ECLI:NL:PHR:2015:2402 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 14/03381
|
|
- Thomas Bosman
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 ECLI:NL:PHR:2015:2402 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 14/03381 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2015:3580, Gevolgd Strafrecht Pressieverbod. Bekennende verklaring verdachte ondanks pijn t.g.v. brandwonden aan handen in vrijheid afgelegd? Art Sv. Hof heeft geoordeeld dat de verdachte tijdens het verhoor pijn aan beide handen heeft gehad en dat de verdachte het liefst naar huis wilde, maar dat niet gezegd kan worden dat verdachte zijn (bekennende) verklaring niet in vrijheid heeft afgelegd. Dat oordeel is, in aanmerking genomen dat het Hof kennelijk heeft geoordeeld dat de verwondingen noch de pijnstillende middelen hebben geleid tot een verminderd bewustzijn, niet onbegrijpelijk en is in het licht van hetgeen ten verwere is aangevoerd, toereikend gemotiveerd. Vindplaatsen Rechtspraak.nl Conclusie Nr. 14/03381 Zitting: 27 oktober 2015 Mr. Bleichrodt Conclusie inzake: [verdachte] 1. Het Gerechtshof s-hertogenbosch heeft bij arrest van 2 juni 2014 de verdachte wegens 1. opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd en 2. diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking, meermalen gepleegd veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 110 uren, subsidiair 55 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één maand, met een proeftijd van twee jaren. 2. Deze zaak hangt samen met de ontnemingszaak tegen de verdachte (nr. 14/06473 P), waarin ik vandaag eveneens concludeer. 3. Namens de verdachte is beroep in cassatie ingesteld en heeft mr. G. Spong, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. 4. Het gaat in deze zaak - kort gezegd - om het volgende. Op 16 augustus 2010 is omstreeks 11:54
2 uur een brand uitgebroken in de woning van de verdachte. Tijdens het blussen van die brand heeft de brandweer een hennepkwekerij in de woning ontdekt. Vervolgens heeft een medewerker van energiemaatschappij Eneco (Enexis BV) geconstateerd dat er in de woning stroom onder de meter door is weggenomen. 1 Volgens de verdachte is de brand in zijn woning veroorzaakt door kortsluiting in één van de ventilatoren in de hennepkwekerij. Toen de verdachte de brand ontdekte, heeft hij naar eigen zeggen de gloeiend hete kettingen waaraan die ventilator hing met beide handen vastgepakt. Daarbij heeft de verdachte zijn handen verbrand. 2 Nadat de verdachte was aangehouden op verdenking van overtreding van de Opiumwet, heeft een ambulancemedewerker de brandwonden van de verdachte ter plaatse behandeld en hebben politieagenten de verdachte naar het ziekenhuis begeleid ter (verdere) verzorging van zijn brandwonden. 3 Daarbij heeft de behandelend chirurg de verdachte een aantal pijnstillende middelen voorgeschreven. Op diezelfde dag is de verdachte door de politie verhoord. De verdachte heeft toen onder meer ten aanzien van de jaren 2008 en 2009 een bekennende verklaring afgelegd, die zowel de politierechter als het hof voor het bewijs heeft gebruikt. 4 De verdachte is zowel in eerste aanleg als in hoger beroep veroordeeld ter zake van het opzettelijk telen van hennepplanten (feit 1) en gekwalificeerde diefstal van energie (feit 2), meermalen gepleegd in de periode van 1 januari 2008 tot en met 16 augustus Het middel behelst de klacht dat het hof het ten aanzien van feit 1 gevoerde verweer, inhoudende dat de verdachte zijn voor het bewijs gebezigde bekennende verklaring niet in vrijheid heeft afgelegd, aangezien hij tijdens zijn verhoor hevige pijn aan zijn verbrande handen had waardoor hij werd gedwongen een bekentenis af te leggen om van het verhoor af te zijn, heeft verworpen op gronden die deze verwerping niet kunnen dragen. 6. De stukken van het geding houden, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, het volgende in: (i) De verdachte heeft op 16 augustus 2010 om 15:50 uur bij de politie een verklaring afgelegd. De verdachte heeft aanvankelijk verklaard dat er niet eerder is geoogst, maar op een later moment tijdens dat verhoor heeft hij bekend dat hij al in 2008 en in 2009 heeft geoogst. Aan het slot van het proces-verbaal van verhoor is aangetekend dat het verhoor van de verdachte tussen 16:55 uur en 17:05 uur is onderbroken in verband met de verzorging van de brandwonden aan de handen van de verdachte door een dokter en dat het verhoor om 17:40 uur is beëindigd. Het hof heeft het tweede deel van de verklaring van de verdachte als bewijsmiddel 5 tot het bewijs gebezigd. (ii) Op verzoek van de verdediging is op de terechtzitting in eerste aanleg van 22 februari 2013 de verbalisant die de verdachte bij de politie heeft verhoord als getuige gehoord. De verbalisant heeft ten aanzien van het verhoor van de verdachte en de toestand waarin de verdachte ten tijde van dit verhoor verkeerde het volgende verklaard. Beide handen van de verdachte waren verbonden, terwijl de verdachte de indruk wekte dat hij veel pijn had, aangezien zijn handen en zijn gezicht trilden. Gelet op het feit dat de verbalisant de indruk had dat de verdachte veel pijn had en de omstandigheid dat het verband van de verdachte er slordig uit zag, is het verhoor van de verdachte onderbroken op het moment dat de arts arriveerde. Volgens de verbalisant kan het kloppen dat het verhoor van de verdachte 1 uur en 50 minuten heeft geduurd. De verbalisant kon niet aangeven of de verdachte van zijn verhoor af wilde zijn. (iii) Op de terechtzitting in hoger beroep van 19 mei 2014 heeft de verdachte ten aanzien van zijn bij de politie afgelegde bekennende verklaring het volgende verklaard. De verdachte had zo ontzettend veel pijn tijdens het verhoor dat hij het liefst zo snel mogelijk naar huis wilde. De verdachte heeft bevestigend gereageerd op het door de verhorende verbalisant geuite vermoeden dat hij al vanaf 2008 hennep teelde, aangezien de verdachte dacht dat hij dan naar huis kon gaan. Dit gedeelte van zijn verklaring klopt volgens de verdachte niet en heeft hij niet in vrijheid afgelegd. Hij heeft pas sinds 2010 een hennepkwekerij en hij heeft niet eerder geoogst. 5 (iv) Op verzoek van de verdediging is op die terechtzitting D.P. Mackie, in het verleden werkzaam als intensivist / anaesthesioloog bij het brandwondencentrum in Beverwijk, als deskundige gehoord. Deze
3 deskundige heeft ten aanzien van de brandwonden van de verdachte het volgende verklaard. Het ging niet om ernstige brandwonden, aangezien er alleen sprake was van verbrande handen. Wel zijn verbrande handen pijnlijk. De conclusie van de behandelend chirurg dat de verdachte tweedegraads brandwonden had, zou kunnen kloppen, aangezien bij lichamelijk onderzoek is gebleken dat de verdachte blaren had maar de handen van de verdachte intussen goed zijn genezen. De tweedegraads brandwonden hebben bij de verdachte geen vermindering van de helderheid van zijn bewustzijn opgeleverd. Het feit dat de brandwonden goed zijn genezen betekent dat er juist en op tijd is gehandeld. Wel zou de pijn sneller zijn verzacht als er eerder zou zijn gekoeld. De door de behandelend chirurg voorgeschreven medicatie heeft geen effect gehad op het bewustzijn van de verdachte, aldus de deskundige. 7. Zoals blijkt uit het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 19 mei 2014, heeft de raadsman van de verdachte betoogd dat de verdachte niet heeft geteeld in 2008 en in 2009, zodat hij in zoverre van het onder 1 ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken. Daartoe heeft hij aangevoerd dat er ernstig moet worden getwijfeld aan de juistheid van de bij de politie afgelegde bekentenis van de verdachte. Vanwege de hevige pijnen is deze verklaring niet in vrijheid afgelegd. De raadsman heeft daartoe het volgende aangevoerd. Bij de aanvang van zijn verhoor door de politie heeft de verdachte aangegeven dat hij nooit heeft geoogst. Vervolgens komt hij tot een bekentenis ten aanzien van het telen in 2008 en in De verhorende verbalisant is niet verder ingegaan op deze bekentenis en heeft het verhoor snel afgeraffeld. Bovendien heeft de verhorende verbalisant waargenomen dat de verdachte hevige pijnen had, aldus de raadsman. 8. Het hof heeft dit verweer onder bijzondere overwegingen omtrent het bewijs, ten aanzien van feit 1 als volgt samengevat en verworpen: De raadsman heeft een gedeeltelijke vrijspraak voor feit 1 bepleit voorzover het betreft het telen in de periode van 1 januari 2008 tot en met 16 augustus Volgens de raadsman heeft de verdachte zijn bekennende verklaring over de hennepteelt over die periode niet in vrijheid afgelegd en dient deze van het bewijs te worden uitgesloten. Hetgeen dan aan bewijs resteert kan alleen leiden tot een bewezenverklaring van het aanwezig hebben van hennepplanten op 16 augustus 2010, aldus de raadsman. Ter onderbouwing van het niet in vrijheid afgelegd zijn van de bekennende verklaring heeft de raadsman betoogd dat verdachte tijdens het verhoor hevige pijn aan zijn verbrande handen had waardoor hij werd gedwongen een bekentenis af te leggen om van het verhoor af te zijn. Het hof overweegt dienaangaande als volgt. Op 16 augustus 2010 wordt verdachte omstreeks 11:58 uur aangehouden. Er is brand geweest in zijn hennepkwekerij en verdachte heeft brandwonden aan zijn handen. Verdachte wordt naar het ziekenhuis gebracht ter verzorging van deze wonden. De behandelend chirurg stelt omstreeks 12:50 uur vast dat verdachte tweedegraads brandwonden heeft aan beide handen. De chirurg schrijft een aantal pijnstillende middelen voor en behandelt de brandwonden. Omstreeks 15:50 uur die dag wordt op het politiebureau met het verhoor van verdachte aangevangen. Tussen 16:55 uur en 17:05 uur wordt het verhoor onderbroken voor verzorging van deze brandwonden.
4 Tijdens voormeld verhoor heeft verdachte bekend dat hij in 2008 en 2009 in de hennepkwekerij heeft geteeld en geoogst. De volgende dag, 17 augustus 2010, heeft een andere chirurg vastgesteld dat verdachte tweedegraads brandwonden aan de linkerhand heeft en eerstegraads brandwonden aan de andere hand. Ter zitting in hoger beroep is een voormalige intensivist van het brandwondencentrum te Beverwijk als deskundige gehoord over deze brandwonden. De deskundige heeft aangegeven dat eerstegraads brandwonden een pijn geven die gelijk is aan zonnebrand. Tweedegraads brandwonden geven een hevigere met zenuwpijn vergelijkbare pijn. Beide vormen van pijn geven geen verminderd bewustzijn of verminderde helderheid, aldus de deskundige. Dat doen ook niet de door de eerste chirurg verstrekte pijnstillende middelen. Ook voor het overige zijn er volgens deskundige geen aanwijzingen dat het bewustzijn tijdens voormeld verhoor van verdachte verminderd zou zijn geweest. Daarbij is ook van belang dat binnen een uur met de behandeling van de brandwonden is aangevangen. Gelet op vorenstaande bevindingen wil het hof aannemen dat verdachte tijdens het verhoor pijn aan beide handen heeft gehad en dat verdachte het liefst naar huis wilde. Deze pijn heeft echter niet geleid tot een verminderd bewustzijn of helderheid zodat niet gezegd kan worden dat verdachte zijn (bekennende) verklaring niet in vrijheid heeft afgelegd. Hoewel de mate van pijn een subjectief begrip is, is het hof van oordeel dat gezien het vorengaande, in samenhang en (tijds)verband beschouwd, verdachte niet in een situatie is gebracht dat hij vanwege deze pijn gedwongen werd een bekennende verklaring af te leggen. Het andersluidende verweer van de raadsman wordt verworpen en de bekentenis van verdachte wordt voor het bewijs gebruikt. Mede op grond daarvan komt het hof tot een bewezenverklaring van hennepteelt in de tenlastegelegde periode. 9. Bij de beoordeling van het middel moet het volgende worden voorop gesteld. Ingevolge art. 29, eerste lid, Sv dient de verhorende politieambtenaar bij het verhoor van de verdachte zich van alles te onthouden wat de strekking heeft een verklaring te verkrijgen waarvan niet kan worden gezegd dat deze in vrijheid is afgelegd. Dit voorschrift wordt ook wel het pressieverbod genoemd. Wanneer het pressieverbod is overtreden, mag de daardoor tot stand gekomen verklaring van de verdachte niet voor het bewijs worden gebruikt Voorts brengt de aan art. 29 Sv ten grondslag liggende verklaringsvrijheid van de verdachte mee dat de verdachte te allen tijde in staat dient te zijn om zich behoorlijk rekenschap te geven van de inhoud van zijn verklaringen en de consequenties daarvan. Indien de verdachte door een verbalisant wordt verhoord, dient te worden gewaarborgd dat de verdachte in staat moet worden geacht in vrijheid zijn wil te bepalen ten aanzien van hetgeen hij al dan niet aan de verbalisant wenst te verklaren. 7
5 11. Zoals blijkt uit de toelichting, neemt het middel tot uitgangspunt dat het hof het in het middel bedoelde verweer heeft verworpen op de enkele grond dat de verdachte niet is gedwongen om een bekennende verklaring af te leggen. Dit uitgangspunt berust op een verkeerde lezing van de bewijsoverwegingen van het hof en mist daardoor feitelijke grondslag. De overweging dat de verdachte niet in een situatie is gebracht waarin hij vanwege de pijn gedwongen werd een bekennende verklaring af te leggen, vormt klaarblijkelijk een reactie op het - in dezelfde termen samengevatte - verweer van de raadsman. In de hiervoor onder 8 weergegeven overwegingen heeft het hof echter ook overwogen dat de pijn aan beide handen van de verdachte niet heeft geleid tot een verminderd bewustzijn of verminderde helderheid, zodat niet gezegd kan worden dat de verdachte zijn verklaring niet in vrijheid heeft afgelegd. In deze overwegingen ligt als het oordeel van het hof besloten dat de verdachte, ondanks het feit dat hij tijdens het verhoor pijn aan beide handen heeft gehad, in staat mocht worden geacht in vrijheid zijn wil te bepalen ten aanzien van hetgeen hij al dan niet aan de verhorende verbalisant wenste te verklaren en dat niet aannemelijk is geworden dat door de verhorende verbalisant ongeoorloofde druk is uitgeoefend op de verdachte. 12. In het licht van hetgeen hiervoor onder 9 en 10 is voorop gesteld, geeft het oordeel van het hof geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. De steller van het middel betoogt in dit verband dat ter beoordeling van de vraag of de verklaring van de verdachte in vrijheid is afgelegd niet doorslaggevend is of de verdachte ten gevolge van pijn over een verminderd bewustzijn of een verminderde helderheid beschikte. Daarbij doelt hij op de overweging van het hof dat de pijn niet heeft geleid tot een verminderd bewustzijn of een verminderde helderheid bij de verdachte. Het komt ook mij voor dat niet uitgesloten is dat een verdachte dusdanige pijn lijdt, bijvoorbeeld ten gevolge van een aan het misdrijf overgehouden verwonding, dat een verhoor in strijd kan komen met het bepaalde in art. 29, eerste lid, Sv. 8 Ook in die gevallen zal de lichamelijke toestand van de verdachte echter zijn weerslag hebben op de psychische toestand van de verdachte, die maakt dat hij zich zodanig op het verdragen van de pijn concentreert dat zijn verklaringsvrijheid wordt aangetast. In die zin is sprake van een wisselwerking tussen de lichamelijke gesteldheid van de betrokkene en de daardoor ontstane psychische toestand. Niet blijkt dat het hof zulks heeft miskend. 13. In de overwegingen van het hof ligt als zijn oordeel besloten dat de pijn van de verdachte en de daardoor ontstane psychische toestand niet dusdanig was dat daardoor zijn verklaringsvrijheid was aangetast. 9 Dat oordeel is niet onbegrijpelijk. Daarbij neem ik het volgende in aanmerking. De enkele omstandigheid dat de verdachte pijn had aan zijn verbrande handen brengt nog niet mee dat de verdachte niet in staat zou zijn geweest in vrijheid een verklaring af te leggen. De omstandigheid dat de verdachte aanvankelijk heeft verklaard dat er niet eerder is geoogst en dat hij later in het verhoor heeft verklaard dat hij al twee keer heeft geoogst, maakt dat niet anders. Een dergelijke wijziging in de procespositie van de verdachte is geenszins ongebruikelijk bij politieverhoren van verdachten. Dat geldt te meer in gevallen waarin de politie gaandeweg duidelijk maakt over meer belastende informatie te beschikken dan de verdachte bij de aanvang van het verhoor bekend was. De ommekeer in het verhoor van de verdachte op 16 augustus 2010 is wat dit betreft tekenend 10 : Vraag: Er is informatie uit de buurt die erop duidt dat er wel degelijk al langere tijd gekweekt wordt in jouw woning. Er is een melding uit augustus 2008, waarin gesteld wordt dat er bij jou gekweekt wordt en waar zelfs hoeveelheden planten genoemd worden. Er is een doos met gedroogde henneptoppen op jouw zolder gevonden en toch houd jij vol dat er nog nooit geoogst is, hoe kan dat dan?
6 Antwoord: Eerlijk gezegd heb ik vier maanden geleden al een keer geoogst. Dat was echt een heel slechte oogst. Eerlijk gezegd heb ik al twee keer geoogst.( ) De eerste keer dat ik geoogst heb, geoogst in 2008 en een keer in het jaar ( ) In 2008 heb ik een keer een kwekerij opgezet, nadat ik geoogst heb, heb ik deze weer afgebroken. Ik had mijn investering er net uit en heb een paar centen verdiend. In 2009 heb ik hem weer opgebouwd. 14. Het verloop van het verhoor duidt erop dat de verdachte, nadat hij is geconfronteerd met belastende informatie, alsnog heeft besloten te bekennen dat hij in 2008 een hennepkwekerij heeft opgezet en dat hij reeds in 2008 en in 2009 had geoogst. Het hof heeft kennelijk en niet onbegrijpelijk geoordeeld dat niet aannemelijk is geworden dat de verklaring van de verdachte in zoverre niet in vrijheid is afgelegd. Daarbij neem ik voorts het volgende in aanmerking. 15. Uit de stukken van het geding kan worden afgeleid dat de politie op verschillende momenten de verzorging van de brandwonden aan de handen van de verdachte heeft gefaciliteerd door de brandwonden bij de woning van de verdachte te laten behandelen door een ambulancebroeder, de verdachte vervolgens naar het ziekenhuis te begeleiden voor een verdere verzorging van zijn brandwonden en het politieverhoor te onderbreken in verband met de verzorging van de brandwonden door een dokter. Daarmee hebben de verbalisanten de lichamelijke gesteldheid van de verdachte onderkend en hem de gelegenheid geboden verzorging van een arts te verkrijgen. 11 Ook de op verzoek van de verdediging op de terechtzitting in hoger beroep van 19 mei 2014 gehoorde deskundige heeft verklaard dat de tweedegraads brandwonden bij de verdachte geen vermindering van de helderheid van zijn bewustzijn hebben opgeleverd en dat de brandwonden juist en op tijd zijn behandeld. Het om 15:50 uur aangevangen verhoor van de verdachte is tussen en uur onderbroken voor de verzorging van de brandwonden van de verdachte. Om uur is het verhoor afgesloten. De raadsman van de verdachte heeft opgemerkt dat het verhoor van de verdachte enkele zinnen na de bekentenis van de verdachte ten aanzien van de feiten in 2008 en in 2009 is afgesloten. 12 Dat gegeven duidt erop dat de bekentenis is afgelegd nadat de brandwonden zijn verzorgd. Die omstandigheid past evenmin in een scenario waarin de verdachte als gevolg van steeds heviger wordende pijnen, die worden veroorzaakt door zijn onvoldoende verzorgde brandwonden, tot een bekentenis is gekomen. Bovendien is op geen enkele wijze onderbouwd waarom alleen het bestreden deel van de verklaring van de verdachte niet in vrijheid zou zijn afgelegd, terwijl dat niet zou gelden voor de rest van de verklaring. 16. Voor de volledigheid merk ik nog op dat de verdachte bij de aanvang van zijn verhoor is medegedeeld dat hij niet tot antwoorden verplicht was en dat de verdachte heeft verklaard dat hij begrijpt wat dat betekent. Daarbij komt dat de verdachte voorafgaande aan zijn verhoor kennelijk consultatiebijstand heeft gehad van zijn (toenmalige) raadsman De steller van het middel verwijst ten slotte naar het arrest van de Hoge Raad van 3 maart 1998, NJ 1998/483. Daarin oordeelde de Hoge Raad dat het hof een verweer, inhoudende dat de verdachte zijn verklaring ten gevolge van medicijngebruik niet in vrijheid had afgelegd, toereikend gemotiveerd had verworpen. Daarbij werd mede in aanmerking genomen dat de betrokken verdachte zijn verklaring in het bijzijn van zijn raadsman ten overstaan van de rechter-commissaris had gehandhaafd, hetgeen in de onderhavige zaak niet het geval is. Een beroep op dit arrest kan de verdachte echter niet baten. In de desbetreffende zaak was gesteld dat de bekennende verklaring samenhing met hallucinaties als gevolg van medicijngebruik. Tegen die achtergrond is de verwijzing naar de handhaving van de verklaring tijdens een later verhoor te begrijpen. Daarmee wordt immers tot uitdrukking gebracht dat niet aannemelijk is dat de verklaring tijdens het politieverhoor is afgelegd
7 onder invloed van de psychische toestand als gevolg van het medicijngebruik. In de onderhavige zaak is, aan de hand van een verklaring van de ter terechtzitting gehoorde deskundige, vastgesteld dat de medicijnen die ten behoeve van de verdachte waren voorgeschreven geen effect op het bewustzijn hadden. 18. Uit het voorafgaande volgt dat het hof het in het middel bedoelde verweer op goede gronden en toereikend gemotiveerd heeft verworpen. Gelet op hetgeen de verdediging ter onderbouwing van het verweer heeft aangevoerd, was het hof niet gehouden tot een nadere motivering Het middel faalt. 20. Gronden waarop de Hoge Raad gebruik zou moeten maken van zijn bevoegdheid de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen, heb ik niet aangetroffen. 21. Deze conclusie strekt tot verwerping van het beroep. De procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden AG Zie het proces-verbaal van bevindingen van de politie van 16 augustus Dit proces-verbaal is deels als bewijsmiddel 1 tot het bewijs gebezigd. Zie het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 19 mei 2014, p.2 en het procesverbaal van verhoor van de verdachte door de politie van 16 augustus Zie het proces-verbaal van bevindingen van de politie van 16 augustus Zie het proces verbaal van verhoor van de politie van 16 augustus Het hof heeft dit procesverbaal deels als bewijsmiddel 5 tot het bewijs gebezigd. Deze in hoger beroep afgelegde verklaring van de verdachte correspondeert met de verklaring die de verdachte op de terechtzitting in eerste aanleg van 22 februari 2013 heeft afgelegd. Vgl. G.J.M. Corstens en M.J. Borgers, Het Nederlands strafprocesrecht, achtste druk, Deventer: Kluwer 2014, p Vgl. HR 3 maart 1998, NJ 1998/483, rov. 4.2, HR 29 september 1981, NJ 1982/258, rov. 7.2 en N. Jörg in A.L. Melai & M.S. Groenhuijsen e.a. (red.), Het Wetboek van Strafvordering (losbladig), Deventer: Kluwer, aant. 10 bij art. 29 Sv (bijgewerkt tot 17 december 2007). Zie ook de conclusie van toenmalig Advocaat-Generaal Fokkens voorafgaand aan HR 3 maart 1998, NJ 1998/483. Vgl. ook de conclusie van mijn voormalig ambtgenoot Jörg voorafgaand aan HR 3 februari 2009, nr. 07/11268 (niet gepubliceerd; art. 81 RO, middel 4). Zie het proces-verbaal van het verhoor van 16 juli 2010, p. 23. Vgl. ook de conclusie van mijn ambtgenoot Machielse voorafgaand aan HR 6 september 2005, nr.
8 02463/04 (niet gepubliceerd; art. 81 RO) Zie het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 19 mei 2014, p. 7. Het proces-verbaal van aanhouding van de verdachte van 16 augustus 2010 houdt in dat de verdachte op diezelfde datum om 12:10 uur is aangehouden, dat de verdachte daarbij is gewezen op zijn recht op consultatiebijstand door een raadsman voorafgaande aan de aanvang van zijn verhoor (om 15:50 uur), dat de verdachte heeft aangegeven een toegewezen raadsman te willen consulteren en dat de piketcentrale op diezelfde dag om 14:40 uur is ingelicht over de wens van de verdachte. Het proces-verbaal van het tweede verhoor van de verdachte door de politie van 16 augustus 2010 (om 17:50 uur) vermeldt dat de raadsman van de verdachte op 16 augustus om 14:00 uur in kennis is gesteld van het voorgenomen verhoor en dat de raadsman het verhoor niet heeft bijgewoond. Vgl. HR 13 december 2011, nr. 10/04590 (niet gepubliceerd, art. 81 RO, middel 1; de verdachte had dagen niet gegeten, gedronken en geslapen, hij verkeerde in een totaal verwarde toestand en hij werd soms indringend door de verbalisanten verhoord), HR 3 februari 2009, nr. 07/11268 (niet gepubliceerd, art. 81 RO, middel 4; de verdachte leed aan een gebrekkige ontwikkeling van haar geestvermogens en had voorafgaande aan het verhoor op voorschrift van een arts het geneesmiddel Oxazepam ingenomen), HR 6 september 2005, nr /04 (niet gepubliceerd, art. 81 RO; de verdachte had als nierpatiënt medicijnen nodig en voelde zich moe en beroerd), HR 3 maart 1998, NJ 1998/483, rov. 4 (de verdachte verkeerde ten gevolge van medicatie in verband met zijn alcoholverslaving in een (slechte) conditie) en HR 29 september 1981, NJ 1982/258, rov. 7 (de verdachte verkeerde kennelijk onder invloed van verdovende middelen in een slechte geestelijke en lichamelijke toestand).
ECLI:NL:PHR:2015:2403 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 14/06473
ECLI:NL:PHR:2015:2403 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 27-10-2015 Datum publicatie 16-12-2015 Zaaknummer 14/06473 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2010:BN0043
ECLI:NL:PHR:2010:BN0043 Instantie Datum uitspraak 16-11-2010 Datum publicatie 16-11-2010 Zaaknummer 09/03684 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie Parket bij de Hoge Raad
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06
ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2017:295 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 15/05952
ECLI:NL:PHR:2017:295 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 07-03-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Zaaknummer 15/05952 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieUitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK
ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2014:309 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04225
ECLI:NL:PHR:2014:309 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 04-03-2014 Datum publicatie 23-04-2014 Zaaknummer 12/04225 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2016 Datum publicatie 16-08-2016 Zaaknummer 23-003649-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2017:1213
ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-03-2017 Datum publicatie 10-04-2017 Zaaknummer 23-000918-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2015:2029
ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 Instantie Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-000203-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieUitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK
ECLI:NL:GHAMS:2016:5286 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer 23-000227-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2015:738
ECLI:NL:GHSHE:2015:738 Instantie Datum uitspraak 09-03-2015 Datum publicatie 09-03-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003525-14 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatie2. Mr. N. van Schaik, advocaat te Utrecht, heeft cassatie ingesteld en namens de verdachte bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld.
ECLI:NL:PHR:2010:BO2909 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 14-12-2010 Datum publicatie 14-12-2010 Zaaknummer 09/02518 J Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2010:BO2909 Rechtsgebieden
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420
ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatiearrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)
arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis
Nadere informatieECLI:NL:HR:2015:3021. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/05204
ECLI:NL:HR:2015:3021 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-10-2015 Datum publicatie 14-10-2015 Zaaknummer 14/05204 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2082,
Nadere informatieECLI:NL:HR:2017:479. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/01158
ECLI:NL:HR:2017:479 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 21-03-2017 Zaaknummer 16/01158 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:167,
Nadere informatie3. Het eerste middel klaagt dat het bewezenverklaarde medeplegen niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid.
ECLI:NL:PHR:2014:215 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 28-01-2014 Datum publicatie 26-03-2014 Zaaknummer 12/05667 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2014:715, Gevolgd Rechtsgebieden
Nadere informatie3.2. De bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen, zoals opgenomen in de aanvulling op het verkort arrest:
ECLI:NL:PHR:2017:634 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 20-06-2017 Datum publicatie 12-07-2017 Zaaknummer 15/04687 Formele relaties Rechtsgebieden Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2017:1314,
Nadere informatieECLI:NL:HR:2006:AV4834
ECLI:NL:HR:2006:AV4834 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 06-06-2006 Datum publicatie 07-06-2006 Zaaknummer 01395/05 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2006:AV4834
Nadere informatieUitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK
ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:HR:2010:BO2558
ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558
Nadere informatieDe verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Arnhem Afdeling strafrecht Parketnummer: X Uitspraak d.d.: 15 juni 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger
Nadere informatie2. Mr. G.J. Woodrow, advocaat te Tilburg, heeft cassatie ingesteld en namens de verdachte bij schriftuur twee middelen van cassatie voorgesteld.
ECLI:NL:PHR:2012:BU6926 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 22-05-2012 Datum publicatie 22-05-2012 Zaaknummer 10/02229 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2012:BU6926 Rechtsgebieden
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833
ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2014:3775
ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 05-12-2014 Zaaknummer 23-004323-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:CA1193
ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 Instantie Datum uitspraak 12-02-2013 Datum publicatie 28-05-2013 Zaaknummer 21-004366-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518
ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2016:1041
ECLI:NL:RBGEL:2016:1041 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 22-02-2016 Datum publicatie 25-02-2016 Zaaknummer 05/840508-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377
ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2014:2288
ECLI:NL:PHR:2014:2288 Instantie Datum conclusie 25-11-2014 Parket bij de Hoge Raad Datum publicatie 17-12-2014 Zaaknummer 14/00065 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieUitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2001:AD4377 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 03023/00
ECLI:NL:PHR:2001:AD4377 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 16-10-2001 Datum publicatie 17-01-2002 Zaaknummer 03023/00 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2015:84
ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061
ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999
ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 Instantie Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 16-05-2012 Zaaknummer 20-002733-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht
Nadere informatieStrafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11
ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere
Nadere informatieGERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken
parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis
Nadere informatieUitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis
ECLI:NL:GHARL:2016:10657 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 02-02-2016 Datum publicatie 15-05-2017 Zaaknummer 21-002071-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:789, Niet ontvankelijk
Nadere informatieIn cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483
ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692
ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2009:BG5966 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 01971/07
ECLI:NL:PHR:2009:BG5966 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 17-02-2009 Datum publicatie 17-02-2009 Zaaknummer 01971/07 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:HR:2001:AD4466
ECLI:NL:HR:2001:AD4466 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-11-2001 Datum publicatie 21-03-2002 Zaaknummer 03391/00 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2001:AD4466
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:3848
ECLI:NL:RBLIM:2017:3848 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 25-04-2017 Datum publicatie 26-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 03/866133-15
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie
ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2017:978
ECLI:NL:GHSHE:2017:978 Instantie Datum uitspraak 17-02-2017 Datum publicatie 10-03-2017 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003836-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2008:BC3797 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 02784/06
ECLI:NL:PHR:2008:BC3797 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 12-02-2008 Datum publicatie 12-02-2008 Zaaknummer 02784/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2016:935
ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2007:208
ECLI:NL:GHARN:2007:208 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 25-05-2007 Datum publicatie 11-04-2016 Zaaknummer 21-004591-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:1483 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2016:1483 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-03-2016 Datum publicatie 19-04-2016 Zaaknummer 23-002670-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBALK:2010:BO9234
ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 07-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer 14.701344-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieDit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.
ECLI:NL:GHAMS:2016:5663 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-09-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-000259-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2017:2291
ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 09-08-2017 Zaaknummer 22-005150-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatie2. Namens verzoeker heeft mr Lina, advocaat te Venlo, één middel van cassatie voorgesteld.
ECLI:NL:PHR:2000:AA5730 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 09-05-2000 Datum publicatie 09-10-2002 Zaaknummer 00386/99 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2000:AA5730 Rechtsgebieden
Nadere informatieECLI:NL:HR:2006:AW3559
ECLI:NL:HR:2006:AW3559 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 03-10-2006 Datum publicatie 02-07-2008 Zaaknummer 01447/05 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2006:AW3559
Nadere informatie3.3. Aan de bewezenverklaring van de feiten heeft het hof nog een nadere bewijsoverweging toegevoegd met de volgende inhoud:
ECLI:NL:PHR:2016:1206 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 25-10-2016 Datum publicatie 07-12-2016 Zaaknummer 15/03261 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2016:2769, Gevolgd Rechtsgebieden
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499
ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2016:2010
ECLI:NL:GHSHE:2016:2010 Instantie Datum uitspraak 23-05-2016 Datum publicatie 24-05-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 20-002203-14OWV Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2014:264
ECLI:NL:GHAMS:2014:264 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 14-01-2014 Datum publicatie 22-04-2014 Zaaknummer 23-003557-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatiegewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 26 augustus 2008 in de strafzaak tegen de verdachte:
Gerechtshof te s-gravenhage meervoudige kamer voor strafzaken Arrest gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 26 augustus 2008 in de strafzaak tegen de verdachte: (naam
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:3674
ECLI:NL:GHAMS:2016:3674 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-09-2016 Datum publicatie 12-09-2016 Zaaknummer 23-004422-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieDit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 10 februari 2015.
ECLI:NL:GHAMS:2015:563 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 24-02-2015 Datum publicatie 08-06-2015 Zaaknummer 23-005069-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2016:1087 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 15/05178
ECLI:NL:PHR:2016:1087 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 06-09-2016 Datum publicatie 20-12-2016 Zaaknummer 15/05178 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatie3. Het eerste middel klaagt over de verwerping van het verweer strekkende tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging.
ECLI:NL:PHR:2015:681 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 24-03-2015 Datum publicatie 28-05-2015 Zaaknummer 14/02394 Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2015:1344, Gevolgd Rechtsgebieden
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341
ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 20-000702-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht
Nadere informatieUitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK
ECLI:NL:GHAMS:2017:1898 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-02-2017 Datum publicatie 24-05-2017 Zaaknummer 23-002215-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2013:1372 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/03450
ECLI:NL:PHR:2013:1372 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-10-2013 Datum publicatie 26-11-2013 Zaaknummer 12/03450 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2015:3559 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2015:3559 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-09-2015 Datum publicatie 18-04-2017 Zaaknummer 23-005402-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2016:382 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 15/01533
ECLI:NL:PHR:2016:382 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 12-04-2016 Datum publicatie 24-05-2016 Zaaknummer 15/01533 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 05-03-2009 Zaaknummer 24-002073-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2014:2972 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2014:2972 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-07-2014 Datum publicatie 05-09-2014 Zaaknummer 23-001101-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieop het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 21 juni 2013, nummer 22/ , in de strafzaak tegen:
ECLI:NL:HR:2014:1592 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 02-07-2014 Zaaknummer 13/03174 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:654,
Nadere informatie1. De Rechtbank Amsterdam heeft op 30 december 2014 het door klager op de voet van art. 552a Sv ingediend klaagschrift ongegrond verklaard.
ECLI:NL:PHR:2016:86 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 05-01-2016 Datum publicatie 08-03-2016 Zaaknummer 15/02696 Formele relaties Rechtsgebieden Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2016:385, Gevolgd
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2008:BO1540
ECLI:NL:GHSGR:2008:BO1540 Instantie Datum uitspraak 16-07-2008 Datum publicatie 25-10-2010 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-006152-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieUitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 1 december 2015 TEGENSPRAAK. Promis
ECLI:NL:GHARL:2015:10200 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 01-12-2015 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer 21-001318-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:3394, Niet ontvankelijk
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012
ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2013:BZ9218
ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ9218 Instantie Datum uitspraak 02-05-2013 Datum publicatie 02-05-2013 Zaaknummer 20-000388-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2016:10161
ECLI:NL:RBROT:2016:10161 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-11-2016 Datum publicatie 13-01-2017 Zaaknummer 10/710336-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:5666 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2016:5666 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 27-09-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003352-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieVergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag
RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek
Nadere informatieConclusie: ECLI:NL:PHR:2016:959. Wetboek van Strafvordering 51f
ECLI:NL:HR:2017:221 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14-02-2017 Datum publicatie 14-02-2017 Zaaknummer 14/03452 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:629
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2014:1329
ECLI:NL:RBMNE:2014:1329 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 28-03-2014 Datum publicatie 10-04-2014 Zaaknummer 16-655450-12 (ontneming) Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2012:BX3976
ECLI:NL:GHSGR:2012:BX3976 Instantie Datum uitspraak 26-07-2012 Datum publicatie 08-08-2012 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-000638-11 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015.
ECLI:NL:RBROT:2015:7773 Instantie: Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak: 29-10-2015 Datum publicatie: 02-11-2015 Zaaknummer: 11/870399-12.ov Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642
ECLI:NL:HR:2018:484 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 30-03-2018 Datum publicatie 30-03-2018 Zaaknummer 17/01642 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:46
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 22-04-2014 Datum publicatie 31-10-2014 Zaaknummer 23-003653-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993
ECLI:NL:GHSGR:2010:BO0993 Instantie Datum uitspraak 07-09-2010 Datum publicatie 18-10-2010 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-005986-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511
ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 10-02-2010 Datum publicatie 10-02-2010 Zaaknummer 06/800866-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392
ECLI:NL:HR:2014:156 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-01-2014 Datum publicatie 24-01-2014 Zaaknummer 13/00392 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1257,
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120
ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120 Instantie Datum uitspraak 27-09-2005 Datum publicatie 06-02-2006 Zaaknummer K05/0167 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:HR:2013:1157. 1 Geding in cassatie. 2 Beoordeling van het eerste middel. 3 Beoordeling van het derde middel. Uitspraak.
ECLI:NL:HR:2013:1157 Uitspraak 12 november 2013 Strafkamer nr. 11/04366 P Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam
Nadere informatieECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572
ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 21-07-2006 Datum publicatie 21-08-2006 Zaaknummer 03/703565-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieConclusie. RvdW 2011/616. Nr. 09/04750 A Mr. Aben Zitting 22 februari Conclusie inzake: [Betrokkene]
ECLI:NL:PHR:2011:BP6568 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 19-04-2011 Datum publicatie 19-04-2011 Zaaknummer 09/04750 A Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2011:BP6568 Rechtsgebieden
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-12-2015 Datum publicatie 16-12-2015 Zaaknummer 23-000433-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993
ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273
ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:2351
ECLI:NL:GHDHA:2014:2351 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 14-07-2014 Datum publicatie 14-01-2015 Zaaknummer 22-003067-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:2188
ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296
ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296 Instantie Datum uitspraak 05-11-2010 Datum publicatie 08-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-000669-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatie