De afschaffing van het reisbureaudecreet

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De afschaffing van het reisbureaudecreet"

Transcriptie

1 De afschaffing van het reisbureaudecreet Studiegebied Handelswetenschappen en Bedrijfskunde Opleiding Bachelor in het Toerisme en het recreatiemanagement Academiejaar Promotor Mevrouw Christine Van Slambrouck Docent Student Ine Dekkers Howest Professionele bacheloropleidingen Kortrijk, Renaat De Rudderlaan 6, 8500 Kortrijk

2

3 De afschaffing van het reisbureaudecreet Studiegebied Handelswetenschappen en Bedrijfskunde Opleiding Bachelor in het Toerisme en het recreatiemanagement Academiejaar Promotor Mevrouw Christine Van Slambrouck Docent Student Ine Dekkers Howest Professionele bacheloropleidingen Kortrijk, Renaat De Rudderlaan 6, 8500 Kortrijk

4 Inhoudsopgave Woord vooraf Abstract Inleiding 6 1 Wetgeving reisbureaus vóór het reisbureaudecreet Wet van 21 april 1965 houdende het statuut van de reisbureaus Historiek Reisbureauwet Wijzigingen reisbureauwet Wijziging in Wijzigingen in Wijziging in Wijziging in Evaluatie reisbureauwet 15 2 Het reisbureaudecreet Hoe is het reisbureaudecreet ontstaan? Reisbureaudecreet versus reisbureauwet Extra bescherming voor de consument Wijzigingen aan het reisbureaudecreet Wijziging in Wijziging in Evaluatie reisbureaudecreet Afschaffing reisbureaudecreet Reacties uit de sector op de afschaffing van het reisbureaudecreet Voor- en nadelen afschaffing reisbureaudecreet 41 3 Wat zijn de gevolgen van de afschaffing van het reisbureaudecreet en voor welke uitdagingen staat de sector? De consument De non-profitsector De reisbureaus De touroperators De verzekeringsmaatschappijen 48 4 Wat na de afschaffing van het reisbureaudecreet? Wat in de ons omringende landen? Duitsland Groot-Brittannië Nederland Frankrijk Evaluatie systemen zelfregulering Zelfregulering: meningen en voorstellen uit de sector BTO 59

5 4.2.2 ABTO VVR VLARA De overheid Departement internationaal Vlaanderen Het Garantiefonds Reizen Reisagenten en touroperators Zelfregulering in Vlaanderen Reisbureaudecreet versus zelfregulering 69 Algemeen besluit 70 Literatuurlijst 72 Tabellen 76

6 Woord vooraf Deze bachelorproef is het sluitstuk van mijn opleiding toerisme en recreatiemanagement aan Howest in Kortrijk. Het is dan ook met fierheid dat ik deze aan u voorstel. Als onderwerp heb ik gekozen voor de afschaffing van het reisbureaudecreet. De onverwachte afschaffing van het decreet kan een grote invloed hebben op de toekomst van de reissector in Vlaanderen en zorgt bijgevolg voor heel wat opschudding. Naar aanleiding hiervan heeft mijn stagementor mevrouw Dorine Naeye me voorgesteld om deze materie uit te diepen. Aangezien dit onderwerp goed aansluit bij mijn stage in een reisbureau vond ik dit voorstel zeer interessant. In de eerste plaats wil ik haar dan ook bedanken voor alle hulp. Daarnaast bedank ik mijn interne begeleidster mevrouw Christine Van Slambrouck voor haar opmerkingen en goede raad. Om wat meer inzicht te krijgen in deze zeer actuele en toch wel ingewikkelde materie heb ik verschillende professionals uit de sector geïnterviewd. Ze waren allemaal direct bereid om me verder te helpen en me te ontvangen voor een interview. Daarom wil ik volgende mensen in het bijzonder bedanken voor hun medewerking: 1 de heer Antoon Van Eeckhout, de heer Bernard Tuyttens, de heer Mark Andries, de heer Rudi Verschoren, mevrouw Anne Moriau, de heer Mark De Vriendt, mevrouw Veerle De Boeck en de heer Jos Vercruysse. Daarnaast bedank ik al de reisagenten en touroperators die mijn vragen schriftelijk hebben beantwoord. Ten slotte zou ik graag mijn man Roel, mijn vriendin Brit en mijn ouders willen bedanken voor hun steun, hulp en goede raad tijdens het tot stand brengen van deze bachelorproef. Ine Dekkers 1 Opsomming in orde van tijdstip interviews.

7 Abstract Wat na de afschaffing van het reisbureaudecreet? Op deze vraag probeer ik tijdens deze uiteenzetting een antwoord te vinden. Het reisbureaudecreet vervangt sinds 2007 de reisbureauwet en regelt het statuut en de vergunningsvoorwaarden waaraan men moet voldoen om reizen te verkopen of om te bemiddelen in de verkoop van reizen. Met ingang van 1 januari 2014 wordt dit decreet definitief afgeschaft. Vanaf dan is er geen wettelijke regeling meer voor de reissector en kan in principe iedereen reizen verkopen. Dit zorgt dan ook voor de nodige opschudding in de sector. In hoofdstukken één en twee van mijn bachelorproef licht ik de wetgeving rond reisbureaus vóór het reisbureaudecreet en het reisbureaudecreet zelf toe. De wetgeving vóór het reisbureaudecreet houdt in: de reisbureauwetgeving die in voege trad in 1965 en werd opgeheven door het reisbureaudecreet. Vervolgens bespreek en evalueer ik het reisbureaudecreet en de afschaffing ervan. In hoofdstukken drie en vier licht ik de gevolgen van de afschaffing toe voor de consument, de nonprofit sector, de reisbureaus, de touroperators en de verzekeraars. Hier bespreek ik ook de uitdagingen waar de sector voor staat. Daarnaast bekijk ik wat er eventueel ter vervanging van het reisbureaudecreet kan komen en hoe de reissector deze materie in andere Europese landen aanpakt. Ten slotte probeer ik een voorstel te formuleren over hoe dit alternatief systeem er zou kunnen uitzien.

8 6 Inleiding Op 14 februari 2007 werd het decreet houdende het statuut van de reisbureaus goedgekeurd in het Vlaams Parlement. Dit decreet vervangt de reisbureauwet die in voege trad in 1965 en legt voor het Vlaams Gewest de voorwaarden vast waaraan verkopers van, of bemiddelaars in de verkoop van reizen moeten voldoen. Dit decreet stelt dat iedereen die reizen wil verkopen of bemiddelaar hierin wil zijn over een vergunning moet beschikken. Om deze vergunning te bekomen moet er aan bepaalde voorwaarden voldaan worden. Zo moet iemand die hiervoor in aanmerking wil komen o.a. voldoende beroepskennis hebben en aan bepaalde financiële voorwaarden voldoen. Door de jaren heen zijn er verschillende tekortkomingen in het decreet aan het licht gekomen die de werking en de handhaving ervan bemoeilijken. Hierdoor is het al verschillende malen noodzakelijk geweest om een aanpassing door te voeren. Meer en meer groeide de kritiek op het decreet. In het parlement werd steeds luider de vraag gesteld of het decreet nog wel een meerwaarde bood en of de voordelen ervan nog wel opwogen tegen de nadelen. Uiteindelijk heeft het Vlaams Parlement op 5 juli 2012 de afschaffing van het reisbureaudecreet goedgekeurd. Met ingang van januari 2014 wordt het decreet definitief opgeheven. Omdat het decreet de reisbureauwet van 1965 vervangt wil dit zeggen dat er vanaf januari 2014 geen enkel wettelijk vastgelegd stelsel meer zal zijn voor het verkopen van reizen of het bemiddelen in de verkoop van reizen. In theorie kan iedereen vanaf dan reizen verkopen, een reisbureau openen, enz., zonder dat hier enige controle op zal zijn. Deze afschaffing heeft dan ook voor heel wat opschudding gezorgd in de reissector. Voor de meesten kwam dit compleet onverwacht. Het is de bedoeling van de overheid om de bal nu in het kamp van de sector te leggen en hen zelf iets op poten te laten zetten. In enkele van onze buurlanden wordt al jaren zonder wettelijk stelsel voor de reisbureausector gewerkt. De meesten hebben in plaats daarvan een soort van kwaliteitslabel dat door de sector wordt geregeld. In Vlaanderen staat de reissector nu ook voor de uitdaging om een systeem van zelfregulering op poten te zetten. De verschillende beroepsverenigingen komen ondertussen eenmaal per maand samen en hopen hierover ten laatste in juni 2013 tot een akkoord te komen. Omdat de reissector in ons land hiervoor nooit zelf iets heeft moeten doen is dit een hele opdracht. We hebben in Vlaanderen maar liefst vijf beroepsverenigingen in de reissector, met elk hun eigen belangen. Dit maakt de onderhandelingen er niet gemakkelijker op. Tijdens de zoektocht naar een onderwerp voor deze bachelorproef sprong de afschaffing van het reisbureaudecreet er voor mij meteen uit. Het is geen voor de hand liggende keuze en beslaat zeker niet de gemakkelijkste materie. Voordat ik heb beslist om definitief voor dit onderwerp te kiezen heb ik me dan ook eerst wat ingelezen. De toch wel juridische materie, door sommigen aanzien als saai en droog, vind ikzelf juist zeer interessant. Vervolgens heb ik dan besloten om me hierin te verdiepen. Tot op vandaag heb ik nog geen moment spijt gehad van mijn keuze. Het is een onderwerp met voldoende inhoud, het is actueel en het heeft me veel geleerd over de werking van de reissector. Tijdens mijn onderzoek heb ik bovendien de kans gehad om met vele professionals uit de sector hierover te praten. Omdat het zo n actueel onderwerp is wilde bijna iedereen hier graag aan meewerken. Dit heeft me de kans gegeven om interessante mensen te ontmoeten en op interessante plaatsen te komen. Zo ben ik bij al de Vlaamse beroepsverenigingen (met uitzondering van de FBAA Federatie van Belgische Autobus- en Autocarondernemers) op gesprek geweest, met name de VVR

9 7 - Vereniging Vlaamse Reisbureaus, VLARA - De Vlaamse associatie voor Reisagenten, ABTO - Associatian of Belgian Touroperators en BTO - Belgian Travel Organisation. Daarnaast heb ik persoonlijke interviews afgenomen met de heer Mark Andries, kabinetchef van minister Geert Bourgois, met de heer Mark De Vriendt, general manager bij Het Garantiefonds Reizen, met de heer Rudi Verschoren, account manager travel bij Allianz Global Assistance, met mevrouw Anne Moriau, reisexperte bij Test-Aankoop en met de heer Jos Vercruysse, afdelingshoofd van de afdeling Toeristisch Ondernemen en Strategische Goederen bij het Departement internationaal Vlaanderen. Al deze gesprekken hebben mij zeer veel bruikbare informatie opgeleverd voor mijn onderzoek. Om de mening van de touroperators en reisagenten in Vlaanderen te kennen heb ik voornamelijk schriftelijke vragenlijsten rondgestuurd. Ook hierop heb ik heel wat respons gekregen. Zo heb ik me een beeld kunnen vormen van de meningen in the field. Maar beginnen moet natuurlijk bij het begin en dat is naar mijn mening het ontstaan van de wetgeving voor de reissector. In het eerste hoofdstuk van mijn bachelorproef verdiep ik me daarom in de reisbureauwet. Deze wet trad in werking in 1965 en regelde de voorwaarden waaraan reisbureaus moesten voldoen. De reisbureauwet werd in 2007 opgeheven in het Vlaams Gewest door het reisbureaudecreet. In het tweede hoofdstuk licht ik dan het reisbureaudecreet zelf toe. Hoe is het decreet ontstaan? Wat is er veranderd ten opzichte van de reisbureauwet? Welke aanpassingen zijn er in de loop der jaren doorgevoerd? Vervolgens evalueer ik het decreet en bespreek ik de afschaffing. Hierbij worden ook enkele meningen en reacties uit de sector toegevoegd. Na het theoretische gedeelte van hoofdstuk één en twee wordt in hoofdstuk drie en vier het meer praktische gedeelte uitgewerkt. In hoofdstuk drie licht ik de gevolgen van de afschaffing van het reisbureaudecreet toe. Hiervoor maak ik een onderscheid tussen de consument, de non profit-sector, de reisbureaus, de touroperators en de verzekeringsmaatschappijen. Wat zijn de gevolgen voor de consument nu er geen wettelijk vergunningsstelsel meer zal zijn? Zal de consument nog wel voldoende beschermd zijn? En wat met reisbureaus en touroperators? Komt er nu oneerlijke concurrentie? Zullen er nog voldoende financiële garanties zijn tussen de partners onderling? Blijft de kwaliteit in de sector gewaarborgd? Samen met de gevolgen bespreek ik de uitdagingen waar de reissector voor staat. De constant evoluerend markt en de digitalisering ervan heeft grote veranderingen teweeggebracht in de wereld. De reissector is hieraan extra gevoelig. Een groot gedeelte van het boeken van reizen is van het klassieke reisbureau verschoven naar het internet. Daarnaast is ook de consument veranderd, hij heeft zeer veel keuze en is zeer kritisch. Al deze zaken hebben tot gevolg dat het reislandschap niet meer hetzelfde is als pakweg vijf tot tien jaar geleden. Dus ook los van de afschaffing van het reisbureaudecreet staat de sector voor grote uitdagingen. In hoofdstuk vier bespreek ik wat er nu best in de plaats zou komen van het reisbureaudecreet. Hoe moet dit systeem van zelfregulering eruitzien? Hierover laat ik de beroepsverenigingen en de professionals uit de sector aan het woord. Verder kijk ik hoe deze materie in de andere Europese landen wordt aangepakt en ga ik wat dieper in op de situatie in Nederland, Duitsland, Groot-Brittannië en Frankrijk. Het merendeel van de informatie hierover heb ik verkregen uit een rapport dat het resultaat is van een onderzoek gevoerd door het Departement internationaal Vlaanderen. Eind 2012 heeft dit Departement onderzoek gedaan naar de verschillende systemen van zelfregulering in de rest van Europa. Daarnaast heb ik veel informatie gevonden op de websites van de beroepsverenigingen

10 8 van de desbetreffende landen. Tot slot heb ik zelf mijn conclusies getrokken aan de hand van wat ik geleerd heb doorheen mijn onderzoek en aan de hand van de verzamelde informatie. Waar mogelijk heb ik getracht advies te geven over wat er m.i. nu best uit de bus zou komen inzake het systeem van zelfregulering. De sector staat in ieder geval voor een hele uitdaging. Deze bachelorproef is het resultaat van vele dagen en uren opzoekwerk en het lezen van allerlei documenten. De meeste informatie aangaande hoofdstuk één en twee heb ik gevonden op het internet en dan vooral op de website van het Vlaams Parlement. Gaandeweg zijn de puzzelstukjes één voor één op hun plaats gevallen. Voor het gedeelte toegelicht in hoofdstuk drie en vier heb ik het merendeel van de informatie vergaard via de interviews die ik heb afgenomen. Alles bij elkaar ben ik blij met het resultaat. Hopelijk kan ik u als lezer boeien en tegelijkertijd iets bijleren. Veel leesplezier!

11 9 1 Wetgeving reisbureaus vóór het reisbureaudecreet 1.1 Wet van 21 april 1965 houdende het statuut van de reisbureaus Historiek Al sinds de helft van de 19 e eeuw bestaan er bedrijven die reizen organiseren. De eerste reisagent ter wereld was Robert Smart, een scheepsagent uit Bristol. Hij verzorgde al in 1822 scheepspassages en hotelreservaties. In 1841 organiseerde Thomas Cook de historische ééndagstrip per trein van Leicester naar Loughborough voor 570 passagiers. De eerste cruise werd georganiseerd door de Peninsula and Oriental Steam Navigation Company (P&O) in In België en Nederland werden de eerste reisbureaus opgericht in 1876, respectievelijk Wagonlits en reisbureau Jacques Lissone. 2 Toch duurde het nog tot 1965 voordat de eerste wet rond reisbureaus in België werd goedgekeurd. Door het toenemende belang van toerisme stelde men vast dat er meer en meer ondermeningen in de reisbureausector actief werden. Omdat reizen verkopen bestaat uit beloften verkopen, waarvan de waarde pas later duidelijk wordt, en de overeenkomsten tussen reisagent en klant dus vooral op vertrouwen steunen, was er nood aan vastgelegde regels. Zowel voor de consument als voor de reisbureaus was het belangrijk dat er aan kwaliteitsvoorwaarden voldaan werd. Als er corrupte reisbureaus op de markt zijn kan dit schadelijk zijn voor de sector en voor het toerisme in het algemeen. De Wet houdende het statuut van de reisbureaus 3 werd op 21 april 1965 bekrachtigd door Koning Boudewijn, Koning der Belgen en het parlement. Op 10 juni 1965 werd de wet gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en ze trad in werking op 1 augustus Deze wet regelde tot zijn opheffing 4 de wijze waarop en de voorwaarden waaronder een reisbureau vergund kon worden. Het belangrijkste doel van deze wet was de voorwaarden voor de toegang tot het beroep van reisagent vast te leggen. In de praktijk zijn de meeste voorwaarden echter bedoeld om de consument te beschermen. 5 2 Van Eeckhout, 2000, p Hierna genoemd reisbureauwet. 4 Opgeheven in 2007 in Vlaanderen door het reisbureaudecreet, in 2010 in Wallonië door het decreet houdende het statuut van de reisbureaus (22 april 2010) en in 2012 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest door het besluit over het statuut van de reisbureaus. 5 Ontwerp van decreet, houdende het statuut van de reisbureaus, 20 oktober 2006.

12 Reisbureauwet Het wetsvoorstel voor de reisbureauwet werd ingediend door de toenmalige Minister van Verkeer, de heer Louis Bertrand. De belangrijkste bepalingen die in de reisbureauwet aan bod komen worden hieronder behandeld. Dit is hoe de reisbureauwet oorspronkelijk was, op de wijzigingen in de loop der jaren kom ik later terug. 6 Artikel 1: Niemand mag een winstgevende werkzaamheid uitoefenen, die erin bestaat reizen of verblijven tegen een vaste som, onder meer logies inbegrepen, te organiseren en te verkopen, ofwel, als tussenpersoon zodanige reizen of verblijven, vervoerbiljetten, logies- of maaltijdbons te verkopen, als hij het niet doet als hoofdbezigheid, bestendig en met een vergunning. Belangrijk in dit artikel is het vermelden van de winstgevendheid van de activiteit en de woorden hoofdbezigheid, bestendig en met een vergunning. Men mocht dus geen winstgevende reizen verkopen als men dit niet deed als hoofdberoep en zonder vergunning. Er werden onder bepaalde voorwaarden enkele uitzonderingen toegelaten op deze regel. Personen die eveneens een vergunning konden krijgen waren autocarexploitanten, die dit niet als hoofdberoep uitoefenden, en verenigingen zonder winstoogmerk. Vrijgesteld van voorwaarden in artikel 1 waren (voor het Vlaamse Gewest vanaf 1980, onder bepaalde voorwaarden) exploitanten van vervoer per spoor, op binnenwateren, op zee of in de lucht. Artikel 2 : Niemand mag, in welke vorm ook, de titel van reisagent of de benaming van reisbureau of een soortgelijke titel of benaming gebruiken zo hij geen houder is van een vergunning afgegeven overeenkomstig artikel 1. Het komt er op neer dat niemand zich zonder vergunning reisagent mocht noemen. Artikel 3: De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend, geweigerd, geschorst of ingetrokken onder de voorwaarden en volgens de procedure vastgesteld door de Koning. De procedure waarborgt de rechten van de verdediging, inzonderheid het recht voor de betrokkene van gehoord te worden en van over een middel van beroep te beschikken, bij weigering, schorsing of intrekking van de vergunning. De Koning bepaalde de voorwaarden en procedures voor het verlenen, weigeren of schorsen van de vergunning. Artikel 4: Voor het verlenen van de in artikel 1 bedoelde vergunning mogen alleen de volgende voorwaarden worden gesteld: Er werden voorwaarden gesteld aan de aanvragers van de vergunning of de personen die met het dagelijks beheer van de vergunning belast waren. Voor deze personen werden er 6 Wet houdende het statuut van de reisbureaus, BS 10 juni 1965.

13 11 voorwaarden inzake leeftijd en nationaliteit gesteld en voorwaarden i.v.m. beroepsbekwaamheid. 7 Er werden eveneens voorwaarden gesteld wat de onderneming, de financiële mogelijkheden, de borgtocht en de technische uitrusting betrof. 8 Artikel 5 bepaalde enkele praktische zaken die door de Koning konden worden opgelegd, zoals de statistische gegevens die jaarlijks aan de Commissaris-generaal voor toerisme moesten worden verstrekt, de vermeldingen op vergunningen en reclame. Artikel 6 bepaalde wanneer een vergunning geweigerd, geschorst of ingetrokken kon worden. Artikel 7 bepaalde de vrijstellingsmaatregelen voor echtgenoten en de afstammelingen na het overlijden van de uitbater van het reisbureau. Artikel 8 was een uiteenzetting over het technisch comité dat door de Koning was aangesteld om advies uit te brengen over de maatregelen tot uitvoering van de wet en over de toekenning of weigering van de vergunningen (zie punt 1.2.4). Artikel 9 bepaalde de straffen die stonden op het overtreden van de wet. Artikel 10 benoemde de personen die bevoegd waren om op te treden in geval van overtreding van de wet. Artikel 11 bepaalde de bevoegdheid van de Minister van Toerisme en zijn ambtenaren i.v.m. onderzoek naar de onderneming en bezoek aan de onderneming. Artikel 12 en 13 zie Belgisch staatsblad Wijzigingen reisbureauwet De reisbureauwet werd in de loop der jaren meerdere keren gewijzigd. Sinds de tweede staatshervorming in 1980 is de reiswetgeving verdeeld over drie verschillende overheden. De gemeenschappen zijn bevoegd voor toerisme in het algemeen en de gewesten zijn bevoegd voor de vestingsvoorwaarden inzake toerisme. De federale overheid is nog steeds bevoegd voor de bescherming van de consument en de handelspraktijken. De reisbureauwet schrijft voornamelijk vestigingsvoorwaarden voor en is dus voor het grootste deel een gewestaangelegenheid. Sommige zaken zoals het afleveren van de vergunningen is dan weer een gemeenschapsaangelegenheid. Het is echter niet altijd duidelijk wat nu juist een gemeenschaps- of een gewestaangelegenheid is. Het statuut van de reisbureaus houdt voornamelijk vestigingsvoorwaarden in, wat het sinds 1980 een bevoegdheid van de gewesten maakt. 10 Het Vlaams Gewest doet al sinds 1981 pogingen om de reisbureauwet aan te passen omdat deze zelfs toen al op veel gebieden was achterhaald. 7 Zie Koninklijk Besluit statuut reisbureaus, 10 juni 1965, artikel 3, 4 en 5. 8 Zie Koninklijk Besluit statuut reisbureaus, 10 juni 1965 artikel Wet houdende het statuut van de reisbureaus, BS 10 juni Ontwerp van decreet, houdende het statuut van de reisbureaus, 30 oktober 2006.

14 12 Een eerste poging tot aanpassing van de reisbureauwet kwam er in Het decreet van 21 maart 1985 houdende het statuut van de reisbureaus heeft de reisbureauwet tijdelijk opgeheven. Het decreet was echter maar geldig tot 26 mei 1985 en werd opgeheven en ingetrokken door decreet van 1 juni 1988 houdende de intrekking van het decreet van 21 maart 1985 houdende het statuut van de reisbureaus. Deze opheffing is dus te verwaarlozen in de geschiedenis van de reisbureauwet Wijziging in 1998 Een eerste aanpassing aan de reisbureauwet kwam er in Door het decreet van 7 juli 1998 betreffende de openbare instelling Toerisme Vlaanderen en de Hoge Raad voor het Toerisme werd artikel 8 uit de reisbureauwet gewijzigd. Het decreet van 7 juli 1998 vervangt twee bestaande decreten, namelijk het decreet van 29 mei 1984 dat het Vlaams Commissariaat-generaal voor Toerisme opricht 12 en het decreet van 5 maart 1985 dat de Vlaamse adviesraad voor Toerisme opricht. De Vlaamse adviesraad voor Toerisme en de ervan afhangende technische comités worden afgeschaft. In de plaats hiervan wordt een Hoge Raad voor het Toerisme opgericht. Deze raad heeft als doel om aan alle toeristische sectoren een breed overleg- en adviesplatform aan te bieden. Omdat artikel 8 van de reisbureauwet de taken van de technische comités bepaald wordt dit artikel gewijzigd. 13 Er weze opgemerkt dat het decreet van 5 maart 1985 opgeheven wordt door art. 45, 2, van het decreet van 7 juli 1998 betreffende de openbare instelling Toerisme Vlaanderen en de Vlaamse Raad voor het Toerisme. Art. 48 van dit decreet voorziet dat de Vlaamse regering de datum bepaalt waarop elk van de artikelen van dit decreet in werking treedt. Dit is nog niet gebeurd voor art. 45, 2 omdat er nog geen alternatieve reglementaire bepalingen voorhanden zijn voor de samenstelling en bevoegdheden van die technische comités. Dit is gekoppeld aan de reorganisatie van de Vlaamse administratie in het kader van de operatie Beter Bestuurlijk Beleid. Tot zolang dient het decreet van 5 maart 1985 te blijven bestaan en is voormelde aanpassing bijgevolg noodzakelijk Wijzigingen in 2002 De volgende aanpassing aan de reisbureauwet kwam er in 2002 met het decreet van 19 juli 2002, decreet tot wijziging van de wet van 21 april 1965 houdende het statuut van de reisbureaus. Met dit decreet werd er een uitzondering gemaakt voor de landelijke, provinciale en lokale jeugdorganisaties en -verenigingen i.v.m. de vergunningsplicht. Tot op heden moesten deze verenigingen en organisaties ook voldoen aan de vereisten gesteld in de reisbureauwet bij het organiseren van reizen voor hun leden. De vergunningsvoorwaarden in de reisbureauwet waren echter volledig in strijd met de pedagogische hoofddoelstelling van deze jeugdorganisaties en -verenigingen; namelijk werken met kinderen en jongeren. Jeugdorganisaties kunnen onmogelijk aan dezelfde vakbekwaamheid voldoen 11 Belgisch Staatsblad, Bij decreet van 22 december 1995 verandert het Commissariaat-generaal voor Toerisme van naam, het wordt vanaf dan Toerisme Vlaanderen. 13 Ontwerp van decreet, betreffende de openbare instelling Toerisme Vlaanderen en de Hoge Raad voor het Toerisme, 01 december Ontwerp van decreet, decreet tot wijziging van de wet van 21 april 1965 houdende het statuut van de reisbureaus, 15 mei 2002.

15 13 als waaraan reisbureaus moeten voldoen. Ook de verplichting tot borgtocht en infrastructuurvereisten zijn niet haalbaar voor jeugdorganisaties en -verenigingen. Hiervoor werd aan de reisbureauwet in het kader van het Vlaamse Gewest een artikel 19 toegevoegd dat luidt als volgt: Artikel 1 4. Artikel 1, 1, is niet van toepassing op de volgende jeugdorganisaties en verenigingen voor zover ze de reizen en verblijven organiseren voor en verkopen aan hun aangesloten leden: 1 de particuliere jeugdverenigingen bedoeld in artikel 2 van het decreet van 9 juni 1993 houdende subsidiëring van gemeentebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie inzake het voeren van een jeugdwerkbeleid; 2 de particuliere verenigingen die werkzaam zijn op het domein van het provinciale/regionale jeugdwerk, bedoeld in artikel 7 van het decreet van 17 december 1997 houdende subsidiëring van provinciebesturen inzake het voeren van een jeugdwerkbeleid; 3 de landelijk georganiseerde jeugdverenigingen erkend door de Vlaamse Gemeenschap in toepassing van het decreet van 12 mei1998 houdende erkenning en subsidiëring van het landelijk georganiseerd jeugdwerk; 4 de landelijk georganiseerde jeugdvereniging en de lokale jeugdvereniging bedoeld in artikel 2, 3 en 4 van het decreet van 29 maart 2002 op het Vlaamse jeugdbeleid. 15 Samen met deze wijziging werd een definitie van het woord winstgevendheid toegevoegd aan de reisbureauwet. Het woord winstgevendheid zorgde voor tal van misbruiken. Zolang niet aangetoond kon worden dat een exploitant winst maakte kon hem niets opgelegd worden. Volgende paragraaf werd toegevoegd: In het kader van deze wet wordt onder winstgevende werkzaamheid verstaan: de activiteit van personen die, hetzij in eigen naam, hetzij in naam of voor rekening van een al dan niet met rechtspersoonlijkheid beklede derde, met of zonder winstoogmerk, een commerciële, financiële of industriële activiteit uitoefenen en die producten of diensten te koop aanbieden of verkopen. 16 Op hetzelfde moment werd er nog een decreet goedgekeurd dat wijzigingen aanbracht aan de reisbureauwet: het decreet van 19 juli 2002 ontwerp van decreet tot wijziging van de wet van 21 april 1965 houdende het statuut van de reisbureaus en van het decreet van 5 maart 1985 houdende oprichting van een Vlaamse Adviesraad voor Toerisme. De bedoeling van dit decreet was om alvast voor de Vlaamse Gemeenschap de procedures tot afgifte, weigering, intrekking en/of schorsing van een reisbureauvergunning versneld te kunnen uitvoeren. De bevoegdheid van Toerisme Vlaanderen werd met dit decreet dan ook uitgebreid. In de zomer van 2001 zijn er enkele voorvallen geweest die de noodzaak om deze zaak aan te pakken versneld hebben. Via een illegaal bijkantoor van een Brussels reisbureau werden er duizenden vliegtuigtickets verkocht die later ongeldig werden wegens wanbetaling aan de 15 Ontwerp van decreet, decreet tot wijziging van de wet van 21 april 1965 houdende het statuut van de reisbureaus, 15 mei Wet 21 april 1965 houdende het statuut van de reisbureaus, BS 10 juni 1965; Ontwerp van decreet, houdende het statuut van de reisbureaus, 30 oktober 2006.

16 14 luchtvaartmaatschappijen. Dit Brussels reisbureau had ook ongedekte tickets verkocht aan een vergund Vlaams reisbureau. Hierdoor kwamen een paar duizend reizigers zonder geldige vliegtuigtickets te zitten. De organisatie van reizen is gebonden aan een specifieke wetgeving maar toch gebeurden er ieder jaar nog praktijken die niet door de beugel konden. Uit onderzoek bleek dat de procedure tot intrekking van de vergunning omslachtig en tijdrovend was en dat de consument niet voldoende beschermd werd door de reisbureauwet. Om deze reden werden er enkele zaken gewijzigd in de reisbureauwet. Belangrijk hierbij is dat er samen met deze wijziging ook voorwaarden voor verzekeringen voor de onderneming werden toegevoegd. De artikelen 36 en 37 van de federale reiscontractenwet van 16 februari 1994 bepalen dat de reisorganisator en de reisbemiddelaar permanent moeten beschikken over zowel een verzekering tegen financieel onvermogen als een verzekering tegen professionele aansprakelijkheid. Volgens de reisbureauwet was enkel het bewijs van voldoende kapitaal genoeg om een vergunning te krijgen. Het al dan niet hebben van een verzekering was geen voorwaarde. Er werd dan ook een aparte regeling voor de Vlaamse Gemeenschap in de wet ingebracht. Vanaf dan mocht de voorwaarde voor een verzekering worden opgelegd in het kader van het vergunningenstelsel Wijziging in 2003 In 2003 werd er nog een uitzondering in de wet voorzien geldig voor de Vlaamse Gemeenschap. Na de uitzonderingen ingevoerd in 2002 voor de jeugdorganisaties en -verenigingen werd er dit maal een uitzondering voor vergunningsplicht ingevoerd voor organisaties die werken in het kader van Toerisme voor Allen. Toerisme voor Allen is de nieuwe naam voor wat in het verleden sociaal toerisme genoemd werd. De oorspronkelijke doelstelling van sociaal toerisme was arbeiders leren op vakantie gaan. Deze stelling is uiteraard verouderd en met de tijd vervaagd door de democratisering van het commerciële toerisme en de verhoogde levensstandaard. Aan de andere kant kunnen we vaststellen dat bepaalde groepen in de samenleving, ondanks het sociale aanbod, nog steeds niet de middelen hebben om op vakantie te gaan. Het sociaal toerisme werd onder de loep genomen en omgedoopt tot Toerisme voor Allen. De bedoeling was om nieuwe doelstellingen en mogelijkheden te creëren voor de bestaande instellingen en organisaties van sociaal toerisme en anderzijds het recht op vakantie mogelijk te maken voor iedereen. Met het decreet van 18 juli 2003 betreffende de verblijven en verenigingen die een werking uitoefenen in het kader van Toerisme voor Allen werd de volgende paragraaf toegevoegd aan artikel 1. 4 van de reisbureauwet: Is niet van toepassing op de private rechtspersonen erkend ingevolgde artikel 9 van decreet van 18 juli 2003 betreffende de verblijven en verenigingen die een werking uitoefenen in het kader van Toerisme voor Allen, voor de activiteit vermeld in artikel 9 van dat decreet. 17 Ontwerp van decreet tot wijziging van de wet van 21 april 1965 houdende het statuut van de reisbureaus en van het decreet van 5 maart 1985 houdende oprichting van een Vlaamse Adviesraad voor Toerisme, 15 mei 2002.

17 15 De verplichting van hoofdactiviteit, bestendig en met vergunning uit artikel 1 van de reisbureauwet was dus niet langer van toepassing op bovenvermelde groep. 18 Met andere woorden, ze moesten niet meer voldoen aan de voorwaarden van de reisbureauwet bij het organiseren van reizen Wijziging in 2004 Met het decreet van 19 maart 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Toerisme Vlaanderen werd er een laatste wijziging aangebracht aan de reisbureauwet. Toerisme Vlaanderen wordt vanaf nu georganiseerd onder de rechtsvorm van een zogenaamd intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid. Artikel 8 van de reisbureauwet is niet langer van toepassing en wordt dan ook geschrapt. Het decreet van 5 maart 1985 houdende oprichting van een Vlaamse Adviesraad voor toerisme en het decreet van 7 juli 1998 betreffende de openbare instelling Toerisme Vlaanderen en Vlaamse Raad voor het Toerisme wordt opgeheven Evaluatie reisbureauwet Zoals blijkt uit voorgaande punten werd de reisbureauwet regelmatig aangepast. Op veel gebieden was de wet verouderd en totaal niet meer actueel. Dit is op zich niet verwonderlijk want de wet bestond bij zijn afschaffing in 2007 al 42 jaar. De uitzondering voor de jeugdorganisaties en -verenigingen die in 2002 en 2003 bij decreet werden ingevoerd deden de vraag rijzen of er niet beter een afzonderlijke regel voor de socio-culturele sector zou komen. Zij zijn immers vaak slachtoffer van het feit dat ook zij onder de reisbureauwet vallen. Een ander hiaat in deze wet was het feit dat men het enkel over reizen verkopen had. Er werd niet over bemiddelen gesproken, iets wat meer en meer gebeurt. Door het internet, het toenemende economische belang en de Europese eenheidsmarkt komen er steeds meer tussenpersonen op de markt die strikt gezien niet onder de definitie van tussenpersonen vallen. Deze personen geven advies over reizen, brengen partijen bij elkaar en bemiddelen, maar vielen niet onder de reisbureauwet. Zelfs niet als ze dit tegen betaling deden. Zowel om eerlijke concurrentie te waarborgen als voor de consumentenbescherming zouden deze tussenpersonen toch bepaalde kwaliteitsgaranties moeten bieden. De taak van de reisbureaus bestaat voor een groot deel uit advies geven voordat de overeenkomst gesloten wordt. De term bemiddeling moest dus zeker worden opgenomen in de wet. Nog een tekortkoming in de reisbureauwet was de onduidelijkheid die heerste over de effectieve praktijkervaring en kennis van de reisagent. Reisbureaus konden al een vergunning krijgen als het één persoon in dienst had die praktijkervaring had opgedaan. Het was ook niet altijd duidelijk wat die praktijkervaring precies inhield. De vereisten voor beroepskennis waren aanzienlijk gedateerd en dringend toe aan een evaluatie. Ook de voorwaarden voor de technische uitrusting van reisbureaus waren aan een update toe. Reisbureaus moesten nog altijd over een vast lokaal beschikken. Dit lokaal moest dan ook nog aan een 18 Ontwerp van decreet betreffende de verblijven en verenigingen die een werking uitoefenen in het kader van Toerisme voor Allen, 20 november Ontwerp van decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Toerisme Vlaanderen, 22 december 2003.

18 16 aantal eisen voldoen. Er is veel veranderd en reizen worden ondertussen op een heel andere manier verkocht. Een vergund reisbureau moet toegelaten worden om zijn reizen eender waar en op eender welke manier te verkopen. Verder heerste er onduidelijkheid over de verplichtingen inzake de verzekeringsverplichtingen. Er werd in 2002 wel een voorwaarde voor verzekeringen aangebracht in de wet maar echt duidelijk was het nog steeds niet. Een andere leemte in de reisbureauwet was dat inbreuken op de wet onvoldoende tot sancties leidden. De politie en het door de minister aangewezen personeel waren bevoegd om processen-verbaal op te maken. Het Openbaar Ministerie moest dan de strafrechtelijke vervolging in gang zetten. Er werd in de praktijk echter maar weinig gevolg gegeven aan deze processen-verbaal. 20 Daarboven komen nog de opeenvolgende staatshervormingen, het toenemend belang aan handel via het internet en de veranderingen in de reissector en bij de consument. We kunnen concluderen dat er dingend nood was aan een nieuw statuut. Dit kwam er in 2007 dan ook met het reisbureaudecreet van minister Geert Bourgeois. Dit decreet hief de reisbureauwet op en moest voor een verbeterd statuut zorgen. Of dit gelukt is zullen we verder in deze uiteenzetting vernemen Departement internationaal Vlaanderen, 19 april Ontwerp van decreet, houdende het statuut van de reisbureaus, 30 oktober 2006.

19 17 2 Het reisbureaudecreet 2.1 Hoe is het reisbureaudecreet ontstaan? Zoals reeds werd aangetoond in hoofdstuk 1, was het statuut van de reisbureaus dringend aan vervanging toe. In de Beleidsnota Toerisme werd al vermeld dat het statuut van de reisbureaus een evaluatie verdiende. Het was de bedoeling om de toeristische regelgeving te vereenvoudigen en het handhavingsstatuut te optimaliseren. Naar aanleiding van de Europese Dienstenrichtlijn van 17 juli 2006 waren er tevens aanpassingen aan het oude statuut noodzakelijk. Door deze richtlijn kon er geen vergunningsplicht meer worden opgelegd aan een reisbureau dat in Vlaanderen actief is maar er geen vestiging heeft. De richtlijn streeft er immers naar om een vrij verkeer van diensten tussen de lidstaten onderling te waarborgen. 22 Bepaalde vergunningsvoorwaarden uit de reisbureauwet zoals hoofdactiviteitvereiste konden hierdoor ook niet langer opgelegd worden. Er werd een kosten-batenanalyse uitgevoerd om drie verschillende mogelijke alternatieven voor de reisbureauwet te vergelijken. Bij deze analyse werden de voor- en nadelen van deze alternatieven onderzocht voor de volgende doelgroepen: - de consument, - de socio-culturele sector, - de reisbureaus, - de Vlaamse overheid. Optie 1 was een nuloptie, er zou niets aan de regelgeving veranderen. Dit hield in dat het bestaande statuut onveranderd zou blijven bestaan. Optie 2 stelde een systeem van zelfregulering voor de reisbureausector voor, het bestaande statuut zou opgeheven worden en niet vervangen. Landen als Nederland, Denemarken, Zweden en Letland hebben geen wettelijk opgelegd stelsel voor de reisbureausector. In plaats daarvan hebben zij een systeem van sectorregulering. De sector maakt onderling afspraken, al dan niet opgelegd door de overheid, die voor een zekere vorm van regulering zorgen. Er worden via beroepsorganisaties een aantal lidmaatschapsvereisten opgelegd die ervoor zorgen dat er een bepaald kwaliteitsniveau behaald wordt. 23 Wie geen lid is krijgt geen medewerking vanuit de sector. Het kan dan moeilijk worden om te blijven bestaan. Optie 3 stelde voor dat het huidige statuut zou worden vernieuwd. Als er voor deze laatste optie gekozen werd zou de regelgeving gewijzigd worden. Aangezien Vlaanderen en niet de federale overheid sinds 1980 bevoegd is voor toerisme zou de wet van 1965 opgeheven worden en vervangen door een nieuw, Vlaams statuut. 22 Europa, samenvatting van de EU-wetgeving, 26 april Meer hierover in hoofdstuk 4.

20 18 Uit de gevoerde analyse 24 bleek dat een vernieuwing van het huidige statuut (optie3) de beste optie was. In het kader daarvan werd er beslist om een nieuw Vlaams statuut voor de reisbureaus uit te werken. In zijn Beleidsbrief Toerisme licht de heer Geert Bourgeois, Vlaams Minister van Bestuurszaken, Buitenlands beleid, Media en Toerisme dit als volgt toe: Mijn beleidsnota Toerisme vermeldt dat het statuut van de reisbureaus een nieuwe bespreking verdient. Dit statuut wordt geregeld door een 40 jaar oude wet van 21 april Gelet op de gewijzigde situatie in de reissector, is een modernisering van dit statuut aangewezen. In het verleden zijn pogingen om het statuut van de reisbureaus te moderniseren niet gelukt. Vaak lagen bevoegdheidsaspecten aan de basis hiervan. Momenteel behoort toerisme tot de bevoegdheid van de gemeenschappen en vestigingsvoorwaarden inzake toerisme tot de bevoegdheid van de gewesten. Vandaar is er de mogelijkheid om door middel van een gemeenschaps- en gewestdecreet het statuut van de reisbureaus te actualiseren. In september 2005 installeerde ik een bijzondere werkgroep die het statuut van de reisbureaus dient te moderniseren en die een voorontwerp van een Vlaams decreet zal opstellen. Deze werkgroep is samengesteld met experten uit de reissector. Daarnaast worden de socio-culturele sector (jeugd, sport, cultuur) en de consumentenorganisaties bij de bespreking betrokken. Het wegwerken van zgn. grijze zones wegens vrijstelling van vergunning is een pijnpunt. De modernisering van het statuut zal van toepassing zijn op het vlak van de soorten vergunningen, het vereiste kapitaal en de vereiste borg en vereisten inzake diploma s (gelet op de huidige ruime aanbod van toerismeonderwijs en opleiding). Naast de vereenvoudiging van de vergunningsprocedure, worden eigen handhavingsrichtlijnen opgesteld. De bedoeling is vooral concurrentievervalsing tegen te gaan. De bijzondere werkgroep dient in de loop van 2006 haar werkzaamheden te beëindigen en dus een voorontwerp van een modern statuut én decreet klaar te hebben. Toerisme Vlaanderen zal ondertussen het dossierbeheer informatiseren, als eerste stap naar een e- loket voor de toeristische ondernemer. Het dossierbeheer met betrekking tot de sector van de reisbureaus wordt dit najaar al geïmplementeerd. Op basis van de resultaten van de bijzondere werkgroep, wordt het dossierbeheer reisbureaus dan in 2006 geëvalueerd. 25 Het nieuwe decreet houdende het statuut van de reisbureaus werd op 14 februari 2007 goedgekeurd door het Vlaams Parlement. Het werd bekrachtigd en afgekondigd door de Vlaamse Regering op 2 maart De Vlaamse Regering gaf haar definitieve goedkeuring aan het uitvoeringsbesluit op 19 juli Het doel van het nieuwe decreet was duidelijkheid brengen en de kwaliteit van de Vlaamse reissector garanderen. De consument moet steeds kunnen rekenen op vakbekwame mensen. Aan de andere kant mogen eerlijke reisbureaus geen concurrentie ondervinden van personen die de opgelegde voorwaarden en regels niet respecteren Zie reguleringsimpactanalyse voor het statuut van de reisbureaus, 17 mei Bourgeois, 25 oktober Reguleringimpactanalyse voor het statuut van de reisbureaus, 17 mei 2006; Departement internationaal Vlaanderen, 19 april 2012.

21 Reisbureaudecreet versus reisbureauwet Hieronder licht ik de belangrijkste veranderingen van het nieuwe decreet ten opzichte van de reisbureauwet van 21 april 1965 toe. De termen reisbureau, onderneming, bemiddelen, reis, logies, verkooppunt en reisbureauactiviteit worden duidelijker gedefinieerd in het nieuwe decreet. 27 Zo kan er hierover geen discussie meer ontstaan. Het toepassingsgebied wordt uitgebreid en er wordt een duidelijke lijst 28 (dit was althans de bedoeling) van vrijgestelde activiteiten opgenomen. Zo is de socio-culturele sector algemeen vrijgesteld van vergunningsplicht onder twee voorwaarden: - reizen moeten georganiseerd worden voor niet-commerciële doelstellingen; - de organisatie van de reis moet kaderen binnen hun onderwijzende taak of van hun jeugd-, sport-, cultuur-, welzijns-, gezondheids- of volwassenenwerk. Enkele voorbeelden hiervan zijn jeugdverenigingen die kampen organiseren voor hun leden, toerismestudenten die samen met hun begeleiders een reis maken in het kader van hun opleiding en verenigingen die reizen organiseren in het kader van toerisme voor allen 29 zolang ze dit uitsluitend doen binnen hun sociaal-culturele taak. Het reisbureaudecreet is van toepassing op toeristische verhuurkantoren, deze vielen niet onder de reisbureauwet. Artikel 3 van het reisbureaudecreet luidt als volgt: elk reisbureau met een of meer verkooppunten in het Vlaamse Gewest moet beschikken over de vergunning die onder de voorwaarden bepaald in dit decreet wordt toegekend door Toerisme Vlaanderen. En onder een reisbureau wordt verstaan: een onderneming die een activiteit uitoefent die bestaat uit het bemiddelen of sluiten van een overeenkomst tot het verstrekken van hetzij een combinatie van een reis en logies, hetzij het verstrekken door een derde van een reis of logies. Er wordt nog maar één soort vergunning 30 uitgevaardigd. Ten tijde van de reisbureauwet waren er vergunningen categorie A, B en C met elk hun eigen voorwaarden. De vergunningsvoorwaarden werden voor de onderneming echter uitgebreid. Zo zijn er nu verplichte verzekeringen, o.a. een verzekering tegen financieel onvermogen en burgerlijke beroepsaansprakelijkheid. 31 De verzekering financieel onvermogen beschermt de consument in geval 27 Zie Decreet van 2 maart 2007 houdende het statuut van de reisbureaus, artikel Zie Decreet van 2 maart 2007 houdende het statuut van de reisbureaus, artikel Zie hoofdstuk1 punt Zie Besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 tot uitvoering van het Decreet van 2 maart 2007 houdende het statuut van de reisbureaus, hoofdstuk II. 31 Zie Besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 tot uitvoering van het Decreet van 2 maart 2007 houdende het statuut van de reisbureaus, artikel 8 en 9.

22 20 van faillissement van de reisbemiddelaar of het verhuurkantoor. De verzekering burgerlijke beroepsaansprakelijkheid beschermt tegen de risico s die het beroep met zich meebrengt. De eisen i.v.m. beroepskennis werden strenger. Men kan zichzelf enkel reisexpert noemen als men in het bezit is van een erkend diploma 34 of gelijkgesteld (meestal voor personen afkomstig uit het buitenland waar het beroep niet erkend is). Personen die bij het in werking treden van het decreet reeds één jaar voltijds of drie jaar deeltijds werkzaam zijn in een reisbureau worden verondersteld voldoende beroepskennis te hebben. Dit om te voorkomen dat personen die reeds jaren actief zijn in de sector en nooit een diploma hebben behaald terug naar school zouden moeten. Tegelijkertijd werden de nationaliteit- en leeftijdsvereisten geschrapt. Er werd een vereenvoudiging van de administratieve lasten voor de ondernemingen doorgevoerd. Zo werd o.a. de vergunningsprocedure vereenvoudigd en werd de jaarlijkse bijdrage voor de vergunde reisbureaus afgeschaft. De technische vereisten werden versoepeld. Reisbureaus moeten hun producten op eender welke wijze kunnen verkopen en op eender welke locatie (kantoor, beurzen, ). Elk reisbureau of toeristisch verhuurkantoor moet een borgstellingskrediet afsluiten bij een verzekeringsondernemer of kredietinstelling. 35 Onder de reisbureauwet moest er een geldelijke borg gestort worden aan de Deposito- en Consignatiekas. Inspectiediensten krijgen meer bevoegdheden. Het decreet voorziet onder meer de mogelijkheid om ondernemingen zonder vergunning stop te zetten. Strafsancties worden vervangen door administratieve sancties, vergunningen kunnen ingetrokken worden en er kunnen geldboetes opgelegd worden. Er werd een adviescomité en een beroepscommissie opgericht. 36 Beide worden vertegenwoordigd door deskundigen uit de reissector. Hun belangrijkste taak is de bevoegde minister bijstaan en advies geven i.v.m. de vergunningen. Voor het voldoen aan de nieuwe vereisten van het reisbureaudecreet worden volgende overgangstermijnen opgelegd: De houders van een vergunning op grond van de wet van 21 april 1965 en hun verkooppunten beschikken over een termijn van drie jaar, ingaand op de datum van de inwerkingtreding van het decreet, om zich te schikken naar de bepalingen ervan. Deze termijn kan worden verlengd met ten hoogste zes maanden, als daarvoor een gemotiveerd verzoek werd ingediend bij Toerisme Vlaanderen. Wie niet vergunningsplichtig is op grond van de wet van 21 april 1965, maar een vergunning moet aanvragen krachtens de inwerkingtreding van dit decreet, moet binnen zes maanden volgend op de 32 Departement internationaal Vlaanderen, 19 april Meer hierover in punt Zie Besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 tot uitvoering van het Decreet van 2 maart 2007 houdende het statuut van de reisbureaus, artikel Zie Besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 tot uitvoering van het Decreet van 2 maart 2007 houdende het statuut van de reisbureaus, artikel 3, 4 en Zie Besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 tot uitvoering van het Decreet van 2 maart 2007 houdende het statuut van de reisbureaus, artikel 17 en 18.

23 21 inwerkingtreding van dit decreet, een vergunningsaanvraag indienen. Deze ondernemingen mogen hun reisbureauactiviteit blijven uitoefenen zonder vergunning tot op het ogenblik van de beslissing tot toekenning of weigering van de vergunning Extra bescherming voor de consument De consument wordt naast het reisbureaudecreet beschermd door enkele federale en Europese wetten en richtlijnen. De Wet betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument van 14 juli 1991, de Wet handelspraktijken. Deze wet wordt sinds 12 mei 2010 vervangen door de Wet van 6 april 2010 betreffende de marktpraktijken en consumentenbescherming, de Wet Marktpraktijken. Deze wetgeving regelt de relatie tussen ondernemingen en consumenten op algemene wijze. Deze wet heeft twee algemene doelstellingen. Ze streeft ernaar de loyaliteit van de concurrentie in de commerciële relaties te garanderen. Anderzijds wil ze de bescherming van de consument verzekeren en ervoor zorgen dat hij voldoende en gepaste informatie krijgt. 38 Daarbovenop wordt de consument beschermd door de Wet van 16 februari 1994 tot regeling van het contract tot reisorganisatie en reisbemiddeling, de reiscontractenwet. De reiscontractenwet regelt, in uitvoering van de Europese Richtlijn 90/314/EEG van de Raad van 13 juni 1990 betreffende de pakketreizen, de contractuele verhoudingen tussen reizigers en reisorganisatoren en bemiddelaars. De wet bepaalt onder andere dat de organisator (meestal de touroperator) en de reisbemiddelaar (meestal het reisbureau) blijvend dienen te beschikken over een verzekering tegen financieel onvermogen en een verzekering tegen professionele aansprakelijkheid. 39 Artikel 36 van de reiscontractenwet luidt als volgt: De reisorganisator en/of de reisbemiddelaar die partij zijn bij het contract, dienen aan te tonen dat zij over voldoende garanties beschikken, om in geval van financieel onvermogen, hun verplichtingen jegens de reizigers verder na te komen. Zij dienen ervoor te zorgen dat de reeds voldane bedragen aan de reiziger kunnen worden terugbetaald en, indien de reis reeds een aanvang heeft genomen, moeten zij zorgen voor de repatriëring van de reiziger. Ten tijde van de reisbureauwet waren er nog geen verplichtingen inzake verzekeringen. Als reactie hierop is er een sectorinitiatief ontstaan, Het Garantiefonds Reizen. Tegen betaling kunnen reisbureaus zich hierbij aansluiten. Dit fonds bestaat uit een onderlinge verzekeringsvereniging (OVV) en heeft als doel de consument te beschermen in geval van faillissement van de reisorganisator, de reisbemiddelaar of het reisbureau. In de praktijk wil dit zeggen dat consumenten die een reis hebben geboekt bij een organisatie die aangesloten is bij Het Garantiefonds Reizen bij faillissement van die organisatie, a) hun reeds betaalde som geld terugkrijgen of b) in geval van faillissement tijdens de reis, hun reis kunnen voortzetten of kunnen gerepatrieerd worden. Het Garantiefonds Reizen biedt dus verzekeringen aan tegen het financieel onvermogen van een reisbureau. Het Garantiefonds Reizen streeft eveneens naar 37 Decreet houdende het statuut van de reisbureaus, 2 maart 2007; Besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 tot uitvoering van het decreet van 2 maart 2007 houdende het statuut van de reisbureaus; Departement internationaal Vlaanderen, 19 mei FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, FOD Economie K.M.O, Middenstand en Energie, 2012.

tot wijziging van verschillende decreten in het kader van de herstructurering van het agentschap Toerisme Vlaanderen

tot wijziging van verschillende decreten in het kader van de herstructurering van het agentschap Toerisme Vlaanderen stuk ingediend op 1093 (2010-2011) Nr. 4 30 juni 2011 (2010-2011) Ontwerp van decreet tot wijziging van verschillende decreten in het kader van de herstructurering van het agentschap Toerisme Vlaanderen

Nadere informatie

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST protocol nr. 223.714 PROTOCOL HOUDENDE DE CONCLUSIES VAN DE ONDERHANDELINGEN VAN 12 SEPTEMBER 2005 DIE GEVOERD WERDEN IN HET SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden waaronder investeringssubsidies kunnen worden toegekend aan toeristische logiezen

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden waaronder investeringssubsidies kunnen worden toegekend aan toeristische logiezen Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden waaronder investeringssubsidies kunnen worden toegekend aan toeristische logiezen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 18 juli

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de inspectie van Financiën, gegeven op 21 augustus 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de inspectie van Financiën, gegeven op 21 augustus 2017; Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de procedure tot toekenning of weigering van de vergunning als private uitbetalingsactor voor de uitbetaling van toelagen in het kader van het gezinsbeleid

Nadere informatie

Wet van 2 oktober 2017 vergunning voor het exploiteren van een onderneming voor camerasystemen.

Wet van 2 oktober 2017 vergunning voor het exploiteren van een onderneming voor camerasystemen. Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Veiligheid en Preventie Directie Private Veiligheid Aan de ondernemingen voor camerasystemen Uw contactpersoon T Uw referentie Bijlagen 02

Nadere informatie

Doc. nr. E2:31011C05 Brussel, ADVIES VAN HET BUREAU. betreffende

Doc. nr. E2:31011C05 Brussel, ADVIES VAN HET BUREAU. betreffende Doc. nr. E2:31011C05 Brussel, 9.11.1999 MH/GVB/LC ADVIES VAN HET BUREAU betreffende EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT TOT UITVOERING VAN HET ARTIKEL 83 1, 3 VAN DE WET VAN 14 JULI 1991 BETREFFENDE DE

Nadere informatie

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017. Advies van 20 december 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 september 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 september 2016; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid

Nadere informatie

VR 2016 DOC.0943/1BIS

VR 2016 DOC.0943/1BIS VR 2016 DOC.0943/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling Vlaamse Regering over het ontwerp

Nadere informatie

VR DOC.0432/1

VR DOC.0432/1 VR 2018 0405 DOC.0432/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 9 december 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 9 december 2016; Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 15 juli 2016 houdende toekenning van een hinderpremie aan kleine ondernemingen die ernstige hinder ondervinden van openbare werken in

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2010 tot uitvoering van het decreet betreffende de private arbeidsbemiddeling, wat betreft de invoering

Nadere informatie

protocol nr. 332.1 068

protocol nr. 332.1 068 Agentschap voor Overheidspersoneel SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST protocol nr. 332.1 068 PROTOCOL HOUDENDE DE CONCLUSIES VAN DE ONDERHANDELINGEN VAN 20 JANUARI 2014 DIE GEVOERD

Nadere informatie

DECREET. inzake sociale werkplaatsen

DECREET. inzake sociale werkplaatsen VLAAMS PARLEMENT DECREET inzake sociale werkplaatsen HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 1 Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. Artikel 2 Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder

Nadere informatie

(B.S.18.V.1997) 1. Hoofdstuk I. Definities en toepassingsgebied

(B.S.18.V.1997) 1. Hoofdstuk I. Definities en toepassingsgebied Besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 1997 tot vaststelling van de procedure voor het verkrijgen van een planningsvergunning en een exploitatievergunning voor intramurale en transmurale voorzieningen

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen en het koninklijk besluit

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 juli 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 juli 2016; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vaststelling van de procedure en de voorwaarden volgens welke het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap bijzondere subsidies kan verlenen DE VLAAMSE

Nadere informatie

VR DOC.0360/2

VR DOC.0360/2 VR 2017 2104 DOC.0360/2 Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante

Nadere informatie

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen Opschrift Datum Gewijzigd bij Decreet houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid 6 juli 2012 Decreet van 19 december 2014 houdende

Nadere informatie

VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de samenstelling, de werking en de opdrachten van

Nadere informatie

ADVIES UITGEBRACHT DOOR DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TIJDENS ZIJN ZITTING VAN 18 SEPTEMBER 2008

ADVIES UITGEBRACHT DOOR DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TIJDENS ZIJN ZITTING VAN 18 SEPTEMBER 2008 ADVIES UITGEBRACHT DOOR DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TIJDENS ZIJN ZITTING VAN 18 SEPTEMBER 2008 inzake het voorontwerp van ordonnantie betreffende de omzetting

Nadere informatie

26 JUNI Wet betreffende het statuut van de tussenpersonen op het gebied van het goederenvervoer.

26 JUNI Wet betreffende het statuut van de tussenpersonen op het gebied van het goederenvervoer. 26 JUNI 1967. - Wet betreffende het statuut van de tussenpersonen op het gebied van het goederenvervoer. Publicatie Belgisch Staatsblad : 27-09-1967 nummer : 1967062604 bladzijde : 10121 Dossiernummer

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET. tot overname van personeelsleden van vzw Info-Toerisme naar het Intern Verzelfstandigd Agentschap Toerisme Vlaanderen

ONTWERP VAN DECREET. tot overname van personeelsleden van vzw Info-Toerisme naar het Intern Verzelfstandigd Agentschap Toerisme Vlaanderen Stuk 643 (2005-2006) Nr. 1 Zitting 2005-2006 5 januari 2006 ONTWERP VAN DECREET tot overname van personeelsleden van vzw Info-Toerisme naar het Intern Verzelfstandigd Agentschap Toerisme Vlaanderen 1494

Nadere informatie

VR DOC.1146/5

VR DOC.1146/5 VR 2016 2110 DOC.1146/5 Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het decreet van 7 maart 2008 inzake

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd

Nadere informatie

N. 2003 3634 [C -2003/200873]

N. 2003 3634 [C -2003/200873] BELGISCH STAATSBLAD - 19 september 2003 MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP N. 2003 3634 [C -2003/200873] 18 JULI 2003 - Decreet betreffende de verblijven en verenigingen die een werking uitoefenen in

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE MINISTER-PRESIDENT EN VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het koninklijk

Nadere informatie

protocol nr Over

protocol nr Over Agentschap voor overheidspersoneel SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST protocol nr. 259.841 PROTOCOL HOUDENDE DE CONCLUSIES VAN DE ONDERHANDELINGEN VAN 7 APRIL 2008 DIE GEVOERD WERDEN

Nadere informatie

N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS 717-2014 ADVIES. over

N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS 717-2014 ADVIES. over N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS 717-2014 ADVIES over EEN ONTWERP VAN WET INZAKE HET STATUUT VAN EN HET TOEZICHT OP DE ONAFHANKELIJK FINANCIËLE PLANNERS EN INZAKE HET VERSTREKKEN

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 56, 61 en 88;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 56, 61 en 88; Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde en de registratie als zorgkundige DE

Nadere informatie

Voorstel van decreet. van de heren Sas van Rouveroij, Marnic De Meulemeester, Boudewijn Bouckaert en Bart Caron

Voorstel van decreet. van de heren Sas van Rouveroij, Marnic De Meulemeester, Boudewijn Bouckaert en Bart Caron stuk ingediend op 1602 (2011-2012) Nr. 1 9 mei 2012 (2011-2012) Voorstel van decreet van de heren Sas van Rouveroij, Marnic De Meulemeester, Boudewijn Bouckaert en Bart Caron houdende opheffing van het

Nadere informatie

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op stuk ingediend op 1589 (2011-2012) Nr. 7 27 juni 2012 (2011-2012) Ontwerp van decreet houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid

Nadere informatie

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST protocol nr. 199.609 PROTOCOL HOUDENDE DE CONCLUSIES VAN DE ONDERHANDELINGEN VAN 26 MEI 2003 DIE GEVOERD WERDEN IN HET SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Federale adviesverleningsprocedure inzake het voorontwerp van wet betreffende

Nadere informatie

VR DOC.0270/2

VR DOC.0270/2 VR 2017 2403 DOC.0270/2 Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juni 1994 betreffende het beheer van gelden of goederen van personen met een handicap

Nadere informatie

!f0.lgemeen ~EHEERSCÇ:OMITE

!f0.lgemeen ~EHEERSCÇ:OMITE !f0.lgemeen ~EHEERSCÇ:OMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN Opgericht bij de wet van 30 december 1992 Jan Jacobsplein, 6 1 000 Brussel Tei.:025464340 Fax :02 546 21 53 ABC ADVIES 2010/04 Brussel,

Nadere informatie

ADVIES (A) CDC-607

ADVIES (A) CDC-607 Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel.: 02/289.76.11 Fax: 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS ADVIES

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RvV-513 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over een voorontwerp van Koninklijk Besluit tot wijziging van het Koninklijk Besluit van 23 oktober 2015 betreffende de uitvoering, wat de sociale kredietgevers en

Nadere informatie

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. 23.06.2017 16 MAART 2009 Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor de toelating tot het luchtverkeer aan bepaalde luchtvaartuigen die niet beschikken over een bewijs van luchtwaardigheid

Nadere informatie

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST protocol nr. 165.481 PROTOCOL HOUDENDE DE CONCLUSIES VAN DE ONDERHANDELINGEN VAN 12 JUNI 2001 DIE GEVOERD WERDEN IN HET SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE

Nadere informatie

PROTOCOL HOUDENDE DE CONCLUSIES VAN DE ONDERHANDELINGEN VAN 31 JANUARI, 21 FEBRUARI EN 2 MEI 2005 DIE GEVOERD WERDEN IN HET

PROTOCOL HOUDENDE DE CONCLUSIES VAN DE ONDERHANDELINGEN VAN 31 JANUARI, 21 FEBRUARI EN 2 MEI 2005 DIE GEVOERD WERDEN IN HET SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST protocol nr. 216.693 PROTOCOL HOUDENDE DE CONCLUSIES VAN DE ONDERHANDELINGEN VAN 31 JANUARI, 21 FEBRUARI EN 2 MEI 2005 DIE GEVOERD WERDEN IN HET

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZG/16/150 BERAADSLAGING NR. 16/069 VAN 5 JULI 2016 OVER DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS OVER DE TEGEMOETKOMING

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn; BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn; BESLUIT: Ontwerp van decreet tot wijziging van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren in het kader van de zesde staatshervorming DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de

Nadere informatie

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014.

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014. Advies van 7 september 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring van het ontwerp

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving VR 2016 1612 DOC.1426/3 RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 59.621/3 van 20 juli 2016 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de erkenningsvoorwaarden voor organisatoren van

Nadere informatie

houdende wijziging van het decreet van 3 mei 2013 betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport

houdende wijziging van het decreet van 3 mei 2013 betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport ingediend op 1189 (2016-2017) Nr. 1 1 juni 2017 (2016-2017) Voorstel van decreet van Annick De Ridder, Dirk de Kort, Mathias De Clercq, Bert Maertens, Karin Brouwers en Paul Van Miert houdende wijziging

Nadere informatie

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 09 / 2007 van 21 maart 2007

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 09 / 2007 van 21 maart 2007 KONINKRIJK BELGIE Brussel, Adres : Hoogstraat, 139, B-1000 Brussel Tel.: +32(0)2/213.85.40 E-mail : commission@privacycommission.be Fax.: +32(0)2/213.85.65 http://www.privacycommission.be COMMISSIE VOOR

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 9 december 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 9 december 2016; Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 15 juli 2016 houdende toekenning van een hinderpremie aan kleine ondernemingen die ernstige hinder ondervinden van openbare werken in

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT: Voorontwerp van decreet betreffende het Vlaams Pensioenfonds en het publieke pensioenstelsel voor de contractuele personeelsleden van de diensten van de Vlaamse overheid en andere besturen DE VLAAMSE REGERING,

Nadere informatie

Art. 2. Dit besluit wordt aangehaald als: Handhavingsbesluit Baby s en Peuters van 11 december 2015.

Art. 2. Dit besluit wordt aangehaald als: Handhavingsbesluit Baby s en Peuters van 11 december 2015. 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2015 (BS 3 februari 2016) houdende de maatregelen in het kader van de handhaving van de voorwaarden voor gezinsopvang en groepsopvang van baby s en peuters

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de lijst van reptielen die gehouden mogen worden

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de lijst van reptielen die gehouden mogen worden Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de lijst van reptielen die gehouden mogen worden DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn

Nadere informatie

Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990

Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990 Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990 betreffende de diploma's van de kandidaat-accountants en de kandidaat-belastingconsulenten Ontwerp

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT: Voorontwerp van decreet betreffende het Vlaams Pensioenfonds en het publieke pensioenstelsel voor de werknemers van de diensten van de Vlaamse overheid en andere besturen DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel

Nadere informatie

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15; SCSZ/07/043 1 BERAADSLAGING NR. 07/015 VAN 27 MAART 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS BETREFFENDE GEDETACHEERDE WERKNEMERS, ZELFSTANDIGEN EN STAGIAIRS AAN DE RIJKSDIENST VOOR SOCIALE

Nadere informatie

De minister president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

De minister president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING De minister president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Vlaamse

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling van de Vlaamse Regering inzake het ontwerp van koninklijk

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING Ontwerp van decreet tot wijziging van de wet van 5 september 2001 tot verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers en van het Gerechtelijk Wetboek, wat betreft het opleggen van sancties aan

Nadere informatie

van Cathy Coudyser, Karin Brouwers, Marnic De Meulemeester, Jan Van Esbroeck, Johan Verstreken en Bart Caron

van Cathy Coudyser, Karin Brouwers, Marnic De Meulemeester, Jan Van Esbroeck, Johan Verstreken en Bart Caron ingediend op 1079 (2016-2017) Nr. 1 15 februari 2017 (2016-2017) Voorstel van decreet van Cathy Coudyser, Karin Brouwers, Marnic De Meulemeester, Jan Van Esbroeck, Johan Verstreken en Bart Caron houdende

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING VOORONTWERP VAN DECREET HOUDENDE INSTEMMING MET HET SAMENWERKINGSAKKOORD VAN (DATUM) TUSSEN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, DE FRANSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMSSIE MET BETREKKING

Nadere informatie

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Ondernemen, ontvangen op 09/12/2014;

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Ondernemen, ontvangen op 09/12/2014; 1/6 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr 04/2015 van 21 januari 2015 Betreft: aanvraag van het Agentschap Ondernemen om als rechtsopvolger van het Bestuur KMObeleid van de FOD Economie

Nadere informatie

Wat betreft het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd de gewijzigde regeling inzake politiek verlof reeds principieel goedgekeurd op 27 oktober

Wat betreft het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd de gewijzigde regeling inzake politiek verlof reeds principieel goedgekeurd op 27 oktober Omzendbrief Vlaamse regering Kabinet van Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport Kreupelenstraat 2, 1000 BRUSSEL Tel. (02)553 23 11 - Fax (02)553 23 05 Datum: 8 december

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN Werk, Economie, Innovatie en Sport NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van decreet houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot het economisch-, wetenschaps-

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING ONTWERP VAN DECREET HOUDENDE INSTEMMING MET HET SAMENWERKINGSAKKOORD VAN XXX TUSSEN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, DE FRANSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE BETREFFENDE HET

Nadere informatie

VR DOC.1237/2BIS

VR DOC.1237/2BIS VR 2016 1811 DOC.1237/2BIS Voorontwerp van decreet houdende diverse bepalingen in de beleidsvelden cultuur en jeugd DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING ONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN ARTIKEL 8, 10 EN 18 VAN DE WET VAN 25 JUNI 1993 BETREFFENDE DE UITOEFENING EN DE ORGANISATIE VAN AMBULANTE EN KERMISACTIVITEITEN MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Samenvatting

Nadere informatie

VR DOC.0136/2

VR DOC.0136/2 VR 2019 0802 DOC.0136/2 Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 tot vaststelling van de bepalingen en voorwaarden van erkenning en subsidiëring

Nadere informatie

VR DOC.0827/2

VR DOC.0827/2 VR 2018 1307 DOC.0827/2 Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de start- en stagebonus DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, artikel 59; Gelet op

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009, artikel 48, 86, eerste lid, 1, en 87;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009, artikel 48, 86, eerste lid, 1, en 87; Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de specifieke brandveiligheidsnormen waaraan ouderenvoorzieningen en centra voor herstelverblijf moeten voldoen en tot bepaling van de procedure voor

Nadere informatie

VR DOC.0797/1

VR DOC.0797/1 VR 2019 2405 DOC.0797/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van Samenwerkingsakkoord tussen de Federale staat, het Waals Gewest, het

Nadere informatie

VR 2015 2509 DOC.0987/2BIS

VR 2015 2509 DOC.0987/2BIS VR 2015 2509 DOC.0987/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering betreffende steun aan projecten in het kader van het Europees Fonds voor de Regionale Ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds DE VLAAMSE REGERING,

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.003/3 van 20 maart 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 betreffende de inning

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

ONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING Zitting 2008-2009 18 februari 2009 ONTWERP VAN DECREET betreffende de organisatie en erkenning van toeristische samenwerkingsverbanden TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING Zie: 1853 (2008-2009)

Nadere informatie

VR DOC.0286/2BIS

VR DOC.0286/2BIS VR 2017 3103 DOC.0286/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs, artikel 56ter 1 en 56quater 1 en 4;

DE VLAAMSE REGERING, bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs, artikel 56ter 1 en 56quater 1 en 4; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van de regelgeving betreffende de concordantie, de bekwaamheidsbewijzen en de salarisschalen van de personeelsleden van het buitengewoon

Nadere informatie

VR DOC.1185/2BIS

VR DOC.1185/2BIS VR 2018 2610 DOC.1185/2BIS Voorontwerp van decreet betreffende het kwaliteits- en registratiemodel van dienstverleners in het beleidsdomein Werk en Sociale Economie DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerp van decreet houdende de instemming met het samenwerkingsakkoord van (datum) tussen

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel

Nadere informatie

VR DOC.1450/2BIS

VR DOC.1450/2BIS VR 2018 2112 DOC.1450/2BIS VR 2018 2112 DOC.1450/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 tot vaststelling van de bepalingen en voorwaarden

Nadere informatie

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en. Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt :

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en. Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt : Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt : Artikel 1 Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. Artikel 2 1. Er wordt een Herplaatsingsfonds opgericht bij het

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN Cultuur, Media, Jeugd en Brussel NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Principiële goedkeuring van het voorontwerp van besluit betreffende de uitvoering van het decreet houdende

Nadere informatie

VR DOC.0078/1

VR DOC.0078/1 VR 2017 0302 DOC.0078/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling Vlaamse Regering over het ontwerp

Nadere informatie

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 81077 N. 2011 3449 VLAAMSE OVERHEID [C 2011/36029] 7 OKTOBER 2011. Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2001 betreffende de mandaten van

Nadere informatie

VR DOC.1379/1BIS

VR DOC.1379/1BIS VR 2017 2212 DOC.1379/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling van de Vlaamse Regering over

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 juli 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 juli 2017; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de bepaling van voorwaarden voor een bijzondere oproep om voor bepaalde woongelegenheden een erkenningskalender in te dienen en tot wijziging van het besluit van

Nadere informatie

Protocol tot regeling van de bescherming van de klokkenluiders

Protocol tot regeling van de bescherming van de klokkenluiders Protocol tot regeling van de bescherming van de klokkenluiders Tussen de Vlaamse Regering, vertegenwoordigd door de heer Yves Leterme, minister-president van de Vlaamse Regering en de heer Geert Bourgeois,

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZG/16/149 BERAADSLAGING NR. 16/068 VAN 5 JULI 2016 BETREFFENDE DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS OVER DE

Nadere informatie

protocol nr Over

protocol nr Over Agentschap voor overheidspersoneel SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST protocol nr. 259.837 PROTOCOL HOUDENDE DE CONCLUSIES VAN DE ONDERHANDELINGEN VAN 7 APRIL 2008 DIE GEVOERD WERDEN

Nadere informatie

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Breda Nr. 25478 4 februari 2019 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda Bekendmaking Burgemeester

Nadere informatie

Decreet van 17 oktober 2003 (BS 10 november 2003) betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen 1

Decreet van 17 oktober 2003 (BS 10 november 2003) betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen 1 1 Decreet van 17 oktober 2003 (BS 10 november 2003) betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen 1 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE 51173 VLAAMSE OVERHEID N. 2006 3893 [C 2006/36477] 20 JULI 2006. Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de besluiten van de Vlaamse Regering die inhoudelijk betrekking hebben op de werking van

Nadere informatie

Referentie advies. Pagina 2/7

Referentie advies. Pagina 2/7 OPVOLGINGSNOTA Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur Economische en Sociale Raad voor

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerp van decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 31 juli 2017 tussen de Vlaamse

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 5, 1;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 5, 1; Besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 betreffende de boekhouding en het financieel verslag voor de voorzieningen in bepaalde sectoren van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, artikel 20;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, artikel 20; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de nadere regels over het toezicht, de nalevingsondersteuning en de handhaving ten aanzien van de burgers en de private uitbetalingsactoren, wat betreft de toelagen

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 januari 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 januari 2018; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regelgeving betreffende de specifieke brandveiligheidsnormen voor ouderenvoorzieningen en centra voor herstelverblijf en betreffende de technische commissie

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N Kruispuntbank voertuigen A04 Brussel, 29 september 2010 MH/MG/AS ADVIES OP EIGEN INITIATIEF over HET WETSONTWERP HOUDENDE DE OPRICHTING VAN DE KRUISPUNTBANK

Nadere informatie

Berchem, 23 juni 2012

Berchem, 23 juni 2012 Berchem, 23 juni 2012 Het vergunningsstelsel voor reisbureaus, gewikt, gewogen, en te licht bevonden LIBERA! Meeting van het Bestuur met de Academische Raad Inhoud - I. Achtergrond - II. De eerste analyses

Nadere informatie