attest-met-productcertificaat

Transcriptie

1 KOMO attest-met-productcertificaat Geïnstalleerd in bouwwerk Stichting Keuringsbureau Hout SKH Bezoekadres: 'Het Cambium', Nieuwe Kanaal 9c, 6709 PA Wageningen Postadres: Postbus 159, 6700 AD Wageningen Telefoon: (0317) Fax: (0317) Website: HOUTACHTIGE DAKCONSTRUCTIES MET ECOTHERM TOPLINE TM PLEX Vervangt: 20675/07 ( ) Producent EcoTherm B.V. Lorentzstraat JH WINTERSWIJK Postbus AD WINTERSWIJK Tel. (0543) Fax (0543) info@ecotherm.nl Website: Verklaring van SKH Dit attest-met-productcertificaat is op basis van BRL 0101, "Houtachtige dakconstructies", afgegeven door SKH conform het SKH Reglement voor Certificatie. SKH verklaart dat EcoTherm Topline TM Plex daksegmenten geschikt zijn voor het vervaardigen van dakconstructies die prestaties leveren als in dit attest-met-productcertificaat omschreven, mits EcoTherm Topline TM Plex daksegmenten voldoen aan de in dit attest-met-productcertificaat vastgelegde technische specificaties en mits de vervaardiging van dakconstructies geschiedt overeenkomstig de in dit attest-met-productcertificaat vastgelegde werkmethoden. SKH verklaart dat het gerechtvaardigd vertrouwen bestaat, dat de door de producent vervaardigde daksegmenten bij voortduring aan de in dit attest-met-productcertificaat vastgelegde technische specificaties voldoen, mits zij voorzien zijn van het hieronder afgebeelde KOMO -merk op een wijze als aangegeven in dit attest-met-productcertificaat. Door SKH wordt in het kader van dit attest-met-productcertificaat geen controle uitgeoefend op de productie van de overige onderdelen van de dakconstructies, noch op de vervaardiging van dakconstructies. SKH verklaart, dat EcoTherm Topline TM Plex daksegmenten in zijn toepassingen onder bovengenoemde voorwaarden voldoen aan de van toepassing zijnde eisen van het Bouwbesluit. Voor de erkenning door de Minister van VROM wordt verwezen naar het Overzicht van erkende Kwaliteitsverklaringen in de bouw zoals weergegeven op de website van Stichting Bouwkwaliteit (SBK) Voor SKH R. Wigboldus, directeur Gebruikers van dit attest-met-productcertificaat wordt geadviseerd om bij SKH te informeren of dit document nog geldig is. Dit attest-met-productcertificaat bestaat uit 13 bladzijden. Bouwbesluit Beoordeeld is: kwaliteitssysteem product Prestatie product in toepassing Periodieke controle

2 Blad 2 van 13 BOUWBESLUITINGANG Nr. Afdeling Grenswaarde / bepalingsmethode 2.1 Algemene sterkte van Uiterste grenstoestand, de bouwconstructie bepaling volgens NEN Sterkte bij brand Brandwerendheid op bezwijken > 30 minuten 2.11 Beperking ontstaan van brandgevaarlijke situatie 2.12 Beperking ontwikkeling van brand 2.13 Beperking uitbreiding van brand Brandveilige rookafvoervoorziening volgens NEN 6062 Niet-brandgevaarlijk dak volgens NEN 6063 Klasse 1, 2, 3 of 4 volgens NEN 6065, dan wel minimaal brandklasse D volgens NEN-EN WBDBO > 30 of > 60 minuten volgens NEN 6068 Prestatie volgens kwaliteitsverklaring Voldoen aan voorschriften Brandwerendheid op bezwijken > 30 minuten Brandveilige rookafvoervoorziening volgens NEN 6062 Niet-brandgevaarlijk dak volgens NEN 6063 Klasse 4 of brandklasse D Opmerkingen i.v.m. toepassing Toepassingsvoorbeeld indien dakconstructie grenst aan rookvrije vluchtroute > 30 minuten Toepassingsvoorbeeld volgens paragraaf Verdere beperking uitbreiding van brand WBDBO > 30 of > 60 minuten volgens NEN 6068 > 30 minuten Toepassingsvoorbeeld volgens paragraaf Beperking ontstaan van rook 2.16 Beperking verspreiding van rook 3.1 Bescherming tegen geluid van buiten 3.5 Geluidwering tussen ruimten van verschillende gebruiksfuncties 3.6 Wering van vocht van buiten 3.7 Wering van vocht van binnen Rookdichtheid < 10 m -1, < 5,4 m -1 of < 2,2 m -1 volgens NEN 6066, dan wel minimaal rookklasse s2 volgens NEN-EN WRD > 30 minuten volgens NEN 6075 Karakteristieke geluidwering > 20 db(a) volgens NEN 5077 (karakteristieke) isolatie-index > - 5 db volgens NEN 5077 Waterdicht volgens NEN 2778 Temperatuurfactor binnenoppervlakte > 0,65 of > 0,5 volgens NEN 2778 Volgens voorschriften ministeriële regeling Openingen < 0,01 m 3.15 Beperking toepassing schadelijke materialen 3.17 Bescherming tegen ratten en muizen 5.1 Thermische isolatie Warmteweerstand > 2,5 W/m 2.K volgens NEN Beperking van Luchtvolumestroom van het luchtdoorlatendheid totaal aan gebieden en ruimten < 0,2 m 3 /s volgens NEN Energieprestatie Energieprestatie-coëfficiënt volgens NEN 5128 < 10 m -1 of rookklasse s2 WRD > 30 minuten volgens NEN 6075 Karakteristieke geluidwering > 20 db(a) volgens NEN 5077 I lu;k 0 db en I co + 5 db Waterdicht > 0,65 Voldoen aan voorschriften Openingen < 0,01 m > 2,5 W/m 2.K Bijdrage 0,0005 m 3 /s per strekkende meter aansluitvoeg Te maken berekening met R c uit kwaliteitsverklaring

3 Blad 3 van 13 1 TECHNISCHE SPECIFICATIE 1.1 Onderwerp Dakconstructie voor platte daken, samengesteld uit dragende dakplaten en, zo nodig, ondersteund door dakbalken, gordingen en/of sporen voor toepassing in: - woningen en woongebouwen - niet tot bewoning bestemde gebouwen, waaronder * kantoorgebouwen; * logiesverblijven en logiesgebouwen. 1.2 Dakplaat Merken De dakplaten zijn duidelijk gemerkt met: - beeldmerk of woordmerk KOMO ; - attest-met-productcertificaat nr ; - brandwerendheid in minuten indien ten minste 30 min.; - R c -waarde van de dakplaat. Plaats van het merk: op de zijkant van elke dakplaat Vorm en samenstelling Rechthoekige vlakke platen van triplex waarop een laag polyisocyanuraatschuim is verlijmd, die aan de beide zijden is afgedekt door mineraal gecoat glasvlies of gebitumineerd glasvlies. De kantbewerking van de triplex is in tabel 1a gegeven Afmetingen en toleranties Breedte en lengte: zie tabellen 1a en 1b. Hoogte: variabel; afhankelijk van de dikte van de basisplaat en isolatielaag. Tabel 1a Uitwendige afmetingen Afmeting in mm Onderplaat Kantbewerking 1210 x 2440 triplex vaste veer en groef Tabel 1b Toleranties Richting Lengte Breedte Plaatdikte PIR-dikte Diagonalen Tolerantie +0 4 mm +0 4 mm + 1 mm mm max. 4 mm verschil

4 Blad 4 van Bekledingsmaterialen Plaatmateriaal Triplex: Triplex, bestaande uit ten minste vijf lagen, overeenkomstig BRL De duurzaamheidsklasse van de lijmverbinding Exterieur I conform NEN Lijmtype FF (fenolformaldehyde). Dikte ten minste 18 mm. De vezelrichting van het dekfineer loopt in de lengterichting (overspanningsrichting) van de dakplaat. De rookproductie heeft geen grotere rookdichtheid dan 10 m -1 bepaald overeenkomstig NEN 6066, dan wel rookklasse s2 resp. s1 fl bepaald overeenkomstig NEN-EN De bijdrage aan de brandvoortplanting behoort ten minste tot klasse 4 bepaald overeenkomstig NEN 6065, dan wel klasse D resp. D fl bepaald overeenkomstig NEN-EN Triplex met een geldige kwaliteitsverklaring voldoet aan de hierin vermelde specificaties Isolatiemateriaal Polyisocyanuraatschuim (PIR) overeenkomstig BRL 1309 en NEN-EN Losse leveringen Bevestigingsmiddelen Voor de bevestiging van de dakplaten aan de onderconstructie wordt gebruik gemaakt van duplexnagels. De dikte van de fosfatering of electrolytisch verzinkte duplex-nagels komt overeen met NEN 2695 (laagdikte 5 µm). De zinklaagdikte is conform NEN-ISO 2081 (zinklaagdikte 5 µm). De lengte van de nagels is afhankelijk van de isolatiedikte, de dikte van de onderplaat en de vereiste hechtlengte Massa Afhankelijk van het type. PIR circa 30 kg/m 3 en triplex 500 kg/m Specificatie van de totale dakconstructie Oplegging Elke dakplaat moet op elke ondersteuning met een opleglengte van ten minste 35 mm en op elke ondersteuningsrib met een opleglengte van ten minste 20 mm worden bevestigd. Tussenondersteuningen dienen ten minste 59 mm breed te