houdende diverse bepalingen inzake energie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "houdende diverse bepalingen inzake energie"

Transcriptie

1 ingediend op 461 ( ) Nr oktober 2015 ( ) Amendementen op het ontwerp van decreet houdende diverse bepalingen inzake energie Documenten in het dossier: 461 ( ) Nr. 1: Ontwerp van decreet verzendcode: LEE

2 2 461 ( ) Nr. 2 INHOUD Amendementen... 3 Bijlage 1: Ontwerpen van amendement... 9 Bijlage 2: Advies van de Raad van State op de ontwerpen van amendement Brussel 02/

3 461 ( ) Nr. 2 3 AMENDEMENT Nr. 1 voorgesteld door de Vlaamse Regering Artikel 4 Een punt 2 /1 invoegen, dat luidt als volgt: 2 /1 er wordt een punt 22 /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: 22 /1 B tot : de totale bandingcoëfficiënt, dat is de verhouding tussen het aantal toegekende, voor de certificatenverplichting aanvaardbare groene stroomcertificaten over een periode van twaalf maanden tot en met juli van het jaar n-2 en de totale bruto productie van groene stroom in het Vlaamse Gewest over dezelfde periode. De bruto productie van groene stroom voor de periode van twaalf maanden tot en met juli van jaar n-2 wordt berekend aan de hand van de ge rapporteerde maandproductie van de productie-installaties. Voor productie-installaties waarvoor geen maandelijkse gegevens beschik baar zijn, wordt voor de berekening van B tot de productie op basis van het jaar n-3 gebruikt;.. VERANTWOORDING Via amendement nr. 3 wordt in de in artikel van het Energiedecreet vermelde formule B tot geschrapt. Hetzelfde artikel definieerde tevens wat B tot is. Deze term wordt echter nergens meer in artikel gebruikt, maar wel nog in andere bepalingen (bijvoorbeeld artikel 7.1.1, 1). Daarom wordt die definitie, die thans in artikel is opgenomen, verplaatst naar artikel van het Energiedecreet waar alle definities gegroepeerd staan. AMENDEMENT Nr. 2 voorgesteld door de Vlaamse Regering Artikel 23/1 (nieuw) Een artikel 23/1 invoegen, dat luidt als volgt: Art. 23/1. In artikel 7.1.1, 1, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 14 maart 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1 in het vijfde lid worden de woorden zoals bepaald in artikel , 2 opgeheven; 2 het zevende, achtste en negende lid worden opgeheven.. VERANTWOORDING Parallel met amendementen 1 en 3 dienen een aantal verwijzingen, die omwille van de wijzigingen met betrekking tot B tot niet langer correct zijn, in artikel 7.1.1, 1, te worden gecorrigeerd. Dit kan eenvoudig door telkens de verwijzing te schrappen. Tegelijk wordt de mogelijkheid voor de netbeheerder om groenestroomcertificaten (GSC) voor installaties die elektriciteit opwekken uit zonne-energie, met startdatum vanaf 1 januari 2012 tot 31 december 2012, en die tegen de minimumsteun zoals bepaald in artikel zijn ingediend bij de netbeheerder, in te leveren bij de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG), waarbij de VREG in ruil een aantal GSC s toekent aan de netbeheerder dat gelijk is aan het aantal ingeleverde certifi caten, vermenigvuldigd met de minimumsteun die van toepassing was en gedeeld door de banding deler, af-

4 4 461 ( ) Nr. 2 geschaft. Hierdoor kon men bijvoorbeeld certificaten met een waarde van bijvoorbeeld 230 euro 1 inwisselen tegen 230/97 certificaten. Deze retrobanding vergroot het aantal toegekende certificaten met GSC s per jaar. Het afschaffen ervan heeft dan ook een positieve invloed op het certificatenoverschot. Deze bepaling treedt in werking op 1 januari AMENDEMENT Nr. 3 voorgesteld door de Vlaamse Regering Artikel 27/1 (nieuw) Een artikel 27/1 invoegen, dat luidt als volgt: Art. 27/1. In artikel van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 8 juli 2011, 28 juni 2012 en 28 juni 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1 in 2, tweede lid, worden in de formule de woorden x B tot opgeheven; 2 in 2, tweede lid, worden de zinnen B tot gelijk is aan de totale banding coëfficiënt: de verhouding tussen het aantal toegekende, voor de certificatenverplichting aanvaardbare groenestroomcertificaten over een periode van 12 maanden tot en met juli van jaar n-2 en de totale bruto productie van groene stroom in het Vlaamse Gewest over dezelfde periode. De bruto productie van groene stroom voor de periode van 12 maanden tot en met juli van jaar n-2 wordt berekend aan de hand van de gerapporteerde maandproductie van de productie-installaties. Voor productie-installaties waarvoor geen maandelijkse gegevens beschikbaar zijn, wordt voor de berekening van B tot de productie op basis van jaar n-3 gebruikt. opgeheven; 3 in 2, tweede lid, wordt punt 5 vervangen door wat volgt: 5 0,23 in 2017; ; 4 in paragraaf 3 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: In afwijking van paragraaf 2 wordt Ev vanaf 31 maart 2017 verminderd met de volgende hoeveelheden: 1 voor de afname tussen 1000 MWh en MWh elektriciteit in het jaar n-1 op een bepaald afnamepunt, 47% van die afnameschijf, uit gedrukt in MWh, naar rato van de hoeveelheid elektriciteit die werd afgenomen op het afnamepunt gedurende de periode in het jaar n-1 waarin de betrokken persoon toegangshouder was. Die vermindering geldt alleen voor bedrijfsvestigingen waarvan de hoofdactiviteit behoort tot NACE-BEL 2008 code 05 tot en met 33 (industrie en winning van delfstoffen), code 46391, code of code 52241; 2 voor de afname tussen MWh en MWh elektriciteit in het jaar n-1 op een bepaald afnamepunt, 80% van die afnameschijf, uit gedrukt in MWh, naar rato van de hoeveelheid elektriciteit die werd af genomen op het afnamepunt gedurende de periode in het jaar n-1 waarin de betrokken persoon toegangshouder was; 3 voor de afname tussen MWh en MWh elektriciteit in het jaar n-1 op een bepaald afnamepunt, 80% van die afnameschijf, uit gedrukt in MWh, naar rato van de hoeveelheid elektriciteit die werd afgenomen op 1 Conform artikel 7.1.6, 1, vijfde lid, 5, van het Energiedecreet zijn dit installaties met een piekvermogen van maximaal 250 kw, in gebruik genomen tussen 1 april 2012 en 30 juni 2012.

5 461 ( ) Nr. 2 5 het afnamepunt gedurende de periode in het jaar n-1 waarin de betrokken persoon toegangshouder was; 4 voor de afname boven MWh elektriciteit in het jaar n-1 op een bepaald afnamepunt, 98% van die afnameschijf, uitgedrukt in MWh, naar rato van de hoeveelheid elektriciteit die werd afgenomen op het afnamepunt gedurende de periode in het jaar n-1 waarin de betrokken persoon toegangshouder was; 5 de hoeveelheid elektriciteit waarvoor grote verbruikers of gegroepeerde verbruikers met een totaal verbruik van meer dan 5 GWh in naam van de certificaatplichtige groenestroomcertificaten hebben ingediend. ; 5 in paragraaf 3 wordt het derde lid opgeheven; 6 aan paragraaf 3 wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: In afwijking van het derde en vierde lid wordt het geheel van afnemers die instaan voor het verzorgen van openbaar vervoer niet als één afnamepunt beschouwd. ; 7 er wordt een paragraaf 3/1 ingevoegd, die luidt als volgt: 3/1. Het op ondernemingsniveau verschuldigde bedrag van de door finan cierings steun voor hernieuwbare energie ontstane kosten wordt beperkt tot 4% van de bruto toegevoegde waarde van de betrokken onderneming. Voor bedrijven met een elektriciteitsintensiteit van ten minste 20% wordt dit beperkt tot 0,5% van de bruto toegevoegde waarde van de betrokken onderneming. De Vlaamse Regering bepaalt de te volgen procedures, alsmede de modaliteiten en voorwaarden waaraan moet worden voldaan voor het verkrijgen van deze vermindering... VERANTWOORDING 1. Opheffing B tot en verhoging quotum Uit de formule van het aantal voor te leggen groenestroomcertificaten (Q x B tot x Ev) wordt de term B tot geschrapt. B tot is de verhouding tussen het aantal toegekende groenestroomcertificaten en de bruto groenestroomproductie. Deze factor wordt kleiner onder andere door banding, de energieaftrek, de stopzetting van de certificatentoekenning aan bestaande installaties enzovoort en wordt groter onder andere door retrobanding. B tot was voor de inleverrondes van 2014 en 2015 kleiner dan 1 en verlaagt dus het aantal voor te leggen certificaten. B tot maakt het aantal voor te leggen certificaten voor de toekomstige jaren weinig voorspelbaar, want B tot is afhankelijk van de groenestroommix, het draaien van bepaalde centrales, de aard van de gebruikte biomassa, de timing van de retrobanding enzovoort. Zeker voor kleinere spelers is het moeilijk om de evolutie van deze cruciale factor in te schatten. Door de schrapping van B tot wordt het aantal voor te leggen certificaten meer voorspelbaar. Ook is het aantal voor te leggen certificaten niet langer onderhevig aan toevallige factoren in het jaar n-2 die de B tot hebben beïnvloed. De schrapping van B tot zorgt ook voor een reële verhoging van het aantal voor te leggen certificaten. De schrapping van B tot kan ten vroegste inwerken op de inleverronde van 31 maart 2017, waarvoor de kosten worden doorgerekend in Retroactieve aanpassingen van geldende inleverplichten moeten vermeden worden. De schrapping van B tot zal er voor zorgen dat het aantal voor te leggen certificaten naar schatting ongeveer overeenkomt met het aantal uitgereikte certificaten in n-1, althans voor de inleverrondes van 2017 en Verder wordt het groenestroomquotum voor de inleverronde van 31 maart 2017 verhoogd naar 23%. 2. Aanpassing vrijstellingen In artikel , 3, van het Energiedecreet zijn een aantal verminderingen van Ev voorzien. Deze vrijstellingen waren bedoeld om de concurrentiepositie van energie-intensieve bedrijven niet over-

6 6 461 ( ) Nr. 2 matig aan te tasten. Tegelijk werd in het derde lid ook bepaald dat het geheel van afnamepunten van af nemers die instaan voor het verzorgen van openbaar vervoer en die dus gebruikt worden voor tractiedoel einden, als één afnamepunt worden beschouwd. Deze regel, waardoor ook zij sneller aanzien worden als een grote energieverbruiker, wordt thans opgeheven, wat de facto tot een verhoging van het aantal in te leveren certificaten leidt, en zodoende een positief effect genereert ten aanzien van de certificatenoverschotten. Een reden hiervoor is dat deze openbaarvervoersondernemingen niet aan concurrentie zijn onder worpen. Dit is echter niet het geval voor de vrachtbehandeling in de havens (NACE-code ). Om die redenen wordt deze NACE-code toegevoegd aan de lijst van vrijstellingen. Teneinde echter te vermijden dat dergelijke openbaarvervoersnetten via een catalogeren als een gesloten distributienet toch als één afnamepunt zouden worden beschouwd, wordt thans expliciet gesteld dat ze niet als één punt mogen worden beschouwd. De ratio legis voor de invoering van deze maatregel met betrekking tot gesloten netten ligt immers in de vrijwaring van de concurrentiepositie van de energie-intensieve ondernemingen (zie Parl.St. Vl.Parl , nr. 1147/1, p. 44) terwijl de afnemers die instaan voor het verzorgen van het openbaar vervoer monopolisten zijn die zich zodoende in een volledig andere situatie bevinden dan andere afnemers. Deze maatregel betreft dan ook een gerechtvaardigd onderscheid. Om de impact van de quotumstijging op energie-intensieve verbruikers te beperken, worden de vrijstellingen verhoogd. Concreet is het de bedoeling om vanaf 2016 (inleverronde 2017) volgende vrijstellingen van toepassing te laten zijn (zie tabel). GSC-vrijstelling WKC-vrijstelling Huidig Aangepast Huidig Aangepast 1. Verbruikers zonder vrijstellingen + schijf zonder vrijstellingen (< of = 1 GWh) 0% 0% 0% 0% 2A. Schijf 1-5 GWh: 40% 47% 10% 47% 2B. Schijf 5-20 GWh 40% 47% 15% 47% 3. Schijf GWh: 75% 80% 25% 50% 4. Schijf GWh: 80% 80% 50% 80% 5. Schijf > 250 GWh: 98% 98% 80% 85% Gelet op de duidelijkheid met betrekking tot de hoogte van de quota kan deze bepaling, net zoals de schrapping van B tot, ten vroegste inwerken op de inleverronde van 31 maart AMENDEMENT Nr. 4 voorgesteld door de Vlaamse Regering Artikel 27/2 (nieuw) Een artikel 27/2 invoegen, dat luidt als volgt: Art. 27/2. In artikel , 2/1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 8 juli 2011, 28 juni 2012 en 28 juni 2013, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: In afwijking van 2 wordt Ev vanaf 31 maart 2017 verminderd met de volgende hoeveelheden: 1 voor de afname tussen 1000 MWh en 5000 MWh elektriciteit in het jaar n-1 op een bepaald afnamepunt, 47% van deze afnameschijf, uitgedrukt in MWh, naar rato van de hoeveelheid elektriciteit die werd afgenomen op het afnamepunt gedurende de periode in het jaar n-1 waarin de betrokken persoon toegangshouder was. De vermindering geldt enkel voor bedrijfsvestigingen waarvan de hoofdactiviteit behoort tot NACE-BEL 2008 code 05 tot en met 33 (industrie en winning van delfstoffen), code of code of code 52241;

7 461 ( ) Nr voor de afname tussen 5000 MWh en MWh elektriciteit in het jaar n-1 op een bepaald afnamepunt, 47% van deze afnameschijf, uitgedrukt in MWh, naar rato van de hoeveelheid elektriciteit die werd afgenomen op het afnamepunt gedurende de periode in het jaar n-1 waarin de betrokken persoon toegangshouder was. De vermindering geldt enkel voor bedrijfsvestigingen waarvan de hoofdactiviteit behoort tot NACE-BEL 2008 code 05 tot en met 33 (industrie en winning van delfstoffen), code of code of code 52241; 3 voor de afname tussen MWh en MWh elektriciteit in het jaar n-1 op een bepaald afnamepunt, 50% van deze afnameschijf, uitgedrukt in MWh, naar rato van de hoeveelheid elektriciteit die werd afgenomen op het afnamepunt gedurende de periode in het jaar n-1 waarin de betrokken persoon toegangshouder was; 4 voor de afname tussen MWh en MWh elektriciteit in het jaar n-1 op een bepaald afnamepunt, 80% van deze afnameschijf, uitgedrukt in MWh, naar rato van de hoeveelheid elektriciteit die werd afgenomen op het afnamepunt gedurende de periode in het jaar n-1 waarin de betrokken persoon toegangshouder was; 5 voor de afname boven MWh elektriciteit in het jaar n-1 op een bepaald afnamepunt, 85% van deze afnameschijf, uitgedrukt in MWh, naar rato van de hoeveelheid elektriciteit die werd afgenomen op het afnamepunt gedurende de periode in het jaar n-1 waarin de betrokken persoon toegangshouder was... VERANTWOORDING Dit artikel betreft een verhoging van de warmte-krachtkoppelingvrijstelling (WKK). Zie ook de toelichting bij amendement 3. AMENDEMENT Nr. 5 voorgesteld door de Vlaamse Regering Artikel 48 Punt 2 vervangen door wat volgt: 2 artikel 5, 23, 23/1, 2, 24 en 34, 1, die in werking treden op 1 januari 2016;. VERANTWOORDING Zie de verantwoording bij amendement nr. 7. AMENDEMENT Nr. 6 voorgesteld door de Vlaamse Regering Artikel 48 Een punt 3 toevoegen, dat luidt als volgt: 3 artikel 27/1, 1, 4, 5, 6 en 7, en artikel 27/2 die voor het eerst van toepassing zijn voor de inleveringsronde die eindigt op 31 maart

8 8 461 ( ) Nr. 2 VERANTWOORDING Zie de verantwoording bij amendement nr. 7. AMENDEMENT Nr. 7 voorgesteld door de Vlaamse Regering Artikel 48 Een tweede lid toevoegen, dat luidt als volgt: In afwijking van het eerste lid, 3, blijven de artikelen , 2, tweede lid, en 3, eerste en derde lid, en artikel , 2/1, eerste lid, van het Energiedecreet van 8 mei 2009, in de lezing voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel 27/1, 1, 4, 5, 6 en 7, en artikel 27/2, van toepassing op de inleveringsronde die eindigt op 31 maart VERANTWOORDING De bepalingen uit de amendementen 5, 6 en 7 wijzigen de inwerkingtredingsbepaling van het ontwerp van decreet houdende diverse bepalingen inzake energie. Ofschoon de inleveringsrondes voor de quotumverplichtingen groene stroom en WKK eindigen op 31 maart 2016, dient het te behalen quotum daarvoor reeds gekend te zijn. De leveranciers dienen immers te kunnen weten hoeveel certificaten ze dienen in te dienen, en daardoor bijvoorbeeld ook dienen aan te kopen. Daarom kunnen wijzigingen die daarop rechtstreeks of onrechtstreeks ingrijpen niet van toepassing worden op een lopende quotumverplichting (met andere woorden, de inleveringsronde eindigend op 31 maart 2016). Zij kunnen dan ook ten vroegste inwerken op de inleverronde van 31 maart 2017.

9 461 ( ) Nr. 2 9 BIJLAGE 1: ONTWERPEN VAN AMENDEMENT

10 ( ) Nr. 2

11 461 ( ) Nr Amendement 1 In artikel 4 van het ontwerp van decreet houdende diverse bepalingen inzake energie wordt een punt 2 /1 ingevoegd dat luidt als volgt 2 /1 er wordt een punt 22 /1 ingevoegd, dat luidt als volgt 22 /1 B tot : de totale bandingcoëfficiënt, dat is de verhouding tussen het aantal toegekende, voor de certificatenverplichting aanvaardbare groenestroomcertificaten over een periode van twaalf maanden tot en met juli van het jaar n-2 en de totale bruto productie van groene stroom in het Vlaamse Gewest over dezelfde periode. De bruto productie van groene stroom voor de periode van twaalf maanden tot en met juli van jaar n-2 wordt berekend aan de hand van de gerapporteerde maandproductie van de productie-installaties. Voor productie-installaties waarvoor geen maandelijkse gegevens beschikbaar zijn, wordt voor de berekening van B tot de productie op basis van het jaar n- 3 gebruikt;. Amendement 2 In het ontwerp van decreet houdende diverse bepalingen inzake energie wordt een artikel 23/1 ingevoegd dat luidt als volgt Art. 23/1. In artikel 7.1.1, 1 van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 14 maart 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1 in het vijfde lid worden de woorden zoals bepaald in artikel , 2 opgeheven; 2 het zevende, achtste en negende lid worden opgeheven. Amendement 3 In het ontwerp van decreet houdende diverse bepalingen inzake energie wordt een artikel 27/1 ingevoegd dat luidt als volgt Art. 27/1. In artikel van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 8 juli 2011, 28 juni 2012 en 28 juni 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1 in 2, tweede lid, worden in de formule de woorden x B tot opgeheven; 2 in 2, tweede lid, worden de zinnen B tot gelijk is aan de totale bandingcoëfficiënt : de verhouding tussen het aantal toegekende, voor de certificatenverplichting aanvaardbare groenestroomcertificaten over een periode van 12 maanden tot en met juli van jaar n-2 en de totale bruto productie van groene stroom in het Vlaamse Gewest over dezelfde periode. De bruto productie van groene stroom voor de periode van 12 maanden tot en met juli van jaar n-2 wordt berekend aan de hand van de gerapporteerde maandproductie van de productie-installaties. Voor productie-installaties waarvoor geen maandelijkse gegevens beschikbaar zijn, wordt voor de berekening van B tot de productie op basis van jaar n-3 gebruikt. opgeheven; 3 in 2, tweede lid wordt punt 5 vervangen door wat volgt: 5 0,23 in 2017 ; 4 in paragraaf 3 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt:

12 ( ) Nr. 2 In afwijking van paragraaf 2 wordt Ev vanaf 31 maart 2017 verminderd met de volgende hoeveelheden: 1 voor de afname tussen 1000 MWh en MWh elektriciteit in het jaar n-1 op een bepaald afnamepunt, 47 % van die afnameschijf, uitgedrukt in MWh, naar rata van de hoeveelheid elektriciteit die werd afgenomen op het afnamepunt gedurende de periode in het jaar n-1 waarin de betrokken persoon toegangshouder was. Die vermindering geldt alleen voor bedrijfsvestigingen waarvan de hoofdactiviteit behoort tot NACE-BEL 2008 code 05 tot en met 33 (industrie en winning van delfstoffen), code 46391, code of code 52241; 2 voor de afname tussen MWh en MWh elektriciteit in het jaar n-1 op een bepaald afnamepunt, 80 % van die afnameschijf, uitgedrukt in MWh, naar rata van de hoeveelheid elektriciteit die werd afgenomen op het afnamepunt gedurende de periode in het jaar n-1 waarin de betrokken persoon toegangshouder was 3 voor de afname tussen MWh en MWh elektriciteit in het jaar n-1 op een bepaald afnamepunt, 80 % van die afnameschijf, uitgedrukt in MWh, naar rata van de hoeveelheid elektriciteit die werd afgenomen op het afnamepunt gedurende de periode in het jaar n-1 waarin de betrokken persoon toegangshouder was; 4 voor de afname boven MWh elektriciteit in het jaar n-1 op een bepaald afnamepunt, 98 % van die afnameschijf, uitgedrukt in MWh, naar rata van de hoeveelheid elektriciteit die werd afgenomen op het afnamepunt gedurende de periode in het jaar n-1 waarin de betrokken persoon toegangshouder was; 5 de hoeveelheid elektriciteit waarvoor grote verbruikers of gegroepeerde verbruikers met een totaal verbruik van meer dan 5 GWh in naam van de certificaatplichtige groenestroomcertificaten hebben ingediend. ; 5 in paragraaf 3 wordt het derde lid opgeheven. Amendement 4 In het ontwerp van decreet houdende diverse bepalingen inzake energie wordt een artikel 27/2 ingevoegd dat luidt als volgt Art. 27/2. In artikel , 2/1 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 8 juli 2011, 28 juni 2012 en 28 juni 2013, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: In afwijking van 2, wordt Ev vanaf 31 maart 2017 verminderd met de volgende hoeveelheden: 1 voor de afname tussen MWh en MWh elektriciteit in het jaar n-1 op een bepaald afnamepunt, 47 % van deze afnameschijf, uitgedrukt in MWh, naar rata van de hoeveelheid elektriciteit die werd afgenomen op het afnamepunt gedurende de periode in het jaar n-1 waarin de betrokken persoon toegangshouder was. De vermindering geldt enkel voor bedrijfsvestigingen waarvan de hoofdactiviteit behoort tot NACE-BEL 2008 code 05 tot en met 33 (industrie en winning van delfstoffen), code of code of code 52241; 2 voor de afname tussen MWh en MWh elektriciteit in het jaar n-1 op een bepaald afnamepunt, 47 % van deze afnameschijf, uitgedrukt in MWh, naar rata van de hoeveelheid elektriciteit die werd afgenomen op het afnamepunt gedurende de periode in het jaar n-1 waarin de betrokken persoon toegangshouder was. De vermindering geldt enkel voor bedrijfsvestigingen waarvan de hoofdactiviteit behoort tot NACE-BEL 2008 code 05 tot en met 33 (industrie en winning van delfstoffen), code of code of code 52241; 3 voor de afname tussen MWh en MWh elektriciteit in het jaar n-1 op een bepaald afnamepunt, 50 % van deze afnameschijf, uitgedrukt in MWh, naar rata van de hoeveelheid elektriciteit die werd afgenomen op het afnamepunt gedurende de periode in het jaar n-1 waarin de betrokken persoon toegangshouder was; 4 voor de afname tussen MWh en MWh elektriciteit in het jaar n-1 op

13 461 ( ) Nr een bepaald afnamepunt, 80 % van deze afnameschijf, uitgedrukt in MWh, naar rata van de hoeveelheid elektriciteit die werd afgenomen op het afnamepunt gedurende de periode in het jaar n-1 waarin de betrokken persoon toegangshouder was; 5 voor de afname boven MWh elektriciteit in het jaar n-1 op een bepaald afnamepunt, 85 % van deze afnameschijf, uitgedrukt in MWh, naar rata van de hoeveelheid elektriciteit die werd afgenomen op het afnamepunt gedurende de periode in het jaar n-1 waarin de betrokken persoon toegangshouder was. Amendement 5 Aan artikel 48 van ontwerp van decreet houdende diverse bepalingen inzake energie worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1 punt 2 wordt vervangen door wat volgt: 2 artikel 5, 23, 23/1, 2, 24 en 34, 1 die in werking treden op 1 januari 2016 ; 2 er wordt een punt 3 toegevoegd, dat luidt als volgt: 3 artikel 27/1, 1, 4 en 5, en 27/2 die voor het eerst van toepassing zijn voor de inleveringsronde die eindigt op 31 maart 2017;.

14 ( ) Nr. 2 Toelichting Amendement 1 Via deze amendementen wordt in de in artikel , 1 van het Energiedecreet vermelde formule B tot geschrapt. Hetzelfde artikel definieerde tevens wat B tot is. Deze term wordt echter nergens meer in artikel gebruikt, maar wel nog in andere bepalingen (bijv. art , 1). Daarom wordt die definitie die thans in artikel is opgenomen verplaatst naar artikel van het Energiedecreet, alwaar alle definities gegroepeerd staan. Amendement 2 Parallel met amendementen 1 en 3, dienen een aantal verwijzingen, die omwille van de wijzigingen m.b.t. B tot niet langer correct zijn, in artikel 7.1.1, 1 worden gecorrigeerd. Dit kan eenvoudig door telkens de verwijzing te schrappen. Tegelijk wordt de mogelijkheid voor de netbeheerder om groenestroomcertificaten voor installaties die elektriciteit opwekken uit zonne-energie, met startdatum vanaf 1 januari 2012 tot 31 december 2012, en die tegen de minimumsteun zoals bepaald in artikel zijn ingediend bij de netbeheerder, in te leveren bij de VREG, waarbij de VREG in ruil een aantal groenestroomcertificaten toekent aan de netbeheerder dat gelijk is aan het aantal ingeleverde certificaten, vermenigvuldigd met de minimumsteun die van toepassing was en gedeeld door de bandingdeler, afgeschaft. Hierdoor kon men bijvoorbeeld certificaten met een waarde van bv. 230 euro inwisselen tegen 230/93 certificaten. Deze retrobanding vergroot het aantal toegekende certificaten met GSC s per jaar. Het afschaffen ervan heeft dan ook een positieve invloed op het certificatenoverschot. Deze bepaling treedt in werking op 1 januari Opheffing Btot en verhoging quotum Amendement 3 Uit de formule van het aantal voor te leggen groene stroomcertificaten (Q X B tot X Ev) wordt de term B tot geschrapt. B tot is de verhouding tussen het aantal toegekende groenestroomcertificaten en de bruto groene stroomproductie. Deze factor wordt kleiner o.a. door banding, de energieaftrek, de stopzetting van de certificatentoekenning aan bestaande installaties, en wordt groter o.a. door retrobanding. B tot was voor de inleverrondes van 2014 en 2015 kleiner dan 1 en verlaagt dus het aantal voor te leggen certificaten. B tot maakt het aantal voor te leggen certificaten voor de toekomstige jaren weinig voorspelbaar, want B tot is afhankelijk van de groene stroommix, het draaien van bepaalde centrales, de aard van de gebruikte biomassa, de timing van de retrobanding, etc. Zeker voor kleinere spelers is het moeilijk om de evolutie van deze cruciale factor in te schatten. Door de schrapping van B tot wordt het aantal voor te leggen certificaten meer voorspelbaar. Ook is het aantal voor te leggen certificaten niet langer onderhevig aan toevallige factoren in het jaar n-2 die de B tot hebben beïnvloed. De schrapping van B tot zorgt ook voor een reële verhoging van het aantal voor te leggen certificaten. De schrapping van B tot kan ten vroegste inwerken op de inleverronde van 31 maart 2017, waarvoor de kosten worden doorgerekend in Retroactieve aanpassingen van geldende inleverplichten moeten vermeden worden. De schrapping van B tot zal er naar schatting voor zorgen dat het aantal voor te leggen certificaten ongeveer overeenkomt met het aantal uitgereikte certificaten in n-1, althans voor de inleverrondes van 2017 en 2018.

15 461 ( ) Nr Verder wordt het groene stroomquotum voor de inleverronde van 31 maart 2017 verhoogd naar 23%. 2. Aanpassing vrijstellingen In artikel , 3 van het Energiedecreet zijn een aantal verminderingen van Ev voorzien. Deze vrijstellingen waren bedoeld om de concurrentiepositie van energieintensieve bedrijven niet overmatig aan te tasten. Tegelijk werd in het derde lid ook bepaald dat het geheel van afnamepunten van afnemers die instaan voor het verzorgen van openbaar vervoer en die dus gebruikt worden voor tractiedoeleinden, als één afnamepunt worden beschouwd. Deze regel, waardoor ook zij sneller aanzien worden als een grote energieverbruiker, wordt thans opgeheven, wat de facto tot een verhoging van het aantal in te leveren certificaten leidt, en zodoende een positief effect genereert vis-àvis de certificatenoverschotten. Een reden hiervoor is dat deze openbare vervoersondernemingen niet aan concurrentie zijn onderworpen. Dit is echter niet het geval voor de vrachtbehandeling in de havens (NACE-code ). Om die redenen wordt deze NACE-code toegevoegd aan de lijst van vrijstellingen. Om de impact van de quotumstijging op energie-intensieve verbruikers te beperken, worden de vrijstellingen verhoogd. Concreet is het de bedoeling om vanaf 2016 (inleverronde 2017) volgende vrijstellingen van toepassing te laten zijn (zie tabel). GSC-vrijstelling WKC-vrijstelling Huidig Aangepast Huidig Aangepast 1. Verbruikers zonder vrijstellingen + schijf zonder vrijstellingen (< of = 1 GWh) 0% 0% 0% 0% 2A. Schijf 1-5 GWh: 40% 47% 10% 47% 2B. Schijf 5-20 GWh 40% 47% 15% 47% 3. Schijf GWh: 75% 80% 25% 50% 4. Schijf GWh: 80% 80% 50% 80% 5. Schijf > 250 GWh: 98% 98% 80% 85% Gelet op de duidelijkheid m.b.t. de hoogte van de quota kan deze bepaling, net zoals de schrapping van B tot, ten vroegste inwerken op de inleverronde van 31 maart Amendement 4 Dit artikel betreft een verhoging van de WKK vrijstelling zie ook de toelichting bij amendement 3.

16 ( ) Nr. 2 Amendement 5 Deze bepaling wijzigt de inwerkingtredingsbepaling van het ontwerp van decreet houdende diverse bepalingen inzake energie. Ofschoon de inleveringsrondes voor de quotumverplichtingen groene stroom en WKK eindigen op 31 maart, dient het te behalen quotum daarvoor reeds gekend te zijn. De leveranciers dienen immers te kunnen weten hoeveel certificaten ze dienen in te dienen, en daardoor bijv. ook dienen aan te kopen. Daarom kunnen wijzigingen die daarop rechtstreeks of onrechtstreeks ingrijpen niet van toepassing worden op een lopende quotum verplichting (m.a.w. de inleveringsronde eindigend op 31 maart 2016). Zij kunnen dan ook ten vroegste inwerken op de inleverronde van 31 maart 2017.

17 461 ( ) Nr BIJLAGE 2: ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE op de ontwerpen van amendement

18 ( ) Nr. 2

19 461 ( ) Nr RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies /1/V van 25 augustus 2015 over vijf amendementen op het voorontwerp van decreet houdende diverse bepalingen inzake energie

20 ( ) Nr. 2 Op 30 juli 2015 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie verzocht binnen een termijn van dertig dagen, van rechtswege verlengd tot 15 september 2015, (*) een advies te verstrekken over vijf amendementen op het voorontwerp van decreet houdende diverse bepalingen inzake energie. De amendementen zijn door de eerste vakantiekamer onderzocht op 11 augustus De kamer was samengesteld uit Marnix VAN DAMME, kamervoorzitter, Jeroen VAN NIEUWENHOVE en Bert THYS, staatsraden, Michel TISON, assessor, en Wim GEURTS, griffier. Het verslag is uitgebracht door Tim CORTHAUT, auditeur. Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 25 augustus * (*) Deze verlenging vloeit voort uit artikel 84, 1, eerste lid, 2, in fine, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, waarin wordt bepaald dat deze termijn van rechtswege wordt verlengd met vijftien dagen wanneer hij begint te lopen tussen 15 juli en 31 juli of wanneer hij verstrijkt tussen 15 juli en 15 augustus.

21 461 ( ) Nr VOORAFGAANDE OPMERKINGEN 1. Met toepassing van artikel 84, 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond 1, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. 2. In de adviesaanvraag werd nagelaten formeel een gemachtigde aan te wijzen die namens de adviesaanvrager aan de Raad van State de nodige uitleg kan verschaffen over de draagwijdte van de amendementen en kan antwoorden op de vragen die in dat verband door de auditeur-verslaggever worden voorgelegd. Een poging van de auditeur-verslaggever om dergelijke antwoorden te verkrijgen, bleek vruchteloos en werd uiteindelijk beantwoord met de melding dat [g]ezien de vakantieperiode (..) we pas begin september op al uw vragen kunnen antwoorden. Dat het onderzoek door de Raad van State moet plaatsvinden in een vakantieperiode waarin de persoon of personen die als gemachtigde zouden kunnen fungeren, blijkbaar niet beschikbaar zijn, berust op een keuze van de adviesaanvrager zelf en doet niets af aan de wettelijke verplichting 2 om een gemachtigde aan te wijzen die met kennis van zaken de Raad van State te woord kan staan. Het gegeven dat de Raad van State ook gedurende vakantieperiodes de doorgaans talrijk ingekomen adviesaanvragen moet afhandelen, gaat hand in hand met de verplichting van de adviesaanvrager om het door de aanwijzing van de gemachtigde de Raad van State mogelijk te maken om ook in die vakantieperiodes een beredeneerd advies te geven dat bijdraagt tot de juridische deugdelijkheid van de ontworpen rechtsregel. Het niet nakomen van de verplichting om een gemachtigde aan te wijzen, kan overigens leiden tot de onontvankelijkheid van de adviesaanvraag. De Raad van State maant de adviesaanvrager dan ook aan om die verplichting voor de toekomst steeds ter harte te nemen. * STREKKING VAN DE AMENDEMENTEN 3.1. De vijf om advies voorgelegde amendementen van de Vlaamse Regering bevatten wijzigingen van het voorontwerp van decreet houdende diverse bepalingen inzake energie, dat de Vlaamse Regering op 17 juli 2015 heeft goedgekeurd, na aanpassingen naar aanleiding van advies /3 dat de Raad van State op 9 juli 2015 over dit voorontwerp heeft gegeven. 3 1 Aangezien het om amendementen op een voorontwerp van decreet gaat, wordt onder rechtsgrond de overeenstemming met de hogere rechtsnormen verstaan. 2 Zie artikel 3, 1, eerste lid, tweede zin, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State. Zie in dat verband ook het Vademecum adviesprocedure voor de afdeling wetgeving, blz. 18 en 19 ( 3 Advies /3 van 9 juli 2015 over een voorontwerp van decreet houdende diverse bepalingen inzake energie.

22 ( ) Nr. 2 De amendementen hebben betrekking op nieuwe aangelegenheden. Er worden een aantal wijzigingen mee beoogd aangaande de invulling van de inleverplicht van groenestroomcertificaten en warmtekrachtcertificaten in hoofde van grote individuele of gegroepeerde verbruikers van elektriciteit, met het oog op een reductie van het certificatenoverschot. Deze aanpassingen omvatten de verhoging van de quota inzake groenestroomcertificaten en warmtekrachtcertificaten, de verhoging van de vrijstellingen op de certificatenplicht voor energie-intensieve bedrijven, het schrappen van de vrijstelling voor openbaar vervoer; het schrappen van de factor B tot uit de formule voor het aantal voor te leggen groenestroomcertificaten, alsook de afschaffing van retrobanding Amendement 1 strekt tot de wijziging van artikel 4 van het voorontwerp van decreet met het oog op de invoeging van een nieuw punt 22 /1 in artikel van het Energiedecreet van 8 mei 2009 met een definitie van B tot. Die definitie komt in de plaats van de huidige omschrijving van B tot, vervat in artikel , 2, tweede lid, van het Energiedecreet, die opgeheven wordt bij het tweede onderdeel van amendement Amendement 2 strekt tot de invoeging van een artikel 23/1 in het voorontwerp van decreet. Met het eerste onderdeel ervan wordt de opheffing beoogd in artikel 7.1.1, 1, van het Energiedecreet van de verwijzing naar de definitie van B tot in artikel , 2, van het Energiedecreet, gelet op de nieuwe definitie ervan. Het tweede onderdeel strekt tot de opheffing van het zevende, achtste en negende lid van artikel 7.1.1, 1, van het Energiedecreet. Met de opheffing van het zevende lid wordt een einde gesteld aan de zogenaamde retrobanding. Op grond van die bepaling kon de netbeheerder de bij hem tegen het verstrekken van de minimumsteun ingeleverde groenestroomcertificaten voor fotovoltaïsche installaties die in gebruik werden genomen tussen 1 januari 2012 en 31 december 2012, omruilen bij de VREG voor een aantal certificaten dat overeenstemt met het aantal ingeleverde certificaten, vermenigvuldigd met de toepasselijke minimumsteun en gedeeld door de bandingdeler. 4 Het gevolg van die maatregel was een vermenigvuldiging van het aantal toegekende groenestroomcertificaten, hetgeen bijdroeg tot het certificatenoverschot. Met de opheffing van het achtste en het negende lid wordt de regeling geschrapt met betrekking tot de wijze waarop de groenestroomcertificaten die de netbeheerders inleveren bij de VREG en de groenestroomcertificaten die de netbeheerders ontvangen van de VREG, in rekening worden gebracht voor het bepalen van B tot Amendement 3 strekt tot het invoegen van een artikel 27/1 in het voorontwerp van decreet, waarbij een aantal wijzigingen worden aangebracht in artikel van het Energiedecreet. 4 Het komt de Raad van State voor dat het cijfervoorbeeld in de toelichting bij het amendement niet correct is. De bandingdeler bedoeld in artikel 1.1.3, 13 /1, a), van het Energiedecreet bedraagt immers 97 (niet: 93) euro per groenestroomcertificaat. De waarde van de in het cijfervoorbeeld vermelde groenestroomcertificaten (230 euro) is niet onjuist, maar geldt, gelet op artikel 7.1.6, 1, vijfde lid, 5, van het Energiedecreet, enkel voor een installatie met een piekvermogen van maximaal 250 kw, in gebruik genomen tussen 1 april 2012 en 30 juni Dat laatste kan dan ook beter worden gepreciseerd.

23 461 ( ) Nr Bij het eerste onderdeel worden de woorden x B tot opgeheven in de formule voor de bepaling van het aantal groenestroomcertificaten dat in een bepaald jaar n moet worden ingediend vanaf 31 maart 2013, zodat de factor B tot niet langer aanleiding kan geven tot een vermindering van de certificatenverplichting. Nu die factor voor die formule niet langer relevant is en er bij amendement 1 een algemene definitie van B tot wordt ingevoerd, strekt het tweede onderdeel van amendement 3 tot het opheffen van de definitie ervan in artikel , 2, tweede lid, van het Energiedecreet. Bij het derde onderdeel wordt de factor Gr voor dezelfde voormelde formule voor het jaar 2017 verhoogd tot 0,23, wat een verhoging van het aantal in te leveren certificaten tot gevolg zal hebben. Het vierde onderdeel strekt tot de vervanging van het eerste lid van artikel , 3, van het Energiedecreet, door ruimere vrijstellingen voor energie-intensieve verbruikers. De vrijstelling voor de eerste schijf wordt bovendien voortaan ook toegekend aan bedrijven die onder NACE-BEL 2008 code vallen (de vrachtbehandelaars in zeehavens). Bij het vijfde onderdeel wordt het derde lid van artikel , 3, van het Energiedecreet opgeheven, zodat de gunstmaatregel verdwijnt waarbij alle afnamepunten van een afnemer die instaat voor openbaar vervoer werden geaggregeerd. Hierdoor zullen die ondernemingen voortaan meer groenestroomcertificaten moeten inleveren omdat ze minder snel in aanmerking komen voor de vrijstelling voor grote verbruikers Amendement 4 strekt tot het invoegen van een artikel 27/2 in het voorontwerp van decreet waarbij het eerste lid van artikel , 2/1, van het Energiedecreet wordt vervangen om te voorzien in beduidend ruimere vrijstellingen van de inleverplicht voor warmtekrachtcertificaten, waarbij de vrijstellingen van de eerste twee schijven voortaan ook worden toegekend aan de vrachtbehandelaars in zeehavens Amendement 5 strekt tot aanpassing van artikel 48 van het voorontwerp van decreet met het oog op de regeling van de inwerkingtreding van de nieuwe ontworpen bepalingen. Het ontworpen artikel 23/1, 2, van het Energiedecreet wordt toegevoegd aan de lijst met bepalingen die in afwijking van de inwerkingtreding op de bekendmaking van het aan te nemen decreet in het Belgisch Staatsblad in werking treden op 1 januari De ontworpen artikelen 27/1, 1, 4 en 5, en 27/2 zullen voor het eerst van toepassing zijn voor de inleverronde die eindigt op 31 maart VORMVEREISTEN 4.1. De vrijstellingen waarin wordt voorzien bij de amendementen 3 en 4 moeten beschouwd worden als staatssteun. Een maatregel, in welke vorm dan ook, vormt volgens de rechtspraak van het Hof van Justitie met betrekking tot artikel 107, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VWEU) staatssteun indien vier voorwaarden zijn vervuld, te weten dat het gaat om een maatregel van de staat of met staatsmiddelen bekostigd, dat deze maatregel het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig kan beïnvloeden, dat de maatregel de begunstigde ervan een selectief voordeel verschaft en dat

24 ( ) Nr. 2 hij de mededinging vervalst of dreigt te vervalsen 5. In het voorliggende geval wordt aan een aantal sectoren en (energie-intensieve) bedrijven een vermindering toegestaan met betrekking tot de ruimer geldende verplichting om een aantal groenestroomcertificaten en warmtekrachtcertificaten in te leveren. Het verlenen van een gehele of gedeeltelijke vrijstelling van een last die normaal op de ondernemingen rust, kan als een voordeel worden beschouwd Uit de toelichting bij amendement 3 kan worden afgeleid dat de keuze van de sectoren is ingegeven door de mate waarin zij onderworpen zijn aan concurrentie en dat om die reden de bestaande vrijstelling voor het openbaar vervoer moeilijker wordt gemaakt, terwijl de vrachtbehandelaars in de zeehavens juist onder de vrijstellingsregeling worden gebracht. Voor zover het effect van een dergelijke maatregel op de interstatelijke handel en op de mededinging al niet moet worden vermoed, 6 wordt het effect in dit geval bijgevolg door de stellers zelf erkend. Aangezien de vrijstellingen specifiek worden gegeven aan bepaalde industriële actoren en grote verbruikers en de regeling zo wordt opgevat dat sommige sectoren juist niet of in veel mindere mate het voordeel van die vrijstellingen genieten, moet ook worden aangenomen dat de ontworpen maatregel selectief is Op het eerste gezicht lijkt het dat het systeem van groenestroomcertificaten en warmtekrachtcertificaten niet uit staatsmiddelen wordt bekostigd, maar wordt gefinancierd via lasten die rechtstreeks werden opgelegd aan de verbruikers, zonder dat er overheidsmiddelen bij betrokken waren, zodat die maatregel niet als staatssteun kon worden beschouwd in het licht van het arrest PreussenElektra. 7 Zoals de Raad van State reeds eerder heeft uiteengezet, is die situatie evenwel in een ander licht komen te staan door de invoering van de banking van groenestroomcertificaten, 8 en de daartegenover staande garantie van de Vlaamse Regering, die de inzet van staatsmiddelen impliceert. 9 Door die maatregel is immers het hele systeem van groenestroomcertificaten gedenatureerd. 10 De Vlaamse overheid heeft immers toegezegd om voor die certificaten die door de netbeheerders moeten worden bijgehouden het verschil bij te passen tussen de marktprijs en de minimumsteun. Die marktprijs staat onder druk door het certificatenoverschot. Door het opleggen van een hogere inleverplicht aan de verbruikers kan dat overschot worden verminderd, hetgeen bij een normale marktwerking de prijs van de certificaten doet stijgen, en dus de mogelijke financiële last voor de Vlaamse overheid op het einde van de 5 HvJ 19 december 2013, C-262/13, Association Vent de Colère, punt HvJ 14 januari 2015, C-518/13, Eventech, punten HvJ 13 maart 2001, C-379/98, PreussenElektra. 8 Besluit van de Vlaamse Regering van 10 januari 2014 tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de banking van groenestroomcertificaten en warmtekrachtcertificaten door de netbeheerders. 9 Zie adv.rvs /3 van 18 juli 2013 over een ontwerp dat heeft geleid tot het voormelde besluit van de Vlaamse Regering van 10 januari 2014, opmerking 4 en vooral adv.rvs /3 van 15 december 2014 over een ontwerp dat heeft geleid tot het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014 tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de banking van groenestroomcertificaten en warmtekrachtcertificaten door de netbeheerders, opmerking Zie adv.rvs /3, punt 4.3, voetnoot 6, waar de vergelijking wordt gemaakt met de denaturatie van de federale regeling voor de offshore groenestroomproductie sinds de invoering van de degressiviteit van de federale heffing, met betrekking tot de gelijkaardige federale steunregeling voor de offshore windproductie (zie daarover adv.rvs /1/V van 31 juli 2013 over een ontwerp dat heeft geleid tot het koninklijk besluit van 17 augustus 2013 tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen ).

25 461 ( ) Nr bankingperiode doet afnemen. Omgekeerd impliceert het toestaan van gedeeltelijke vrijstellingen van die certificatenverplichting, zoals vervat in de amendementen 3 en 4, 11 dat het certificatenoverschot minder snel krimpt en dat de negatieve financiële weerslag van dat overschot op de Vlaamse begroting weer groter wordt. Het toekennen van een vrijstelling blijkt dus wel degelijk gevolgen te hebben voor de overheidsfinanciën, zodat het voordeel in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd 12 wordt Aangezien bijgevolg lijkt te zijn voldaan aan alle vier voorwaarden voor staatssteun en de amendementen 3 en 4 ertoe strekken een wijziging aan te brengen in een aspect van een steunregeling die al eerder moest worden aangemeld bij de Europese Commissie met toepassing van artikel 108, lid 3, van het VWEU, moet worden geoordeeld dat ook dit ontwerp onderworpen is aan de aanmeldingsplicht en de bijbehorende standstill-verplichting. Daarbij mag niet uit het oog worden verloren dat, in het geval de ontworpen regeling of een deel ervan zou worden beschouwd als een regeling inzake staatssteun, het miskennen van de aanmeldingsverplichting de onwettigheid van de betrokken staatssteun tot gevolg heeft, zelfs al zou die op zichzelf genomen verenigbaar met het Unierecht kunnen worden verklaard, wat enkel aan de Europese Commissie toekomt, 13 alsmede, in beginsel, de verplichting tot terugvordering van de onrechtmatig toegekende steun. 14 De nationale rechter in België dus ook het Grondwettelijk Hof 15 is bevoegd om vast te stellen of een maatregel als nieuwe staatssteun moet worden aangemerkt en of, indien dat het geval is, die maatregel bij de Commissie moest worden aangemeld alvorens tot uitvoering te worden gebracht 16 en dus de terugvordering te bevelen. Niet-aanmelding van de amendementen verhindert bovendien dat die sanctie zou kunnen worden gemilderd in functie van een (nakend) compatibiliteitsoordeel door de Europese Commissie Voor de maatregel met betrekking tot de groenestroomcertificaten die vervat is in amendement 3, beschikt de Raad van State weliswaar niet over alle gegevens om na te gaan of de algemene verhoging van de certificatenplicht en de verhoogde verminderingen elkaar in evenwicht houden. Maar ook als dat zo zou zijn, impliceert het gegeven dat enkel bepaalde ondernemingen van de verminderingen genieten, dat er ook bij een algemene lastenverhoging een selectief voordeel wordt toegekend. Bovendien moet worden vastgesteld dat er in het geval van de warmtekrachtcertificaten (amendement 4) helemaal geen verhoging van de algemene inleververplichtingen voorligt en dat de maatregel er louter toe strekt om aan bepaalde ondernemingen een specifieke lastenverlaging te verlenen. In beide gevallen ligt dus wel degelijk een selectief voordeel voor. 12 Artikel 107, lid 1, van het VWEU. 13 HvJ 18 juli 2007, C-119/05 Lucchini, punten 51-52; zie ook HvJ 22 maart 1977, Steinike & Weinlig, 78/76, punt 9; HvJ 21 november 1991, Fédération nationale du commerce extérieur des produits alimentaires en Syndicat national des négociants et transformateurs de saumon, C-354/90, punt 14; HvJ 1 juli 1996, SFEI e.a., C-39/94, punt Zie bv. HvJ 8 december 2011, C-275/10, Residex Capital IV CV. 15 GwH 7 november 2013, nr. 145/2013, B GwH 6 april 2011, nr. 50/2011, B tot B Ook nadat de Europese Commissie zal worden gevat kunnen nationale rechtscolleges de eerdere niet-naleving van artikel 108, lid 3, VWEU blijven sanctioneren, zie HvJ 21 november 2013, C-284/12, Deutsche Lufthansa, maar de aard van de sanctie zal wellicht minder ingrijpend zijn dan indien er zelfs geen laattijdige aanmelding bij de Europese Commissie plaatsvindt. Vgl. de principiële stellingname in HvJ 8 december 2011, C-275/10, Residex Capital IV, met de meer gematigde aanpak in de conclusie van AG TIZZANO in HvJ 22 november 2001, C-53/00, Ferring, punten en HvJ 12 februari 2008, C-199/06, Centre d exportation du livre français (CELF), punten Zie verder B. CHEYNEL en A. GIRAUD, New Paradigm for Recovery of Unlawful Aid in the EU- National Judges and the Exception of Compatibility (2008), 31(4) WComp, (557) 562; C. VAJDA en P. STUART,

26 ( ) Nr De amendementen hebben betrekking op nieuwe aangelegenheden die niet reeds voorkwamen in het oorspronkelijke voorontwerp van decreet. Bovendien houden ze belangrijke beleidskeuzen in die een sociaal-economische dimensie hebben en die aanzienlijke gevolgen kunnen hebben voor het milieu. Ook indien de decretale regelingen met betrekking tot de raadpleging van de SERV en van de Minaraad niet uitdrukkelijk voorzien in een verplichte raadpleging van deze adviesraden voor amendementen op voorontwerpen van decreet, moet toch worden vastgesteld dat de bestaande adviesverplichting voor voorontwerpen van decreet wordt uitgehold indien de Vlaamse Regering nadien een voorontwerp van decreet aanvult middels amendementen waarin de zo-even geschetste belangrijke beleidskeuzen voorkomen, zonder dat de betrokken adviesraden over die amendementen worden geraadpleegd. De Raad van State acht het dan ook sterk raadzaam dat de amendementen alsnog om advies worden voorgelegd aan de SERV en aan de Minaraad. ALGEMENE OPMERKING 6. Uit de amendementen blijkt de voortdurende noodzaak voor de Vlaamse overheid om te interveniëren in de markt voor groenestroomcertificaten, met een nieuwe reeks maatregelen om zowel de aanbodzijde (schrappen van de retrobanding) als de vraagzijde (verhoogde inleverquota, deels tenietgedaan door ruimere vrijstellingen) te beïnvloeden. In dat verband kan worden verwezen naar de opmerking die de Raad van State reeds eerder heeft geformuleerd naar aanleiding van de verlenging van de banking van groenestroom- en warmtekrachtcertificaten, met betrekking tot de verenigbaarheid van dit systeem met het vrij verkeer, die nog meer dan voorheen relevant is: Het Vlaamse systeem van groenestroomcertificaten, inclusief de aan dat systeem inherente verplichting voor bepaalde marktdeelnemers om certificaten in te leveren, werd in het arrest Essent Belgium 18 door het Hof van Justitie onderzocht op de verenigbaarheid ervan met het vrij verkeer. Het Hof van Justitie gaf daarbij slechts een voorwaardelijk positief oordeel: 2) De artikelen 28 EG en 30 EG en de artikelen 11 en 13 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van 2 mei 1992 moeten aldus worden uitgelegd dat zij niet in de weg staan aan een nationale steunregeling als beschreven in punt 1 van het onderhavige dictum, voor zover: - mechanismen zijn ingesteld die verzekeren dat een daadwerkelijke certificatenmarkt tot stand komt waar vraag en aanbod elkaar kunnen ontmoeten en een evenwicht kunnen bereiken, zodat de betrokken leveranciers daadwerkelijk de mogelijkheid hebben om zich op die markt onder billijke voorwaarden certificaten aan te schaffen; - de berekeningswijze en het bedrag van de administratieve geldboete die moet worden betaald door de leveranciers die niet aan de in punt 1 van het onderhavige dictum vermelde verplichting hebben voldaan, aldus zijn vastgesteld Effects of the Standstill Obligation in National Courts all said after CELF? An English Perspective (2010) 3, EStAL, Voetnoot 9 van het geciteerde advies: HvJ 11 september 2014, gevoegde zaken C-204/12 tot C-208/12, Essent Belgium, punt 2) van het dictum, zie ook in het bijzonder overwegingen 111 en 112 van het arrest.

VLAAMSE OVERHEID 13 JULI Decreet houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de milieuvriendelijke energieproductie

VLAAMSE OVERHEID 13 JULI Decreet houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de milieuvriendelijke energieproductie N. 2012 2122 VLAAMSE OVERHEID 13 JULI 2012. Decreet houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de milieuvriendelijke energieproductie (1) Het Vlaams Parlement heeft aangenomen

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.063/1 van 3 april 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2011 tot uitvoering

Nadere informatie

Voorstel van decreet. houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de milieuvriendelijke energieproductie

Voorstel van decreet. houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de milieuvriendelijke energieproductie stuk ingediend op 1639 (2011-2012) Nr. 10 6 juli 2012 (2011-2012) Voorstel van decreet van de heren Bart Martens en Robrecht Bothuyne, de dames Liesbeth Homans, Michèle Hostekint en Sonja Claes en de heren

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.845/1/V van 16 augustus 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 oktober 2013

Nadere informatie

BIS-Nota aan de leden van de Vlaamse Regering

BIS-Nota aan de leden van de Vlaamse Regering VR 2018 2302 DOC.0138/1BIS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE BIS-Nota aan de leden van de Vlaamse Regering Betreft: - Ontwerp van besluit

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving VR 2017 0612 DOC.1273/4 RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 62.377/3 van 1 december 2017 over een voorontwerp van decreet van het Vlaamse Gewest houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.885/1/V van 23 augustus 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende maatregelen ter ondersteuning van het basisonderwijs en houdende

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 58.417/3 van 2 december 2015 over een amendement bij het voorontwerp van programmadecreet [lees: voorontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.003/3 van 20 maart 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 betreffende de inning

Nadere informatie

Ontwerp van decreet. Advies. van de Raad van State ( ) Nr maart 2014 ( ) stuk ingediend op

Ontwerp van decreet. Advies. van de Raad van State ( ) Nr maart 2014 ( ) stuk ingediend op stuk ingediend op 2429 (2013-2014) Nr. 5 28 maart 2014 (2013-2014) Ontwerp van decreet houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving VR 2017 1205 DOC.0473/4 RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.063/1 van 28 april 2017 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap betreffende de rechtspositie in de basiseducatie

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.816/1/V van 16 augustus 2018 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest betreffende het Vlaams Pensioenfonds en het publieke

Nadere informatie

Advies van de Raad van State. over het voorstel van decreet. houdende wijziging van het Kunstendecreet van 13 december 2013

Advies van de Raad van State. over het voorstel van decreet. houdende wijziging van het Kunstendecreet van 13 december 2013 ingediend op 261 (2014-2015) Nr. 3 24 maart 2015 (2014-2015) Advies van de Raad van State over het voorstel van decreet van Jean-Jacques De Gucht, Marius Meremans, Caroline Bastiaens, Yamila Idrissi en

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.935/1/V van 29 augustus 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de diverse hoedanigheden van het rechtgevend kind en betreffende

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 62.699/1 van 17 januari 2018 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap houdende instemming met het Akkoord tussen het Koninkrijk België en de

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 65.945/3 van 9 mei 2019 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot erkenning en subsidiëring van de zorgraden en houdende inwerkingtreding van het

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 64.942/3 van 24 januari 2019 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 september 1997

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.607/1 van 28 juni 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de nadere regels over het toezicht, de nalevingsondersteuning en de handhaving

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.878/1/V van 21 augustus 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 62.461/1 van 13 december 2017 over een voorontwerp van decreet van het Vlaamse Gewest houdende wijziging van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond,

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.528/3 van 15 juni 2017 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest houdende instemming met 1 de overeenkomst tussen de

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.417/3 van 12 november 2016 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest houdende instemming met 1 de overeenkomst tussen

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 57.437/3 van 13 mei 2015 over een voorontwerp van decreet houdende instemming met het verdrag nr. 187 inzake het promotioneel kader voor de veiligheid en gezondheid

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.761/1 van 18 juli 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.846/1/V van 16 augustus 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.343/3 van 17 mei 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van diverse besluiten, wat betreft de kilometerheffing, de invordering

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 62.775/1 van 2 februari 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten naar aanleiding van het decreet van 15 juli

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 64.793/1 van 20 december 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.477/1 van 7 juni 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de kinderopvangtoeslag en kleutertoeslag 2/5 advies Raad van State 63.477/1

Nadere informatie

op de in eerste lezing door de commissie aangenomen artikelen van het ontwerp van decreet houdende diverse bepalingen inzake energie

op de in eerste lezing door de commissie aangenomen artikelen van het ontwerp van decreet houdende diverse bepalingen inzake energie ingediend op 461 (2014-2015) Nr. 5 21 oktober 2015 (2015-2016) Amendementen op de in eerste lezing door de commissie aangenomen artikelen van het ontwerp van decreet houdende diverse bepalingen inzake

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 59.529/1 van 1 september 2016 over een voorontwerp van decreet betreffende de re-integratie van het Universitair Ziekenhuis Gent in de Universiteit Gent 2/6 advies

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.282/3 van 22 november 2016 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 7 mei 2004 houdende

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 65.596/1 van 1 april 2019 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010 tot uitvoering

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 64.471/1 van 19 november 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de kinderopvangtoeslag en kleutertoeslag 2/5 advies Raad van State 64.471/1

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 62.707/3 van 18 januari 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk besluit van 12 maart 1999

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.012/1 van 7 oktober 2016 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap aangaande de bekrachtiging van de codificatie sommige bepalingen voor het

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.106/3 van 3 april 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende regeling tot erkenning en subsidiëring van een Vlaamse organisatie ter ondersteuning

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 65.929/3 van 9 mei 2019 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijzigingen van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft garanties

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.408/3 van 29 mei 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft het invoeren

Nadere informatie

Ontwerp van decreet. houdende wijziging van het tarief op het recht op verdelingen en gelijkstaande overdrachten. Advies. van de Raad van State

Ontwerp van decreet. houdende wijziging van het tarief op het recht op verdelingen en gelijkstaande overdrachten. Advies. van de Raad van State stuk ingediend op 1529 (2011-2012) Nr. 11 20 juni 2012 (2011-2012) Ontwerp van decreet houdende wijziging van het tarief op het recht op verdelingen en gelijkstaande overdrachten Advies van de Raad van

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.855/1/V van 24 augustus 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.948/1 van 10 februari 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van aanwervingsincentives voor langdurig werkzoekenden 2/6 advies

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.507/3 van 21 december 2016 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de invoering van een regelluw kader in functie van de proefprojecten

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 54.996/1 van 5 februari 2014 over een ontwerp van ministerieel besluit houdende nadere regels tot uitvoering van artikel 27/3 van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.745/1/V van 30 juli 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoeringsmaatregelen betreffende het duaal leren en de aanloopfase en

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.216/3 van 25 april 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot aanpassing van de regelgeving betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.571/3 van 25 juni 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering over de bemiddeling, de afstemming en de planning in het kader van persoonsvolgende

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.606/1 van 28 juni 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de nadere regels over de rechten en plichten van begunstigden

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.758/1/V van 16 augustus 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regelgeving betreffende het landbouw- en visserijbeleid

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.183/1 van 9 april 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014, wat betreft

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 65.482/3 van 21 maart 2019 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008 betreffende

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 64.959/3 van 7 januari 2019 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de vrije stroken langs autosnelwegen 2/6 advies Raad van State 64.959/3

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.936/1/V van 21 augustus 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen uit de regelgeving betreffende de woonzorgvoorzieningen

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.871/3 van 29 september 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de bepaling van de normen en de aanmeldingsprocedure voor woongelegenheden

Nadere informatie

In het Belgisch Staatsblad van 31 december 2012 werd op bladzijde 88607 e.v. bovengenoemd besluit gepubliceerd.

In het Belgisch Staatsblad van 31 december 2012 werd op bladzijde 88607 e.v. bovengenoemd besluit gepubliceerd. VLAAMSE OVERHEID [C 2013/35060] 21 DECEMBER 2012. Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de groenestroomcertificaten, de warmtekrachtcertificaten

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.804/1/V van 31 juli 2018 over een voorontwerp van decreet van het Vlaamse Gewest tot bekrachtiging van de codificatie van de waterregelgeving in het decreet

Nadere informatie

Advies. Verplicht outplacement - Sanctie. Brussel, 30 oktober 2017

Advies. Verplicht outplacement - Sanctie. Brussel, 30 oktober 2017 Advies Verplicht outplacement - Sanctie Brussel, 30 oktober 2017 SERV_20171030_Verplicht_outplacement_sanctie_ADV Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11

Nadere informatie

Mededeling van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 21 oktober 2014

Mededeling van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 21 oktober 2014 Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt Publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B-1000 Brussel Gratis telefoon

Nadere informatie

RAPPORT 2018/2. Deel 3: Evaluatie quotumpad en productiedoelstellingen

RAPPORT 2018/2. Deel 3: Evaluatie quotumpad en productiedoelstellingen RAPPORT 2018/2 Deel 3: Evaluatie quotumpad en productiedoelstellingen www.energiesparen.be INHOUD LEESWIJZER... 3 VERDERE (GEVOLGDE) PROCEDURE... 3 1 INLEIDING... 4 2 PRODUCTIEDOELSTELLINGEN GROENE STROOM...

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 62.814/3 van 12 februari 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van aanvullende programmatienormen voor bijkomende diensten waarin

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 59.847/1/V van 29 augustus 2016 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 januari 1974 genomen ter toepassing

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving VR 2016 2110 DOC.1147/5 RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.043/1 van 7 oktober 2016 over een voorontwerp van decreet van het Vlaamse Gewest tot overname van de personeelsleden van de vzw Plan

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.899/1/V van 9 augustus 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.946/1/V van 21 augustus 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende het statuut van de provinciale mandataris 2/6 advies Raad van State

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.098/3 van 4 april 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de bekendmaking en raadpleegbaarheid van besluiten en stukken van het

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving Bijlage 1 RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 64.047/1/V van 6 september 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering betreffende

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 65.461/1 van 18 maart 2019 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de bijlagen van titel II van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.781/1/V van 28 juli 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het Procedurebesluit van 9 mei 2014 2/7

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 59.879/1/V van 31 augustus 2016 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende nadere uitwerking van de regelgeving inzake kapitaalschadecompensatie

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.710/3 van 11 juli 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 tot uitvoering

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.656/1 van 10 juli 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de modaliteiten voor het testen en het uitreiken van de bewijzen

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.902/1/V van 20 september 2018 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap betreffende het duaal leren in het buitengewoon secundair onderwijs

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving VR 2019 1502 DOC.0182/3 RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 65.066/3 van 21 januari 2019 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de subsidiëring van initiatieven die voorzien

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 64.799/1 van 3 december 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.013/3 van 21 maart 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regelgeving betreffende de specifieke brandveiligheidsnormen

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.885/3 van 14 februari 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de nadere regels voor de schuldovername in het kader van

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.354/3 van 10 mei 2017 over een voorontwerp van decreet van het Vlaamse Gewest houdende instemming met het Multilateraal Akkoord tussen bevoegde autoriteiten

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 64.522/1 van 29 november 2018 over een voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, het decreet van 8 juni 2007 betreffende

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving VR 2017 1905 DOC.0500/7 RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.479/VR van 27 januari 2017 over een voorontwerp van decreet van het Vlaamse Gewest houdende instemming met de wijzigingen aan het Protocol

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 65.813/3 van 30 april 2019 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toekenning van een subsidie aan de ondernemingen in opdracht waarvan

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.880/1/V van 29 augustus 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van sommige aspecten van de organisatie en werking van het Vlaams

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving VR 2016 1612 DOC.1426/3 RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 59.621/3 van 20 juli 2016 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de erkenningsvoorwaarden voor organisatoren van

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 64.560/1 van 27 november 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot financiering van sommige sociale akkoorden in bepaalde gezondheidsinrichtingen

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 62.867/1 van 14 februari 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 juni 1987 tot uitvoering van

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 65.675/3 van 21 maart 2019 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van

Nadere informatie

Ontwerp van decreet. houdende wijziging van het tarief op het recht op verdelingen en gelijkstaande overdrachten

Ontwerp van decreet. houdende wijziging van het tarief op het recht op verdelingen en gelijkstaande overdrachten stuk ingediend op 1529 (2011-2012) Nr. 1 14 maart 2012 (2011-2012) Ontwerp van decreet houdende wijziging van het tarief op het recht op verdelingen en gelijkstaande overdrachten verzendcode: FIN 2 Stuk

Nadere informatie

VR DOC.1273/2

VR DOC.1273/2 VR 2017 0612 DOC.1273/2 Ontwerp van decreet houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de aanpassing van de groenestroomdoelstellingen, de WKK-doelstellingen en de energieheffing

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving VR 2017 2104 DOC.0360/3 RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.027/1 van 27 maart 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 64.052/1/V van 21 september 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de nadere regels voor de toekenning van subsidies aan de private

Nadere informatie

Advies van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt

Advies van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt Advies van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt van 18 augustus 2017 met betrekking tot het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.312/3 van 14 mei 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2012 houdende

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 64.883/1 van 25 januari 2019 over een voorontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van titel X van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 60.262/1 van 16 november 2016 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 59.882/1/V van 31 augustus 2016 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de waarborgregeling in het secundair onderwijs in het schooljaar

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 64.338/3 van 30 oktober 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van een tegemoetkoming in de kosten bij de renovatie of verbetering

Nadere informatie

RAAD VAN STATE. afdeling Wetgeving. advies /1 van 6 december over

RAAD VAN STATE. afdeling Wetgeving. advies /1 van 6 december over From: To :0025526701 20/12/2012 15 :1 7 #297 P.002/006 RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 52.385/1 van 6 december 2012 over een voorontwerp van decreet 'houdende instemming met het akkoord tussen

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 62.174/3 van 19 oktober 2017 over een voorontwerp van decreet van het Vlaamse Gewest houdende wijziging van het decreet van 31 juli 1990 betreffende het publiekrechtelijk

Nadere informatie

RAAD VAN STATE. afdeling Wetgeving. advies /1 van 6 december over. een voorontwerp van decreet 'houdende instemming met

RAAD VAN STATE. afdeling Wetgeving. advies /1 van 6 december over. een voorontwerp van decreet 'houdende instemming met From: To:0025526701 20/12/2012 14 :47 #288 P.002/006 RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 52.376/1 van 6 december 2012 over een voorontwerp van decreet 'houdende instemming met I o de overeenkomst

Nadere informatie

Voorstel van decreet. houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de milieuvriendelijke energieproductie.

Voorstel van decreet. houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de milieuvriendelijke energieproductie. stuk ingediend op 1639 (2011-2012) Nr. 3 26 juni 2012 (2011-2012) Voorstel van decreet van de heren Bart Martens en Robrecht Bothuyne, de dames Liesbeth Homans, Michèle Hostekint en Sonja Claes en de heren

Nadere informatie

Staatssteun nr. N 14/2002 - België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen

Staatssteun nr. N 14/2002 - België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen EUROPESE COMMISSIE Brussel, 02.08.2002 C(2002)2904 fin. Betreft: Staatssteun nr. N 14/2002 - België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen Excellentie, Bij schrijven

Nadere informatie