tussen de 4 à 7 personen per keer. Toen de laatste vier in Nederland aankwamen was hij erbij. Voor de rest praat hij veel met mensen. Hij werkt ook bij ze. Hij is daarom op de hoogte van de situatie. Ook van [medeverdachte 1] weet hij dingen, hij heeft daarover verteld. De getuige heeft verder verklaard dat [medeverdachte 1] in Nederland alles deed, maar dat het geld naar [bijnaam 1 verdachte] ging. Volgens de getuige is [medeverdachte 1] bang voor [bijnaam 1 verdachte]. De getuige weet dat [bijnaam 1 verdachte] op 18 september 2010 uit Polen kwam en heeft [medeverdachte 1] op 21 september 2010 gezien met verwondingen in het gezicht en de hals. [medeverdachte 1] heeft toen tegen de getuige gezegd dat [bijnaam 1 verdachte] dat had gedaan met een mes. Als [medeverdachte 1] geld heeft gekregen, dan belt [medeverdachte 1] naar [bijnaam 2 verdachte] en brengt hij hem het geld. Als [bijnaam 2 verdachte] niet in Nederland is maakt [medeverdachte 1] het geld over naar [bijnaam 2 verdachte] via Western Union. De getuige weet dit omdat [medeverdachte 1] dit zelf aan hem heeft verteld. [bijnaam 2 verdachte] krijgt geld omdat [medeverdachte 1] bang voor hem is, omdat hij hem slaat en bedreigt met het feit dat hij [medeverdachte 1] in de achterbak van de auto doet en dan naar Polen rijdt, omdat [medeverdachte 1] nog een hele lange gevangenisstraf in Polen moet uitzitten. Ook op de dag dat de getuige met [medeverdachte 1] op de ringweg bij Amsterdam mensen moest ophalen, heeft [medeverdachte 1] hem verteld dat [bijnaam 2 verdachte] hem belde dat hij met geld moest komen. Dat had toen betrekking op het geld van die vier personen die zij moesten ophalen. [medeverdachte 1] heeft gezegd dat het altijd zo ging. Hij zei dat hij al het geld dat hij met de Oekraïners verdiende aan [bijnaam 2 verdachte] moest geven, dat hij zelf niets overhield.

13 Aan de getuige [slachtoffer 2] is de foto K56.01 getoond. De getuige heeft de man op deze foto herkend als de [verdachte], [bijnaam 1 verdachte] of [bijnaam 2 verdachte] waarover hij heeft verklaard. Blijkens het bijgevoegde proces-verbaal staat op deze foto verdachte afgebeeld. De getuige [slachtoffer 3] heeft verklaard dat hij via een bedrijf genaamd [bedrijf] een Pools Schengenvisum heeft geregeld, waarmee hij naar Nederland is gekomen. De getuige had op een internetsite een advertentie van dit bedrijf gezien en is op het kantoor in Lvov geweest. De directeur van het bedrijf heet [tussenpersoon 1]. De onderdirecteur is een vrouw en heet [tussenpersoon 4]. Er is nog een andere man en dat is een expert. Hij heet [tussenpersoon 5]. De getuige heeft 1.000,- aan [tussenpersoon 1] overhandigd. Daarna heeft hij nog 450,- betaald. Hij moest 550,- meenemen naar Nederland. Volgens de getuige had [bedrijf] hem in Nederland legaal werk beloofd, met een contract voor een jaar. Daarnaast heeft [bedrijf] gezegd dat er huisvesting en eten geregeld zou worden door de werkgever in Nederland. Het salaris zou 1.200,- per maand zijn. [bedrijf] heeft de documenten ten behoeve van het verkrijgen van het visum geregeld. De getuige moest de aanvraag persoonlijk doen. Daarna heeft hij zijn paspoort ingeleverd bij [bedrijf]. [bedrijf] heeft vervolgens geregeld wanneer de getuige kon vertrekken met de bus en heeft geregeld dat zijn paspoort voorzien van een visum op het busstation werd afgeleverd. De getuige heeft het bedrag van 2.000,- geleend van een vreemde. Hij moet daarover 5% rente per maand betalen. Hij heeft nu een schuld van 3.200,-. De getuige is op 15 of 16 juni 2010 vanuit de Oekraïne naar Nederland vertrokken en is op 18 juni 2010 aangekomen op de Prins Hendrikkade in Amsterdam. Toen hij bijna aankwam kreeg hij een sms van [tussenpersoon 5] met de naam en het telefoonnummer van een persoon die hij moest bellen in Nederland. De getuige heeft dat nummer gebeld en kreeg een persoon aan de telefoon die Pools en Oekraïens sprak. Deze man heet [medeverdachte 1]. De getuige is op het Centraal Station opgehaald door [medeverdachte 1] en [naam valse ID 3]. Dit is [naam valse ID 3]. [medeverdachte 1] werd [bijnaam 3 medeverdachte 1] genoemd. De getuige is naar de [Hotel] in Callantsoog gebracht. In de [Hotel] moest hij 550,- aan [medeverdachte 1] betalen voor de huisvesting en het arbeidscontract voor één jaar. Toen de getuige in Nederland kwam was er geen werk. Hij heeft toen gebeld met [tussenpersoon 4] en [tussenpersoon 5] van [bedrijf]. Zij zeiden dat [medeverdachte 1] voor contracten zou zorgen en alles zou gaan regelen. Na vier dagen wachten is de getuige aan het werk gegaan in het veld. De getuige heeft op diverse plekken gewerkt. [medeverdachte 1] bracht hem altijd en regelde alles. Van [medeverdachte 1] heeft hij een kopie van een Poolse dowod gekregen op de naam [naam valse ID 4]. Als iemand op de werkplek naar zijn identiteit zou vragen, moest hij die laten zien. Volgens de getuige had [medeverdachte 1] altijd een heleboel documenten bij zich in een plastic tas, niet per se originelen. Het waren paspoorten, identiteitsdocumenten en sofinummers. [medeverdachte 1] kon gewoon een kopie van een paspoort uitzoeken. Lijk je op de foto, dan krijg je die mee. In september 2010 heeft de getuige 13 dagen van 8 uur gewerkt bij een bouwbedrijf. Daarvoor heeft hij nooit betaald gekregen. [medeverdachte 1] heeft voor de getuige ook werk geregeld in de kranten. Ook hiervoor heeft hij nooit uitbetaald gekregen. Als [medeverdachte 1] geen werk regelde, had aangever geen werk. Omdat de getuige geen geld heeft gekregen en geen contract, kon hij zich in Nederland niet legaal verplaatsen en legaal werken. Verder was de getuige bang vanwege dreigementen van [medeverdachte 1]. [medeverdachte 1] ging dreigen met uitzettingen en deportaties. Als de getuige onverhoopt zou worden aangehouden, dan mocht hij niet zeggen waar hij verbleef, hoe hij aan het werk was

14 gekomen en dat hij niet betaald kreeg. Als hij werd aangehouden door de politie zou hij teruggestuurd worden naar de Oekraïne en nooit meer terug kunnen keren naar Nederland en hij zou in Nederland worden opgesloten in een stenen gevangenis. Aangever [slachtoffer 4] heeft verklaard dat [tussenpersoon 1] op internet goed betaald werk aanbood in het buitenland. Er werd een officieel contract en onderdak beloofd. Aangever heeft het telefoonnummer van [tussenpersoon 1] gebeld en daarna hebben ze elkaar ontmoet. Er werd gezegd dat aangever naar Nederland zou worden gebracht en dat alles zou worden geregeld. Aangever moest daarvoor 270,- aan het bedrijf betalen en 35,- voor de ambassade. Daarna moest hij nog 600,- betalen. Er werd ook gezegd dat hij geld mee moest nemen naar Nederland: 300,- per maand voor onderdak en 200,- per maand voor eten. Aangever had zelf 1.000,- en heeft de rest via zijn broer geleend bij een kredietmaatschappij. Zo heeft aangever een bedrag van ongeveer 2.000,- bij elkaar gekregen. Het visum is geregeld door [tussenpersoon 1]. Aangever heeft wel zelf in de rij gestaan om de aanvraag te doen, maar hij heeft de papieren niet zelf ingevuld. Die heeft hij van [tussenpersoon 1] gekregen. Er is tegen aangever gezegd dat hij 10,- per uur kon verdienen, maar ook 12,- of 15,- bijvoorbeeld in de bouw. Op 19 april 2010 is aangever vanuit Lviv in de Oekraïne naar Nederland vertrokken. Omdat er zoveel spoed bij was werd aangever niet gebracht en moest hij zelf naar Nederland reizen. Aangever heeft dit zelf betaald. [tussenpersoon 1] heeft uitleg gegeven over de reis en heeft een stukje papier gegeven met daarop het telefoonnummer van zijn Poolse partner in Nederland. Hierbij was door [tussenpersoon 1] de naam [bijnaam 1 medeverdachte 1] geschreven. Aangever is samen met [naam 3] naar Nederland gereisd. Hij is op 23 april 2010 omstreeks 7.00 uur in de ochtend aangekomen in Amsterdam. [bijnaam 1 medeverdachte 1] stond bij aankomst al te wachten, [naam 3] had hem gebeld vanuit de bus. Aangever is in Sint Maartensbrug, naar een hotel gebracht. Tijdens de rit zei [bijnaam 1 medeverdachte 1] dat aangever hem 800,- moest betalen, hij zou dan alle benodigde papieren in orde brengen voor het werk en het verblijf. [naam 3] moest ook 800,- betalen, maar hij had maar 500,-. Hij zou de rest in natura betalen. Aangever heeft voor zichzelf en [naam 3] het hotel betaald voor de hele week. [bijnaam 1 medeverdachte 1] zei dat ze het hotel zelf moesten betalen. Zij moesten [bijnaam 1 medeverdachte 1] betalen voor het feit dat hij een woning voor hen zou zoeken. De tweede dag in Nederland kwamen [bijnaam 1 medeverdachte 1] en [bijnaam 2 verdachte] bij het hotel in Sint Maartensbrug. Aangever en [naam 3] moesten bij hun in de auto zitten. [bijnaam 1 medeverdachte 1] en [bijnaam 2 verdachte] spraken met elkaar over wat ze met aangever en [naam 3] moesten gaan doen. Het ging over waar aangever moest werken. Zij spraken in het Pools, waarvan aangever veel verstaat. [bijnaam 2 verdachte] keek naar aangever en zei toen dat hij op iemand leek. Twee à drie weken later kreeg hij documenten en zag aangever dat hij leek op de Pool op de foto. [bijnaam 1 medeverdachte 1] wist dat aangever een Oekraïner was. Aangever heeft twee nachten geslapen in Sint Maartensbrug. Daarna werden hij en [naam 3] uit het hotel gezet. De eigenaar wilde documenten zien, maar [bijnaam 1 medeverdachte 1] had hen verboden hun geldige documenten te laten zien. Diezelfde dag had [bijnaam 1 medeverdachte 1] nog drie Oekraïners gekregen, die ging hij in Petten huisvesten. Aangever en [naam 3] werden daar ook heen gebracht. Aangever heeft ongeveer 2.5 maand in Petten gezeten met [naam 3], [naam 1], [getuige 1] en [slachtoffer 1]. Daarna is hij in Hotel [Hotel] in Callantsoog gaan wonen. Aangever is pas na 1,5 maand gaan werken, één maand in de bloemen in de buurt van het vliegveld. Aangever mocht nooit zeggen op het werk dat hij een Oekraïner was. Hij mocht niet

ECLI:NL:RBALK:2011:BU8346

ECLI:NL:RBALK:2011:BU8346 ECLI:NL:RBALK:2011:BU8346 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 08-12-2011 Datum publicatie 15-12-2011 Zaaknummer 14.810161-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig. ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11 ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2013:4039

ECLI:NL:RBGEL:2013:4039 ECLI:NL:RBGEL:2013:4039 Uitspraak RECHTBANK GELDERLAND Team strafrecht Zittingsplaats Zutphen Meervoudige kamer Parketnummer: [jw.sys.1.verdachte_1_parketnummer]05/860948-13 Uitspraak d.d. 22 oktober 2013

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2011:BU4938

ECLI:NL:RBHAA:2011:BU4938 ECLI:NL:RBHAA:2011:BU4938 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 17-11-2011 Datum publicatie 17-11-2011 Zaaknummer 15-801142-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:3064

ECLI:NL:GHARL:2014:3064 ECLI:NL:GHARL:2014:3064 Instantie Datum uitspraak 15-04-2014 Datum publicatie 15-04-2014 Zaaknummer 21-000541-12 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:4569

ECLI:NL:RBMNE:2016:4569 ECLI:NL:RBMNE:2016:4569 Instantie Datum uitspraak 16-08-2016 Datum publicatie 17-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 16/652521-15 (P) Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2012:BV2125

ECLI:NL:RBZUT:2012:BV2125 ECLI:NL:RBZUT:2012:BV2125 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 24-01-2012 Datum publicatie 27-01-2012 Zaaknummer 06/850686-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2011:BT8884

ECLI:NL:RBZUT:2011:BT8884 ECLI:NL:RBZUT:2011:BT8884 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 21-10-2011 Datum publicatie 21-10-2011 Zaaknummer 06/940112-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2010:BN9788

ECLI:NL:RBALK:2010:BN9788 ECLI:NL:RBALK:2010:BN9788 Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak: 07-10-2010 Datum publicatie: 08-10-2010 Zaaknummer: 14.810141-07 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:2577

ECLI:NL:GHARL:2015:2577 ECLI:NL:GHARL:2015:2577 Uitspraak Arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Strafrecht Parketnummer: 21-008157-13 Datum uitspraak: 9 april 2015 Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 Instantie Datum uitspraak 26-10-2016 Datum publicatie 22-12-2016 Zaaknummer 16/703291-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2015:5690

ECLI:NL:RBMNE:2015:5690 ECLI:NL:RBMNE:2015:5690 Instantie: Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak: 14-07-2015 Datum publicatie: 17-08-2015 Zaaknummer: 16-994267-14 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Uitspraak RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Het hoger beroep De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Het hoger beroep De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. ECLI:NL:GHARL:2015:7181 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 25-09-2015 Datum publicatie: 25-09-2015 Zaaknummer: 21-004143-14 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2016:5552

ECLI:NL:RBNNE:2016:5552 ECLI:NL:RBNNE:2016:5552 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 15-12-2016 Datum publicatie 19-12-2016 Zaaknummer 18-730123-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:7744

ECLI:NL:RBMNE:2016:7744 ECLI:NL:RBMNE:2016:7744 Instantie Datum uitspraak 22-11-2016 Datum publicatie 07-08-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer 16.705352.15 en 16.702009.13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:3990

ECLI:NL:GHDHA:2016:3990 ECLI:NL:GHDHA:2016:3990 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 23-06-2016 Datum publicatie 04-01-2017 Zaaknummer 22-004558-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Vindplaatsen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2015:7578

ECLI:NL:RBNHO:2015:7578 ECLI:NL:RBNHO:2015:7578 Instantie Datum uitspraak 03-09-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 15/871690-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2011:BQ2782

ECLI:NL:RBALK:2011:BQ2782 ECLI:NL:RBALK:2011:BQ2782 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 27-04-2011 Datum publicatie 27-04-2011 Zaaknummer 14.701108-10 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2017:2863

ECLI:NL:RBNHO:2017:2863 ECLI:NL:RBNHO:2017:2863 Instantie Datum uitspraak 30-01-2017 Datum publicatie 07-04-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Holland 15/871465-15 (P) Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2014:1214

ECLI:NL:RBOBR:2014:1214 ECLI:NL:RBOBR:2014:1214 Instantie Datum uitspraak 20-03-2014 Datum publicatie 20-03-2014 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 01/865006-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:10245

ECLI:NL:RBAMS:2015:10245 ECLI:NL:RBAMS:2015:10245 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 25-11-2015 Datum publicatie 23-06-2017 Zaaknummer 13/845106-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:469

ECLI:NL:RBMNE:2017:469 ECLI:NL:RBMNE:2017:469 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 03-02-2017 Datum publicatie 03-02-2017 Zaaknummer 16.706608-16 (P) Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Vonnis van de rechtbank Limburg, meervoudige kamer voor strafzaken,

Vonnis van de rechtbank Limburg, meervoudige kamer voor strafzaken, ECLI:NL:RBLIM:2013:5859 Uitspraak RECHTBANK Limburg Zittingsplaats Maastricht Strafrecht Parketnummer : 03/993017-11 Datum uitspraak : 17 september 2013 Tegenspraak Vonnis van de rechtbank Limburg, meervoudige

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:1213

ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-03-2017 Datum publicatie 10-04-2017 Zaaknummer 23-000918-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 05-12-2014 Zaaknummer 23-004323-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957

ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957 ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 23-05-2006 Datum publicatie 23-05-2006 Zaaknummer 21-000822-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ec Instantie Datum uitspraak 07-10-2015 Datum publicatie 07-10-2015 Rechtbank Oost-Brabant

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 Instantie Datum uitspraak 12-02-2013 Datum publicatie 28-05-2013 Zaaknummer 21-004366-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak vonnis GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00480/17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak tegen de verdachte: R.M.C., geboren op Curaçao, wonende

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:1041

ECLI:NL:RBGEL:2016:1041 ECLI:NL:RBGEL:2016:1041 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 22-02-2016 Datum publicatie 25-02-2016 Zaaknummer 05/840508-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2012:BX0121

ECLI:NL:RBROT:2012:BX0121 ECLI:NL:RBROT:2012:BX0121 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 11-05-2012 Datum publicatie 02-07-2012 Zaaknummer 10/603057-06 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2015:1805

ECLI:NL:RBNHO:2015:1805 ECLI:NL:RBNHO:2015:1805 Uitspraak Vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND, LOCATIE HAARLEM Strafrecht Datum uitspraak : 10 maart 2015 Parketnummer: 15/840083-08 (ontneming) Vonnis ex artikel 36e van het Wetboek

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2014:2835

ECLI:NL:RBGEL:2014:2835 ECLI:NL:RBGEL:2014:2835 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 29-04-2014 Zaaknummer 05/900024-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ3733

ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ3733 ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ3733 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 07-06-2012 Datum publicatie 11-03-2013 Zaaknummer 13/666528-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 22-07-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16-711123-09 [P] Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1622

ECLI:NL:RBOVE:2016:1622 ECLI:NL:RBOVE:2016:1622 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 10-05-2016 Datum publicatie 11-05-2016 Zaaknummer 08/760127-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:1209

ECLI:NL:RBOVE:2017:1209 ECLI:NL:RBOVE:2017:1209 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 20-03-2017 Datum publicatie 20-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 08/760032-15(P) Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2013:14050. 1 Tenlastelegging. Uitspraak. Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2013:14050. 1 Tenlastelegging. Uitspraak. Rechtbank Noord-Holland ECLI:NL:RBNHO:2013:14050 Rechtbank Noord-Holland Datum uitspraak: 24-12-2013 Datum publicatie: 25-06-2014 Zaaknummer: 15/740698-13 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis ECLI:NL:GHARL:2016:10657 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 02-02-2016 Datum publicatie 15-05-2017 Zaaknummer 21-002071-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:789, Niet ontvankelijk

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2017:4416

ECLI:NL:RBOBR:2017:4416 ECLI:NL:RBOBR:2017:4416 Instantie Datum uitspraak 17-08-2017 Datum publicatie 17-08-2017 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 01/860063-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715 ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 26-05-2011 Datum publicatie 29-06-2011 Zaaknummer 16-504228-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234 ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 07-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer 14.701344-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994 ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 22-12-2006 Datum publicatie 11-01-2007 Zaaknummer 15/645076-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2006:AY6694

ECLI:NL:RBHAA:2006:AY6694 ECLI:NL:RBHAA:2006:AY6694 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 16-08-2006 Datum publicatie 22-08-2006 Zaaknummer 15/500918-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:9415

