H.o<9-ooSsm. Geacht College,

Transcriptie

1 H.o<9-ooSsm Geacht College, Op 2 december 2008 heeft uw College ingestemd met het voorstel rond de decentralisatie van de Langdurigheidstoeslag. Dit voorstel is via de circulatiemap aan u voorgelegd. i In het voorstel is echter verzuimd een van de criteria om vanaf 1 januari 2009 in aanmerking te komen voor een langdurigheidstoeslag te wijzigenl Dit verzuim willen wij herstellen. Het gaat om het criterium van de referteperiode. Deze periode was tot op heden 5 jaar, maar de nieuwe wet biedt de mogelijkheid de referteperiode terug te brengen naar 3 jaar. Voorgesteld wordt om van die mogelijkheid gebruik te maken. Omdat de minimumleeftijd voor de langdurigheidstoeslag omlaag wordt gebracht van 23 naar 21 jaar, is het ook handig om de referteperiode terug te brengen naar 3 jaar. Het is immers niet mogelijk om op je 21e al een arbeidsgeschiedenis van 5 jaar te hebben in de zin van de Wwb. Bovendien bewaren klanten vaak hun gegevens niet over een periode van 5 jaar. Tenslotte zegt het Nibud, dat ook voor een periode van 3 jaar de reserveringsmogelijkheden van huishoudens met een laag inkomen minimaal zijn. En juist om die gezinnen hierin tegemoet te komen is destijds de langdurigheidstoeslag in het leven geroepen. Voorgesteld wordt daarom om[de referteperiode voor het recht op een langdurigheidstoeslag te bepalen op 3 jaay Aanpassing van dit criterium zal niet leiden tot een aanzienlijke toename in het gebruik van de langdurigheidstoeslag. Het bijgevoegde raadsvoorstel en de Verordening langdurigheidstoeslag 2009 zijn overeenkomstig dit voorstel gewijzigd. Bovendien is in de verordening expliciet gesteld dat deze met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2009 in werking treedt. Dit omdat besluitvorming door de raad en publicatie van de verordenijig voor 1 januari 2009 niet is gehaald. Namens Klaas Smid, Jaap Gernaat Mens en Werk : jura \ A k k o o r d L burg W voor? ::.. :ccr :^.Q tfiv-jij E ;g p wjor

2 Interne post H Hoogeveen ill I ill H * H O O G E V E E N Voorstel voor burgemeester en wethouders Q Onderwerp: Decentralisatie Langdurigheidstoeslag Voorgesteld besluit: 1. de raad voor te stellen de 'Verordening langdurigheidstoeslag 2009' vast te stellen. 2. de extra kosten, die eventueel zullen ontstaan door het vaststellen van deze verordening, te dekken uit de begrotingspost Langdurigheidstoeslag (kostensoort , kostenplaats ). 3. de afdeling Mens en Werk opdracht te geven onderzoek te doen naar het de gevolgen van een verdere verruiming van de langdurigheidstoeslag. Genomen besluit (met datumj0 2 tit'j A k k o o r M Parafen met datum Afdelingsmanager I Financial control HRM-officer Datum Afdeling Rapporteur Telefoon 25 november 2008 Mens en Werk Jaap Gernaat Beleidscoordinatie Juridisch control ICT-officer Besluit en stukken openbaar? Ja Zoja : via persuurtje en/of persbericht Zo nee, waarom niet? Programma: Hoogeveen Werkt Programmabestuurder: K. Smid Overleg gevoerd met: Naam: K.Smid H.Voss H. van Herksen F. vd Meulen Aard voorstel: Strategisch > Politiek gevoelig Regelgeving Risico's: Financieel risico Juridisch risico ICT-risico HRM-risico Ander risico, nl. Behandelen in raad Documentnaam: Gegevens DIV Akkoord: D Ja Nee 13 D D M H D Hoog Laag Geen D D K H D D H D D H D D Ja Nee D H CV LDT Gerelateerd Corsa documentnr: 2 6 NOV 2008 Archief Opmerkingen Burgemeester Weth. WvdZ Weth. AB Weth. KS Weth. APJ Secretaris m \.» ^: m bespreken Opmerkingen z ^ : ^ i u

3 GEMEENTE H O O G E V E E N Voorstel voor burgemeester en wethouders Onderwerp Decentralisatie Langdurigheidstoeslag Voorgesteld besluit 1. de raad voor te stellen de 'Verordening langdurigheidstoeslag 2009' vast te stellen. 2. de extra kosten, die eventueel zullen ontstaan door het vaststellen van deze verordening, te dekken uit de begrotingspost Langdurigheidstoeslag (kostensoort , kostenplaats ). 3. de afdeling Mens en Werk opdracht te geven onderzoek te doen naar het de gevolgen van een verdere verruiming van de langdurigheidstoeslag. Beoogd resultaat De regering beoogt met de decentralisatie van de langdurigheidstoeslag gemeenten meer maatwerk te laten leveren en het systeem van de langdurigheidstoeslag aan te laten sluiten op het gemeentelijk re-integratiebeleid. Inleiding Op 1 januari 2009 treedt een wetsvoorstel in werking, waarmee de langdurigheidstoeslag wordt gedecentraliseerd naar gemeenten. De langdurigheidstoeslag vindt zijn grondslag in de Wet werk en bijstand en de gedachte achter de toeslag is, dat mensen die langdurig een inkomen op het sociaal minimum hebben, geen financiele ruimte hebben om te reserveren voor onverwachte uitgaven. De hoogte van de langdurigheidstoeslag is in Hoogeveen als volgt vastgesteld: - gehuwden: alleenstaande ouders: alleenstaanden: 341 Wat kan er veranderen? Bij de nieuwe langdurigheidstoeslag hebben gemeenten beleidsvrijheid om een aantal keuzes te maken. Veel meer dan in het huidige regime kunnen gemeenten zelf invulling geven aan de langdurigheidstoeslag. De leeftijdsgrens: De langdurigheidstoeslag wordt toegankelijk voor personen van 21 tot 65 jaar. De minimumleeftijd lag op 23 jaar. Hierin is geen keuzevrijheid voor gemeenten. De doelgroep: De nieuwe langdurigheidstoeslag geeft gemeenten nadrukkelijk de mogelijkheid deze ook van toepassing te laten zijn op werkenden. De oude langdurigheidstoeslag kon alleen aangevraagd worden door uitkeringsgerechtigden. In artikel 36.1 van de Wet werk en bijstand staat is als toetsingscriterium opgenomen dat aanvragers van de langdurigheidstoeslag geen uitzicht op inkomensverbetering mogen hebben. Dit criterium is in de plaats gekomen van het criterium dat aanvragers geen arbeidsmarktperspectief mogen hebben en zet dus de deur naar de langdurigheidstoeslag open voor werkenden. Gelet op de tekst van artikel 8 lid 1 sub d Wwb is dit niet een criterium dat in de verordening moet worden vastgelegd. De nadere invulling kan volgen uit (wetsinterpreterende) beleidsregels van het college. Deze beleidsregels zullen Pagina 2 van 5

4 GEMEENTE H O O G E V E E N Voorstel voor burgemeester en wethouders binnenkort aan het college worden voorgelegd. Uiteraard heeft deze uitbreiding van de doelgroep financiele gevolgen; een grotere dbelgroep leidt immers tot meer gebruik. De referteperiode: In de nieuwe langdurigheidstoeslag kunnen gemeenten zelf kiezen welke referteperiode zij hanteren. De referteperiode is de periode waarover wordt bepaald of men qua inkomen aanspraak kan maken op de langdurigheidstoeslag. Nu is de referteperiode bij wet nog bepaald op 5 jaar; vanaf 1 januari zijn gemeenten vrij om te bepalen of zij deze periode terug willen brengen naar 3 jaar. Een argument om de referteperiode op 3 jaar te zetten is, dat mensen vaak niet meer de gegevens van de voorgaande 5 jaren paraat hebben. Ook is het voor 21-jarigen niet mogelijk; zij hebben pas vanaf hun 18e een inkomen. Tenslotte heeft het Nibud aangegeven dat ook voor een periode van 3 jaar de reserveringsmogelijkheden van huishoudens met een laag inkomen minimaal zijn. Het terugbrengen van de referteperiode naar 3 jaar zorgt ook weer voor een toename van de groep mensen die aanspraak kan maken op de langdurigheidstoeslag. De hoogte van het norminkomen: Gemeenten zijn vrij de norm te kiezen die zij hanteren om in aanmerking te komen voor de langdurigheidstoeslag. Tot op heden ligt die norm voor de gemeente Hoogeveen op 100% van de bijstandsnorm. Het spreekt voor zich dat een ophoging van het norminkomen een toename van het aantal gebruikers zal veroorzaken. De hoogte van de toeslag: Ook over de hoogte van de toeslag mogen gemeenten vanaf 1 januari 2009 zelf beslissen. Pagina 3 van 5

5 GEMEENTE H O O G E V E E N Voorstel voor burgemeester en wethouders Kanttekeningen Gemeenten kunnen bij de nieuwe langdurigheidstoeslag dus zelf een aantal keuzes maken, die bepalen hoe sociaal het beleid van de gemeente is. Maar tegelijkertijd bepalen die keuzes ook de grootte van de groep potentiele gebruikers van de toeslag. Hoe raimhartiger, hoe groter de verwachte uitgaven. Omdat het Rijk geen extra middelen ter beschikking stelt aan gemeenten om de verraiming van de langdurigheidstoeslag te bekostigen, lijkt het raadzaam de keuzes die gemaakt moeten worden goed te overwegen. Immers, elke verraiming van de criteria om in aanmerking te kunnen komen voor de langdurigheidstoeslag zorgt voor extra uitgaven. De middelen om deze extra uitgaven te dekken zullen in ieder geval in 2009 minimaal zijn (zie ook de paragraaf 'kosten, baten en dekking'). Omdat er op basis van de huidig beschikbare gegevens moeilijk een inschatting gemaakt kan worden van de financiele gevolgen van het verruimen van de verschillende criteria, wordt voorgesteld hier in 2009 een onderzoek naar te laten doen. Om een goed beargumenteerde keuze te kunnen maken voor de invulling van de langdurigheidstoeslag in Hoogeveen, zijn meer gegevens over de verschillende variabelen nodig. Dit onderzoek kan gedaan worden door de afdeling Mens en Werk, in samenwerking met de afdeling Sociale Zaken. Voorgesteld wordt daarom verder om in de verordening Langdurigheidstoeslag voor 2009 de huidige criteria te laten voortduren en op basis van de uitkomsten van het onderzoek in 2009 de koers voor 2010 en verder te bepalen, mede afgezet tegen het doel van de langdurigheidstoeslag. De hoogte van de toeslag voor 2009 wordt bepaald door het bedrag van 2008 te indexeren op basis van de Consumenten prijsindex van het CBS. De enige criteria die, op basis van dit voorstel, voor 2009 veranderen zijn: - de minimumleeftijd gaat naar 21 jaar - het criterium "geen arbeidsmarktperspectief' wordt vervangen door "geen uitzicht op inkomensverbetering". Deze criteria zijn wettelijk vastgelegd. Omdat het de bevoegdheid is van de gemeenteraad om verordeningen vast te stellen, is een raadsvoorstel bijgevoegd. Kosten, baten en dekking (kostensoort en kostenplaats) De extra kosten die eventueel zullen ontstaan door het omlaag brengen van de minimumleeftijd en het toegankelijk maken van de langdurigheidstoeslag voor werkenden, kunnen worden gedekt uit de begrotingspost Langdurigheidstoeslag (kostensoort , kostenplaats ). In 2008 hebben tot op het moment van schrijven 307 klanten een langdurigheidstoeslag ontvangen, voor een totaalbedrag van ,-. De verwachting is dat er in 2008 een overschot op de begrotingspost Langdurigheidstoeslag zal zijn van tussen de en In 2007 was er een tekort van op de begrotingspost, terwijl er in 2006 een overschot van was. Hierbij is het bedrag dat jaarlijks voor de langdurigheids- Pagina 4 van 5

6 GEMEENTE H O O G E V E E N Voorstel voor burgemeester en wethouders toeslag begroot wordt nagenoeg ongewijzigd gebleven. In de begroting voor 2009 is het begrote bedrag verhoogd van naar Monitoring en evaluatie In 2009 zal er onderzoek gedaan worden naar de (financiele) gevolgen van een verdere verruiming van de criteria voor de langdurigheidstoeslag. Wellicht kunnen in dit onderzoek al enige gevolgen van de verlaging van de minimumleeftijd en het toegankelijk maken van de langdurigheidstoeslag voor werkenden worden meegenomen. Communicatie Nadat de raad de Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2009 heeft vastgesteld zal deze worden gepubliceerd via het Torentje.Dit is noodzakelijk om de verordening in werking te kunnen laten treden. Over dit voorstel is advies gevraagd bij de Stichting Clientenraad Sociale Zekerheid Hoogeveen. Bylagen Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Raadsvoorstel langdurigheidstoeslag Pagina 5 van 5

7 GEMEENTE Raadsvoorstel H O O G E V E E N Datum raadsavond Programma Onderwerp : 5 februari 2009 : Werkt : Langdurigheidstoeslag Samenvatting Op 1 januari 2009 is een wetsvoorstel in werking getreden, waarm^e de langdurigheidstoeslag wordt gedecentraliseerd naar gemeenten. Gemeenten kunnen bij de nieuwe langdurigheidstoeslag zelf een aintal keuzes maken, die bepalen hoe sociaal het beleid van de gemeente is. Keuzes over de hoogte van de toeslag, de duur van de referteperiode en de hoogte van het norminkomen. Die keuzes bepalen de grootte van de groep potentiele gebruikers van de toeslag. Hoe ruimhartiger, hoe groter de verwachte uitgaven. Omdat het Rijk geen extra middelen ter beschikking stelt aan gemeenten om de verruiming van de langdurigheidstoeslag te bekostigen, lijkt het raadzaam de keuzes die gemaakt moeten worden goed te overwegen. Wat betreft de minimumleeftijd bestaat er geen keuzemogelijkheidp deze gaat omlaag van 23 naar 21 jaar. Ook wordt de langdurigheidstoeslag bij wet toegarjkelijk voor werkenden; de huidige passage "geen arbeidsmarktperspectief' uit de wet wordt vervangen door de passage "geen zicht op inkomensverbetering". Wat deze passage concreet inhoudt, moet door het college in beleidsregels uitgewerkt worden. Elke verruiming van de criteria om in aanmerking te kunnen komen voor de langdurigheidstoeslag zorgt voor extra uitgaven. De middelen om deze extra uitgaven te dekken zullen in ieder geval in 2009 minimaal zijn (zie ook de paragraaf linancigle gevolgen'). Voorgesteld besluit 1. bijgevoegde ' Verordening langdurigheidstoeslag 2009' vast te stellen. Aanleiding Op 1 januari 2009 is een wetsvoorstel in werking getreden, waarm^e de langdurigheidstoeslag wordt gedecentraliseerd naar gemeenten. De langdurigheidstoeslag vindt zijn grondslag in de Wet werk en bijstand en de gedachte achter de toeslag is, dat mensen die langdurig een inkomen op het sociaal minimum hebben, geen financiele ruimte hebben om te reserveren voor onvefwachte uitgaven. De hoogte van de langdurigheidstoeslag is in Hoogeveen voor 200*) als volgt vastgesteld: - gehuwden: alleenstaande ouders: alleenstaanden: 349 Wat kan er veranderen? Bij de nieuwe langdurigheidstoeslag hebben gemeenten beleidsvrijjheid om een aantal keuzes te maken. Veel meer dan in het huidige regime kunnen genieenten zelf invulling geven aan de langdurigheidstoeslag.

8 GEMEENTE Raadsvoorstel H O O G E V E E N De leeftiidsgrens: De langdurigheidstoeslag wordt toegankelijk vobr personen van 21 tot 65 jaar. De minimnmleeftijd lag op 23 jaar. Hierin is geen keuzevri jheid voor gemeenten. De doelgroep: De nieuwe langdurigheidstoeslag geeft gemeenten iiadrukkelijk de mogelijkheid deze ook van toepassing te laten zijn op werkenden. De oude langdurigheidstoeslag kon alleen aangevraagd worden door uitkeriigsgerechtigden. In artikel 36.1 van de Wet werk en bij stand staat is als toetsingscrilerium opgenomen dat aanvragers van de langdurigheidstoeslag geen uitzicht op inkomensverbetering mogen hebben. Dit criterium is in de plaats gekomen van het criterium dat! aanvragers geen arbeidsmarktperspectief mogen hebben en zet dus de deur naar de langdurigheidstoeslag open voor werkenden. Gelet op de tekst van artikel 8 lid 1 sub d W!wb is dit niet een criterium dat in de verordening moet worden vastgelegd. De nader$ invulling kan volgen uit (wetsinterpreterende) beleidsregels van het college. Deze beleidsregels zullen binnenkort aan het college worden voorgelegd. Uiteraard heeft deze uitbreiding van de doelgroep financiele gevolgen; een grotere doelgroep leidt immers tot meer gebruik. De referteperiode: In de nieuwe langdurigheidstoeslag kunnen gemeenten zelf kiezen welke referteperiode zij hanteren. De referteperiode is de periode \faarover wordt bepaald of men qua inkomen aanspraak kan maken op de langdurigheidstoeslag. Nu is de referteperiode bij wet nog bepaald op 5 jaar; vanaf 1 januari zijn gemeenten vrij om te bepalen of zij deze periode terug willen brengen naar 3 jaar. Een argument oni de referteperiode op 3 jaar te zetten is, dat mensen vaak niet meer de gegevens van de voorgaande 5 jaren paraat hebben. Ook is het voor 21-jarigen niet mogelijk; zij hebben pas vanaf hun 18e een inkomen. Tenslotte heeft het Nibud aangegeven dat ook voor een periode van 3 jaar de reserveringsmogelijkheden van huishoudens met een laag inkomen minimaal zijn. Het terugbrengen van de referteperiode naar 3 jaar zorgt ook weer voor een toename van de groep mensen die aanspraak kan maken op de langdurigheidstoeslag. De hooete van het norrninkomen: Gemeenten zijn vrij de norm te kiezen die zij hanteren om in aanmerking te komen voor de langdurigheidstoeslag. Tot op heden ligt die norm voor de gemeente Hoogeveen op 100% van de bijstandsnorm. Het spreekt voor zich dat een ophoging van het norrninkomen een toename van het aantal gebruikers zal veroorzaken. De hooete van de toeslae: Ook over de hoogte van de toeslag mogen gemeenten vanaf 1 januari 2009 zelf beslissen. Gemeenten kunnen bij de nieuwe langdurigheidstoeslag dus zelf een aantal keuzes maken, die bepalen hoe sociaal het beleid van de gemeente is. Maar tegelijkertijd bepalen die keuzes ook de grootte van de groep potentiele gebruikers van de toeslag. Hoe ruimhartiger, hoe groter de verwachte uitgaven. Omdat het Rijk geen extra middelen ter beschikking stelt aan gemeenten om de vemiiming van de langdurigheidstoeslag te bekostigen, lijkt het raadzaam de keuzes die gemaakt moeten worden goed te overwegen. Immers, elke vermiming van de criteria om in aanmerking te kunnen komen voor de langdurigheidstoeslag zorgt voor extra uitgaven. De middelen om deze extra uitgaven te Pagina2 van 4

9 GEMEENTE Raadsvoorstel H O O G E V E E N dekken zullen in ieder geval in 2009 minimaal zijn (zie ook de par^graaf 'kosten, baten en dekking'). Op basis van de veranderde wetgeving voor 2009 zijn 2 veranderu%en in de criteria wettelijk vastgelegd, te weten: - de minimumleeftijd gaat naar 21 jaar - het criterium "geen arbeidsmarktperspectief' wordt vervangen door "geen uitzicht op inkomensverbetering". Hierin heeft de gemeente geen keuzevrijheid. Omdat de minimumleeftijd omlaag wordt gebracht van 23 naar 21 jaar, is het ook handig om de referteperiode terug te brengen naar 3 jaar. Het is immers niet mogelijk om op je 21e al een arbeidsgeschiedenis van 5 jaar te hebben in de zin van de Wwb. Bovendien bewaren klanten vaak hun gegevens niet over een periode van 5 jaar. Voorgesteld wordt daarom om de referteperiode voor het recht op een langdurigheidstoeslag te bepalen op 3 jaar. Aanpassing van dit criterium zal niet leiden tot een aanzienlijke toename in het gebruik van de langdurigheidstoeslag. Aangezien er op basis van de huidig beschikbare gegevens moeilijk een inschatting gemaakt kan worden van de financiele gevolgen van het verruimen van de criteria als de hoogte van het norminkomen, de daaraan gekoppelde potentiele dojelgroep en het open stellen van de langdurigheidstoeslag voor werkenden, wordt voorgesteld hier in 2009 een onderzoek naar te laten doen. Om een goed beargumenteerde keuze te kunnen maken voor de invulling van de langdurigheidstoeslag in Hoogeveen, zijn meeij gegevens over deze variabelen nodig. Dit onderzoek kan gedaan worden door de afdelijig Mens en Werk, in samenwerking met de afdeling Sociale Zaken. Voorgesteld wordt derhalve om in de verordening Langdurigheidstoeslag 2009 de criteria die niet wettelijk per 1 januari 2009 veranderen, te laten voortduren zoals ze in 2008 golden. Verder kan op basis van de uitkomsten van het onderzoek in 2009 de koers voor 2010 en verder bepaald worden, mede afgezet tegen het doel van de langdurigheidstoeslag. Omdat het de bevoegdheid is van de gemeenteraad om verordeningen vast te stellen, is een raadsvoorstel bijgevoegd. Beoogd resultaat Een door de raad vastgestelde verordening Langdurigheidstoeslag, waarin het huidige beleid van de gemeente Hoogeveen op dit terrein gecontinueerd wordt. Oplossingen Voor het jaar 2009 wordt bijgevoegde Verordening langdurigheidstoeslag 2009 vastgesteld. Tegelijkertijd wordt onderzoek gedaan naar de (financiele) gevolgen van een verruiming van de verschillende criteria, mede afgezet tegen het doel van de langdurigheidstoeslag. Op basis van dit onderzoek wordt de koers voor 2010 en verder bepaald. Pagina 3 van 4

10 * GEMEENTE Raadsvoorstel H O O G E V E E N Argumentatie 1. Om een goed beargumenteerde keuze te kunnen maken voor de invulling van de langdurigheidstoeslag in Hoogeveen, zijn meer gegevens over de verschillende variabelen nodig. Daarom is gekozen voor deze overgangsconstructie. Tijdpad De verordening Langdurigheidstoeslag gaat in per 1 januari 2009 en wordt dus met terugwerkende kracht vastgesteld. Communicatie Nadat de raad de Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2009 heeft vastgesteld zal deze worden gepubliceerd via het Torentje.Dit is noodzakelijk om de verordening in werking te kunnen laten treden. Over dit voorstel is advies gevraagd bij de Stichting Clientenraad Sociale Zekerheid Hoogeveen. Financiele gevolgen De extra kosten die eventueel zullen ontstaan door het omlaag brengen van de minimumleeftijd en het toegankelijk maken van de langdurigheidstoeslag voor werkenden, kunnen worden gedekt uit de begrotingspost Langdurigheidstoeslag (kostensoort , kostenplaats ). In 2008 hebben tot op het moment van schrijven 307 klanten een langdurigheidstoeslag ontvangen, voor een totaalbedrag van ,-. De verwachting is dat er in 2008 een overschot op de begrotingspost Langdurigheidstoeslag zal zijn van tussen de en In 2007 was er een tekort van op de begrotingspost, terwijl er in 2006 een overschot van was. Hierbij is het bedrag dat jaarlijks voor de langdurigheidstoeslag begroot wordt nagenoeg ongewijzigd gebleven. In de begroting voor 2009 is het begrote bedrag verhoogd van naar Monitoring en evaluatie In 2009 zal er onderzoek gedaan worden naar de (financiele) gevolgen van een verdere verruiming van de criteria voor de langdurigheidstoeslag. Wellicht kunnen in dit onderzoek al enige gevolgen van de verlaging van de minimumleeftijd en het toegankelijk maken van de langdurigheidstoeslag voor werkenden worden meegenomen. Hoogeveen, Burgemeester en Wethouders van Hoogeveen, de secretaris, de burgemeester, G.H. DE VRIES W.P.M. URLINGS Pagina 4 van 4

11 De Raad van de gemeente Hoogeveen, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. gelet op de artikelen 8, eerste lid, onderdeel d en 36 van de Wet werk eh bijstand, overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van langdurigheidstoeslag aan personen van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar bij verordening te regelen; b e s I u i t: vast te stellen de volgende: Verordening langdurigheidstoeslag 2009 Artikel 1 - Begrippen In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand; b. referteperiode: een periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum; c. peildatum: de datum waartegen langdurigheidstoeslag wordt aangevrjaagd; d. inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, met dien verstande dat voor de zinsnede 'een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan' itnoet worden gelezen 'de referteperiode'. Een bijstandsuitkering wordt, in afwijking van artikel 32 Van de wet voor de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag als inkomen gezienj e. college: college van burgemeester en wethouders. Artikel 2 - Uitvoering De uitvoering van deze verordening berust bij het college. Artikel 3 - Langdurig, laag inkomen Aan de in artikel 36, eerste lid, van de wet gestelde voorwaarde van hetj hebben van een langdurig, laag inkomen is voldaan als gedurende referteperiode het inkomen niet uitkomt boven 100 procent van de bijstandsnorm. Artikel 4 - Hoogte van de langdurigheidstoeslag 1. de langdurigheidstoeslag bedraagt per jaar: a. voor gehuwden 498,00, b. voor een alleenstaande ouder 447,00 en c. voor een alleenstaande 349, Voor de toepassing van het eerste lid is de situatie op de peildatum b epalend. 3. Indien een van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het rjecht op langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13, eerste lid, van de wet komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden. 4. De in het eerste lid genoemde bedragen worden elk jaar per 1 januari getndexeerd op basis van de consumentenprijsindex van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Artikel 5-Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening langdurigheidstoeslag Pagina 1 van 4

12 Artikel 6 - Inwerkingtreding Deze verordening treedt met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 009 in werking. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van De griffier, De voorzitter, Pagina 2 van 4

13 Toelichting Verordening langdurigheidstoeslag Algemeen Op grond van artikel 8 lid 1 onderdeel d WWB dient de gemeenteraad bij verordening regels vast te leggen met betrekking tot net verlenen van een langdurigheidstosslag. Deze regels dienen in ieder geval betrekking te hebben op de hoogte van de langdurigheidstoeslag en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begrippen langdurig, laag nkomen en gebrek aan arbeidsmarktperspectief, zoals die in artikel 36 lid 1 WWB worden gebn ikt In deze verordening is gekozen voor invulling die rekening houdt met de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep en de in de huidige regeling en uitvoeringspraktijk gesignaleerde tekortkomingen. Voorts is gekozen voor een invulling die zo veel mogeli k ongewenste armoedeval-effecten voorkomt Artikelsgewijs Artikel 1 Begrippen die in de WWB voorkomen hebben in deze verordening dezejlfde betekenis als in de WWB. Ten aanzien van een aantal begrippen, die als zodanig niet in de WWB zelf staan is een definitie gegeven in deze verordening. Met betrekking tot het begrip 'inkomen' is een van de WWB afwijkende definitie opgenomen. Nu de wetgever de gemeenteraad opdracht gegeven om in de verordening iregels te geven met betrekking tot het begrip 'langdurig, laag inkomen', is de gemeenteraad bevoegd om dit begrip voor de toepassing van artikel 36 lid 1 WWB nader te definieren. Met de gebruikte definitie wordt aangesloten bij de in de bestaande uitvoeringspraktijk gehanteerde (en ook door de wetgever bedoelde) invulling van het begrip inkomen in artikel 36 lid 1 WWB (tekst tot ), doch wordt de wettechnische imperfectie weggenomen. Artikel 3 Het begrip 'langdurig, laag inkomen' wordt ingevuld als een inkomen dat niet hoger is dan 100% van de bijstandsnorm. Marginale overschrijdingen van deze 100%-gren$ dienen genegeerd te worden (zie CRvB , nrs. 06/1163 WWB e.a.). Er is bewust niet voor gekozen om het recht op langdurigheidstoeslag opk toe kennen bij een inkomen boven bijstandsniveau. Van deze bevoegdheid wordt om een twee redenen geen gebruik gemaakt. Ten eerste omdat dit ongewenste armoedeval-effecten in zich heeft. Weliswaar doen de armoedeval-effecten zich ook voor bij de grens van 100% van de bijstandsnorm, maar zullen belanghebbenden die uitstromen doorgaans! een dermate hoger inkomen ontvangen, dat het verlies van de langdurigheidstoeslag fettelijk minder wordt gevoeld. Bij een hogere inkomensgrens bestaat er een risico dat belanghebbenden als het ware blijven steken bij een inkomen tot bijvoorbeeld 120% van de bijstandsnorm. (Als alternatief voor de grens van 100% zou overigens) ook de door de wetgever gesuggereerde differentiate in hoogte van de langdurigheidstoeslag gekozen kunnen worden. Ten tweede omdat het in aanmerking laten komen van belanghebbenden met een inkomen van bijvoorbeeld 110% van de bijstand niet valt te rijmen met de wettelijke uitsluiting van belanghebbenden van) 65 jaar of ouder. Zij zijn immers uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag, omdat hun inkomen al voldoende hoger zou zijn dan de bijstandsnorm voor belanghebbenden tot 65 jaar Het verschil is echter maar ongeveer 5 tot 9 % (precieze percentage is afhankelijk van de vra g of iemand een alleenstaande, alleenstaande ouder of gehuwde is). Het hanteren van eien grens van 110% zou daarom maken dat de uitsluiting van 65-plussers in dat geval strijdig is met het verbod op leeftijdsdiscriminatie zoals dat is vastgelegd in artikel 26 van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten. De feitelijke ruimte is dus beperkt tot een grens van maximaal ongeveer 105 % van de bijstandsnorm. Pagina 3 van 4

14 Artikel 4 De hoogte van de langdurigheidstoeslag is gebaseerd op de huidige hoogte. Om niet jaarlijks de verordening aan te hoeven passen is gekozen om de hoogte jaarlijks te indexeren op basis van de Consumenten prijsindex van net CBS. In net derde lid wordt een regeling overeenkomstig artikel 24 WWB gegeven voor situaties waarin bij gehuwden een van beide partners is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13 lid 1 WWB. De WWB voorziet immers niet in een afwijzingsgrond voor de rechthebbende echtgenoot, terwijl daarentegen het toekennen van het bedrag voor gehuwden in dergelijke situaties ook niet opportuun is. NB: Dit derde lid ziet enkel op de situatie dat er bij een echtgenoot sprake is van een uitsluitingsgrond op grand van artikel 11 of artikel 13 lid 1 WWB. Indien een van beide gehuwden niet in aanmerking komt voor het recht op langdurigheidstoeslag wegens het niet voldoen aan de voorwaarden als genoemd in artikel 36 WWB of in deze verordening, hejbben beide echtgenoten geen recht op langdurigheidstoeslag. Het recht op langdurigheidstoeslab komt gehuwden immers gezamenlijk toe. Zij moeten daarom ook allebei, zowel arzonderlijk als gezamenlijk aan de voorwaarden voldoen. Pagina 4 van 4