Belastingtarieven en verordeningen 2017

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Belastingtarieven en verordeningen 2017"

Transcriptie

1 Belastingtarieven en verordeningen Kaatsheuvel l Loon op Zand l De Moer

2 2

3 Inhoudsopgave 1. Inleiding: 4 2. Leeswijzer 5 3. Samenvatting Verordeningen, tarieventabellen en toelichtingen a. Verordening Reinigingsheffing 9-15 b. Verordening Rioolheffing c. Verordening Vermakelijkheden retributie d. Verordening Marktgelden e. Legesverordening f. Verordening Toeristenbelasting g. Verordening Onroerende-Zaakbelasting h. Verordening Hondenbelasting i. Verordening Reclamebelasting j. Privaatrechtelijke tarieven Blz. 3

4 1. Inleiding De begrotingsvoorstellen van het college zijn op 10 november 2016 door uw raad aangenomen. De voorstellen betreffen onder andere; - We corrigeren jaarlijks OZB-tarieven met het inflatiepercentage. Voor 2017 is dat 0,9 %. Dit is naast de coalitieafspraak van 2013 van een meerjarige verhoging van 1,5% per jaar. - Het tarief voor afvalstoffenheffing is gebaseerd op 100% structurele kostendekkendheid. Om ongewenste fluctuaties in het tarief te voorkomen worden voor- of nadelige saldi verrekend met de voorziening reiniging. - Het tarief voor rioolheffing is gebaseerd op 100% structurele kostendekkendheid. Om ongewenste fluctuaties in het tarief te voorkomen worden voor- of nadelige saldi verrekend met de voorziening reiniging. - De tarieven toeristenbelasting worden verhoogd met 1 %. - Overige leges heffingen en leges worden verhoogd met het inflatiepercentage van 1 % (met uitzondering van de door het rijk bepaalde tarieven voor rijbewijzen en paspoorten). In de begroting 2017 is de paragraaf lokale heffingen opgenomen. Hierin zijn opgenomen de tarieven voor het jaar 2017 inzake de onroerende-zaakbelastingen, afvalstoffenheffing en reinigingsrecht, rioolheffing, hondenbelasting, toeristenbelasting en leges. De in die betreffende paragraaf opgenomen tarieven zijn indicatief. Om de betreffende tarieven te formaliseren, moeten deze opgenomen worden in diverse belastingverordeningen welke door uw raad moeten worden vastgesteld voor het jaar In deze nota treft u de betreffende belastingtarieven en verordeningen aan. 4

5 2. Leeswijzer Van alle heffingen en belastingen zijn de verordening en de bijbehorende toelichting opgenomen. Bij een tweetal heffingen is de bijbehorende tarieventabel opgenomen. In de toelichtingen zijn opgenomen de tarieven 2015, 2016 en

6 3. Samenvatting I. Publiekrechtelijke tarieven a. Retributies: 1. Reinigingsheffingen Onder deze heffingen vallen de reinigingsrechten (voor het ophalen van bedrijfsvuil) en de afvalstoffenheffing (voor het ophalen van huisvuil). De huidige tarieven (2016) per maand zijn als volgt: - afvalstoffenheffing: éénpersoonshuishouden : 12,75; - afvalstoffenheffing: meerpersoonshuishouden : 19,33; - reinigingsrecht bedrijven : 23,39 (inclusief BTW). 2017: Vanuit de begroting 2017 is besloten om de tarieven van 2017 te bevriezen op het niveau van afvalstoffenheffing: éénpersoonshuishouden : 12,75; - afvalstoffenheffing: meerpersoonshuishouden : 19,33; - reinigingsrecht bedrijven : 23,39 (inclusief BTW). 2. Rioolheffingen Deze rechten worden geheven van de gebruiker van een eigendom van waaruit afvalwater direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. Vanuit de begroting blijkt dat voorziening riolering naar verwachting ultimo 2017 een saldo zal hebben van 4,9 miljoen. Ondanks het feit dat door forse investeringen in de komende jaren aan de voorziening bedragen worden onttrokken is het voorstel gedaan om de tarieven voor 2017 op niveau 2016 te handhaven. Het voorstel is gedaan om eventueel na de vaststelling van het nieuwe WRP de tarieven bij de begroting 2018 te heroverwegen. Het tarief rioolheffing (tot een waterverbruik van 250 m³) wordt in verband hiermee gehandhaafd op 20,15 (niveau 2016) per maand. De overige gedifferentieerde tarieven blijven ook gehandhaafd. 3. Vermakelijkhedenretributie In 1999 is in deze gemeente de Vermakelijkhedenretributie 1999 ingevoerd, als vervanging voor het vervallen van toeristenbelasting voor dagrecreatie. De heffingsgrondslag is toen bepaald op ,00. Voor het jaar 2016 was de heffingsgrondslag bepaald op ,-. Voorgesteld wordt deze grondslag voor het jaar 2017 te verhogen met 1 % tot ,-. 4. Marktgelden Voorgesteld wordt deze te verhogen met 1% van 6,40 naar 6,45 per verkoopplaats en een kwartaalabonnement te verhogen van 63,35 naar 64,-. 5. Leges Ten aanzien van de leges kan het navolgende worden medegedeeld: - in zijn algemeenheid worden de tarieven met het inflatiepercentage van 1 % verhoogd; - de maximumtarieven van de paspoorten en de identiteitsbewijzen zijn van Rijkswege vastgesteld. De tarieven worden ingaande 1 januari 2017 van Rijkswege bekend gemaakt; - de leges rijbewijzen zijn eveneens van Rijkswege gemaximeerd. Deze tarieven worden ingaande 1 januari 2017 van Rijkswege aangepast; leges omgevingsvergunningen: deze worden verhoogd met 1 %. 6

7 b. Belastingen: 1. Toeristenbelasting Voor overnachtingen op een vaste standplaats op een camping geldt een forfaitair tarief gebaseerd op een gemiddeld aantal personen en overnachtingen vermenigvuldigd met het tarief. ( Met uitzondering van artikel 6 lid 3 verordening toeristenbelasting ). Tarief per persoon per overnachting: 1,92 in een hotel, in een vakantiewoning 1,44 en voor overige accommodaties 1,10. Voorgesteld wordt de tarieven voor het jaar 2017 te verhogen met 1 % t.o.v tot de bedragen zoals deze hierboven zijn genoemd. 2. Onroerende-zaakbelastingen We corrigeren jaarlijks OZB-tarieven met het inflatiepercentage. Voor 2017 is dat 0,9 %. Dit is naast de coalitieafspraak van 2013 van een meerjarige verhoging van 1,5% per jaar. Kort geleden zijn de hertaxaties in het kader van de Wet WOZ afgerond naar het waardeniveau van 1 januari Deze nieuwe taxaties gaan in per 1 januari 2017 en gelden voor het jaar Woningen: uit de berekening van de hertaxaties is gebleken, dat het totaal van de waarden van woningen in de periode met 2,84 % zijn gestegen. Om de daaruit volgende opbrengstvermeerdering te compenseren, moet het tarief met datzelfde percentage (2,84 %) verlaagd worden. Op basis van het voorgaande betekent dit een daling van het tarief met 0,44%, deze bestaat uit: - 1,5 % Meerjarige verhoging; - 0,9 % inflatie; - -2,84 % in verband met waardestijging. Voorgesteld wordt het tarief eigendom woningen vast te stellen op een percentage van 0,1375 % (van de WOZ-waarde). Niet-woningen: uit de berekening van de hertaxaties is gebleken, dat het totaal van de waarden van niet-woningen in de periode met 2,42 % is gedaald. Op basis van het voorgaande betekent dit een stijging van het tarief met 4,82%, deze bestaat uit: - 1,5 % Meerjarige verhoging; - 0,9 % inflatie; - 2,42 % in verband met waardedaling. Voorgesteld wordt het tarief eigendom niet-woningen vast te stellen op 0,2178 % en het tarief gebruik niet-woning vast te stellen op 0,1748 %. 3. Hondenbelasting We gaan uit van een kleine toename van het aantal honden als in 2016, een meeropbrengst van Daarnaast geldt bij deze heffing ook de afspraak van 100% kostendekkendheid. In de reserve is eind 2015 een bedrag van aanwezig om eventuele hogere lasten mee te verrekenen, het tarief hoeft om die reden niet aangepast te worden. 4. Reclamebelasting Als uitvloeisel van het Sociaal Economisch Beleidsplan zijn voor de gebieden Centrum Kaatsheuvel en Bedrijvenpark Kaatsheuvel ondernemersfondsen gecreëerd. Om de Ondernemersfondsen te financieren is ingaande 1 juli 2013 een reclamebelasting ingevoerd voor de betreffende gebieden. Voor het Centrum Loon op Zand is deze reclamebelasting ingaande 1 januari 2014 ingevoerd. 7

8 In de betreffende belastingverordening zijn minimum- en maximum belastingbedragen en tarieven opgenomen. In verband met de daling van de WOZ-waarden van bedrijfspanden met 2,42 % moet een tariefsverhoging plaatsvinden. Voor de drie gebieden is de reclamebelasting opgenomen in één gezamenlijke Verordening Reclamebelasting De tarieven en de minimum- en maximumbedragen en de tarieven worden als volgt: Centrum Kaatsheuvel: Minimum bedrag : 300,00, maximum bedrag : 1.000,00, het tarief: 0,260 % van de WOZ-waarde; Bedrijvenpark Kaatsheuvel: Minimum bedrag : 300,00, maximum bedrag : 800,00 het tarief: 0,149 % van de WOZ-waarde; Centrum Loon op Zand: : Minimum bedrag : 300,00, maximum bedrag : 600,00, het tarief: 0,277 % van de WOZ-waarde; II. Privaatrechtelijke tarieven Betreft: Tarieven voor het maken van verlaagde inritten. Deze tarieven worden steeds jaarlijks opnieuw vastgesteld. Voor 2016 is dit vastgesteld op 774,00 voor een inrit van maximaal 10 m². Op basis van een gewijzigde kostenberekening wordt voorgesteld het tarief aan te passen tot 793,00. Tarieven voor het maken van rioolaansluitingen. Voor 2017 is het tarief voor het maken van een rioolaansluiting van φ 125 mm 1.313,00, voor een aansluiting van φ 160 mm is het tarief 1.421,00. De tarieven van 2017 blijven gelijk aan die van Tarieven milieustraat en verhuur extra papier- en duobakken. Geadviseerd wordt de huurprijzen van een extra papierbak en duobak te handhaven op het niveau van Verder wordt voorgesteld de tarieven van de milieustraat ook te handhaven op het niveau van

9 Besluit Verordening Reinigingsheffingen Loon op Zand 2017 De raad van de gemeente Loon op Zand; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 8 november 2016, nummer 2016/56; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; b e s l u i t : vast te stellen de navolgende "Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten" (Verordening Reinigingsheffingen Loon op Zand 2017). HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 1 Krachtens deze verordening worden geheven: 1. een afvalstoffenheffing; 2. reinigingsrechten. Artikel 2 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: bedrijfspand: een gebouwd onroerende zaak - of een zelfstandig gebruikt gedeelte ervan - geen perceel zijnde. grof bedrijfsafval: afvalstoffen afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door omvang of hoeveelheid niet in aanmerking komen voor het periodiek inzamelen als bedoeld in artikel 8, tweede lid, onder a en geen autowrak zijnde. grof huisvuil: afvalstoffen afkomstig van particuliere huishoudingen, welke door omvang en hoeveelheid niet in aanmerking komen voor het periodiek inzamelen, als bedoeld in artikel van de Wet milieubeheer. chemisch afval c.q. probleemstoffen: afvalstoffen waarvan het uit milieu-technisch oogpunt niet gewenst is deze in te zamelen bij de huishoudelijke afvalstoffen en het bedrijfsafval. 9

10 HOOFDSTUK II Afvalstoffenheffing Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit 1. Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel van de Wet milieubeheer (Stb.1994, 80). 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen en van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. Artikel 4 Belastingplicht De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen en van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel. Artikel 6 Belastingtijdvak 1. Het belastingtijdvak is in de gevallen waarin de belasting door middel van afrekeningen van Brabant Water N.V. plaatsvindt de verbruiksperiode zoals die voor de betrokken belastingplichtige voor het desbetreffende eigendom geldt. In afwijking daarvan is voor de in artikel 7, derde lid, bedoelde gevallen het belastingtijdvak gelijk aan het gedeelte van de verbruiksperiode waarin heffing plaatsvindt op de in de eerste volzin bedoelde wijze. 2. In andere gevallen dan in het eerste lid bedoeld is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 7 Wijze van heffing 1. De belasting per verbruiksperiode wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Deze kan worden gesteld op de afrekening van Brabant Water N.V. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dagtekening van de afrekening. Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt aangemerkt de voorschotnota of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen. 2. De belasting per kalenderjaar wordt geheven bij wege van aanslag. 3. Belastingplichtige kan uiterlijk tot een maand voor de aanvang van een belastingtijdvak schriftelijk verzoeken de wijze van heffing te wijzigen. Indien het verzoek is gericht op overgang naar heffing bij wege van aanslag, gaat de wijziging in met ingang van het eerstkomende belastingtijdvak voor die wijze van heffing. Indien het verzoek is gericht op overgang naar heffing bij wege van schriftelijke kennisgeving, gaat de wijziging in met ingang van de maand waarin het volgende belastingtijdvak voor heffing bij wege van aanslag zou aanvangen. Artikel 8 Voorlopig gevorderde bedragen Indien het belastingtijdvak een verbruiksperiode is, kunnen na de aanvang van het belastingtijdvak aan de belastingplichtige per kwartaal voorlopig gevorderde bedragen worden opgelegd ter grootte van een factor drie van het overeenkomstig hoofdstuk 1 van de tarieventabel van toepassing zijnde tarief. Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld Indien de belasting bij wege van aanslag wordt geheven, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van het belastingtijdvak, of indien de belastingplicht op een later tijdstip aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht. 10

11 Artikel 10 Termijnen en wijze van betaling 1. Het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag moet worden betaald tegelijk met en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve bedrag van de afrekening van Brabant Water N.V. moet worden betaald. 2. De belasting die wordt geheven bij wege van aanslag moet worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. HOOFDSTUK III Reinigingsrechten Artikel Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten en voor het gebruik van bezittingen, werken en inrichtingen als omschreven in het tweede lid. 2. Het in het eerste lid bedoelde genot van diensten en het gebruik van bezittingen, werken en inrichtingen bestaat uit: a. het periodiek verwijderen van bedrijfsafval van beperkte omvang en hoeveelheid; b. het op verzoek verwijderen van grof bedrijfsafval; c. het in ontvangst nemen en laten verwerken van chemisch afval c.q. probleemstoffen tot een hoeveelheid van 50 kg per jaar. Artikel 12 Belastingplicht De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt. Artikel 13 Maatstaf van heffing en tarief 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de hoofdstukken 2 en 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel. 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt. Artikel 14 Belastingtijdvak 1. Het belastingtijdvak is in de gevallen waarin de heffing door middel van afrekeningen van Brabant Water N.V. plaatsvindt de verbruiksperiode zoals die voor de betrokken belastingplichtige voor het desbetreffende eigendom geldt. In afwijking daarvan is voor de in artikel 16, derde lid, bedoelde gevallen het belastingtijdvak gelijk aan het gedeelte van de verbruiksperiode waarin heffing plaatsvindt op de in de eerste volzin bedoelde wijze. 2. In andere gevallen dan in het eerste lid bedoeld is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 15 Wijze van heffing 1. De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Deze kan worden gesteld op de afrekening van Brabant Water N.V.. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dagtekening van de afrekening. Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt aangemerkt de voorschotnota of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen. 2. Het recht per kalenderjaar wordt geheven bij wege van aanslag. 3. Belastingplichtige kan uiterlijk tot een maand voor de aanvang van een belastingtijdvak schriftelijk verzoeken de wijze van heffing te wijzigen. Indien het verzoek is gericht op overgang naar heffing bij wege van aanslag, gaat de wijziging in met ingang van het eerstkomende belastingtijdvak voor die wijze van heffing. Indien het verzoek is gericht op overgang naar heffing bij wege van schriftelijke kennisgeving, gaat de wijziging in met ingang van de maand waarin het volgende belastingtijdvak voor heffing bij wege van aanslag zou aanvangen. 4. De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. 11

12 Artikel 16 Voorlopig gevorderde bedragen Indien het belastingtijdvak een verbruiksperiode is, kunnen na de aanvang van het belastingtijdvak aan de belastingplichtige per kwartaal voorlopig gevorderde bedragen worden opgelegd ter grootte van een factor drie van het overeenkomstig hoofdstuk 2 van de tarieventabel van toepassing zijnde tarief. Artikel 17 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten Indien de heffing bij wege van aanslag wordt geheven, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van het belastingtijdvak, of indien de belastingplicht op een later tijdstip aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht. Artikel 18 Termijnen en wijze van betaling 1. Het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag van de in artikel 11, eerste lid verschuldigde rechten moet worden betaald tegelijk met en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve bedrag van de afrekening van Brabant Water N.V. moet worden betaald. 2. De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. Artikel 19 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen. Artikel 20 Termijn en wijze van betaling van de overige rechten De op grond van artikel 11, tweede lid onder c, geheven rechten moeten worden betaald: 1. ingeval van uitreiking van de kennisgeving: op het tijdstip van uitreiking; 2. ingeval van toezending van de kennisgeving: binnen 10 dagen na de dagtekening. Artikel 21 Kwijtschelding Bij de invordering van de in artikel 1 onder 1. en 2. genoemde heffingen wordt voor maximaal 75% van het verschuldigde bedrag kwijtschelding verleend. Artikel 22 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen. Artikel 23 Overgangsregeling, inwerkingtreding en citeertitel 1. De "Verordening reinigingsheffingen 2016" van 3 december 2015, wordt ingetrokken met ingang van de betreffende in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Reinigingsheffingen Loon op Zand 2017". 12

13 Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand van 14 december De raad voornoemd, voorzitter, griffier, 13

14 Tarieventabel behorende bij de Verordening Reinigingsheffingen Loon op Zand 2017 Algemeen De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is. Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing De belasting bedraagt per perceel per maand 10, De belasting als bedoeld in onderdeel wordt: Indien het perceel wordt gebruikt door één persoon vermeerderd per maand 2,42 met Indien het perceel wordt gebruikt door twee of meer personen, vermeerderd per maand met 9,00 Hoofdstuk 2 Maatstaven en tarieven reinigingsrechten 2.1 Het recht bedraagt per maand voor het: Periodiek verwijderen van bedrijfsafval van beperkte omvang of hoeveelheid 23,39 Hoofdstuk 3 Maatstaven en tarieven overige reinigingsrechten 3.1 Het recht bedraagt voor: het in ontvangst nemen in het gemeentelijk chemisch afvalstoffendepot van gevaarlijk afval niet zijnde afgewerkte olie indien geen gebruik wordt gemaakt van de in artikel 11, lid 2 onder a verleende dienst per kg het in ontvangst nemen in het gemeentelijk chemisch afvalstoffen depot van gevaarlijk afval zijnde afgewerkte olie indien geen gebruik wordt gemaakt van de in artikel 11, lid 2 onder a verleende dienst per kg 2,30 1,15 Behoort bij raadsbesluit van 14 december 2016, nummer 2016/56. 14

15 TOELICHTING Behorende bij de "Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten (Verordening Reinigingsheffingen Loon op Zand 2017). Tarieven In de primitieve begroting 2017 is uitgegaan van de huidige tarieven. De afvalstoffenheffing bedraagt daarin per maand voor een éénpersoonshuishouden 12,75, voor een meerpersoonshuishouden 19,33 en voor bedrijven 23,39 (inclusief BTW). Het jaarlijks resultaat op het product reiniging, zowel voor- als nadelig, verrekenen we met de voorziening reiniging. In feite is dit een gesloten systeem. De (egalisatie)voorziening reiniging is bedoeld om fluctuaties in de tarieven op te vangen. Voor 2012 en 2013 zijn de tarieven verlaagd en vanaf 2013 constant gehouden. Dit was mogelijk op basis van de stand van de egalisatiereserve die destijds een behoorlijk hoog saldo kende. Op basis van de huidige berekeningen daalt de voorziening eind 2016 tot (na een ontrekking in 2016 van ), maar zal weer gaan toenemen vanaf 2017 bij gelijkblijvende tarieven naar ruim aan het einde van Dit vooral als gevolg van de verwachte daling van de verwerkingskosten. Om die reden stellen we voor de tarieven voor 2017 te bevriezen op het niveau van 2016 om de voorziening wat verder te versterken. Bij gelijkblijvende omstandigheden is het dan mogelijk vanaf 2018 het tarief licht te laten dalen. Voor het definitieve tarief 2017 ontvangt de raad in december een voorstel. Tarief Eenpersoonshuishouden 150,72 153,00 153,00 Meerpersoonshuishouden 227,88 231,96 231,96 Bedrijven 275,76 280,68 280,68 Overige tarieven ophalen grof vuil, etc. De kosten voor het ophalen van grof vuil, huur extra Gft-, restafval- en papierbak en storten milieustraat zijn opgenomen in de Tarievenverordening. Naast een afvalstoffenheffing kan namelijk geen reinigingsrecht geheven worden voor hetzelfde object. Deze kosten worden in verband hiermee langs privaatrechtelijke weg geïnd (onder andere middels huurcontracten). Deze tarieven worden gehandhaafd op het niveau van

16 Besluit Verordening Rioolheffing Loon op Zand 2017 De raad van de gemeente Loon op Zand; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 8 november 2016, nummer 2016/56; gelet op artikel 228a van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de navolgende Verordening op de heffing en de invordering van Rioolheffing (Verordening Rioolheffing 2017). Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: a. perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan; b. gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente; c. verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van het waterbedrijf betrekking heeft; d. water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater, grondwater of oppervlaktewater. Artikel 2 Aard van de belasting Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan: a. de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en b. de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht 1. De belasting wordt geheven van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. 2. Met betrekking tot het gebruikersdeel, wordt als gebruiker aangemerkt: a. degene die naar de omstandigheden beoordeeld het perceel al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt; b. ingeval een gedeelte van een perceel - niet een gedeelte als bedoeld in artikel 4 - voor gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan. Artikel 4 Zelfstandige gedeelten Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt. 16

17 Artikel 5 Vrijstellingen Het recht wordt niet geheven ter zake van: 1. een gebouwd eigendom of een gedeelte daarvan, dat in hoofdzaak wordt gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente, met uitzondering van de gebouwen voor onderwijs; 2. een gebouwd eigendom dat in hoofdzaak is bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningsbijeenkomsten. Artikel 6 Maatstaf van heffing 1. Het recht wordt geheven naar het aantal kubieke meters afvalwater dat vanuit het eigendom wordt afgevoerd. 2. Het aantal kubieke meters afvalwater wordt gesteld op het aantal kubieke meters water dat in de laatste verbruiksperiode naar het eigendom is toegevoerd of is opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend. 3. Indien het tweede lid, eerste volzin, niet kan worden toegepast, wordt, in afwijking van het daar gestelde, het aantal kubieke meters afvalwater gesteld op het aantal kubieke meters water dat in de verbruiksperiode waarop de afrekeningnota van Brabant Water N.V. betrekking heeft, is toegevoerd of is opgepompt. 4. Ingeval gebruik wordt gemaakt van een pompinstallatie, moet die pompinstallatie zijn voorzien van een: a. watermeter, waarvan de hoeveelheid opgepompt water kan worden afgelezen, of b. bedrijfsurenteller, waarvan het aantal uren dat een pompinstallatie met vaste capaciteit in bedrijf is geweest, kan worden afgelezen. De eerste volzin is niet van toepassing indien vaststelling van de hoeveelheid opgepompt water geschiedt op grond van enige andere wettelijke bepaling. 5. De op de voet van het tweede of derde lid berekende hoeveelheid toegevoerd of gepompt water wordt verminderd met de hoeveelheid water die niet als afvalwater is afgevoerd. Artikel 7 Belastingtarieven De heffing als bedoeld in artikel 3, eerste lid bedraagt per maand: 1. a. voor 1 tot en met 250 kubieke meter afvalwater 20,15 b. voor een hoeveelheid afvalwater van 251 kubieke meter tot en met 500 kubieke meter 34,26 c. voor een hoeveelheid afvalwater van 501 kubieke meter tot en met 750 kubieke meter 48,36 d. voor een hoeveelheid afvalwater van 751 kubieke meter tot en met kubieke meter 60,45 e. voor een hoeveelheid afvalwater van kubieke meter tot en met kubieke meter 60,45 vermeerderd met een bedrag van 0,01 per kubieke meter boven de kubieke meter afvalwater f. voor een hoeveelheid afvalwater van kubieke meter en meer wordt het onder e verschuldigde vermeerderd met een bedrag van 0,02 per kubieke meter boven de kubieke meter afvalwater 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid is het tarief, indien het belastingtijdvak gedeelten van kalenderjaren omvat, gelijk aan de som van zoveel twaalfde delen van het voor het desbetreffende kalenderjaar geldende tarief als daarvan kalendermaanden behoren tot het belastingtijdvak. 3. Voor de berekening van de onder e van het eerste lid van dit artikel genoemde opslag dient het verbruik op volle eenheden van 10 kubieke meter naar beneden afgerond te worden. 17

18 Artikel 8 Belastingtijdvak 1. Het belastingtijdvak is in de gevallen waarin de heffing door middel van afrekeningen van Brabant Water N.V. plaatsvindt, de verbruiksperiode zoals die voor de betrokken belastingplichtige voor het desbetreffende perceel geldt. In afwijking daarvan is voor de in artikel 8, derde lid, bedoelde gevallen het belastingtijdvak gelijk aan het gedeelte van de verbruiksperiode waarin heffing plaatsvindt op de in de eerste volzin bedoelde wijze. 2. In andere gevallen dan in het eerste lid bedoeld, is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 9 Wijze van heffing 1. Het recht per verbruiksperiode wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Deze kan worden gesteld op de afrekening van Brabant Water N.V.. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dagtekening van de afrekening. Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt aangemerkt de voorschotnota of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen. 2. Het recht per kalenderjaar wordt geheven bij wege van aanslag. 3. Belastingplichtige kan uiterlijk tot een maand voor de aanvang van een belastingtijdvak schriftelijk verzoeken de wijze van heffing te wijzigen. Indien het verzoek is gericht op overgang naar heffing bij wege van aanslag, gaat de wijziging in met ingang van het eerstkomende belastingtijdvak voor die wijze van heffing. Indien het verzoek is gericht op overgang naar heffing bij wege van schriftelijke kennisgeving, gaat de wijziging in met ingang van de maand waarin het volgende belastingtijdvak voor heffing bij wege van aanslag zou aanvangen. Artikel 10 Voorlopig gevorderde bedragen Indien het belastingtijdvak een verbruiksperiode is, kunnen na de aanvang van het belastingtijdvak aan de belastingplichtige per kwartaal voorlopig gevorderde bedragen worden opgelegd ter grootte van een factor 3 van het overeenkomstig artikel 7 van toepassing zijnde tarief. Artikel 11 Ontstaan van de belastingschuld Indien het recht bij wege van aanslag wordt geheven, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van het belastingtijdvak, of indien de belastingplicht op een later tijdstip aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht. Artikel 12 Termijnen en wijze van betaling Het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag moet worden betaald tegelijk met en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve bedrag van de afrekening van Brabant Water N.V. moet worden betaald. De belasting die wordt geheven bij wege van aanslag moet worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolheffing. Artikel 14 Kwijtschelding Bij de invordering van de heffing als bedoeld in artikel 2 wordt voor maximaal 75% van het verschuldigde bedrag kwijtschelding verleend. 18

19 Artikel 15 Overgangsregeling, inwerkingtreding en citeertitel 1. De "Verordening rioolheffing 2016" van 3 december 2015, wordt ingetrokken met ingang van de betreffende in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Rioolheffing 2017". 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand van 14 december De raad voornoemd, voorzitter, griffier, 19

20 TOELICHTING Behorende bij de "Verordening op de heffing en invordering van Rioolheffing 2017 (Verordening Rioolheffing 2017). Algemeen Eind 2010 is het Water- en rioleringsplan Loon op Zand vastgesteld. We constateerden toen dat de rioolheffingen de komende jaren met 5% per jaar moeten stijgen om het kostendekkende niveau te bereiken. In de tariefstelling tot en met 2016 is hiermee rekening gehouden. Bij de tariefberekening werd ook rekening gehouden met een jaarlijkse bijdrage vanuit de bruteringsreserve van rond per jaar. Bij de jaarrekening 2015 is door de accountant vastgesteld dat deze bijdrage niet in overeenstemming is met de voorschriften (BBV). In 2016 is dit gecorrigeerd en is de bruteringsreserve voor het onderdeel riolering (een bedrag van 1,1 miljoen) via het resultaat toegevoegd aan de voorziening riolering. De jaarlijkse bijdrage is daarmee vervallen. Gevolg is tevens dat de voorziening naar verwachting ultimo 2017 een saldo zal hebben van 4,9 miljoen. Ondanks het feit dat door forse investeringen in de komende jaren aan de voorziening bedragen worden onttrokken wordt voorgesteld om de tarieven voor 2017 op niveau 2016 te handhaven. Na de vaststelling van het nieuwe WRP kunnen tarieven bij de begroting 2018 eventueel meerjarig heroverwogen worden. Het tarief rioolheffing 2017 wordt in verband hiermee gehandhaafd op 241,80. Om een betere aansluiting te krijgen met de afrekenwijze van het waterleidingbedrijf dat voor de gemeente de heffingen incasseert, zijn de tarieven ingaande 2002 opgenomen als maandbedragen. Het maandtarief voor een verbruik tot 250 m³ komt hiermee op 20,15. Tarief Minimumtarief (tot 230,28 241,80 241,80 250m3) 20

21 Besluit Verordening Vermakelijkhedenretributie 2017 De raad van de gemeente Loon op Zand; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 8 november 2016, nummer 2016/56; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de navolgende verordening Verordening op de heffing en de invordering van een Vermakelijkhedenretributie (Verordening Vermakelijkhedenretributie 2017) Artikel 1 Begripsomschrijving Voor de toepassing van deze verordening wordt onder een vermakelijkheid verstaan: een activiteit, waarbij wordt beoogd of mede beoogd het publiek amusement, verstrooiing, ontspanning of vermaak te verschaffen, of waarbij het publiek dit amusement, deze verstrooiing, deze ontspanning of dit vermaak zoekt, ondergaat, vindt, pleegt te vinden of kan vinden, een en ander in of op daartoe bestemde of geschikte voor een ieder na betaling toegankelijke inrichtingen, terreinen, wateren, etc. Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit Onder de naam vermakelijkhedenretributie worden geheven rechten ter zake van het geven van vermakelijkheden, waarbij gebruik wordt gemaakt van door of met medewerking van het gemeentebestuur tot stand gebrachte of in stand gehouden voorzieningen of waarbij een bijzondere voorziening in de vorm van toezicht of anderszins van de zijde van het gemeentebestuur wordt getroffen. Artikel 3 Belastingplicht Belastingplichtig is degene die de vermakelijkheid geeft, dan wel degene voor wiens rekening en risico de vermakelijkheid gegeven wordt. Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief 1. De grondslag voor de heffing van de vermakelijkhedenretributie is het aantal betalende bezoekers van de in de artikelen 1 en 2 bedoelde vermakelijkheden. 2. Het tarief bedraagt 0,13 per betalende bezoeker met een maximum van ,00. Artikel 5 Het belastingtijdvak Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 6 Wijze van heffing De rechten worden bij aanslag geheven. Artikel 7 Termijnen van betaling 1. De belastingaanslagen moeten worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. 2. In afwijking van het eerste lid moeten voorlopige aanslagen worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingtijdvak overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste twee bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet / de 21

22 kennisgeving en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 3. Een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de belastingaanslag. Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de vermakelijkhedenretributie. Artikel 9 Kwijtschelding Bij de invordering van de vermakelijkhedenretributie wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 10 Overgangsregeling, inwerkingtreding en citeertitel 1. De Verordening Vermakelijkhedenretributie 2016 van 3 december 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari Deze verordening wordt aangehaald als Verordening Vermakelijkhedenretributie 2017". Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand van 14 december De raad voornoemd, voorzitter, griffier, 22

23 TOELICHTING Behorende bij de "Verordening Vermakelijkhedenretributie 2017" Tarief 2017 Deze is in 1999 ingevoerd als vervanging voor de toeristenbelasting op dagrecreatie. De heffingsgrondslag is toen bepaald op Het bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd, waarbij indexatie in 2013 eenmalig achterwege is gebleven. Voor 2017 is rekening gehouden met een aanpassing van 1% ten opzichte van Tarief , , ,- 23

24 Besluit Verordening Marktgelden 2017 De raad van de gemeente Loon op Zand; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 8 november 2016, nummer 2016/56; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de navolgende Verordening op de heffing en invordering van marktgelden (Verordening marktgelden 2017) Artikel 1 Belastbaar feit Onder de naam marktgeld worden rechten geheven voor het hebben van standplaatsen, als bedoeld in artikel 1 van de Marktverordening, op het, voor het houden van de wekelijkse warenmarkt, aangewezen terrein. Artikel 2 Belastingplicht Belastingplichtig is degene die een standplaats op de markt inneemt, dan wel degene aan wie een standplaats is toegewezen. Artikel 3 Maatstaf van heffing en tarief 1. Het marktgeld als bedoeld in artikel 1 wordt geheven naar de lengte van de verkoopplaats en bedraagt per dag of gedeelte van een dag per 4 strekkende meter 6, Ter zake van het afsluiten van een abonnement voor een periode van een kwartaal bedraagt het recht per 4 strekkende meters 64,-. 3. Ten aanzien van de in de leden 1 en 2 van dit artikel genoemde eenheid van 4 strekkende meters geldt, dat een gedeelte van een eenheid van 4 strekkende meters geldt voor een gehele eenheid van 4 strekkende meters. Artikel 4 Wijze van heffing; tijdstip van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 wordt: a. Het marktgeld per kwartaal geheven bij wege van schriftelijke kennisgeving en moet worden voldaan binnen dertig dagen na de dagtekening van de kennisgeving. b. Het marktgeld per dag of gedeelte daarvan geheven bij wege van schriftelijke kennisgeving en moet worden voldaan op het moment van uitreiken van de kennisgeving. 2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de eerste lid gestelde termijnen. 24

25 Artikel 5 Kwijtschelding Bij de invordering van het marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 6 Nadere Regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de marktgelden. Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De Verordening marktgelden 2016 van 3 december 2015 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari Deze verordening wordt aangehaald als Verordening marktgelden Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand van 14 december De raad voornoemd, voorzitter, griffier, 25

26 TOELICHTING Behorende bij de "Verordening marktgelden 2017" Voor de marktgelden "weekmarkt" is uitgegaan van het volgend aantal standplaatsen: 30 vaste standplaatsen (abonnement) : 71 kramen a 4 m¹ Voorgesteld wordt de marktgelden te verhogen met het inflatiepercentage van 1 % tot 6,45. Tarief Per verkoopplaats 6,35 6,40 6,45 kwartaalabonnement 62,75 63,35 64,- 26

27 Besluit Legesverordening 2017 De raad van de gemeente Loon op Zand; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 8 november 2016, nummer 2016/56; gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet; b e s l u i t : vast te stellen de navolgende Verordening op de heffing en invordering van leges (Legesverordening 2017). Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: 1. 'dag': de periode van uur tot uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt; 2. 'week': een aaneengesloten periode van zeven dagen; 3. 'maand': het tijdvak dat loopt van n e dag in een kalendermaand tot en met de (n-1) e dag in de volgende kalendermaand; 4. 'jaar': het tijdvak dat loopt van de n e dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1) e dag in het volgende kalenderjaar; 5. 'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december. Artikel 2 Belastbaar feit Onder de naam "leges" worden rechten voor: a. het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten; b. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet; een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel. Artikel 3 Belastingplicht Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht. Artikel 4 Zakelijke vrijstellingen De in deze verordening genoemde leges worden, voor zover daarin niet reeds op andere plaatsen van deze verordening is voorzien, niet geheven voor: 1. het afgeven van bewijzen van onvermogen; 2. het afgeven van stukken, nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden of loon; 3. het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften en bezwaarschriften ter zake van plaatselijke belastingen; 4. de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, 27

28 dan wel verhoging hiervan, betrekkelijk enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente; 5. de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een verzoek om subsidie uit de gemeentekas; 6. de vergunningen, bedoeld onder van de Tarieventabel, die na tevoren reeds verleend, doch ingetrokken of vervallen zijn, andermaal verleend worden en de vergunningen, bedoeld in die nummers welke dienen ter vervanging van dezelfde doch voor een bepaalde proeftijd verleende vergunningen, een en ander indien geen uitbreiding of verandering van de oorspronkelijke aanvrage heeft plaatsgehad en evenmin terugbetaling ter zake op grond van het nummer is geschied, noch de begroting van kosten, bedoeld in nummer wegens stijging der bouwkosten is verhoogd, in welk geval de leges naar de nieuwe kostenbegroting worden berekend onder verrekening van de reeds betaalde leges; 7. diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald; 8. diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wabo; Artikel 4A Vrijstellingen vrijwilligersorganisaties Vrijwilligersorganisaties zijn vrijgesteld van de gemeentelijke leges indien aan de onderstaande criteria wordt voldaan: 1. het dient een vrijwilligersorganisatie uit de gemeente Loon op Zand te zijn volgens de definitie vrijwilligersorganisaties; 2. het dient betrekking te hebben op een evenement van niet-commerciële aard, dat wil zeggen niet gebaseerd op het maken van winst. Eventuele inkomsten dienen ten goede te komen aan de eigen organisatie of een goed doel en de organisatie dient aan te geven waar deze opbrengsten voor worden ingezet; 3. het evenement moet toegankelijk zijn voor tenminste de gehele lokale gemeenschap, tenzij er sprake is van een evenement dat specifiek gericht is op fondsenwerving voor een goed doel; 4. het evenement moet daadwerkelijk plaatsvinden, tenzij het evenement buiten de invloedsfeer van de organisatie afgelast moet worden; 5. in geval van een buurtgerichte activiteit, dient het een vrijwilligersorganisatie te betreffen die een activiteit organiseert volgens de definitie van een buurtgerichte activiteit; Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarieven 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet. 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt. Artikel 6 Wijze van heffing De leges worden geheven bij wege van een mondeling, dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt. 28

29 Artikel 7 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6: a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving; b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 10 dagen na de dagtekening van de kennisgeving. 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen. Artikel 8 Kwijtschelding Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet Artikel 9 Vermindering of teruggaaf Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling. Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening in de loop van het kalenderjaar, indien de wijzigingen: 1. van zuiver redactionele aard zijn; 2. een tariefsverlaging betreffen; 3. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde Rijksregelgeving die in de loop van dat kalenderjaar in werking treedt en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft: a. onderdeel (akten burgerlijke stand); b. hoofdstuk 2 (reisdocumenten); c. hoofdstuk 3 (rijbewijzen); d. onderdeel (verklaring omtrent het gedrag); e. hoofdstuk 11 (kansspelen). Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges. Artikel 12 Overgangsrecht 1. De artikelen en tarieventabel van de Legesverordening 2016 van 3 december 2015, vervallen met ingang 1 januari 2017, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten: a. die zich voor die datum hebben voorgedaan; 2. b. indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, a. opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt. 2. De op artikel 10 van de in het eerste lid genoemde verordening gebaseerde regels van het college worden geacht mede gebaseerd te zijn op artikel 11 van deze verordening. Artikel 13 Inwerkingtreding 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari

30 Artikel 14 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand van 14 december De raad voornoemd, voorzitter, griffier, 30

31 Tabel 2017 Titel 1 Algemene Dienstverlening Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op: het Gemeentehuis: a. dinsdag (niet zijnde feestdagen) om 9.30 uur (op grond van artikel 4 van de Wet rechten burgerlijke stand) b. van maandag tot en met vrijdag (niet zijnde feestdagen) van uur tot en met uur c. op zaterdag en zondag en feestdagen en van maandag tot en met vrijdag van uur tot uur andere locaties dan het Gemeentehuis: kosteloos 360,00 554,00 a. van maandag tot en met vrijdag (niet zijnde feestdagen) van uur tot uur 554,00 b. van maandag tot en met vrijdag van uur tot uur en op zaterdag tot 721, uur c. op zaterdag na uur en op zon- en feestdagen 721,00 Indien de huwelijksvoltrekking of de registratie van het partnerschap geannuleerd wordt, bedragen de leges: Getuigen: Voor het van gemeentewege beschikbaar stellen van getuigen bij huwelijksvoltrekking c.q. registeren van partnerschap bedragen de leges per getuige Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: 50,00 33, een trouwboekje of partnerschapboekje in een normale uitvoering 26, een duplicaat van een boekje als onder bedoeld 26, een trouwboekje of partnerschapboekje in een luxe uitvoering 53, een duplicaat van een boekje als onder bedoeld 53, Het tarief voor een eenmalige benoeming van een bijzondere ambtenaar van de burgerlijke stand (BABS) bedraagt 50, Het tarief bedraagt voor het doen van nasporingen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier 20, Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. Hoofdstuk 2 Reisdocumenten 1.2. Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: van een nationaal paspoort: voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is 64, voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet 51,40 heeft bereikt van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel (zakenpaspoort): voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is 64, voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet 51,40 heeft bereikt 31

32 1.2.3 van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is 64, voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen: van een Nederlandse identiteitskaart: 51,40 51, voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is 50, voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt Voor een spoedlevering van de in de onderdelen tot en met genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van 28,60 47,50 Hoofdstuk 3 Rijbewijzen Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs 38, Het tarief genoemd in onderdeel wordt bij een spoedlevering vermeerderd met 34,10 Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van onderdeel 1.4.3, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: tot het ad hoc verstrekken van gegevens aan afnemers, per verstrekking 3, tot het verstrekken van een afschrift uit de basisregistratie personen, per verstrekking 10, tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar: voor 100 verstrekkingen 67, voor 500 verstrekkingen 300, voor verstrekkingen 540, voor verstrekkingen 2.027, voor verstrekkingen 3.042, Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier 20,00 Hoofdstuk 5 Bestuursstukken Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: een afschrift van de Programmabegroting 25, een afschrift van de Kadernota 15, een afschrift van het Collegeprogramma 10, een afschrift van de Bestuursrapportage I en II 10, een afschrift van de Nota reserves en voorzieningen 15, een afschrift van de Programmarekening 20, een afschrift van het MPG 15,00 32

33 1.5.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van rapporten, nota's en andere boekwerken over het gemeentelijk beleid of onderdelen daarvan met een inhoud van: pagina's, per stuk 10, pagina's, per stuk 15, pagina's, per stuk 20, pagina's, per stuk 25, pagina's of meer, per stuk 25,00 vermeerderd met 0,10 per pagina boven de 200 pagina's Hoofdstuk 6 Vastgoedinformatie Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: tot het verstrekken van een fotokopie of lichtdruk van een kaart, tekening, plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, structuurplan in formaat A4 of kleiner, per bladzijde op papier 7,00 in formaat A4 of kleiner, per bladzijde op papier in formaat A3 7, in formaat A2 8, in formaat A1 11, formaat groter dan A1 13, het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen 10, tot het verstrekken van gegevens uit de Gemeentelijke Kadastrale Balie per object 7, tot het verstrekken van de verleende omgevingsvergunning op papier : 20,00 vermeerderd met pagina's, per stuk in formaat A4 in zwart-wit 10, pagina's, per stuk in formaat A4 in zwart-wit 15, pagina's, per stuk in formaat A4 in zwart-wit 20, pagina's, per stuk in formaat A4 in zwart-wit 25, pagina's of meer, per stuk in formaat A4 in zwart-wit 25,00 vermeerderd met 0,10 per pagina boven de 200 pagina's pagina's, per stuk in formaat A4 in kleur 15, pagina's, per stuk in formaat A4 in kleur 20, pagina's, per stuk in formaat A4 in kleur 25, pagina's, per stuk in formaat A4 in kleur 30, pagina's of meer, per stuk in formaat A4 in kleur 30,00 vermeerderd met 0,15 per pagina boven de 200 pagina's zwart-witplot in formaat A3 1, zwart-wit plot in formaat A2 2, zwart-witplot in formaat A1 2, zwart-witplot in formaat groter dan A1 4, kleurenplot in formaat A3 13, kleurenplot in formaat A2 16, kleurenplot in formaat A1 22, kleurenplot in formaat groter dan A1 25,00 33

34 Hoofdstuk 7 Overige publiekszaken tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag 41, tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening of foto 9, tot controle op echtheid documenten 9,10 Hoofdstuk 8 Gemeentearchief Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina 0, Voor het door of vanwege de gemeente doen van nasporing in, eventueel gevolgd door het geven van één of meer inlichtingen uit het oud en nieuw archief van de gemeente of statistisch documentatiemateriaal van de gemeente, ongeacht het resultaat van die nasporing, één en ander voor zover deze diensten niet met name in tabellen behorende bij deze verordening, of in een andere belastingverordening van deze gemeente, dan wel in andere rechtsregels zijn genoemd, voor elk daaraan te besteden kwartier of een gedeelte daarvan 16,20 Hoofdstuk 9 Leegstandwet 1.9 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag : tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet 100,00 100,00 Hoofstuk 10 Marktstandplaatsen/ventvergunningen 1.10 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: het verkrijgen van een vergunning tot het in de gemeente venten, of tot het hebben van een standplaats met een commercieel doel op een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen plaats (artikel 5:15 en 5:18 van de APV Loon op Zand 2012): a. geldig voor bepaalde tijd 74, b. geldig voor onbepaalde tijd 123,00 Hoofdstuk 11 Kansspelen Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: voor een periode van twaalf maanden voor één speelautomaat 56, voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer speelautomaten,voor de eerste speelautomaat 56,50 en voor iedere volgende speelautomaat 34, voor één speelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd voor twee of meer speelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste speelautomaat 226,50 226,50 en voor iedere volgende speelautomaat 136, Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) 49,00 34

35 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de kansspelen (prijsvraagvergunning) 342,00 Hoofdstuk 12 Telecommunicatie, aanleg kabels, leidingen Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet per locatie voor een ononderbroken trace tot een lengte van 25 meter 66, Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een instemmingsbesluit voor een ononderbroken tracé van 25 meter tot 100 meter 402, het tarief genoemd onder wordt voor een trace met een lengte vanaf 100 meter verhoogd met de kosten voor het uitvoeren van administratieve werkzaamheden, waarvoor een tarief geldt van 2,14 per strekkende meter sleuf tot een maximum van 2.996,00 Hoofdstuk 13 Verkeer en vervoer 1.13 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 7.1 van het Voertuigreglement 31,00 Hoofdstuk 14 Diversen Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: per pagina op papier van A4-formaat per pagina op papier van een ander formaat 0,50 2, een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen 49, stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina 0,50 Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: aanlegkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; bouwkosten: 35

36 de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, exclusief omzetbelasting. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; raming bouwkosten: De raming van de bouwkosten wordt vastgesteld door of namens het college van burgemeester en wethouders aan de hand van de op het moment van aanvraag geldende uitgave van Bim media Bv Taxatieboekjes (Her)bouwkosten Woningen, Agrarische gebouwen en Bedrijfspanden, op basis van de door de aanvrager van de vergunning overgelegde tekeningen en bestekken. Voor wat betreft de definitie van bouwkosten wordt verwezen naar de omschrijving in voornoemde uitgaven van Bim Media Bv Indien het bouwwerk waarvoor vergunning wordt gevraagd, voor wat betreft aard en/of daarin voorkomende constructie(s) niet voorkomt in voornoemde uitgaven van Bim Media Bv, worden de bouwkosten door of namens het college van burgemeester en wethouders vastgesteld aan de hand van de door de aanvrager van de vergunning overgelegde begroting van de bouwkosten, tekeningen en bestekken sloopkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting,, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag 2.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: tot het houden van vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is nihil tot het beoordelen van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning: nihil % van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld. Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning 36

37 2.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd Bouwactiviteiten Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: indien de bouwkosten minder bedragen dan ,00 : 3,00 % van die bouwkosten met een minimum van 48, indien de bouwkosten of meer bedragen, doch minder dan ,00 vermeerderd met: 2,33% van het bedrag waarmee de bouwkosten te boven gaan indien de bouwkosten of meer bedragen, doch minder dan ,00 vermeerderd met: 1,63% van het bedrag waarmee de bouwkosten te boven gaan indien de bouwkosten of meer bedragen, doch minder dan ,00 vermeerderd met: 1,03% van het bedrag waarmee de bouwkosten te boven gaan indien de bouwkosten of meer bedragen 3.995,00 vermeerderd met: 0,91% waarmee de bouwkosten te boven gaan Beoordeling bodemrapport Onverminderd het bepaalde in onderdeel bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport 49,00 Verplicht advies agrarische commissie Onverminderd het bepaalde in onderdeel bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie wordt beoordeeld: 798, Aanlegactiviteiten Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: 100,00 Beoordeling bodemrapport Onderdeel vindt overeenkomstige toepassing met betrekking tot de in onderdeel bedoelde aanvraag, tenzij onderdeel zelf toepassing vindt. 37

38 2.3.3 Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouw- of aanlegactiviteit Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit of een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de onderdelen en 2.3.2: 348, indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (binnenplanse afwijking): 401, indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (buitenplanse afwijking) en de kosten niet kunnen worden verhaald ex artikel 6.12 Wro bedraagt het tarief: 3.999,00 Onverminderd het bepaalde in wordt het tarief, indien tegen de betreffende aanvraag zienswijzen zijn ingediend, verhoogd met een bedrag blijkende uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld indien met toepassing van artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo voor een bepaalde termijn van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (tijdelijke afwijking, bedraagt het tarief: indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (buitenplanse kleine afwijking): Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouw- of aanlegactiviteit Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit of een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk b, van de Wabo, bedraagt het tarief: 401,00 401, indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (binnenplanse afwijking): 250, indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (buitenplanse kleine afwijking): 401, indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (buitenplanse afwijking)en de kosten niet verhaald kunnen worden ex artikel 6.12 Wro: 3.999,00 Onverminderd het bepaalde in wordt het tarief, indien tegen de betreffende aanvraag zienswijzen zijn ingediend, verhoogd met een bedrag blijkende uit een begroting die in overleg met de aanvrager wordt opgesteld indien met toepassing van artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo voor een bepaalde termijn van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (tijdelijke afwijking) In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: 401,00 Categorie 1, van 0 t/m 100 m2 493,00 38

39 Categorie 2 van 101 t/m 500 m 2 350,- + 1,48 m² Categorie 3 van 501 t/m m ,61 m² Categorie 4 van t/m m ,12 m² Categorie 5 van t/m m ,03 m² Categorie 6 meer dan m ,01 m² Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening 2015 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10 van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een provinciaal of gemeentelijk monument 702, voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een provinciaal of gemeentelijk monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: 292, Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: 190, indien bij de aanvraag een sloopveiligheidsplan ingediend moet worden, wordt het bedrag verhoogd met 64, voor de afgifte van een bewijs van ontvangst, als bedoeld in artikel 8.2.2, lid 6 van de bouwverordening bedragen de leges 47,00 Beoordeling bodemrapport Onderdeel vindt overeenkomstige toepassing met betrekking tot de in de onderdelen of bedoelde aanvraag, tenzij de onderdelen of zelf toepassing vinden Aanleggen of veranderen weg Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: 100,00 39

40 2.3.9 Uitweg/inrit Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: 62, Kappen Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2 van de Bomenverordening Loon op Zand 2009 een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: 13, Opslag van roerende zaken Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening, een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo: 98, indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo: 98, Omgevingsvergunning in twee fasen Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft Beoordeling archeologisch bodemrapport Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: Voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport, als het betreft de beoordeling van een Programma van Eisen inzake archeologisch (voor)onderzoek, overeenkomstig het Protocol opstellen Programma van Eisen, Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie de beoordeling van een Plan van Aanpak inzake archeologisch (voor)onderzoek 250,00 100,00 40

41 de beoordeling van rapporten die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek, ex artikel 39 lid 2, 40 lid 1 van de Monumentenwet 100, Advies Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld Indien een begroting als bedoeld in is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken Verklaring van geen bedenkingen Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld Indien een begroting als bedoeld in is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: Onverminderd het bepaalde in onderdeel bedraagt het tarief, indien een advies bij de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB) wordt aangevraagd over een bedrijf dat valt onder de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij(BZV), zoals bedoeld in de Verordening Ruimte, om te beoordelen of het bouwplan voldoet aan de eisen die gelden voor de BZV 1.280,00 Hoofdstuk 4 Publicatie Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien voor de omgevingsvergunning een publicatie moet plaatsvinden per publicatie: 31,00 Hoofdstuk 5 Teruggaaf Teruggaaf als gevolg van intrekking of buiten behandeling stelling van de aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten 41

42 Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, of als de gemeente de aanvraag buiten behandeling heeft gesteld, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 1 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. 50% 25% Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, of weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: 50% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges Verrekening Indien binnen 3 maanden nadat een aanvraag schriftelijk is ingetrokken en er voor dezelfde bouwwerkzaamheden een nieuwe aanvraag wordt ingediend, worden de reeds geheven leges verrekend. Hoofdstuk 6 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project 2.6 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project, de tarieven zoals die voor dat onderdeel zijn opgenomen met een minimum van: 48,00 Hoofdstuk 7 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening 3.999, Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening. Waarbij opgemerkt moet worden dat de herziening niet aangemerkt kan worden als een project op basis van Besluit ruimtelijke ordening ,00 Hoofdstuk 8 Sloopmelding 2.8 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding als bedoeld in artikel van de Bouwverordening nihil Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking 42

43 2.9 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: 49,00 Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn Hoofdstuk 1 Horeca Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet of een vergunning voor een inrichting op grond van artikel 2:28 van de APV Loon op Zand 2012 a. met 1 leidinggevende 636,00 b. met meer dan 1 leidingevende voor iedere volgende leidinggevende 74, Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet 244, Wijziging leidinggevende op het aanhangsel behorend bij de drank- en horecavergunning op grond van artikel 30a van de Drank-en Horecawet 74, Doorhalen van een leidinggevende op het aanhangsel behorend bij de drank- en horecavergunning op grond van artikel 30a van de Drank- en Horecawet 25, Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet voor een inrichting a. voor bepaalde tijd 74,00 b. voor onbepaalde tijd 121, Het tarief bedraagt voor het afwijken van de voorschriften of een ontheffing van de voorschriften voor para commerciele inrichtingen 87, Als het beslissen op een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Drank- en Horecawet vooraf is gegaan door een publicatieprocedure in een of meer dag- of nieuwsbladen, worden de onder vermelde leges verhoogd met 31,00 Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de APV Loon op Zand 2012 en of een evenement als bedoeld in artikel 17 van de "Duinverordening gemeente Loon op Zand" a. Klein evenement tot 250 bezoekers en/of deelnemers 196,00 b. Grootschalig evenement vanaf 250 bezoekers en/of deelnemers of evenement dat meer dan 1 dag duurt 392, Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de A.P.V. 392, Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een ontheffing van het verbod om in de open lucht geluidhinder te veroorzaken (artikel 4:6 van de APV Loon op Zand 2012.en of artikel 10 van de "Duinverordening gemeente Loon op Zand") 74, Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing van het verbod in de open lucht aan te leggen, te stoken of te hebben (artikel 5.:34 van de APV Loon op Zand 2012 en of artikel 11 van de "Duinverordening gemeente Loon op Zand") 98,00 Hoofdstuk 2A Teruggaaf Teruggaaf als gevolg van buiten behandeling stelling van de aanvraag zoals genoemd in de Hoofdstukken 2 en 3 43

44 Als de gemeente de aanvraag buiten behandeling heeft gesteld, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. 50% Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven 3.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de APV Loon op Zand anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3: voor een seksinrichting 984, wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting, als bedoeld in artikel 3:15 van de APV Loon op Zand 2012;: 74,00 Hoofdstuk 4 Kinderopvang 3.4 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: het in exploitatie nemen van een kindercentrum; kinderopvang of buitenschoolse opvang, of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45 en 1.46 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. 369, het bieden van een voorziening voor gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45 en 1.46 van de Wet kinderopvang en kwaliteisteisen peuterspeelzalen. 252,00 Hoofdstuk 5 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking 3.5 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking 49,00 Behorend bij raadsbesluit van 14 december 2016, nummer 2016/56. De griffier van de gemeente Loon op Zand, 44

45 TOELICHTING Behorende bij de Legesverordening 2017 Thans geldt de "Legesverordening 2016, deze is door u vastgesteld op 3 december Op basis van eerder door de gemeenteraad geformuleerde uitgangspunten worden de tarieven in zijn algemeenheid met het inflatiepercentage van 1 % verhoogd. Paspoorten De maximale tarieven van de paspoorten worden ingaande 1 januari 2017 van Rijkswege verhoogd naar 64,70. De leges identiteitskaarten worden ingaande 1 januari 2017 van Rijkswege ook verhoogd naar 50,60. Leges vergunningen De leges voor vergunningen worden met 1 % verhoogd. Leges rijbewijzen Het legesbedrag bestaat uit een gemeentelijk deel en een Rijkscomponent. Voor het jaar 2017 is het legesbedrag voor een rijbewijs gemaximeerd tot een bedrag van 38,40. Van Rijkswege worden deze leges ingaande 1 januari 2017 aangepast. Leges omgevingsvergunning. Voorgesteld wordt de leges omgevingsvergunning te verhogen met 1 %. Leges huwelijken Geadviseerd wordt de leges huwelijken te verhogen met 1 %. Leges verstrekkingen BRP De leges afschriften BRP worden verhoogd met 1 %. Leges Kinderopvang De leges Kinderopvang zijn herberekend en komen uit op respectievelijk 369,- en 252,- Opbrengsten legeskosten dienstverlening begroting 2017 Vanaf 1994 mogen de retributies, waaronder leges, niet meer dan kostendekkend zijn. Dit betekent echter niet, dat elk tarief op zijn kostendekkendheid wordt beoordeeld. Het ene tarief mag dus meer dan kostendekkend zijn en het andere minder dan kostendekkend, mits de totaal in de verordening opgenomen tarieven in zijn geheel niet meer dan kostendekkend zijn. Ingaande 28 december 2009 is de Europese Dienstenrichtlijn in werking getreden. Eén van de gevolgen voor de leges is, dat de leges van de Drank- en Horecavergunningen en de Evenementenvergunningen elk afzonderlijk niet meer dan kostendekkend mogen zijn. 45

46 Besluit Verordening Toeristenbelasting 2017 De raad van de gemeente Loon op Zand; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 8 november 2016, nummer 2016/56; gelet op artikel 224 van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de navolgende verordening Verordening op de heffing en invordering van Toeristenbelasting (Verordening toeristenbelasting 2017). Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: 1. vakantie-onderkomens: woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden; 2. mobiele kampeeronderkomens : tenten, vouwwagens, kampeerauto s, caravan s en soortgelijke onderkomens dan wel enig ander onderkomen of voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf; 3. niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, nietzijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden; 4. vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen, vakantieonderkomen of stacaravan; 5. jaarplaats: een vaste standplaats die 7-12 maanden beschikbaar is; 6. seizoenplaats: een vaste standplaats die 3-7 maanden beschikbaar is in de periode tot 1 november; 7. voorseizoenplaats: een vaste standplaats die maximaal 3 maanden beschikbaar is in de periode tot 1 juli. Artikel 2 Belastbaar feit Ter zake van het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven, wordt onder de naam toeristenbelasting een directe belasting geheven. 46

47 Artikel 3 Belastingplicht 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen. 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel Als er met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt. Artikel 4 Vrijstellingen De belasting wordt niet geheven voor het verblijf: 1. Van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen; 2. Van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers. Artikel 5 Maatstaf van heffing De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten. Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing 1. Voor mobiele kampeeronderkomens op vaste standplaatsen kan het aantal overnachtingen op een bij aangifte gedaan verzoek van de belastingplichtige forfaitair worden vastgesteld. 2. Bij de forfaitaire berekening voor mobiele kampeeronderkomens op vaste standplaatsen wordt per standplaats: a. het aantal overnachtende personen gesteld op: - jaarplaatsen 2,9 - seizoenplaatsen 2,91 - voorseizoenplaatsen 2,86 b. het aantal nachten is vastgesteld op: - jaarplaatsen 40,22 - seizoenplaatsen 44,19 - voorseizoenplaatsen 23,29 3. De forfaitaire berekeningswijze van de heffingsmaatstaven zoals bedoeld in de vorige leden kan alleen worden toegepast ingeval van recreatief verblijf door één en hetzelfde gezin. Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt, dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekende aantal. Artikel 8 Belastingtarief Het tarief bedraagt per overnachting op/in: a. Een hotel 1,92 b. Vakantie-onderkomen 1,44 c. Overige accommodaties 1,10 47

48 Artikel 9 Belastingjaar Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 10 Wijze van heffing De belasting wordt bij wege van aanslag geheven. Artikel 11 Aanslaggrens Gen belastingaanslag wordt opgelegd als het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, tijdens het belastingjaar minder dan tien zal of heeft belopen. Artikel 12 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de voorlopige aanslagen worden ingevorderd in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand twee maanden volgend op de maand die in de dagtekening van de aanslag is vermeld, en de tweede vijf maanden later. 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de overige aanslagen betaald worden in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later. 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen. Artikel 13 Kwijtschelding Bij invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend Artikel 14 Aanmeldingsplicht De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231 tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet. Artikel 15 Registratieplicht 1. De belastingplichtige, bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden verblijfhoudenden te registeren in een daarvoor bestemd en door de gemeente verstrekt nachtverblijfregister. 2. Het college van burgemeester en wethouders stelt genoemd nachtverblijfregister kosteloos beschikbaar. 3. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven omtrent de inrichting en gebruik van het nachtverblijfregister. Artikel 16 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de toeristenbelasting. 48

49 Artikel 17 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De Verordening toeristenbelasting 2016 van 3 december 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari Deze verordening wordt aangehaald als Verordening toeristenbelasting Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand van 14 december De raad voornoemd, voorzitter, griffier, 49

50 TOELICHTING Behorende bij de "Verordening toeristenbelasting 2017" Tarief 2017 De tarieven toeristenbelasting worden voor het jaar 2017 verhoogd met het inflatiepercentage van 1 %. Voor overnachtingen op een vaste standplaats op een camping geldt een forfaitair tarief gebaseerd op een gemiddeld aantal personen en overnachtingen vermenigvuldigd met het tarief. ( Met uitzondering van artikel 6 lid 3 verordening toeristenbelasting ).De gehanteerde aantallen worden periodiek onderzocht op actualiteit voor een zojuist mogelijke bepaling van het tarief. Tarief Hotels 1,88 1,90 1,92 Recreatiewoningen 1,42 1,43 1,44 Overige accommodaties 1,08 1,09 1,10 Jaarplaats (caravans) 125,97 127,14 128,41 Seizoenplaats (caravans) 138,88 140,17 141,57 Voorseizoenplaats (caravans) 71,94 72,60 73,32 50

51 Besluit Verordening Onroerende-Zaakbelastingen 2017 De raad van de gemeente Loon op Zand; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 8 november 2016, nummer 2016/56; gelet op de artikelen 220 tot en met 220 h van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de navolgende Verordening op de heffing en de invordering van onroerendezaakbelastingen (Verordening onroerende-zaakbelastingen 2017) Artikel 1 Belastingplicht 1. Onder de naam 'onroerende-zaakbelastingen' worden ter zake van binnen de gemeente gelegen onroerende zaken twee directe belastingen geheven: a. een gebruikersbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt, verder te noemen: gebruikersbelasting; b. een eigenarenbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar van een onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, verder te noemen: eigenarenbelasting. 2. Bij de gebruikersbelasting wordt: a. gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven; b. het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld. 3. Met betrekking tot de eigenarenbelasting wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is. Artikel 2 Belastingobject 1. Als onroerende zaak wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken. 2. Een onroerende zaak dient in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning, dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden. 51

52 Artikel 3 Maatstaf van heffing 1. De heffingsmaatstaf is de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde voor het kalenderjaar bedoeld in artikel Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken. Artikel 4 Vrijstellingen 1. In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet reeds is geschied bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van: a. ten behoeve van de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken; b. glasopstanden, die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond; c. onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning; d. één of meer onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928, met uitzondering van de daarop voorkomende gebouwde eigendommen; e. natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stellen, beheerd worden; f. openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken; g. waterverdedigings- en waterbeheersingwerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning; h. werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning; i. werktuigen die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken. j. straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen; k. plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning; l. begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria, met uitzondering van onroerende zaken die dienen als woning. 2. In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de gebruikersbelasting buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen, dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden. 52

53 Artikel 5 Belastingtarieven 1. Het tarief van de belasting bedraagt een percentage van de heffingsmaatstaf. Het percentage bedraagt voor: a. de gebruikersbelasting 0,1748% b. bij de eigenarenbelasting 1. voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen 0,1375%; 2. voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 0,2178%. 2. Voor belastingbedragen tot 10,00 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen onroerende-zaakbelastingen of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag. Artikel 6 Wijze van heffing De belastingen worden bij wege van aanslag geheven. Artikel 7 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later. 2. Indien de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de bankof girorekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, geldt in afwijking van het eerste lid dat de aanslagen moeten worden betaald in zes gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen een maand later. 3. In afwijking van het tweede lid geldt dat, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen onroerende-zaakbelastingen of andere heffingen minder is dan 40,00 of meer dan 2.500,00 de betaalwijze zoals in het eerste lid is geregeld van kracht is. 4. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag. 5. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onroerende-zaakbelastingen. Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De Verordening onroerende-zaakbelastingen 2016 van 3 december 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari Deze verordening wordt aangehaald als Verordening Onroerende-Zaakbelastingen

54 Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand van 14 december De raad voornoemd, voorzitter, griffier, 54

55 TOELICHTING Behorende bij de "Verordening Onroerende-Zaakbelastingen 2017". 1. Herwaardering 2016 In dit jaar 2016 hebben de taxatiewerkzaamheden voor de herwaardering in het kader van de Wet WOZ (Waardering onroerende Zaken) plaatsgevonden. Van alle onroerende zaken zijn, voor een groot deel langs geautomatiseerde weg, de waarden bepaald naar het waardeniveau per 1 januari Deze nieuwe waarden gelden voor het jaar 2017 en moeten worden gehanteerd bij de heffingsgrondslag voor de onroerende-zaakbelastingen Woningen: gebleken is, dat de totale waarde van de woningen tussen de waardepeildata 1 januari 2015 en 1 januari 2016 met 2,84 % is gestegen. Niet-woningen: de totale waarde van de niet-woningen tussen de waardepeildata 1 januari 2015 en 1 januari 2016 is met 2,42 % gedaald. 2. Tarief Woningen: uit de berekening van de hertaxaties is gebleken, dat het totaal van de waarden van woningen in de periode met 2,84 % zijn gestegen. Om de daaruit volgende opbrengstvermeerdering te compenseren, moet het tarief met datzelfde percentage (2,84 %) verlaagd worden. Op basis van het voorgaande betekent dit een daling van het tarief met 0,44%, deze bestaat uit: - 1,5 % Meerjarige verhoging; - 0,9 % inflatie; - -2,84 % in verband met waardestijging. Voorgesteld wordt het tarief eigendom woningen vast te stellen op een percentage van 0,1375 % (van de WOZ-waarde). Niet-woningen: uit de berekening van de hertaxaties is gebleken, dat het totaal van de waarden van niet-woningen in de periode met 2,42 % is gedaald. Op basis van het voorgaande betekent dit een stijging van het tarief met 4,82%, deze bestaat uit: - 1,5 % Meerjarige verhoging; - 0,9 % inflatie; - 2,42 % in verband met waardedaling. Voorgesteld wordt het tarief eigendom niet-woningen vast te stellen op 0,2178 % en het tarief gebruik niet-woning vast te stellen op 0,1748 %. Tarief 2014 % WOZ waarde 2015 % WOZ-waarde 2016 % WOZ-waarde 2017 % Woz waarde Woningen: Eigenaar 0,1263 0,1367 0,1381 0,1375 Gebruiker Totaal 0,1263 0,1367 0,1381 0,1375 Niet-Woningen Eigenaar 0,1836 0,1969 0,2077 0,2178 Gebruiker 0,1473 0,1580 0,1667 0,1748 Totaal 0,3309 0,3549 0,3744 0,

56 Besluit Verordening Hondenbelasting 2017 De raad van de gemeente Loon op Zand; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 8 november 2016, nummer 2016/56; gelet op artikel 226 van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting ('Verordening hondenbelasting 2017 ) Artikel 1 Belastbaar feit Onder de naam 'hondenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van een hond binnen de gemeente. Artikel 2 Belastingplicht 1. Belastingplichtig is de houder van een hond. 2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is. 3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden. Artikel 3 Vrijstellingen 1. In dit artikel wordt verstaan onder hondenasiel: aan één locatie gebonden ruimte of ruimtes bestemd of gebruikt voor het in bewaring houden van honden die zwervend zijn aangetroffen, dan wel waarvan door de eigenaar permanent afstand is gedaan, welke locatie als inrichting is aangemeld overeenkomstig artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren. 2. De belasting wordt niet geheven voor honden: a. die zijn opgeleid tot en dienen als blindegeleidehond en in hoofdzaak als zodanig door een blind persoon worden gehouden; b. die zijn opgeleid tot en dienen als gehandicaptenhond en in hoofdzaak als zodanig door een gehandicapt persoon worden gehouden; c. die verblijven in een hondenasiel; d. die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een inrichting als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren; e. die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden; f. die gehouden worden door ambtenaren van de politie ter verrichting van opsporingsdiensten en waarvan de houder lid is van of in het bezit is van een geldend diploma van de Koninklijke Nederlandse Politiehondenvereniging; 56

57 g. die in opleiding zijn en na de opleiding ter beschikking worden gesteld om gehandicapte personen bij te staan en die door de Stichting Hulphond Nederland als gehandicaptenhond aan een gehandicapte ter beschikking zijn gesteld en in hoofdzaak als zodanig worden gehouden; h. waarvan de houder in het bezit is van een geldend diploma van het hoofdcomité van Het Nederlandse rode kruis of van De Nederlandse vereniging van rode kruishonden. Artikel 4 Maatstaf van heffing De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden. Artikel 5 Belastingtarief 1. De belasting bedraagt per belastingjaar: a. voor een eerste hond 44,10; b. voor een tweede hond 66,00; c. voor iedere hond boven het aantal van twee 66,00 2. In afwijking van het eerste lid bedraagt de belasting voor honden, gehouden in een kennel, per belastingjaar, per kennel 242,15. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt onder een kennel verstaan een inrichting als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren, bestemd en gebruikt voor het fokken van honden voor de verkoop of aflevering van nakomelingen. 3. Het tweede lid blijft buiten toepassing indien belastingplichtige schriftelijk verzoekt de verschuldigde belasting vast te stellen naar het werkelijke aantal honden, als blijkt dat dit bedrag lager is dan het op voet van het tweede lid bepaalde bedrag. Artikel 6 Belastingjaar Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 7 Wijze van heffing De belasting wordt bij wege van aanslag geheven. Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang 3. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 4. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven. 5. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven. 6. Belastingbedragen van minder dan 10,00 worden niet geheven. Artikel 9 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later. 2. Indien de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de bankof girorekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, geldt in afwijking van het eerste lid dat de aanslagen moeten worden betaald in zes gelijke termijnen waarvan de eerste 57

58 termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen een maand later. 3. In afwijking van het tweede lid geldt dat, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen onroerende-zaakbelastingen of andere heffingen minder is dan 40,00 de betaalwijze zoals in het eerste lid is geregeld van kracht is. 4. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag. 5. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting. Artikel 11 Kwijtschelding Bij de invordering van de in artikel 5 onder 1 a genoemde belasting wordt voor maximaal 75% van het verschuldigde bedrag kwijtschelding verleend. Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel De Verordening hondenbelasting 2016 van 3 december 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van de bekendmaking. 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening hondenbelasting Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand van 14 december De raad voornoemd, voorzitter, griffier, 58

59 TOELICHTING Behorende bij de "Verordening hondenbelasting 2017" We gaan uit van een kleine toename van het aantal honden als in 2016, een meeropbrengst van Daarnaast geldt bij deze heffing ook de afspraak van 100% kostendekkendheid. In de reserve is eind 2015 een bedrag van aanwezig om eventuele hogere lasten mee te verrekenen, het tarief hoeft om die reden niet aangepast te worden. 59

60 Besluit Verordening Reclamebelasting De raad van de gemeente Loon op Zand; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 8 november 2016, nummer 2016/56; gelet op artikel 227 van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de navolgende Verordening op de heffing en de invordering van Reclamebelasting (Verordening Reclamebelasting 2017) Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: a. reclameobject: een openbare aankondiging in letters, symbolen of kleuren, of een combinatie daarvan, zichtbaar vanaf de openbare weg; b. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirect steun vindt in of op de grond; c. onroerende zaak: de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken; d. jaar: een kalenderjaar. Artikel 2 Gebiedsomschrijving Deze verordening is van toepassing binnen de drie binnen de gemeente Loon op Zand gelegen gebieden: Centrum Kaatsheuvel (gebied A), Bedrijvenpark Kaatsheuvel (gebied B) en Centrum Loon op Zand (gebied C), zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaarten. Artikel 3 Belastbaar feit Onder de titel reclamebelasting wordt, onder de bij deze verordening gestelde voorwaarden, binnen de gebieden als bedoeld in artikel 2 een directe belasting geheven ter zake van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg. Artikel 4 Belastingplicht De reclamebelasting wordt geheven van de gebruiker van de onroerende zaak, waarop en waarbij één of meer reclameobjecten worden aangetroffen. 60

61 Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief 1. De reclamebelasting wordt geheven per onroerende zaak. 2. De heffingsmaatstaf is de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde voor het kalenderjaar bedoeld in artikel indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken. 4. Het tarief van de reclamebelasting bedraagt in: 1. Gebied A centrum Kaatsheuvel: 0,260 % van de heffingsmaatstaf met een minimumbedrag van 300,00 en een maximumbedrag van 1.000,00; 2. Gebied B Bedrijvenpark Kaatsheuvel: 0,149 % van de heffingsmaatstaf met een minimumbedrag van 300,00 en een maximumbedrag van 800,00; 3. Gebied C centrum Loon op Zand: 0,277 % van de heffingsmaatstaf met een minimumbedrag van 300,00 en een maximumbedrag van 600,00; 5. Indien de vastgestelde WOZ-waarde voor het betreffende jaar naar beneden wordt bijgesteld, wordt de aanslag ambtshalve verminderd indien de lagere WOZ-waarde leidt tot een lager belastingbedrag voor de reclamebelasting. Artikel 6 Belastingtijdvak Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang 1. De belasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de reclamebelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat belastingtijdvak verschuldigde reclamebelasting als er in dat belastingtijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt de aanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd met zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat belastingtijdvak verschuldigde reclamebelasting als er in dat tijdvak, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Artikel 8 Wijze van heffing De reclamebelasting wordt geheven bij wege van aanslag. Artikel 9 Vrijstellingen De reclamebelasting wordt niet geheven voor openbare aankondigingen: a. die korter dan 13 weken aanwezig zijn; b. waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst betaling aan de gemeente moet geschieden onderscheidenlijk een vergoeding aan de gemeente verschuldigd is. c. die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend, kunnen worden aangemerkt; d. die door de gemeente of in opdracht van de gemeente is geplaatst of aangebracht, indien en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van de publieke taak; e. aangebracht door of namens winkeliersverenigingen of centrummanagement, waarbij het reclameobject uitsluitend bestaat uit een vlag, banier of zuil met de naam van de winkeliersvereniging of het centrummanagement; 61

62 f. aangebracht op bouwterreinen, voor zover deze opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden; g. die door politieke partijen zijn aangebracht en die een ideëel belang dienen; h. die onderdeel uitmaken van voor de verkoop of verhuur bestemde artikelen en producten in een etalage of in de winkel; i. bestemd voor de verkoop of verhuur van onroerende zaken, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen of te verhuren zaak; j. aangebracht op scholen, zorginstellingen, ziekenhuizen, kerken en moskeeën, en die betrekking hebben op de functie van het gebouw; k. die door (semi-)overheden of culturele, maatschappelijke of daarmee gelijk te stellen lichamen met ideële doelstellingen zijn aangebracht en betrekking hebben op activiteiten die uitsluitend een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dienen; l. die kleiner zijn dan 0,1 vierkante meter. m. die van cultuurhistorische waarde zijn, zoals bepaald en opgenomen door de lokale heemkundekring. Artikel 10 Termijn van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later. 2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Artikel 11 Kwijtschelding Bij de invordering van reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van reclamebelasting. Artikel 13 Overgangsregeling, inwerkingtreding en citeertitel 1. De Verordening Reclamebelasting 2016 van 3 december 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari Deze verordening wordt aangehaald als Verordening Reclamebelasting 2017". Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand van 14 december De raad voornoemd, voorzitter, griffier, 62

63 63

64 Behoort bij raadsbesluit van 14 december 2016, nummer 2016/56. De griffier van de gemeente Loon op Zand, 64

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014, nummer 2014/72;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014, nummer 2014/72; Besluit Verordening Rioolheffing Loon op Zand 2015 De raad van de gemeente Loon op Zand; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014, nummer 2014/72; gelet

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014; De raad van de gemeente Heerenveen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014; gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229,

Nadere informatie

Belastingtarieven en verordeningen 2016

Belastingtarieven en verordeningen 2016 Belastingtarieven en verordeningen 2016 1 Kaatsheuvel l Loon op Zand l De Moer 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding: 4 2. Leeswijzer 5 3. Samenvatting 6-8 4. Verordeningen, tarieventabellen en toelichtingen a.

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland) Zaaknummer 56852 Afdeling Belastingen Ede, 10-11- De raad van de gemeente Ede: gelezen het voorstel Gemeentelijke Belastingverordeningen 2017 van burgemeester en wethouders d.d. 25-10-, met zaaknummer

Nadere informatie

vast te stellen de volgende Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing

vast te stellen de volgende Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing De raad van de gemeente Purmerend; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d..»..0.. ^^tevv-^o r Zo * gelet op artikel 228a van de Gemeentewet; vast te stellen de volgende

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van de rioolheffing 2018 (Verordening rioolheffing 2018)

Verordening op de heffing en de invordering van de rioolheffing 2018 (Verordening rioolheffing 2018) Verordening op de heffing en de invordering van de rioolheffing 2018 (Verordening rioolheffing 2018) De raad van de gemeente Hengelo; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

De Raad van de gemeente Alphen-Chaam; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 25 oktober 2011

De Raad van de gemeente Alphen-Chaam; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 25 oktober 2011 De Raad van de gemeente Alphen-Chaam; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 25 oktober 2011 gelet op artikel 228 a, van de Gemeentewet; B E S L U I T: vast te stellen

Nadere informatie

Verordening rioolheffing Opmeer 2019.

Verordening rioolheffing Opmeer 2019. Verordening rioolheffing Opmeer 2019. De raad van de gemeente Opmeer; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 november 2018 gelet op artikel 228 a van de Gemeentewet;

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude; LEGESVERORDENING 2017 De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude; Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november ; Gelet op de artikelen 156, eerste en tweede

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2013

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2013 AB/011902 Z/022388 1 Raadsbesluit De raad van de gemeente Boekel; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2013 gelet op: Artikel 228a van de Gemeentewet BESLUIT: Vast te stellen

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2017 b e s l u i t : Artikel 1 Begripsomschrijvingen

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2017 b e s l u i t : Artikel 1 Begripsomschrijvingen De raad van de gemeente Landgraaf; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2017 gelet op artikel 228a van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de VERORDENING

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017 Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017 Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Gemeente Brummen Officiële naam regeling Verordening op de heffing en de invordering van leges Citeertitel

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.: RAADSVOORSTEL 10.0140 Rv. nr.: 10.0140 B&W-besluit d.d.: 23-11-2010 B&W-besluit nr.: 10.1217 Naam programma +onderdeel: Omgevingskwaliteit Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing

Nadere informatie

besluit Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2014.

besluit Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2014. De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 228a, van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2007;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2007; Gemeente Boxmeer Onderwerp: Vaststelling van de Verordening rioolrechten Boxmeer 2008. Nummer: 8e. De Raad van de gemeente Boxmeer; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

RAADSBESLUIT 14R.00481

RAADSBESLUIT 14R.00481 RAADSBESLUIT 14R.00481 Gemeente Woerden 14R.00481 ^ 3 gemeente WOERDEN Agendapunt: hl- Onderwerp: Verordening rioolheffing 2015 De raad van de gemeente Woerden; gelezen het voorstel d.d. 18 november 2014

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 (kenmerk );

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 (kenmerk ); DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 (kenmerk 380627); gelet op artikel 228a van de Gemeentewet; BESLUIT: vast te

Nadere informatie

Verordening rioolheffing

Verordening rioolheffing 1 Verordening rioolheffing De raad van de gemeente Etten-Leur; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 oktober 2011; gelet op artikel 228a van de Gemeentewet; besluit

Nadere informatie

WIJZIGING VERORDENINGEN RIOOLRECHTEN 2012 EN 2013

WIJZIGING VERORDENINGEN RIOOLRECHTEN 2012 EN 2013 MID13/007 WIJZIGING VERORDENINGEN RIOOLRECHTEN 2012 EN 2013 Geachte raad, Inleiding In de verordening rioolrechten (gebruikersdeel) is enkele jaren geleden een waterstaffel toegevoegd om invulling te geven

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 december 2010;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 december 2010; Ontwerp Nr. XIX / 10c De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 december 2010; gelet op de artikelen 216 en 228a van de Gemeentewet; Besluit: vast te

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2013;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2013; De raad van de gemeente Doetinchem; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2013; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en de onderdelen a en b van de Gemeentewet

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2015;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2015; De raad van de gemeente Beuningen in openbare vergadering bijeen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2015; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2018, met overneming van de daarin vermelde motieven; besluit:

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2018, met overneming van de daarin vermelde motieven; besluit: E MEENTE Ö.=N-LEUR De raad van de gemeente Etten-Leur; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2018, met overneming van de daarin vermelde motieven; gelet op artikel 228a van

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2013; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2014.

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2013; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2014. Gemeenteraad Onderwerp: Volgnummer 2013-77 verordening Rioolheffing Oss 2014 Dienst/afdeling GIDSTAF De raad van de gemeente Oss; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2013;

Nadere informatie

Wetstechnische informatie

Wetstechnische informatie Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2017ord Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Heerhugowaard Officiële naam regeling Verordening op

Nadere informatie

BESLUIT: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING

BESLUIT: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING B16-026417 BIJLAGE K De raad van de gemeente Bergen op Zoom; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2016, nr. RVB160074; gelet op artikel 228a, van de Gemeentewet;

Nadere informatie

Belastingtarieven en verordeningen 2011

Belastingtarieven en verordeningen 2011 Belastingtarieven en verordeningen 2011 Kaatsheuvel l Loon 1 op Zand l De Moer 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding: 4 Blz. 2. Leeswijzer 5 3. Samenvatting 6-9 4. Verordeningen, tarieventabellen en toelichtingen

Nadere informatie

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2016 nr.

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2016 nr. Raadsbesluit De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2016 nr. 9827; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en

Nadere informatie

Verordening op de heffing en invordering van Rioolheffing Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Verordening op de heffing en invordering van Rioolheffing Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd Gemeente Zaanstad Verordening op de heffing en invordering van Rioolheffing 2018 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Gemeente Zaanstad Officiële naam regeling Verordening

Nadere informatie

Registratienummer: GF14.20020 Datum collegebesluit: 4 februari 2014 Agendapunt: 13

Registratienummer: GF14.20020 Datum collegebesluit: 4 februari 2014 Agendapunt: 13 Aan de gemeenteraad Registratienummer: GF14.20020 Datum collegebesluit: 4 februari 2014 Agendapunt: 13 Portefeuillehouder: De heer J.R. Zoetendal Behandelend ambtenaar: Mevrouw S. Schotanus Onderwerp:

Nadere informatie

Wetstechnische informatie

Wetstechnische informatie Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2018ord Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Heerhugowaard Officiële naam regeling Verordening op

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; De Raad van de gemeente Sint Anthonis; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op de artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel

Nadere informatie

GEMEENTE LOPIK. Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010

GEMEENTE LOPIK. Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010 Nr.:12.4 GEMEENTE LOPIK Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010 De raad van de gemeente Lopik; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2009;

Nadere informatie

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) Verordening Rioolheffing 2016 Berg en Dal Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Groesbeek Officiële naam regeling Verordening op de heffing en de invordering

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nummer 86;

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nummer 86; Gemeente Langedijk De raad van de gemeente Langedijk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nummer 86; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; Agendanummer: 6b Vergadering: De raad van de gemeente Winsum; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de

Nadere informatie

Portefeuillehouder Datum collegebesluit : 16 november 2010 Corr. nr.:

Portefeuillehouder Datum collegebesluit : 16 november 2010 Corr. nr.: Preadvies Portefeuillehouder : RvE Datum collegebesluit : 16 november 2010 Corr. nr.: 2010008860 Onderwerp : Voorstel tot vaststelling van de nieuwe belastingtarieven 2011 Programma : Financiering en algemene

Nadere informatie

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 24 november 2016;

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 24 november 2016; De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 24 november 2016; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 oktober 2016; gezien het feit dat de gemeente op grond van artikel

Nadere informatie

Wetstechnische informatie

Wetstechnische informatie Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2014 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Houten. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Houten. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014; De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november ; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en

Nadere informatie

No.ZA /DV , afdeling Middelen en Advies. Onderwerp: Vaststellen "Verordening reinigingsheffingen gemeente Vlagtwedde 2015"

No.ZA /DV , afdeling Middelen en Advies. Onderwerp: Vaststellen Verordening reinigingsheffingen gemeente Vlagtwedde 2015 = Raadsvergadering d.d. 25 november 2014 Agendanr.. Aan de Raad No.ZA.14-30145/DV.14-405, afdeling Middelen en Advies. Sellingen, 13 november 2014 Onderwerp: Vaststellen "Verordening reinigingsheffingen

Nadere informatie

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T: Besluit Nummer Datum De raad van de gemeente Almere, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33

Nadere informatie

Verordening op de heffing en invordering van leges 2019

Verordening op de heffing en invordering van leges 2019 Verordening op de heffing en invordering van leges 2019 De raad van de gemeente Haarlem; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 oktober 2018; gelet op de artikelen 156,

Nadere informatie

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2018 nr.

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2018 nr. Raadsbesluit De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2018 nr. 38811; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en

Nadere informatie

Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019

Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Almere Nr. 266058 12 december 2018 Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019 De raad van de gemeente Almere,

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 oktober 2007;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 oktober 2007; De gemeenteraad van Bedum; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 oktober 2007; gelet op artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b en 229d, aanhef, eerste

Nadere informatie

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T: Besluit Nummer Datum De raad van de gemeente Almere, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33

Nadere informatie

Kenmerk voorstel Nieuwe regeling Gmb-jjjj-nr.

Kenmerk voorstel Nieuwe regeling Gmb-jjjj-nr. Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2018 (versie geldig vanaf 01-01-2018) Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam van de regeling

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland) De raad van de gemeente Almere, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2011

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2011 CVDR Officiële uitgave van Súdwest-Fryslân. Nr. CVDR92183_2 10 oktober 2017 Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2011 Nummer: Onderwerp: vaststellen

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014, Raadsbesluit Jaar 2014/12/17/09C Onderwerp: Vaststelling verordening reinigingsheffingen 2015 De raad van de gemeente Roerdalen heeft; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november

Nadere informatie

Nummer 090 G. Afvalstoffenheffing

Nummer 090 G. Afvalstoffenheffing 1Raadsbesluit Raadscommissie 28-10-2015 Nummer 090 G Afvalstoffenheffing Gemeenteraad 10-11-2015 Portefeuillehouder F. Kingma Paragraaf G Lokale lasten De raad van de gemeente Texel: gelezen het advies

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr d.d. 27 september 2016;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr d.d. 27 september 2016; Raadsbesluit 2016 registratienummer: 2016-20421 D E R A A D D E R G E M E E N T E E P E gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 2016-20413 d.d. 27 september 2016; gelet op de artikelen

Nadere informatie

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018 De raad van de gemeente Harderwijk; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 november 2017, nr. h170062002; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van xxxxxx, nr. xx ;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van xxxxxx, nr. xx ; RAADSBESLUIT GEMEENTE DE MARNE Agendapunt nummer : De raad van de gemeente De Marne Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van xxxxxx, nr. xx ; Gelet op: artikel 229, eerste lid, aanhef en

Nadere informatie

Verordening reinigingsheffingen Noord-Beveland 2018

Verordening reinigingsheffingen Noord-Beveland 2018 Verordening reinigingsheffingen Noord-Beveland 2018 De raad van de gemeente Noord-Beveland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2017; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef

Nadere informatie

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel van de Wet Milieubeheer b e s l u i t :

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel van de Wet Milieubeheer b e s l u i t : Besluit gemeenteraad Titel: Vaststellen verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018 Bijlage: Wetstechnische informatie Zaaknummer: SOM/2017/039757 Documentnummer: SOM/2017/040223 Datum besluit:

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 21 november 2017;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 21 november 2017; CVDR Officiële uitgave van Losser. Nr. CVDR605815_1 27 december 2018 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Losser houdende regels omtrent de heffing en invordering van afvalstoffenheffing Verordening

Nadere informatie

Verordening reinigingsheffingen 2014

Verordening reinigingsheffingen 2014 Versie geldig vanaf 1 januari 2014 Verordening reinigingsheffingen 2014 Verantwoordelijke afdeling Plantsoenen en reiniging De getoonde verordeningen zijn een weergave van de actuele situatie. Voor historische

Nadere informatie

* GEWIJZIGD, 22 NOVEMBER 2017 (pagina 7) Gemeenteblad 612

* GEWIJZIGD, 22 NOVEMBER 2017 (pagina 7) Gemeenteblad 612 * GEWIJZIGD, 22 NOVEMBER 2017 (pagina 7) Gemeenteblad 612 DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 november 2017, nummer 2017-53684; gelet

Nadere informatie

Verordening reinigingsheffingen 2016 gemeente Sliedrecht. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Verordening reinigingsheffingen 2016 gemeente Sliedrecht. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Sliedrecht. Nr. 126297 24 december 2015 Verordening reinigingsheffingen 2016 gemeente Sliedrecht De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van

Nadere informatie

Verordening op de heffing en invordering van reinigingsheffingen 2015

Verordening op de heffing en invordering van reinigingsheffingen 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Horst aan de Maas. Nr. 77552 24 december 2014 Verordening op de heffing en invordering van reinigingsheffingen 2015 raadsbesluit Bijlage van gemeenteblad 2014,

Nadere informatie

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Hoofdstuk I Algemene bepalingen Nummer 201218842 a /EDV De raad der gemeente Veendam; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2012; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Veendam

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Veendam Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010 gemeente Veendam Doel: Het doel van deze verordening is om regels te stellen betreffende directe belasting

Nadere informatie

Raadsvergadering : 8 december 2015 agendapunt : Commissie : Bestuur en Ruimte

Raadsvergadering : 8 december 2015 agendapunt : Commissie : Bestuur en Ruimte Zaaknummer : 156169 Raadsvergadering : 8 december 2015 agendapunt : Commissie : Bestuur en Ruimte Onderwerp : Verordening rioolheffing 2016 Collegevergadering : 10 november 2015 agendapunt : 18 Portefeuillehouder

Nadere informatie

Artikel 1 Inleidende bepaling

Artikel 1 Inleidende bepaling Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018 Aanhef De raad van de gemeente Boxtel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van; gelet op artikel

Nadere informatie

REINIGINGSHEFFINGEN DE RAAD VAN DE GEMEENTE SCHINNEN; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

REINIGINGSHEFFINGEN DE RAAD VAN DE GEMEENTE SCHINNEN; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; REINIGINGSHEFFINGEN DE RAAD VAN DE GEMEENTE SCHINNEN; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Heemskerk 2018

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Heemskerk 2018 Bekendmaking belastingverordening De raad van Heemskerk heeft in zijn openbare vergadering van 21 december 2017 de verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014; De Raad van de gemeente Sint Anthonis; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Onderwerp: Verordening reinigingsheffingen gemeente Overbetuwe 2009 Ons kenmerk: 08rb000451 Nr. 11C De raad van de gemeente Overbetuwe; gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 4 november

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016;

GEMEENTEBLAD. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016; De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november ; gelet op artikel 228a van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de volgende verordening: Verordening

Nadere informatie

Reinigingsheffingen. gelet op artikel van de Wet milieubeheer en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet

Reinigingsheffingen. gelet op artikel van de Wet milieubeheer en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet 1Raadsbesluit 102 I Behandelschema Reinigingsheffingen Raadscommissie 29-10-2014 Gemeenteraad 11-11-2014 Portefeuillehouder F. Kingma Paragraaf G Lokale lasten De raad van de gemeente Texel: gelezen het

Nadere informatie

Gemeente Grootegast Verordening reinigingsheffingen 2017

Gemeente Grootegast Verordening reinigingsheffingen 2017 Gemeente Grootegast Verordening reinigingsheffingen 2017 De raad van de gemeente Grootegast; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 november 2016: gelet op artikel 229,

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2016, nummer ;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2016, nummer ; Gemeenteblad 594 DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2016, nummer 2016-47779; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen

Nadere informatie

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2014

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2014 CVDR Officiële uitgave van Westerveld. Nr. CVDR318362_1 15 mei 2018 Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2014 De raad van de gemeente Westerveld; gelezen

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr d.d. 27 september 2016;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr d.d. 27 september 2016; Raadsbesluit 2016 registratienummer: 2016-20418 D E R A A D D E R G E M E E N T E E P E gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 2016-20413 d.d. 27 september 2016; gelet op artikel 229,

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht) Raadsbesluit De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 november, en nr 1209 8 RV gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Schinnen Nr. 232808 28 december 2017 Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018 DE RAAD VAN DE GEMEENTE

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL MET VERORDENING

RAADSVOORSTEL MET VERORDENING RAADSVOORSTEL MET VERORDENING Raadsvergadering : 21 november 2016 Agendapunt : Onderwerp : Verordening rioolheffing Opsterland 2017 Portefeuillehouder : Rob Jonkman Voorstel 1. De Verordening rioolheffing

Nadere informatie

Verordening reinigingsheffingen 2019

Verordening reinigingsheffingen 2019 GEMEENTE HEUMEN RAADSBESLUIT Onderwerp: Datum: Besluitnummer: Verordening reinigingsheffingen 2019 20 december 2018 Verordening reinigingsheffingen 2019 De raad van de gemeente Heumen in openbare vergadering

Nadere informatie

Besluit: vast te stellen de: VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN (REINIGINGSHEFFINGEN) 2016

Besluit: vast te stellen de: VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN (REINIGINGSHEFFINGEN) 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Baarn. Nr. 116312 4 december 2015 Gemeente Baarn - Belastingverordeningen 2016 - Verordening op de heffing en de invordering van Afvalstoffenheffing en Reinigingsrechten

Nadere informatie

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel van de Wet Milieubeheer;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel van de Wet Milieubeheer; No.: Onderwerp: Verordening reinigingsheffingen 2017 ------------------------------------------- De raad der gemeente Hattem; gelezen het voorstel van het college d.d. 15 november 2016, no.. ; gelet op

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2018;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2018; Nummer 5i De raad van de gemeente Delfzijl; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2018; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Schinnen. Nr. 46 4 januari 2016 Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016 DE RAAD VAN DE GEMEENTE SCHINNEN;

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Kollumerland en Nieuwkruisland. Nr. 184607 27 december 2016 Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017 De

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2015, nummer ;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2015, nummer ; Gemeenteblad 570 DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2015, nummer 2015-49115; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en

Nadere informatie

Verordening: U wordt uitgenodigd tot besluitvorming over te gaan. Het college, Beslui: Volgens voorstel door de raad besloten op 22 december 2016.

Verordening: U wordt uitgenodigd tot besluitvorming over te gaan. Het college, Beslui: Volgens voorstel door de raad besloten op 22 december 2016. Vergadering 22 december 2016 Agendapunt: Landsmeer, 15 november 2016 voorstelnummer: 2016- tj Voorstel: I. In te trekken de Legesverordening 2016 met bijbehorende tarieventabellen; II. Vast te stellen

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018, zaaknummer ;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018, zaaknummer ; blad 1 van 5 De raad van de gemeente IJsselstein; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018, zaaknummer 599997; Gelet op artikel 229 eerste lid, aanhef en

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016 CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR385994_1 27 december 2016 Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016 De raad van de gemeente Leek; gelezen het

Nadere informatie

"Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017"

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Zundert. Nr. 181501 22 december 2016 "Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017" De raad van de gemeente

Nadere informatie

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer van..

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer van.. Raadsbesluit Datum raadsvergadering Datum carrousel Raadsbesluitnummer Registratienummer Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2018 De raad van de gemeente Velsen, Gelezen

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Leek Nr. 222138 19 december 2017 Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018 De raad van de gemeente Leek;

Nadere informatie

De tariefsontwikkeling laat dan vanaf 2008 het volgende beeld zien: Belastingjaar Rioolheffing per zelfstandig gedeelte

De tariefsontwikkeling laat dan vanaf 2008 het volgende beeld zien: Belastingjaar Rioolheffing per zelfstandig gedeelte RAADSVOORSTEL raadsvergadering: 10 november 2010 onderwerp: Verordening Rioolheffing 2011 bijlage: ontwerp-besluit datum: gemeenteblad I nr.: agenda nr.: Aan de gemeenteraad, Voor u ligt het voorstel tot

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering reinigingsrechten 2018 gemeente Alkmaar

Verordening op de heffing en de invordering reinigingsrechten 2018 gemeente Alkmaar GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Alkmaar Nr. 225580 22 december 2017 Verordening op de heffing en de invordering reinigingsrechten 2018 gemeente Alkmaar De raad van de gemeente Alkmaar; gelet

Nadere informatie

VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014;

VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014; MID14/013.5 VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN 2015 De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude; Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 oktober

Nadere informatie

Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a. en b. van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer; b e s l u i t:

Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a. en b. van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer; b e s l u i t: RAADSBESLUIT 13R.000392 Agendapunt: Onderwerp: Verordening reinigingsheffingen 2014 De raad van de gemeente Woerden; gelezen het voorstel d.d. 19 november 2013 van: - burgemeester en wethouders Gelet op

Nadere informatie

documentnr.: INT/C/13/03932 zaaknr.: Z/C/13/03990 gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 november 2013;

documentnr.: INT/C/13/03932 zaaknr.: Z/C/13/03990 gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 november 2013; documentnr.: INT/C/13/03932 zaaknr.: Z/C/13/03990 *Z003D29FCD9* De raad van de gemeente Cuijk gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 november 2013; gelet op de artikelen 156, tweede lid,

Nadere informatie