2040 ( ) Nr. 1 8 mei 2013 ( ) stuk ingediend op. Ontwerp van decreet

Transcriptie

1 stuk ingediend op 2040 ( ) Nr. 1 8 mei 2013 ( ) Ontwerp van decreet tot instemming met het akkoord tussen het Koninkrijk België en Bioversity International, ondertekend te Brussel op 3 december 2012, tot wijziging van het zetelakkoord tussen het Koninkrijk België en het International Plant Genetics Resources Institute, ondertekend te Brussel op 15 oktober 2003 verzendcode: BUI

2 Stuk 2040 ( ) Nr. 1 3 MEMORIE VAN TOELICHTING I. ALGEMENE TOELICHTING: VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN INTERNATIONALE ORGANISATIES Het volkenrecht kent een aantal regimes van voorrechten en immuniteiten, die bedoeld zijn om de autonome uitoefening van de functies van bepaalde categorieën van entiteiten (vreemde staten, internationale organisaties) of personen (diplomatiek en consulair personeel, vreemde staatshoofden, regeringsleiders en ministers van Buitenlandse Zaken, officiële delegaties) te vrijwaren. Deze immuniteiten werden gecodificeerd in een aantal verdragen, waarvan het verdrag inzake het diplomatieke verkeer, opgemaakt in Wenen op 18 april 1961, wellicht het bekendste is. Met Brussel als belangrijk diplomatiek centrum, spreekt het voor zich dat België gaststaat is voor vele internationale organisaties die in ons land hetzij hun hoofdzetel, hetzij een vertegenwoordiging hebben. België is gastheer voor een 100-tal internationale organisaties, waarvan de meeste in Brussel zijn gevestigd. In totaal gaat het om personen met een bijzonder statuut, alle categorieën samen. De Belgische rechtspraak aanvaardt niet dat internationale organisaties louter op basis van het internationale gewoonterecht voorrechten en immuniteiten genieten (Cass. 12 maart 2001, Arabische Liga). Dit betekent dat deze voorrechten en immuniteiten enkel worden toegekend als er een specifiek verdrag over werd gesloten en als dat verdrag ook in werking is getreden, wat betekent dat alle bevoegde parlementen hun instemming moeten hebben betuigd. Het verdrag inzake het diplomatieke verkeer, opgemaakt in Wenen op 18 april 1961, vormt een belangrijke inspiratiebron voor de toekenning van voorrechten en immuniteiten aan organisaties met internationale rechtspersoonlijkheid en hun personeel. De beginselen uit dit verdrag worden op die organisaties analoog toegepast. Ons land houdt daarbij vast aan het algemene beginsel dat de voorrechten en immuniteiten die internationale organisaties en hun personeel genieten, functioneel dienen te zijn: slechts deze voorrechten en immuniteiten worden toegekend die noodzakelijk zijn voor de onafhankelijkheid en de goede werking van de organisatie, eventueel in afwijking van de bestaande regelgeving in België. De volgende standaardregels inzake immuniteit en voorrechten voor internationale organisaties en hun personeel, werden bij intrafederale consensus aangenomen: 1. de officiële gebouwen, het archief en de briefwisseling van de organisatie en haar goederen en activa met betrekking tot de officiële werking genieten de volledige im muniteit van rechtsmacht en van fiscaliteit; 2. deze jurisdictionele immuniteit geldt ook voor het personeel met het diploma tieke statuut; 3. de andere personeelsleden beschikken over een functionele immuniteit van ju risdictie, dit wil zeggen dat zij geen procespartij kunnen zijn met betrekking tot de handelingen ooit gesteld in het kader van de uitoefening van hun functie; 4. het diplomatieke personeel geniet de ruime immuniteit op fiscaal gebied, zoals bepaald in het verdrag inzake het diplomatiek verkeer; 5. de ambtenaren van de organisaties zonder diplomatiek statuut zijn vrijgesteld van alle belastingen op het loon en de vergoedingen mits de organisatie een ei gen belasting heft, alsook van de belasting over de toegevoegde waarde (btw) en de in voerrechten op huisraad en een wagen bij de eerste indiensttreding; 6. er is geen fiscale vrijstelling voor het in België aangeworven personeel.

3 4 Stuk 2040 ( ) Nr. 1 Wat Bioversity International betreft, zijn een aantal van deze standaardregels al opgenomen in het zetelakkoord tussen België en het International Plant Genetics Resources Institute (IPGRI) dat op 15 oktober 2003 werd ondertekend en bij Vlaams decreet van 23 november 2007 werd goedgekeurd, maar dat nog niet internationaal werd geratificeerd en dus nog niet in werking is getreden. Het voorliggende akkoord wijzigt dat zetelakkoord uit II. ALGEMENE TOELICHTING BIJ HET AKKOORD TUSSEN BELGIË EN BIO- VERSITY INTERNATIONAL 1. Bioversity International In 2007 werden het Internationaal Netwerk voor de verbetering van de banaan en de bakbanaan (International Network for the Improvement of Banana and Plantain, INIBAP) en het Internationaal Instituut voor plantgenetische hulpbronnen (International Plant Genetic Resources Institute, IPGRI) door een wijziging van de statuten van IPGRI één en dezelfde organisatie die de naam Bioversity International kreeg. Het doel van de organisatie was het verbeteren van de synergieën tussen de onderzoekscentra. Op 19 september 2008 voerde Bioversity International een statutenwijziging door. Bioversity International is één van de 15 onderzoekscentra die zijn gegroepeerd in het consortium van internationale centra van de Raadgevende Groep voor Internationaal Landbouwonderzoek (Consultative Group on International Agricultural Research, CGIAR). De organisatie is in grote mate gedecentraliseerd. Zij telt zowat 320 stafleden die werkzaam zijn in het hoofdkwartier in het Italiaanse Maccarese en 16 regionale bureaus in Amerika, Azië, Oceanië en het Gebied van de Stille Oceaan, Midden-, West- en Noord-Afrika, Europa en sub-saharaans Afrika. Bioversity International heeft tot doel activiteiten te bevorderen, aan te moedigen, te steunen en te verrichten die de versterking beogen van het behoud en het duurzaam gebruik van biodiversiteit in de landbouw, zijnde de aspecten van biodiversiteit die rechtstreeks en onrechtstreeks bijdragen tot het menselijk welzijn wereldwijd, en met speciale aandacht voor de noden van de ontwikkelingslanden. Bioversity International heeft zes specifieke doelstellingen: mede inspanningen doen om feitenmateriaal te verzamelen over de waarde en het belang van het behoud en het duurzaam gebruik van diversiteit in de landbouw; ontwikkelingslanden helpen om het duurzaam gebruik van biodiversiteit in de landbouw te verwerken in hun beleid en hun strategieën; ontwikkelingslanden helpen om hun behoeften met het oog op het behoud van biodiversiteit in de landbouw te evalueren en aan deze behoeften tegemoet te komen en de verwevenheid tussen het behoud en het duurzaam gebruik van biodiversiteit in de landbouw te versterken; internationale technische en wetenschappelijke samenwerking versterken en aanmoedigen; betere strategieën en technologieën ontwikkelen en bevorderen met het oog op het behoud en duurzaam gebruik van biodiversiteit in de landbouw; internationale informatie over biodiversiteit in de landbouw verstrekken. De kern van het programma van Bioversity International is het tegemoetkomen aan de menselijke noden. Bijzondere aandacht gaat naar de noden van de armen, vooral in de ontwikkelingslanden. De sleutelrol van vrouwen, inheemse en lokale gemeenschappen wordt ten volle erkend. Biodiversiteit in de landbouw is geen doel op zich, maar een noodzakelijke stap om de leefomstandigheden van de mens op duurzame wijze te verbeteren en de milieu-integriteit te waarborgen.

4 Stuk 2040 ( ) Nr. 1 5 In zijn researchagenda stelt Bioversity International twee strategische prioriteiten: de verbetering van het gebruik van biodiversiteit in kleinschalige landbouwprojecten en de verbetering van het behoud en de beschikbaarheid van de diversiteit van planten. Eén van de voornaamste programma s van Bioversity International in België bestaat erin de verbetering van de banaan en de bakbanaan te bevorderen via het beheer van een mondiale in-vitrocollectie van genetische hulpbronnen van bananenplanten en door de financiering van onderzoek in België in verband met de bewaring en het gebruik van genetische hulpbronnen. België is als wereldleider inzake bananenonderzoek, steeds een belangrijke donor geweest van het INIBAP Transit Center (ITC) dat is gevestigd in het Laboratorium voor Tropische Plantenteelt van de KU Leuven. Begin 2011 is het Nationaal Comité Plantgenetische Hulpbronnen opgericht om het beleid inzake plantgenetische hulpbronnen en agrobiodiversiteit in de landbouw te coördineren. De voornaamste taken van het Comité zijn onder meer de afstemming van het beleid tussen de verschillende bevoegde overheidsinstanties, het opstarten en onderhouden van een nationale inventaris van de Belgische collecties van plantgenetisch materiaal en de voorbereiding en rapportering van deelname aan internationale fora zoals Bioversity International. 2. Ontstaan van het akkoord Op 15 oktober 2003 ondertekenden België en het International Plant Genetic Resources Institute (IPGRI) een zetelakkoord. Teneinde een juridische bescherming te bieden aan de collectie die het ITC beheert, wenste het IPGRI met België een zetelakkoord te sluiten waarbij het ITC als Bureau van het IPGRI in België zou worden beschouwd. Het zetelakkoord verduidelijkt een aantal aspecten met betrekking tot de voorrechten en immuniteiten die België toekent met het oog op de goede werking van het Bureau. Artikel 18.1 van het zetelakkoord stelde dat alle personeelsleden van het Bureau genieten van vrijstellingen van belastingen op de salarissen, emolumenten en vergoedingen die door het IPGRI worden uitbetaald, met ingang van de dag waarop deze inkomsten zijn onderworpen aan een belasting ten voordele van bedoelde organisatie, onder voorbehoud dat België het intern belastingstelsel erkent. Het IPGRI beschikte toen niet over een interne inkomstenbelasting wat voor België een voorwaarde was om de personeelsleden van het Bureau vrijstelling van Belgische inkomstenbelasting te kunnen verlenen. Die interne inkomstenbelasting kwam er pas in 2008 door een wijziging van de statuten. Hoewel België internationaal is gebonden door het gewijzigde statuut en bijgevolg de interne belasting moet erkennen, voldoet die belasting niet aan de voorwaarde die België steeds heeft vooropgesteld. Zij moet immers worden ingevoerd door een uitdrukkelijke bepaling in een internationaal verdrag tussen de lidstaten van de betrokken organisatie. De Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën kon de nieuwe interne belasting dan ook niet erkennen als een regelmatige belasting en bijgevolg geen vrijstelling van Belgische inkomstenbelasting toestaan. Om tegemoet te komen aan dit probleem en om de feitelijke situatie er is wel degelijk een reële afhouding op de lonen van de personeelsleden van het Bureau te regulariseren, besliste men door middel van een nieuw akkoord tot wijziging van het zetelakkoord, de voorwaarde van erkenning door België te schrappen (artikelen 4 en 5).

5 6 Stuk 2040 ( ) Nr Samenvatting van de inhoud van het akkoord Het akkoord zorgt voor een vervollediging en een meer nauwkeurige omschrijving van bepaalde fiscale voorrechten die worden toegekend aan Bioversity International. Op die manier wordt het stelsel van voorrechten en immuniteiten gelijkgeschakeld met dat van andere internationale organisaties waarmee België een zetelakkoord heeft gesloten. Men maakte ook van de gelegenheid gebruik om de naam IPGRI te vervangen door Bioversity International (artikelen 1 en 2). Bioversity International neemt in België alle rechten en plichten van het IPGRI over. Aan het Bureau van Bioversity International wordt rechtspersoonlijkheid en rechtsmacht toegekend in België (artikel 3). III. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Het akkoord telt zes artikelen. In de preambule verwijzen de verdragspartijen naar de totstandkoming van Bioversity International, dat de rechtspersoonlijkheid van het IPGRI heeft overgenomen en op 19 september 2008 zijn statuten heeft gewijzigd. De partijen benadrukken dat één van de voornaamste programma s van Bioversity International in België erin bestaat de verbetering van de banaan en de bakbanaan te bevorderen via het beheer van een mondiale in-vitrocollectie van genetische hulpbronnen van bananenplanten en door de financiering van onderzoek rond de bewaring en het gebruik van genetische hulpbronnen. Artikel 1 vervangt in de titel en de tekst van het zetelakkoord van 2003 IPGRI door Bioversity International. Artikel 2 wijzigt IPGRI-bureau in Bureau van Bioversity International (verder het Bureau ). Artikel 3 bepaalt dat Bioversity International in België alle rechten en plichten van het IPGRI overneemt. Aan het Bureau worden rechtspersoonlijkheid en rechtsmacht toegekend. Artikel 4 schrapt in artikel 18, 1, van het zetelakkoord de zinsnede met ingang van de dag waarop deze inkomsten zijn onderworpen aan een belasting ten voordele van bedoelde organisatie, onder voorbehoud dat België het intern belastingstelsel erkent. Artikel 5 verwijdert in artikel 30 van het zetelakkoord de zin Wat de lonen, emolumenten en vergoedingen betreft die zijn onderworpen aan een belasting ten voordele van het IP- GRI, vermeldt deze fiche eveneens het bedrag van deze belasting.. Artikel 6 regelt de inwerkingtreding van het akkoord. Het blijft in werking hetzij voor de duur van het bestaan van Bioversity International, hetzij tot een jaar na de datum waarop een partij heeft aangegeven dat zij het akkoord wil opzeggen. Het akkoord is opgesteld in het Nederlands, het Frans en het Engels. De drie taalversies, die evenwaardig zijn qua rechtsgeldigheid, worden voorgelegd aan de leden van het Vlaams Parlement.

6 Stuk 2040 ( ) Nr. 1 7 IV. PROCEDUREVERLOOP 1. Gemengd karakter en ondertekening van het akkoord In zijn vergadering van 17 juli 2012 legde de Werkgroep Gemengde Verdragen (WGV), adviesorgaan van de ICBB, het gemengde karakter van het akkoord vast. Zowel de federale overheid als de gewesten en de gemeenschappen zijn bevoegd verklaard. Overeenkomstig de beslissing van de ICBB van 9 juli 2008 worden de leden van de ICBB geacht met de in de WGV bereikte consensus in te stemmen, behoudens bezwaar binnen de 30 dagen na de notificatie van het verslag van de WGV. Gelet op de locatie van het bureau op het grondgebied van het Vlaamse Gewest, werd geopteerd voor medeondertekening. De secretaris-generaal van het Departement internationaal Vlaanderen werd hiertoe gemachtigd. 2. Advies van de Strategische Adviesraad internationaal Vlaanderen De SARiV bracht zijn briefadvies uit op 19 december 2012 (kenmerk 2012/33). De Adviesraad verwijst naar eerder uitgebrachte adviezen inzake zetelakkoorden waarin zowel het strategisch belang van de aanwezigheid van internationale instellingen op ons grondgebied, als de nood aan voldoende aantrekkelijke en internationaal competitieve voorwaarden werden aangestipt. De Adviesraad beschouwt dit voorliggend zetelakkoord als een louter pragmatische wijziging van het zetelakkoord uit De SARiV gaat om die redenen akkoord met het voorontwerp van decreet. De Vlaamse Regering sluit zich aan bij deze overwegingen van de SARiV over het belang van de internationale en binnenlandse werking van deze organisatie en haar onderdelen en vandaar het belang van haar officieel erkend Bureau in België. 3. Advies van de Raad van State De Raad van State, afdeling Wetgeving, bracht advies uit op 5 maart 2013, met kenmerk /3. De Raad maakte daarin geen opmerkingen. De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, Kris PEETERS

7 Stuk 2040 ( ) Nr Voorontwerp van decreet tot instemming met het akkoord tussen het Koninkrijk België en Bioversity International, ondertekend te op, tot wijziging van het zetelakkoord tussen het Koninkrijk België en het International Plant Genetics Resources Institute, ondertekend te Brussel op 15 oktober 2003 DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid; Na beraadslaging, BESLUIT: De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid is ermee belast, in naam van de Vlaamse Regering, bij het Vlaams Parlement het ontwerp van decreet in te dienen, waarvan de tekst volgt: Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschaps- en een gewestaangelegenheid. Art. 2. Het akkoord tussen het Koninkrijk België en Bioversity International, ondertekend te op, tot wijziging van het zetelakkoord tussen het Koninkrijk België en het International Plant Genetics Resources Institute, ondertekend te Brussel op 15 oktober 2003, zal volkomen gevolg hebben. Brussel, De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, Kris PEETERS

8 Stuk 2040 ( ) Nr ONTWERP VAN DECREET DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid; Na beraadslaging, BESLUIT: De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid is ermee belast, in naam van de Vlaamse Regering, bij het Vlaams Parlement het ontwerp van decreet in te dienen, waarvan de tekst volgt: Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschaps- en een gewestaangelegenheid. Art. 2. Het akkoord tussen het Koninkrijk België en Bioversity International, ondertekend te Brussel op 3 december 2012 tot wijziging van het zetelakkoord tussen het Koninkrijk België en het International Plant Genetics Resources Institute, ondertekend te Brussel op 15 oktober 2003, zal volkomen gevolg hebben. Brussel, 26 april 2013 De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, Kris PEETERS