ECLI:NL:GHARL:2014:9415 ECLI:NL:GHARL:2014:9415 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 04-12-2014 Datum publicatie: 17-12-2014 Zaaknummer: 21-005927-13 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2013:CA2936

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak ECLI:NL:GHAMS:2012:BV9608

Uitspraak ECLI:NL:GHAMS:2012:BV9608 ECLI:NL:GHAMS:2012:BV9608 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 19-03-2012 Datum publicatie 21-03-2012 Zaaknummer 23-004614-10 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3838

ECLI:NL:GHDHA:2014:3838 ECLI:NL:GHDHA:2014:3838 Instantie: Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak: 13-11-2014 Datum publicatie: 28-11-2014 Zaaknummer: 22-000767-14 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Uitspraak

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2015:1985

ECLI:NL:RBOVE:2015:1985 ECLI:NL:RBOVE:2015:1985 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 17-04-2015 Datum publicatie 20-04-2015 Zaaknummer 08/951389-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:13684

ECLI:NL:RBDHA:2016:13684 ECLI:NL:RBDHA:2016:13684 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 25-10-2016 Datum publicatie 17-11-2016 Zaaknummer 09/797308-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:264

ECLI:NL:GHAMS:2014:264 ECLI:NL:GHAMS:2014:264 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 14-01-2014 Datum publicatie 22-04-2014 Zaaknummer 23-003557-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016. ECLI:NL:GHAMS:2016:5663 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-09-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-000259-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:OGEAA:2016:411 ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:709

ECLI:NL:GHAMS:2016:709 ECLI:NL:GHAMS:2016:709 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-01-2016 Datum publicatie 23-03-2016 Zaaknummer 23-001797-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2011:BQ1659

ECLI:NL:GHAMS:2011:BQ1659 ECLI:NL:GHAMS:2011:BQ1659 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 18-04-2011 Zaaknummer 23-000014-10 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2015:6277

ECLI:NL:RBNNE:2015:6277 ECLI:NL:RBNNE:2015:6277 Instantie Datum uitspraak 13-11-2015 Datum publicatie 17-03-2016 Zaaknummer 18.720178-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBONE:2013:BY9769

ECLI:NL:RBONE:2013:BY9769 ECLI:NL:RBONE:2013:BY9769 Instantie Datum uitspraak 28-01-2013 Datum publicatie 29-01-2013 Rechtbank Oost-Nederland Zaaknummer 05/901294-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2015:6365

ECLI:NL:RBOBR:2015:6365 ECLI:NL:RBOBR:2015:6365 Instantie Datum uitspraak 04-11-2015 Datum publicatie 04-11-2015 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 01/879450-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29-01-2014 Datum publicatie 29-01-2014 Zaaknummer 09/818467-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2010:BM3897

ECLI:NL:RBHAA:2010:BM3897 ECLI:NL:RBHAA:2010:BM3897 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 04-05-2010 Datum publicatie 10-05-2010 Zaaknummer 15-800109-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 Instantie Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 16-05-2012 Zaaknummer 20-002733-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZLY:2009:BK6655

ECLI:NL:RBZLY:2009:BK6655 ECLI:NL:RBZLY:2009:BK6655 Instantie Datum uitspraak 24-11-2009 Datum publicatie 16-12-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zwolle-Lelystad 07.620221-08 (P) Strafrecht

Nadere informatie

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Arnhem Afdeling strafrecht Parketnummer: X Uitspraak d.d.: 15 juni 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger

Nadere informatie

1. Het onderzoek ter terechtzitting Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 23 mei 2013.

1. Het onderzoek ter terechtzitting Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 23 mei 2013. ECLI:NL:RBMNE:2013:CA2571 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 06-06-2013 Datum publicatie 10-06-2013 Zaaknummer 16/661190-13 (P) Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2013:11567

ECLI:NL:RBNHO:2013:11567 ECLI:NL:RBNHO:2013:11567 Instantie Datum uitspraak 26-11-2013 Datum publicatie 03-12-2013 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 15/710645-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 09-08-2017 Zaaknummer 22-005150-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473 ECLI:NL:RBNNE:2017:1473 Instantie Datum uitspraak 20-04-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 18/830019-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2006:AX9578

ECLI:NL:RBHAA:2006:AX9578 ECLI:NL:RBHAA:2006:AX9578 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 11-04-2006 Datum publicatie 29-06-2006 Zaaknummer 15/502438-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:10161

ECLI:NL:RBROT:2016:10161 ECLI:NL:RBROT:2016:10161 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-11-2016 Datum publicatie 13-01-2017 Zaaknummer 10/710336-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:3315

ECLI:NL:RBMNE:2014:3315 ECLI:NL:RBMNE:2014:3315 Instantie Datum uitspraak 29-07-2014 Datum publicatie 01-08-2014 Zaaknummer 16/659378-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2013:BZ6388

ECLI:NL:RBAMS:2013:BZ6388 ECLI:NL:RBAMS:2013:BZ6388 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 15-03-2013 Datum publicatie 05-04-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 13/993005-12 (Promis) Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572

ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572 ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 21-07-2006 Datum publicatie 21-08-2006 Zaaknummer 03/703565-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002

ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002 ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 17-02-2011 Zaaknummer 03-702714-08 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZLY:2010:BO9656

ECLI:NL:RBZLY:2010:BO9656 ECLI:NL:RBZLY:2010:BO9656 Instantie Datum uitspraak 10-12-2010 Datum publicatie 04-01-2011 Rechtbank Zwolle-Lelystad Zaaknummer 07.620273-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2010:BO9082

ECLI:NL:RBHAA:2010:BO9082 ECLI:NL:RBHAA:2010:BO9082 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 30-11-2010 Datum publicatie 28-12-2010 Zaaknummer 15-800980-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Personen-

Nadere informatie

Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/04458 Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1277, Gevolgd

Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/04458 Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1277, Gevolgd ECLI:NL:HR:2016:2909 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 20-12-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 15/04458 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1277, Gevolgd Rechtsgebieden Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 Instantie Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-000203-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx LJN: BK6789, Gerechtshof 's-gravenhage, 22-000700-08 Datum uitspraak: Datum publicatie: Rechtsgebied: 16-12-2009 16-12-2009 Straf Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Computercriminaliteit.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ2894

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ2894 ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ2894 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 24-05-2006 Datum publicatie 22-11-2006 Zaaknummer 15/500189-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:9416

ECLI:NL:GHARL:2014:9416 ECLI:NL:GHARL:2014:9416 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 04-12-2014 Datum publicatie: 17-12-2014 Zaaknummer: 21-005710-13 Formele relaties: Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2013:1485

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2007:BD9897

ECLI:NL:RBHAA:2007:BD9897 ECLI:NL:RBHAA:2007:BD9897 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 10-12-2007 Datum publicatie 12-08-2008 Zaaknummer 15/700573-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2014:2799

ECLI:NL:RBNNE:2014:2799 ECLI:NL:RBNNE:2014:2799 Uitspraak Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak: 05-06-2014 Datum publicatie: 05-06-2014 Zaaknummer: 18/670632-11 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2015:384

ECLI:NL:OGEAA:2015:384 ECLI:NL:OGEAA:2015:384 Instantie Datum uitspraak 02-07-2015 Datum publicatie 05-10-2015 Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Zaaknummer P-2014/15112, 134 van 2015 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:190

ECLI:NL:RBAMS:2015:190 ECLI:NL:RBAMS:2015:190 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 19-01-2015 Datum publicatie 05-02-2015 Zaaknummer 13-669245-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2011:BR4575

ECLI:NL:GHSGR:2011:BR4575 ECLI:NL:GHSGR:2011:BR4575 Instantie Gerechtshof 's-gravenhage Datum uitspraak 09-08-2011 Datum publicatie 10-08-2011 Zaaknummer 22-000623-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:1329

ECLI:NL:RBMNE:2014:1329 ECLI:NL:RBMNE:2014:1329 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 28-03-2014 Datum publicatie 10-04-2014 Zaaknummer 16-655450-12 (ontneming) Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie