Gebruikershandleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gebruikershandleiding"

Transcriptie

1 NEDERLANDS Gebruikershandleiding Aan de slag Leer uw camera kennen Overzicht van de onderdelen Basishandelingen Veelgebruikte opnamefuncties Het programmakeuzewiel gebruiken bij het opnemen Verschillende opnamemethoden Weergeven en wissen Afdruk-/verzendinstellingen Verbinding maken met een televisie Problemen oplossen Lijst met berichten Bijlage Lees de veiligheidsvoorschriften (p ).

2 Werkwijze en handleidingen De volgende handleidingen zijn beschikbaar. Raadpleeg deze handleidingen volgens het onderstaande stroomdiagram. : Inhoud van deze handleiding De inhoud van het pakket controleren Aan de slag (p. 7) Hierin wordt uitgelegd hoe taken kunnen worden uitgevoerd, variërend van het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten tot het instellen van de datum en de tijd, het maken van opnamen, het afspelen en wissen van beelden, en het uitvoeren van eenvoudige afdruktaken. Leer uw camera kennen (p. 37) Hierin worden de onderdelen van de camera benoemd en staan nadere instructies voor het maken van opnamen en het afspelen. Er wordt informatie gegeven over meer uitgebreide gebruiksmogelijkheden van uw camera. De camera aansluiten op andere apparaten Aansluiten op een printer Aansluiten op een televisie Aansluiten op een computer Introductiehandleiding Gebruikershandleiding voor Direct Print Startershandleiding

3 De inhoud van het pakket controleren 1 De inhoud van het pakket controleren Het pakket bevat de volgende artikelen. Als er iets ontbreekt, neem dan contact op met de winkel waar u het product hebt gekocht. a Camera b AA-alkalinebatterijen ( 2) c Geheugenkaart (16 MB) d Interfacekabel IFC-400PCU e AV-kabel AVC-DC300 f Polsriem WS-200 g Cd Canon Digital Camera Solution Disk h Boekje Overeenkomst Europees Garantie Systeem (EWS) i Gebruikershandleidingen Introductiehandleiding Cd Canon Digital Camera Manuals Disk Mogelijk presteert de camera niet optimaal met de bijgeleverde geheugenkaart. Deze camera kunt u gebruiken met SD-geheugenkaarten, SDHC-geheugenkaarten (SD High Capacity), MultiMediaCards, MMCplus-kaarten en HC MMCpluskaarten. Naar al deze kaarten wordt in deze handleiding verwezen met de term geheugenkaarten.

4 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Onderwerpen die met een zijn gemarkeerd, bevatten een overzicht van camerafuncties of een stappenplan. Lees dit eerst 6 Aan de slag Voorbereidingen Fotograferen (Modus ) Foto's bekijken Films opnemen ( Modus Standaard) Films bekijken Wissen Afdrukken Beelden naar een computer downloaden Systeemschema Leer uw camera kennen Overzicht van de onderdelen 38 De instelknop gebruiken Knop Indicatielampjes Spaarstand Basishandelingen 44 Menu's en instellingen Menu's en standaardinstellingen Het LCD-scherm gebruiken Helderheid van het LCD-scherm De informatie op het LCD-scherm Alle standaardwaarden herstellen Geheugenkaarten formatteren Veelgebruikte opnamefuncties 60 Opnamen maken met de optische zoomfunctie

5 Inhoudsopgave 3 Gebruik van de digitale zoomfunctie/digitale Tele-converter De flitser gebruiken Close-ups maken (macro) De zelfontspanner gebruiken Opn.Pixels wijzigen (Foto's) De compressie wijzigen (Foto's) De modus Briefkaart configureren De datum opnemen in de beeldgegevens De functie voor beeldstabilisatie instellen Het programmakeuzewiel gebruiken bij het opnemen 75 Programmakeuzewiel Opnamemodi voor specifieke scènes Filmopnamen maken Panoramafoto's maken (Stitch Hulp) Programma automatische belichting De sluitertijd instellen Het diafragma instellen De sluitertijd en diafragmawaarde handmatig instellen.. 90 Verschillende opnamemethoden 91 Continu-opnamen maken De functie voor rode-ogenreductie instellen Slow sync instellen De focus en gezichtsuitdrukkingen controleren (Focus check) Schakelen tussen scherpte-instellingen Een autofocuskader selecteren Een onderwerp kiezen om op scherp te stellen (Wanneer [Gezicht det.] is geselecteerd) Opnamen maken van onderwerpen waarop moeilijk kan worden scherpgesteld (focusvergrendeling, AF lock, Handm. scherpstellen, Veiligheids MF) De automatische belichting vergrendelen (AE lock) De flitsbelichting vergrendelen (Flitsbelichtingsvergrendeling) De ISO-waarde aanpassen Vage opnamen door het bewegen van de camera voorkomen (Auto ISO shift)

6 4 Inhoudsopgave De belichtingscompensatie aanpassen Schakelen tussen lichtmeetmethoden De tint aanpassen (Wit Balans) Opnamen maken in een modus van My Colors Schakelen tussen flitsinstellingen Flitscompensatie-instellingen aanpassen De flitsoutput instellen Belichting aanpassen voor opnames met de ingebouwde flitser (Veiligheids FE) Instellingen toewijzen aan de knop Afdrukken/Delen De displaysjablonen instellen De functie Beeldomkeren instellen Een doelmap voor beelden maken Bestandsnummers opnieuw instellen Weergeven en wissen 133 Beelden vergroten Negen beelden tegelijk weergeven (Indexweergave) De focus en gezichtsuitdrukkingen van onderwerpen controleren (Focus check weergave) Naar beelden springen Films bekijken (Filmafspeelbedieningspaneel) Beelden draaien op het scherm Beelden weergeven met overgangseffecten Opnamen automatisch weergeven (Autom. Afspelen) Functie Rode-Ogen Corr Het formaat van beelden veranderen Geluidsmemo's aan foto's toevoegen Beelden beveiligen Alle beelden wissen Afdruk-/verzendinstellingen 154 De DPOF-afdrukinstellingen configureren De DPOF-verzendinstellingen configureren Verbinding maken met een televisie 161 Opnemen/weergeven met een televisie

7 Inhoudsopgave 5 Problemen oplossen 162 Lijst met berichten 172 Bijlage 176 Veiligheidsvoorschriften Defecten voorkomen Omgaan met batterijen Omgaan met de geheugenkaart Een adapterset gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar) Een op een flitsschoen gemonteerde flitser gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar) De batterij voor datum en tijd vervangen Onderhoud van de camera Specificaties Index 203 Functies beschikbaar in elke opnamemodus 208 Gebruikte symbolen in deze handleiding Veelgebruikte opnamefuncties 71 De modus Briefkaart configureren Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). Modus: Opnemen ( )/Weergeven ( ) Opnamemodus U kunt opnamen met de optimale instellingen voor briefkaarten maken door de beelden in het afdrukgebied (lengte-breedteverhouding van ongeveer 3:2) te plaatsen, dat op het LCD-scherm wordt weergegeven. 1 Selecteer. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik de knop of om te selecteren en kies met de knop of. Druk op de 3. knop. Het gebied dat niet wordt afgedrukt, wordt grijs weergegeven. Ongeveer 2 M opnamepixels en de compressie-instellingen zijn vastgelegd op (Fijn). Beschikbare opnamemodi Deze modi zijn beschikbaar Deze modi zijn niet beschikbaar De digitale zoom of de digitale tele-converter kan niet worden : Met dit symbool worden situaties aangegeven die de werking van de camera kunnen beïnvloeden. : Dit symbool verwijst naar onderwerpen met extra informatie als aanvulling op de basisprocedures. Bij de uitleg in deze handleiding wordt uitgegaan van de standaardinstellingen van de camera op het moment van aankoop.

8 6 Lees dit eerst Lees dit eerst Proefopnamen Wij raden u aan eerst diverse proefopnamen te maken om te controleren of de camera werkt en of u de camera juist bedient, voordat u belangrijke onderwerpen fotografeert. Canon Inc., dochterondernemingen van Canon en andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn niet aansprakelijk voor welke gevolgschade dan ook die voortvloeit uit enige fout in de werking van een camera of accessoire, inclusief kaarten, die ertoe leidt dat een opname niet kan worden gemaakt of niet kan worden gelezen door apparaten. Schending van het auteursrecht Digitale camera's van Canon zijn bedoeld voor persoonlijk gebruik en mogen nooit worden gebruikt op een wijze die een inbreuk betekent op of strijdig is met internationale of binnenlandse wetten en bepalingen op het gebied van het auteursrecht. In sommige gevallen kan het kopiëren van beelden van voorstellingen, tentoonstellingen of commerciële eigendommen met behulp van een camera of ander apparaat in strijd zijn met het auteursrecht of andere wettelijke bepalingen, ook al is de opname gemaakt voor persoonlijk gebruik. Garantiebeperkingen Raadpleeg het Boekje Overeenkomst Europees Garantie Systeem (EWS) van Canon dat bij de camera wordt geleverd, voor meer informatie over de garantie voor de camera. Als u contact wilt opnemen met een helpdesk voor klantondersteuning van Canon, raadpleegt van het Boekje Overeenkomst Europees Garantie Systeem (EWS). Temperatuur van de camerabehuizing Als u de camera gedurende langere tijd gebruikt, kan de behuizing van de camera warm worden. Houd hier rekening mee en wees voorzichtig als u de camera gedurende langere tijd gebruikt. Informatie over het LCD-scherm Voor het vervaardigen van het LCD-scherm zijn speciale hoge-precisietechnieken gebruikt. Meer dan 99,99% van de pixels voldoet aan de specificaties. Minder dan 0,01% van de pixels kan soms weigeren of als zwarte of rode puntjes verschijnen. Dit heeft geen invloed op het beeld dat wordt vastgelegd en duidt niet op een defect. Type videosignaal Stel het videosysteem van uw land in op de camera voordat u de camera aansluit op de televisie. Taalinstelling Zie De taal van het LCD-scherm instellen (p. 13) als u de taalinstelling wilt wijzigen.

9 Aan de slag Voorbereidingen Fotograferen Foto's bekijken Films opnemen Films bekijken Wissen Afdrukken Beelden naar een computer downloaden Systeemschema

10 Aan de slag 8 Voorbereidingen Voorbereidingen De batterijen plaatsen 1. Verschuif de vergrendeling van het klepje van de batterijhouder (a) en houd deze open terwijl u het klepje verschuift (b) en opent (c). Vergrendeling van het klepje van de batterijhouder a Verschuif het klepje. b Open het klepje. c 2. Plaats twee batterijen. Minzijde (-) Pluszijde (+) Plaats de twee meegeleverde alkalinebatterijen van AA-formaat.

11 Voorbereidingen 9 3. Sluit het klepje (d) en druk het tijdens het schuiven naar beneden totdat het op zijn plaats klikt (e). d Aan de slag e De polsriem bevestigen Het is raadzaam om de polsriem om uw pols te dragen, om te voorkomen dat u de camera tijdens het gebruik laat vallen.

12 10 Voorbereidingen Aan de slag De geheugenkaart plaatsen 1. Verschuif de vergrendeling van het klepje van de batterijhouder (a) en houd deze open terwijl u het klepje verschuift (b) en opent (c). Vergrendeling van het klepje van de batterijhouder a Verschuif het klepje. b Open het klepje. c 2. Schuif de geheugenkaart in de camera totdat u een klik hoort. Achterzijde Schuifje voor schrijfbeveiliging Voorbeeld: SD-geheugenkaart Controleer of het schuifje voor schrijfbeveiliging ontgrendeld is (alleen voor SDgeheugenkaarten). Controleer of u de geheugenkaart in de juiste stand in de camera plaatst.

13 Voorbereidingen Sluit het klepje (d) en druk het tijdens het schuiven naar beneden totdat het op zijn plaats klikt (e). d Aan de slag e De geheugenkaart uit de camera halen Ontgrendel de geheugenkaart door deze met uw vinger naar binnen te duwen totdat u een klik hoort en haal de kaart vervolgens uit de camera.

14 12 Voorbereidingen Aan de slag De datum en tijd instellen Wanneer u de camera voor het eerst aanzet, wordt het menu met instellingen voor Datum/Tijd weergegeven. Stel de datum en tijd in, zoals beschreven in stap 3 en 4 van de onderstaande uitleg. ON/OFF-knop Knop Knoppen 1. Druk op de ON/OFF-knop. 2. Selecteer [Datum/Tijd]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik de knop of om het menu (Instellen) te selecteren 3. Gebruik de knop of om [Datum/Tijd] te selecteren. 4. Druk op de knop. Instelknop Knop 3. Selecteer de maand, de dag, het jaar, de tijd en de datumnotatie. 1. Gebruik de knoppen of om een optie te selecteren. 2. Gebruik de knop of om de waarde in te stellen. U kunt de waarde ook instellen door de instelknop te verdraaien. 4. Druk op de knop. 5. Druk op de knop.

15 Voorbereidingen 13 U kunt de ingestelde datum en tijd laten opnemen bij beelden (p. 72). De taal van het LCD-scherm instellen U kunt de taal van de menu's en berichten die op het LCD-scherm worden weergegeven, wijzigen. Aan de slag Knop Knop Knoppen Knop 1. Druk op de knop (Weergave). 2. Houd de knop ingedrukt en druk op de knop. 3. Gebruik de knop,, of om een taal te selecteren. 4. Druk op de knop.

16 14 Fotograferen Aan de slag Fotograferen (Modus ) ON/OFF-knop Ontspanknop Indicatielampje Programmakeuzewiel 1. Druk op de ON/OFF-knop. Het opstart geluid klinkt en op het LCD-scherm verschijnt het opstart scherm. Wanneer u de ON/OFF-knop nogmaals indrukt, wordt de camera uitgeschakeld. 2. Selecteer een opnamemodus. 1. Stel het programmakeuzewiel in op. 3. Richt de camera op het onderwerp.

17 Fotograferen Druk de ontspanknop half in om de focus in te stellen. Wanneer het beeld scherp is, laat de camera tweemaal een pieptoon horen en gaat het indicatielampje groen branden (oranje als de flitser zal flitsen). De voorbereidingen voor de opname zijn voltooid: lampje brandt groen Aan de slag Als rood knippert, is het raadzaam om de flitser te gebruiken (p. 65) (het bericht 'Flitser Opklappen' verschijnt ook in de modus ). Er wordt een groen autofocuskader op het LCD-scherm weergegeven op het punt waarop automatisch is scherpgesteld. AF Frame 5. Druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken. Het sluiter geluid klinkt eenmaal en de foto wordt genomen. Het lampje knippert groen terwijl het bestand op de geheugenkaart wordt opgeslagen. Bezig met vastleggen: lampje knippert groen Fotograferen zonder geluid Als u de knop DISP. indrukt wanneer u de camera inschakelt, wordt de stand Mute ingesteld op [Aan], zodat alle camerageluiden, behalve de waarschuwingssignalen, zijn uitgeschakeld. De instelling kan worden gewijzigd met de optie [Mute] in het menu Instellingen (p. 48).

18 16 Fotograferen Aan de slag Opnamen direct weergeven na het opnemen (opname bekijken) Een foto wordt onmiddellijk nadat deze is gemaakt, ongeveer twee seconden op het LCD-scherm weergegeven. Ontspanknop Knop U kunt ook de volgende methoden gebruiken om de foto op het beeldscherm te blijven weergegeven nadat u deze hebt gemaakt, zodat u de foto kunt controleren. Houd de ontspanknop helemaal ingedrukt. Druk op de knop terwijl de vastgelegde foto wordt weergegeven. Controleer of de camera één pieptoon laat horen. U kunt een opname maken door de ontspanknop in te drukken, ook al wordt er een beeld weergegeven. Druk de ontspanknop half in als u de foto niet meer wilt weergeven. Wijzig de weergavetijd van beelden met [Bekijken] in het Opname Menu (p. 47).

19 Foto's bekijken 17 Foto's bekijken Knop Aan de slag Instelknop Knoppen 1. Druk op de knop (Weergave). De foto die als laatste is vastgelegd, wordt weergegeven. 2. Gebruik de knop of om de foto weer te geven die u wilt bekijken. Met de knop gaat u naar de vorige foto en met gaat u naar de volgende foto. U kunt de foto's sneller doorlopen door de knop ingedrukt te houden, maar de foto's worden in dat geval wel korrelig weergegeven. U kunt ook beelden selecteren door de instelknop te verdraaien. Als u de knop tegen de klok indraait, selecteert u de vorige foto. Met de klok mee selecteert u de volgende foto. Als u al eerder foto's hebt bekeken, wordt de foto weergegeven die u als laatste hebt bekeken (Weergeven hervatten). Als de geheugenkaart is verwisseld of de foto's op de geheugenkaart zijn bewerkt met een computer, verschijnt de nieuwste foto op de geheugenkaart.

20 18 Films opnemen Aan de slag Films opnemen ( Modus Standaard) ON/OFF-knop Ontspanknop Indicatielampje Programmakeuzewiel 1. Druk op de ON/OFF-knop. 2. Selecteer een opnamemodus. 1. Stel het programmakeuzewiel in op (Film). 2. Controleer of de camera is ingesteld op (Standaard). 3. Richt de camera op het onderwerp. Raak de microfoon niet aan tijdens het opnemen. Gebruik behalve de ontspanknop geen andere knoppen. Het geluid van andere knoppen wordt met de film opgenomen. Microfoon

21 Films opnemen Druk de ontspanknop half in om de focus in te stellen. De camera laat twee piepjes horen en het indicatorlampje brandt groen wanneer de camera scherpstelt. De belichting, focus en witbalans worden automatisch ingesteld wanneer u de knop half indrukt. De voorbereidingen voor de opname zijn voltooid: lampje brandt groen Aan de slag 5. Druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken. De camera begint met opnemen. Tijdens het opnemen van de film worden op het LCD-scherm de verstreken opnametijd en [ REC] weergegeven. Verstreken tijd 6. Druk de ontspanknop opnieuw helemaal in als u wilt stoppen met opnemen. Het indicatielampje knippert groen terwijl de gegevens op de geheugenkaart worden opgeslagen. Het opnemen stopt automatisch wanneer de maximale opnametijd is verstreken of wanneer het ingebouwde geheugen of de geheugenkaart vol is. Bezig met vastleggen: lampje knippert groen

22 20 Films bekijken Aan de slag Films bekijken Knop Instelknop Knoppen Knop 1. Druk op de knop (Weergave). 2. Gebruik de knop of om een film weer te geven en druk op de knop. Beelden met het pictogram zijn films. U kunt ook een beeld selecteren door de instelknop te verdraaien. 3. Gebruik de knop of om (Afspelen) te selecteren en druk op de knop. De film wordt afgespeeld. U kunt de film tijdelijk onderbreken en opnieuw starten door tijdens het afspelen op de knop FUNC./SET te drukken. U kunt het afspeelvolume aanpassen met de knop of.

23 Wissen 21 Wissen Knop Knop Aan de slag Instelknop Knoppen Knop 1. Druk op de knop (Weergave). 2. Gebruik de knop of om het beeld te selecteren dat u wilt wissen, en druk op de knop. U kunt ook een beeld selecteren door de instelknop te verdraaien. 3. Controleer of [Wissen] is geselecteerd en druk op de knop. Als u het wissen wilt annuleren, selecteert u [Stop]. Gewiste beelden kunnen niet worden hersteld. Denk goed na voordat u beelden wist.

24 Aan de slag 22 Afdrukken Afdrukken Knop Klepje van de aansluitingen DIGITALaansluiting Instelknop Knoppen Knop 1. Sluit de camera aan op een Direct Print-compatibele printer* 1. Schuif het klepje van de aansluitingen van de camera naar links om het te openen en steek de connector van de interfacekabel helemaal in de desbetreffende aansluiting. Raadpleeg de aanwijzingen voor het aansluiten van apparatuur in de gebruikershandleiding van de printer. Printers van het merk Canon Compact Photo Printers uit de SELPHY-serie* 2 Camera Interfacekabel Inkjet-printers *1 Aangezien deze camera een standaardprotocol (PictBridge) gebruikt, kunt u de camera niet alleen gebruiken met printers van Canon maar ook met printers van een ander merk die de functie PictBridge ondersteunen. *2 U kunt ook de CP-10/CP-100/CP-200/CP-300 gebruiken.

25 Afdrukken Zet de printer aan. 3. Druk op de knop (Weergave) om de camera in te schakelen. De knop brandt blauw. Als de verbinding goed werkt, wordt op het LCD-scherm het pictogram, of weergegeven (welk pictogram wordt weergegeven, hangt af van de aangesloten printer). wordt weergegeven bij filmpjes. Aan de slag 4. Gebruik de knop of om een beeld te selecteren dat u wilt afdrukken, en druk vervolgens op de knop. De knop gaat blauw knipperen en het afdrukken begint. U kunt ook een beeld selecteren door de instelknop te verdraaien. Als u klaar bent met afdrukken, schakelt u de camera en de printer uit en koppelt u de interfacekabel los. Pak altijd de zijkanten van de connector vast wanneer u de interfacekabel uit de DIGITAL-aansluiting van de camera trekt.

26 Aan de slag 24 Beelden naar een computer downloaden Beelden naar een computer downloaden Benodigdheden Camera en computer De cd Canon Digital Camera Solution Disk die bij de camera is geleverd De interfacekabel die bij de camera is geleverd (gebruik uitsluitend de meegeleverde kabel) Systeemvereisten Installeer de software op een computer die voldoet aan de volgende minimumvereisten. Windows Besturingssysteem Windows Vista Windows XP Service Pack 2 Windows 2000 Service Pack 4 Computermodel Het bovenstaande besturingssysteem moet vooraf zijn geïnstalleerd op computers met ingebouwde USB-poorten. Processor Windows Vista : Pentium 1,3 GHz of hoger Windows XP/Windows 2000 : Pentium 500 MHz of hoger RAM Windows Vista : 512 MB of meer Windows XP/Windows 2000 : 256 MB of meer Interface USB Vrije ruimte op de vaste schijf Beeldscherm Canon Utilities - ZoomBrowser EX : 200 MB of meer - PhotoStitch : 40 MB of meer TWAIN-stuurprogramma : 25 MB of meer voor Canon-camera 1024 x 768 pixels/hoge kleuren (16-bits) of meer Macintosh Besturingssysteem Mac OS X (versie ) Computermodel Processor RAM Interface Vrije ruimte op de vaste schijf Beeldscherm Het bovenstaande besturingssysteem moet vooraf zijn geïnstalleerd op computers met ingebouwde USB-poorten. PowerPC G3, G4 of G5 of een Intel-processor 256 MB of meer USB Canon Utilities - ImageBrowser : 300 MB of meer - PhotoStitch : 50 MB of meer pixels/32000 kleuren of beter

27 Beelden naar een computer downloaden 25 Het downloaden van beelden voorbereiden Zorg ervoor dat de software is geïnstalleerd voordat u de camera op de computer aansluit. 1. Installeer de software. Aan de slag Windows 1. Plaats de cd Canon Digital Camera Solution Disk in het cd-romstation van de computer. 2. Klik op [Easy Installation/ Eenvoudige installatie]. Volg de aanwijzingen op het scherm om de software te installeren. 3. Klik op [Restart/Opnieuw opstarten] of [Finish/Voltooien] als de software is geïnstalleerd. Wanneer de software is geïnstalleerd, wordt de knop [Restart/Opnieuw opstarten] of [Finish/Voltooien] weergegeven. Klik op de knop die verschijnt. 4. Haal de cd uit het cd-romstation wanneer het normale bureaublad weer op het scherm wordt weergegeven. Macintosh Dubbelklik op het pictogram in het cd-romvenster. Wanneer het venster van het installatieprogramma wordt weergegeven, klikt u op [Install/ Installeren]. Volg de aanwijzingen op het scherm om verder te gaan.

28 26 Beelden naar een computer downloaden Aan de slag 2. Sluit de camera aan op een computer. 1. Sluit de meegeleverde interfacekabel aan op de USB-poort van de computer en de DIGITAL-aansluiting van de camera. Schuif het klepje van de aansluitingen van de camera naar links om het te openen en steek de connector van de interfacekabel helemaal in de desbetreffende aansluiting. USB-poort DIGITAL-aansluiting Klepje van de aansluitingen 3. Tref voorbereidingen voor het downloaden van beelden naar de computer. 1. Druk op de knop (Weergeven) om de camera in te schakelen. Interfacekabel Pak altijd de zijkanten van de connector vast wanneer u de interfacekabel uit de DIGITAL-aansluiting van de camera trekt. Als het venster [Digital Signature Not Found/Geen digitale handtekening gevonden] wordt weergegeven, klikt u op [Yes/ Ja]. Het USB-stuurprogramma wordt automatisch verder op de computer geïnstalleerd wanneer u de camera aansluit en een verbinding opent.

29 Beelden naar een computer downloaden 27 Windows Selecteer [Canon CameraWindow] en klik op [OK] (alleen de eerste keer). Aan de slag Als het bovenstaande venster niet wordt weergegeven, klikt u op het menu [Start] en selecteert u [Programs/Programma's] of [All Programs/Alle programma's], gevolgd door [Canon Utilities], [CameraWindow], [CameraWindow] en [CameraWindow]. [CameraWindow] wordt weergegeven. De voorbereidingen voor het downloaden van beelden zijn nu voltooid. Ga door naar het gedeelte Beelden downloaden met de camera (Verplaats) (p. 29) (behalve voor Windows 2000). Met Windows 2000 kunt u beelden downloaden met de computer. Raadpleeg de Startershandleiding voor meer informatie.

30 28 Beelden naar een computer downloaden Aan de slag Macintosh Wanneer er een verbinding tot stand is gebracht tussen de camera en de computer, wordt het volgende cameravenster weergegeven. Als dat venster niet wordt weergegeven, klikt u op het pictogram [CameraWindow] op de taakbalk onder aan het bureaublad. De voorbereidingen voor het downloaden van beelden zijn nu voltooid. Ga door naar het gedeelte Beelden downloaden met de camera (Verplaats) (p. 29). Raadpleeg de Startershandleiding voor aanwijzingen voor het downloaden van beelden.

31 Beelden naar een computer downloaden 29 Beelden downloaden met de camera (Verplaats) Installeer de software voordat u voor het eerst beelden gaat downloaden vanaf de camera via de functie Verplaats (p. 25). Aan de slag Gebruik deze methode om beelden te downloaden met behulp van de knoppen op de camera. (Behalve voor Windows 2000) Knop Knoppen Knop Knop Alle beelden Nieuwe beelden Verpl. DPOF beeld Select & verplaats Wallpaper Hiermee worden alle beelden naar de computer verzonden en daar opgeslagen. Hiermee worden alleen die beelden die nog niet eerder zijn verzonden, naar de computer verzonden en daar opgeslagen. Hiermee worden alleen de beelden met DPOF-verzendinstellingen naar de computer verzonden en daar opgeslagen. Hiermee worden afzonderlijke beelden die u weergeeft en selecteert, naar de computer verzonden en daar opgeslagen. Hiermee worden afzonderlijke beelden die u weergeeft en selecteert, naar de computer verzonden en daar opgeslagen. De verzonden beelden worden weergegeven als achtergrond op het bureaublad van de computer.

32 30 Beelden naar een computer downloaden Aan de slag 1. Controleer of het menu Verplaats wordt weergegeven op het LCD-scherm van de camera. De knop brandt blauw. Druk op de knop MENU als het menu Verplaats niet wordt weergegeven. Het menu Verplaats Alle beelden/nieuwe beelden/verpl. DPOF beeld 2. Gebruik de knop of om, of te selecteren en druk op de knop. De beelden worden gedownload. De knop knippert blauw terwijl de beelden worden gedownload. Wanneer het downloaden is voltooid, wordt opnieuw het menu Verplaats weergegeven. Als u het downloaden wilt annuleren, drukt u op de knop FUNC./SET. Select & verplaats/wallpaper 2. Gebruik de knop of om of te selecteren en druk vervolgens op de knop. 3. Gebruik de knop of om de beelden die u wilt downloaden, te selecteren en druk op de knop. De beelden worden gedownload. De knop knippert blauw terwijl de beelden worden gedownload. U kunt het downloaden stoppen door op de knop FUNC./SET te drukken.

33 Beelden naar een computer downloaden Druk op de knop nadat het downloaden is voltooid. U keert terug naar het menu Verplaats. Alleen met JPEG gecomprimeerde beelden kunnen worden geselecteerd om als wallpaper (achtergrond) voor de computer te worden gedownload. Aan de slag De optie die u met de knop selecteert, blijft bewaard als u de camera uitschakelt. De laatste instelling is van kracht wanneer het menu Verplaats de volgende keer wordt weergegeven. Het scherm voor het selecteren van beelden wordt meteen weergegeven als de optie [Select & verplaats] of [Wallpaper] als laatste was geselecteerd. Klik op [ ] rechts onder in het venster om CameraWindow te sluiten. De gedownloade beelden worden op de computer weergegeven. Windows Macintosh ZoomBrowser EX ImageBrowser Bij gebruik van de standaardinstellingen worden beelden die naar de computer worden gedownload, opgeslagen in de map volgens de datum van opname.

34 Aan de slag 32 Systeemschema Systeemschema Meegeleverd bij de camera Interfacekabel IFC-400PCU* 1 Polsriem WS-200 Geheugenkaart (16 MB) AA-alkalinebatterijen ( 2) Cd Canon Digital Camera Solution Disk AV-kabel AVC-DC300* 1 Set van batterijen en oplader CBK4-300* 5 Voedingsadapterset ACK800 Batterijlader CB-5AH/ CB-5AHE NiMH-batterijen van AA-formaat NB-3AH ( 4) NiMH-batterij NB4-300 (set van 4 batterijen van AA-formaat) ook los verkrijgbaar. Voor deze camera worden twee batterijen gebruikt. Compacte voedingsadapter CA-PS800 Netsnoer

35 Systeemschema 33 Aan de slag Directe-interfacekabel* 2 Krachtige flitser HF-DC1 USB-kaartlezer PCMCIAadapter Direct Print-compatibele Inkjet-printers* 4 Compact Photoprinters* 2 * 3 (SELPHY-serie) SD-geheugenkaart * 6 SDC-128M SDC-512MSH USB-poort PC-kaartsleuf Windows/Macintosh Video IN-aansluiting Audio IN-aansluiting Tv/video *1 Ook afzonderlijk verkrijgbaar. *2 Zie de gebruikershandleiding van de printer voor meer informatie over de printer. *3 Deze camera kan ook worden aangesloten op de CP-10/CP-100/CP-200/CP-300. *4 Zie de gebruikershandleiding van de inkjet-printer voor meer informatie over de printer en interfacekabels. *5 U kunt ook de set van batterij en oplader CBK4-200 gebruiken. *6 Niet te koop in sommige regio's.

36 34 Systeemschema Aan de slag Optionele accessoires De volgende camera-accessoires worden apart verkocht. Sommige accessoires worden niet verkocht in sommige regio's of zijn mogelijk niet langer beschikbaar. Flitser Krachtige flitser HF-DC1 Deze extra flitser kan op de camera worden bevestigd wanneer het onderwerp dat u wilt fotograferen te ver weg is om door de ingebouwde flitser te worden belicht. Voedingen Voedingsadapterset ACK800 Een adapterset waarmee u de camera op een gewoon stopcontact kunt aansluiten. U wordt aangeraden deze set te gebruiken wanneer u de camera lang achterelkaar gebruikt of aansluit op een computer. Set van batterij en oplader CBK4-300 Deze speciale set bevat een oplader en vier oplaadbare NiMHbatterijen van AA-formaat. De set is handig wanneer u een groot aantal opnamen wilt maken of bekijken. NiMH-batterij NB4-300 Een set van vier oplaadbare NiMH-batterijen van AA-formaat. (Voor deze camera worden twee batterijen gebruikt.)

37 Systeemschema 35 Overige accessoires SD-geheugenkaart SD-geheugenkaarten worden gebruikt om beelden op te slaan die zijn gemaakt met de camera. Er zijn geheugenkaarten van het merk Canon verkrijgbaar met een capaciteit van 128 MB en 512 MB. Interfacekabel IFC-400PCU Gebruik deze kabel om de camera aan te sluiten op een computer, een Compact Photo Printer (SELPHY-serie) of een inkjet-printer (zie de gebruikershandleiding van de inkjet-printer). AV-kabel AVC-DC300 Gebruik deze kabel om de camera op een televisietoestel aan te sluiten. Aan de slag Direct Print-compatibele printers Canon heeft de volgende printers voor gebruik met de camera in het assortiment. Deze printers worden apart verkocht. U kunt snel en eenvoudig foto's van hoge kwaliteit afdrukken met deze printers. U hoeft slechts één kabel aan te sluiten tussen de printer en de camera en via de camera de foto's te selecteren die u wilt afdrukken. Compact Photo Printers (SELPHY-serie) Inkjet-printers Ga voor meer informatie naar een winkel bij u in de buurt waar Canonproducten worden verkocht. Gebruik van Canon-accessoires wordt aanbevolen. Dit product werkt het beste in combinatie met accessoires van het merk Canon. Canon is niet aansprakelijk voor eventuele schade aan dit product en/of ongelukken zoals brand, enzovoort, die worden veroorzaakt door de slechte werking van accessoires van een ander merk (bijvoorbeeld lekkage en/of explosie van een batterij). Houd er rekening mee dat deze garantie niet van toepassing is op reparaties die voortvloeien uit een slechte werking van accessoires die niet door Canon zijn vervaardigd, hoewel u deze reparaties wel tegen betaling kunt laten uitvoeren.

38 Aan de slag 36

39 W 37 Leer uw camera kennen

40 38 Overzicht van de onderdelen Overzicht van de onderdelen Voorzijde a Microfoon (p. 150) b Flitser (p. 65) c Luidspreker d Houder voor de datum/tijd-batterij (p. 191) e AF-hulplicht (p. 47) f Lampje voor rode-ogenreductie (p. 93) g Lampje van de zelfontspanner (p. 67) h Lens

41 Overzicht van de onderdelen 39 Achterzijde a LCD-scherm (p. 51) b Klepje van de aansluitingen c Bevestigingspunt polsriem (p. 9) d Vergrendeling van het klepje van de batterijhouder (p. 8, 10) e Geheugenkaartsleuf/batterijhouder (p. 8, 10) f Bevestigingspunt voor een statief g DC IN-aansluiting (voeding) (p. 188) h DIGITAL-uitgang (p. 26) i A/V OUT-aansluiting (audio/video) (p. 161) Op het LCD-scherm zit mogelijk een dun vel plasticfolie om het scherm te beschermen tegen krassen tijdens het transport. Als dit het geval is, verwijdert u het velletje folie voordat u de camera in gebruik neemt.

42 40 Overzicht van de onderdelen Bediening abc e d n f g h i o p q r m l k j a Aan/Uit-lampje b ON/OFF-knop (p. 12) c Programmakeuzewiel (p. 14, 18) d Zoomknop (p. 60, 133, 134) Opnemen: (Groothoek)/ (Telelens) Weergeven: (Index)/ (Vergroten) e Ontspanknop (p. 15) f Indicatielampje (p. 43) g Knop (Weergave) (p. 17) h FUNC./SET Knop (Functie/ Instellen) (p. 44) i Knop (Belichting)/ (Eén beeld wissen) (p. 114, 21) j MENU (p. 45) k DISP. (p. 51) l Knop (Gezicht selecteren) (p. 101) m Knop (Afdrukken/ Delen) (p. 22, 29, 154) n Knop (Macro)/ (Handmatig scherpstellen)/ (p. 66, 105) o Knop / (Springen)/ (p. 110, 138) p Knop (Flitser)/ (p. 65) q Knop (Continu)/ (Zelfontspanner)/ (p. 91, 67) r Instelknop (p. 41)

43 Overzicht van de onderdelen 41 De instelknop gebruiken Als u de instelknop tegen de klok in draait, staat dat gelijk aan drukken op de knop. Als u de instelknop met de klok mee draait, staat dat gelijk aan drukken op de knop (bij sommige functies staat dit gelijk aan drukken op de knop of ). Met de instelknop kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren. Opnamefuncties Modi voor speciale scènes selecteren (p. 75) / / / /ISO selecteren (p , 91, 110) Het menu-item FUNC. selecteren (p. 46) De filmmodus selecteren (p. 79) De opnamerichting in de modus Stitch Hulp selecteren (p. 83) Een sluitertijd selecteren in (p. 86) Een diafragmawaarde selecteren in (p. 88) De sluitertijd en diafragmawaarde selecteren in (p. 90) Het AF-kader verplaatsen in de modus Gezicht detecteren (p. 101) De focus aanpassen in de modus voor handmatig scherpstellen (p. 105) De belichting aanpassen (p. 114) Weergavefuncties Een beeld selecteren in de weergavemodus (p. 17, 133, 134, 138, 144, 149) Bediening tijdens het bekijken van films (p. 139) Bediening van de geluidsmemo's (p. 150) DPOF-afdrukinstellingen en verzendinstellingen configureren (p. 154, 159) Opname- en weergavefuncties Een menu-item selecteren (p. 44, 45) Als u deze pijl ziet, wordt de handeling met de instelknop uitgevoerd.

44 42 Overzicht van de onderdelen Knop U kunt de camera in- of uitschakelen en tussen de opname- en weergavemodus schakelen. ON/OFF-knop Ontspanknop Knop Camera uitzetten Druk op de ON/OFF-knop. Opnamemodus Druk op de knop. Druk op de ON/OFF-knop. Druk de ontspanknop half in. Druk op de knop. Modus Weergeven Lens ingetrokken* Modus Weergeven Lens uitgeschoven * U kunt de timing voor het intrekken van de lens wijzigen met de optie [Lens intrekken] in het menu (Instellen) (p. 50).

45 Overzicht van de onderdelen 43 Indicatielampjes De indicatielampjes aan de achterzijde van de camera gaan onder de volgende omstandigheden branden of knipperen. Groen: klaar voor opname (camera piept tweemaal*) Knippert groen: bezig met opnemen/lezen/wissen/verzenden (als de camera op een computer is aangesloten) Oranje: gereed voor opname (flitser aan) Knippert oranje: gereed voor opname (waarschuwing dat de camera beweegt) * Wanneer de camera moeite heeft met scherpstellen, laat deze twee piepjes horen. U moet het volgende nooit doen wanneer het lampje groen knippert. Deze handelingen kunnen leiden tot beschadiging van de beeldgegevens. - Schud niet met de camera en stel de camera niet bloot aan schokken of stoten. - Schakel de camera niet uit en open het deksel van de geheugenkaart en batterijhouder niet. Spaarstand De camera is uitgerust met een spaarstand. De camera wordt uitgeschakeld in de volgende gevallen. Als u de camera wilt inschakelen, drukt u op de ON/OFF-knop. Opnamemodus Modus Weergeven Aangesloten op een printer Ongeveer drie minuten nadat er voor het laatst een camerafunctie is gebruikt, wordt de camera uitgeschakeld. Eén minuut* nadat er voor het laatst een camerafunctie is gebruikt, wordt het LCD-scherm automatisch uitgeschakeld, zelfs als [Automatisch Uit] is ingesteld op [Uit]. (Druk op een andere knop dan de ON/OFF-knop of wijzig de camerastand om het LCD-scherm weer in te schakelen.) Ongeveer vijf minuten nadat er voor het laatst een camerafunctie is gebruikt, wordt de camera uitgeschakeld. * De tijdsduur kan worden gewijzigd. De spaarstand wordt niet ingeschakeld bij automatisch afspelen of wanneer de camera is aangesloten op een computer. De instellingen van de spaarstand kunnen worden gewijzigd (p. 49).

46 44 Basishandelingen Basishandelingen Menu's en instellingen Instellingen voor de opname- of weergavemodi of camera-instellingen voor bijvoorbeeld afdrukken, datum, tijd en geluiden, kunt u configureren via het menu FUNC. of het menu Opname, Keuze, Print of Instellen. Knop (Menu FUNC.) Via dit menu kunt u een groot aantal veelgebruikte functies voor het maken van opnamen instellen In dit voorbeeld wordt het menu FUNC. in de modus weergegeven Stel het programmakeuzewiel in op de opnamemodus die u wilt gebruiken. 2 Druk op de knop. 3 Gebruik de knop of om een menu-item te selecteren. In bepaalde opnamemodi kunnen sommige items niet worden geselecteerd. 4 Gebruik de knop of om een optie voor het menu-item te selecteren. U kunt met de knop DISP. de instellingen wijzigen van opties die worden aangegeven met. Nadat u een optie hebt geselecteerd, kunt u op de ontspanknop drukken om direct een opname te maken. Nadat u de opname hebt gemaakt, wordt dit menu opnieuw weergegeven, zodat u de instellingen gemakkelijk kunt aanpassen. U kunt ook de instelknop gebruiken om een optie voor het menu-item te selecteren. 5 Druk op de knop.

47 Basishandelingen 45 Knop (menu's Opname, Keuze, Print en Instellen) Via deze menu's kunt u gemakkelijk instellingen configureren voor het opnemen, weergeven of afdrukken van beelden. Menu (Opname) Menu (Instellen) U kunt met de knop of schakelen tussen menu's. 3 4 In dit voorbeeld wordt het Opname Menu in de modus weergegeven. 1 Druk op de knop. 2 Gebruik de knop of om tussen menu's te schakelen. U kunt ook tussen de menu's schakelen met behulp van de zoomknop. De volgende menu's worden weergegeven. - Opnemen: Opname / Instellen - Weergeven: Keuze / Print / Instellen 3 Gebruik de knop of om een menu-item te selecteren. In bepaalde opnamemodi kunnen sommige items niet worden geselecteerd. U kunt ook de instelknop gebruiken om een menu-item te selecteren. 4 Gebruik de knop of om een optie te selecteren. Menuopties die worden gevolgd door een weglatingsteken (...), kunt u pas instellen nadat u op de knop FUNC./SET hebt gedrukt om het volgende menu weer te geven. Druk nogmaals op de knop FUNC./SET om de instelling te bevestigen. Druk vervolgens op de knop MENU om terug te keren naar het menuscherm. 5 Druk op de knop.

48 46 Basishandelingen Menu's en standaardinstellingen Zie Functies beschikbaar in elke opnamemodus. Het menu FUNC. De hier weergegeven pictogrammen geven de standaardinstellingen (fabrieksinstellingen) aan. Menu-item Pagina Menu-item Pagina Wit Balans p. 116 Compressie (Foto) p. 70 My Colors p. 119 Opn.Pixels (Foto) p. 69 +/ (Flitser) / Flits output p. 121 Opn.Pixels (Film) p. 82 Lichtmeetmethode p. 115 Opname Menu *Standaardinstelling Menu-item Opties Inhoud/Pagina AF Frame Gezicht det.*/centrum (De standaardinstelling is Centrum in de modi,, p. 98 en.) AF kader afm. Normaal*/Klein p. 100 Digitale Zoom (Foto) Standaard*/Uit/1.6x/2.0x (Film) Standaard*/Uit (Alleen in de standaardfilmmodus) p. 61 Slow sync Aan/Uit* p. 94 Flits instel. Automatisch*/Handmatig p. 121 Rode ogen Aan*/Uit p. 93 Veiligheids FE Aan*/Uit p. 124

49 Zelfontspanner Vertraging 0 10*, 15, 20, 30 sec. p. 67 Beelden 1 10 (standaard is 3 beelden) Safety Shift Aan/Uit* p. 89 Auto ISO shift knop/aan/uit* p. 111 MF-Punt Zoom Aan*/Uit p. 105 Veiligheids MF Aan*/Uit p. 106 AF Mode Continu/Per Beeld* p. 97 AF-hulplicht Aan*/Uit p. 38 Bekijken Uit/2* 10 seconden/ Vastzetten terugkijken Uit*/Details/Focus check p. 95 Disp. Sjabloon (Foto) Uit*/Raster/Uitsnede/Beide p. 127 (Film) Uit*/Raster IS modus (Foto) Continu*/Opname/Pan/Uit p. 73 (Film) Continu*/Uit Datum stempel Uit*/Datum/Datum & Tijd p. 72 Instellen knop * / / / / / p. 125 Basishandelingen 47 Menu-item Opties Inhoud/Pagina U kunt opgeven hoe lang foto's moeten worden weergegeven nadat ze zijn gemaakt (p. 16).

50 48 Basishandelingen Keuze Menu Meer Menu-item informatie Pagina Autom. Afspelen p. 143 Print Menu Instellen Print menu Menu-item Rode-Ogen Corr. p. 144 Sel. beeld & aantal Veranderen p. 149 Sel. alle beelden Geluids memo p. 150 Wis alle selecties Beveilig p. 152 Print instellingen Roteren p. 141 Alles wissen p. 153 Volgorde p. 159 Overgang p. 142 Meer informatie Pagina p. 154 *Standaardinstelling Menu-item Opties Inhoud/Pagina Mute Aan/Uit* Als u deze optie instelt op [Aan], worden alle werkgeluiden uitgeschakeld, met uitzondering van de waarschuwingsgeluiden. Volume Uit/1/2*/3/4/5 Hiermee kunt u het volume aanpassen van het opstartgeluid, het werkgeluid, het geluid van de zelfontspanner, het sluitergeluid en het geluid bij het afspelen. U kunt het volume niet aanpassen als [Mute] is ingesteld op [Aan]. Opstart volume Hiermee stelt u het volume in van het opstartgeluid dat u hoort wanneer u de camera inschakelt. Werk volume Hiermee kunt u het volume instellen van de pieptoon die u hoort wanneer u een andere knop dan de ontspanknop indrukt.

51 Menu-item Opties Inhoud/Pagina Basishandelingen 49 Timer volume Hiermee kunt u het volume instellen van het geluid dat de zelfontspanner maakt twee seconden voordat de sluiter wordt ontgrendeld. Sluitergeluid Hiermee kunt u het volume instellen van het geluid dat te horen is wanneer de sluiter wordt ontgrendeld. Dit geluid is niet te horen wanneer u een film opneemt. Afspeel vol. Hiermee stelt u het afspeelvolume in van films en geluidsmemo's. opstart scherm Aan*/Uit Hiermee stelt u in of het opstartscherm al dan niet wordt weergegeven wanneer u de camera inschakelt. LCD Helderheid 7 tot 0* tot +7 Gebruik de knop of om de helderheid aan te passen. U kunt de helderheid controleren terwijl u de instelling aanpast. spaarstand p. 43 Automatisch Uit Display uit Aan*/Uit Hiermee geeft u op of de camera al dan niet automatisch moet worden uitgeschakeld als deze gedurende een bepaalde periode niet is gebruikt. 10 sec./20 sec./ Hier geeft u op na hoeveel tijd het 30 sec./1 min.*/ LCD-scherm moet worden 2 min./3 min. uitgeschakeld wanneer de camera niet wordt gebruikt. Datum/Tijd p. 12 Formateren U kunt ook de optie Low Level Format selecteren om op laag niveau te formatteren (p. 59). Bestandnr. Continu*/ Auto reset p. 131 Maak folder p. 129 Maak nieuwe folder Vinkje (Aan)/ Geen vinkje (Uit) Hiermee maakt u een map tijdens de volgende opnamesessie.

52 50 Basishandelingen Menu-item Opties Inhoud/Pagina Maak autom. Uit*/Dagelijks/ Maandag- U kunt ook een automatische aanmaakdatum instellen. Zondag/ Maandelijks Beeldomkeren Aan*/Uit p. 128 Maateenheid m/cm*/ ft/in Hiermee stelt u de maateenheden in voor de in-/uitzoombalk en de MF-indicator voor handmatig scherpstellen (p. 105). Lens intrekken 1 minuut*/ 0 seconden Taal p. 13 Video Systeem NTSC/PAL p. 161 Print methode Auto*/ Zie hieronder. Reset alle p. 58 Hiermee kunt u opgeven na hoeveel tijd de lens moet worden ingetrokken bij het overschakelen van de modus Opnemen naar de modus Weergeven. Print methode De verbindingsmethode met de printer kan voor afdrukken worden gewijzigd. Hoewel het doorgaans niet nodig is deze instelling te wijzigen, selecteert u voor het afdrukken van een foto zonder randen die is gemaakt in de modus (Breedbeeld) op een breed formaat papier met de Canon Compact Photo Printer SELPHY CP750, CP740, CP730, CP720, CP710, CP510 of CP520. Aangezien deze instelling zelfs in het geheugen opgeslagen blijft nadat de camera is uitgeschakeld, schakelt u opnieuw de modus [Auto] in om af te drukken in een ander beeldformaat dan. De verbindingsmethode kan echter niet worden gewijzigd terwijl de camera is aangesloten op een printer.

53 Basishandelingen 51 Het LCD-scherm gebruiken 1 Druk op de knop. De schermmodus verandert telkens wanneer u op deze knop drukt. Modus Opnemen ( ) Standaard (Geen informatie) Modus Weergeven ( ) Geen informatie Details (Informatieweergave) Standaard Details Focus check (alleen voor foto's) Wanneer er een instelling is gewijzigd, wordt de opnameinformatie ongeveer zes seconden lang weergegeven, ongeacht de schermmodus die is geselecteerd. In de vergrote weergave (p. 133) of indexweergave (p. 134) kunt u op het LCD-scherm niet overschakelen naar de detailweergave of de focus-checkweergave.

54 52 Basishandelingen Helderheid van het LCD-scherm De helderheid van het LCD-scherm kan op de volgende twee manieren worden aangepast. U kunt instellingen wijzigen in het menu Instellen (p. 48) Instellingen wijzigen met de functie LCD snel helder U kunt het LCD-scherm de meest heldere instelling geven, ongeacht de functie die u hebt geselecteerd in het menu Instellen, door langer dan één seconde op de knop DISP. te drukken*. Druk nogmaals langer dan één seconde op de knop DISP. om de vorige helderheidsinstelling te herstellen. De volgende keer dat u de camera inschakelt, heeft het LCD-scherm de helderheid die u in het menu Instellen hebt geselecteerd. * U kunt de helderheid van het LCD-scherm niet met deze functie wijzigen als u de helderheid al op de hoogste stand hebt ingesteld in het menu Instellen. Nachtweergave Wanneer u opnames maakt in de schemering of 's avonds wanneer het vanwege de donkere omgeving moeilijk is om het LCD-scherm te bekijken, kan met de optie 'nachtzicht'* van de camera het onderwerp helder worden weergegeven op het LCD-scherm. Op die manier kunt u zelfs in een donkere omgeving een opname maken (deze instelling kan niet worden uitgeschakeld). * Hoewel er ruis kan optreden en de beweging van het onderwerp op het LCDscherm wat gekarteld lijkt, heeft dit geen effect op het beeld dat wordt vastgelegd. De helderheid van het beeld op het scherm verschilt van de helderheid van het beeld dat wordt vastgelegd.

55 Basishandelingen 53 De informatie op het LCD-scherm Informatie over de opname (modus Opnemen) a Raster Uitsnede Spotmetingpunt kader/ AF Frame ISO waarde ( )* p. 110 Wit Balans p. 116 My Colors p. 119 a Flitsbel. Comp./Flits output p. 121 Lichtmeetmethode p. 115 Compressie (Foto) p. 70 Opn.Pixels (Foto) p. 69 Opn.Pixels (Film) p. 82 Digitale Tele-converter/ 1.6x/2.0x Veiligheids Zoom p. 61 Flitser p. 65 Transport mode p. 91, 67 Beeldomkeren p. 128 b Opnamemodus p. 75 d Batterij bijna leeg (Rood) p. 182 Movie opname [ REC] (Rood) p. 18, 79 Zoombalk p. 60, 62 MF Indicator p. 105 b c

56 54 Basishandelingen Beeldstabilisator p. 73 Maak folder p. 129 c Foto's: aantal foto's dat nog kan worden gemaakt p. 199, Films: resterende tijd/verstreken tijd 200 Waarschuwingsbericht: camera beweegt (Rood)* p. 18 AE lock/fe lock (automatische (flits) belichting vergrendelen) p. 107, 109 Sluitertijd 15 1/2500* p. 86, 90 Diafragmawaarde f/2.8 f/11* p. 88, 90 d Belichtingsschuifbalk p. 81 Belichtingscompensatie p. 114 AF lock/handm. scherpstellen p. 104, 105 Macro p. 66 * Wordt weergegeven wanneer u de ontspanknop half indrukt. Wanneer u echter fotografeert met de flitser, worden de ISO-waarde, sluitertijd en diafragmawaarde automatisch opnieuw aangepast voor een optimale instelling bij flitslicht, waardoor de weergavegegevens kunnen afwijken van de weergegeven gegevens. Als het lampje oranje knippert en wordt weergegeven, betekent dit dat er onvoldoende licht is en dat er mogelijk een lange sluitertijd is geselecteerd. U kunt op de volgende manieren opnamen maken: - Stel de IS-modus in op een andere instelling dan [Uit] (p. 73) - Verhoog de ISO-waarde (p. 110) - Stel de Auto ISO shift in op een andere instelling dan [Uit] (p. 111) - Klap de flitser op om of in te schakelen (p. 65) - Zet de camera op een statief of een ander stabiel voorwerp

57 Weergave-informatie (Weergavemodus) Standaard Basishandelingen 55 a Nummer van het beeld/totaal aantal beelden a Mapnummer-Bestandnr. Details p. 129, 131 Batterij bijna leeg (Rood) p. 182 Compressie (Foto's) p. 70 Opn.Pixels (Foto's) p. 69 Film p. 17 b Rode-Ogen Corr./Veranderen p. 144, 149 Geluid in de WAVE-indeling p. 150 Staat van beveiliging p. 152 Datum/Tijd van opname b a Histogram (p. 57) Opnamemodus a p. 75

58 56 Basishandelingen Opn.Pixels/ Aantal beelden (Films) p. 82 Lichtmeetmethode p. 115 ISO waarde p. 110 Sluitertijd 15 1/2500 p. 86, 90 Diafragmawaarde f/2.8 f/11 p. 88, 90 Belichtingscompensatie p. 114 Flitsbelichtingscompensatie p. 121 a Flits output p. 123 Wit Balans p. 116 My Colors p. 119 Functie Rode-Ogen Corr. p. 144 AF lock/handm. scherpstellen p. 104, 105 Macro p. 66 Bestandsgrootte Opn.Pixels (Foto) Filmlengte (Films) p. 199, 200 Focus check weergave a b a Mapnummer-Bestandsnummer Compressie (Foto's) p. 70 b Opn.Pixels (Foto's) p. 69 De Focus check weergave kan niet worden geselecteerd voor films.

59 Basishandelingen 57 De volgende informatie kan ook worden weergegeven bij sommige beelden. Er is een geluidsbestand met een andere indeling dan WAVE toegevoegd of de bestandsindeling wordt niet herkend. JPEG-beeld dat niet voldoet aan de (Design rule for Camera File system)-norm. RAW-beeld. Pixelinstelling voor beeldopname niet herkend. Informatie over beelden die zijn opgenomen met een andere camera, wordt mogelijk niet juist weergegeven. Overbelichtingswaarschuwing In de volgende gevallen knipperen de gedeelten van het beeld die overbelicht zijn. - Wanneer u een foto direct nadat u deze hebt gemaakt, op het LCD-scherm bekijkt (informatieweergave) - Bij het gebruik van de gedetailleerde weergavemodus in de modus Weergeven De functie Histogram Het histogram is een grafiek waarmee u de helderheid van het beeld kunt controleren. Hoe groter de neiging naar links in de grafiek, des te donkerder het beeld. Hoe groter de neiging naar rechts, des te helderder het beeld. Als het beeld te donker is, verandert u de belichtingscompensatie in een positieve waarde. Als het beeld te licht is, verandert u de belichtingscompensatie in een negatieve waarde (p. 114). Voorbeeldhistogrammen Donker beeld Uitgebalanceerd beeld Helder beeld

60 58 Basishandelingen Alle standaardwaarden herstellen 1 Selecteer [Reset alle]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik de knop of om het menu te selecteren. 3. Gebruik de knop of om [Reset alle] te selecteren. 4. Druk op de knop. 2 Accepteer de instelling. 1. Gebruik de knop of om [OK] te selecteren. 2. Druk op de knop. De standaardwaarden van instellingen kunnen niet worden hersteld als de camera is aangesloten op een computer of printer. Voor de volgende opties kunnen de standaardwaarden niet worden hersteld. - Modus Opnemen - De opties [Datum/Tijd], [Taal] en [Video Systeem] in het menu (p. 49, 50) - Instellingen voor witbalans die zijn opgeslagen met de functie voor aangepaste witbalans (p. 117).

61 Basishandelingen 59 Geheugenkaarten formatteren U moet een nieuwe geheugenkaart of een geheugenkaart waarvan u alle beelden en andere gegevens wilt wissen, altijd formatteren. Bij het formatteren (initialiseren) van een geheugenkaart worden alle gegevens op de kaart gewist, dus ook beveiligde beelden en andere soorten bestanden. 1 Selecteer [Formateren]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik de knop of om het menu te selecteren. 3. Gebruik de knop of om [Formateren] te selecteren. 4. Druk op de knop. 2 Accepteer de instelling. 1. Gebruik de knop of om [OK] te selecteren. 2. Druk op de knop. Als u de geheugenkaart op laag niveau wilt formatteren (low level format), gebruikt u de knop om [Low Level Format] te selecteren en de knop of om een vinkje toe te voegen. Als [Low Level Format] is geselecteerd, kunt u stoppen met het formatteren van een geheugenkaart door op de knop FUNC./ SET te drukken. U kunt een geheugenkaart zonder problemen blijven gebruiken als u het formatteren hebt afgebroken, maar de gegevens zijn gewist. Low Level Format Wij raden u aan om [Low Level Format] te selecteren als u denkt dat de opname-/leessnelheid van een geheugenkaart is verlaagd. Een low level format kan voor sommige geheugenkaarten 2 tot 3 minuten in beslag nemen.

62 60 Veelgebruikte opnamefuncties Veelgebruikte opnamefuncties Opnamen maken met de optische zoomfunctie Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). Het zoombereik kan worden aangepast van 36 mm tot 360 mm (brandpuntsafstand) overeenkomstig 35mm-filmbereik. De zoombalk wordt weergegeven terwijl u in-/uitzoomt. 1 Duw de zoomknop naar of. Groothoekstand: hiermee zoomt u uit op het onderwerp. Telestand: hiermee zoomt Scherpstelbereik (bij benadering) u in op het Zoombalk onderwerp.

63 Veelgebruikte opnamefuncties 61 Gebruik van de digitale zoomfunctie/ Digitale Tele-converter Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). * : De functie [Digitale Tele-converter] kan niet worden ingesteld. U kunt de digitale zoomfunctie combineren met de optische zoomfunctie tijdens het maken van opnamen. De beschikbare opnamekenmerken en brandpuntsafstand (overeenkomstig 35mm-filmbereik) zijn als volgt: Selectie Standaard Brandpuntsafstand mm Uit mm 1.6x 57,6 576 mm 2.0x mm Opnamekenmerken Hiermee kunt u opnamen maken met een maximale zoomfactor van 40x door de optische en digitale zoomfunctie te combineren. De kan alleen worden ingesteld in de standaardmodus. Hiermee kunt u opnamen maken zonder de digitale zoomfunctie. De digitale zoomfunctie wordt vastgezet op de geselecteerde zoomfactor en de brandpuntsafstand verschuift naar de maximale telestand. Zo wordt een kortere sluitertijd mogelijk en is er minder kans op een bewogen beeld dan wanneer u een opname maakt met dezelfde beeldhoek met [Standaard] of [Uit]. De digitale zoomfunctie kan niet worden gebruikt in de modus of (Briefkaart) of (Breedbeeld). Opnamen maken met de Digitale Zoom 1 Selecteer [Digitale Zoom]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik in het menu de knop of om [Digitale Zoom] te selecteren.

64 62 Veelgebruikte opnamefuncties 2 Accepteer de instelling. 1. Gebruik de knop of om [Standaard] te selecteren. 2. Druk op de knop. 3 Duw de zoomknop naar en maak de opname. De gecombineerde digitale en optische zoominstelling wordt op het LCD-scherm weergegeven. Het beeld kan er korrelig uitzien, afhankelijk van de geselecteerde opnamepixels. De zoomfactor wordt blauw weergegeven (p. 63). Duw de zoomknop naar om uit te zoomen. Scherpstelbereik (bij benadering) Optisch zoomen (wit) Digitale Zoom (geel/blauw) Combinatie van optisch en digitaal zoomen Ongeveer tweeseconden later

65 Veelgebruikte opnamefuncties 63 Veiligheidszone voor inzoomen Afhankelijk van het aantal opnamepixels dat u instelt, kunt u zonder onderbreking inzoomen tot een factor waarbij de beeldkwaliteit niet afneemt (veiligheidszone voor inzoomen) (behalve in de filmmodus). Het pictogram wordt weergegeven wanneer u de maximale zoomfactor bereikt waarbij de beeldkwaliteit nog niet afneemt. Op dit punt kan het beeld nog verder worden vergroot door de zoomknop weer naar (telestand) te drukken. Afhankelijk van het ingestelde aantal opnamepixels, varieert de veiligheidszone voor inzoomen als volgt. De kleur van de zoombalk op het LCD-scherm betekent het volgende: Veiligheidszoomfactor Opnamepixels Optisch in-/ Digitale Zoom uitzoomen L ( ) M1 ( ) M2 ( ) M3 ( ) S ( ) De kleur van de zoombalk Wit ( ) Geel ( ) Blauw ( ) Zone zonder verslechtering Zone met verslechtering

66 64 Veelgebruikte opnamefuncties Opnamen maken met de Digitale Tele-converter De functie Digitale Tele-converter maakt gebruik van de digitale zoom om de resultaten van een telelens te benaderen. 1 Selecteer [Digitale Zoom]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik in het menu de knop of om [Digitale Zoom] te selecteren. 2 Accepteer de instelling. 1. Gebruik de knop of om [1.6x] of [2.0x] te selecteren. 2. Druk op de knop. 3 Pas de beeldhoek aan met de zoomknop en maak de opname. en de zoomfactor verschijnen op het LCD-scherm. Het beeld ziet er mogelijk grof uit afhankelijk van het geselecteerde aantal opnamepixels (het pictogram en de zoomfactor worden blauw weergegeven). Zoomfactor Digitale Tele-converter

67 Veelgebruikte opnamefuncties 65 De flitser gebruiken Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). Opnamemodus * Kan niet worden ingesteld in de modus. 1 Klap de flitser handmatig op. 2 Druk op de knop. 1. Gebruik de knop of om de flitsmodus te wijzigen. : [Automatisch] : [Aan] 3 Klap de flitser weer neer wanneer u deze niet gebruikt. (flitser uit) verschijnt op het LCD-scherm. U wordt aangeraden de camera op een statief of een ander stabiel voorwerp te plaatsen als het pictogram verschijnt dat aangeeft dat de camera beweegt. Wanneer het opnieuw opladen van de flitser begint na het maken van de opname, knippert het lampje oranje en wordt het LCDscherm uitgeschakeld. Wanneer de flitser is opgeladen, gaat het lampje uit en wordt het LCD-scherm weer ingeschakeld. Hoeveel tijd er nodig is om de flitser op te laden, hangt af van de omstandigheden waaronder de flitser wordt gebruikt en van de resterende hoeveelheid stroom in de batterij.

68 66 Veelgebruikte opnamefuncties Close-ups maken (macro) Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). * Kan niet worden ingesteld in de modus. Gebruik deze modus voor het maken van close-ups van bloemen of kleine objecten. Het beeldgebied bij de minimale opnameafstand vanaf het uiteinde van de lens tot aan het onderwerp (1 cm) is mm. 1 Druk op de knop. 1. Gebruik de knop of om te selecteren. De zoombalk wordt weergegeven terwijl u in-/uitzoomt. Bij een zoombereik dat niet mogelijk is voor macrofotografie, wordt de balk geel weergegeven en is het pictogram Zoombalk Gele balk grijs. Hoewel de ontspanknop op dit moment kan worden ingedrukt, wordt het beeld opgenomen met de standaard opnameafstand. De macromodus uitschakelen Druk op de knop en gebruik de knop of om (Normaal) te selecteren. Als u de flitser gebruikt in de macromodus, worden de randen van de foto donkerder.

69 Veelgebruikte opnamefuncties 67 De zelfontspanner gebruiken Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). * Kan niet worden ingesteld in de modus. U kunt de vertraging en het aantal foto's dat u wilt maken, van tevoren instellen. 10 sec. zelfontspanner: met deze optie wordt 10 seconden na het indrukken van de ontspanknop een opname gemaakt. 2 seconden voordat de sluiter wordt ontgrendeld, klinkt het geluid van de zelfontspanner en gaat het lampje van de zelfontspanner sneller knipperen. 2 sec. zelfontspanner: met deze optie wordt 2 seconden na het indrukken van de ontspanknop een opname gemaakt. Als u de ontspanknop indrukt, hoort u direct de geluidssignalen van de zelfontspanner en wordt de sluiter na 2 seconden ontgrendeld. Custom Timer: U kunt de vertraging (0 10, 15, 20, 30 seconden) en het aantal foto's (1 10) wijzigen. Als [Vertraging] is ingesteld op 2 of meer seconden, hoort u de snelle geluidssignalen van de zelfontspanner 2 seconden voordat de sluiter wordt ontgrendeld. 1 Druk op de knop. 1. Gebruik de knop of om de optie te wijzigen. 2 Maak de opname. Wanneer de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, wordt de zelfontspanner geactiveerd en gaat het lampje van de zelfontspanner knipperen (wanneer de functie voor rodeogenreductie is ingesteld, blijft het lampje de laatste twee seconden continu branden). De zelfontspanner annuleren: Volg procedure 1 om weer te geven.

70 68 Veelgebruikte opnamefuncties De vertraging en het aantal opnamen wijzigen ( ) 1 Selecteer [Zelfontspanner]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik in het menu de knop of om [Zelfontspanner] te selecteren. 3. Druk op de knop. 2 Accepteer de instelling. 1. Gebruik de knop of om [Vertraging] of [Beelden] te selecteren en wijzig de instellingen met de knop of. 2. Druk op de knop. 3. Druk op de knop. Als de optie [Beelden] is ingesteld op 2 of meer opnamen, gebeurt het volgende: - De belichting en witbalans worden vergrendeld op de instellingen die voor de eerste foto zijn gekozen. - Wanneer de flitser wordt gebruikt, wordt het interval tussen de opnamen langer, omdat de flitser moet worden opgeladen. - Het interval tussen de opnamen wordt mogelijk ook langer als het ingebouwde geheugen van de camera vol raakt. - Het maken van foto's stopt als de geheugenkaart vol is.

71 Veelgebruikte opnamefuncties 69 Opn.Pixels wijzigen (Foto's) Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). 1 Selecteer de instelling. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik de knop of om te selecteren en de knop of om de optie te wijzigen. 3. Druk op de knop. Waarden voor opnamepixels (bij benadering) Opnamepixels Doel* 1 Groot 8 M Hoog Afdrukken op ongeveer A3-formaat mm Afdrukken op ongeveer A4-formaat mm Normaal 1 5 M Afdrukken op ongeveer Letter-formaat mm Normaal 2 3 M Afdrukken op ongeveer A5-formaat mm Afdrukken op ongeveer briefkaartformaat Normaal 3 2 M mm Afdrukken op ongeveer L-formaat mm Klein 0,3 M Laag Beelden verzenden als bijlage of meer opnamen maken * 2 of Briefkaart * Afdrukken op briefkaarten (p. 71) Afdrukken op breed formaat papier (u kunt de compositie controleren bij * 2 een beeldverhouding van 16: Breedbeeld Gebieden die niet worden opgenomen, worden op het LCD-scherm weergegeven als een zwarte rand.) :Het aantal opnamepixels (bij benadering) wordt weergegeven. ('M' staat voor 'megapixels'.) *1 Papierformaten verschillen per regio. *2 Kan niet worden ingesteld in de modus.

72 70 Veelgebruikte opnamefuncties De compressie wijzigen (Foto's) Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). 1 Selecteer een compressieinstelling. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik de knop of om te selecteren en de knop of om de optie te wijzigen. 3. Druk op de knop. Geschatte waarden voor compressie-instellingen Superfijn Fijn Normaal Compressie Hoge kwaliteit Normaal Doel Opnamen van hogere kwaliteit maken Opnamen van standaardkwaliteit maken Meer opnamen maken Zie Geheugenkaarten en geschatte capaciteiten (p. 199). Zie Grootte beeldgegevens (geschat) (p. 200).

73 Veelgebruikte opnamefuncties 71 De modus Briefkaart configureren Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). U kunt opnamen met de optimale instellingen voor briefkaarten maken door de beelden in het afdrukgebied (lengte-breedteverhouding van ongeveer 3:2) te plaatsen, dat op het LCD-scherm wordt weergegeven. 1 Selecteer. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik de knop of om te selecteren en kies met de knop of. 3. Druk op de knop. Het gebied dat niet wordt afgedrukt, wordt grijs weergegeven. Ongeveer 2 M opnamepixels en de compressie-instellingen zijn vastgelegd op (Fijn). De digitale zoom of de digitale tele-converter kan niet worden gebruikt in deze modus. Zie de Gebruikershandleiding voor Direct Print voor afdrukinstructies.

74 72 Veelgebruikte opnamefuncties De datum opnemen in de beeldgegevens Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). Als (Briefkaart) is geselecteerd, kunt u de datum opnemen in de beeldgegevens. 1 Selecteer. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik de knop of om te selecteren en kies met de knop of. 3. Druk op de knop. 2 Selecteer [Datum stempel]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik in het menu de knop of om [Datum stempel] te selecteren. 3 Stel de datum en tijd in. 1. Gebruik de knop of om [Datum] of [Datum & Tijd] te selecteren. 2. Druk op de knop. LCD-scherm [Uit]: [Datum]/[Datum & Tijd]: Zorg ervoor dat de datum en de tijd van de camera van tevoren zijn ingesteld (p. 12). Wanneer de datumstempel eenmaal in de beeldgegevens is opgenomen, kan deze niet meer worden verwijderd.

75 Veelgebruikte opnamefuncties 73 Als u de datum wilt opnemen bij beelden voor alles behalve, gebruikt u de meegeleverde software (ZoomBrowser EX of ImageBrowser) of de printerinstellingen. Zie de gebruikershandleiding voor elk product voor meer informatie. De functie voor beeldstabilisatie instellen Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). * Kan alleen worden ingesteld op [Continu]. De functie voor beeldstabilisatie met lensverschuiving maakt het mogelijk camerabewegingen (onscherpe foto's) tot een minimum te beperken wanneer u opnamen maakt van onderwerpen in de verte die zijn uitvergroot of wanneer u zonder flits opnamen maakt bij geen of weinig licht. Uit Schakelt de beeldstabilisatiefunctie uit. U kunt het effect van de IS modus op foto's controleren op het LCD-scherm, aangezien de IS modus met deze optie Continu continu is ingeschakeld. Hierdoor kunt u gemakkelijker de beeldcompositie bepalen en scherpstellen op onderwerpen. Als u de optie Opname kiest, wordt de IS modus alleen geactiveerd als de ontspanknop wordt ingedrukt. Als de camera op [Continu] is ingesteld, kan de opname enigszins Opname onscherp worden. Dit is afhankelijk van het onderwerp. In de modus Opname kunt u een opname van een onderwerp maken zonder dat u zich zorgen hoeft te maken over eventuele onnatuurlijke bewegingen op het LCD-scherm. Met deze optie wordt alleen het effect van op- en neergaande camerabewegingen opgeheven in het beeld. Pan Deze optie wordt aanbevolen voor het maken van opnamen van voorwerpen die horizontaal bewegen. 1 Selecteer [IS modus]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik in het menu de knop of om [IS modus] te selecteren.

76 74 Veelgebruikte opnamefuncties 2 Accepteer de instelling. 1. Gebruik de knop of om [Continu], [Opname], [Pan] of [Uit] te selecteren. 2. Druk op de knop. Camerabewegingen worden mogelijk niet volledig gecorrigeerd wanneer u opnamen maakt met lange sluitertijden, zoals bij opnamen in het donker. Stel Auto ISO Shift (p. 111) in op een andere instelling dan [Uit] of gebruik een statief bij uw opname. Als de camera te veel beweegt, is volledige correctie vrijwel onmogelijk. Houd de camera horizontaal tijdens het pannen (stabilisatie werkt niet als u de camera verticaal houdt). Als u [Opname] of [Pan] selecteert in de opnamemodus (Foto's) en vervolgens overschakelt naar de modus, verandert de instelling in [Continu]. (Als u overschakelt naar een andere opnamemodus vanuit, veranderen de instellingen terug naar de oorspronkelijke situatie.)

77 Het programmakeuzewiel gebruiken bij het opnemen 75 Het programmakeuzewiel gebruiken bij het opnemen Programmakeuzewiel Creatieve zone Automatisch Beeldzone Automatisch Instellingen worden automatisch door de camera geselecteerd (p. 14). Beeldzone Als er een opnamemodus is geselecteerd die geschikt is voor de opnameomstandigheden, past de camera de instellingen automatisch aan voor het maken van optimale opnamen (p. 76). : Portret : Landschap : Night Snapshot : Kinderen & dieren : Speciale scène (p. 76) : Nacht Scene : Binnen : Flora : Sneeuw : Strand : Vuurwerk : Aquarium : Stitch Hulp (p. 83) : Film (Standaard/Compact) (p. 18, 79) Creatieve zone Met deze instellingen selecteert u parameters zoals de sluitertijd of de diafragmawaarde om een verscheidenheid aan effecten te bereiken. : Programma voor automatische belichting (p. 85) : De sluitertijd instellen (p. 86) : Het diafragma instellen (p. 88) : De sluitertijd en diafragmawaarde handmatig instellen (p. 90)

78 76 Het programmakeuzewiel gebruiken bij het opnemen Opnamemodi voor specifieke scènes Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). Als er een opnamemodus is geselecteerd die geschikt is voor de opnameomstandigheden, past de camera de instellingen automatisch aan voor het maken van optimale opnamen. 1 Stel het programmakeuzewiel in op,, of. Portret Hiermee krijgt u een zacht effect wanneer u mensen fotografeert. Landschap In deze opnamemodus kunt u optimale opnamen maken van landschappen met onderwerpen dichtbij en ver weg. Night Snapshot Hiermee kunt u in de schemering of in het donker zelfs zonder statief scherpe opnamen van personen maken. Kinderen & dieren Hiermee kunt u opnamen maken van onderwerpen die niet stilstaan, zoals kinderen en dieren, zodat u elk leuk moment kunt vastleggen.

79 Het programmakeuzewiel gebruiken bij het opnemen 77 (Speciale scène) U kunt opnamen maken met de instellingen die het meest geschikt zijn voor het onderwerp en de omstandigheden. 1 Stel het programmakeuzewiel in op. 2 Selecteer een opnamemodus. 1. Gebruik de instelknop om een opnamemodus te selecteren. Nacht Scene In deze modus kunt u opnamen maken van mensen tegen de achtergrond van een avondhemel of een skyline bij nacht. De flitser wordt op de persoon gericht en de sluitertijd is lang, zodat zowel de persoon als de achtergrond fraai worden vastgelegd. Binnen Hiermee voorkomt u onscherpe opnamen als de camera wordt bewogen en blijven de ware kleuren van een onderwerp behouden wanneer u opnamen maakt bij tl-licht of lamplicht. Flora Bomen en planten, bijvoorbeeld nieuw blad, herfstbladeren of bloesem, wordt vastgelegd met levendige kleuren.

80 78 Het programmakeuzewiel gebruiken bij het opnemen Sneeuw Hiermee maakt u opnamen zonder blauwe waas en zonder dat mensen donker afsteken tegen een besneeuwde achtergrond. Strand Hiermee maakt u opnamen waarbij mensen niet te donker worden weergegeven in de buurt van water of zand dat het zonlicht sterk reflecteert. Vuurwerk In deze opnamemodus wordt vuurwerk scherp en met een optimale belichting vastgelegd. Aquarium Hiermee kunt u vissen en andere objecten in een aquarium binnenshuis met een optimale ISO-waarde, witbalans en kleurbalans vastleggen. De sluitertijd is lang in de modus of. Gebruik daarom altijd een statief om te voorkomen dat de camera beweegt. In de modus,, of kan, afhankelijk van wat u fotografeert, de ISO-waarde hoger worden en kan deze ruis in het beeld veroorzaken.

81 Het programmakeuzewiel gebruiken bij het opnemen 79 Filmopnamen maken Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). De volgende filmmodi zijn beschikbaar. De opnametijd varieert naargelang de capaciteit van de geheugenkaart die u gebruikt (p. 200). Standaard U kunt de opnamepixels selecteren en opnemen totdat de geheugenkaart vol is (wanneer u een supersnelle geheugenkaart gebruikt, zoals het aanbevolen model SDC-512MSH). De digitale zoom kan ook worden gebruikt in deze modus. (p. 60) Maximumgrootte: 4 GB* Compact Aangezien het aantal opgenomen pixels in deze modus laag is en de gegevensgrootte gering, is deze modus handig als u films als bijlagen bij berichten wilt verzenden of als de capaciteit van de geheugenkaart beperkt is. Maximumlengte filmclip: 3 minuten * Zelfs als de clip nog geen 4 GB groot is, wordt de opname beëindigd op het moment dat de cliplengte 1 uur bedraagt. Afhankelijk van het volume en de snelheid waarmee gegevens naar de geheugenkaart worden geschreven, wordt de opname gestopt voordat één uur is opgenomen of voordat de hoeveelheid opgenomen gegevens 4 GB bedraagt. 1 Stel het programmakeuzewiel in op. 2 Selecteer een opnamemodus. 1. Gebruik de instelknop om een filmmodus te selecteren.

82 80 Het programmakeuzewiel gebruiken bij het opnemen 3 Maak de opname. Als u de ontspanknop half indrukt, worden de focus, belichting en witbalans automatisch ingesteld. Als u de ontspanknop helemaal indrukt, worden video en geluid tegelijkertijd opgenomen. Tijdens de opname worden de opnametijd en [ REC] weergegeven op het LCD-scherm. Druk opnieuw op de ontspanknop om de opname te beëindigen. Het opnemen wordt in de volgende gevallen automatisch gestopt. - Wanneer de maximale opnametijd is verstreken - Wanneer het ingebouwde geheugen of de geheugenkaart vol raakt U wordt aangeraden voor het opnemen van films een geheugenkaart te gebruiken die in uw camera is geformatteerd (p. 59). De geheugenkaart die bij de camera wordt geleverd, kunt u gebruiken zonder dat u de kaart hoeft te formatteren. Let op het volgende wanneer u aan het opnemen bent: - Raak de microfoon niet aan (p. 38). - Als u op een knop drukt, wordt het geluid van de knop die wordt ingedrukt, ook opgenomen. - De camera past tijdens het opnemen automatisch de belichting en de witbalans aan de opnameomstandigheden aan. De geluiden die tijdens het automatisch aanpassen van de belichting door de camera worden gemaakt, kunnen ook worden opgenomen. De instellingen voor scherpstellen en optisch in-/uitzoomen die u voor het eerste beeld hebt geselecteerd, worden ook voor de volgende beelden gebruikt.

83 Het programmakeuzewiel gebruiken bij het opnemen 81 U kunt de automatische belichtingsvergrendeling (AE lock) en de belichtingsschuifbalk instellen terwijl u filmopnamen maakt. Dit is handig op skipistes en op het strand als het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond te groot is, of wanneer er zowel lichte als donkere vlakken in het beeld zijn en het wenselijk is de belichting aan te passen. 1 Druk op de knop. De belichting wordt vergrendeld (AE lock) en de belichtingsschuifbalk verschijnt in het LCD-scherm. 2 Gebruik de instelknop om de belichting aan te passen. Druk nogmaals op de knop om de instelling op te heffen. De instelling wordt ook geannuleerd als u op de knop drukt of als u de witbalans, My Colors of de opnamemodus wijzigt. U hebt QuickTime nodig om films (gegevenstype: AVI/ compressiemethode: Motion JPEG) op een computer af te spelen (alleen Windows 2000).

84 82 Het programmakeuzewiel gebruiken bij het opnemen Opnamepixels voor een film wijzigen U kunt de opnamepixels en de opnamesnelheid wijzigen als de filmmodus is ingesteld op (Standaard) (het aantal beelden ligt vast). 1 Selecteer het aantal opnamepixels. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik de knop of om te selecteren en de knop of om de optie te wijzigen. 3. Druk op de knop. Opnamepixels en aantal beelden De framerate geeft het aantal beelden aan dat per seconde wordt opgenomen of weergegeven. Hoe groter de framerate, hoe vloeiender de beelden in elkaar lijken over te lopen. Standaard Compact * pixels 30 beelden/sec. * pixels 30 beelden/sec. LP pixels 30 beelden/sec pixels 15 beelden/sec. *1 Standaardinstelling. *2 Als u de voorkeur wilt geven aan opnamelengte boven kwaliteit, selecteert u de optie die (Long Play) weergeeft. Bij dezelfde bestandsgrootte kunt u ongeveer twee keer zo lang opnemen. Zie Geheugenkaarten en geschatte capaciteiten (p. 199). Zie Grootte beeldgegevens (geschat) (p. 200).

85 Het programmakeuzewiel gebruiken bij het opnemen 83 Panoramafoto's maken (Stitch Hulp) Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). Gebruik Stitch Hulp om elkaar gedeeltelijk overlappende foto's te maken die u later op een computer kunt samenvoegen (stitch) tot één panoramafoto. De overlappende naden van meerdere aan elkaar grenzende foto's kunnen worden samengevoegd, zodat er één panoramafoto ontstaat. 1 Stel het programmakeuzewiel in op. 2 Selecteer de opnamerichting. 1. Gebruik de instelknop om een opnamereeks te selecteren. Horizontaal van links naar rechts Horizontaal van rechts naar links

86 84 Het programmakeuzewiel gebruiken bij het opnemen 3 Maak de eerste opname van de reeks. De belichting en de witbalans worden ingesteld en vergrendeld bij de eerste foto die u maakt. 4 Maak de tweede foto zodanig dat deze een deel van de eerste foto overlapt. U kunt op de knop of drukken als u wilt terugkeren naar het vorige opgenomen beeld om de opname opnieuw te maken. Kleine verschuivingen in de overlappende delen kunnen worden gecorrigeerd tijdens het samenvoegen van de foto's. 5 Herhaal de procedure voor de overige foto's. Een opnamereeks kan maximaal 26 foto's bevatten. 6 Druk na de laatste foto die u maakt, op de knop. Foto's die u hebt gemaakt in de opnamemodus Stitch Hulp, kunt u niet weergeven op een televisie. De instellingen voor de eerste foto worden gebruikt voor alle volgende foto's. Gebruik het meegeleverde softwareprogramma PhotoStitch om de foto's op een computer samen te voegen. Wanneer u de knop hebt ingedrukt, kunt u schakelen tussen de items die u wilt instellen. - Belichtingscompensatie of opnamerichting

87 Het programmakeuzewiel gebruiken bij het opnemen 85 Programma automatische belichting Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). De camera stelt de sluitertijd en diafragmawaarde automatisch in op basis van de helderheid van het onderwerp. U kunt geheel naar eigen inzicht instellingen configureren, zoals de ISO-waarde, de belichtingscompensatie en de witbalans. 1 Stel het programmakeuzewiel in op. 2 Maak de opname. Als de juiste belichting niet kan worden ingesteld, worden de waarden voor sluitertijd en diafragma rood weergegeven op het LCD-scherm wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. Gebruik de volgende opnamemethoden om de belichting te corrigeren en de waarden wit weer te geven. - De flitser gebruiken (p. 65) - De ISO-waarde wijzigen (p. 110) - De lichtmeetmethode wijzigen (p. 115)

88 86 Het programmakeuzewiel gebruiken bij het opnemen De sluitertijd instellen Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). Als u de sluitertijd instelt, selecteert de camera automatisch een bijpassende diafragmawaarde afgestemd op de helderheid van het onderwerp. Kortere sluitertijden bieden u de mogelijkheid om een momentopname te maken van een bewegend onderwerp, terwijl u met langere sluitertijden een uitvloeieffect krijgt en u de mogelijkheid hebt om zonder flitser opnamen te maken in donkere omstandigheden. 1 Stel het programmakeuzewiel in op. 2 Configureer de sluitertijd. 1. Gebruik de instelknop om de sluitertijd te wijzigen. Sluitertijd 3 Maak de opname. Als de diafragmawaarde rood wordt weergegeven, is het beeld onderbelicht (onvoldoende belicht) of overbelicht (te veel belicht). Gebruik de instelknop om de sluitertijd aan te passen totdat de diafragmawaarde wit wordt weergegeven (Safety Shift (p. 89)). Bij CCD's neemt de hoeveelheid ruis in het opgenomen beeld toe bij langere sluitertijden. Bij deze camera ondergaan beelden die met een sluitertijd van minder dan 1,3 seconden zijn opgenomen, echter een speciaal bewerking om de ruis te verwijderen, zodat beelden van hoge kwaliteit ontstaan. (Het kan hierdoor echter enige tijd duren voordat de volgende opname kan worden gemaakt.)

89 Het programmakeuzewiel gebruiken bij het opnemen 87 De diafragmawaarde en sluitertijd veranderen als volgt wanneer de zoomstatus verandert. Maximale groothoek Maximale telestand Diafragmawaarde Sluitertijd (seconden) f/ /1600 f/ /2000 f/ * 15 1/2500 f/ /1600 f/ * 15 1/2000 * De diafragmawaarde kan, afhankelijk van de opnameomstandigheden, toenemen tot f/11 in. De kortste sluitertijd voor flitssynchronisatie is 1/500 seconde. Daarom zet de camera de sluitertijd automatisch terug op 1/500 seconde tijdens het maken van opnamen, zelfs als de sluitertijd vooraf is ingesteld op een snellere tijd dan 1/500 seconde. De weergave van de sluitertijd De volgende sluitertijden kunnen worden ingesteld. 1/160 geeft aan 1/160 seconde. Met 0"3 wordt 0,3 seconde en met 2" wordt 2 seconden aangegeven. 15" 13" 10" 8" 6" 5" 4" 3"2 2"5 2" 1"6 1"3 1" 0"8 0"6 0"5 0"4 0"3 1/4 1/5 1/6 1/8 1/10 1/13 1/15 1/20 1/25 1/30 1/40 1/50 1/60 1/80 1/100 1/125 1/160 1/200 1/250 1/320 1/400 1/500 1/640 1/800 1/1000 1/1250 1/1600 1/2000 1/2500

90 88 Het programmakeuzewiel gebruiken bij het opnemen Het diafragma instellen Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). Met het diafragma kunt u de hoeveelheid licht die de lens binnenkomt, aanpassen. Als u de diafragmawaarde instelt, selecteert de camera automatisch een bijpassende sluitertijd afgestemd op de helderheid van het onderwerp. Als u een lagere diafragmawaarde selecteert (het diafragma verder opent), kunt u de achtergrond laten vervagen en zo bijvoorbeeld een fraai portret maken. Als u een hogere diafragmawaarde kiest (het diafragma verder sluit), wordt het volledige bereik van de voorgrond tot aan de achtergrond scherp weergegeven. Hoe hoger de diafragmawaarde, hoe groter het bereik op de foto dat scherp wordt weergegeven. 1 Stel het programmakeuzewiel in op. 2 Configureer de diafragmainstelling. 1. Gebruik de instelknop om de diafragmawaarde te wijzigen. Diafragmawaarde 3 Maak de opname. Als de sluitertijd rood wordt weergegeven, is het beeld onderbelicht (onvoldoende belicht) of overbelicht (te veel belicht). Gebruik de instelknop om de diafragmawaarde aan te passen totdat de sluitertijd wit wordt weergegeven (Safety Shift (p. 89)). Het is mogelijk dat bepaalde diafragmawaarden niet beschikbaar zijn bij bepaalde zoomafstanden (p. 90).

91 Het programmakeuzewiel gebruiken bij het opnemen 89 De kortste sluitertijd met gesynchroniseerde flitser is 1/500 seconde. Daarom kan de diafragmawaarde automatisch worden gewijzigd zodat deze overeenkomt met de gesynchroniseerde flitssnelheid, zelfs als de diafragmawaarde van tevoren is ingesteld. De weergave van diafragmawaarden Hoe groter de diafragmawaarde, hoe kleiner de lensopening. F2.8 F3.2 F3.5 F4.0 F4.3 F4.5 F5.0 F5.6 F6.3 F7.1 F8.0 Safety Shift Als in de modi en de optie [Safety Shift] op [Aan] is ingesteld (p. 47) in het menu, wordt de sluitertijd of diafragmawaarde automatisch aangepast voor de juiste belichting, als de juiste belichting niet op een andere manier kan worden bereikt. Safety Shift wordt uitgeschakeld wanneer de flitser wordt ingeschakeld.

92 90 Het programmakeuzewiel gebruiken bij het opnemen De sluitertijd en diafragmawaarde handmatig instellen Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). U kunt de sluitertijd en diafragmawaarde handmatig instellen voor het maken van opnamen. 1 Stel het programmakeuzewiel in op. 2 Configureer de sluitertijd- en diafragmawaarde-instellingen. 1. Gebruik de knop om een sluitersnelheid of diafragmawaarde te selecteren. 2. Gebruik de instelknop om de sluitertijd of diafragmawaarde te wijzigen. 3 Maak de opname. Als u de ontspanknop half indrukt, wordt het verschil tussen de juiste belichting* en de geselecteerde belichting op het LCD-scherm weergegeven. Als het verschil meer is dan ± 2 stappen, wordt " 2" of "+2" rood weergegeven. * De juiste belichtingsniveaus worden berekend door het licht te meten volgens de op dat moment geselecteerde meetmethode. Als de zoominstelling wordt aangepast nadat deze waarden zijn ingesteld, wordt de diafragmawaarde of de sluitertijd mogelijk gewijzigd op basis van de zoompositie (p. 88). De helderheid van het LCD-scherm komt overeen met de geselecteerde sluitertijd en diafragmawaarde. Wanneer u een snelle sluitertijd selecteert of een opname maakt van een onderwerp op een donkere plaats, zal het beeld altijd helder zijn als de flitser is ingesteld op (Flits aan).

93 Continu-opnamen maken Opnamemodus Verschillende opnamemethoden 91 Verschillende opnamemethoden Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). In deze modus worden continu opnamen gemaakt wanneer u de ontspanknop ingedrukt houdt. Als u de aanbevolen geheugenkaart* gebruikt, kunt u bij een ingestelde interval continu opnamen maken (vloeiende continu-opname) tot de geheugenkaart vol is (p. 199). *Aanbevolen geheugenkaart: Supersnelle geheugenkaart SDC-512MSH (afzonderlijk verkrijgbaar) waarop vlak voor het maken van opnamen een low level format (p. 59) is uitgevoerd. Modus (Hoog/Fijn). Dit is gebaseerd op standaardcriteria voor het maken van opnamen die zijn vastgelegd door Canon. De daadwerkelijke resultaten kunnen per opnamesituatie en gefotografeerd onderwerp verschillen. Als de continu-opname plotseling stopt, hoeft dat niet te betekenen dat de geheugenkaart vol is. Continu Ongeveer 1,3 beelden/ sec. U kunt continu foto's maken met een kort interval. De camera blijft Continu achterelkaar foto's nemen Opname AF zolang u de ontspanknop Ongeveer ingedrukt houdt (behalve 0,8 beelden/ in de modus Handmatig sec. scherpstellen). Continu Opname LV (Live View) Ongeveer 0,8 beelden/ sec. U kunt continu fotograferen met een handmatig ingestelde scherpstelpositie terwijl u het onderwerp controleert. Scherpstellen tijdens het fotograferen Vast* Autofocus Vast* Weergave op het LCDscherm Vastgelegd beeld Onderwerp vlak vóór de opname Onderwerp vlak vóór de opname * De scherpstelpositie van de eerste foto is vast.

94 92 Verschillende opnamemethoden 1 Druk op de knop. 1. Gebruik de knop of om, of te selecteren. 2 Maak de opname. De camera blijft achterelkaar foto's nemen zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt. Het opnemen stopt wanneer u de ontspanknop loslaat. Het maken van continu-opnamen annuleren: Volg procedure 1 om weer te geven. wordt niet weergegeven in de modus ( kan worden geselecteerd). AF frame wordt ingesteld op [Centrum] in de modus (p. 98). Menu Bekijken (p. 16) wordt niet weergegeven in de modi en. Het interval tussen de opnamen wordt langer als het ingebouwde geheugen van de camera vol raakt. Wanneer de flitser wordt gebruikt, wordt het interval tussen de opnamen langer, omdat de flitser moet worden opgeladen.

95 Verschillende opnamemethoden 93 De functie voor rode-ogenreductie instellen Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). * Kan niet worden ingesteld in de modus. Deze functie reduceert het optreden van rode ogen, hetgeen het gevolg is van flitslicht dat door de ogen wordt weerkaatst. 1 Selecteer [Rode ogen]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik in het menu de knop of om [Rode ogen] te selecteren. 2 Accepteer de instelling. 1. Gebruik de knop of om [Aan] of [Uit] te selecteren. 2. Druk op de knop. Wanneer [Aan] is geselecteerd, brandt het lampje voor rodeogenreductie oranje voordat de flitser flitst.

96 94 Verschillende opnamemethoden Slow sync instellen Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). U kunt opnamen maken met de flitser bij langzame sluitertijden. Wanneer u 's nachts of bij kunstlicht binnen opnamen maakt, vermindert u met deze functie het effect van een donkere achtergrond wanneer de flitser flitst. 1 Selecteer [Slow sync]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik in het menu de knop of om [Slow sync] te selecteren. 2 Stel Slow sync in. 1. Gebruik de knop of om [Aan] of [Uit] te selecteren. 2. Druk op de knop. Deze functie wordt vast ingesteld op [Aan] in de modus en en de modus, en in de modus. Let op dat het bewegen van de camera gaat meespelen wanneer [Slow sync] is ingesteld op [Aan]. Als dit het geval is, is het raadzaam om de camera op een statief te zetten en op die manier opnamen te maken.

97 Verschillende opnamemethoden 95 De focus en gezichtsuitdrukkingen controleren (Focus check) Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). In de focus-checkweergave kunt u controleren of het beeld scherp (in focus) is. Het is ook handig om de gezichtsuitdrukkingen te controleren en te letten op gesloten ogen, want er wordt een kader ter grootte van het gezicht weergegeven wanneer de modus AF Frame wordt ingesteld op [Gezicht det.] om opnamen te maken. U wordt aangeraden om in het menu (p. 47) van tevoren de optie [Bekijken] op [Vastzetten] in te stellen. 1 Selecteer [terugkijken]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik in het menu de knop of om [terugkijken] te selecteren. 2 Accepteer de instelling. 1. Gebruik de knop of om [Focus check] te selecteren. 2. Druk op de knop.

98 96 Verschillende opnamemethoden 3 Maak de opname. Het opgenomen beeld wordt weergegeven. De kaders worden als volgt weergegeven. Kleur van kader Oranje Wit Het beeld uit het oranje kader kan met een andere vergroting worden weergegeven en worden verschoven. Het oranje kader kan ook naar een ander kader worden verplaatst (p. 136, 137). Inhoud Het gebied van de foto in dit kader wordt rechtsonder op het scherm weergegeven. Dit kader wordt weergegeven op het punt waarop is scherpgesteld (AF Frame). Opgenomen beeld Focus check stoppen: Druk de ontspanknop half in. Inhoud van het oranje kader Wanneer [terugkijken] op iets anders is ingesteld dan [Focus check], wordt het scherm Focus check weergegeven wanneer u direct na de opname de knop indrukt in de modus Opname controleren. Als u op de knop drukt terwijl het beeld op het LCDscherm wordt weergegeven, wordt het beeld gewist (p. 21). U kunt de scherpstelling ook controleren in de weergavemodus (p. 135).

99 Verschillende opnamemethoden 97 Schakelen tussen scherpte-instellingen Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). * In de modus is alleen de optie [Per Beeld] beschikbaar. U kunt de autofocusmodus (AF Mode) instellen. Per Beeld Continu De camera stelt alleen scherp als de ontspanknop half is ingedrukt, zodat de batterijen worden gespaard. De camera wordt voortdurend scherpgesteld, waar deze ook op is gericht, zelfs als de ontspanknop niet is ingedrukt. Hierdoor hoeft u geen enkele kans te missen voor het maken van opnamen. 1 Selecteer [AF Mode]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik de knop of om de optie [AF Mode] in het menu te selecteren. 2 Accepteer de instelling. 1. Gebruik de knop of om [Continu] of [Per Beeld] te selecteren. 2. Druk op de knop.

100 98 Verschillende opnamemethoden Een autofocuskader selecteren Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). * Kan niet worden ingesteld in de modus. Het AF-kader geeft aan op welk gebied in de beeldcompositie de camera scherpstelt. U kunt het autofocuskader op de volgende manieren instellen. Gezicht det. Centrum U kunt de camera automatisch de positie van een gezicht laten detecteren. De camera gebruikt deze gegevens vervolgens voor het scherpstellen en het instellen van de belichting* bij het maken van een opname. Daarnaast vindt er een lichtmeting voor het onderwerp plaats, zodat het gezicht correct wordt belicht bij het flitsen. Indien geen gezicht wordt gedetecteerd wordt de opname gemaakt met [Centrum]. * Alleen in de deelmetingsmodus (p. 115). De camera zet het autofocuskader vast in het midden. Dit is handig om ervoor te zorgen dat precies op het door u gewenste deel van het onderwerp wordt scherpgesteld. 1 Selecteer [AF Frame]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik in het menu de knop of om [AF Frame] te selecteren. 2 Accepteer de instelling. 1. Gebruik de knop of om [Gezicht det.] of [Centrum] te selecteren. 2. Druk op de knop. De grootte van het AF Frame wijzigen (p. 100).

101 Verschillende opnamemethoden 99 Het autofocuskader ziet er zo uit als u de ontspanknop half indrukt. - Groen : Scherpgesteld - Geel : Moeite met scherpstellen (optie [Centrum]) - Geen AF-kader : Moeite met scherpstellen (optie [Gezicht det.]) Gezichtsdetectiefunctie Er worden maximaal drie autofocuskaders weergegeven op de positie van het gezicht dat de camera heeft herkend. Het kader waarin zich volgens de camera het hoofdonderwerp bevindt, wordt wit weergegeven, terwijl de andere kaders grijs worden weergegeven. Als de ontspanknop half wordt ingedrukt en de camera scherpstelt, kunnen er maximaal 9 groene AF-frames verschijnen. De camera neemt de opname met behulp van [Centrum] niet de functie [Gezicht det.] als er geen wit kader verschijnt en alleen grijze kaders te zien zijn, of als er geen gezicht wordt ontdekt. Mogelijk worden niet-menselijke onderwerpen als een gezicht beschouwd. In dat geval selecteert u [Centrum]. In bepaalde gevallen is het mogelijk dat gezichten niet worden gedetecteerd. Voorbeelden: - Als gezichten zich aan de rand van het scherm bevinden, of erg klein, groot, donker of helder zijn, in vergelijking met de compositie als geheel. - Foto's met gezichten van mensen die opzij of schuin naar voren kijken of met gezichten waarvan een deel is verborgen.

102 100 Verschillende opnamemethoden AF kader afm. wijzigen ([Centrum] geselecteerd) Opnamemodus U kunt de grootte van het AF-kader aanpassen aan het onderwerp. U verkleint het gebruikte gebied om scherp te stellen wanneer u het AF-kader verkleint overeenkomstig een klein onderwerp of om scherp te stellen op een bepaald deel van een onderwerp. 1 Selecteer [AF kader afm.]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik in het menu de knop of om [AF kader afm.] te selecteren. 2 Accepteer de instelling. 1. Gebruik de knop of om [Normaal] of [Klein] te selecteren. 2. Druk op de knop. De instelling staat op [Normaal] wanneer de digitale zoom, digitale tele-converter of modus Handmatig scherpstellen (p. 105) wordt gebruikt.

103 Verschillende opnamemethoden 101 Een onderwerp kiezen om op scherp te stellen (Wanneer [Gezicht det.] is geselecteerd) Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). * Kan niet worden ingesteld in de modus. Als de focus eenmaal is vastgezet op het gezicht van een persoon, kan het kader zo worden ingesteld dat het de persoon volgt (gezicht selecteren en volgen). 1 Selecteer een gezicht waarop u wilt scherpstellen. 1. Druk op de knop wanneer er een gezicht is gedetecteerd. De camera gaat naar de Gezichtskader gezichtsaanduidingsmodus en het gezichtskader ( ) van het hoofdonderwerp wordt groen weergegeven. Zelfs als het onderwerp beweegt, volgt het kader het onderwerp binnen bepaalde grenzen. 2. Selecteer de persoon waarop u wilt scherpstellen. Wanneer verschillende gezichten zijn herkend, kunt u door het indrukken van de knop of of het draaien aan de instelknop het gezichtskader verplaatsen naar een ander onderwerp. Het gezichtskader wordt niet weergegeven als er geen gezicht is herkend. Wanneer de modus AF Frame is ingesteld op [Centrum], wordt in het groen weergegeven in het midden van het scherm. Als u de knop DISP. ingedrukt Gezichtskader houdt, worden de gezichtskaders (maximaal 35) van alle herkende gezichten weergegeven (groen: gezicht van het hoofdonderwerp, wit: herkende gezichten). De knoppen MENU en kunnen niet worden gebruikt.

104 102 Verschillende opnamemethoden 3. Druk nogmaals op de knop. De camera verlaat de gezichtsaanduidingsmodus en het gezichtskader ( ) van het hoofdonderwerp verandert in wit. Het kader blijft binnen bepaalde grenzen het onderwerp volgen. U kunt in het menu FUNC. instellingen voor de opnamefunctie maken. 2 Druk de ontspanknop half in. Het gezichtskader ( ) van het hoofdonderwerp verandert in. 3 Druk de ontspanknop helemaal in om een opname te maken. De gezichtsselectiemodus annuleren: Druk meer dan één seconde op de knop in stap 1. In de volgende gevallen wordt de gezichtsselectiemodus geannuleerd. - Wanneer de voeding opnieuw wordt ingeschakeld. - Wanneer de digitale zoom of digitale tele-converter wordt gebruikt. - Wanneer de knop MENU wordt ingedrukt om het menu weer te geven. - Wanneer een geselecteerd gezicht verscheidene seconden lang niet kan worden gevolgd. Wanneer de modus AF Frame is ingesteld op [Centrum], kunt u geen gezichten selecteren wanneer u digitale zoom gebruikt.

105 Verschillende opnamemethoden 103 Opnamen maken van onderwerpen waarop moeilijk kan worden scherpgesteld (Focusvergrendeling, AF lock, Handm. scherpstellen, Veiligheids MF) Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). * Kan niet worden gebruikt in de modus. Het kan de camera moeite kosten om scherp te stellen op de volgende typen onderwerpen: Objecten met bijzonder weinig contrast ten opzicht van hun omgeving Scènes met een combinatie van onderwerpen dichtbij en ver weg Composities met buitengewoon heldere objecten in het midden van de compositie Onderwerpen die snel bewegen Objecten achter glas: houd de camera zo dicht mogelijk tegen het glas om de kans op lichtreflectie te verkleinen. Opnamen maken met focusvergrendeling 1 Richt de camera zodanig dat een onderwerp met dezelfde brandpuntsafstand (focus) als het hoofdonderwerp zich in het midden van de zoeker of het autofocuskader op het LCD-scherm bevindt. 2 Druk de ontspanknop half in om de focus te vergrendelen. 3 Houd de knop ingedrukt terwijl u de opname opnieuw in beeld neemt en druk de ontspanknop volledig in om de opname te maken.

106 104 Verschillende opnamemethoden Opnamen maken met AF Lock * Niet beschikbaar in of. 1 Richt de camera zodanig dat een onderwerp met dezelfde brandpuntsafstand (focus) als het hoofdonderwerp zich in het midden van het autofocuskader bevindt. 2 Druk de ontspanknop half in en druk op de knop. en de indicator voor handmatig scherpstellen worden weergegeven om de afstand van het onderwerp te bevestigen. 3 Richt de camera weer op het onderwerp dat u eigenlijk wilt vastleggen en maak de opname. AF Lock opheffen: Druk op de knop en gebruik de knop of om (Normaal) te selecteren. Omdat autofocuskaders niet worden weergeven in de modus, richt u de camera zodanig dat de focus zich op het betreffende onderwerp bevindt. Wanneer u opnamen maakt met focusvergrendeling of AF lock en u het LCD-scherm gebruikt, is het eenvoudiger om [AF Frame] in te stellen op [Centrum] (p. 98). De camera gebruikt dan alleen het middelste AF-kader om scherp te stellen. Automatische scherpstelvergrendeling (AF lock) is handig omdat u daarbij de ontspanknop los kunt laten om de gewenste beeldcompositie te maken. Bovendien blijft de autofocusvergrendeling van kracht nadat de opname is gemaakt, zodat u een tweede opname met dezelfde scherpstelling kunt maken.

107 Verschillende opnamemethoden 105 Opnamen maken in de modus Handmatig scherpstellen U kunt handmatig scherpstellen (de focus handmatig instellen). * Niet beschikbaar in of. 1 Druk op de knop. 1. Gebruik de knop of om te selecteren. De en de indicator voorhandmatig scherpstellen worden weergegeven. Als in het menu de optie [MF- Punt Zoom] is ingesteld op [Aan], wordt het gedeelte van het beeld in het autofocuskader vergroot weergegeven*. * Het beeld wordt niet vergroot in de modus als de digitale zoomfunctie of Digitale Tele-converter is geactiveerd, of als er een tv wordt gebruikt voor het weergeven van opnamen. * Kan ook zo worden ingesteld dat het beeld niet vergroot wordt weergegeven (p. 47). Afhankelijk van de opnamemodus, kunt u door op de knop te drukken als volgt schakelen tussen opties:,,,, Belichtingscompensatie/ /Belichtingscompensatie/ -modus/ Sluitertijd/belichtingscompensatie/ Diafragmawaarde/belichtingscompensatie/ Sluitertijd/diafragmawaarde/ 2 Gebruik de instelknop om scherp te stellen. De cijfers die in de indicator voor handmatig scherpstellen worden weergegeven, zijn geschatte waarden. Gebruik deze uitsluitend als leidraad bij het maken van opnamen. MF-indicator Het handmatig scherpstellen annuleren: Druk op de knop en gebruik de knop of om (Normaal) te selecteren.

108 106 Verschillende opnamemethoden U kunt de instelling van het kader voor automatisch scherpstellen niet wijzigen als u handmatig scherpstelt. Annuleer de modus voor handmatig scherpstellen voordat u de instelling van het kader voor automatisch scherpstellen wijzigt. Handm. scherpstellen gebruiken in combinatie met Auto Focus (Veiligheids MF) Eerst stelt u de camera globaal scherp met de hand, waarna u de autofocusfunctie van de camera gebruikt om automatisch nauwkeurig scherp te stellen. * Niet beschikbaar in of. 1 Selecteer [Veiligheids MF]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik in het menu de knop of om [Veiligheids MF] te selecteren. 2 Accepteer de instelling. 1. Gebruik de knop of om [Aan] of [Uit] te selecteren. 2. Druk op de knop. 3 Stel eerst handmatig scherm en druk vervolgens de ontspanknop half in. De focus wordt verder afgestemd op het optimale scherpstelpunt. 4 Maak de opname door de ontspanknop helemaal in te drukken.

109 Verschillende opnamemethoden 107 De automatische belichting vergrendelen (AE lock) Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). U kunt de belichting en de focus afzonderlijk instellen. Dit is handig als het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond te groot is of als het onderwerp van achteren wordt belicht. 1 Controleer of de flitser omlaag is geklapt. wordt weergegeven. 2 Richt de camera op het onderwerp waarvoor u de belichting wilt vergrendelen. 3 Druk de ontspanknop half in en druk op de knop. De belichtingsinstelling wordt vergrendeld en wordt weergegeven. 4 Richt de camera opnieuw om de gewenste beeldcompositie te krijgen en druk de ontspanknop helemaal in. AE Lock opheffen: Druk op een andere knop dan op de knop of. U kunt ook de AE Lock instellen of opheffen (p. 81). U kunt de flitsbelichtingsvergrendeling gebruiken als u de flitser gebruikt (p. 109).

110 108 Verschillende opnamemethoden De combinatie van sluitertijd en diafragmawaarde wijzigen De automatisch geselecteerde combinaties van sluitertijden en diafragmawaarden kunnen naar wens worden aangepast zonder dat de belichting wordt gewijzigd voor het maken van opnamen (Programmaverschuiving). 1 Richt de camera op het onderwerp waarvoor u de belichting wilt vergrendelen. 2 Druk de ontspanknop half in en druk op de knop. De belichtingsinstelling wordt vergrendeld en op het LCDscherm wordt weergegeven. 3 Gebruik de instelknop om de combinatie van sluitertijd en diafragmawaarde te wijzigen. 4 Richt de camera opnieuw om de gewenste beeldcompositie te krijgen en maak de opname. De instelling wordt geannuleerd nadat u de opname hebt gemaakt.

111 Verschillende opnamemethoden 109 De flitsbelichting vergrendelen (Flitsbelichtingsvergrendeling) Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). U kunt de flitsbelichting vergrendelen, zodat de belichting juist is ingesteld, ongeacht de compositie van het onderwerp. 1 Klap de flitser op. 2 Druk in de modus op de knop en selecteer (Flitser aan). 3 Richt de camera op het onderwerp waarvoor u de belichting wilt vergrendelen. 4 Druk de ontspanknop half in en druk op de knop. De flitser maakt een proefflits en wordt weergegeven. 5 Richt de camera opnieuw om de gewenste beeldcompositie te krijgen en druk de ontspanknop helemaal in. De flitsbelichtingsvergrendeling opheffen: Druk op een knop (niet de instelknop). De flitsbelichtingsvergrendeling kan niet worden gebruikt wanneer [Flits instel.] is ingesteld op [Uit].

112 110 Verschillende opnamemethoden De ISO-waarde aanpassen Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). Verhoog de ISO-waarde als u een korte sluitertijd wilt gebruiken om de effecten van een bewegende camera te verminderen of te voorkomen dat uw onderwerpen wazig worden, of als u de flitser wilt uitschakelen bij het maken van opnamen in een donkere omgeving. Opnamen maken modus ISO waarde Automatisch * * * * Hoge ISO Automatisch ISO 80 * ISO 100 ISO 200 ISO 400 ISO 800 ISO 1600 :Beschikbaar *:Standaard 1 Pas de ISO waarde aan. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik de knop of om de instelling te wijzigen. Wanneer u (Automatisch) selecteert, wordt de voorkeur gegeven aan de beeldkwaliteit bij het instellen van de ISO-waarde voor de hoeveelheid licht tijdens de opname. Omdat de ISO-waarde automatisch wordt verhoogd op donkere plaatsen, wordt de sluitertijd korter, waardoor de kans op een bewogen foto en wazige onderwerpen kleiner wordt. Als u (Hoge ISO Automatisch)* selecteert, wordt een hogere waarde ingesteld dan bij. Aangezien de sluitertijd nog korter wordt, neemt de kans op camerabewegingen en wazige foto's door bewegingen van het onderwerp nog verder af dan bij gebruik van. * De hoeveelheid ruis in het vastgelegde beeld kan toenemen in vergelijking met.

113 Verschillende opnamemethoden 111 Ruisreductie wordt automatisch ingesteld als u opnamen maakt bij een hoge ISO-waarde. Als de camera wordt ingesteld op of, wordt de ISO-waarde die automatisch is ingesteld door de camera weergegeven wanneer u de ontspanknop half indrukt of bij de weergave-informatie. Vage opnamen door het bewegen van de camera voorkomen (Auto ISO shift) Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). Wanneer het waarschuwingspictogram dat aangeeft dat de camera beweegt ( ) verschijnt tijdens het maken van opnamen, kunt u de ISO-waarde verhogen en fotograferen met een sluitertijd die de effecten van een bewegende camera minimaliseert. Uit Aan knop Deze functie wordt niet gebruikt. Hiermee kunt u de ISO-waarde en de sluitertijd controleren vóór en na de afstelling in het LCDscherm tijdens het maken van opnamen. De ISO-waarde wordt automatisch ingesteld op een optimale instelling waarbij de gevolgen van camerabewegingen tot een minimum worden beperkt. In de modus, of werkt dit niet wanneer de flitser flitst. De omstandigheden tijdens het fotograferen kunnen er ook toe leiden dat het pictogram dat aangeeft dat de camera beweegt ( ), zichtbaar blijft ook al wordt de ISO-waarde verhoogd. 1 Selecteer [Auto ISO shift]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik in het menu de knop of om [Auto ISO shift] te selecteren.

114 112 Verschillende opnamemethoden 2 Accepteer de instelling. 1. Gebruik de knop of om [ knop], [Aan] of [Uit] te selecteren. 2. Druk op de knop. Opnamen maken ([ knop] is geselecteerd) 3 Druk de ontspanknop half in. Wanneer wordt weergegeven, brandt de knop blauw. 4 Druk de ontspanknop half in en druk op de knop. De ISO-waarde na aanpassing wordt weergegeven. Als u tijdens het half indrukken van de ontspanknop de knop nogmaals indrukt, keert de oorspronkelijke ISO-waarde terug. Wanneer AE lock (p. 107) wordt geactiveerd nadat de ISOwaarde is verhoogd, keert de ISO-waarde niet terug naar de oorspronkelijke instelling, ook al laat u de ontspanknop los. 5 Druk de ontspanknop helemaal in om een foto te maken.

115 Opnamen maken ([Aan] is geselecteerd) Verschillende opnamemethoden Druk de ontspanknop half in. De ISO-waarde wordt automatisch ingesteld op een optimale instelling waarbij de gevolgen van camerabewegingen tot een minimum worden beperkt. 4 Druk de ontspanknop helemaal in om een foto te maken.

116 114 Verschillende opnamemethoden De belichtingscompensatie aanpassen Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). Geef een positieve waarde op voor de belichtingscompensatie om te voorkomen dat het onderwerp te donker wordt bij tegenlicht of als de achtergrond erg helder is. Stel de belichtingscompensatie in op een negatieve waarde om te voorkomen dat het onderwerp te licht wordt wanneer u 's avonds of tegen een donkere achtergrond opnamen maakt. 1 Druk op om de belichtingscompensatiebalk weer te geven. 2 Configureer de instelling. 1. Gebruik de instelknop om de belichtingscompensatie aan te passen. 2. Druk op de knop. Afhankelijk van de opnamemodus, kunt u door op de knop te drukken als volgt schakelen tussen opties: Modus /belichtingscompensatie Richting van de reeks selecteren/belichtingscompensatie Sluitertijd/belichtingscompensatie Diafragmawaarde/belichtingscompensatie De belichtingscompensatie opheffen: Volg stap 2 om de compensatiewaarde te herstellen naar [0].

117 Verschillende opnamemethoden 115 Schakelen tussen lichtmeetmethoden Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). Deelmeting Gem. centrum meeting Spot Geschikt voor standaard opnameomstandigheden, waaronder scènes in tegenlicht. Het beeld wordt verdeeld in een aantal zones voor lichtmeting. Complexe belichtingsfactoren, zoals de positie van het onderwerp, de helderheid, het directe licht en het tegenlicht, worden beoordeeld waarna de belichting van het belangrijkste onderwerp automatisch wordt aangepast, zodat het onderwerp op de juiste manier wordt belicht. De gemiddelde belichting van het gehele beeld wordt berekend, maar het object in het midden krijgt meer gewicht. Er wordt gemeten binnen het spotmetingskader. 1 Wijzig de lichtmeetmethode. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik de knop of om te selecteren en de knop of om de optie te wijzigen. 3. Druk op de knop.

118 116 Verschillende opnamemethoden De tint aanpassen (Wit Balans) Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). Gewoonlijk wordt met de instelling (Auto) voor de witbalans een optimale witbalans geselecteerd. Als de instelling geen natuurlijke kleuren genereert, wijzigt u de witbalans door een instelling te gebruiken die geschikt is voor de lichtbron. Auto Dag Licht Bewolkt Lamplicht TL licht TL licht H Custom De instellingen worden automatisch geselecteerd door de camera. Deze instelling is geschikt voor buitenopnamen met veel zonlicht. Gebruik deze instelling voor buitenopnamen met bewolkte of donkere luchten of tijdens de schemering. Gebruik deze optie wanneer u opnamen maakt bij het licht van gloeilampen en tl-lampen met licht dat bestaat uit 3 golflengten. Gebruik deze instelling wanneer u opnamen maakt bij warmwit of koelwit tl-licht of bij warmwit tl-licht dat bestaat uit drie golflengten. Deze instelling kunt u gebruiken wanneer u opnamen maakt bij het licht van daglicht-tl-lampen en daglicht-tllampen met licht dat bestaat uit drie golflengten. Voor het vastleggen van de optimale witbalans in de camera aan de hand van een witgekleurd object, zoals wit papier of een witte doek. 1 Selecteer een witbalansinstelling. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik de knop of om te selecteren en de knop of om de optie te wijzigen. 3. Druk op de knop. De witbalansinstelling kan niet worden aangepast wanneer of is geselecteerd voor My Colors.

119 Verschillende opnamemethoden 117 Gebruikers Witbalans gebruiken In de volgende situaties waarin de witbalans met de optie (Auto) moeilijk kan worden ingesteld, kunt u beter een aangepast witbalans (Custom) nemen. Bij het maken van close-ups (Macro) Bij het vastleggen van onderwerpen met een monotone kleur (zoals de lucht, zee of een bos) Bij het gebruik van een bepaalde lichtbron (zoals een kwiklamp) 1 Selecteer. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik de knop of om te selecteren en kies met de knop of. 2 Richt de camera op een stuk wit papier of witte stof en druk op. Controleer op het LCD-scherm of het kader in het centrum volledig is gevuld met het witte beeld. Controleer of het hele veld is gevuld wanneer u de optische zoeker gebruikt. Let echter op dat het middelste kader niet wordt weergegeven wanneer u de digitale zoom gebruikt of wanneer wordt weergegeven. 3 Druk op de knop.

120 118 Verschillende opnamemethoden U wordt aangeraden de opnamemodus te kiezen en de belichtingscompensatie op [±0] in te stellen voordat u een gebruikerswitbalans instelt. Er kan mogelijk geen juiste witbalans worden ingesteld als de belichtingsinstelling onjuist is (het beeld is volledig zwart of wit). Maak de opnamen met dezelfde instellingen die u hebt gebruikt bij het bepalen van de witbalans. Als de instellingen verschillen, wordt mogelijk niet de optimale witbalans ingesteld. Vooral de volgende instellingen moeten niet worden gewijzigd. - ISO waarde - Flitser Het is raadzaam de flitser in te stellen op of. Als u tijdens het bepalen van de witbalans de flitser gebruikt en deze is ingesteld op, moet u de flitser ook gebruiken wanneer u de opname maakt. Aangezien de witbalans niet kan worden bepaald in de modus Stitch Hulp, moet u de witbalans van tevoren in een andere opnamemodus instellen. De witbalansgegevens blijven zelfs bewaard wanneer de camera wordt uitgeschakeld.

121 Verschillende opnamemethoden 119 Opnamen maken in een modus van My Colors Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). U kunt het uiterlijk van een opname wijzigen terwijl u de opname maakt. My Colors uit Levendig Neutraal Sepia Zwart/Wit Custom Kleur Met deze instelling maakt u normale opnamen. Hiermee worden het contrast en de kleurintensiteit benadrukt, zodat u een opname met heldere kleuren krijgt. Hiermee worden het contrast en de kleurverzadiging afgevlakt, zodat u neutrale kleuren krijgt. De opnamen worden gemaakt in sepiakleuren. Hiermee krijgt u zwart-witopnamen. Gebruik deze optie om het contrast, de scherpte en de verzadiging aan te passen voordat u de opname maakt. / / / 1 Selecteer een instelling voor My Colors. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik de knop of om te selecteren en de knop of om de optie te wijzigen. 3. Druk op de knop. 2 Maak de opname.

122 120 Verschillende opnamemethoden (De modus Custom Kleur instellen) 1 Selecteer. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik de knop of om te selecteren en kies met de knop of. 2 Pas de instelling aan. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik de knop of om [Contrast], [Scherpte] of [Verzadiging] te selecteren. 3. Gebruik de knop of om de instelling aan te passen. Selecteer een item Pas het item aan De resultaten van de aanpassing worden op het LCD-scherm getoond. Als u op de knop DISP. drukt, gaat u terug naar het scherm waar u een My Colors-modus kunt selecteren. 3 Voltooi de instelling. 1. Druk op de knop.

123 Verschillende opnamemethoden 121 Schakelen tussen flitsinstellingen Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). Hoewel de flits van de ingebouwde flitser automatisch wordt aangepast aan de omstandigheden, is het ook mogelijk om de flitser zodanig in te stellen dat deze flitst zonder dat de flits wordt aangepast. 1 Selecteer [Flits instel.]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik in het menu de knop of om [Flits instel.] te selecteren. 2 Accepteer de instelling. 1. Gebruik de knop of om [Automatisch] of [Handmatig] te selecteren. De flitscompensatie kan worden ingesteld op [Handmatig] (p. 122). De flitsoutput kan worden ingesteld op [Automatisch] (p. 122). 2. Druk op de knop.

124 122 Verschillende opnamemethoden Flitscompensatie-instellingen aanpassen Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). De flitsbelichtingscompensatie kan worden aangepast binnen het bereik van 2 tot +2 stops in stappen van 1/3 stop. U kunt de flitsbelichtingscompensatie combineren met de belichtingscompensatiefunctie van de camera voor een uitgebalanceerde belichting van de achtergrond wanneer u fotografeert met flits. Stel in de opnamemodi en de optie [Flits instel.] in op [Automatisch]. 1 Pas de flitscompensatie-instelling aan. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik de knop of om te selecteren en de knop of om de optie te wijzigen. 3. Druk op de knop. Flitsbelichtingscomp ensatie

125 Verschillende opnamemethoden 123 De flitsoutput instellen Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). Bij het maken van opnamen kan de flitsoutput in drie stappen worden geregeld, tot maximaal FULL. Stel in de opnamemodi en de optie [Flits instel.] in op [Handmatig]. 1 Configureer de flitsoutput-instelling. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik de knop of om te selecteren en de knop of om de optie te wijzigen. 3. Druk op de knop. Flits output

126 124 Verschillende opnamemethoden Belichting aanpassen voor opnames met de ingebouwde flitser (Veiligheids FE) Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). De sluitertijd of diafragmawaarde wordt automatisch gewijzigd wanneer de flitser wordt geactiveerd, om te voorkomen dat de foto wordt overbelicht en de lichtaccenten in de scène wegvallen. Zorg ervoor dat in de opnamemodi of de flitsaanpassing van tevoren is ingesteld op [Automatisch] (p. 121). 1 Selecteer [Veiligheids FE]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik in het menu de knop of om [Veiligheids FE] te selecteren. 2 Accepteer de instelling. 1. Gebruik de knop of om [Aan] of [Uit] te selecteren. 2. Druk op de knop.

127 Verschillende opnamemethoden 125 Instellingen toewijzen aan de knop Afdrukken/Delen Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). U kunt een functie die u vaak gebruikt bij het maken van opnamen toewijzen aan de knop (Afdrukken/Delen). De volgende functies kunnen worden toegewezen. Menu-item Pagina Menu-item Pagina Niet toegekend Digitale Tele-converter p. 64 Wit Balans p. 116 Disp. Sjabloon p. 127 Gebruikers Witbalans p. 117 Display uit p Selecteer [Instellen knop]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik in het menu de knop of om [Instellen knop] te selecteren. 3. Druk op de knop. 2 Accepteer de instelling. 1. Gebruik de knop of om de functie te selecteren die u wilt toewijzen. 2. Druk op de knop. Als wordt weergegeven rechtsonder bij het pictogram, kunt u de functie toewijzen, maar u kunt deze niet gebruiken bij sommige opnamemodi of instellingen, ook al drukt u op de knop.

128 126 Verschillende opnamemethoden 3 Druk op de knop. De snelkiesknop annuleren: Selecteer in stap 2. De knop gebruiken 1 Druk op de knop. Telkens wanneer u voor en op de knop drukt, wordt geschakeld tussen de instellingen van de toegewezen functies. Voor wordt het bijbehorende instelscherm weergegeven. Elke keer dat u voor op de knop drukt, worden de witbalansgegevens vastgelegd. Omdat het kader nu niet verschijnt, moet u ervoor zorgen dat het witte papier of doek zodanig wordt geplaatst dat het in het midden van het LCDscherm komt. Druk vervolgens op de knop. Wanneer u deze functie één keer hebt gebruikt, verandert de witbalansinstelling in. Als u voor de knop indrukt, schakelt u het LCDscherm uit. De volgende keer dat u op een knop drukt, wordt het LCD-scherm weer ingeschakeld.

129 Verschillende opnamemethoden 127 De displaysjablonen instellen Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). * Alleen [Raster] kan worden ingesteld. U kunt verticale en horizontale rasterlijnen, een uitsnede van het afdrukgebied of beide weergeven op het LCD-scherm tijdens het maken van opnamen om de positie van uw onderwerp te controleren. Uit Raster Uitsnede Beide Hiermee geeft u rasterlijnen weer om het scherm in negen delen op te splitsen. Hiermee kunt u de verticale en horizontale positie van het onderwerp bepalen. Hiermee kunt u het afdrukgebied van een uitsnede bepalen.* Gebieden buiten het afdrukgebied worden grijs weergegeven. * Beelden worden nog steeds vastgelegd met de standaard hoogtebreedteverhouding van 4:3. Hiermee geeft u het raster en de uitsnede tegelijkertijd weer. 1 Selecteer [Disp. Sjabloon]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik in het menu de knop of om [Disp. Sjabloon] te selecteren. 2 Accepteer de instelling. 1. Gebruik de knop of om [Uit], [Raster], [Beide] of [Uitsnede] te selecteren. 2. Druk op de knop. Alleen het raster kan worden geconfigureerd voor de modus of. Het raster en de uitsnede worden niet vastgelegd in het beeld.

130 128 Verschillende opnamemethoden De functie Beeldomkeren instellen Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). Opnamemodus Uw camera is uitgerust met een intelligente sensor die de stand van een beeld herkent wanneer u de camera verticaal houdt. Het beeld wordt automatisch naar de juiste stand gedraaid wanneer u het op het LCD-scherm bekijkt. 1 Selecteer [Beeldomkeren]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik de knop of om het menu te selecteren. 3. Gebruik de knop of om [Beeldomkeren] te selecteren. 2 Accepteer de instelling. 1. Gebruik de knop of om [Aan] of [Uit] te selecteren. 2. Druk op de knop. Wanneer de functie Beeldomkeren is ingesteld op [Aan] en het LCDscherm is ingesteld op de detailweergavemethode in de opnamemodus, wordt het pictogram (normaal), (rechts is onder) of (links is onder) op het scherm weergegeven. Wanneer de camera recht omhoog of recht omlaag wijst, werkt deze functie mogelijk niet naar behoren. Controleer of de pijl in de juiste richting wijst. Als dat niet zo is, stelt u de functie Beeldomkeren in op [Uit]. Zelfs als de functie Beeldomkeren is ingesteld op [Aan], is de stand van beelden die naar een computer worden gedownload, afhankelijk van de software die daarbij is gebruikt.

131 Verschillende opnamemethoden 129 Wanneer u de camera bij het maken van opnamen verticaal houdt, herkent de intelligente sensor dat de bovenkant 'boven' is en de onderkant 'onder'. De instellingen voor optimale witbalans, belichting en focus worden vervolgens aangepast voor verticale fotografie. Deze functie werkt onafhankelijk van het feit of de functie Beeldomkeren is in- of uitgeschakeld. Een doelmap voor beelden maken Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). U kunt op elk gewenst moment een nieuwe map maken. De beelden worden automatisch in die map opgeslagen. Maak nieuwe folder Maak autom. Hiermee maakt u een nieuwe map voor de volgende keer dat u opnamen maakt. Als u nog een map wilt maken, plaatst u opnieuw een vinkje bij deze optie. U kunt ook een datum en tijd opgeven als u een nieuwe map wilt maken met een opnametijd na de opgegeven datum en tijd. Een nieuwe map maken voor de volgende keer dat u opnamen maakt. 1 Selecteer [Maak folder]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik de knop of om het menu te selecteren. 3. Gebruik de knop of om [Maak folder] te selecteren. 4. Druk op de knop.

132 130 Verschillende opnamemethoden 2 Accepteer de instelling. 1. Gebruik de knop of om een vinkje te plaatsen bij [Maak nieuwe folder]. 2. Druk twee keer op de knop. wordt weergegeven op het LCDscherm bij het maken van opnamen. verdwijnt van het scherm wanneer een nieuwe map wordt gemaakt. De datum en tijd instellen voor het automatisch maken van mappen. 1 Selecteer [Maak folder]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik de knop of om het menu te selecteren. 3. Gebruik de knop of om [Maak folder] te selecteren. 4. Druk op de knop. 2 Accepteer de instelling. 1. Gebruik de knop of om [Maak autom.] te selecteren en gebruik de knop of om een aanmaakdatum te selecteren. 2. Gebruik de knop of om [Tijd] te selecteren en gebruik de knop of om een tijdstip te selecteren. 3. Druk twee keer op de knop. wordt weergegeven als de opgegeven tijd nadert. Het pictogram verdwijnt zodra de nieuwe map is gemaakt. Er kunnen maximaal 2000 beelden in één map worden opgeslagen. Er wordt automatisch een nieuwe map gemaakt als u meer dan 2000 opnamen maakt, zelfs als u zelf geen nieuwe mappen maakt.

133 Verschillende opnamemethoden 131 Bestandsnummers opnieuw instellen Opnamemodus Raadpleeg Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 208). Aan de opnamen die u maakt, worden automatisch bestandsnummers toegewezen. U kunt opgeven hoe het bestandsnummer moet worden toegewezen. Continu Auto reset De volgende opname krijgt een nummer dat één hoger is dan het nummer van de vorige opname. Dit is handig als u al uw opnamen wilt beheren op een computer, omdat dubbele bestandsnamen worden voorkomen wanneer u van map of geheugenkaart wisselt.* * Wanneer er een lege geheugenkaart wordt gebruikt. Als u een geheugenkaart mét vastgelegde gegevens gebruikt, wordt het 7-cijferige nummer voor de map en het beeld dat het laatst is opgenomen, vergeleken met het laatste nummer op de geheugenkaart. Het hoogste nummer wordt gebruikt als basis voor nieuwe opnamen. Het nummer van de opname en de map worden teruggezet naar de beginwaarde ( ).* Dit is handig wanneer u opnamen per map wilt beheren. * Wanneer er een lege geheugenkaart wordt gebruikt. Als u een geheugenkaart mét vastgelegde gegevens gebruikt, wordt het nummer na het 7-cijferige nummer voor de map en het beeld dat het laatst is opgenomen, als uitgangspunt gebruikt voor nieuwe opnamen. 1 Selecteer [Bestandnr.]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik de knop of om het menu te selecteren. 3. Gebruik de knop of om [Bestandnr.] te selecteren. 2 Accepteer de instelling. 1. Gebruik de knop of om [Continu] of [Auto reset] te selecteren. 2. Druk op de knop.

134 132 Verschillende opnamemethoden Nummers van bestanden en mappen Opnamen krijgen opeenvolgende bestandsnummers toegewezen, beginnend bij 0001 en eindigend bij Bij mappen beginnen de nummers bij 100 en eindigen ze bij 999. In een map kunnen maximaal 2000 beelden worden opgeslagen. Continu Nieuwe map gemaakt Geheugenkaart verwisseld Geheugenkaart 1 Geheugenkaart 1 Geheugenkaart 2 Auto reset Geheugenkaart 1 Geheugenkaart 1 Geheugenkaart 2 Beelden worden mogelijk in een andere map opgeslagen wanneer er onvoldoende vrije ruimte is. Dit kan zelfs gebeuren als het aantal beelden in de map kleiner is dan 2000, omdat de volgende typen beelden altijd samen in een map worden opgeslagen: - Beelden van continu-opnamen - Beelden die zijn gemaakt met de functie Zelfontspanner (Custom) - Beelden die zijn gemaakt in de opnamemodus Stitch Hulp Opnamen kunnen niet worden weergegeven als er twee dezelfde mapnummers aanwezig zijn of als er binnen een map twee dezelfde beeldnummers aanwezig zijn. Raadpleeg de Startershandleiding voor informatie over mapstructuren of beeldtypen.

135 Weergeven en wissen 133 Weergeven en wissen In de modus Weergeven kunt u foto's selecteren met de instelknop. Als u de knop tegen de klok indraait, selecteert u de vorige foto. Met de klok mee selecteert u de volgende foto. Zie ook Foto's bekijken (p. 17). Beelden vergroten 1 Duw de zoomknop naar. Het beeld wordt vergroot. Foto's kunnen tot 10 maal worden vergroot. Geschatte locatie van het weergegeven gebied 2 Gebruik de knop,, of om andere delen van de foto te vergroten. Als u de instelknop gebruikt terwijl u in de modus bent voor vergrote weergave, gaat de camera naar de vorige of volgende foto met dezelfde vergroting. U kunt de vergrotingsfactor met de zoomknop wijzigen. De vergrote weergave annuleren: Duw de zoomknop naar. (U kunt de vergroting ook onmiddellijk annuleren door op de knop MENU te drukken.) Filmbeelden en beelden in de indexweergave kunnen niet worden vergroot.

136 134 Weergeven en wissen Negen beelden tegelijk weergeven (Indexweergave) 1 Duw de zoomknop naar. In de indexweergave kunt u maximaal negen beelden tegelijk bekijken. Gebruik de knop,, of om een ander beeld te selecteren. Geselecteerd beeld Film Terugkeren naar de enkelvoudige weergave: Duw de zoomknop naar. Schakelen tussen reeksen van negen beelden De springbalk wordt weergegeven wanneer u de zoomknop in de indexweergave naar drukt en u kunt schakelen tussen reeksen van negen beelden. Gebruik de knop of om naar de vorige of volgende reeks van negen beelden te gaan. Houd de knop FUNC./SET ingedrukt en Springbalk druk tegelijkertijd op de knop of om naar de eerste of laatste reeks te gaan. Terugkeren naar de enkelvoudige weergave: Duw de zoomknop naar.

137 Weergeven en wissen 135 De focus en gezichtsuitdrukkingen van onderwerpen controleren (Focus check weergave) In de focus-checkweergave kunt u controleren of een foto die u hebt gemaakt, scherp is. Bovendien kunt u de vergroting van de uitsnede wijzigen en schakelen tussen beelden, zodat u gemakkelijk de gezichtsuitdrukking van personen kunt controleren en kunt nagaan of er personen zijn die hun ogen dicht hebben. Focus Check weergeven 1 Druk verschillende keren op de knop totdat Focus check wordt weergegeven. Kaders worden als volgt op het beeld weergegeven. Kleur van kader Oranje Wit Grijs Inhoud Hierin bevindt zich het gebied op de foto dat rechtsonder als uitsnede wordt weergegeven. Het autofocuskader wordt weergegeven op de positie waar het beeld scherp is. Er worden grijze kaders weergegeven op de plaatsen waar gezichten zijn gedetecteerd tijdens de weergave. De oranje kaders stellen u in staat de vergroting en weergavepositie van de uitsnede rechts onderaan te wijzigen en te schakelen tussen kaders (p. 136, 137). Als u Focus Check weergave niet gebruikt en beelden weergeeft met gedetecteerde gezichten, kunt u de vergroting van de uitsnede wijzigen door op de knop te drukken.

138 136 Weergeven en wissen De vergroting van de uitsnede wijzigen 2 Duw de zoomknop naar. De rechteronderkant van het scherm wordt prominent weergegeven. Schakelen tussen kaders 2 Druk op de knop. Als er meerdere gezichten worden gedetecteerd, kunt u de positie van het oranje kader veranderen door op de knop te drukken.

139 Weergeven en wissen 137 De weergavepositie van de uitsnede wijzigen 2 Duw de zoomknop naar. De rechteronderkant van het scherm wordt prominent weergegeven. 3 Gebruik de knop,, of om het gedeelte van de foto dat in het kader wordt weergegeven, te wijzigen. Als er meerdere gezichten worden gedetecteerd, schakelt u met elke druk op de knop tussen de verschillende posities van de oranje kaders. Als slechts één gezicht wordt gedetecteerd, keert het oranje kader terug naar de oorspronkelijke positie wanneer u op de knop drukt. Wanneer u de vergroting van de uitsnede in een opname met gedetecteerde gezichten hebt gewijzigd en u op de knop drukt, wordt het oranje kader aangepast aan de grootte van het gezicht. Als er geen gezichten wordt gedetecteerd, keert het oranje kader terug naar de oorspronkelijke positie wanneer u op de knop FUNC./SET drukt. Terugkeren naar de enkelvoudige weergave: Druk op de knop MENU.

140 138 Weergeven en wissen Naar beelden springen Wanneer u op een geheugenkaart veel beelden hebt vastgelegd, is het handig om de vijf zoekcriteria hieronder te gebruiken om door de beelden te springen om te vinden wat u zoekt. Ga naar datum Ga naar folder Ga naar film Volgende 10 Volgende 100 U springt naar het eerste beeld van elke opnamedatum. U springt naar het eerste beeld van elke map. U springt naar een film. U springt met 10 beelden tegelijk. U springt met 100 beelden tegelijk. 1 Druk in de modus voor enkelvoudige weergave op de knop. De camera schakelt over naar de modus Springen. Het scherm varieert enigszins, afhankelijk van de zoekcriteria. 2 Gebruik de knop of om een zoekcriterium te selecteren en druk vervolgens op de knop of. Het aantal beelden dat voldoet aan de zoekcriteria Terugkeren naar de enkelvoudige weergave: Druk op de knop MENU. De locatie van het beeld dat op dat moment wordt weergegeven

141 Weergeven en wissen 139 Films bekijken (Filmafspeelbedieningspaneel) U kunt geen films afspelen als de indexweergave is geactiveerd. 1 Geef het filmbestand weer. 1. Gebruik de knop of om een film te selecteren. 2. Druk op de knop. Beelden met het pictogram zijn films. Het filmbedieningspaneel wordt weergegeven. 2 Speel de film af. 1. Gebruik de knop of om te selecteren. 2. Druk op de knop. Filmbedieningspaneel De film wordt tijdelijk gestopt wanneer u tijdens het afspelen op de knop FUNC./SET drukt. Het afspelen gaat verder als u nogmaals op die knop drukt. Wanneer het afspelen is voltooid, wordt het laatste frame van de film weergegeven. Druk op de knop FUNC./SET om het filmbedieningspaneel weer te geven. Afspeelvoortgangsbalk Tijdstip waarop film is opgenomen Volume (Pas het volume aan met de knop of ) Als u de afspeelvoortgangsbalk wilt weergeven of verbergen tijdens het afspelen van een film, drukt u op DISP. Als het afspelen voortijdig is onderbroken tijdens de vorige weergavesessie, wordt er afgespeeld vanaf het laatst weergegeven frame.

142 140 Weergeven en wissen Werken met het filmbedieningspaneel Uit Print Afspelen Slow Motion Eerste beeld Eerder beeld Volgend beeld Laatste beeld Het afspelen beëindigen en terugkeren naar de enkelvoudige weergave. Wanneer er een printer is aangesloten, wordt er een pictogram weergegeven. Zie de Gebruikershandleiding voor Direct Print voor meer informatie. Afspelen U kunt het afspelen vertragen met de knop versnellen met de knop. Hiermee geeft u het eerste beeld weer. Hiermee speelt u terug als de knop FUNC./SET ingedrukt wordt gehouden. Hiermee speelt u snel vooruit als de knop FUNC./ SET ingedrukt wordt gehouden. Hiermee geeft u het laatste beeld weer. of Gebruik de knoppen van de televisie om het gewenste volume in te stellen wanneer u een film op tv bekijkt (p. 161). Geluid kan niet in slow motion worden weergegeven.

143 Weergeven en wissen 141 Beelden draaien op het scherm U kunt beelden 90º of 270º rechtsom draaien op het scherm. Origineel Selecteer [Roteren]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik in het menu de knop of om [ Roteren] te selecteren. 3. Druk op de knop. 2 Roteer het beeld. 1. Gebruik de knop of om het beeld te selecteren dat u wilt draaien. 2. Druk op de knop. Druk herhaaldelijk op de knop FUNC./SET om de standen 90 /270 /origineel te doorlopen. U kunt beelden ook draaien in de indexweergave. Als beelden naar een computer worden gedownload, is de stand van beelden die door de camera zijn gedraaid, afhankelijk van de software waarmee de beelden worden gedownload. Wanneer de richting van een beeld wordt vastgelegd, wordt het beeld de volgende keer dat het wordt weergegeven in de gedraaide stand getoond.

144 142 Weergeven en wissen Beelden weergeven met overgangseffecten U kunt selecteren welk overgangseffect wordt gebruikt tijdens het wisselen van beelden. Geen overgangseffect. Het weergegeven beeld wordt donkerder en het volgende beeld wordt langzaam lichter totdat het helemaal wordt weergegeven. Druk op de knop zodat het vorige beeld vanaf de linkerzijde wordt weergegeven, en op de knop om het volgende beeld vanaf de rechterzijde weer te geven. 1 Selecteer [Overgang]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik in het menu de knop of om [ Overgang] te selecteren. 2 Accepteer de instelling. 1. Gebruik de knop of om een overgangseffect te selecteren. 2. Druk op de knop.

145 Weergeven en wissen 143 Opnamen automatisch weergeven (Autom. Afspelen) Gebruik deze functie om alle beelden op de geheugenkaart weer te geven. Elke opname wordt ongeveer 3 seconden weergegeven. 1 Selecteer [Autom. Afspelen]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik in het menu de knop of om [ Autom. Afspelen] te selecteren. 3. Druk op de knop. Tijdens het automatisch afspelen kunt u de volgende functies gebruiken: - Het automatisch afspelen onderbreken/hervatten: Druk op de knop FUNC./SET. - Snel vooruit of achteruit afspelen: Druk op de knop of (wanneer u de knop ingedrukt houdt, verhoogt u de snelheid van Snel Vooruit). - Stoppen: Druk op de knop MENU. Als Overgang wordt geselecteerd (p. 142), verschijnen de overgangseffecten tussen de beelden.

146 144 Weergeven en wissen Functie Rode-Ogen Corr. U kunt rode ogen corrigeren in foto's die zijn gemaakt. In bepaalde foto's worden rode ogen mogelijk niet automatisch gedetecteerd of levert de correctie niet het gewenste resultaat op. Voorbeelden: - Foto's met gezichten in de buurt van schermranden of met gezichten die zeer klein, groot, donker of licht lijken in verhouding tot de gehele foto. - Foto's met gezichten van mensen die opzij of schuin naar voren kijken of met gezichten waarvan een deel is verborgen. 1 Selecteer [Rode- Ogen Corr.]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik in het menu de knop of om [ Rode-Ogen Corr.] te selecteren. 3. Druk op de knop. 2 Selecteer een foto. 1. Gebruik de knop of om het beeld te selecteren waarvan u de rode ogen wilt corrigeren. 2. Druk op de knop. Er wordt automatisch een kader weergegeven op de plaats waar een rood oog wordt gedetecteerd. Als de rode ogen niet automatisch worden gedetecteerd, selecteert u [Voeg Kader Toe] met de knop of en drukt u op de knop FUNC./SET (p. 147). Als u het correctiekader wilt annuleren, selecteert u [Verw. kader] en drukt u op de knop FUNC./SET (p. 148).

147 Weergeven en wissen Corrigeer het beeld. 1. Gebruik de knop,, of om [Start] te selecteren. 2. Druk op de knop. 4 Sla het beeld op. 1. Gebruik de knop,, of om [Nieuw bestand] of [Overschrijven] te selecteren. 2. Druk op de knop. [Nieuw bestand]: opgeslagen als nieuw bestand met een nieuwe naam. Het niet-gecorrigeerde beeld wordt opgeslagen. Het nieuwe beeld wordt opgeslagen als het laatste bestand. [Overschrijven]: opgeslagen met dezelfde bestandsnaam als niet-gecorrigeerd beeld. Het niet-gecorrigeerde beeld wordt gewist. Wanneer [Nieuw bestand] is geselecteerd, gaat u door naar procedure 5. 5 Geef de opgeslagen foto weer. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik de knop of om [Ja] te selecteren. 3. Druk op de knop. Als u [Nee] selecteert, keert u terug naar het menu Keuze. Bij films kunt u geen rode ogen corrigeren. Overschrijven is niet mogelijk bij beveiligde foto's.

148 146 Weergeven en wissen Als er onvoldoende ruimte over is op de geheugenkaart, kunt u geen rode ogen corrigeren. Hoewel u de rode-ogencorrectie talloze keren op een foto kunt toepassen, neemt de beeldkwaliteit telkens geleidelijk af. Omdat het correctiekader niet automatisch wordt weergegeven op foto's die al een keer zijn gecorrigeerd met de functie Rode-Ogen Correctie, gebruikt u de optie [Voeg Kader Toe] om de correctie nogmaals uit te voeren.

149 Weergeven en wissen 147 Correctiekaders toevoegen 1 Selecteer [Voeg Kader Toe]. 1. Gebruik de knop,, of om [Voeg Kader Toe] te selecteren. 2. Druk op de knop. Er wordt een groen kader weergegeven. 2 Pas de positie van het correctiekader aan. 1. Gebruik de knop,, of om het kader te verplaatsen. De grootte van het kader kan met de zoomknop worden gewijzigd. 3 Voeg nog meer correctiekaders toe. 1. Druk op de knop. Er wordt een correctiekader toegevoegd en de kleur van het kader verandert in wit. Als u nog meer kaders wilt toevoegen, past u de positie aan en drukt u op de knop FUNC./SET. U kunt maximaal 35 extra kaders toevoegen. Als u het toevoegen van kaders wilt beëindigen, drukt u op de knop MENU. Als u de rode-ogencorrectie goed wilt uitvoeren, kunt u zich het beste aan de volgende richtlijnen houden (bekijk de afbeelding in stap 2): - Pas het formaat van het correctiekader zodanig aan dat het kader alleen het gedeelte met de rode ogen bevat dat moet worden gecorrigeerd. - Wanneer er meerdere mensen met rode ogen op de foto voorkomen, moet u voor iedere persoon één correctiekader toevoegen.

150 148 Weergeven en wissen Correctiekaders verwijderen 1 Selecteer [Verw. kader]. 1. Gebruik de knop,, of om [Verw. kader] te selecteren. 2. Druk op de knop. 2 Pas de positie van het correctiekader aan. 1. Gebruik de knop of om een kader te selecteren dat u wilt verwijderen. Het geselecteerde kader wordt groen weergegeven. 3 Verwijder het kader. 1. Druk op de knop. Het geselecteerde kader verdwijnt. Als u wilt doorgaan met het verwijderen van kaders, herhaalt u de bewerkingen uit stap 2. Wanneer u klaar bent met het verwijderen van kaders, drukt u op de knop MENU.

151 Weergeven en wissen 149 Het formaat van beelden veranderen U kunt foto's die zijn gemaakt met veel opnamepixels, opnieuw opslaan met minder opnamepixels pixels pixels pixels 1 Selecteer [Veranderen]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik in het menu de knop of om [ Veranderen] te selecteren. 3. Druk op de knop. 2 Selecteer een foto. 1. Gebruik de knop of om het beeld te selecteren dat u wilt veranderen. 2. Druk op de knop. De knop FUNC./SET kan alleen worden geselecteerd voor foto's waarvan het formaat kan worden gewijzigd. 3 Selecteer een resolutie. 1. Gebruik de knop of om, of te selecteren. 2. Druk op de knop. Soms kunnen bepaalde instellingen voor opnamepixels niet worden geselecteerd omdat er te weinig ruimte op de geheugenkaart beschikbaar is.

152 150 Weergeven en wissen 4 Sla het beeld op. 1. Gebruik de knop of om [OK] te selecteren. 2. Druk op de knop. De foto met het veranderde formaat wordt in een nieuw bestand opgeslagen. Als u wilt doorgaan met het veranderen van het formaat van beelden, herhaalt u de bewerkingen uit stap 2. 5 Geef de opgeslagen foto weer. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik de knop of om [Ja] te selecteren. 3. Druk op de knop. Als u [Nee] selecteert, keert u terug naar het menu Keuze. In modus en kan het formaat niet worden veranderd. Geluidsmemo's aan foto's toevoegen In de weergavemodus kunt u geluidsmemo's (van maximaal 1 minuut) aan een foto koppelen. De geluidsgegevens worden opgeslagen in de WAVE-indeling. 1 Selecteer [Geluids memo]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik in het menu de knop of om [ Geluids memo] te selecteren. 3. Druk op de knop.

153 Weergeven en wissen Selecteer een foto. 1. Gebruik de knop of om het beeld te selecteren waaraan u een geluidsmemo wilt toevoegen. 2. Druk op de knop. Het bedieningspaneel voor geluidsmemo's wordt weergegeven. 3 Neem het memo op. 1. Gebruik de knop of om te selecteren. 2. Druk op de knop. De verstreken tijd en de resterende tijd worden weergegeven. Als u op de knop FUNC./SET drukt, wordt de opname tijdelijk onderbroken. Druk nogmaals op de knop om het opnemen te hervatten. U kunt maximaal 1 minuut aan geluidsmemo's aan een foto toevoegen. Druk meerdere malen op de knop MENU om het instellen te voltooien. Geluidsmemopaneel Verstreken tijd/ Resterende tijd Volume (Pas het volume aan met de knop of ) Geluidsmemopaneell Gebruik de knop of om een optie te selecteren en druk op FUNC./SET. Uit Opnemen Pauze Afspelen Wissen Hiermee keert u terug naar het weergavescherm. De camera begint met opnemen. Hiermee wordt het opnemen of afspelen onderbroken. Hiermee wordt het afspelen gestart. Hiermee wist u geluidsmemo's. Selecteer [Wissen] en druk in het scherm voor het bevestigen van deze bewerking op de knop FUNC./SET. U kunt geen geluidsmemo's koppelen aan films. Geluidsmemo's voor beveiligde foto's kunnen niet worden gewist.

154 152 Weergeven en wissen Beelden beveiligen U kunt belangrijke foto's en films beveiligen, zodat ze niet per ongeluk worden gewist. 1 Selecteer [Beveilig]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik in het menu de knop of om [ Beveilig] te selecteren. 3. Druk op de knop. 2 Beveilig een beeld. 1. Gebruik de knop of om het beeld te selecteren dat u wilt beveiligen. 2. Druk op de knop. U kunt de instelling annuleren door Beveiligingspictogram nogmaals op de knop FUNC./SET te drukken. U kunt beelden ook beveiligen in de indexweergave. Druk meerdere malen op de knop MENU om het instellen te voltooien.

155 Weergeven en wissen 153 Alle beelden wissen U kunt beelden van een geheugenkaart wissen. Gewiste beelden kunnen niet worden hersteld. Denk goed na voordat u beelden wist. Beveiligde beelden kunnen niet worden gewist met deze functie. 1 Selecteer [Alles wissen]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik in het menu de knop of om [ Alles wissen] te selecteren. 3. Druk op de knop. 2 Wis het beeld. 1. Gebruik de knop of om [OK] te selecteren. 2. Druk op de knop. Als u het wissen wilt annuleren, selecteert u [Stop]. Formatteer de geheugenkaart als u niet alleen de beelden maar ook alle andere gegevens op de geheugenkaart wilt wissen (p. 59).

156 154 Afdruk-/verzendinstellingen Afdruk-/verzendinstellingen De DPOF-afdrukinstellingen configureren Met de camera kunt u vooraf de foto's op een geheugenkaart selecteren die u wilt afdrukken en het gewenste aantal exemplaren instellen. De instellingen op de camera zijn compatibel met de DPOFnorm (Digital Print Order Format). Dit is heel handig als u foto's wilt afdrukken met een printer die het rechtstreeks afdrukken vanaf de camera (Direct Print) ondersteunt of als u uw foto's wilt verzenden naar een fotozaak die werkt met DPOF. Het pictogram wordt mogelijk weergegeven bij gebruik van een geheugenkaart met afdrukinstellingen van een andere DPOF-compatibele camera. Deze instellingen worden overschreven door de instellingen die zijn opgegeven op uw camera. De afdrukmethode instellen Nadat u de afdrukmethode hebt ingesteld, selecteert u de foto's die u wilt afdrukken. U kunt de volgende instellingen selecteren. * Standaardinstelling Standaard* Hiermee drukt u één foto per pagina af. Afdruktype Index Beide Datum (Aan/Uit*) File No. (Aan/Uit*) Wis DPOF data (Aan*/Uit) De geselecteerde foto's worden verkleind en naast en onder elkaar afgedrukt in de vorm van een index. De foto's worden standaard en ook als index afgedrukt. Hiermee drukt u ook de datum af. Hiermee drukt u ook het bestandsnummer af. Hiermee worden alle afdrukinstellingen gewist nadat de foto's zijn afgedrukt.

157 Afdruk-/verzendinstellingen Selecteer [Print instellingen]. 1. Druk op de knop. 2. Druk op de knop. 3. Gebruik de knop of om het menu te selecteren. 4. Gebruik de knop of om [Print instellingen] te selecteren. 5. Druk op de knop. 2 Accepteer de instelling. 1. Gebruik de knop of om [Afdruktype], [Datum], [File No.] of [Wis DPOF data] te selecteren. 2. Gebruik de knop of om de instelling te selecteren die u wilt configureren. 3. Druk op de knop. De instellingen voor Datum en File No. zijn op de volgende manier afhankelijk van het Afdruktype. - [Index] [Datum] en [File No.] kunnen niet tegelijkertijd zijn ingesteld op [Aan]. - [Standaard] of [Beide] [Datum] en [File No.] kunnen tegelijkertijd worden ingesteld op [Aan], maar de afdrukbare informatie kan per printer verschillen. Meer dan twee exemplaren afdrukken 1. Stel [Afdruktype] in [Print instellingen] in op [Standaard] of [Beide]. 2. Selecteer [Sel. beeld & aantal], kies het beeld dat u wilt afdrukken en druk op de knop FUNC./SET. 3. Gebruik de knop of om het aantal exemplaren in te stellen. Beelden die met (Briefkaart met ingesloten datum) (p. 72) van een datum zijn voorzien, worden altijd afgedrukt met de datum, ongeacht de instelling van [Datum]. Als gevolg hiervan drukken sommige printers mogelijk de datum tweemaal af op deze beelden als [Datum] ook is ingesteld op [Aan]. De datum wordt afgedrukt in de stijl die in het menu [Datum/ Tijd] is opgegeven (p. 12).

158 156 Afdruk-/verzendinstellingen Afzonderlijke beelden 1 Selecteer [Sel. beeld & aantal]. 1. Druk op de knop. 2. Druk op de knop. 3. Gebruik de knop of om het menu te selecteren. 4. Gebruik de knop of om [Sel. beeld & aantal] te selecteren. 5. Druk op de knop. Door [Wis alle selecties] te selecteren, annuleert u alle afdrukinstellingen. 2 Selecteer de beelden. De selectiemethode is afhankelijk van de instellingen voor Afdruktype (p. 154). Standaard ( ) / Beide ( ) 1. Gebruik de knop of om de Aantal exemplaren beelden te selecteren. 2. Druk op de knop. 3. Gebruik de knop of om het aantal exemplaren (maximaal 99) te selecteren. 4. Druk op de knop. Als de camera op een printer is aangesloten, gaat de knop blauw branden terwijl de beelden worden geselecteerd. Druk nu op de knop en controleer of [Print] is geselecteerd. Wanneer u op de knop FUNC./SET drukt, begint het afdrukken.

159 Afdruk-/verzendinstellingen 157 Index ( ) 1. Gebruik de knop of om de beelden te selecteren. 2. Selecteer of maak de selectie ongedaan met de knop. 3. Druk op de knop. Selectie van indexafdruk U kunt ook foto's selecteren in de indexweergave. Als de camera op een printer is aangesloten, gaat de knop blauw branden terwijl de beelden worden geselecteerd. Druk nu op de knop en controleer of [Print] is geselecteerd. Wanneer u op de knop FUNC./SET drukt, begint het afdrukken. Alle beelden op een geheugenkaart 1 Selecteer [Sel. alle beelden]. 1. Druk op de knop. 2. Druk op de knop. 3. Gebruik de knop of om het menu te selecteren. 4. Gebruik de knop of om [Sel. alle beelden] te selecteren. 5. Druk op de knop. Van elk beeld wordt één afdruk gemaakt. Door [Wis alle selecties] te selecteren, annuleert u alle afdrukinstellingen. Als de camera is aangesloten op een printer, gaat de knop blauw branden. Druk nu op de knop en controleer of [Print] is geselecteerd. Wanneer u op de knop FUNC./SET drukt, begint het afdrukken.

160 158 Afdruk-/verzendinstellingen 2 Selecteer [OK]. 1. Gebruik de knop of om [OK] te selecteren. 2. Druk op de knop. Het afdrukresultaat dat door sommige printers wordt bereikt of door bepaalde fotozaken wordt geleverd, is niet altijd in overeenstemming met de opgegeven afdrukinstellingen. Voor films kunt u geen afdrukinstellingen selecteren. De foto's worden in volgorde van bestandsnummer afgedrukt. U kunt maximaal 998 foto's selecteren. Als [Afdruktype] is ingesteld op [Beide], kan het aantal afdrukken worden ingesteld. Als deze optie is ingesteld op [Index], kan het aantal niet worden ingesteld (er wordt slechts één afdruk gemaakt).

161 Afdruk-/verzendinstellingen 159 De DPOF-verzendinstellingen configureren Met de camera kunt u instellingen voor beelden opgeven voordat u deze naar een computer gaat downloaden. Raadpleeg de Startershandleiding waarin u instructies vindt voor het overbrengen van beelden naar een computer. De instellingen die worden gebruikt op de camera komen overeen met de DPOF-normen. Het pictogram wordt mogelijk weergegeven bij gebruik van een geheugenkaart met verzendinstellingen van een andere DPOFcompatibele camera. Deze instellingen worden overschreven door de instellingen die zijn opgegeven op uw camera. Afzonderlijke beelden 1 Selecteer [volgorde]. 1. Druk op de knop. 2. Druk op de knop. 3. Gebruik in het menu de knop of om [ volgorde] te selecteren. 4. Druk op de knop. 2 Selecteer [Opdracht]. 1. Gebruik de knop of om [Opdracht] te selecteren. 2. Druk op de knop. Door [Herstel] te selecteren, annuleert u alle verzendinstellingen. 3 Selecteer de beelden. Verzendselectie 1. Gebruik de knop of om de beelden te selecteren dat u wilt verzenden. 2. Druk op de knop. U kunt de selectie van de instelling opheffen door nogmaals op de knop FUNC./SET te drukken. U kunt ook foto's selecteren in de indexweergave. 3. Druk verschillende keren op de knop.

162 160 Afdruk-/verzendinstellingen Alle beelden op een geheugenkaart 1 Selecteer [volgorde]. 1. Druk op de knop. 2. Gebruik in het menu de knop of om [ volgorde] te selecteren. 3. Druk op de knop. 2 Selecteer [Markeer]. 1. Gebruik de knop of om [Markeer] te selecteren. 2. Druk op de knop. Door [Herstel] te selecteren, annuleert u alle verzendinstellingen. 3 Selecteer [OK]. 1. Gebruik de knop of om [OK] te selecteren. 2. Druk op de knop. 3. Druk verschillende keren op de knop. De beelden worden in volgorde van bestandsnummer verzonden. U kunt maximaal 998 foto's selecteren.

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV5DA2 8 0

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV5DA2 8 0 Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV5DA2 8 0 Inhoud van de verpakking Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt,

Nadere informatie

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV5TA280

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV5TA280 Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV5TA280 Inhoud van de verpakking Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt, kunt

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. CANON POWERSHOT A650 IS

Uw gebruiksaanwijzing. CANON POWERSHOT A650 IS U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding NEDERLANDS Gebruikershandleiding Aan de slag Meer informatie Overzicht van de onderdelen Basishandelingen Veelgebruikte opnamefuncties Verschillende opnamemethoden Afspelen/wissen Afdruk-/verzendinstellingen

Nadere informatie

NEDERLANDS. Gebruikershandleiding. Aan de Slag pag. 9. Lees de veiligheidsvoorschriften op (pags ).

NEDERLANDS. Gebruikershandleiding. Aan de Slag pag. 9. Lees de veiligheidsvoorschriften op (pags ). NEDERLANDS Gebruikershandleiding Aan de Slag pag. 9 Lees de veiligheidsvoorschriften op (pags. 158 165). De inhoud van het pakket controleren In het pakket zitten de volgende artikelen. Als er iets ontbreekt,

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. CANON POWERSHOT SX110 IS

Uw gebruiksaanwijzing. CANON POWERSHOT SX110 IS U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding NEDERLANDS Gebruikershandleiding Aan de slag p. 7 Lees de voorzorgsmaatregelen zorgvuldig door (pp. 144 149) De inhoud van de verpakking controleren In de verpakking vindt u de volgende items. Als er iets

Nadere informatie

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV3MA280

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV3MA280 Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV3MA280 Inhoud van de verpakking Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt, kunt

Nadere informatie

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV7CA280

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV7CA280 Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV7CA280 Inhoud van de verpakking Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt, kunt

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. CANON POWERSHOT A470

Uw gebruiksaanwijzing. CANON POWERSHOT A470 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NEDERLANDS

Gebruikershandleiding NEDERLANDS Gebruikershandleiding NEDERLANDS De inhoud van de verpakking controleren Controleer of de volgende artikelen in de verpakking van uw camera zitten. Als er iets ontbreekt, neemt u contact op met de winkel

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. CANON POWERSHOT A580

Uw gebruiksaanwijzing. CANON POWERSHOT A580 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

Uitgebreide Gebruikershandleiding

Uitgebreide Gebruikershandleiding NEDERLANDS Voordat u de camera gebruikt Opnamen maken Weergeven/wissen Afdruk-/verzendinstellingen Foto van de PowerShot A640 Beelden weergeven op een televisie Problemen oplossen Berichten Bijlagen Uitgebreide

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. CANON POWERSHOT SX1 IS

Uw gebruiksaanwijzing. CANON POWERSHOT SX1 IS U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV6YA280

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV6YA280 Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV6YA280 Inhoud van de verpakking Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt, kunt

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. CANON DIGITAL IXUS 80 IS

Uw gebruiksaanwijzing. CANON DIGITAL IXUS 80 IS U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV3JA280

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV3JA280 Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV3JA280 Inhoud van de verpakking Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt, kunt

Nadere informatie

Uitgebreide Gebruikershandleiding

Uitgebreide Gebruikershandleiding NEDERLANDS Voordat u de camera gebruikt Opnamen maken Weergeven/wissen Afdruk-/verzendinstellingen Foto van de PowerShot A540 Beelden weergeven op een televisie Problemen oplossen Berichten Bijlagen Uitgebreide

Nadere informatie

2. Monitor schermweergave

2. Monitor schermweergave Gebruikshandleiding 1. Productoverzicht 1 1 DISPLAY-knop 2 Led Aan/Uit-knop 3 MODUS-knop 4 VOEDING-knop 5 MENU-knop 6 OMHOOG-knop 7 SD-kaartsleuf 8 Voeding-LED 9 SLUITER-knop 10 USB-bus 11 AV-bus 12 RECHTS/ZELFONTSP

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. CANON POWERSHOT A630

Uw gebruiksaanwijzing. CANON POWERSHOT A630 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

Uitgebreide Gebruikershandleiding

Uitgebreide Gebruikershandleiding NEDERLANDS Voordat u de camera gebruikt Opnamen maken Weergeven/wissen Afdruk-/verzendopties Beelden weergeven op een televisie De camera aanpassen Problemen oplossen Berichten Bijlagen Uitgebreide Gebruikershandleiding

Nadere informatie

Introductiehandleiding p. 9

Introductiehandleiding p. 9 NEDERLANDS Gebruikershandleiding Introductiehandleiding p. 9 Lees de veiligheidsvoorschriften op (pp. 179 188). De inhoud van het pakket controleren In het pakket zitten de volgende artikelen. Als er iets

Nadere informatie

Uitgebreide Gebruikershandleiding

Uitgebreide Gebruikershandleiding NEDERLANDS Voordat u de camera gebruikt Opnamen maken Weergeven/wissen Afdruk-/verzendinstellingen Problemen oplossen Berichten Bijlagen Uitgebreide Gebruikershandleiding In deze handleiding worden camerafuncties

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NEDERLANDS. Voordat u de camera gebruikt. Opnamen maken. Weergeven/wissen. Afdruk-/verzendopties

Gebruikershandleiding NEDERLANDS. Voordat u de camera gebruikt. Opnamen maken. Weergeven/wissen. Afdruk-/verzendopties NEDERLANDS Voordat u de camera gebruikt Opnamen maken Weergeven/wissen Afdruk-/verzendopties Beelden weergeven op een televisie De camera aanpassen Problemen oplossen Lijst met berichten Uitgebreide Bijlagen

Nadere informatie

Uitgebreide gebruikershandleiding NEDERLANDS. Voordat u de camera gebruikt. Opnamen maken. Weergeven/wissen Afdruk-/ verzendinstellingen

Uitgebreide gebruikershandleiding NEDERLANDS. Voordat u de camera gebruikt. Opnamen maken. Weergeven/wissen Afdruk-/ verzendinstellingen NEDERLANDS Voordat u de camera gebruikt Opnamen maken Weergeven/wissen Afdruk-/ verzendinstellingen De camera aanpassen Problemen oplossen Lijst met berichten Bijlagen Uitgebreide gebruikershandleiding

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. CANON POWERSHOT SX120 IS

Uw gebruiksaanwijzing. CANON POWERSHOT SX120 IS U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

Gebruikershandleiding voor Direct Print

Gebruikershandleiding voor Direct Print Gebruikershandleiding voor Direct Print U hebt zelfs geen computer nodig! U hoeft de camera alleen maar op de printer aan te sluiten en u kunt afdrukken NEDERLANDS Inleiding Het printermodel en het gedeelte

Nadere informatie

Nederlands. Multifunctionele. Digitale camera. Gebruikershandleiding

Nederlands. Multifunctionele. Digitale camera. Gebruikershandleiding Nederlands Multifunctionele Digitale camera Gebruikershandleiding ii INHOUD DE ONDERDELEN IDENTIFICEREN... 1 PICTOGRAMMEN OP HET LCD-SCHERM... 2 VOORBEREIDING... 2 Batterijen laden... 2 De SD/MMC-kaart

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. CANON POWERSHOT A480

Uw gebruiksaanwijzing. CANON POWERSHOT A480 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. Uitgebreide NEDERLANDS. Voordat u de camera gebruikt. Opnamen maken. Afspelen/wissen. Afdruk-/verzendopties

Gebruikershandleiding. Uitgebreide NEDERLANDS. Voordat u de camera gebruikt. Opnamen maken. Afspelen/wissen. Afdruk-/verzendopties NEDERLANDS Uitgebreide Voordat u de camera gebruikt Opnamen maken Afspelen/wissen Afdruk-/verzendopties Beelden weergeven op een televisie De camera aanpassen Problemen oplossen Berichten Bijlage Gebruikershandleiding

Nadere informatie

Handleiding voor printersoftware

Handleiding voor printersoftware Handleiding voor printersoftware (Voor Canon Compact Photo Printer Solution Disk versie 6) Windows 1 Inhoud Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen...3 Lees dit eerst...4 Handleidingen...4 Stappen van het afdrukken...5

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding NEDERLANDS Lees voordat u de camera gebruikt eerst deze handleiding door. Bewaar de handleiding, zodat u deze later nog kunt raadplegen. De inhoud van de verpakking controleren Controleer

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NEDERLANDS. Voordat u de camera gebruikt. Opnamen maken. Afspelen/wissen. Afdruk-/verzendopties

Gebruikershandleiding NEDERLANDS. Voordat u de camera gebruikt. Opnamen maken. Afspelen/wissen. Afdruk-/verzendopties NEDERLANDS Voordat u de camera gebruikt Opnamen maken Afspelen/wissen Afdruk-/verzendopties Beelden weergeven op een televisie De camera aanpassen Problemen oplossen Berichten Uitgebreide Bijlagen Gebruikershandleiding

Nadere informatie

Uitgebreide Gebruikershandleiding NEDERLANDS. Voordat u de camera gebruikt. Opnamen maken. Weergeven/wissen. Afdruk-/verzendinstellingen

Uitgebreide Gebruikershandleiding NEDERLANDS. Voordat u de camera gebruikt. Opnamen maken. Weergeven/wissen. Afdruk-/verzendinstellingen NEDERLANDS Voordat u de camera gebruikt Opnamen maken Weergeven/wissen Afdruk-/verzendinstellingen Problemen oplossen Berichten Bijlagen Uitgebreide Gebruikershandleiding In deze handleiding worden camerafuncties

Nadere informatie

Uitgebreide gebruikershandleiding

Uitgebreide gebruikershandleiding NEDERLANDS Voordat u de camera gebruikt Opnamen maken Afspelen/wissen Afdruk-/ verzendopties De camera aanpassen Problemen oplossen Lijst met berichten Bijlage Uitgebreide gebruikershandleiding In deze

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. CANON POWERSHOT SX200 IS

Uw gebruiksaanwijzing. CANON POWERSHOT SX200 IS U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING CDC300

GEBRUIKERSHANDLEIDING CDC300 GEBRUIKERSHANDLEIDING CDC300 Product overzicht 1. TF kaart sleuf 7. HDMI out poort 12. RESET 2. Omhoog knop 8. OK knop 13. Microfoon 3. Menu knop 9. Modus knop 14. Luidspreker 4. Omlaag knop 10. Vergrendeling

Nadere informatie

Uitgebreide Gebruikershandleiding

Uitgebreide Gebruikershandleiding NEDERLANDS Voordat u de camera gebruikt Opnamen Foto van de PowerShot A460 Opnamen weergeven/ wissen Afdruk-/ verzendinstellingen Problemen oplossen Overzicht van berichten Bijlage Uitgebreide Gebruikershandleiding

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NEDERLANDS. Voordat u de camera gebruikt. Opnamen maken. Afspelen/wissen. Afdruk-/verzendopties

Gebruikershandleiding NEDERLANDS. Voordat u de camera gebruikt. Opnamen maken. Afspelen/wissen. Afdruk-/verzendopties NEDERLANDS Voordat u de camera gebruikt Opnamen maken Afspelen/wissen Afdruk-/verzendopties Beelden weergeven op een televisie De camera aanpassen Problemen oplossen Berichten Uitgebreide Bijlagen Gebruikershandleiding

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NEDERLANDS. Voordat u de camera gebruikt. Opnamen maken. Weergeven/wissen. Afdruk-/verzendopties

Gebruikershandleiding NEDERLANDS. Voordat u de camera gebruikt. Opnamen maken. Weergeven/wissen. Afdruk-/verzendopties NEDERLANDS Voordat u de camera gebruikt Opnamen maken Weergeven/wissen Afdruk-/verzendopties Beelden weergeven op een televisie De camera aanpassen Draadloze verbinding Problemen oplossen Berichten Uitgebreide

Nadere informatie

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SW3PA280

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SW3PA280 Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SW3PA280 Inhoud van de verpakking Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt, kunt

Nadere informatie

gebruikershandleiding NEDERLANDS Voordat u de camera gebruikt Opnamen maken Afspelen/wissen

gebruikershandleiding NEDERLANDS Voordat u de camera gebruikt Opnamen maken Afspelen/wissen NEDERLANDS Voordat u de camera gebruikt Opnamen maken Afspelen/wissen Afdruk-/verzendopties Beelden weergeven op een televisie De camera aanpassen Problemen oplossen Lijst met berichten Uitgebreide Bijlage

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NEDERLANDS. In deze gids worden de camerafuncties en -procedures uitgebreid beschreven. Voordat u de camera in gebruik neemt

Gebruikershandleiding NEDERLANDS. In deze gids worden de camerafuncties en -procedures uitgebreid beschreven. Voordat u de camera in gebruik neemt NEDERLANDS Voordat u de camera in gebruik neemt Opnamen maken Weergeven/wissen Afdruk- en verzendinstellingen Beelden weergeven op een televisie De camera-instellingen aanpassen Problemen oplossen Overzicht

Nadere informatie

VERTROUWD RAKEN MET DE CAMERA. Vooraanzicht. Vooraanzicht. Optio50Multi.book Page 1 Wednesday, March 2, :42 PM

VERTROUWD RAKEN MET DE CAMERA. Vooraanzicht. Vooraanzicht. Optio50Multi.book Page 1 Wednesday, March 2, :42 PM Optio50Multi.book Page 1 Wednesday, March 2, 2005 1:42 PM VERTROUWD RAKEN MET DE CAMERA Vooraanzicht Shutter Ontspanknop release button Flitser Aan/uit-knop Functiekiezer Zelfontspanner-LED Zoeker Microfoon

Nadere informatie

Gebruikshandleiding 1

Gebruikshandleiding 1 Gebruikshandleiding 1 Dank u voor de aanschaf van de GoXtreme WiFi actiecamera. Lees alvorens dit product in gebruik te nemen deze gebruikshandleiding zorgvuldig door om het gebruik te optimaliseren en

Nadere informatie

Nieuwe Functies BL B00

Nieuwe Functies BL B00 Nieuwe Functies Versie 2.00 Functies die zijn toegevoegd of gewijzigd als gevolg van firmware-updates kunnen mogelijk niet langer overeenkomen met de beschrijvingen in de documentatie die is meegeleverd

Nadere informatie

Uitgebreide Gebruikershandleiding

Uitgebreide Gebruikershandleiding NEDERLANDS Voordat u de camera gebruikt Opnamen maken Het programmakeuzewiel gebruiken Geavanceerde opnamefuncties Afspelen/wissen Afdruk-/verzendinstellingen De camera aanpassen Problemen oplossen Lijst

Nadere informatie

Multifunctionele Digitale camera

Multifunctionele Digitale camera Nederlands Multifunctionele Digitale camera Gebruikershandleiding ii Nederlands Gebruikershandleiding voor digitale camera Inhoud DE ONDERDELEN IDENTIFICEREN... 1 PICTOGRAMMEN OP HET LCD-SCHERM... 2 VOORBEREIDING...

Nadere informatie

IRIScan Anywhere 5. Scan anywhere, go paperless! PDF. Mobile scanner & OCR software. for Windows and Mac

IRIScan Anywhere 5. Scan anywhere, go paperless! PDF. Mobile scanner & OCR software. for Windows and Mac IRIScan Anywhere 5 PDF Scan anywhere, go paperless! for Windows and Mac Mobile scanner & OCR software Van start gaan Deze verkorte handleiding helpt u om aan de slag te gaan met de IRIScan TM Anywhere

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NEDERLANDS. Voordat u de camera gebruikt. Opnamen maken. Afspelen/wissen. Afdruk-/verzendopties

Gebruikershandleiding NEDERLANDS. Voordat u de camera gebruikt. Opnamen maken. Afspelen/wissen. Afdruk-/verzendopties NEDERLANDS Voordat u de camera gebruikt Opnamen maken Afspelen/wissen Afdruk-/verzendopties Beelden weergeven op een televisie De camera aanpassen Problemen oplossen Berichten Uitgebreide Bijlagen Gebruikershandleiding

Nadere informatie

Inhoud. Voorbereiding... 2 Batterijen laden... 2 De draagriem vastmaken... 3 De SD/MMC-kaart plaatsen... 3

Inhoud. Voorbereiding... 2 Batterijen laden... 2 De draagriem vastmaken... 3 De SD/MMC-kaart plaatsen... 3 NL De onderdelen identificeren Inhoud Voorbereiding... 2 Batterijen laden... 2 De draagriem vastmaken... 3 De SD/MMC-kaart plaatsen... 3 Camera-instellingen Opnamemodus... 4 knop Resolutie... 4 knop Flitser...

Nadere informatie

Digitale Video. Gebruikershandleiding

Digitale Video. Gebruikershandleiding Digitale Video Gebruikershandleiding Nl 2 Inhoud Aan de slag Kennismaken met uw digitale video... 3 Het paneel gebruiken... 4 Aan-/uitzetten... 5 Modi... 6 Modusschakelaar... 7 Modus Movie Films opnemen...

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing GPS car cam

Gebruiksaanwijzing GPS car cam Gebruiksaanwijzing GPS car cam productomschrijving Dit product is ontwikkeld met de nieuwste wetenschap en technologie om een high- definition camcorder te ontwerpen. Het wordt niet alleen gebruikt als

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Foto van de PowerShot A495 Lees voordat u de camera gebruikt eerst deze handleiding door. Bewaar de handleiding, zodat u deze later nog kunt raadplegen. NEDERLANDS De inhoud van de

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Lees voordat u de camera gebruikt eerst deze handleiding door, met name het gedeelte "Veiligheidsmaatregelen". Zo leert u de camera juist te gebruiken. Bewaar de handleiding goed,

Nadere informatie

DB-2180 Binocular LCD DigiCam Product informatie D E B C

DB-2180 Binocular LCD DigiCam Product informatie D E B C DB-2180 Binocular LCD DigiCam Product informatie F D E L K J A B C G I NL H A: Verrekijker lens (8 x vaste vergroting) B: Digitale camera lens (8 x vaste vergroting) C: Digitale camera focus draaiknop

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. CANON POWERSHOT A1200

Uw gebruiksaanwijzing. CANON POWERSHOT A1200 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

Inhoud. Voorbereiding... 2 Batterijen laden... 2 De draagriem vastmaken... 3 De SD/MMC-kaart plaatsen... 3

Inhoud. Voorbereiding... 2 Batterijen laden... 2 De draagriem vastmaken... 3 De SD/MMC-kaart plaatsen... 3 NL De onderdelen identificeren Inhoud Voorbereiding... 2 Batterijen laden... 2 De draagriem vastmaken... 3 De SD/MMC-kaart plaatsen... 3 Camera-instellingen Opnamemodus... 4 knop Resolutie... 4 knop Flitser...

Nadere informatie

Gebruikershandleiding voor gegevensoverdracht van camera naar camera

Gebruikershandleiding voor gegevensoverdracht van camera naar camera Canon Digitale Camera Gebruikershandleiding voor gegevensoverdracht van camera naar camera Inhoudsopgave Inleiding....................................... Beelden overbrengen via een draadloze verbinding.....

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Lees voordat u de camera gebruikt eerst deze handleiding door, met name het gedeelte Veiligheidsmaatregelen. Bewaar de handleiding goed, zodat u deze later nog kunt raadplegen. NEDERLANDS

Nadere informatie

Boven- en Zijaanzicht

Boven- en Zijaanzicht Snelstartgids Boven- en Zijaanzicht Sluiterknop OLED Scherm Aan/Uit en Modus Knop Aan/Uit en Status LED lampje 1 HDMI Poort Micro SD Kaartsleuf Luidspreker Aan/Uit, Status en Batterij LED lampje 2 Lens

Nadere informatie

Uitgebreide Gebr uiker shandleiding

Uitgebreide Gebr uiker shandleiding NEDERLANDS Voordat u de camera in gebruik neemt Opnamen maken Afspelen/Wissen Afdruk- en verzendinstellingen Opnamen maken/afspelen op een televisie De camera-instellingen aanpassen Problemen oplossen

Nadere informatie

Digital Video. Gebruikershandleiding

Digital Video. Gebruikershandleiding Digital Video Gebruikershandleiding Inhoud Aan de slag Kennismaken met uw Digital Video... 3 Het paneel gebruiken... 5 Voeding... 6 Modi... 7 DV-modus Films opnemen... 11 Video Out... 12 DSC-modus Foto

Nadere informatie

Inleiding. Inhoud van de verpakking. Nederlandse versie. JB000160 Sweex 4.2 Megapixel Digitale Camera

Inleiding. Inhoud van de verpakking. Nederlandse versie. JB000160 Sweex 4.2 Megapixel Digitale Camera JB000160 Sweex 4.2 Megapixel Digitale Camera Inleiding Allereerst hartelijk bedankt voor de aanschaf van deze Sweex 4.2 Megapixel Digitale Camera Voor een juiste werking van deze Sweex 4.2 Megapixel Digitale

Nadere informatie

Uitgebreide Gebruikershandleiding

Uitgebreide Gebruikershandleiding NEDERLANDS Voordat u de camera gebruikt Opnamen maken Weergeven/wissen Afdruk- en verzendinstellingen Beelden weergeven op een televisie Problemen oplossen Berichten Bijlagen Uitgebreide Gebruikershandleiding

Nadere informatie

Uitgebreid Gebruikershandleiding NEDERLANDS. In deze handleiding worden de camerafuncties en het gebruik daarvan in detail beschreven.

Uitgebreid Gebruikershandleiding NEDERLANDS. In deze handleiding worden de camerafuncties en het gebruik daarvan in detail beschreven. NEDERLANDS Voordat u de camera in gebruik neemt Opnamen maken Weergeven/wissen Afdruk- en verzendinstellingen Problemen oplossen Berichten Bijlagen Uitgebreid Gebruikershandleiding In deze handleiding

Nadere informatie

Multifunctionele Digitale camera

Multifunctionele Digitale camera Nederlands Multifunctionele Digitale camera Gebruikershandleiding INHOUD DE ONDERDELEN IDENTIFICEREN... 1 PICTOGRAMMEN OP HET LCD-SCHERM... 2 VOORBEREIDING... 2 Batterijen laden... 2 De SD/MMC-kaart plaatsen...

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING GEBRUIKERSHANDLEIDING Informatie voor de gebruiker: HD (High Definition) en HFR (High Frame Rate) video-opname apparaten, zijn een zware belasting voor geheugenkaarten. Afhankelijk van de gebruikersinstellingen,

Nadere informatie

NEDERLANDS. Gebruikershandleiding

NEDERLANDS. Gebruikershandleiding NEDERLANDS Gebruikershandleiding Begin bij Lees dit eerst (p. 6). Lees ook de Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software] en de Gebruikershandleiding

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding NEDERLANDS Gebruikershandleiding Aan de slag Leer uw camera kennen Overzicht van de onderdelen Basishandelingen Veelgebruikte opnamefuncties Het programmakeuzewiel gebruiken bij het opnemen Geavanceerde

Nadere informatie

NEDERLANDS. Gebruikershandleiding

NEDERLANDS. Gebruikershandleiding NEDERLANDS Gebruikershandleiding Begin bij Lees dit eerst (p. 7). Raadpleeg ook de Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software] en de Gebruikshandleiding

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. CANON POWERSHOT SX20 IS

Uw gebruiksaanwijzing. CANON POWERSHOT SX20 IS U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

Uitgebreide gebruikershandleiding NEDERLANDS. Voordat u de camera gebruikt. Opnamen maken. Afspelen/wissen. Print-/verplaatsinstellingen

Uitgebreide gebruikershandleiding NEDERLANDS. Voordat u de camera gebruikt. Opnamen maken. Afspelen/wissen. Print-/verplaatsinstellingen NEDERLANDS Voordat u de camera gebruikt Opnamen maken Afspelen/wissen Print-/verplaatsinstellingen De camera aanpassen Problemen oplossen Lijst met berichten Bijlage Uitgebreide gebruikershandleiding In

Nadere informatie

NEDERLANDS. Uitgebreide gebruikershandleiding. In deze handleiding worden de camerafuncties en -procedures uitgebreid beschreven.

NEDERLANDS. Uitgebreide gebruikershandleiding. In deze handleiding worden de camerafuncties en -procedures uitgebreid beschreven. NEDERLANDS Uitgebreide gebruikershandleiding In deze handleiding worden de camerafuncties en -procedures uitgebreid beschreven. Informatie over deze handleiding Gebruik van Canon-accessoires wordt aanbevolen.

Nadere informatie

Welkom bij de Picture Package Producer 2. Picture Package Producer 2 starten en afsluiten. Stap 1: Beelden selecteren

Welkom bij de Picture Package Producer 2. Picture Package Producer 2 starten en afsluiten. Stap 1: Beelden selecteren Welkom bij de Picture Package Producer 2 Picture Package Producer 2 starten en afsluiten Stap 1: Beelden selecteren Stap 2: Geselecteerde beelden controleren Stap 3: Voorbereidingen treffen om een korte

Nadere informatie

Aan de slag met de Easi-Speak

Aan de slag met de Easi-Speak Aan de slag met de Easi-Speak Zing de sterren van de hemel of neem interessante interviews af! Door het microfoonontwerp is het product erg aantrekkelijk voor kinderen om te gebruiken. Laat uw leerlingen

Nadere informatie

2015 Multizijn V.O.F 1

2015 Multizijn V.O.F 1 Dank u voor de aanschaf van de gloednieuwe SJ5000 Camera. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de camera gaat gebruiken en wij hopen dat u snel vertrouwd zal zijn met de camera en u veel spannende

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. CANON IXUS 130

Uw gebruiksaanwijzing. CANON IXUS 130 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

2. Uw digitale fotocamera en de computer

2. Uw digitale fotocamera en de computer 67 2. Uw digitale fotocamera en de computer Fotograferen met een digitale fotocamera is vandaag de dag erg populair. Het voordeel van een digitale camera is dat u de foto s direct kunt bekijken op uw camera.

Nadere informatie

Welkom bij de Picture Package Producer 2

Welkom bij de Picture Package Producer 2 Handleiding voor Picture Package Producer2 Welkom bij de Picture Package Producer 2 Welkom bij de Picture Package Producer 2 Picture Package Producer 2 starten en afsluiten Stap 1: Beelden selecteren Stap

Nadere informatie

I. Specificaties. II Toetsen en bediening

I. Specificaties. II Toetsen en bediening I. Specificaties Afmetingen Gewicht Scherm Audioformaat Accu Play time Geheugen 77 52 11mm (W*H*D) 79g 1,3inch OLED-scherm MP3: bitrate 8Kbps-320Kbps WMA: bitrate 5Kbps-384Kbps FLAC:samplingrate 8KHz-48KHz,16bit

Nadere informatie

sweex_jb000040_man_nl 21-09-2004 17:34 Page 1 Nederlandse versie 2

sweex_jb000040_man_nl 21-09-2004 17:34 Page 1 Nederlandse versie 2 sweex_jb000040_man_nl 21-09-2004 17:34 Page 1 Index 2 1 sweex_jb000040_man_nl 21-09-2004 17:34 Page 2 Bovenkant van de Digitale Camera 1. Power Druk gedurende één seconde op de Power-knop om de digitale

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING GEBRUIKERSHANDLEIDING 1. Onderdelen van de camcorder 1: Preview-knop 2: Menuknop 3: LCD-scherm 4: HDMI-aansluiting 5: Moduswiel 6: Vermogen LED 7: Sluiterknop 8: Opladen LED 9: Omhoog/Belichtingsknop 10:

Nadere informatie

DIGITAL DOOR VIEWER GEBRUIKERSHANDLEIDING

DIGITAL DOOR VIEWER GEBRUIKERSHANDLEIDING DIGITAL DOOR VIEWER GEBRUIKERSHANDLEIDING Let op: 1. Lees voor gebruik eerst deze handleiding 2. Demonteer de camera of de hoofdunit niet. 3. Ga zorgvuldig te werk. 4. Wij raden u aan om regelmatig een

Nadere informatie

Easi-Speak gebruiksaanwijzing

Easi-Speak gebruiksaanwijzing Bewaar deze gebruiksaanwijzing voor toekomstig gebruik. Easi-Speak bevat een ingebouwde oplaadbare batterij die niet kan worden vervangen. Probeer de batterij niet te verwijderen. Vermijd dat de Easi-Speak

Nadere informatie

2015 Multizijn V.O.F 1

2015 Multizijn V.O.F 1 Dank u voor de aanschaf van de gloednieuwe SJ5000 Camera. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de camera gaat gebruiken en wij hopen dat u snel vertrouwd zal zijn met de camera en u veel spannende

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding HD Auto Video Recorder Gebruikershandleiding Krijg de beste functies uit uw camcorder Lees de handleiding vóór het gebruik 2.7- inch LTPS TFT LCD HD 720P 120 graden Super Groothoeklens Beste gebruikers:

Nadere informatie

Nederlandse versie. Inleiding. Software installatie. MP502FM / MP504FM Sweex Black Onyx MP4 Player

Nederlandse versie. Inleiding. Software installatie. MP502FM / MP504FM Sweex Black Onyx MP4 Player MP502FM / MP504FM Sweex Black Onyx MP4 Player Inleiding Stel de Sweex Black Onyx MP4 Player niet bloot aan extreme temperaturen. Plaats het apparaat niet in direct zonlicht of in de dichte nabijheid van

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NEDERLANDS

Gebruikershandleiding NEDERLANDS NEDERLANDS Gebruikershandleiding Begin bij Lees dit eerst (p. 6). Raadpleeg tevens de Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software] en de

Nadere informatie

Introductiehandleiding

Introductiehandleiding Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SW5AA281 Inhoud van de verpakking Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt, kunt

Nadere informatie

WAARSCHUWING: STIKGEVAAR: kleine onderdelen. Niet geschikt voor kinderen tot 3 jaar. Waarschuwingen

WAARSCHUWING: STIKGEVAAR: kleine onderdelen. Niet geschikt voor kinderen tot 3 jaar. Waarschuwingen WAARSCHUWING: STIKGEVAAR: kleine onderdelen. Niet geschikt voor kinderen tot 3 jaar. Waarschuwingen Bewaar deze gebruiksaanwijzing voor toekomstig gebruik. Easi-Scope 2 bevat een ingebouwde oplaadbare

Nadere informatie

NEDERLANDS. Gebruikershandleiding

NEDERLANDS. Gebruikershandleiding NEDERLANDS Gebruikershandleiding Begin bij Lees dit eerst (p. 6). Lees ook de Canon Digital Camera Software Starter Guide Disk [Cd Startershandleiding voor Canon Digital Camera-software] en de Gebruikershandleiding

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding NEDERLANDS Lees voordat u de camera gebruikt eerst deze handleiding door. Bewaar de handleiding, zodat u deze later nog kunt raadplegen. De inhoud van de verpakking controleren Controleer

Nadere informatie

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV7AA282

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV7AA282 Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV7AA282 Inhoud van de verpakking Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt, kunt

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Lees voordat u de camera gebruikt eerst deze handleiding door, met name het gedeelte 'Veiligheidsmaatregelen'. Zo leert u de camera juist te gebruiken. Bewaar de handleiding goed,

Nadere informatie

MP300011/MP Sweex MP3 Player 128 MB/256 MB

MP300011/MP Sweex MP3 Player 128 MB/256 MB MP300011/MP300021 Sweex MP3 Player 128 MB/256 MB Voordelen FM Radio FM opname Flash Geheugen Spraakopname - Luister naar uw favoriete radiostation. - Neem tijdens het luisteren uw favoriete song op in

Nadere informatie

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SW5WA280

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SW5WA280 Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SW5WA280 Inhoud van de verpakking Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt, kunt

Nadere informatie

Deze handleiding is bedoeld voor PC-gebruikers met minimaal Pentium CPU (of compatibel) of MAC-gebruikers met minimaal PowerPC.

Deze handleiding is bedoeld voor PC-gebruikers met minimaal Pentium CPU (of compatibel) of MAC-gebruikers met minimaal PowerPC. Verkorte werkwijze eerste gebruik 1. Inleiding (1) 2. Installeren en aktiveren (2) Verwijderen oude drivers (2.1) Installatie onder Windows 98 SE / 2000 (2.2) Aktiveren onder Windows (2.3) Installatie

Nadere informatie

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SW2QA280

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SW2QA280 Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SW2QA280 Inhoud van de verpakking Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt, kunt

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. CANON POWERSHOT S90

Uw gebruiksaanwijzing. CANON POWERSHOT S90 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie