SAMENWERKINGSOVEREENKOMST KINDER(EVANGELISATIE)WERK

Transcriptie

1 SAMENWERKINGSOVEREENKOMST KINDER(EVANGELISATIE)WERK I ONDERGETEKENDEN 1. Platform Hervormd Jeugdwerk in de Protestantse Kerk in Nederland, gevestigd te Waarder, Nederland, in dezen vertegenwoordigd door de voorzitter van het bestuur Ds. D. Breure, hierna te noemen HJW, en 2. Stichting Internationaal Kinder Evangelisatie Genootschap, gevestigd te Apeldoorn, Nederland, in dezen vertegenwoordigd door directeur Ds. J.M. Storm, hierna te noemen IKEG, en 3. Stichting Landelijk Contact Jeugdwerk, gevestigd te Nieuwpoort, Nederland, in dezen vertegenwoordigd door directeur / bestuurder Dhr. C. van Vianen, hierna te noemen LCJ Hierna te noemen Partijen en als volgt nader geduid. Hervormd Jeugdwerk (HJW) is een platform dat op 11 april 2011 is opgericht en zet zich in voor het werk onder jongeren in Hervormde gemeenten binnen de Protestantse Kerk in Nederland. Het HJW vindt het belangrijk dat er (bijbelstudie-)materiaal en toerusting voor jongeren en leidinggevenden is waarin de noodzaak en het geschenk van wedergeboorte, geloof in Jezus Christus en bekering klinken. Ook richt het HJW zich op ontmoetingen voor jongeren in een context die aansluit bij het gezin en de gemeente. We geloven dat God dit wil gebruiken om zielen te redden en Zijn gemeente te bouwen onder een volgende generatie. Samen met vele vrijwilligers werken wij ten behoeve van kinderen, jongeren en hun leidinggevenden. Stichting Internationaal Kinder Evangelisatie Genootschap (IKEG) is sinds 1949 werkzaam in Nederland als onderdeel van CEF (Child Evangelism Fellowship) een organisatie die in ruim 185 landen werkzaam is. CEF is in 1939 gesticht door ds. J. Overholzer, een Nederlander die emigreerde naar Amerika. Het IKEG legt zich erop toe om niet-gelovige kinderen het evangelie te brengen, zodat ze tot bekering en geloof komen, om kinderen die tot geloof zijn gekomen te begeleiden in de grondprincipes van het geloof en ze te begeleiden naar een Bijbelgetrouwe gemeente. Het IKEG is actief in direct kinderwerk, ontwikkeling van kinderevangelisatiemateriaal, toerusting en advies aan kinderwerkers, hulp aan gemeenten en gelovigen, voorbede voor kinderen en werk onder de kinderen. Stichting Landelijk Contact Jeugdwerk (LCJ) is een jongerenorganisatie in de Christelijke Gereformeerde Kerken met hart en zorg voor alle jongeren van de gemeenten. Het LCJ is in 1984 begonnen als vereniging ter ondersteuning van plaatselijke jeugdverenigingen. In de loop der jaren 1

2 heeft het LCJ zich verbreed tot het Landelijk Contact Jeugdwerk (onder andere door de fusering met de Christelijke Gereformeerde Zondagsscholenbond). Vanaf 2013 is het LCJ overgegaan van een vereniging naar een stichting. De organisatie richt zich op jongeren van 0 tot 27 jaar, en op hen die om hen heen staan. We denken daarbij aan ambtsdragers, leidinggevenden en ouders. II NEMEN IN OVERWEGING DAT 1. Partijen naar aanleiding van een gezamenlijk overleg op 7 januari 2014 over nood in kinder(evangelisatie)werk intenties hebben uitgesproken over samenwerking, kennisuitwisseling en toerustingsmogelijkheden; 2. Eén van de strategische doelstellingen van het HJW is Bijbels betrouwbaar materiaal (Statenvertaling / Herziene Statenvertaling), waaronder vakantiebijbelweekmateriaal inzetten binnen de achterban van de PKN-gemeenten als goed en Bijbelgetrouw alternatief voor het huidige HGJB-materiaal. Daarnaast is toerusting gewenst voor kinder(evangelisatie)werkers. 3. Eén van de strategische doelstellingen van IKEG is de continuering van het vertalen van bestaand materiaal en het ontwikkelen van herziene omlijstingen daarbij gericht op de doelgroep 4-6, 7-12 en jaar. Dit materiaal moet gebaseerd zijn op de uitgangspunten, de geloofsverklaring en het vertaalbeleid van het IKEG. Daarnaast is het van belang dat de implementatie van de Herziene Statenvertaling (i.p.v. de NBG- 51) in het huidige en nog te vertalen materiaal wordt gerealiseerd. Verder is er behoefte om de toerustings- en trainingsactiviteiten voor kinder(evangelisatie)werkers binnen de kerken bekendheid te geven, om kinderwerkers en leidinggevenden zodanig op te leiden dat het kinderwerk op een Bijbels verantwoorde manier wordt verricht. 4. Eén van de strategische doelstellingen van het LCJ is invulling geven aan de toenemende vraag naar kinder(evangelisatie)werk in de breedte van de achterban (Statenvertaling / Herziene Statenvertaling). Het toerusten van kinderwerkers vanuit een heldere visieontwikkeling op kind en geloof (separerende element) en de plaats van het kind in de gemeente/eredienst. Het (in samenwerken met derden) ontwikkelen van een leerlijn kinder(evangelisatie)materiaal voor de doelgroep 4 tot 16 jaar wat ingezet kan worden in het club/crèche- en evangelisatiewerk (kinderen/jongeren binnen en buiten de kerk). 5. HJW, IKEG en LCJ zich willen inzetten voor de kinderen binnen en buiten de kerk. Het is hun verlangen dat kinderen tot bekering en geloof komen in de Heere Jezus Christus. Deze gedeelde roeping, zoals verwoord in de Heilige Schrift en de drie formulieren van enigheid, alsmede de geloofsverklaring en uitgangspunten van IKEG binden Partijen samen en geven een breed fundament om principieel samen te werken. 6. Partijen de samenwerking gaan intensiveren door het aangaan van een samenwerkingsovereenkomst teneinde een deel van hun strategische doelen beter te kunnen realiseren. 7. Bedoelde samenwerking tussen Partijen kent daarbij de volgende uitgangspunten: a. De samenwerking geschiedt uitdrukkelijk met behoud van en respect voor elkaars identiteit. b. IKEG als onderdeel van CEF international dient te werken conform het beleid en de richtlijnen van CEF International inzake samenwerking met externe organisaties. De belangrijkste van toepassing zijnde richtlijnen zijn: 2

3 i. De samenwerkende partijen onderschrijven de uitgangspunten en geloofsverklaring van CEF international, zoals verwoord in bijlage 1. Deze bijlage maakt onderdeel uit van deze samenwerkingsovereenkomst. ii. Het intellectuele eigendom en auteursrechten van bestaand en/of herzien IKEG-materiaal is en blijft eigendom van het IKEG, zoals verwoord in CEF translation copyrights and trademark policies. iii. Conform het beleid van CEF blijft het door IKEG verzorgde trainings- en opleidingsprogramma onder de verantwoordelijkheid van IKEG in verband met de waarborging van de kwaliteit en identiteit van de trainingen en opleidingen conform de internationale criteria van CEF. 8. Binnen de kaders van vorenstaande hebben Partijen afspraken gemaakt die zij willen vastleggen in deze overeenkomst. III KOMEN ALS VOLGT OVEREEN 1. Doel samenwerkingsovereenkomst Partijen gaan een samenwerkingsovereenkomst aan, zoals vastgelegd in dit document. Het doel van de overeenkomst is om afspraken vast te leggen zodat door middel van Bijbelgetrouw materiaal kinderen bereikt kunnen worden, zowel rechtstreeks als door toerusting van kinderwerkers, ambtsdragers, opvoeders etc. die om hen heen staan. 2. Reikwijdte 2.1. De reikwijdte van de samenwerking tussen Partijen wordt gevormd door projecten die hierna zijn geformuleerd. i. Het verwoorden van een praktisch heldere Bijbels betrouwbare uitwerking over kind en geloof. Dit ten behoeve van de gemeenten en ter onderbouwing van diensten/materiaal. ii. Het ontwikkelen van een plan van aanpak gebaseerd op uitgangspunten IKEG voor het doel van toerusting gebaseerd op het toerusten van de achterban. iii. Het ontwikkelen van praktische materialen rondom kinderen in de gemeenten en de VBW. iv. Het aanpassen van de bestaande 5-jaarscyclus van IKEG naar Statenvertaling en herziene Statenvertaling. v. Het vertalen en corrigeren van IKEG-materiaal in het Nederlands voor de doelgroep van 4-16 jaar. vi. Het vertalen van de nieuw uit te komen 5-jaarscyclus van IKEG in het Nederlands en naar HSV en SV- versie. vii. Het herzien en ontwikkelen van omlijstingen 1 behorend bij IKEG-materiaal viii. Het onderzoeken van de mogelijkheden om het huidige materiaal in eigentijdse vormgeving uit te geven. ix. Het verzorgen van publiciteit omtrent de samenwerking binnen de achterban van Partijen en voor het bevorderen van het gebruik van toerusting en materialen en het verkrijgen van gelden Partijen kunnen de samenwerkingsovereenkomst verruimen met andere activiteiten of projecten die binnen de samenwerkingsovereenkomst uitgevoerd kunnen worden. Deze activiteiten en projecten worden door Partijen gezamenlijk vastgesteld. Bij vaststelling dienen minimaal de volgende zaken te worden afgewogen: 1 Met omlijstingen worden verwerkingsvormen bedoeld die uitgewerkt worden bij Bijbellessen (bijv. quiz, spelletjes, puzzels, sketches of ander verwerkingsvormen) die de centrale waarheid in de les introduceert of benadrukt. Deze worden + 3

4 a. Activiteiten en projecten moeten passen binnen de kaders van de samenwerkingsovereenkomst. b. Er dienen voldoende financiële middelen beschikbaar of toegezegd te zijn voor deze activiteiten en projecten. 3. Planning 3.1. Deze overeenkomst omvat een periode van ca. 3 jaar, ingaand op de dag van ondertekening van deze overeenkomst en eindigend op 31 december Voorafgaand aan het beëindigen van de overeenkomst wordt door Partijen onderzocht of de samenwerking gecontinueerd 2 wordt. 4. Financiën 4.1. Partijen financieren activiteiten en projecten voortvloeiende uit deze samenwerkingsovereenkomst, zo veel als mogelijk uit fondsen en mogelijke subsidies De herkomst van gelden en de wijze van financiering wordt jaarlijks vastgelegd in een jaarplan De opbrengsten van in gezamenlijkheid ontwikkelde producten komen in evenredigheid ten goede aan Partijen De opbrengsten van verkoop van IKEG-materialen komen ten goede aan IKEG De prijs van producten en diensten zullen worden vastgesteld in overleg. Uitgangspunt is dat ze bij voorkeur onder de huidige marktprijs blijven De opbrengsten van trainingen en opleidingen worden gebruikt ter dekking van de gemaakte kosten hiervoor (o.a. uren en reiskosten van trainers, kosten van opleidingsruimten, apparatuur, gebruikte materialen tijdens trainingen) De voor het doel verworven middelen worden in een gezamenlijk fonds gestort, het fonds wordt beheerd door vertegenwoordigers van de organisaties van de in artikel 5 bedoelde stuurgroep Fondsen worden aangewend voor het doel waarvoor het gedoneerd is. 5. Organisatie en Besturing van de samenwerking De organisatie van de samenwerking van Partijen vindt plaats op twee niveaus die onderling nauw met elkaar samenhangen, te weten het bestuurlijk niveau en het uitvoerend niveau Bestuurlijk niveau Stuurgroep Kinderevangelisatie Ten behoeve van de samenwerking richten Partijen een Stuurgroep Kinderevangelisatie op. a. Alle Partijen hebben in gelijke aantallen zitting in de Stuurgroep. b. Voorzitter en secretaris van de Stuurgroep worden door een van de partijen ingevuld. c. Voor uitbreiding van de Stuurgroep is voorafgaande instemming nodig van al de deelnemende Partijen. Tot de Stuurgroep toetredende derden worden verplicht om partij te worden bij de Samenwerkingsovereenkomst. d. De Stuurgroep wordt ingesteld ten behoeve van de uitvoering van de Samenwerkingsovereenkomst en blijft bestaan tot en met de afronding van de overeenkomst en voor zover noodzakelijk nog na afronding. e. De Stuurgroep komt minimaal twee keer per jaar bij elkaar. f. De Stuurgroep heeft een aantal specifieke taken waaronder: i. vaststellen van uit te voeren activiteiten en projecten, rekening houdend met beleidsprioriteiten van Partijen; ii. toezicht op voortgang geformuleerde activiteiten en projecten; iii. bewaken kaders samenwerking; iv. beoordelen en vaststellen rapportages. 2 Mede in acht genomen de planning voor het verschijnen van de nieuwe 5 jaar cyclus van IKEG. 4

5 v. Informeren van fondsenverstrekkers op kwalitatief, kwantitatief en financieel niveau. g. De Stuurgroep ziet erop toe dat Partijen elkaar informeren over relevante aspecten die de uitvoering van het project raken. h. Besluitvorming vindt plaats op basis van consensus Uitvoerend niveau Projectgroep Kinderevangelisatie Ten behoeve van de uitvoering van activiteiten en projecten wordt een Projectgroep ingesteld die afhankelijk van het onderwerp en de benodigde expertise bestaat uit medewerkers van Partijen. a. De Projectgroep Kinderevangelisatie wordt aangestuurd door de Projectbegeleider, de Projectbegeleider zal voorbereidend en uitvoerend werk van de stuurgroep verrichten. De Projectbegeleider is verantwoordelijk voor: i. de realisatie van de activiteiten en projecten en sturing en coördinatie daaromtrent; ii. informatieverstrekking middels projectplannen en rapportages aan de Stuurgroep en fondsverstrekkers. b. De Projectbegeleider legt verantwoording af aan de Stuurgroep en rapporteert de voortgang op kwalitatief, kwantitatief en financieel niveau Werkwijze De manier waarop Partijen met elkaar willen samenwerken kenmerkt zich door: a. Doelgericht zijn. Activiteiten en projecten zijn gebaseerd op een gezamenlijke visie op God, de mens, materiaal en training en worden daar op beoordeeld. b. Projectmatig zijn. Binnen de samenwerking worden de gezamenlijk te ondernemen activiteiten projectmatig gericht, ingericht en uitgevoerd. c. Resultaatgericht zijn. De samenwerking is gericht op het bereiken van de projectresultaten. Projecten kennen een duidelijk geformuleerd resultaat. De voortgang en de opbrengsten worden in het kader van de geformuleerde te bereiken resultaten beoordeeld. 6. Evaluatie overeenkomst 6.1. Jaarlijks zal de overeenkomst en de resultaten die deze oplevert worden geëvalueerd door de Stuurgroep Voor 1 december 2017 wordt een eindevaluatie gehouden om de resultaten van de samenwerking in kaart te brengen en te waarderen. 7. Informatie uitwisseling 7.1. Partijen verbinden zich over en weer tot absolute vertrouwelijkheid van alle informatie waarvan zij het vertrouwelijke karakter kennen of kunnen vermoeden en die zij in het kader van de uitvoering van dit convenant verkrijgen. Dit behoudens wettelijke verplichtingen tot het verstrekken van informatie. 8. Intellectueel eigendom 8.1. Partijen erkennen elkaars intellectuele eigendomsrechten en zullen deze respecteren Bestaande kennis en de eventueel daarop gevestigde intellectuele eigendomsrechten zijn en blijven eigendom van de partij die deze ter beschikking stelt De intellectuele eigendomsrechten van bestaand en/of vernieuwd IKEG-materiaal zijn en blijven eigendom van IKEG / CEF International Het intellectuele eigendom van in gezamenlijkheid ontwikkelde nieuwe producten in het kader van deze overeenkomst ligt bij Partijen gezamenlijk Na ontbinding van de overeenkomst mogen alle Partijen zich eigenaar noemen van de in het voorgaande lid (8.4) benoemde producten, die in het kader van deze samenwerkingsovereenkomst zijn ontwikkeld. 5

6 9. Beëindiging samenwerking 9.1. De samenwerkingsovereenkomst kan door één van de Partijen worden opgezegd met een opzegtermijn van drie maanden, waarna de overeenkomst zijn werking verliest, indien: a. één van de Partijen als zelfstandig rechtspersoon ophoudt te bestaan, onderdeel gaat vormen van een organisatie of alliantie met consequenties voor de eigenstandige beleids- en besluitvorming. b. blijkt dat één van de Partijen de afspraken, verplichtingen, zoals opgenomen in deze overeenkomst, niet nakomt of kan nakomen. c. er bij één van de Partijen ontwikkelingen plaatsvinden die de geloofsgrondslag of identiteit in gedrang brengt of schadelijk zijn voor de goede naam en faam van de andere Partijen Indien besloten wordt om de samenwerking te beëindigen, zijn Partijen gehouden afspraken te maken over de wijze waarop die beëindiging wordt vormgegeven. Partijen komen de verplichtingen die in het kader van deze overeenkomst zijn aangegaan volledig na dan wel treffen, met goedvinden van alle Partijen, een regeling ter zake Indien één van de Partijen om bovenstaande redenen de samenwerking stopt, is de intentie dat de overige Partijen het project voortzetten. Geoormerkte fondsen worden hiervoor ingezet. Ook de algemene fondsen die toegezegd zijn op dit project kunnen hiervoor gebruikt blijven worden. Gemaakte (geaccordeerde) kosten aan de kant van de scheidende partij dienen afgerekend te worden Fondsen die voor dit doel overblijven worden gebruikt voor het doel dat de fondsverstrekkers beoogd hadden of voor soortgelijke doelen met goedkeuring van de fondsverstrekkers. Andere fondsen worden evenredig verdeeld onder Partijen. 10. Wijziging overeenkomst Wijzigingen in en aanvullingen op deze overeenkomst zijn uitsluitend van kracht indien deze zijn opgenomen in een door Partijen ondertekend aanhangsel bij deze overeenkomst. IV ONDERTEKENING Namens platform Hervormd Jeugdwerk Datum: ds. D. Breure Voorzitter bestuur Namens Stichting Internationaal Kinder Evangelisatie Genootschap Datum: ds. J.M. Storm Directeur Namens stichting Landelijk Contact Jeugdwerk Datum: dhr. C. van Vianen Directeur/bestuurder 6

7 BIJLAGE 1 GELOOFSVERKLARING EN UITGANGSPUNTEN STICHTING IKEG A. GELOOFSVERKLARING IK EG I. We geloven over de Bijbel: A. Dat de gehele Schrift door God is geïnspireerd. Hiermee bedoelen wij dat de gehele Bijbel onfeilbaar is en dat zijn onderwijs en gezag absoluut, verheven en beslissend zijn. De Heilige Geest heeft in oude tijden de heilige mannen geleid in alles wat zij schreven. (2 Tim. 3:16; Deut. 4:2; 2 Petrus 1:21) II. We geloven over God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest: B. Dat God eeuwig bestaat uit drie Personen: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Deze Drie zijn één God en hebben dezelfde natuur, eigenschappen en volmaaktheid. (Rom. 1:20; Mat. 28:19; Deut. 4:35; Joh. 17:5) C. In de persoonlijkheid en Godheid van de Heere Jezus Christus, ontvangen door de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria, waarachtig God en waarachtig Mens. (Joh. 1:1; Joh. 1:14; Joh. 10:30; Mat. 1:20; Luc. 1:30, 31; Fil. 2:5-7; 1 Tim. 3:16; Kol. 1:19) D. In de persoonlijkheid en de Godheid van de Heilige Geest, de Bron en Kracht van elke welgevallige aanbidding en dienst, de onfeilbare Uitlegger van het onfeilbare Woord, Die woont in elke ware gelovige en altijd aanwezig is om te getuigen van Christus; Die ons vervult met Christus en niet met onszelf of onze ervaringen. (Joh. 15:26; Hand. 5:3, 4; Hand. 1:8; Rom. 8:26, 27; 1 Kor. 2:12, 14; Rom. 8:9; 1 Kor. 3:16; 1 Kor. 12:13; Joh. 16:13, 14) III. We geloven over de mens en de zondeval: E. Dat de mens werd geschapen naar Gods evenbeeld, naar Zijn gelijkenis, zoals vermeld in het Woord van God. Maar in de val van de eerste Adam viel de gehele mensheid. Door de zondeval werd niet alleen de morele natuur van de mens ernstig beschadigd, maar hij verloor elk geestelijk leven. Daardoor werd hij dood in zonden en misdaden en onderworpen aan de macht van de duivel. Immers, het denken van het vlees is vijandschap tegen God. Het onderwerpt zich namelijk niet aan de wet van God, want het kan dat ook niet. En zij die in het vlees zijn, kunnen God niet behagen. (Romeinen 8:7, 8). Daarom kan de mens het Koninkrijk van God zien noch binnengaan, tenzij hij wedergeboren is door de Heilige Geest. Want geen enkele poging tot zelfverbetering hoe goed bedoeld ook; geen aangeleerde zedelijkheid hoe hoog ook; geen beschaving hoe aantrekkelijk ook; geen menslievende en liefdadige plannen en verenigingen hoe nuttig ook; geen doop of andere riten hoe ook bediend kan de zondaar ook maar één stapje dichter bij de hemel brengen. Alleen een nieuwe natuur, die van boven is gegeven en een nieuw leven, ingeplant door de Heilige Geest door het Woord van God, is absoluut nodig voor behoud. (Gen. 1:26, 27; Rom. 5:12; Ef. 2:1-3; Joh. 3:3, 6, 7; Titus 3:5) 7

8 IV. We geloven over het verzoenend werk van de Heere Jezus: F. Dat Jezus Christus voor God als Plaatsvervanger van de zondaar is opgetreden en is gestorven als een Zoenoffer voor de zonden van de gehele wereld; dat Hij tot een vloek voor de zondaar werd gemaakt en voor diens zonden stierf, naar de Schriften; dat bekering, gevoelens, geloof, goede voornemens, oprechte pogingen of onderwerping aan de regels van welke kerk dan ook, niets kunnen toevoegen aan de waarde van het kostbare bloed van Christus of aan de verdienste van het volbrachte werk voor ons door Hem, die door de genade van God voor allen de dood zou proeven. (Rom. 5:8; 1 Joh. 2:2; Heb. 2:9; Gal. 3:13; Rom. 4:4, 5; Rom. 3:25; Kol. 1:13, 14, 20, 21) G. In de opstanding van het gekruisigde lichaam van Jezus Christus; dat Zijn lichaam uit de doden werd opgewekt overeenkomstig de Schriften; dat Hij is opgevaren naar de hemel en zit aan de rechterhand van God als Hogepriester van en Voorspraak voor de gelovigen. (Luk. 24:39; Hand. 1:10, 11; Ef. 4:10; Heb. 1:3; 1 Joh. 2:1) H. Dat Christus de volheid van de zegeningen verzekerde door Zijn dood en opstanding, die alleen kan worden verkregen door het geloof, en dat wij op het moment waarop wij ons vertrouwen op Hem als onze Zaligmaker stellen, overgaan vanuit de dood in het eeuwige leven, gerechtvaardigd van alle zonden, aanvaard door de Vader, in de mate waarmee Hij ook Christus heeft aanvaard, bemind, zoals Christus wordt bemind en één gemaakt met Hem. Op het moment van de aanvaarding van Christus als Zaligmaker, komt Hij in de gelovige wonen om Zijn leven van heiligheid en kracht in hem te leven. (Heb. 9:15; Joh. 5:24; Rom. 3:28; Rom. 4:3, 23-25; Ef. 1:3; Joh. 17:23; Gal. 2:20; Gal. 4:6, 7; Gal. 5:16; Hand. 1:8) V. We geloven over de gemeente en de taak van de gelovigen I. Dat de Kerk bestaat uit allen die waarachtig geloven in de Heere Jezus Christus als Redder. Zij is het Lichaam en de Bruid van Christus. Wij geloven dat iedere gelovige, hetzij jood of heiden, is gedoopt in het Lichaam van Christus door de Heilige Geest en dat zij daarom leden van elkaar worden en verantwoordelijk zijn om de eenheid in de Geest te bewaren door de band van de vrede en boven elk sektarisch vooroordeel en kerkelijk fanatisme staan en dat zij elkaar vurig moeten liefhebben met een rein hart. (Ef. 2:19-22; Ef. 1:22, 23; Ef. 5:25-27, 31, 32; 1 Kor. 12:13; Rom. 12: 4, 5; Ef. 4: 1-3; 1 Kor. 1:10) J. Dat allen die geloven in onze Heere Jezus Christus, geroepen zijn tot een leven van afzondering van wereldse en zondige praktijken en zich onthouden van dat amusement en die gewoonten die anderen doen struikelen of schande aan het kruis van Christus brengen. Gelovigen zijn in Christus Jezus geroepen tot goede werken. Laten wij dus, terwijl wij gelegenheid hebben, goeddoen aan allen, maar vooral aan de huisgenoten van het geloof. (Gal. 6:10). (1 Joh. 2:15, 16; Rom. 14:13; Rom. 13:14; 1 Kor. 10:31; Ef. 2:10) K. Dat in de gehele wereld het Evangelie bekend moet worden gemaakt, dat in deze tijd de mooiste opdracht van Gods kinderen is om het Evangelie aan ieder schepsel te verkondigen. Wij geloven daarbij dat specifiek de nadruk moet worden gelegd op het evangeliseren onder kinderen. (Mark 16:15; 2 Kor. 5:18, 19; Mat. 18:14) 8

9 VI. We geloven over de hoop van Gods kinderen L. In de persoonlijke wederkomst van onze Heere en Heiland Jezus Christus, dat de wederkomst van Jezus Christus onze blijde hoop is, waar wij voortdurend naar uitzien. Ons burgerschap is in de hemel, vanwaar wij uitzien naar onze Redder, de Heere Jezus Christus (Fil. 3:20). (Hand. 1:11; 1 Thess. 4:16, 17; Joh. 14:1-3; Titus 2:13; Fil. 3:20, 21) M. Dat de zielen van hen die in de Heere Jezus Christus geloven tot behoud, na het sterven meteen in de nabijheid van Christus zijn en zich bewust zijn van hun zaligheid tot de wederopstanding van het lichaam bij de wederkomst van Christus, wanneer ziel en lichaam herenigd worden en voor eeuwig met Hem in heerlijkheid zijn. (Luk. 23:43; 2 Kor. 5:8; Luk. 16:22, 25; Fil. 1:23; 1 Thess. 4:15-18) VII. We geloven over het lot van de ongelovigen, de satan N. Dat de zielen van de verlorenen na het sterven in rampzaligheid verloren liggen tot het laatste oordeel voor de grote witte troon. Wanneer ziel en lichaam na de wederopstanding worden herenigd, zullen ze worden geworpen in de poel van vuur, dat is de tweede dood. Dezen zullen boeten met een eeuwig verderf, ver van het aangezicht van de Heere en van de heerlijkheid Zijner sterkte (2 Thess. 1:9). (Luk. 16:22, 23, 27, 28; Heb. 9:27; Op. 20:5, 11-15; 2 Thess. 1:7-9) O. In het bestaan en de persoon van de satan, de oude slang, die genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleidt (Op. 12:9) (Ef. 6:11, 12; 1 Pet. 5:8; Op. 20:10) 9

10 B. UITGANGSPUNTEN IKEG IKEG gaat bij de benadering van kinderwerk uit van de volgende vijf grondprincipes: 1. Evangelisatiewerk is volkomen Gods werk Wanneer gerealisereerd wordt dat geestelijk werk Gods werk is, komt er rust en vertrouwen in dat werk (Jona 2:9c; Ef 2:8,9; Joh 6:63). De opdracht is het evangelie op Gods manier, volgens Zijn bevelen uit te voeren. Er is niets wat de mens kan doen om iemand te overtuigen of maar een stap dichter bij God brengen. De mens is volledig van Hem afhankelijk voor vrucht en reactie op het werk. Daarom moet het werk in gehoorzaamheid aan Hem, zoals Hij dat wil en niet naar de behoeften van de wereld, gedaan worden. Gebed is geweldig belangrijk. 2. Het verkondigde Woord van God staat centraal Het Goddelijke Woord moet gezaaid worden. Dit betekent dat er goed zaad moet worden gezaaid. Door het verkondigde Woord van God komt men tot wedergeboorte (1 Petr 1;23; 1 Kor 1:21). De belangrijkste onderdelen van het programma zijn dan ook de Bijbelles en de memorisatie van het Bijbelvers. De gesproken vertelling met gebruik van visuele hulpmiddelen blijft centraal staan en wordt niet vervangen door andere methoden, hoewel die ook als aandachtstrekker en/of verwerking gebruikt kunnen worden. (Rom. 10:17). 3. Geen schaamte voor het evangelie van Jezus Christus Wij leven in een samenleving waarin op het christelijke geloof steeds meer neergekeken wordt. Daarbij ondervinden degenen die dit evangelie willen verkondigen, veel weerstand. Ook staan de meeste mensen niet te wachten op het evangelie. Wij schamen ons niet voor het evangelie van Jezus Christus en belijden dat dit de enige weg tot behoud is. Dit is Hij, Die ons verlossen kan van ons grootste probleem de zonde! Het is niet altijd gemakkelijk om dit standpunt in te nemen. Maar omdat het onze wens en bede is dat kinderen tot geloof komen, laten we ons niet leiden door wat zij leuk vinden, maar geven hun datgene wat ze nodig hebben. Dit is een duidelijke uiteenzetting van de boodschap van verlossing. Dit blijft de grootste en belangrijkste behoefte en nood van ieder mens en beslist ook van de kinderen. 4. Wat is een succesvolle bediening? In geestelijk werk houdt God ons niet verantwoordelijk voor de resultaten, maar wel voor onze toewijding, inzet en HOE we bezig zijn. De Heere God zal nooit zeggen: Goed gedaan, goede en succesvolle slaaf, maar wel Goed gedaan, goede en trouwe slaaf (Mat 25:21). IKEG let vooral op hoe men bezig is, wat verkondigd wordt en of er volhardend gewerkt wordt in het evangelisatiewerk. IKEG richt zich voornamelijk op dieptewerk in de kleine groepen (bijv. Bijbelclubs aan huis) waar het persoonlijke contact gemakkelijker is. God telt het werk niet, maar weegt het. IKEG gelooft dat het werk dat op Gods manier gedaan wordt, door Hem gezegend zal worden en vrucht zal dragen. Dit is niet altijd in getallen te meten. 5. Kinderen kunnen behouden worden IKEG doet dit werk omdat de belangrijkste jaren van iemands leven de kinder- en jeugdjaren zijn. De Heere zegt duidelijk in Zijn Woord dat kinderen ook tot geloof kunnen komen. (Mat 11:25, Ps 78:7, Ps 34:12, Deut 31:12,13) Hoeveel energie wordt er niet gestoken in de hulpverlening aan jonge mensen die in de problemen zijn gekomen door een leven zonder God? Hoeveel van deze ellende kan voorkomen worden, als kinderen de Heere leren kennen zodat ze niet terechtkomen in een leven van drugs, seks, geweld, rebellie enz. Dat is kinderevangelisatie! 10