Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Transcriptie

1 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Nr juni 2014 Convenant versneld plaatsen diefstalsignaal De partijen 1. De Minister van Veiligheid en Justitie, handelend in de hoedanigheid van bestuursorgaan. 2. De RDW, handelend in de hoedanigheid van bestuursorgaan en tevens handelend in de hoedanigheid van partij bij het samenwerkingsverband Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit, te dezen vertegenwoordigd door de Directeur bedrijfsvoering drs. H. van Santen. 3. De Nationale politie, handelend in de hoedanigheid van bestuursorgaan en tevens handelend in de hoedanigheid van partij bij het samenwerkingsverband Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit, te dezen vertegenwoordigd door de plaatsvervangend Korpschef R.G.C. Bik. 4. De Vereniging Verbond van Verzekeraars, te dezen vertegenwoordigd door de Directeur mr. R. Weurding. 5. De Stichting Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit, handelend in de hoedanigheid van zelfstandig rechtspersoon, tevens handelend als partij bij het samenwerkingsverband Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit, te dezen vertegenwoordigd door de Directeur drs. W.T.H. Verkerk. 6. De Stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit, te dezen vertegenwoordigd door de Bestuursvoorzitter mr. drs. C.W.M. Dessens. verder gezamenlijk te noemen partijen Nemen het volgende in aanmerking: dat partijen sinds 1995 samenwerken ten behoeve van criminaliteitsbestrijding, fraudebestrijding en schadeafwikkeling met betrekking tot gestolen of vermiste gekentekende en mobiele objecten; dat voertuigcriminaliteit vaak in verband staat met andere vormen van (georganiseerde) criminaliteit; dat een kwalitatief goede aangifte en een snelle en juiste diefstalsignalering van groot maatschappelijk belang is bij de diefstal van een voertuig; dat het tegengaan van voertuigcriminaliteit een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van zowel private als publieke partijen; dat het doel van partijen is door dit convenant een snellere en kwalitatief betere registratie van voertuigdiefstal te realiseren, zodat vermiste en gestolen voertuigen sneller (inter)nationaal worden gesignaleerd en sneller opgespoord/teruggevonden/terugbezorgd kunnen worden, misbruik van de eigenaar/houder status in het kentekenregister wordt voorkomen en daders sneller en daardoor gemakkelijker kunnen worden opgespoord; dat uit onderzoek van de diefstalcijfers naar voren is gekomen, dat gemiddeld 5 dagen nadat de diefstal is ontdekt, een diefstalsignaal in het Kentekenregister wordt geplaatst. Het diefstalsignaal wordt door de Nationale politie geplaatst op grond van artikel 43f van de Wegenverkeerswet 1994 in relatie met artikel 40b, vierde lid, onder c, van het Kentekenreglement; dat in de periode dat het diefstalsignaal niet is opgenomen in het Kentekenregister, de eigenaar/ houder (benadeelde) geregistreerd blijft staan als verantwoordelijke voor het voertuig; dat de aansprakelijkheid van de eigenaar/houder pas vervalt, nadat de tenaamstelling in het kentekenregister door de RDW vervallen wordt verklaard op grond van artikel 40b, vierde lid, onder c, van het Kentekenreglement; dat in de politie eenheid Oost Brabant (oude politieregio Brabant Zuid Oost) een pilot is uitgevoerd inzake de snellere en kwalitatief betere plaatsing van een vermissing- en diefstalsignaal in het Kentekenregister; 1 Staatscourant 2014 nr juni 2014

2 dat de uitkomsten van de pilot aanleiding zijn tot een landelijke implementatie van het proces van het versneld plaatsen van een diefstalsignaal; dat partijen middels dit convenant besluiten samen te werken bij de inrichting van een Aangifteproces Gestolen Voertuigen bij het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit, teneinde de versnelling van de plaatsing van het diefstalsignaal landelijk te implementeren. Spreken het volgende af: Artikel 1 Begripsbepalingen Organisaties en personen: a. Aangever/melder: De benadeelde eigenaar/houder van een gekentekend voertuig, die aangifte/ melding doet van vermissing c.q. diefstal van dit gekentekende voertuig. b. AGV: Aangifteproces Gestolen Voertuigen. Het AGV is een proces ten behoeve van aangever/melder om telefonisch of digitaal aangifte/melding te kunnen doen van vermissing c.q. diefstal van zijn/haar gekentekend voertuig. Het AGV is een procesfunctionaliteit van het LIV. c. AVc: Stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit. De stichting heeft tot doel om, samen met zowel publieke als private partijen, ideeën en plannen te ontwikkelen om voertuigcriminaliteit tegen te gaan. In het kader van (de uitvoering van) dit convenant is de directeur van de AVc onafhankelijk voorzitter van de stuurgroep. De directeur van de AVc maakt dan ook geen deel uit van de informatieketen en (het uitvoeringsproces van) het AGV. d. Medewerker met BOA bevoegdheid: Buitengewoon Opsporingsambtenaar. Medewerkers van de RDW, de Nationale Politie en de VbV, werkzaam bij het LIV, zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar met bevoegdheid in Categorie 6. (besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 5 november 2012 nr /Justus/12) en zijn in die hoedanigheid bevoegd om aangiftes op te nemen van diefstal c.q. verduistering van een gekentekend voertuig. e. LIV: Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit. Een met het instellingsconvenant LIV van 30 januari 2002 ingesteld structureel samenwerkingsverband tussen de RDW, de Nationale Politie en de VbV. f. Nationale politie: Nederlandse politie zoals per 1 januari 2013 vormgegeven. g. RDW: Dienst wegverkeer. De RDW is (onder meer) belast met het houden van het Kentekenregister, waarin alle Nederlands gekentekende voertuigen zijn geregistreerd. h. VbV: Stichting Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit. De VbV is ingesteld door de VvV ten behoeve van de bestrijding van voertuigcriminaliteit. De VbV vertegenwoordigt de belangen van benadeelde eigenaren/houders aangaande het melden van ontvreemde voertuigen en het terugvinden en repatriëren/ revindiceren van teruggevonden voertuigen. De VbV heeft een coördinerende en informatieverstrekkende rol ten behoeve van de Nationale politie en de RDW enerzijds en verzekeringsmaatschappijen, autoverhuurbedrijven en autoleasemaatschappijen anderzijds. i. VvV: Vereniging Verbond van Verzekeraars. De VvV is een koepelorganisatie voor de verzekeringsmaatschappijen. Registers en signalen: j. A86: Het vermissingsignaal van de VbV dat met toestemming van de eigenaar/houder op een kenteken geplaatst wordt in het Kentekenregister wanneer de eigenaar/houder van het voertuig bij de VbV kenbaar heeft gemaakt dat zijn/haar voertuig vermist wordt c.q. gestolen is. Dit signaal wordt door de VbV geplaatst op basis van een Service Level Agreement tussen de RDW en de VbV, alsmede op basis van het Reglement verwerking gegevens kentekenregister k. A87: Het diefstalsignaal dat de Nationale politie op grond van artikel 43f van de Wegenverkeerswet in relatie met artikel artikel 40b, vierde lid, onder c, van het Kentekenreglement plaatst op het kenteken in het Kentekenregister, als de eigenaar/houder van het voertuig aangifte heeft gedaan van diefstal van zijn/haar voertuig. l. BVH: Basis Voorziening Handhaving. BVH is het bedrijfsprocessensysteem dat de Nationale politie gebruikt voor o.a. het registreren van aangiftes. m. Kentekenregister: Het Kentekenregister als bedoeld in artikel 42 van de Wegenverkeerswet Hierin zijn alle gekentekende voertuigen opgenomen die in Nederland geregistreerd zijn: gegevens die geregistreerd staan zijn onder meer de naam, geboortedatum, adres en woonplaats van de eigenaar/ houder van het geregistreerd gekentekend voertuig alsmede technische informatie van het voertuig. n. VAR-register: Het Vermiste Auto Register van de VbV. In dit register worden sinds 1993 door de VbV door de eigenaar/houder gemelde vermiste en gestolen voertuigen geregistreerd. VAR-registratie vindt plaats ten behoeve van de private dimensie van de bestrijding van voertuigcriminaliteit, te weten het terugvinden en -bezorgen van het voertuig. Registratie en doorverstrekking van voertuig(status) informatie geschiedt op basis van toestemming van de eigenaar of in diens rechten tredende verzekeraar. Het betreft een gratis service, ook indien er geen sprake is van diefstaldekking. Voertuig- (status) informatie in het VAR-register wordt verstrekt aan de Nationale politie, de RDW en aan de betreffende verzekeraar c.q. eigenaar van het voertuig (leasemaatschappij/ verhuurbedrijf). 2 Staatscourant 2014 nr juni 2014

3 Artikel 2 Aangifteproces Gestolen gekentekende Voertuigen (AGV) a. Ter uitvoering van dit convenant wordt door de Nationale politie, de RDW en de VbV een AGV ingericht waar aangifte/melding kan worden gedaan van vermissing c.q. diefstal van een gekentekend voertuig. b. Door een medewerker wordt de telefonische of digitale melding van vermissing c.q. diefstal van de aangever op diens verzoek in het AGV verwerkt tot een vermissingdossier. Vervolgens wordt door deze medewerker, namens het VbV, conform het proces A86 een vermissingsignaal A86 geplaatst in het Kentekenregister en wordt de relevante informatie verwerkt in het VAR-register. c. Een medewerker met BOA-bevoegdheid verwerkt vervolgens, namens de Nationale politie, de opgegeven informatie tot een aangifte conform de eisen gesteld aan een aangifte genoemd in artikel 163 van het Wetboek van Strafvordering en registreert deze in het BVH van de Nationale politie. d. Na de verwerking van de aangifte in het BVH door een medewerker met BOA-bevoegdheid, wordt vanuit het BVH formeel en langs geautomatiseerde weg op het betrokken kenteken een diefstalsignaal A87, binnen twee uur na de eerste melding, in het Kenteken register geplaatst. In voorkomende gevallen vervalt hiermee het vermissingsignaal A86. e. De medewerker met BOA-bevoegdheid bij het LIV verrijkt vervolgens het dossier door aanvullend onderzoek te doen in hem ten dienste staande informatiebronnen en conform het verstrekkingenbeleid behorende bij de individueel te raadplegen bron. Vervolgens wordt een afschrift van de aangifte in tweevoud verstuurd naar de aangever ter ondertekening. Nadat de aangever één getekend exemplaar heeft teruggezonden naar het LIV wordt een kopie van de ondertekende aangifte ter beschikking gesteld aan de Nationale politie. f. Vervolgens wordt, via de digitale VAR-lijn, een kopie van de aangifte aan de gesubrogeerde verzekeraar gestuurd, noodzakelijk voor de uitoefening van hun werkzaamheden, met inachtneming van de bepalingen van artikel 4.2 van het Besluit Politie gegevens. Ook wordt een kopie van de aangifte aan de leasemaatschappij of de verhuurder gestuurd, indien zij eigenaar zijn van het gestolen voertuig. Artikel 3 Nationale politie a. Op het moment dat een aangever aangifte komt doen van vermissing c.q. diefstal van zijn getekend voertuig verwijst de Nationale politie de aangever zoveel mogelijk door naar een medewerker die deze conform het AGV in behandeling neemt. Dit is anders als de aangifte wordt gedaan in het kader van een High Impact Crime. In dat geval zal de politie de aangifte zelf verwerken en een diefstalsignaal plaatsen in het Kentekenregister. b. De Nationale politie blijft eindverantwoordelijk voor het opnemen van de aangifte van een gestolen gekentekend voertuig en draagt er zorg voor dat binnen het AGV wordt gewerkt conform de Wet Politiegegevens. c. Na verwerking van de aangifte van vermissing c.q. diefstal van een gekentekend voertuig conform het AGV heeft de Nationale politie, gelet op het bepaalde in artikel 2 onderdeel c) van dit convenant, de aangifte onmiddellijk vanuit het BVH ter beschikking ten behoeve van de opsporing. Artikel 4 RDW a. Ter uitvoering van artikel 2 onderdeel e) van dit convenant verstrekt de RDW, gelet op het instellingsconvenant LIV van 30 januari 2002, desgevraagd gegevens over tenaamstelling, voertuig en -status en gegevens over verzekering en aansprakelijkheid uit door de RDW beheerde registers aan BOA s bij het LIV, voor zover verstrekking van die gegevens is toegestaan op grond van de op verstrekking van die gegevens van toepassing zijnde wet- en regelgeving. b. De RDW stuurt de geregistreerde eigenaar/houder een brief dat de tenaamstelling het kenteken waarvan aangifte is gedaan vervallen is verklaard op grond van artikel 40b, vierde lid, onder c, van het Kentekenreglement. Deze brief wordt binnen 1 werkdag verzonden na plaatsing van het A87 signaal in het Kentekenregister vanuit het AGV op basis van artikel 2 onderdeel d) van dit convenant. Artikel 5 VbV a. De VbV behartigt mede in samenwerking met de convenantpartijen de belangen van benadeelde eigenaren/houders in verband met het terugvinden en -bezorgen van de ontvreemde voertuigen. b. De VbV registreert met toestemming van de rechtmatige eigenaar of de naar verwachting in diens rechten tredende verzekeraar gemelde vermiste/gestolen voertuigen in het VAR-register en als A86 in het Kentekenregister. c. De VbV informeert per ommegaande de in rechte getreden (te treden) verzekeraar c.q. eigenaar (lease- en verhuurbedrijf)over de vermissing. d. In het kader van de uitvoering van dit convenant wordt het in onderdeel b) en onderdeel c) van dit 3 Staatscourant 2014 nr juni 2014

4 artikel genoemde proces ondergebracht in het AGV. e. De VbV blijft te allen tijde eindverantwoordelijk voor het invoeren, wijzigen en verwijderen van melding van vermissing (A86) in het Kentekenregister. Artikel 6 Implementatie Partijen maken nadere afspraken met betrekking tot het realiseren van: 1 implementatie van de convenantafspraken bij de eigen organisaties; 2 inrichting van het AGV. 3 de bewerkersovereenkomst tussen de Politie en het LIV. Artikel 7 Stuurgroep a. Ten behoeve van implementatie wordt een stuurgroep ingesteld. In de stuurgroep wordt het project aangestuurd. Lid van de stuurgroep zijn in ieder geval: een medewerker van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (Directoraat-Generaal Jeugd en Sanctietoepassing), de Nationale Politie, de RDW, de VbV en het LIV, met als voorzitter de Directeur van de AVc. b. De stuurgroep geeft sturing in en richting aan de uitvoering van dit convenant. Tot het moment dat het proces als beschreven in de artikelen 2 tot en met 5 landelijk is geïmplementeerd evalueert de stuurgroep maandelijks de op grond van dit convenant overeengekomen afspraken. Daarna komt de stuurgroep zo vaak bijeen als gewenst of noodzakelijk. c. De stuurgroep stelt een projectgroep in die beslissingen voor de stuurgroep voorbereidt d. en beslissingen van de stuurgroep uitvoert. Artikel 8 Escalatieregeling en gang naar de rechter a. Er is sprake van een geschil indien een der partijen daarvan schriftelijk en gemotiveerd melding maakt aan de andere partijen. b. Het geschil wordt besproken in een overleg van de stuurgroep. c. Indien partijen niet binnen 3 maanden na het overleg in de stuurgroep als bedoeld in onderdeel b) tot een oplossing van het geschil zijn gekomen, kan een partij zich tot de rechter wenden. Alle geschillen in verband met dit convenant of met de afspraken die daarmee samenhangen worden beslecht door de bevoegde rechter te Den Haag. Artikel 9 Opzegging a. Elke partij kan het convenant met inachtneming van een opzegtermijn van 3 maanden schriftelijk opzeggen, indien een zodanige verandering van omstandigheden is opgetreden dat dit convenant billijkheidshalve op korte termijn behoort te eindigen. Onder een zodanige verandering van omstandigheden wordt in ieder geval begrepen door het kabinet vastgestelde bezuinigingen. Opzegging vindt plaats bij aangetekende brief gericht aan de directeur van de AVc (Postbus 200, 3870 CE Hoevelaken). In de opzeggingsbrief moet de verandering in omstandigheden worden vermeld. b. Wanneer een partij het convenant opzegt, blijft het convenant voor de overige partijen in stand voor zover de inhoud en strekking ervan zich daartegen niet verzet. c. Ingeval van beëindiging van het convenant krachtens opzegging is geen van de partijen jegens een andere partij schadeplichtig. Artikel 10 Ongeldigheid Indien een bepaling van dit convenant in enige mate als nietig, vernietigbaar, ongeldig, onwettig of anderszins als niet-bindend moet worden beschouwd, zal die bepaling, voor zover nodig, uit dit convenant worden verwijderd en middels besluitvorming in de stuurgroep worden vervangen door een bepaling die wel bindend en rechtsgeldig is en die de inhoud van de niet-geldige bepaling zoveel mogelijk benadert. Het overige deel van het convenant blijft in een dergelijke situatie ongewijzigd. Artikel 11 Slotbepaling a. Dit convenant ontslaat partijen niet van hun eigen verantwoordelijkheden die voortvloeien uit weten regelgeving of uit de opdracht waarmee de organisatie/instelling belast is. b. Alle in verband met dit convenant ontstane kosten worden gedragen door de partij waartoe het personeel, dan wel de middelen waarmee de kosten zijn gemoeid, behoren. c. Wijzigingen en aanvullingen van dit convenant behoeven de instemming van alle partijen. d. Dit convenant treedt in werking de dag na ondertekening van dit convenant door alle partijen en wordt voor onbepaalde tijd aangegaan. 4 Staatscourant 2014 nr juni 2014

5 Artikel 12 Toepasselijk recht Op dit convenant is uitsluitend Nederlands recht van toepassing. Artikel 13 Plaatsing in Staatscourant Na ondertekening van dit convenant wordt de tekst daarvan gepubliceerd in de Staatscourant. Aldus overeengekomen en in meervoud getekend te Den Haag, 22 mei De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten 2. De RDW, de Directeur Bedrijfsvoering, H. van Santen. 3. De Nationale Politie, de Plaatsvervangend Korpschef, R.G.C. Bik 4. Het Verbond van Verzekeraars, de Algemeen Directeur, R. Weurding 5. De Stichting Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit, de Directeur, W.T.H. Verkerk 6. Stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit, de Bestuursvoorzitter, C.W.M. Dessens 5 Staatscourant 2014 nr juni 2014