zijn. Bij oplegging op steenachtig materiaal dient onder de dakplaat een strook drukverdelend vilt, dikte 2 mm, of gelijkwaardig, te worden aangebracht Bevestiging De bevestiging c.q verankering van de dakplaten aan de onderliggende constructie dient te worden uitgevoerd met duplex-nagels. Het benodigde aantal en de afmetingen van de nagels zijn overeenkomstig tabel 2b van deze kwaliteitsverklaring Aansluitingen Langsaansluitingen van de dakplaten onderling worden d.m.v. veer en groef tot stand gebracht. De aansluitende constructie moet blijvend water- en winddicht worden afgewerkt, met inachtname van de eisen ten aanzien van brandoverslag en geluidwering. Aansluitingen aan de omringende constructies dienen te worden afgedicht met PUR-schuim Afschot Na realisatie van het dakbedekkingssysteem dient het afschot ten minste 16 mm per meter te bedragen zodat ook bij doorbuiging van de constructie een onbelemmerde afwatering naar de hemelwaterafvoer(en) blijft gewaarborgd Sparingen en doorvoeren Sparingen in de platen tot een maximum van Ø 300 mm en ten minste 150 mm van een plaatrand kunnen worden aangebracht. Sparingen groter dan 300 mm en sparingen door plaatranden dienen afdoende te worden ondersteund. In elk geval dient de opstand goed lucht- en waterdicht te worden afgewerkt. Bij sparingen ten behoeve van rookgasafvoer dient gebruik te worden gemaakt van een mantelbuis. Sparingen en doorvoeren dienen luchtdicht te worden afgesloten.

5 Blad 5 van Dakbedekking Op het dakvlak dat is verkregen na de montage mogen geen hoogteverschillen aan nevenliggende plaatranden voorkomen van meer dan 5 mm onder de conditie dat i.v.m. de eventuele scherpte van de plaatranden, altijd alle plaatranden worden voorzien van losse dilatatiestroken. Bovendien dient het oppervlak vrij te zijn van scherpe uitsteeksels. Op het dakvlak moet vervolgens een dakbedekking worden aangebracht, gekozen in overeenstemming met de eisen inzake brandveiligheid, windbelasting etc. Voor de uitvoering en toepassing van bitumineuze dakbedekkingen wordt verwezen naar de eisen van BRL Voor zover dit niet in voorschriften, normen of in de SBR-rapporten is geregeld, dienen de bevestiging van de dakbedekking aan het isolatiemateriaal en de inwendige cohesie van het isolatiemateriaal zelf per geval te worden nagegaan. 2 VERWERKINGSVOORSCHRIFTEN 2.1 Algemeen De toepassing van de in hoofdstuk 1 gespecificeerde elementen dient te voldoen aan de detailtekeningen in de bijlagen. De montage van de dakplaten met inbegrip van de daarvoor benodigde materialen dient te worden uitgevoerd conform de verwerkingsvoorschriften van de producent. 2.2 Transport en opslag De dakplaten moeten droog worden getransporteerd en opgeslagen; zij moeten vrij worden gehouden van een vochtige ondergrond en doeltreffend te worden ondersteund om doorbuiging te voorkomen. Indien afgedekt met dekzeilen of dergelijke, dient de onderzijde van de dekzeilen te worden teruggeslagen, opdat ventilatie mogelijk is. 2.3 Montage De dakplaten moeten op de dakconstructie worden aangebracht met de isolatie aan de bovenzijde. De dakplaten dienen met de lengterichting (overspanningsrichting) haaks op de balklaag worden gelegd. De dakplaten moeten bij voorkeur in verband worden gelegd. Tussen de dakplaten moet zowel in de lengte- als in de breedterichting een naad van 1 à 2 mm worden opengelaten, teneinde enige werking van de dakplaten te kunnen opvangen. Dakplaten die niet aan beide langskanten door middel van een groef- en veerverbinding aansluiten tegen een nevenliggend exemplaar moeten ter plaatse van de vrijliggende langskant(en) worden ondersteund door een rib van voldoende sterkte (afhankelijk van de lengte bijvoorbeeld 38 mm x 50 mm of 50 mm x 70 mm) en daarop worden bevestigd met duplex-nagels. Ditzelfde geldt voor de plaatkanten rondom dakdoorbrekingen. 2.4 Overstekken Bij dakoverstekken > 150 mm dienen voorzieningen te worden aangebracht ten behoeve van de ondersteuning. 2.5 Aanpassingen en maatafwijkingen in de bouw Pasplaten, overeenkomend met het type dakplaat dat wordt verwerkt, mogen worden toegepast. De dakplaten kunnen daartoe op elke gewenste breedte worden gezaagd. Aan de zaagkant van de dakplaat dient een ondersteuning van voldoende sterkte te worden aangebracht door middel van een houten rib (afhankelijk van de lengte bijvoorbeeld 38 mm x 50 mm of 50 mm x 70 mm) en daarop worden bevestigd. Dakplaten rondom dakdoorbrekingen groter dan 300 mm, moeten ter plaatse van de vrijliggende langskanten worden ondersteund door een rib van voldoende sterkte en daarop worden bevestigd. 2.6 Bescherming tegen weersinvloeden Na montage van de dakplaten dient het dak zo spoedig mogelijk van de dakbedekking te worden voorzien. In ieder geval moeten passende maatregelen worden genomen om vochtindringing en overmatige droging in de constructie tegen te gaan door het regendicht afwerken van de naden. 2.7 Ventilatie tijdens de bouwfase Na montage van de dakplaten dienen de onder het dak gelegen ruimten tijdens het verdere bouwproces doeltreffend te worden geventileerd. Met name wanneer tijdens het bouwproces bouwactiviteiten plaatsvinden die een binnenklimaat kunnen veroorzaken dat vochtiger is dan tijdens de bewoonde staat gebruikelijk is (bijv. het aanbrengen van dekvloeren e.d.).

6 Blad 6 van Afwerking Bij dakoverstekken alsmede ter plaatse van open muurspouwen moet de onderzijde van de dakplaten worden beschermd tegen vochtindringing, bijvoorbeeld door schilderen, een betimmering of een beplating. 2.9 Aanvullende voorschriften uit het oogpunt van brandveiligheid De begrenzing tussen twee brandcompartimenten (aansluiting boven bouwmuur of brandmuur) dient zo te worden uitgevoerd dat andere vormen van hitte-overdracht zijn uitgesloten overeenkomstig de randvoorwaarden van NEN 6068 en NPR Dit geldt ook indien de dakconstructie geen brandwerende functie heeft. Ondersteuningen, zoals gordingen, dienen een brandwerendheid te hebben van ten minste 30 minuten. Een doorvoer voor een rookgasafvoer dient te zijn uitgevoerd overeenkomstig de voorwaarden die volgens beproeving overeenkomstig NEN 6062 noodzakelijk zijn voor de brandveiligheid van deze voorziening (al dan niet met omkokering, geventileerde spouw en/of isolatie). Hierbij kan gebruik worden gemaakt van SKH-publicatie Brandveilige stookplaatsen in houtskeletbouw. Afwerkingen en voorzieningen, waarvan de brandvoortplanting en rookproductie niet zijn aangetoond, dienen beperkt te blijven tot ten hoogste 5% van de oppervlakte. Deze 5% mag niet op één plaats worden geconcentreerd. 3 PRESTATIES 3.1 Algemeen De hieronder vermelde prestaties van de dakconstructie gelden indien de dakconstructie is toegepast overeenkomstig hoofdstuk PRESTATIES UIT HET OOGPUNT VAN VEILIGHEID ALGEMENE STERKTE; BB-Afdeling Sterkte; BB-art. 2.1 De houtachtige dakconstructies voldoen aan de prestatie-eisen van het Bouwbesluit. Toepassingsvoorbeelden Tabel 2a Toelaatbare overspanningen Type dakplaat Dakafwerking Toelaatbare overspanning in mm, twee- of meervelds (gelijke velden) EcoTherm Topline TM Plex (18 mm triplex) zonder ballast 813 met ballast 610 Uitgangspunten bij deze tabel: Dakafwerking zonder ballast = 0,130 kn/m 2 Dakafwerking met ballast (50 mm grind) = 0,68 kn/m 2 De opleglengte bedraagt minimaal 35 mm. De tabel geldt voor platte daken met beplating over ten minste 3 steunpunten met gelijke velden. Pasplaten met een enkelveldsoverspanning hebben een ondersteuning nodig op h.o.h. ten hoogste 480 mm. Uitgangspunt is een maximale vervorming van 1/150 van de overspanning. De mate van lastspreiding is gebaseerd op de VHC-brochure 95-1 Een berekeningsmethode voor vloerhout en dakbeschot (Werkgroep C).

7 Blad 7 van 13 Tabel 2b Benodigd aantal duplex-nagels 4,2 mm met hechtlengte 70 mm per oplegging en per plaatbreedte van 1,22 m zonder ballast met ballast 50 mm grind EcoTherm Topline TM Plex h.o.h. 813 mm plaat- overig einde EcoTherm Topline TM Plex h.o.h. 610 mm plaat- overig einde EcoTherm Topline TM Plex h.o.h. 610 mm plaat- overig einde Gebied hoogte zone 2) (m) 1) I 9 t c + r t c + r t c + r II en III 9 t c + r t c + r t c + r Uitgangspunten bij deze tabel: - de windgebieden en zones zijn ontleend aan NEN gerekend is met een onbebouwde omgeving 1) de hoogte t.o.v. het maaiveld volgens NEN ) t = middenzone c+r = hoek- en randzone Sterkte bij brand; BB-art. 2.8 Onderstaande toepassingsvoorbeelden van de houtachtige dakconstructies die grenzen aan rookvrije vluchtroutes bezwijken niet gedurende ten minste 30 minuten. Deze prestatie geldt indien: - het plaatmateriaal een dikte heeft van ten minste 18 mm; - de ondersteuningen een hart-op-hart afstand hebben van ten hoogste 700 mm; - de dakconstructie niet brandgevaarlijk is; - de isolatiedikte bestaat uit ten minste 60 mm PIR; - de langsaansluiting van de basisplaten is gerealiseerd volgens de details in bijlage 1; - dwars-/stuiknaden op balken of gordingen vallen. BEPERKING ONTSTAAN BRANDGEVAARLIJKE SITUATIE; BB-Afd (facultatief) Brandveiligheid rookafvoervoorziening; BB-art Onderstaande toepassingsvoorbeelden van dakdoorvoeringen door rookafvoervoorzieningen die, bepaald overeenkomstig NEN 6062, brandveilig zijn, voldoen aan de prestatie-eisen van het Bouwbesluit.

8 Blad 8 van 13 Materiaal in de nabijheid van de voorziening voor afvoer van rook bereikt geen temperatuur hoger dan 363 K indien een schacht, koker of kanaal, bestemd voor de afvoer van rook, brandveilig is overeenkomstig NEN 6062 en indien de dakdoorvoer is uitgevoerd overeenkomstig de voorwaarden die volgens beproeving overeenkomstig NEN 6062 noodzakelijk zijn voor de brandveiligheid van deze voorziening (al dan niet met omkokering, geventileerde spouw en/of isolatie). Hierbij kan gebruik zijn gemaakt van SKH-publicatie Brandveilige stookplaatsen in houtskeletbouw Niet-brandgevaarlijk dak; BB-art Onderstaande toepassingsvoorbeelden van dakconstructies zijn, bepaald overeenkomstig NEN 6063, niet-brandgevaarlijk. Het dak is niet brandgevaarlijk, bepaald overeenkomstig NEN 6063, indien dakbedekking is toegepast: - bestaande uit dakpannen of golfplaten van staal of steenachtig materiaal, mits de golfplaten niet zijn voorzien van een sterk brandbare (bijvoorbeeld bitumineuze) coating of - van bitumineus of ander brandbaar materiaal afgedekt met ten minste 50 mm grind of - overeenkomstig de eisen van BRL 1511 en aangebracht overeenkomstig de eisen van BRL 4702 indien de dakbedekking gespecificeerd is voor een houtachtige dakconstructie, bij de betreffende dakhelling en een eventuele ballast. BEPERKING VAN ONTWIKKELING VAN BRAND; BB-Afd Bijdrage tot brandvoortplanting; BB-art De bijdrage tot brandvoortplanting van de onderzijde van de houtachtige dakconstructies, bepaald overeenkomstig NEN-EN , behoort tot brandklasse D. (VERDERE) BEPERKING UITBREIDING VAN BRAND; BB-Afd en WBDBO; BB-art , resp Van onderstaande toepassingsvoorbeelden van de - aansluiting met de brandcompartimenteringswand bedraagt de weerstand tegen branddoorslag, bepaald overeenkomstig NEN 6068, ten minste 30 minuten; - aansluitende langs- of dwarskappen bedraagt de weerstand tegen brandoverslag, bepaald overeenkomstig NEN 6068, ten minste 30 minuten. Brandcompartimenteringswand De aansluiting van de elementen op een scheidingsconstructie met een brandwerendheid met betrekking tot de scheidende functie van ten minste 60 minuten, bepaald overeenkomstig NEN 6068, (bouwmuur of brandmuur) doet geen afbreuk aan deze brandwerendheid indien de aansluiting is uitgevoerd overeenkomstig hoofdstuk 2 (aanvullende bepalingen voor brandwerendheid). Brandoverslag langskappen De weerstand tegen brandoverslag door straling naar de aangrenzende woning of het aangrenzende brandcompartiment bedraagt bij langskappen (niet verspringend) ten minste 60 minuten indien de dakbedekking bestaat uit dakpannen of golfplaten van een steenachtig materiaal of golfplaten van staal. Brandoverslag dwarskappen De weerstand tegen brandoverslag door straling naar de aangrenzende woning of het aangrenzende brandcompartiment bedraagt bij dwarskappen (zonder openingen) ten minste 60 minuten indien de dakbedekking bestaat uit dakpannen of golfplaten van een steenachtig materiaal of golfplaten van staal. BEPERKING VAN ONTSTAAN VAN ROOK; BB-Afd Rookdichtheid; BB-art De onderzijde van de dakconstructie heeft, bepaald overeenkomstig NEN 6066, een rookdichtheid van 10 m -1, dan wel behoort, bepaald overeenkomstig NEN-EN , tot rookklasse s2. BEPERKING VERSPREIDING VAN ROOK; BB-Afd. 2.16

9 Blad 9 van Weerstand tegen rookdoorgang; BB-art Onderstaande toepassingsvoorbeelden van dakconstructies hebben, bepaald overeenkomstig NEN 6075, een weerstand tegen rookdoorgang van ten minste 30 minuten. Dakelementen toegepast overeenkomstig de aanvullende voorschriften van hoofdstuk 2 (brandwerendheid 30 minuten) en de details van bijlage 1. De weerstand tegen rookdoorgang van de dakaansluiting op een ander type scheidingswand dient te worden bepaald overeenkomstig NEN 6075, hoofdstuk PRESTATIES UIT HET OOGPUNT VAN GEZONDHEID BESCHERMING TEGEN GELUID VAN BUITEN; BB-Afd Karakteristieke geluidwering; BB-art. 3.1 De houtachtige dakconstructie heeft, bepaald overeenkomstig NEN 5077, een karakteristieke geluidwering van ten minste 20 db(a). Toepassingsvoorbeeld: Afgewerkte dakelementen toegepast overeenkomstig hoofdstuk 2 en gedekt met pannen. De dakconstructie is inclusief aansluitingen conform de details in bijlage 1 geschikt om de geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructie bepaald volgens NEN 5077 te laten voldoen aan de vermelde artikelen van het Bouwbesluit overeenkomstig Herziening rekenmethode verkeerslawaai en woningen - geluidwering gevels, publicatie 1989/112 uit de DGVH-reeks woningbouwonderzoek, blz. 80. De geluidisolatie R A is 25 db(a) voor het standaardspectrum bij ten minste 30 mm PIR. Voor een ballast van 30 mm grind geldt een 3 db(a) hogere geluidwering en voor een gesloten plafond op een grote spouw ( 100 mm), over 50% van het oppervlak gevuld met 30 mm minerale wol, geldt een 5 db(a) hogere geluidwering. Voor de omrekening van de geluidwering G A naar de karakteristieke geluidwering G A;K zie NEN GELUIDWERING TUSSEN VERBLIJFSRUIMTEN VAN VERSCHILLENDE GEBRUIKSFUNCTIES; BB-Afd Al dan niet karakteristieke isolatie-index; BB-art De karakteristieke isolatie-index voor luchtgeluid bedraagt 5dB en de isolatie-index voor contactgeluid bedraagt 0 db, beide bepaald overeenkomstig NEN Toepassingen met een luchtdicht plafond onder het platte dak. WERING VAN VOCHT VAN BUITEN; BB-Afd Waterdichtheid; BB-art Onderstaande toepassingsvoorbeelden van dakconstructies zijn, bepaald overeenkomstig NEN 2778, waterdicht. De uitwendige scheidingsconstructie met de in hoofdstuk 1 gespecificeerde elementen die overeenkomstig hoofdstuk 2 met waterdichte aansluitingen zijn toegepast, zijn inclusief een hieronder vermeld dakbedekkingssysteem waterdicht. Indien de dakconstructie is voorzien van een sparring zoals bedoeld in hoofdstuk 1, kan de waterdichtheid van bijvoorbeeld een dakraam dat in deze sparing komt worden ontleend aan bijvoorbeeld een geldige kwaliteitsverklaring die mede is gebaseerd op NEN Onverhoopte vochtdoorslag door de ventilerende dakbedekking van een hellende dakconstructie wordt naar buiten afgevoerd. Een dakbedekkingssysteem overeenkomstig de eisen van BRL 1510 Keramische dakpannen, BRL 4705 Betonnen dakpannen of BRL 1511 Baanvormige dakbedekkingssystemen en aangebracht overeenkomstig de eisen van BRL 1513 Dakdekken hellende daken respectievelijk BRL 4702 Uitvoering van dakbedekkingsconstructies in bitumen of kunststof is duurzaam waterdicht indien deze gespecificeerd is voor een houtachtige dakconstructie. WERING VAN VOCHT VAN BINNEN; BB-Afd. 3.7

10 Blad 10 van Binnentemperatuurfactor; BB-art De factor van de temperatuur van de binnenzijde van de houtachtige dakconstructies, bepaald overeenkomstig NEN 2778, bedraagt ten minste 0,65. Dit geldt slechts indien de warmteweerstand van de aansluitende uitwendige scheidingsconstructie bepaald overeenkomstig NEN 1068 ten minste 2,5 m2k/w bedraagt. Overeenkomstig NPR 2652 voldoet de dakconstructie inclusief aansluitingen volgens de details in bijlage 1 aan de vereiste temperatuurfactor van de binnenoppervlakte > dan 0,65 berekend conform NEN 2778 met als uitgangspunt de vereiste thermische isolatie R c -waarde > 2,5 m 2 K/W en een luchtdichte aansluiting op het binnenspouwblad en op de woningscheidende wand. BEPERKING TOEPASSING SCHADELIJKE MATERIALEN; BB-Afd Toepassing schadelijke materialen; BB-art Toegepaste materialen voldoen aan de in het Bouwbesluit gegeven voorschriften. Toepassingsvoorbeeld: De stijging van de concentratie van formaldehyde in de binnenlucht van een ruimte gelegen onder de dakconstructie voldoet in elk geval aan Bouwbesluit art , indien de verhouding tussen de oppervlakte van de niet afgewerkte binnenzijde van de constructie en het volume van de ruimte kleiner is dan 0,75 m en indien er geen andere bouwkundige bronnen van formaldehyde in de ruimte aanwezig zijn. (maximaal 0,75 m 2 nietafgewerkt spaanplaat per 1 m 3 ). BESCHERMING TEGEN RATTEN EN MUIZEN; BB-Afd Openingen; BB-art In de dakconstructie zijn geen openingen breder dan 0,01 m aanwezig. 3.4 PRESTATIES UIT HET OOGPUNT VAN ENERGIEZUINIGHEID THERMISCHE ISOLATIE; BB-Afd Warmteweerstand; BB-art. 5.1 De warmteweerstand van de uitwendige scheidingsconstructie, bepaald overeenkomstig NEN 1068, voldoet aan de prestatie-eisen zoals vermeld in het Bouwbesluit, rekening houdende met de opbouw en het houtaandeel van de constructies en de warmtegeleidingscoëfficiënt van het isolatiemateriaal. Bij de berekening conform NEN 1068 is de ruimte buiten de buitenplaat standaard beschouwd als zijnde sterk geventileerd. De R c -waarde is op het element aangegeven (zie onderdeel ). De vermelde warmteweerstand geldt voor de ondoorschijnende delen van het gehele dak c.q. het dakelement. Het PIR-schuim van EcoTherm Topline TM Plex heeft een λ-declared van 0,027 W/mK (< 80 mm) en een λ-declared van 0,026 W/mK ( 80 mm) bepaald overeenkomstig NEN-EN In tabel 3 zijn de berekende warmteweerstanden (R c -waarden) gegeven van de verschillende typen dakplaten, inclusief een dakbedekking en plafondafwerking. Tabel 3 Verband tussen basisplaat, PIR-dikte en R c -waarde Type onderplaat Dikte onderplaat (mm) PIR-dikte (mm) R c -waarde (m 2 K/W) Type EcoTherm Topline TM Plex Triplex ,45 1) Triplex ,80 1) Triplex ,51 Triplex ,03 Triplex ,50 Triplex ,05 1) Vanwege warmteweerstand beperkt toepasbaar, bij renovatie alleen met vrijstelling volgens Bouwbesluit paragraaf 1.5.

11 Blad 11 van 13 BEPERKING VAN LUCHTDOORLATENDHEID; BB-Afd Luchtvolumestroom; BB-art. 5.8 De bijdrage aan de luchtvolumestroom voor toepassingsvoorbeelden van dakconstructies bedraagt, bepaald overeenkomstig NEN 2686, ten hoogste 0,0005 m 3 /s per strekkende meter aansluitvoeg. Dit komt overeen met 0,5 dm 3 /s per strekkende meter aansluitvoeg. De in hoofdstuk 1 gespecificeerde elementen die overeenkomstig hoofdstuk 2 met luchtdichting zijn toegepast in de uitwendige scheidingsconstructie, zijn inclusief aansluitingen en sparingen conform hoofdstuk 2 geschikt om de luchtvolumestroom van de woning te beperken tot ten hoogste 0,2 m³/s. Aansluitingen gerealiseerd overeenkomstig SBR-publicatie 360 'Luchtdicht bouwen', behoren tot luchtdichtheidsklasse 1 (redelijk luchtdicht) uit NEN De luchtvolumestroom van de dakconstructie, bepaald overeenkomstig NEN 2686 kan berekend worden door sommatie van de luchtvolumestroom van de aansluitingen en van de luchtvolumestromen van de hierin opgenomen dakramen, sparingen en doorvoeren. ENERGIEPRESTATIE; BB-Afd Energieprestatiecoëfficiënt; BB-art Voor het bepalen van de energieprestatiecoëfficiënt kan gebruik worden gemaakt van de warmteweerstanden zoals vermeld in van dit attest-met-productcertificaat. 4 WENKEN VOOR DE TOEPASSER 4.1 De toepassingsvoorwaarden, die in dit attest-met-productcertificaat zijn opgenomen in acht nemen. Bij aflevering inspecteren of: - geleverd is wat is overeengekomen; - het merk en de wijze van merken juist zijn; - de producten geen zichtbare gebreken vertonen als gevolg van transport en dergelijke; - de tekeningen en berekeningen beschikbaar zijn. Indien op grond van paragraaf 4.2 tot afkeuring wordt overgegaan, contact opnemen met: EcoTherm B.V. en zo nodig met: de attesterings- en certificerings-instelling Stichting Keuringsbureau Hout SKH Kantoorgebouw 'Het Cambium', Nieuwe Kanaal 9c, 6709 PA Wageningen Postbus 159, 6700 AD Wageningen Telefoon: (0317) mail@skh.org Fax: (0317) Website: Productcertificaat De producent is verplicht te zorgen dat de afnemer op het werk de beschikking heeft over een exemplaar van het volledige attest-met-productcertificaat. 4.3 Toepassing en gebruik Transport, opslag en verwerking doen uitvoeren overeenkomstig de verwerkingsvoorschriften die in dit attest-met-productcertificaat zijn opgenomen. 4.4 Geldigheidscontrole Controleer of het attest-met-productcertificaat nog geldig is; raadpleeg de SKH-website:

12 Blad 12 van 13 Bijlage II: Detaillering

13 Blad 13 van 13 Nummer: 20675/07 PDF